Download - Nederlandse Industrielocomotieven

Transcript
Page 1: Nederlandse Industrielocomotieven

NUR 464

Hans

de

Herd

erN

ederland

seInd

ustrielocomotieven

Hans de Herder

Nederlandse IndustrielocomotievenDe normaalsporige stoomlocomotieven van de niet-openbare spoorwegen

In Nederland hebben industriestoomlocomotieven gedurende meer dan honderd jaararbeid verricht. Hun werkterrein was bijzonder gevarieerd: zij werden onder andere inge-zet bij het aanleggen van spoorwegen en verzorgden het intern transport voor de kolen-mijnen, gemeentelijke gasfabrieken, havens, suikerfabrieken, en hoogovens. Even gevarieerd als hun werkterrein was het uiterlijk van de locs: er waren locomotievenbij die vroeger als trekkracht van ”gewone” treinen hadden gediend, maar ook locs diespeciaal voor industriegebruik waren gebouwd, zoals de compacte Cockerills met staandeketel. Evenals de smalspoorlocomotieven waren ook de normaalspoorlocs veelal al uit deverte herkenbaar: vaak bijvoorbeeld locs van Fox Walker, Beyer Peacock, Borsig, Orenstein& Koppel, Backer & Rueb, Du Croo & Brauns, Henschel, Hohenzollern, Stephenson,Hanomag, Vulcan Foundry en Schwartzkopff. Van de in totaal 464 industriestoomlocomotieven die in Nederland hebben gereden, zijner enkele bij museumbedrijven bewaard gebleven; ook hiervan geeft dit boek een over-zicht. In 2001 is van dezelfde auteur een boek uitgebracht over de Nederlandse stoom-locomotieven op smalspoor. Samen met dit boek biedt dit werk nu een compleet enbijzonder boeiend overzicht van stoomtractie in de Nederlandse industrie.

Page 2: Nederlandse Industrielocomotieven
Page 3: Nederlandse Industrielocomotieven

Hans de Herder

Nederlandse Industrielocomotieven

De normaalsporige stoomlocomotieven

van de niet-openbare spoorwegen

Page 4: Nederlandse Industrielocomotieven

4

Dit boek is uitgegeven door Uitgeverij Uquilair B.V., die actief is op het gebied van spoorwegen en modelspoor en tevens het tijdschrift Rail Maga zine publiceert.

Colofon

Eindrealisatie: Henk de Jager en Arjan LigtenbargLay-out en lithografie: Uitgeverij Uquilair B.V. DTP-werkzaamheden: Arjan Ligtenbarg, Winterswijk Eindcorrectie: René Nabbe, Cuijk Druk: Drukkerij Zuidam & Zonen, Woerden

Eerste druk, © 2007 Uitgeverij Uquilair B.V. Oorspronkelijke uitgave © 1994 Uitgeverij Schuyt & Co, Haarlem Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar ge maakt, door middel van fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

All rights reserved. No part of this book may be repro duced or utilized in any form or by any means, electronic or mechanical, including photo copying, recording, or by any information storage and retrieval system without prior written permission from the publisher.

ISBN 90-71513-59-9

Uitgeverij Uquilair B.V., uitgave 40

Voorzijde omslag: Volgnummer 109. De bouw van de brug over de

IJssel bij Westervoort op 28 juni 1900, met locomotief Panter (Black

Hawthorn 639/1882) van aan nemer Vlasman & van Spanje.

Verzameling Stichting Rail Publicaties

Schutbladen: Volgnummer 94. In 1902 was aannemer Wiegerink belast

met het aanleggen van de opritten van de brug over de Oude Maas bij

Hoogvliet, ten behoeve van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij.

