Download - Life Sciences & Health Special

Transcript
Page 1: Life Sciences & Health Special

NOORDERPOORT LABORATORIUM- & PROCESTECHNIEK

ZORG INNOVATIE FORUM

Het Zorg Innovatie Forum (ZIF)

werkt als onderdeel van het He-

althy Ageing Network Northern

Netherlands (HANNN) succesvol

aan innovaties in de noordelijke

zorg. Hun doel: organiseer de zorg

dichtbij mensen,toegankelijk, van

hoge kwaliteit en betaalbaar ten tij-

den van de omslag die de verzor-

gingsstaat naar een meer

zelfredzame samenleving door-

maakt. Hun methode: inspireren

en helpen bij vernieuwing, kennis

ontsluiten, organisaties bij elkaar

brengen én weer loslaten, als

partijen zelf gaan uitvoeren.

Het Zorg Innovatie Forum is een netwerk

van 25 zorgaanbieders, zorgbelangen,

zorgverzekeraars, kennisinstellingen en

organisaties uit het sociale domein en zet

zich in voor structurele vernieuwingen in

de zorg. Karin Kalverboer, directeur ZIF:

“Als onafhankelijke netwerkorganisatie

signaleren we knelpunten en uitdagingen

die we vertalen tot innovatieve oplossin-

gen. We zoeken vervolgens de juiste ken-

nispartners en bedrijven en organiseren

de ontmoeting wat leidt tot projecten

waar het Noorden trots op mag zijn. Dat

is hard nodig in een tijd waarin er op de

budgetten voor de zorg aan alle kanten

wordt beknibbeld, burgers langer thuis

wonen en steeds meer zelf initiatief

nemen om hun zorg te regelen. ZIF

speelt als verbindende partij een essen-

tiële rol om partners op nieuwe rollen en

kansen voor te bereiden. We beschikken

over een zeer breed netwerk.”

“Om te kunnen innoveren is echter geld

nodig. Wij ondersteunen onze partners

succesvol in het zoeken naar financie-

ringsmogelijkheden om te kunnen blij-

ven innoveren en bieden ze een podium

om successen breed uit te dragen. Dit

doen we ook in verbinding met Europese

programma’s. Innovaties zijn echter niet

altijd technologisch van aard, maar het

betreft ook andere samenwerkings-

vormen met daarbij veranderende rollen

van zorgprofessionals. Binnen het ZIF

hebben we dat opgepakt via de Innova-

tiewerkplaats Zorgarbeidsinnovatie.”

De praktijk laat zien dat veel innovaties

vastlopen tijdens het invoeren in een or-

ganisatie. Daarin speelt ondernemer-

schap en het tijdig betrekken van de

professional een belangrijke rol. “Daar-

voor hebben we Business Support opge-

zet. ZIF Business Support biedt het

bedrijfsleven ondersteuning bij het be-

oordelen en implementeren van innova-

ties binnen de gebieden e-Health en

Independent Living. Zo staat het ZIF

steeds aan de wieg van vernieuwende ini-

tiatieven waarbij wordt aangehaakt bij

vitaliteit, talenten en initiatief van bur-

gers.”

Zorg Innovatie Forum

L.J. Zielstraweg 2, 2e etage, Groningen

(050) 800 32 45

www.zorginnovatieforum.nl

Tekst: Fred Ootjers

Spil in zorginnovatie

Life Sciences & Health special

De waarde van -het werken aan-

gezondheid

Gezondheid is voor ieder mens van

grote waarde. Ziekten voorkomen (let-

ten op hoe je leeft), opsporen (goede

diagnostiek) en effectief behandelen

(juiste vaccins, antibiotica, geneesmid-

delen) is daarom van groot belang. Hoe

ouder en welvarender we worden,

komen we in aanraking met bijv. kan-

ker, long-, hart- en vaatziekten, psychi-

sche aandoeningen, gewrichtsslijtage,

diabetes en obesitas. We hebben dan

meer behoefte aan langdurige zorg en

ondersteuning.

Dit is het terrein van de topsector Life

Sciences & Health (LSH). Veel -inter-

nationaal uitmuntende- spelers zijn ac-

tief: kleine en grote bedrijven,

(academische) ziekenhuizen, universi-

teiten en andere kennisinstellingen,

zorgverzekeraars en gezondheidsfond-

sen. Samenwerking tussen deze par-

tijen staat centraal: op onderzoeks-

terrein, op onderwijsgebied, en door

het samen ‘branden’ van de LSH-sector

in het buitenland. Een topsector met

economische kansen en tevens (maat-

schappelijke) uitdagingen: verhoogde

kwaliteit van leven, en toegankelijke en

betaalbare zorg.

Voor gezondheid(szorg) hebben we

veel over: in Nederland ca. €85-90 mil-

jard p/j, maar dit levert ons ook veel op.

We worden (gezonder) ouder en door

effectieve behandeling van ziekten kun-

nen we blijven werken. En het behan-

delen van complexe en ingrijpende

ziekten als kanker gaat beter. De ge-

zondheidsprogressie in het verleden

was niet mogelijk als we niet continue

in (wetenschappelijk) onderzoek en de

gezondheidszorg hadden geïnvesteerd.

Samenwerking in het noorden

Een goed voorbeeld van samenwerking

is het Centre of Expertise Healthy

Ageing, waar hogescholen (Hanzeho-

geschool, Steden, NHL) en onderne-

mers de innovatiekracht versterken.

Het UMCG en de universiteit in Gro-

ningen zijn vanzelfsprekend ook be-

langrijke partijen. En wat te denken

van het recent geopende Europese on-

derzoeksinstituut ERIBA. Er gebeurt in

het noorden veel moois in deze sector!

De topsector LSH is graag in goed con-

tact met de regionale LSH-activiteiten,

zoals via het healthy ageing netwerk in

Noord-Nederland. We nodigen de on-

dernemers en onderzoekers in het

Noorden van harte uit mee te doen met

de topsector LSH (zie ook: www.life-

scienceshealth.com).

Rob van Leen,

Boegbeeld topsector LSH

Topsector LifeSciences & Health

Er waren tijden dat het beroep van

laborant een stoffig imago had. En

ook de keuze voor een loopbaan in

de procestechniek kon op weinig

bijval rekenen. Die tijden zijn voor-

bij. De Open Dagen bij Noorder-

poort aan het Zernikeplein in

Groningen zijn nog maar net ge-

weest en het loopt storm met aan-

meldingen: er zijn inmiddels al

ruim twee klassen gevuld.

“Techniek lijkt inderdaad weer cool”,

vertelt Arie van der Meer, manager labo-

ratorium- & procestechniek. “En dan met

name de twee disciplines laboratorium-

techniek en procestechniek. Voor het stu-

diejaar 2013-2014 was er een wachtlijst

en voor het komende schooljaar hebben

we plek voor vijf maal dertig nieuwe leer-

lingen.

De herwaardering voor de beide technie-

kopleidingen heeft volgens Robert Tho-

len, 2e lijnsbegeleider, verschillende

oorzaken: “Je bent als afgestudeerde

Mbo’er breed inzetbaar. In de wereld van

pillen en poeders, maar ook in die van

ontwikkeling en productie van instru-

menten voor de zorg, de farmaceutische

industrie, ziekenhuizen, verpleeghuizen

en het onderzoeken en experimenteren

in laboratoria. De introductie van high-

tech heeft het imago daarnaast ook een

positieve boost gegeven. En de aandacht

voor bijvoorbeeld zaken als forensisch

onderzoek –in fictie bij tv-series als CSI

of in realiteit bij moordzaken die door de

media op de voet worden gevolgd- heeft

laboratorium- en procestechniek een ei-

gentijds gezicht gegeven.”

Recente cijfers tonen aan dat vijftig pro-

cent van de studenten na het voltooien

van de vierjarige Mbo opleiding, door-

stroomt naar het Hbo of de universiteit.

“We zitten wat dat betreft op een perfecte

locatie”, aldus Aletta Taekema, docente

laboratorium- en procestechniek. “Mid-

den tussen de Hbo-instellingen, waar-

mee we dan ook uitstekende relaties

onderhouden. De leerlingen krijgen in

het vierde jaar voor een deel al les van

docenten van het Hbo, wat de overstap

vergemakkelijkt. In dit verband loopt

momenteel een haalbaarheidsonderzoek

om een pilot facility met de industrie op

te zetten in de periferie van onderwijs en

research. Een initiatief van onder andere

de Hanze Hogeschool, RUG en de pro-

vincie Groningen, in de vorm van de zo-

genaamde Zernike Advanced Processing

(ZAP) Facility. Een en ander krijgt de

vorm van een proeffabriek, waarin wij als

Mbo procestechniek, samen met chemi-

sche technologie van de Hanze gaan

meedraaien.”

