Download - nr. 19/2013 - 7 november 2013 Pajottenkrant Pajottenkrant 2013… · wandelen steeds populairder zal worden. Mensen leven langer en de dokters raden het steeds meer mensen aan. Jullie

Transcript
Page 1: nr. 19/2013 - 7 november 2013 Pajottenkrant Pajottenkrant 2013… · wandelen steeds populairder zal worden. Mensen leven langer en de dokters raden het steeds meer mensen aan. Jullie

Uw reacties zijn welkom op [email protected] of telefonisch bij Lien Standaert via 054 500 245 of Pajottenland+, Molenstraat 26, 1760 Roosdaal.

Bever – Galmaarden – Gooik – Herne – Lennik – Pepingen – Roosdaal

PajottenkrantIn samenwerking met Drukkerij De Knijf,

uitgever van “het pajottenland”Europees Landbouwfonds voor Plattelands ontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Ik kan me voorstellen dat de horeca heel erg blij is met het wandeltoerisme.Uiteraard. Meestal starten we onze wandelingen aan de kerk waar je makkelijk kanparkeren en iets drinken in het plaatselijke café. De horecauitbaters kennen onzewerking heel goed en zijn blij wanneer we met vijftig deelnemers een goede pint komendrinken.

Waar zie jij nog mogelijkheden voor de toekomst?Ik ben bijzonder blij met wat al is gerealiseerd, maar ik vind dat men nu nog niet magstoppen. Enerzijds zou het onderhoud van de wegen nog iets nauwkeuriger mogengebeuren en zouden er nog verbindingen met andere deelgemeenten mogen wordengemaakt. Nu zorgt de Ninoofsesteenweg voor een abrupte grens in het wandelnetwerk,terwijl er nog mooie lussen kunnen worden gemaakt naar onder andere Strijtem,Borchtlombeek en Wambeek. Hopelijk lukt dit nog in de toekomst.

Duurzaamheid via ‘Kyoto in het Pajottenland’

Lennikenaar Bruno Moens issinds enkele jaren actiefrond het thema duurzameenergie. In 2009 startte hijhet project Kyoto in hetPajottenland via platte-landssubsidies. Het projectwerd in 2012 verlengd.Intussen zijn er vijfhonderdgezinnen in de streek dieeen renovatie rond duur-zame energie hebben uitge-voerd.Dag Bruno, wat is de filosofie achter het project Kyoto in het Pajottenland?We willen duurzame energie meer introduceren in de streek en hanteren hiervoor hetverhaal 20-50-100. We willen binnen de tien jaar twintig procent minder CO2-uitstoot,vijftig procent energiebesparing bij de mensen en honderd procent hernieuwbareenergie realiseren in het Pajottenland.

De voorbije jaren organiseerde je elke winter en eenmaal in de zomer een samenaankooprond hernieuwbare energie. Kennen deze veel succes?Zeker. We organiseerden een samenaankoop rond dakisolatie, muurisolatie en hoog-rendementsglas, zonneboilers en zonnepanelen. In totaal zijn er 2500 mensen bena-derd waarvan uiteindelijk vijfhonderd gezinnen zijn overgegaan tot aankoop. Die vijf-honderd gezinnen besparen samen 250.000 euro per jaar, dus vijfhonderd euro pergezin per jaar. Zij besparen bijkomend gemiddeld twintig procent op hun CO2-uitstootvoor het energieverbruik. Ze kunnen in de Paddenbroek ook geregeld terecht voorworkshops om zelf hun woning op een duurzame manier te leren renoveren. Vanaf2014 starten we ook met nieuwe acties om volledige wijken in het Pajottenland duur-zaam te renoveren.

Kunnen de mensen bij jou ook terecht voor een analyse van hun huidige isolatie? Ik stel mevoor dat niet iedereen weet waar het probleem rond isolatie zich situeert in hun huis?Mensen kunnen me contacteren om een thermografische scan uit te voeren. Zo krijg jeeen overzicht waar in je woning de warmte het meest ontsnapt. Het nemen van de scankost zestig euro en geeft je een volledig verslag, een overzicht van wat isolatie voor jehuis zou kunnen betekenen en een idee van de kostprijs om te isoleren. Inwonersappreciëren deze aanpak want onze analyse en ons advies is onafhankelijk en objectief.

Hoe is het gesteld met de huisvesting in onze gemeenten?Het grootste probleem zien we nog bij de daken die vaak slecht zijn geïsoleerd. Ook zijner nog veel oude woningen met slecht geïsoleerde muren en met enkele beglazing. Er isdus nog veel werk maar dat betekent ook dat het potentieel aan energiebesparingvooral in oude huizen zeer groot is.

Hoe reageren de gemeentebesturen op het project?Ze vinden het een meerwaarde dat de inwoners deskundig en objectief worden bege-leid. De huisvesting wordt aangepakt via concrete realisaties. Ook voor bepaalde afval-problemen van de gemeentebesturen zelf, zoals bijvoorbeeld het bermmaaisel, wordtdoor ProNatura samen met agro aanneming gekeken om dit in een lokale vergistingsin-stallatie om te zetten naar groene stroom en warmte. Zo kunnen gemeentebesturen ookeen pak geld besparen. Ook wind-, zonne-energie en biomassa (houtsnippers) wordenverder onderzocht om gezamenlijk mee aan de slag te kunnen. Ondertussen vindt ditproject al navolging in de rest van Vlaanderen. Weldra zal er dus waarschijnlijk eenKyoto in het Hageland, een Kyoto in de Druivenstreek, enz... ontstaan.