Op de foto is loc 2 ”Maassluis” in actie. Verzameling Nationaal Archief

Bladzijde 2: Volgnummer 181. Het typische werkveld van een industrie­

locomotief: loc 30 van de Gasfabriek te Rotterdam tussen de bedrijfs­

gebouwen. Verzameling Stichting Rail Publicaties

Bladzijde 6: Volgnummer 439. Zevenbergen, loc 3 van de Coöperatieve

Suikerfabriek Zevenbergen. Verzameling Stichting Rail Publicaties

Bladzijde 8: Volgnummer 241. In 1912 kocht Stork te Hengelo een locje

bij O&K. Hier staat ze in al haar nietigheid naast een reusachtig Stork­

fabrikaat. Foto: Stork, verzameling S. Overbosch

Achterzijde: Volgnummer 181. Loc 30 van de Gasfabriek Rotterdam.

M.C.W. van Rijn

Dit boek is nummer 23 in de boekenreeks van de NVBS.

NVBS: Nederlandse Vereniging van Belang stellen den in het Spoor- en tramwegwezen, een vereniging die in 1931 werd opgericht en ruim 5000 leden telt. De NVBS onderneemt vele activiteiten, zoals de uitgave van het maandblad Op de Rails, het verzorgen van een uitgebreide bibliotheek, een docu-mentatie-archief, de verkoop van boeken en tijd-

schriften, het organiseren van excursies, tentoon stellingen en lezingen. Wilt u meer over de NVBS weten of lid worden, vraag dan de infor-matiefolder met een proefnummer van Op de Rails op het volgen de adres: Documentatiebureau NVBS, Postbus 777, 2300 AT Leiden, www.nvbs.com

Advertentie uit het boek ”Grondwerk”, 1941.

Page 5: Nederlandse Industrielocomotieven

5

Ten geleide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

Voorwoord bij de eerste druk . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

Voorwoord bij de nieuwe opzet . . . . . . . . . . . . . . 11

1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 1. 3. Veranderde registratie bij het Stoomwezen . . . . . . . . 15 1. 3.1. Keuringen door het Stoomwezen . . . . . . . . . . . . . . . 17 1. 3.2. Indeling van het land in districten . . . . . . . . . . . . . . 18 1. 4. De soorten van bedrijven die industriële

locomotieven gebruikten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

2. De eerste locomotieven 2. 1. De allereersten (vlnrs 1t/m 4) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 2. 2. De locomotieven van Neilson (vlgnrs 5 t/m 27 . . . . . 20 2. 3. De locomotieven van Mr. Lee (vlgnrs 28 t/m 41) . . . 24 2. 4. Enkele bijzondere locomotieven (vlgnrs 41 A t/m 46) 26 2. 5. Overnames uit Duitsland (vlgnrs 47 t/m 59 A) . . . . . . 28 2. 6. Enkele locomotieven uit België (vlgnrs 60 t/m 69) . . . 33 2. 7. Vier onbekende Fransen (vlgnrs 70 t/m 73). . . . . . . . 35 2. 8. Twee Chaplins (vlgnrs 74 en 75) . . . . . . . . . . . . . . . . 36 2. 9. Nog wat Engelsen (vlgnrs 76 t/m 79) . . . . . . . . . . . . 36 2.10. Nog wat uit de 70-er jaren (vlgnrs 80 t/m 85) . . . . . 38 2.11. De Fox Walkers (vlgnrs 86 t/m 104) . . . . . . . . . . . . . 39

3. De jaren tachtig 3. 1. De eerste mijnlocomotieven (vlgnrs 105 en 106) . . . 45 3. 2. De ”Engelse mix” van Volker en Bos

(vlgnrs 107 t/m 114) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 3. 3. De locomotief van Vering (vlgnr 115) . . . . . . . . . . . . 46 3. 4. Een paar Cockerills (vlgnrs 116 en 117) . . . . . . . . . . 46 3. 5. Twee locomotieven van de Taunusbahn

(vlgnrs 118 en 119) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 3. 6. Een logé uit Brussel (vlgnr 120) . . . . . . . . . . . . . . . . 47 3. 7. Enkele onbekenden uit België (vlgnrs 121 en 122) . . 47 3. 8. Enkele in Duitsland nieuw gebouwde

locomotieven (vlgnrs 125 t/m 130) . . . . . . . . . . . . . . 48 3. 9. Nog een Engelsman (vlgnr 131) . . . . . . . . . . . . . . . . 51 3.10. Uitverkoop van de SS (vlgnrs 124 en 132 t/m 137) . 51 3.11. Nog wat onbekenden (vlgnrs 138 t/m 144) . . . . . . . 52 3.12. Nog wat oude beestjes (vlgnrs 145 t/m 147 A) . . . . . 53