Techniek is weer cool, Mbo afgestudeer-

den vormen de ruggengraat van werkend

Nederland, het beroep van laborant

wordt als ‘spannend’ gezien. Van der

Meer: “Het Mbo-onderwijs kan die op-

waardering wel gebruiken. Het heeft al te

lang in het verdomhoekje gezeten en is

door al te veel mensen ondergewaar-

deerd. Het werd tijd dat wie kiest voor

een Mbo-opleiding, de waardering krijgt

die hij of zij verdient.”

www.noorderpoort.nl

‘Werken in een lab isspannend’

Het beroep van laborant wordt weer als ‘spannend’ gezien. Foto: Hans Banus.

Staand van links naar rechts: Erwin Schiphorst, Maartje Harmelink, Nanuschka

Csonka, René van der Most. Zittend van links naar rechts: Karin Kalverboer, San-

der Holterman. Afwezig: Mirjam Valk. Foto: Hans Banus

ColofonEen uitgave gemaakt door LandesUitgevers BV, gedistribueerd doorNDC Mediagroep.

RedactieAlfred Lehmann | Fred OotjersMartine van der LindenRoeline Kuiper

FotografieHans BanusSimon van der Woude

UitgavemanagementAndries JackéSiebrand Osinga

Page 2: Life Sciences & Health Special

Life Sciences & Health special

John Jorritsma, de Friese commis-

saris voor de koning en sinds

medio 2013 voorzitter van het Sa-

menwerkingsverband Noord-Ne-

derland (SNN), is daarnaast ook

voorzitter van van de Raad van

Toezicht van Healthy Ageing Net-

werk Noord-Nederland (HANNN).

Jorritsma over vernieuwen, het

goede voorbeeld en de kost gaat

voor de baat.

Healthy Ageing behoort naast water en

energie tot de belangrijkste economische

clusters van het Noorden. Ze heeft die

status in relatief korte tijd bereikt, strikt

genomen sinds de introductie van het be-

grip in 2006. Hoe verklaart u de specta-

culaire groei van deze innovatieve

bedrijfs- en onderzoekdiscipline?

“Langer gezond kunnen leven, is iets dat

iedereen raakt en bezighoudt. Als je

daarmee vooruitgang boekt, kan ieder-

een daarvan profiteren. Daar hoef je

geen moeilijke verhalen bij te vertellen.

Dat snappen mensen direct. Je kunt

daardoor gelijk met de oplossingen

bezig, die behalve over gezondheid en

vergrijzing ook gaan over arbeidsparti-

cipatie. Waar we problemen oplossen,

zijn we aan het vernieuwen. Dat is voor

steeds meer bedrijven, onderzoekers en

organisaties interessant om bij te zijn.

En doordat een groeiend aantal partijen

Healthy Ageing als speerpunt kiest,

komen er ook steeds meer gezamenlijke

projecten.”

U bent voorzitter van de Raad van Toe-

zicht van het Healthy Ageing Netwerk

Noord-Nederland (HANNN), een van de

netwerken die zich bezig houdt met het

zo lang mogelijk gezond blijven leven.

Hoe groot is het belang van samenwer-

king tussen alle bij Healthy Ageing be-

trokken partijen?

“HANNN is hét netwerk in Noord-Ne-

derland op het terrein van Healthy

Ageing. Alle betrokken partijen hebben

een aantal activiteiten waar ze ontzet-

tend goed in zijn. Als die partijen met el-

kaar gaan kijken waar ze elkaar kunnen

aanvullen, dan ontstaan er projecten die

los van elkaar niet van de grond waren

gekomen. En minstens zo belangrijk:

door aan alle betrokkenen te laten weten

waar iedereen mee bezig is, voorkom je

dat het wiel opnieuw wordt uitgevon-

den. Je kunt de energie benutten om

projecten in groter verband uit te voe-

ren. Een mooi voorbeeld is Sprint @

Work, waar arbo-artsen, sensortechno-

logiebedrijven, software-ontwikkelaars

en wetenschappers samen producten

ontwikkelen die zorgen voor een ge-

zonde werkplek. Of het iLift project van

Zorggroep Noorderbreedte, ZuidOost-

Zorg en NHL Hogeschool, dat serious

gaming inzet om verpleegkundigen be-

tere tiltechnieken te leren. En natuurlijk

het project van FrieslandCampina

samen met het UMCG, gericht op het

ontwikkelen van voedingsproducten om

bepaalde ontstekingen te voorkomen.”

Wat is de rol van de overheden bin-

nen het thema Healthy Ageing?

“De overheden zijn zowel suppor-

ter als belanghebbende bij Healthy

Ageing. Ze ondersteunen het

HANNN en de vernieuwende pro-

jecten, onder andere in het kader

van economische ontwikkeling.

Ook zoeken ze met de andere spe-

lers binnen het netwerk naar op-

lossingen voor problemen waar

zij dagelijks mee te maken hebben:

hoe hou je burgers langer gezond,

hoe zorg je voor een goede aan-

sluiting tussen onderwijs, zorg en

gezondheidseconomie, hoe organi-

seer je de zorg in een krimpregio?”

Een spectaculaire groei zoals He-

althy Ageing die in het Noorden be-

leeft vergt miljoeneninvesteringen,

met name in onderzoek. Hoe wordt

een en ander gefinancierd in een

tijd waarin aan alle kanten -binnen

het bedrijfsleven zowel als bij ken-

nisinstituten- fors wordt bezuinigd?

“In moeilijke tijden moet je keuzes

maken. Je ziet zeker bij de kennisinstel-

lingen dat de focus op Healthy Ageing

gebruikt wordt om het beschikbare geld

gericht in te zetten, maar ook om een

grotere kans te maken bij Europese fi-

nancieringsaanvragen. Daarnaast gaat

de kost voor de baat uit. Je hebt een

sterke kennisinfrastructuur nodig om te

innoveren. Net zoals er geïnvesteerd

moet worden in preventie om op langere

termijn de zorgkosten onder controle te

kunnen houden.”

Noord-Nederland is vorig jaar door de

Europese Com-

missie uitgeroe-

pen tot Europese

voorbeeldregio,

een gebied waar

innovatief wordt

gewerkt aan

nieuwe kennis en

producten op het

terrein van He-

althy Ageing.

Noblesse oblige:

welke 'verplich-

tingen' schept

deze waardering

en wat levert ze

het Noorden con-

creet op?

“We hebben deze

erkenning gekre-

gen omdat in

Noord-Nederland

aantoonbaar alle

partijen betrok-

ken zijn die nodig

zijn om Healthy

Ageing producten en diensten te ont-

wikkelen, uit te proberen en door te voe-

ren. Dit schept de verplichting om dit op

steeds meer terreinen, zoals gezonde

voeding, serious gaming en lifestyle, te

laten zien met concrete projecten. Daar-

naast geven we andere regio´s in Eu-

ropa het goede voorbeeld hoe zij dit ook

kunnen organiseren. Uiteindelijk levert

het Noord-Nederland steeds meer ma-

nieren, diensten en producten op die

aantoonbaar een bijdrage leveren aan

een lang en gezond leven. En we komen

in een toenemend aantal Europese sa-

menwerkingsverbanden die deze ont-

wikkeling versterken. Dat levert ook

weer geld en banen op.”

Heeft het Noorden de ambitie -en de po-

tentie- om uit te groeien tot een Healthy

Ageing Valley, als equivalent van Silicon

Valley?

“Het Noorden heeft alles in zich om we-

reldwijd erkend te worden als de regio

waar we de aanwezige kennis combine-

ren met praktische toepassingen. En wij

hebben iets wat Silicon Valley niet heeft:

het feit dat tussen de bedrijven en de

kennisinstellingen ook heel veel mensen

wonen die meehelpen om van Healthy

Ageing een succes te maken. Door bij-

voorbeeld -strikt vertrouwelijk- gegevens

over de ontwikkeling van hun gezond-

heid te delen. Daar mogen we met z´n

allen trots op zijn. Die mensen zijn bo-

vendien ook nog eens de eersten die er

zelf van profiteren.”

