Effectonderzoek in de kunstzinnige therapie
Wat is effectonderzoek?
• Effectonderzoek is onderzoek waarbij gestreefd wordt naar het aantonen van een onweerlegbaar verband tussen een (therapeutische) interventie en een optredend effect
Wie vraagt om effectonderzoek?
• Cliënten, in relatie tot het moeten maken van een keuze uit groot therapie-aanbod
• Beroepsbeoefenaars, in relatie tot professionalisering
• Instellingen, in relatie tot kwaliteit(smeting) van geleverde zorg
• Overheden en inspecties, in relatie tot bewaking van de kwaliteit van de zorg
• Verzekeraars, in relatie tot financiering
Scala aan effectonderzoek
• Gevalsstudie of casusbeschrijving • Meervoudige gevalsstudie (met metingen)• Kwalitatief onderzoek naar (gemeten) effecten• Kwantitatief onderzoek naar kwantitatieve effecten• Kwantitatief onderzoek met vergelijking van
effecten
• Natuurlijk verloop van onderzoeksopzet• Hoe langer hoe meer betrokkenen• Hoe langer hoe minder contact per betrokkene• Wetenschappelijk: hoe langer hoe
‘betrouwbaarder’
Scala aan effectonderzoek
• Gevalsstudie of casusbeschrijving – Kwalitatief of verhalend chronologisch verslag– Eventueel: nul-, (tussen-) en eindmeting– Nesrine
• Meervoudige gevalsstudie (met metingen)– Vergelijkbare cases, overtuigingskracht – Opdracht vierde jaar
• Kwalitatief onderzoek naar (gemeten) effecten– Grotere aantallen cases (kwantitatief)– Analyses nog beschrijvend– Zoals vb. Kunzt. Atelier bedoeld was– Onderzoek gekoppeld aan zorgprogramma’s
Scala aan effectonderzoek (2)
• Kwantitatief onderzoek naar kwantitatieve effecten– Grotere aantallen (kwantitatief)– Kwantitatieve analyses
• Kwantitatief onderzoek met vergelijking van effecten– Doel- en controlegroep– Door toeval ontstane doel- en controlegroepen (RCT)
Soorten effectonderzoek
Twee uitersten:• Casuïstisch effectonderzoek
– Een onweerlegbaar verband tussen een (therapeutische) interventie en een optredend effect op basis van één casus
– Belangrijk voor kunstzinnig therapeuten!!
• Klinisch effectonderzoek (RCT)– Een onweerlegbaar verband tussen een
(therapeutische) interventie en een optredend effect
– Doelgroep en controlegroep
Voorbeeld CEO
• Gordelroos:
• Je smeert zalf (de interventie) op de wond en de wond geneest (effect).
• Conclusie?
Voorbeeld CEO (2)
• Medicatie hoge bloeddruk (interventie) gestart in week 11:
• Wat als medicatie gestart was in week 1 of in week 21?
0
50
100
150
200
1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21
CEO gebaseerd op patroonherkenning
• De cursor op een computerscherm beweegt als ik een (aangesloten) muis beweeg
• Mijn zoon krijgt uitslag rond zijn mond na het eten van aardbeien
Welke aspecten overtuigen je van het effect van de interventie?
• Overeenkomst in lokatie van interventie en optredend effect
• Overeenkomst in tijdstip van interventie en optredend effect (effect na interventie)– Belangrijk om klachtenpatroon (lang) voor de
therapie in kaart te brengen
• Overeenkomst in patroon (in tijd of in ruimte)
• Kun je patroonovereenkomst gebruiken om het effect van kunstzinnige therapie aan te tonen?
Casuistisch effectonderzoek binnen KT
Welke patronen kun je volgen en vergelijken binnen de KT?
• …
Patroonovereenkomst? KT
INTERVENTIE:• Probeer pigment en water goed – en in de juiste
verhouding – te mengen (sessie 3, 4, 5, 7, 8, 10)EVALUATIE:• Kleurgebruik is helderder en lichter (sessie 9, 10,
11)
INTERVENTIE:• Probeer kleuren in lagen op te brengen, en probeer
het gebruik van contourlijnen te voorkomen (5, 7, 9)• Probeer meer kleurovergangen te maken (10)EVALUATIE:• Meer nuance in kleur (7, 8, 9, 10, 11)
Patroonovereenkomst KT? (2)
INTERVENTIES:• Probeer kleuren in lagen op te brengen, en probeer
het gebruik van contourlijnen te voorkomen (5, 7, 9) • Probeer een beweging van de kwast te volgen
(vanuit de impuls) en niet (vanuit het hoofd) te sturen (3, 7)
• Probeer minder verkrampte (lossere) bewegingen te maken (3)
EVALUATIE:• Vormen zijn organischer (minder statisch 8 t/m 11) • Het werk ‘nodigt meer uit’ (9, 10, 11)• Er zit meer diepte in de werkstukken (9, 10, 11)
Patroonovereenkomst KT? (3)
• Mogelijk patroonovereenkomst, maar (discussie!!):
• Is de toename in schildervaardigheid debet aan de geconstateerde veranderingen?
• Is contact met de therapeut debet aan de geconstateerde veranderingen?
Soorten effectonderzoek
Twee uitersten:• Casuïstisch effectonderzoek
– Een onweerlegbaar verband tussen een (therapeutische) interventie en een optredend effect op basis van één casus
– Belangrijk voor kunstzinnig therapeuten!!
• Klinisch effectonderzoek– Een onweerlegbaar verband tussen een
(therapeutische) interventie en een optredend effect
– Doelgroep en controlegroep
Klinisch effectonderzoek: RCT (1)
• Er treedt een effect op. Wat zijn de mogelijke verklaringen voor het optreden van het waargenomen effect?– ....– ....