4. De jaren negentig 4. 1. Uit eigen land (vlgnrs 148 t/m 150) . . . . . . . . . . . . . 57 4. 2. Weer Cockerills (vlgnrs 151 t/m 155) . . . . . . . . . . . . 57 4. 3. Iets over vervoerbaren en locomotiefnummers . . . . . 58 4. 4. De kraanlocomotief van ”De Schelde” (vlgnr 154) . . 58 4. 5. Uitverkoop van de Sharp Stewarts

(vlgnrs 155 t/m 161) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58

5. De nieuwe eeuw 5. 1. De ”Scheveningers” (vlgnrs 162 t/m 167) . . . . . . . . . 59 5. 2. Locomotieven voor de mijnen (vlgnrs 168 t/m 173) . 59 5. 3. Locomotieven voor de industrie

(vlgnrs 174 t/m 182) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 5. 4. Duitse import (vlgnrs 183 t/m 195) . . . . . . . . . . . . . 64 5. 5. Overgenomen SS-ers (vlgnrs 196 t/m 198) . . . . . . . . 66 5. 6. Enkele tramlocomotieven (vlgnrs 199 t/m 201) . . . . . 66 5. 7. Een moeilijke zaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66

6. De jaren 1911-1920 6. 1. De vuurloze locomotieven (vlgnrs 202 t/m 210) . . . . 67 6. 2. En wederom Cockerills (vlgnrs 211 t/m 215) . . . . . . . 69 6. 3. De mijnlocomotieven (vlgnrs 216 t/m 233) . . . . . . . . 73 6. 4. Aankopen door de industrie (vlgnrs 234 t/m 241) . . . 74 6. 5. Nieuwe aannemerslocomotieven

(vlgnrs 242 en 243) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 6. 6. Een rijtje tweedehandsjes (vlgnrs 244 t/m 257) . . . . . 78

7. De periode 1920-1925 7. 1. De mijnindustrie (vlgnrs 258 t/m 276) . . . . . . . . . . . 81 7. 2. Nieuw bij de industrie (vlgnrs 277 t/m 287) . . . . . . . 83 7. 3. Tweedehands gekochte locomotieven

(vlgnrs 288 t/m 291) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 7. 4. Aannemerslocomotieven (vlgnrs 292 t/m 301) . . . . . 88

8. De jaren 1925-1940 8. 1. De groei van de mijnen (vlgnrs 302 t/m 340) . . . . . . 91 8. 2. Hoogovens en aanverwante bedrijven

(vlgnrs 341 t/m 349) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96 8. 3. Het Spoorweg Bouw Bedrijf (vlgnrs 350 tm 363) . . . 98 8. 4. De producten van Du Croo & Brauns

(vlgnrs 364 t/m 369) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 8. 5. Enkele nieuwe aankopen (vlgnrs 370 t/m 378) . . . . 102 8. 6. Tweedehandsjes (vlgnrs 379 t/m 391) . . . . . . . . . . 104

9. De periode 1940-1975 9. 1. Nieuw voor Hoogovens (vlgnrs 392 t/m 399) . . . . . 109 9. 2. De mijnen (vlgnrs 400 t/m 407) . . . . . . . . . . . . . . . 112 9. 3. Engelse invasie (vlgnrs 408 t/m 436) . . . . . . . . . . . 113 9. 4. Overige tweedehandsjes (vlgnrs 437 t/m 445) . . . . . 115 9. 5. Nieuwe locomotieven (vlgnrs 446 t/m 450) . . . . . . 118

10. Ter afsluiting Aanleg van spoorwegen tot ± 1880 en de daar (eventueel) gebruikte locomotieven . . . . . . . . . . . . . . 121

Bronnenoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127

Aanhangsel A Tabellarisch overzicht . . . . . . . . . . . . . . 129

Aanhangsel B Lijst van de locomotieffabrieken, die in het tabellarisch overzicht voorkomen . . . . . . . . . . . . 183