Tekst: Fred Ootjers

JOHN JORRITSMA

'Waar we problemen oplossen,zijn we aan het vernieuwen'

John Jorritsma: 'Doordat een groeiend aantal partijen Healthy

Ageing als speerpunt kiest, komen er ook steeds meer gezamenlijke

projecten'

De babyboomgeneratie van na de

Tweede Wereldoorlog gaat met

pensioen, met als gevolg dat Ne-

derland -en met ons heel West-Eu-

ropa- vergrijst. De verwachting is

dat rond 2030 de helft van onze be-

volking 65+ is. Hoe worden we met

z’n allen gezond ouder? Met onder-

steuning van het Europa, het rijk

en de drie noordelijke provincies

startte in 2009 de netwerkorgani-

satie Healthy Ageing Network

Noord-Nederland (HANNN) haar

activiteiten. Doelstelling: de noor-

delijke economie zo veel mogelijk

laten profiteren van de kennis en

het onderzoek op het gebied van

lang gezond blijven.

“De vergrijzende maatschappij en de

vraagstukken die dit met zich meebrengt,

drukt ons met de neus op het feit dat we

anders naar gezondheid moeten kijken”,

aldus Daan Bultje, sinds februari dit jaar

de nieuwe directeur van HANNN “Het

credo is: niet wachten tot de gezond-

heidsproblemen beginnen, maar een

leven lang investeren in langer gezond

leven. HANNN is in het leven geroepen

als een platform van bedrijven, kennis-

instellingen en overheden die als geza-

menlijk doel hebben kennis en kansen op

het gebied van ziekte en gezondheid te

koppelen. De kracht van HANNN ligt in

samenwerking en kruisbestuiving. Dit

leidt onder andere tot het in de breedte

en diepte verder versterken van netwer-

ken, ondersteuning in het opzetten en/of

uitbouwen van Healthy Ageing gerela-

teerd onderzoek en bedrijvigheid en het

aangaan van relaties met vergelijkbare

kennisclusters in Europa.”

Kerngebieden

HANNN richt zich op vijf kerngebieden:

Care & Cure, Food & Nutrition, Healthy

Lifestyle, Life Sciences en Medical Tech-

nology. De kerngebieden staan niet los

van elkaar, maar zijn deels overlappend.

“Bedrijven en kennisinstellingen zijn

vaak in meerdere werkvelden actief en

juist in cross-overs en de multidiscipli-

naire benadering van onderwerpen vin-

den innovaties plaats. Door de schaal, de

natuurlijke samenhang van de regio, de

nationale en internationale netwerken,

de beschikbare kennis en de korte lijnen

met het bedrijfsleven, is Noord-Neder-

land de aangewezen proeftuin voor in-

novaties en nieuwe zorgconcepten.”

Gemeenschappelijk basis

De eerste vier jaar na 2009 richtte

HANNN zich vooral op de profilering van

het Noorden als Healthy Ageing-regio en

organiseerde ze tal van grote en kleine

netwerkbijeenkomsten waar onderzoe-

kers, medewerkers in de zorgsector en

ondernemers elkaar ontmoetten.

Daarbij stond niet alleen het aangaan

van relaties met Noordelijke partijen

centraal, maar ook die met vergelijkbare

kennisclusters in Europa. “De hele Wes-

terse wereld kampt met het probleem

van een toenemende vergrijzing. Ieder-

een is op zoek naar de beste oplossingen

en Noord-Nederland heeft de potentie én

de intentie om voortrekker te zijn in het

vinden van die oplossingen. We onder-

houden vooral contacten in de regio rond

de Oostzee, de Baltische Staten en

Noord-Duitsland en we hebben een ge-

meenschappelijk belang om te onderzoe-

ken of we de economie, zorg en kwaliteit

in deze regio op peil kunnen houden.”

Applicaties

Na de aanloopperiode richt HANNN zich

de komende jaren op het ont-

sluiten van de tot nu toe ge-

boekte resultaten uit de

netwerkactiviteiten. “De op-

schaling vanuit de vijf kernge-

bieden wordt een speerpunt.

Nemen we als voorbeeld

eHealth, dan wordt daar een

gemeenschappelijk kennisplat-

form voor ontwikkeld dat

samen applicaties gaat ontwik-

kelen. Applicaties die vervol-

gens worden vermarkt voor

partijen die er iets mee kun-

nen. HANNN heeft onder an-

dere als doelstelling

initiatieven te verbinden die el-

kaar kunnen versterken, maar

nu nog vaak naast elkaar

lopen. Kennis en kunde zijn

vaak ‘om de hoek verkrijgbaar’,

maar instellingen en bedrijven

weten dat dikwijls niet van el-

kaar. Onze inspanningen rich-

ten zich op het scouten van de

projecten met potentie, het bij

elkaar brengen van de juiste mensen en

vervolgens het ondersteunen van de stap

naar een businesscase. Uiteindelijk zijn

de concrete resultaten –innovatie van

producten en diensten en business ont-

wikkeling- natuurlijk het succes van de

aangesloten leden van HANNN. Afzon-

derlijk van elkaar of -en dat is onze mis-

sie- mét elkaar.”

www.hannn.eu

Tekst: Fred Ootjers

HEALTHY AGEING NETWERK NOORD-NEDERLAND

Platform voor samenwerkingen kruisbestuiving

Daan Bultje: 'De hele Westerse wereld kampt met

het probleem van een toenemende vergrijzing'.

Foto: Hans Banus.

DIT PROJECT WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR DE PROVINCIES GRONINGEN, FRYSLÂN EN DRENTHE.

Page 3: Life Sciences & Health Special

Life Sciences & Health special

Mbo Life Sciences is een samen-

werking tussen Nordwin College en

het Friesland College. De school is

gevestigd in het gebouw van Van

Hall Larenstein/Nordwin College

in Leeuwarden en leidt op voor tal

van beroepen. In diverse ‘werel-

den’. Met een diploma op zak kun

je van alles worden. Analist op een

laboratorium, voedingsoperator in

een zuivelfabriek, beheerder bij

een waterschap, procestechnicus

bij een drinkwaterbedrijf, de mo-

gelijkheden zijn legio. Bovendien

zijn de kansen op een baan groot.

Directeur Peet Ferwerda is trots op de

opleiding. ,,In Friesland hebben we vaak

zoiets van: doe maar gewoon, dan doe je

al gek genoeg. We slaan ons niet snel op

de borst, maar we praten hier echt over

bijzondere opleidingen die aansluiten bij

de vraag van de arbeidsmarkt. Door de

unieke samenwerking van een ROC, het

Friesland College en een AOC, het Nord-

win College, kunnen in één opleiding vele

vakgebieden worden gecombineerd. Dat

is iets waar met name de bedrijven om

vragen. Voorheen vonden de opleidingen

techniek, laboratoriumtechniek en

opleidingen in voedingstechnologie, wa-

termanagement en milieu vanuit ver-

schillende opleidingsinstituten plaats.’’

,,De naam Life Sciences roept voor veel

VMBO-ers niet direct een ‘wouwgevoel’

op, dat weet ik ook wel. Het klinkt nogal

wetenschappelijk, maar de praktijk laat

een andere wereld zien. In de werelden

van Water, Food, Laboratorium en Mi-

lieu zijn veel MBO-ers nodig die de han-

den uit de mouwen willen steken. De

opleidingen zijn leuk, uitdagend, inno-

vatief en bieden prachtige kansen op een

mooie carrière. Met ons diploma kun je

aan de slag in een laboratorium, de voe-

dingsindustrie, de milieuzorg, de chemi-

sche industrie, bij overheden, water-

leidingbedrijven, ziekenhuizen, water-

schappen, veredelingsbedrijven, de far-

maceutische industrie, onderzoek-

instituten en op vele andere plaatsen.’’

Dagopleidingen en bedrijfs-

opleidingen

Het gaat over dagopleidingen, zo blijkt,

waar vooral VMBO-ers starten aan een

driejarig of vierjarig traject. Maar ook

over bedrijfsopleidingen. Vooral in de

Foodindustrie worden medewerkers van

bedrijven opgeleid. Op school, maar

vaker in het bedrijf, gemiddeld een dag

per week. ,,Om een BBL opleiding (Be-

roeps Begeleidende Leerweg) te kunnen

volgen, moet je een baan hebben in het

vakgebied waar je voor opgeleid wilt wor-

den. Er kan gekozen worden voor een op-

leidingsbasis vanuit de voedings-

technologie of vanuit de technische pro-

cestechniek. Verder organiseren we

maatwerkopleidingen of cursussen. Die

richten we in overleg met een bedrijf in.