• Kijken vanuit toeschouwersbewustzijn i.t.t. kijken vanuit deelnemersbewustzijn
Klinisch effectonderzoek: RCT (2)
• Wat zijn de mogelijke verklaringen voor het optreden van een waargenomen effect?– Specifieke effect (SE) interventie– Externe factoren (EF) die het effect van de
interventie beinvloeden (‘placebo-werking’)– Natuurlijke beloop (NB) van het proces– Meetfouten (MF)
• WE = SE + EF + NB + MF
• Minimaliseer EF, NB en MF dan kun je het SE zo zuiver mogelijk bepalen
Klinisch effectonderzoek: RCT (3)
• Gebruik een doelgroep en een controlegroep
• Voor doelgr. WEd = SEd + EFd + NBd + MFd
• Voor con.gr. WEc = SEc + EFc + NBc + MFc
• Als doel- en controlegroep vergelijkbaar, dan:– is EFd = EFc
– en NBd = NBc
– en MFd = MFc
– en als SEc ongelijk is aan SEd wordt het verschil aan de interventie toegeschreven
Klinisch effectonderzoek: RCT (4)
• Wanneer zijn doel- en controlegroep vergelijkbaar?– Als groepen cliënten groot genoeg zijn– Als groepen cliënten door toeval zijn ontstaan
• Randomisatie– Als zowel cliënten als behandelaars niet weten
wie bij welke groep hoort • Dubbelblind
• Gerandomiseerde, dubbelblinde opzetten– RCT studies
• Meta-analyses
Kunnen we iets met deze kennis?
• Ja… (denk aan deelvraag d)!!!!
• Bekijk het natuurlijke beloop van de klachten voorafgaand aan de KT (anamnese)
• Probeer meetfouten zoveel mogelijk te voorkomen (gebruik meetinstrumenten op de correcte manier)
• Breng externe factoren die het effect van de KT kunnen beïnvloeden zo veel mogelijk in kaart
• Wat niet samenhangt met bovenstaande factoren is wellicht het specifieke effect van KT
Wat leert een RCT?
• De meest effectieve behandeling voor een gemiddelde patiënt – Geen zicht op de meest effectieve behandeling
bij een individuele patiënt
• De interventie die gemiddeld genomen de meeste kans van slagen heeft– Geen zicht op factoren die afwijkingen van het
gemiddelde verklaren
De draad van het verhaal:
• Bij effectonderzoek wordt gestreefd naar het aantonen van een onweerlegbaar verband tussen een (therapeutische) interventie en een optredend effect
• De gouden standaard voor effectonderzoek is het dubbelblinde, gerandomiseerde onderzoek
• KT heeft nu grote behoefte aan het expliciteren van ervaringskennis als basis voor goed gedocumenteerde n=1 studies– Gevalsbeschrijvingen hebben weinig
wetenschappelijke overtuigingskracht– Op basis van meerdere casusbeschrijvingen zijn
meer algemene uitspraken te doen over het effect van KT
– Voorbereiding voor RCT studie
Opdracht module OZV:Het werkplan (week 38)
Onderzoeksvoorstel of werkplan
• Inleiding en probleemstelling• Vraagstelling• Eventueel formulering van deelvragen• Werkwijze• Literatuurlijst (indien relevant)
Inleiding
• Achtergrond van het onderzoek– Overzicht bestaande kennis m.b.t. voorgenomen
onderzoek– Gegevens om relevantie onderzoek aan te geven– Probleem- en vraaginleidend
• Afgestemd op je doelgroep– HBO of WO geschoolde Nederlander
• Enthousiasmerend maar zakelijk
Probleemstelling
• Wat is het probleem waar je aan gaat werken?• Voor wie is dat een probleem?• Wanneer treedt dat probleem op?• Wat wordt er opgelost als je je onderzoek
uitgevoerd hebt?• …
Werkwijze (b, c, d) – denk aan:
• (b/c) Toestemmingsformulier cliënt – Deelname aan onderzoek en gebruik publicatie van
(geanonimiseerde) gegevens
• (c/d) Gedetailleerde omschrijving van klachten en het verloop van die klachten in de tijd
• Ondubbelzinnige (liefst geoperationaliseerde of meetbare) weergave van de hulpvraag
• (b/c) Weergave van beoogde therapiedoelen, gegeven opdrachten, gepleegde interventies, gedrag van cliënt(en) etc. per sessie– Maak het verslag direct na de sessie!– Wees zo volledig mogelijk
• (d) Inventarisatie van verstorende factoren– Medicatie, andere therapievormen etc.
Literatuurlijst
• Gebruikte literatuur• Aangeraden literatuur
• APA-norm!!!!
Voorstel voor vervolgonderzoek
• Inleiding en probleemstelling• Vraagstelling• Eventueel formulering van deelvragen• Werkwijze• Literatuurlijst (indien relevant)
• Het gaat om een onderzoek zo groot als het vierdejaars onderzoek (dus 6 EC)
Verslaglegging
Verslag of artikel (+ volgorde)
• Samenvatting• Inleiding en probleemstelling• Vraagstelling en deelvragen• Werkwijze• Resultaten• Discussie• Conclusie • Literatuurlijst • Bijlagen
Verslag of artikel (+ volgorde)
• 6. Samenvatting• 5. Inleiding en probleemstelling• 6. Vraagstelling en deelvragen
• 3/4. Werkwijze• 2. Resultaten• 3/4. Discussie• 3/4. Conclusie • 7. Literatuurlijst
• 1. Bijlagen
Top Related