Aanhangsel C Overzicht van de aantallen locomotieven geleverd door de diverse fabrieken en handelaren . . . . . . . 184

Aanhangsel D Overzicht van de fabrieksnummers per locomotieffabriek . . 185

Aanhangsel E Overzicht van de locomotiefeigenaren met de volgnummers van de locomotieven die hun eigendom waren . . . . . . . . . 190

Aanhangsel F Lijst van afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . 192

Aanhangsel G Museaal bewaarde locomotieven . . . . . 193 Locomotieven bewaard bij musea doch later gesloopt . . . . 193

Aanhangsel H (tijdsbeelden) . . . . . . . . . . . . . . . . 199

Locomotieven per bedrijfstak . . . . . . . . . . . . . . . 208

Inhoud

Page 6: Nederlandse Industrielocomotieven
Page 7: Nederlandse Industrielocomotieven

7

Hoe kómt een mens daartoe?

Zo’n uitroep, een mengeling van bewondering en verbazing, volgt vaak op het kennisnemen van een vrijwillig uitgevoerde taak die jaren in beslag genomen heeft. De uitvoerder van zo’n taak komt vaak niet verder dan een reactie in de zin van: ”Nou, gewoon …” De schrijver van dit boek is zo iemand. Een persoon, die het niet kan verdragen dat iets niet af is, niet compleet, niet volledig. Iemand ook die uitgedaagd wordt door het onhaalbaar lijkende karakter van de taak.

Concreet: liefhebbers van stoomlocomotieven waren zo’n halve eeuw geleden al zielsgelukkig wanneer ze konden doordringen tot de geheimen van de locomotieven van ”het grote spoor”. Hoeveel waren er, van welke soorten, waar kwamen ze vandaan? Een kleine minderheid van hen deelde die satis-factie, doch kon een gevoel van ”ja, maar” niet onderdrukken. Bij steenbakkerijen, op het terrein van de gas fabriek of bij grote waterstaatswerken kringelden ook rook en stoom uit schoorstenen van locomo tieven. De Herder voelde zich één van de uitgedaagden tot een schijnbaar onmogelijke taak.

In eigen land vond hij, ondanks een prachtige carrière bij dat grote spoor, tijd om onderzoek te doen naar het kleine; de industrie- en aannemers locomotieven. In het Rijksarchief, zoals het toen nog heette, en in de archieven van het Stoomwezen. Daarop volgt onmiddellijk de beperkende bepaling ”voor zover nog aanwezig”. Maar, uit het voorgaande is dat al duidelijk, een beperking vormde een nieuwe uit daging. Wie zich boog over de vraag waar de locomotieven vandaan kwamen kon niet anders reageren dan het opzoeken van de gegevens bij de bron, de archieven van de fabrieken

die ”het kleine spul” gebouwd hadden. In eigen land en over de grens. Kom daar maar eens binnen!

Eén van de kompanen was inmiddels hoogleraar techniek geworden en het briefpapier dat hij kon gebruiken verschafte in vrijwel alle gevallen een sleutel tot de schatkamers. Maar alweer gold: voor zover aanwezig. De vriendelijke uitnodiging van een fabriek in België om eens langs te komen diende alleen maar om te mogen vernemen dat men geen archiefstukken meer bezat!

De lezer van dit boek begrijpt dus hoe bijzonder het is dat het onderwerp zo uitvoerig beschreven kon worden. Reden te meer om er met volle teugen van te genieten.

Bert Steinkamp

Ten geleide

Auteur Hans de Herder, 25 maart 2006.