Echt maatwerk dus.’’

De aanmeldingen voor mbo Life Sciences

stijgen, maar zijn nog niet voldoende om

aan de vraag uit de markt te voldoen. Met

name de Food en Water sector kan meer

leerlingen gebruiken. Maar daar wordt

aan gewerkt… ,,Onze dagschoolleerlin-

gen zijn echte ambassadeurs. Doordat ze

de opleiding zelf waarderen en leuk vin-

den, maken ze anderen ook enthousiast.

Daar kan geen advertentie of flitsende

folder tegenop’’, zegt Ferwerda. ,,Zo or-

ganiseren de leerlingen zelf ook altijd de

introductiedagen. Dat geeft wel aan hoe

betrokken ze zijn. Uiteraard vinden wij

dat ook prettig. Niemand kan het ‘ver-

haal’ over onze opleiding beter vertellen

dan de leerlingen zelf. Maar los daarvan,

we hebben een goede naam opgebouwd

en de belangstelling om in te stromen,

neemt toe. We hadden hier laatst een

doe/beleefdag. Daar zijn ongeveer 130

VMBO-leerlingen geweest.’’

Ambitie als mentaliteit

Zowel meisjes als jongens kiezen voor

mbo Life Sciences. ,,Dat doen ze omdat

ze een bepaald vak mooi vinden, bijvoor-

beeld scheikunde of biologie, maar ook

omdat ze iets willen betekenen voor de

wereld. Ook dan is mbo Life Sciences ‘the

place to be’. Onder Life Sciences vallen

werkgebieden die een link hebben met

gezond leven. Denk aan het maken en

ontwikkelen van gezonde voeding, het

winnen van energie uit afvalwater en het

bewust omgaan met het milieu. Daar wil-

len leerlingen graag een steentje aan bij-

dragen. Het is het nieuwe idealisme,

ambitie als mentaliteit. Ik merk aan alles

dat de jeugd graag constructief bezig is.

Onze opleiding past precies in dat denk-

beeld.’’

Mbo Life Sciences probeert een bijdrage

te leveren aan een leefbare en duurzame

wereld. ,,Elke dag is een uitdaging. Ook

omdat we veel praktisch bezig zijn. Zo

zijn we op onze school bezig met een in-

stallatie die fosfaat terugwint uit urine.

Dat is Serious Request in de praktijk. Je

kunt wel op het Zaailand in Leeuwarden

voor Afrika staan springen, maar hier

doe je zelf aan ontwikkeling. Heel ge-

richt.’’ Zoiets van: verbeter de wereld,

begin bij jezelf… ,,Jij zegt het.’’

Grote kans op een baan

Kiezen voor mbo Life Sciences betekent

ook een grote kans op een baan. ,,Ver-

grijzing is een groot probleem. ,,Water,

Food, Laboratorium en Milieu heeft de

toekomst. De komende jaren heeft Fries-

land alleen al in de Food zo’n 200 nieuwe

werknemers op MBO-niveau en HBO-ni-

veau nodig. Per jaar hè. Wie aan z’n car-

rière denkt, denkt aan onze opleiding.

Dat is geen verkooppraatje, maar echt

waar. Zo kun je als mbo-er in de wereld

van Food prima aan de slag. Niet alleen

in de productie, ook in het laboratorium,

de kwaliteitszorg, de techniek of in het

management.’’

Door de komst van de nieuwe zuivelbe-

drijven in Heerenveen en uitbreiding van

andere grote voedingsbedrijven neemt

de vraag naar medewerkers nog meer

toe. ,,Dat is een geweldige ontwikkeling.

A-ware bouwt een grote kaasfabriek. Zui-

velgigant Fonterra gaat de wei verwerken

en ook Ausnutria-Hyproca gaat een groot

zuivelbedrijf bouwen, gericht op het pro-

duceren en verpakken van babyvoeding.

Daarnaast breiden bestaande bedrijven,

zoals FrieslandCampina hun productie

uit. Ook die hebben straks veel nieuwe

mensen nodig. Eén ding is zeker. Een op-

leiding in de Foodsector leidt tot een

goede baan. Dat kan niet missen.’’

Booming business

Ferwerda weet waarover hij praat. De

zuivelsector, eigenlijk de hele Food-sec-

tor, heeft een grote behoefte aan nieuw,

goed opgeleid, personeel. Voor MBO en

HBO. Om hieraan tegemoet te komen

hebben het onderwijs, het bedrijfsleven

en lokale overheden in de provincie Frys-

lân de Dairy Chain Friesland opgezet.

,,Door het maken van de plannen voor de

Dairy Chain zijn we nog sterker gaan sa-

menwerken met het HBO.”

Onderdelen van de plannen behelzen een

verbeterde infrastructuur voor scholen

en bedrijven - dit om de sector te facili-

teren bij innovaties en de uitvoering van

onderzoek - en het maken van een kwa-

liteitsslag in het onderwijs. ,,De ver-

wachting is dat de arbeidsmarkt in de

zuivelsector naar 2020 toe flink onder

druk komt te staan. Het is dus belangrijk

om meer leerlingen op te leiden voor

deze sector. Maar ook voor de watersec-

tor. Niet alleen Food is ‘booming busi-

ness’, dat geldt ook voor water. Fryslân

is dé provincie op het gebied van water-

technologie, Leeuwarden is ‘Capital of

Watertechnology’. Hierdoor zijn er in

Friesland veel bedrijven gevestigd die

iets met water hebben. Neem nu de Wa-

terCampus Leeuwarden. Dat is het

knooppunt voor watertechnologie. Daar

zijn 50 kennisinstellingen en ruim 150

bedrijven bij betrokken. Vitens, Wetters-

kip Fryslân, Landustrie, Wateralliance,

Wetsus… Het zijn maar een paar namen

van participanten.’’

Ook mbo Life Sciences maakt onderdeel

uit van de genoemde WaterCampus.

,,Het Centrum voor Innovatief Vakman-

schap Water (CIV Water) heeft als op-

dracht water gerelateerde MBO-

opleidingen te ontwikkelen en uit te dra-

gen op landelijk niveau. Onze MBO-op-

leidingen werken hierin nauw samen met

bedrijven en HBO Life Sciences & Tech-

nology.’’

Mbo Life Sciences werkt sterk ‘van bui-

ten naar binnen’, geeft Ferwerda aan.

,,De eisen en veranderingen in het be-

roepenveld zijn richtinggevend voor

nieuwe ontwikkelingen. Onze opleidin-

gen sluiten goed aan bij het bedrijfsleven.

Wat is er nodig? Hoe kun je dat het beste

aanbieden? Regelmatig hebben we zoge-

naamd werkveldoverleg. Samen bepalen

we hoe we de opleiding vorm gaan

geven.’’

Wereld van laboratorium

Ook op het gebied van milieu is er werk

zat, weet Ferwerda. ,,Bijvoorbeeld bij een

ingenieursbureau of bij provincies en ge-

meenten. Het gaat hierbij om toezicht-

houders en milieufunctionarissen met

een meer algemene opdracht. En even te-

rugkomend op de groei van bedrijven in

de food- en watersector… Daardoor

groeien laboratoria automatisch mee.

Vooral microbiologische en chemische

laboratoria. Er liggen dan ook volop kan-

sen in de wereld van het laboratorium.

Niet alleen in de food- en watersector -

dat zou je haast denken door de vele be-

richten in de kranten - maar ook in an-

dere sectoren. Een laborant of analist

kan in het medisch lab van een zieken-

huis werken of bij Izore, het centrum

voor onderzoek naar infectieziekten.

Maar hij of zij kan ook in een chemisch

lab terecht. Die vind je onder andere in

de farmaceutische- en kunststoffenin-

dustrie. Ook in de voedingsmiddelenin-

dustrie of de waterzuivering worden

laboranten en analisten gevraagd. Wij

leiden ze graag op.’’ Werken op een mo-

dern laboratorium is leuk, veelzijdig en

meestal doe je dat in teamverband. Fer-

werda: ,,Het is niet alleen voor ‘einzel-

gängers’. Dat wordt vaak gedacht, maar

dat is een vooroordeel. Vraag dat maar

aan onze leerlingen.’’