Hoe belangrijk was de steun van LEADER voor de opstart?Zeer belangrijk. Zonder Europese plattelandsmiddelen was het project misschien nietkunnen starten. Ondertussen is het project uitgebreid naar de andere gemeenten in destreek en proberen we er zoveel mogelijk partners bij te bereiken. ACV Halle-Vilvoorde,KWB Pajottenland, ABVV, ACW, BBL, Opbouwwerk Pajottenland zijn allemaal partnersdie het charter voor duurzame energie in het Pajottenland hebben ondertekend.In de toekomst hopen we nog andere partners het charter te laten tekenen zoalsgemeente besturen, verenigingen, maar ook particulieren.Alle informatie over het project vind je op www.kyotoinhetpajottenland.be

nr. 19/2013 - 7 november 2013

10 jaar Pajottenland+De plattelandswerking in het Pajottenland bestaat tien jaar. Via Pajottenland+ ontstond er tien jaar terug een overlegplatform voorhet platteland waarin politici en vertegenwoordigers van middenveld -organisaties zelf kunnen kiezen welke projecten er met Europese,Vlaamse en provinciale plattelandsmiddelen worden uitgevoerd in onzeregio. Projecten voor de gemeenten Bever, Galmaarden, Gooik, Herne,Lennik, Pepingen en sedert 2008 ook Roosdaal. Tijd om even terug teblikken op wat gerealiseerd is. Binnen elk thema spreken we met eenprojectuitvoerder of betrokkene uit de sector. Vandaag komen dethema’s duurzaamheid en toerisme aan bod.

10 jaar Europese plattelands-middelen voor

toerisme en recreatieWANDELNETWERK PAJOTTENLAND“ONTWIKKELING VAN EEN FIJNMAZIGWANDELNETWERK ALS MOTOR VOORONZE PLATTELANDSECONOMIE”Zachte recreatie is één van de belangrijkepijlers voor de ontwikkeling van de lande-lijke Pajotse economie. Van bij hetontstaan van Pajottenland+, zet hetbestuur dan ook in op de ontwikkeling vanhet wandelnetwerk. Om binnenkort in2014 uit te komen op 600 kilometerwandelwegen, het grootste netwerk inVlaanderen. Inge Dooremont van hetRegionaal Landschap is al jaren actiefrond de trage wegen en het wandel-netwerk.

“In 2006 hebben we de eerste wandelkaarten gemaakt, en in Lennik een fijnmazigwandelnetwerk”, zegt Inge. “ De jaren erna bouwden we het netwerk verder uit inGooik, Pepingen en een stukje van Roosdaal en Sint-Pieters-Leeuw. Zo brachten we in2010 onze wandelkaart en infobrochure uit. Goed voor 300 kilometer wegen en 270knooppunten. Er zijn intussen meer dan 10.000 kaarten verkocht.Nu zetten we al een hele tijd in op de ontwikkeling van het netwerk in Bever, Herne, Galmaarden en zelfs stukjes van Halle, Dilbeek en Sint-Pieters-Leeuw. In 2014 vierenwe dit met een groot meerdaags wandelevenement”.Regionaal Landschap werkt voor de uitvoering sterk samen met de gemeentebesturen,toerisme Vlaams-Brabant en toerisme Pajottenland & Zennevallei. Om het economischrendement van het netwerk te kunnen meten, gebeurt nu een onderzoek naar hetgebruik van het wandelnetwerk en het profiel van de gebruikers.

STREEKGIDS GUIDO DIEUDONNÉ GIDST AL JARENMENSEN DOOR DE STREEKWie kan ons beter vertellen dan de voorzitter van de streekgidsen wat hetbelang is van wandeltoerisme voor onzeregio? In 1981 startten de streekgidsen Zuidwest-Brabant hun werking en sindsdien gidsten ze al meer dan 18.000bezoekers door het Pajottenland. Elke derde zondag van de maand organi-seren ze een wandeling in een anderegemeente en laten ze de bezoekers nietalleen kennis maken met het prachtigelandschap, maar vertellen ze ook meerover kunst, cultuur, legendes, folklore,

ecologie, politiek en ‘la petite histoire’.Dag Guido, je gidst al sinds 1981. Zie je een evolutie in de belangstelling voor wandelen?Wandelen zit al jaren in de lift. Maar dankzij de uitwerking van het wandelnetwerk,krijgt het wandelen nu een extra duw. Mensen wandelen onder begeleiding van eengids of individueel met de wandelkaart, maar er zijn ook veel verenigingen die wande-lingen organiseren of aansluiten bij onze zondagse activiteit. Ik voorspel trouwens datwandelen steeds populairder zal worden. Mensen leven langer en de dokters raden hetsteeds meer mensen aan.

Jullie gidsen mensen door het landschap maar vertellen hen ook een extra verhaal?We zorgen er zo veel mogelijk voor dat de gids iemand uit het dorp zelf is. Die weet veelextra kleine anekdotes te vertellen. Eigenlijk zijn we echte ambassadeurs voor onzestreek en onze economie. Wanneer we een restaurant, streekproducent, cafeetje ofgastenverblijf passeren, dan vertellen we de mensen daar iets meer over. Zo leren zedie ook kennen en komen ze misschien later nog eens terug.

Inge Dooremont van het Regionaal Landschap

werkt het wandelnetwerk verder uit

Streekgids Guido Dieudonné

Bruno Moens (2e rechts op foto)

op een samenaankoopavond rond

muurisolatie