H. Nahon

Page 8: Nederlandse Industrielocomotieven

9

Ruim zestig jaar geleden verscheen het boekje van H. Waldorp over de stoomlocomotieven van de Nederlandse Spoorwegen. Dit werd een succes, en zes herdrukken volgden met steeds meer gegevens en betere foto’s. Het cijfermatig overzicht van deze locomotieven werd door Van Wijck Jurriaan se in 1968 gepresenteerd. Ook in 1968 verscheen een overzicht van de stoomlocomotieven van de Nederlandse tramwegen van Ir. S. Overbosch. Ook dit werd een succesvolle uitgave, die twee herdrukken mocht beleven.Met deze drie werken waren de stoomlocomotieven, die hun diensten verrichtten bij het openbaar vervoer in ons land, belicht. Maar er is nog een categorie van vervoer: het niet-openbare. Dit speelde zich af op afgelegen plaatsen en afgeschermde bedrijfsterreinen. Vaak dus onbemerkt voor de buitenwereld, maar ook daar zijn stoomlocs gebruikt en het aantal zal menigeen verbazen; namelijk ongeveer 1300 stuks. Dit is ongeveer 30 % van het totaal dat in ons land dienst gedaan heeft.Gezien deze hoeveelheid leek het nuttig om deze locomotieven aan u voor te stellen. In dit boek worden alleen de normaalsporige (1435 mm spoorbreedte) behandeld. Voor de smalsporige stoomlocomotieven is een andere publicatie in voorbereiding.De te behandelen materie was veel minder toegankelijk dan de geschiedenis van de locomotieven van de spoor- en tramwegen. Maar gelukkig waren er vele personen die konden helpen met raad en daad. Hierbij denk ik vooral aan dr. ir. H.J. Kolkman; ir. S. Overbosch; prof. dr. ir. A.D. de Pater en ir. J.W. Sluiter.Zoals uit de tekst blijkt, was het buitenland sterk betrokken bij de diverse leveranties en aankopen en het is daarom prettig te memoreren dat van over de grenzen hulp geboden werd. In de eerste plaats H. Hinze, Hamburg, wiens “Weltdatenbank der Dampflokomotive” zeer veel gegevens kon verstrekken. Maar ook W. Flügel, Düsseldorf; P.S. Eilertsen, Aabybro (DK) en A. Dagant, Thuin (B) hielpen mij met veel enthousiasme. Ook moet de hulp en openheid van de diverse Districtbureaus van het Stoomwezen en de verschillende Rijksarchieven vermeld worden. Zonder deze hulp was een groot deel van de gegevens nooit aan het licht gekomen.Dan nog een dankwoord aan de fotobezitters die hun opnamen afstonden en last but not least aan B.H. Steinkamp voor zijn bemoeienissen met de tekst; J.P. Schenkel voor de tekstverwerking en het NVBS-bestuur en -Documentatiebureau voor hun hulp en ondersteuning bij het tot stand komen van dit boek.Moge de stoomlocomotieven, die tussen 1855 en 1975 trouw hun diensten hebben verricht op niet-openbare spoorlijnen en -netten, de waar-dering krijgen die hen toekomt. Hopelijk kan dit boek hiertoe een bijdrage leveren.

Strijen, januari 1994

Voorwoord bij de eerste druk

Volgnummer 375. De O&K stoomlocs van ”De Schelde” reden ook buiten de poort. O&K 12062/1929 met een konvooi in het havengebied van Vlissingen,