Leren in de praktijk

Ferwerda doet een rondje school en laat

ons de verschillende praktijklokalen zien.

Eerlijk is eerlijk, het ziet er niet alleen

spannend uit, maar met wat uitleg raak

je ook snel geboeid. ,,Kijk, dit is een ri-

oolzuiveringsinstallatie. In miniformaat,

maar het proces is hetzelfde. En hier, op

de afdeling Food, brouwen de leerlingen

hun eigen bier. Bijvoorbeeld een Leffe

Blond of een London Porter. Het is een

bierbrouwerij in het klein, compleet met

procesaansturing. Maar zo hebben we

ook een bakkerij. En wil je weten hoeveel

krab er nu daadwerkelijk in een krabsa-

lade zit? Dan laat ik je zo even wat mon-

sters zien. Die worden hier in het

laboratorium genomen.’’

Laboratoriumtechniek, voeding & tech-

nologie, procestechniek, water & milieu,

er valt nogal wat te kiezen bij mbo Life

Sciences. ,,Sommigen weten precies wat

ze willen. Die kiezen direct voor een be-

roep. Anderen vinden dat lastig, maar

weten wel in welke branche ze aan het

werk willen. Die kiezen bij ons eerst voor

een wereld. Pas na een oriëntatieperiode

in het eerste leerjaar kies je definitief

voor een specifieke opleiding. Heb je het

diploma MBO- niveau 4 behaald, dan

kun je doorstromen naar het HBO. HBO

Life Sciences & Technology

(Van Hall Larenstein en de Noordelijke

Hogeschool Leeuwarden) en HBO Mi-

lieukunde zitten in hetzelfde gebouw als

mbo Life Sciences.’’

Wie op zoek is naar een passende oplei-

ding en een kijkje in de wereld van mbo

Life Sciences wil nemen, kan via de web-

site een afspraak maken om langs te

komen. ,,Dan gaat er een wereld voor je

open’’, zo besluit Ferwerda.

www.mbolifesciences.nl

Tekst: Alfred Lehmann

BIJ MBO LIFE SCIENCES GAAT EEN WERELD VOOR JE OPEN

‘Water, Food, Laboratorium en Milieuheeft de toekomst’

Page 4: Life Sciences & Health Special

Eigen haard is goud waard. Veel

mensen willen dan ook het liefst zo

lang mogelijk in hun eigen huis

blijven wonen. Voor ouderen,

chronisch zieken en mensen met

een handicap is dat op dit moment

nog lastig. Platform GEEF (Ge-

zondheid Expertise en Educatie-

centrum Friesland), een

samenwerkingsverband tussen

Friese onderwijsinstellingen, zorg-

en welzijnsorganisaties, woning-

corporaties en gemeenten, brengt

hier verandering in. Daar draagt

ROC Friese Poort aan bij.

GEEF is een kennisplatform dat dienst

doet als vraagbaak voor organisaties die

te maken heeft met cliënten die in de toe-

komst zelfstandig thuis kunnen blijven

wonen. Het platform bestaat uit organi-

saties op het gebied van zorg, wonen en

onderwijs, waaronder ROC Friese Poort.

De organisaties werken samen om thuis-

zorgtechnologieën te ontwikkelen waar-

door mensen langer thuis kunnen blijven

wonen. Maar ook e-Health krijgt aan-

dacht; gezondheidszorg via het internet.

De NHL Hogeschool in Leeuwarden

heeft het Huis van het Heden. Hier de-

monstreert GEEF verschillende technie-

ken die nu beschikbaar zijn, zoals een in

hoogte verstelbaar aanrecht, een inter-

actieve tv en een beeldtelefoon, waarmee

de bewoner de hulpverleners en familie

kan inschakelen. Op dit moment werkt

ROC Friese Poort aan het Huis van de

Toekomst. Dit wordt een duurzaam huis

met oog voor energie, maar ook een huis

waar de nieuwste thuiszorgtechnolo-

gieën worden gedemonstreerd.

Dit betekent voor studenten dat ze ver-

der zullen kijken dan het vak waarvoor

ze worden opgeleid. Thuiszorgtechnolo-

gieën worden ontwikkeld door mensen

in de techniek, maar mensen in de zorg

moeten ermee overweg kunnen. Dat

vraagt om scholing. In de toekomst ont-

staan er zo nieuwe beroepen met overlap

tussen techniek, zorg en welzijn.

Healthy Ageing is -naast water en

energie- een van de speerpunten

binnen de noordelijke economie.

Het begrip is een Groningse

vondst, maar reikt verder dan al-

leen het Noorden. Het effect van de

innovatieve diensten en producten

die in het Noorden worden ontwik-

keld vinden toepassing in heel Ne-

derland en zelfs tot ver over de

landsgrenzen heen. Joost Dege-

naar, programmadirecteur He-

althy Ageing van de Hanze-

hogeschool Groningen en directeur

Centre of Expertise Healthy Ageing

over het fenomeen Healthy Ageing,

proeftuinen en praktijkgerichte

innovaties.

“Ere wie ere toekomt: het begrip 'healthy

ageing' is in 2006 gelanceerd door het

UMCG”, vertelt Degenaar. “Het behelst

het gezond en actief ouder worden en

kwam voort uit het voornemen van het

UMCG om zich te gaan toeleggen op alle

mogelijke facetten van veroudering.

Vaak wordt gedacht dat we het dan al-

leen over het ouder worden van senioren

hebben. Dat is heel nadrukkelijk niet zo:

we hebben het over de gehele levenscy-

clus. Healthy Ageing raakt ons dus alle-

maal, vroeg en laat. De basis voor een

gezonde leefstijl wordt immers al op

jonge leeftijd gelegd.”

Speerpunt

Healthy Ageing won in het Noorden ra-

zendsnel terrein en van hogeschool tot

mbo en van zorg- en welzijnsinstellingen

tot provincie, gemeenten en bedrijven

stortten zich op het thema. Het is ook een

van de thema's waarin de vier noorde-

lijke hogescholen samenwerken in het

Sectorplan Noord, waarbij de Hanzeho-

geschool als coördinator fungeert. Dege-

naar: “Wij willen het scharnier zijn

tussen fundamentele kennis en de toe-

passing in de praktijk. Het onderwerp

Healthy Lifestyle staat daarbij centraal,

met aandacht voor bewegen, voeding,

werk en woonomgeving. Binnen de

Hanzehogeschool houden ruim twintig

bachelor opleidingen en vier master op-

leidingen zich in hun programma’s bezig

met het thema Healthy Ageing. Het gaat

zowel om gezondheidszorgopleidingen

als Verpleegkunde en Fysiotherapie als

om opleidingen ICT, Life Sciences,

Human Resource Management en Sport-

studies. Er zijn ook speciale program-

ma’s over Healthy Ageing in de vorm van

een minor en een honours programme.

Tegelijk doen we ook veel praktijkgericht

onderzoek. Ongeveer een derde van de

researchcapaciteit van de Hanzehoge-

school richt zich op Healthy Ageing. Er

lopen op het gebied van Healthy Ageing

veel promotietrajecten en tal van grote

en kleine onderzoeksprojecten, vaak

samen met de beroepspraktijk.”

Centre of Expertise Healthy Ageing

Vanuit het topsectorenbeleid van de

overheid zijn verdeeld over Nederland

eenentwintig Centres of Expertise inge-

richt om publiek private samenwerking

te stimuleren rond de respectievelijke

thema's. Hanzehogeschool Groningen

kreeg als penvoerder het Centre of Ex-

pertise Healthy Ageing toegewezen. Mis-

sie is om in de periode 2013-2016 in

nauwe samenwerking met partners een

netwerk op te zetten van ongeveer vijf-

entwintig innovatiewerkplaatsen in

Noord-Nederland. “Innovatiewerkplaat-

sen zijn proeftuinen waarin onderzoe-

kers, docenten, studenten, bedrijven en

zorg- en welzijnsinstellingen gezamenlijk

op zoek gaan naar oplossingen voor pro-

blemen die men dagelijks in de zorg te-

genkomt. De zorg heeft in toenemende

mate te maken met vergrijzing, ontgroe-

ning, individualisering en technologische

innovaties. Ingrijpende veranderingen

die praktijkgerichte innovaties vereisen.

Het aantal partners van het Centre of Ex-

pertise Healthy Ageing is binnen een jaar

gegroeid van vijfendertig naar meer dan

negentig.”

