’t is weer proper!

Mieke Loncke, directeur IFMA

Gisteren kwam mijn zoon trots thuis met een stripverhaal van Urbanus, voor twintig cent gekocht tijdens de jaarlijkse boeken-verkoop van de bibliotheek. De reden waarom juist dit exemplaar in de uitverkoopbak terechtgekomen was, liet zich snel raden: het stripboek was helemaal beduimeld en werkelijk elke bladzijde was onzorgvuldig met tape aan elkaar geplakt. Persoonlijk vond ik vorm en inhoud op deze manier wel perfect op elkaar afgestemd – de humor van Urbanus kan me immers maar matig be-koren – maar dit alles stond in schril contrast met de titel van het verhaal: ’t Is weer proper!.Het deed me spontaan aan de schoonmaak denken. Dat is niet altijd een lacher-tje. Misschien denk je op het eerste gezicht zelfs dat er weinig eer te behalen valt met schoonmaak, maar niets is minder waar. Schoonmaak is nu eenmaal een van de belangrijkste facilitaire diensten en het verbeteren van de schoonmaak-tevredenheid heeft een positief effect op de algemene tevredenheid betreffende de facilitaire dienstverlening. Uiteraard is de technische kwaliteit van de schoon-maak belangrijk. Maar om de tevredenheid te verhogen, hoef je de schoonmaak niet noodzakelijk naar een hogere frequentie te brengen. Net zoals in andere takken van facility management speelt de beleving in toenemende mate een beslissende rol.Ook Het Nieuwe Werken drukt een stempel op de schoonmaak: de traditionele werkomgeving verandert immers. De Nieuwe Werkers hebben doorgaans geen vaste werkplek meer. Het is mogelijk dat zij zich daardoor minder verantwoor-delijk voelen voor de netheid van hun flexplek, een plek die bovendien door meerdere medewerkers gebruikt wordt. Door flexibele werkplekken en flexibele werktijden vindt de schoonmaak ook steeds meer in het bijzijn van de “klanten” plaats. Die “klanten” worden dan ook nog eens mondiger en veeleisender.Hospitality is dus meer dan ooit het sleutelwoord. Maar gastvrijheid zit niet zomaar bij iedereen in de genen. De schoonmaakmedewerker balanceert voort-durend tussen onzichtbare aanwezigheid en zichtbare vriendelijkheid, tussen rustige interventie en snelle efficiëntie, tussen sociaal contact en resultaatgericht werken met oog voor detail, tussen proactief handelen en het respecteren van het afgesproken schoonmaakprogramma.Geen sinecure, ik heb het thuis ook nog niet helemaal onder de knie. Want dat stripverhaal van Urbanus? Dat slingert hier nu gewoon in huis rond waar zoon-lief het gedacht heeft, voor hem steekt het allemaal niet zo nauw. ’t Is weer proper!, hoor ik u denken. Tja, over de waardering van de schoonmaak zullen we het de volgende keer wel hebben. •

Column

58