15 oktober 1936. W.D.J. Cramer

Page 9: Nederlandse Industrielocomotieven

11

Nadat in 1996 een aanvulling op de eerste druk was verschenen, kwamen er in de loop der jaren toch nog diverse aanvullingen binnen. Nu de gelegenheid gegeven is om een tweede druk te laten verschijnen, is de tekst voor zover nodig bijgewerkt en aangepast.Enkele nieuwe fabriekslijsten doken op met hoofdafmetingen van locomotieven, in het bijzonder uit Engeland. Deze zijn verwerkt, maar ook enkele omissies en fouten uit de eerste druk zijn rechtgezet.Daarnaast leek het de auteur nuttig eens na te gaan wat er aan locomotieven uit de begintijd van de spoorwegaanleg bij het Stoomwezen is terug te vinden (tot ± 1875) doordat de boeken over de eerste twintig jaren van het Stoomwezen niet allemaal bewaard zijn gebleven. Het was voor de aanleg van de Staatsspoorwegen eenvoudig te vinden in de halfjaarlijkse verslagen die de Staten-Generaal kreeg toegezonden. Voor enkele maatschappijen moesten jaarverslagen geraadpleegd worden die niet altijd het gewenste vermeldden. U vindt een en ander aan het einde van de tekst. Tevens doken er foto’s op waarop locomotieven stonden afgebeeld, die niet direct te vereenzelvigen waren met een bepaald volgnummer. Maar dankzij enkele deskundigen is het toch gelukt en zijn er twee locs aan de lijsten toegevoegd. Om de eens gekozen volgorde niet te verstoren, zijn er volgnummers voorzien van de toegevoegde letter A.Min of meer toevallig vond de auteur in het Nationaal Archief aanwijzingen dat er gegevens over industrielocomotieven te vinden waren in dossiers uit de tijd tussen 1861 en 1868. Deze dossiers zijn alle nagelopen en leverden een aantal interessante gegevens op, die in deze uitgave zijn verwerkt. Nieuw gevonden locomotieven zijn eveneens voorzien van een volgnummer met een toegevoegde letter A.Naast de reeds in het voorwoord van de eerste druk genoemde heren wil ik gaarne mijn dank overbrengen aan Dipl. Ing. H. Heiss te Köln, die enkele oude locomotieven wist te “determineren”. Evenals bij de eerste druk werd de tekst weer op de computer bewerkt en opgeslagen door de heer J.P. Schenkel. Helaas overleed hij kort voordat een en ander van deze tweede druk aan de uitgeverij kon worden toevertrouwd. Ik ben hem veel dank verschuldigd voor zijn mede werking gedurende de vele jaren waarin de boeken vorm kregen. Zijn aandeel werd overgenomen door G.W. de Graaf, die tevens een bij drage leverde bij het samenstellen van de illustraties. Daarom verdient ook hij een pluim voor zijn inzet bij het tot stand komen van dit werk. Ten slotte een woord van dank aan Uitgeverij Uquilair, die deze tweede druk wilde verzorgen.

Strijen, november 2006

Voorwoord bij de nieuwe opzet

Volgnummer 439. De van de WSM afkomstige loc 3 (O&K 8319/1918) van de Coöperatieve Suikerfabriek Zevenbergen met een trein tussen de fabrieks­

gebouwen, 28 november 1962. Verzameling Stichting Rail Publicaties

Page 10: Nederlandse Industrielocomotieven

NUR 464

Hans

de

Herd

erN

ederland

seInd

ustrielocomotieven

Hans de Herder

Nederlandse IndustrielocomotievenDe normaalsporige stoomlocomotieven van de niet-openbare spoorwegen

In Nederland hebben industriestoomlocomotieven gedurende meer dan honderd jaararbeid verricht. Hun werkterrein was bijzonder gevarieerd: zij werden onder andere inge-zet bij het aanleggen van spoorwegen en verzorgden het intern transport voor de kolen-mijnen, gemeentelijke gasfabrieken, havens, suikerfabrieken, en hoogovens. Even gevarieerd als hun werkterrein was het uiterlijk van de locs: er waren locomotievenbij die vroeger als trekkracht van ”gewone” treinen hadden gediend, maar ook locs diespeciaal voor industriegebruik waren gebouwd, zoals de compacte Cockerills met staandeketel. Evenals de smalspoorlocomotieven waren ook de normaalspoorlocs veelal al uit deverte herkenbaar: vaak bijvoorbeeld locs van Fox Walker, Beyer Peacock, Borsig, Orenstein& Koppel, Backer & Rueb, Du Croo & Brauns, Henschel, Hohenzollern, Stephenson,Hanomag, Vulcan Foundry en Schwartzkopff. Van de in totaal 464 industriestoomlocomotieven die in Nederland hebben gereden, zijner enkele bij museumbedrijven bewaard gebleven; ook hiervan geeft dit boek een over-zicht. In 2001 is van dezelfde auteur een boek uitgebracht over de Nederlandse stoom-locomotieven op smalspoor. Samen met dit boek biedt dit werk nu een compleet enbijzonder boeiend overzicht van stoomtractie in de Nederlandse industrie.