Synergie

Inmiddels zijn er in de drie noordelijke

provincies innovatiewerkplaatsen gestart

als 'eHealth & Serious Gaming', 'Active

Ageing Ouderen', 'Kind in Wijk', 'Health

Space Design', 'Kwaliteit van leefomge-

ving bij zorg, wonen en vrije tijd' en

'Zorgarbeidsinnovatie'. “De samenwer-

king tussen onderzoek, onderwijs, be-

drijven en instellingen binnen een

innovatiewerkplaats genereert een syn-

ergie die leidt tot nieuwe producten en

diensten. Voorwaarde bij participatie van

het bedrijfsleven is echter dat ze niet al-

leen uit is op het economisch gewin -he-

althy ageing is ook in dat opzicht

onmiskenbaar een groeimarkt- maar dat

ze ook maatschappelijk gemotiveerd

zijn.”

De sterke profilering en positie van

Noord-Nederland op het terrein van He-

althy Ageing werden in juni 2013 door de

Europese Commissie beloond met de sta-

tus 'Europese voorbeeldregio op het ge-

bied van gezond verouderen'.

www.hanze.nl/healthyageing

www.healthyageing.net

Tekst: Fred Ootjers

Nederland loopt fors achter met

het halen van de duurzaamheids-

doelstellingen. Noord-Nederland is

uitermate geschikt om met life sci-

ences bij te dragen aan de inhaal-

slag: duurzame energie, groene

grondstoffen en hergebruik van die

grondstoffen. Noord-Nederland

heeft de ruimte, er is noodzaak, er

is kennis, nu nog de professionals

die het kunnen doen; professionals

uit bijvoorbeeld de opleidingen

voor life sciences en chemische

technologie van de Hanzehoge-

school, die zich in toenemende

mate richten op de kansen voor

Noord-Nederland.

‘Ieder huishouden gooit per jaar naar

schatting zo’n 50 kilo prima bruikbaar

voedsel weg. Dat is absurd’, zegt Dr. Vic-

torine de Graaf-Peters gedreven, net een

jaar directeur van het Instituut voor Life

Science & Technology van de Hanzeho-

geschool Groningen. ‘En dan hebben we

het nog niet eens over restaurants en

supermarkten. Ik zie veel kansen hoe we

daarmee om moeten gaan. Bijvoorbeeld

het stimuleren van nieuwe landbouw tot

bio-gebaseerde grondstoffen voor onze

chemische industrie. We gaan helpen

uitzoeken wat kansrijk is’. Haar instituut

combineert diverse life sciences oplei-

dingen met toegepast onderzoek; beide

groeien momenteel sterk.

Laagdrempelig

De Hanzehogeschool onderzoekt

momenteel samen met bedrijven onder

meer hoe lupine te gebruiken voor

gezonde voeding (project Lupin Silver)

en hoe je meer biogas krijgt uit afval

(project Flexigas). Met RuG en Noorder-

poort wordt overlegd om een Zernike

Advanced Processing (ZAP) Groningen

faciliteit te realiseren. Deze gaat laag-

drempelige faciliteiten bieden om nieuw

gebruik van grondstoffen te onderzoeken

of bekende zaken beter te doen. Het

wordt een innovatie-speeltuin voor

bedrijven en onderzoekers.

Innoveren door combineren

Het combineren van onderwijs met toe-

gepast onderzoek is het credo van de

Hanzehogeschool. Studenten en docen-

ten komen op die manier in aanraking

met de uitdagingen in het werkveld; dat

motiveert. Het bedrijfsleven komt eer-

der met toekomstige werknemers in con-

tact en kan bijsturen zodat een opleiding

aansluit bij wat nodig is. ‘Zo bedienen we

ook het midden- en kleinbedrijf (MKB):

welke kennis en kunde hebben zij nodig?

Het zal dan gaan om kleinere en toepas-

singsgerichte samenwerking. Als hoge-

school doen we meer dan alleen

meerjarige projecten’, glimlacht de

Graaf-Peters.

Tekst: Jan-Peter Nap,

Hanzehogeschool

Naar biobased inNoord-Nederland

Studenten ROCFriese Poort werken aan Huisvan de Toekomst

HANZEHOGESCHOOL

Scharnier tussen fundamentele kennis entoepassing in de praktijk

CENTRE OF EXPERTISE HEALTHY AGEING

Life Sciences & Health special

Joost Degenaar: 'Er lopen op het gebied van Healthy Ageing veel promotietrajecten en tal van grote en kleine

onderzoeksprojecten, vaak samen met de beroepspraktijk'. Foto: Hans Banus.

Page 5: Life Sciences & Health Special

Life Sciences & Health special

Tussen de verschillende eervolle

onderscheidingen die bij de entree

van Lode Holding aan de muur

hangen, prijkt ook die van 'Win-

naar Groninger Ondernemings-

prijs 2009’. “Als we al niet bekend

waren in Noord-Nederland, dan

heeft juist die toekenning een

enorme pr-boost voor ons bete-

kend”, lacht Johannes Wolters,

president & CEO en algemeen di-

recteur van Lode Holding. “We

worden er nog regelmatig op aan-

gesproken. Wat veel mensen ech-

ter niet weten is dat er onder Lode

Holding vier bedrijven ressorte-

ren, elk met hun specifieke disci-

pline, elkaar versterkend en

binnen de nichebranche waarin ze

opereren op enkele gebieden zelfs

marktleider.”

De vier dochterondernemingen van Lode

Holding zijn respectievelijk Lode,

Umaco, aXtion en ProCare.

Lode

“Lode is de basis van de holding, waar

het in 1946 met de oprichting door

Freerk Lode van een instrumentenma-

kerij met diverse producten voor medi-

sche toepassingen, allemaal mee

begonnen is”, weet managing director

Ton Rademaker. “Corebusiness was al

snel het ontwikkelen en fabriceren van

ergometers en anno 2014 zijn we al jaren

marktleider in een aantal marksegmen-

ten in de medische ergometrie. Ons pro-

ductenpakket varieert van fiets- en

loopbandergometers tot lig- en armergo-

meters en ergometrie software, bedoelt

om bij inspanningstesten menselijke

prestaties te meten. In overleg met de

klant zetten we specifieke ideeën en wen-

sen om in een custom-made product. We

exporteren onze producten naar een

goede honderd landen en zie je op tv een

topatleet gekoppeld aan ECG-appara-

tuur, dan in negen van de tien gevallen is

dat een apparaat van ons. Iets waar we

hier in Groningen best trots op zijn!”

www.lode.nl

Umaco

Umaco is sinds 2005 een volle dochter

van Lode Holding en houdt zich exclusief

met medische en zorggerichte product-

ontwikkeling bezig. Jasper den Boer,

project manager: “We hebben opdrach-

ten van Lode zelf, maar we werken daar-

naast ook veel voor derden. Onze drive is

om ideeën tot een topproduct uit te wer-

ken, waar vervolgens een business mee

kan worden opgezet. De praktijk laat zien

dat er bij instellingen als universiteiten,

het TNO en ziekenhuizen prachtige

ideeën op de plank liggen, die niet verder

komen. Wij doen op verzoek dan een

haalbaarheidsonderzoek, waarbij de

focus ligt op de eindgebruiker. Is de uit-

komst positief, dan nemen we het pro-

duct in ontwikkeling. Een intensief

proces waarbij het product heel wat cer-

tificatierondes door moet, voordat het

uiteindelijk in de markt gezet kan wor-

den. Goede ideeën omzetten in een fan-

tastisch product: voor minder gaan we

niet.”

www.umaco.nl

aXtion

aXtion maakt sinds 2009 deel uit van

Lode Holding en is een ICT projectorga-

nisatie die zich in beginsel richtte op in-

novatieve projecten in de zorg en welzijn.

Na de participatie zijn hier nog extra ge-

bieden bij gekomen die tevens aanslui-

ten bij de aandachtsgebieden van haar

zusterondernemingen. Erwin te Bos, ma-

nager aXtion IT-Solutions: “We hebben

een zeer gedegen expertise opgebouwd

in het ontwikkelen van gebruiksvriende-

lijke web- en pc-applicaties en apps voor

mobiele toepassingen. De grootste erva-

ring zit in het ontwikkelen van web-ap-

plicaties die complexe werkprocessen en

digitale effectmeetinstrumenten onder-

steunen, zoals het paradepaardje

‘Bergop’, de veelvuldig gebruikte soft-

ware in de jeugdzorg. Intelligente soft-

wareoplossingen, die leiden tot

kostenbesparingen, betere managemen-

tinformatie en een verbetering van de

kwaliteit van de zorg.”

www.axtion.nl

ProCare

ProCare is sinds 2002 de tweede dochter

van Lode Holding en is de handelsmaat-

schappij van de organisatie. “Kort ge-

zegd: wij doen de Sales & Service”, aldus

Harrie Baas, algemeen directeur Pro-

Care. “We verkopen en distribueren ech-

ter niet alleen de eigen producten van

Lode, maar ook A-merken van leveran-

ciers over de hele wereld. Binnen de ni-

chemarkt van meetapparatuur voor

Arbo, sport en revalidatiezijn we de

grootste en -zonder bescheiden te hoe-

ven zijn- de beste. Om nog betere oplos-

singen te bieden voor de sport- en

revalidatiemarkt hebben we recent Bio-

metrics overgenomen, een onderneming

die zich vooral bezig hield met de distri-

butie van bewegingsanalyse-apparatuur.

Tot aan de overname lag onze specialiteit

vooral in de inspanningsfysiologie, een

specialisme dat met de bewegingsanalyse

perfect is aangevuld.”

www.procarebv.nl

Lode Holding BV

Zernikepark 16, Groningen

(050) 571 28 11

www.lodeholding.nl

Tekst: Fred Ootjers

LODE HOLDING

Leaders in life science solutions

Het is de combinatie van implant-

lens ontwikkelaar, producent én

behandelcentrum in één, dat het

Groningse OPHTEC zo uniek

maakt. En, wereldwijd de enige in

haar soort. Of –zoals algemeen di-

recteur Ids Jousma van OMC (een

dochterbedrijf van OPHTEC) het

stelt- 'die de synergie niet 1+1=3

maar 1+1=5 maakt'.

De roots van OPHTEC liggen in het eind

van de jaren vijftig wanneer de vader van

de huidige president & CEO van OPH-

TEC Erik-Jan Worst, samen met zijn

vrouw een instrumentmakerij voor oog-

heelkundige apparatuur opricht. “Mijn

vader -professor doctor Jan Worst-

begon toen voor zichzelf met een prak-

tijk, met daarnaast die instrumentmake-

rij. Dat laatst allemaal heel bescheiden,

in de kelder van zijn woning in Gronin-

gen. Medical Workshop heette het en er

gaat het prachtige verhaal in de familie

dat mijn ouders op een goed moment in

hun Citroen 2CV -beladen met twee

schragen, een houten blad en een paar

dozen met apparatuur- naar een oog art-

sencongres in Parijs zijn gereden, omdat

mijn moeder meende dat er ook buiten

de klantenkring in Groningen wellicht

wat te verdienen viel.”

Clustering

Profetische woorden: in 1982 werd de

toen al bloeiende onderneming verkocht

aan een Zweedse multinational en drie

jaar later volgde de oprichting van het

huidige OPHTEC. Inmiddels had Jan

Worst wereldfaam verworven met de uit-

vinding van de ArtiLens, een implantlens

die aan de iris, het gekleurde deel van het

oog vastgezet kan worden. De productie

van de ArtiLens vindt volledig plaats in

Groningen, waar zich ook de research-

afdeling bevindt. Groot voordeel hiervan

is dat de Ophtec-ontwikkelaars continue

kunnen overleggen met de in het pand

aanwezige oogartsen. Daardoor komen

verfijningen en verbeteringen snel tot

stand. “Die clustering van R&D, produc-

tie en de toepassing bij cliënten komt

naar mijn weten nergens anders in de

wereld voor. Het kan ook heel goed

onder één dak, omdat oogheelkunde mo-

nodisciplinair is. We hebben alle beno-

digde expertise en apparatuur in eigen

huis en kunnen –ongeacht met welk oog-

probleem men bij ons komt- de cliënt

volledig van dienst zijn.”

Poliklinisch

“Als alternatief voor bril en contactlen-

zen passen we lasertechniek en ArtiLens

toe. Laseren kent zijn beperkingen. Het

is onomkeerbaar en in de regel wordt er

alleen tot min zeven gelaserd. Daarna

kan van geval tot geval worden bekeken

of laseren toch nog mogelijk is, maar het

beste alternatief is dan de ArtiLens die

ook geschikt is voor zeer hoge plus- en

minsterkten.”

De meerderheid van de door Ophtec ge-

produceerde lenzen worden toegepast bij

staar, een ongemak dat veel optreedt bij

het ouder worden. Ids Jousma: “Staar-

operaties zijn de meest voorkomende

operaties in Nederland. Dertig, veertig

jaar geleden duurde –inclusief opname-

een staaroperatie al gauw vijf dagen, te-

genwoordig gaat het geheel poliklinisch

en sta je met een half uurtje alweer bui-

ten. Het oog wordt met druppels plaat-

selijk verdoofd en we kunnen hier zo’n

twaalf tot zestien behandelingen op één

dag doen.”

Refractiechirurgie

Het Oogheelkundig Medisch Centrum

(OMC) bevindt zich pal naast het hoofd-

gebouw van OPHTEC en is een volle

dochter van de holding. In het OMC vin-

den alle reguliere oogbehandelingen

plaats en worden jaarlijks zo’n vijfen-

twintigduizend verzekerde zorgpatiënten

behandeld. Ids: “Daarnaast is er nog de

groep die komt voor refractiechirurgie,

een ingreep die geen medische noodzaak

heeft. Je kunt dan denken aan piloten die

het niet toegestaan is een bril te dragen,

maar ook aan een loodgieter die het wer-

ken onder de vloer met een bril op z’n

neus ongemakkelijk vindt. Het is een

heel diverse groep, van alle leeftijden en

in alle beroepen. Voor die groep is het in-

brengen van een ArtiLens als brilvervan-

ger de ideale oplossing en recent zijn we

een groot reclameoffensief gestart om de

ArtiLens nog meer onder de aandacht te

brengen.”

Samenwerking UMCG

De verkoop van de producten van OPH-

TEC is wereldwijd, de productie vindt ex-

clusief in Groningen plaats en voor wat

betreft R&D gaat OPHTEC vanaf medio

dit jaar intensief samenwerken met het

UMCG. Erik-Jan: “Recent hebben we

daarvoor een intentieovereenkomst ge-

tekend, met als doelstellingen dat we ge-

zamenlijk inzetten op een verdere

uitbouw van zaken als innovatie, kwali-

teit, opleiding en onderzoek. De brilver-

vangende chirurgie biedt nog ontzettend

veel mogelijkheden en met onze ‘focus on

perfection’ blijven we daarin graag een

rol van betekenis spelen.”

OPHTEC

Schweitzerlaan 15, Groningen

(050) 525 43 86

www.ophtec.nl

Oogheelkundig Medisch Centrum

Sylviuslaan 11, Groningen

(050) 368 22 22

www.omcnoord.nl

Tekst: Fred Ootjers

OPHTEC / OMC

Met het oog op perfectie

Erik-Jan Worst (zittend) en

Ids Jousma.

Foto: Hans Banus.

Van links naar rechts:

Jasper den Boer, Ton Rademaker, Harrie Baas, Johannes Wolters.

Zittend: Erwin te Bos. Foto: Hans Banus.

Page 6: Life Sciences & Health Special

Life Sciences & Health special

Jacob Dijkstra, bestuurder van

IZORE in Leeuwarden, ziet in de

(ver)nieuwbouw van het centrum

voor infectieziekten een treffende

symboliek: het onderkomen is na-

melijk geplaatst op de fundamen-

ten van het vorige pand. “Het is als

het leven zelf: je bouwt altijd ver-

der op de ervaringen die je hebt op-

gedaan. Of om Bilderijk te citeren:

‘In het verleden ligt het heden, in

het nu wat worden zal.’ Alle kennis,

alle ervaring kan niet zonder een

fundament.”

IZORE doet onderzoek naar micro-orga-

nismen, zoals bacteriën, parasieten,

schimmels, gisten en virussen, die de

oorzaak kunnen zijn van infecties bij pa-

tiënten. Het is haast niet meer voor te

stellen, maar een goede honderd jaar ge-

leden overleed een derde van de wereld-

bevolking aan infecties. Anne-Marie van

Elsacker, medisch-manager en arts-mi-

crobioloog: “Dat had alles te maken met

de gebrekkige hygiënische omstandighe-

den van toen. Die werden langzaam

maar zeker beter, maar de echte door-

braak in een structurele verbetering

kwam pas vanaf de jaren dertig van de

vorige eeuw toen de medische weten-

schap meer en meer grip kreeg op het

voorkomen van infecties. De diagnostiek

nam een vlucht en in gelijke tred inno-

veerde ook de medicatie in de vorm van

antibiotica. Zo zeer zelfs, dat we inmid-

dels te maken hebben met een toene-

mende resistentie. Bacteriën worden op

den duur immuun voor de antibiotica en

zijn dan veel moeilijker te behandelen.

Het is daarom zaak om zuinig om te gaan

met antibiotica. Hoe vaker je antibiotica

gebruikt, hoe groter de kans dat bacte-

riën resistent worden.”

Onafhankelijk

In het ‘Strategisch plan 2013-2017’ van

IZORE lezen we: 'IZORE richt zich actief

op het voorkomen van ‘schade’ door in-

fecties en infectieziekten. Wij zien dat het

beheersen van deze ‘schade’ een onder-

werp van toenemend belang en toene-

mende complexiteit is in de gezond-

heidszorg. Het oplossen van dit pro-

bleem is een regionaal vraagstuk dat een

multidisciplinaire en geïntegreerde aan-

pak vraagt in de gehele zorgketen’. Dijk-

stra: “We zijn een onafhankelijke

organisatie, werken als stichting zonder

winstoogmerk en zijn dankzij die zelf-

standige positie in staat medisch micro-

biologische zorg vanuit een gezamenlijk

belang, vraaggericht en efficiënt te orga-

niseren voor de hele regio. Met als pri-

mair verzorgingsgebied de provincie

Friesland, de Noordoostpolder en Urk.”

Visie en aanpak

“De visie en aanpak van IZORE past per-

fect binnen de unieke zorgdynamiek die

we hier in het Noorden hebben”, aldus

Van Elsacker. “Al onze partners in de

eerste en tweedelijns zorg dragen die-

zelfde visie en aanpak uit en er is de op-

rechte intentie om samen te werken.

Meer dan in andere regio’s in Nederland

is er de wil om te komen tot verbindin-

gen tussen de diverse zorglijnen en de

ambitie om te groeien in kwaliteit. Goede

zorg bereik je niet in je eentje, maar is

per definitie multidisciplinair. Door ken-

nis te delen blijft de regionale gezond-

heidszorg betaalbaar, zonder dat er

concessies gedaan hoeven te worden aan

de kwaliteit ervan. Het uitkleden van de

zorg en het steeds maar goedkoper wil-

len maken, leidt er uiteindelijk toe dat er

slechte zorg wordt geleverd. En slechte

zorg is feitelijk geen zorg. De unieke

zorgdynamiek zoals wij die in het Noor-

den hebben maakt het hier meer dan

elders mogelijk een dergelijk afbraak-

scenario te voorkomen.”

Zinvolle diagnostiek

Centraal in de diagnostiek van IZORE

staat het IZORE-concept: het meer doen

dan alleen het leveren van uitslagen; het

geven van een antwoord. Dijkstra: “We

verrichten in onze laboratoria alleen zin-

volle diagnostiek. Dankzij de meest ge-

avanceerde laboratoriumtechnieken en

testen kunnen we antwoord geven op

diagnostische vragen en een behandel-

advies op maat aanbevelen. Maar we

gaan daarin een stapje verder. Of eigen-

lijk terug. Niet de uitslag van het geme-

ten monster heeft onze prioriteit, maar

de vraag áchter het monster. Preventie

en interventie zijn daarbij de sleutel-

woorden. In de praktijk komt dat er op

neer dat we veel aan huisartsenbezoeken

doen om ze te adviseren. Met die advie-

zen kunnen huisartsen steeds beter ziek-

tes en ziekenhuisopnames voorkomen,

door een adequate en tijdige diagnostiek.

Daarnaast investeren we ook in de ver-

betering van de kennis van praktijkassis-

tenten. Zij zijn immers een belangrijke

schakel tussen arts en patiënt.”

www.izore.nl

Tekst: Fred Ootjers

IZORE

'Niet de uitslag van het gemeten monster heeft onzeprioriteit, maar de vraag áchter het monster'

Jacob Dijkstra en Anne-Marie van Elsacker: 'Goede zorg bereik je niet in je eentje,

maar is per definitie multidisciplinair.' Foto: Simon van der Woude.

De stad Groningen werd eerdere

deze maand nét geen eerste in de

competitie van Europese Innova-

tiehoofdstad. Maar wie had pak-

weg tien jaar geleden kunnen

vermoeden dat ze het tot een eer-

volle tweede plaats zouden halen,

nipt achter Barcelona? Nieuwe

ronde, nieuwe prijzen: wethouder

Joost van Keulen heeft er alle ver-

trouwen in dat de stad Groningen

vroeg of laat nét die ene plaats

doorschuift naar de top.

In het raamkozijn van zijn kantoor in het

stadhuis op de Grote Markt staat een te-

geltje met het opschrift: 'Special guest at

the R&D Hotel Healthy Ageing Campus

Netherlands 29/11/2012', aan Van Keu-

len uitgereikt ter gelegenheid van zijn

verblijf aldaar bij de officiële opening van

het hotel. Hoeveel dichter kun je letter-

lijk bij de materie 'Healthy Ageing'

komen?

Voorbeeldregio

“Life Science & Health is een van de

snelst groeiende topsectoren, zeker in

Noord-Nederland”, aldus Van Keulen.

“Om het belang ervan met een paar glo-

bale cijfers aan te geven: na Leiden en

Amsterdam is Groningen de derde bio-

tech-stad van het land. Het bedrijfsleven

behoort tot de snelste drie groeiers in Eu-

ropa qua omzet en winstgevendheid. De

werkgelegenheid, de ontwikkelingsport-

folio en de omzet uit de export groeien

sneller dan gemiddeld in Europa en meer

dan tien procent van de omzet wordt in

R&D geïnvesteerd. Op 1 juli vorig jaar

heeft de Europese Commissie tweemaal

drie sterren toegekend aan Noord-Ne-

derland en is ze uitgeroepen tot voor-

beeldregio op het gebied van Healthy

Ageing. We zijn niet de enige regio in Eu-

ropa die zich met Healthy Ageing bezig

houdt, maar we zijn als Noord-Neder-

land wél de enige regio die deze status

heeft gekregen.”

Gezamenlijkheid

Ook via het Samenwerkingsverband

Noord Nederland (SNN) werken de

Noordelijke overheden samen aan ken-

niseconomie, innovatie en strategische

netwerken in Brussel en Den Haag. Het

werken aan slimme toepassingen voor

gezondheid staat ook nadrukkelijk in de

regionale Research and Innovation Stra-

tegy (RIS), een platform voor Europese

programma’s en middelen. Daarnaast is

RIS ook een leidraad voor investeringen

in tijd en energie voor bedrijfsleven, ken-

nisinstellingen en overheden samen. Van

Keulen: “Het ontwikkelen van nieuwe

initiatieven vindt dus steeds meer in ge-

zamenlijkheid plaats met bedrijven en

instellingen. Door krachten te bundelen

en samen projecten op te pakken bereik

je uiteindelijk meer dan wanneer elk ini-

tiatief vanuit de eigen koker wordt geor-

ganiseerd. De rol van de gemeente

Groningen is vooral facilitair en gericht

op het stimuleren van initiatieven, het

koppelen van partijen en het stimuleren

van ontwikkelingen.”

Vraaggericht

“Voorop staat dat de inzet van de ge-

meente vraaggericht is. Zijn er partijen

die iets willen op het gebied van Life Sci-

ence & Health? Prima. Dan pakken we

dat samen op. Namen gemeentes in het

verleden vaak de rol op zich van initiator

gesteund door een grote zak met geld: nu

zijn de rollen precies omgedraaid. On-

dernemen is een competentie voor on-

dernemers, de kracht van de gemeente is

het intermediair zijn binnen het proces

van het concretiseren van een idee. En

blijkt een initiatief niet levensvatbaar?

Dan geven we er geen vervolg meer aan.

We kunnen als ge-

meente maar be-

perkt financieel

bijdragen in nieuwe

initiatieven en zijn

er dan ook heel kien

op om het geld goed

te investeren. Het

doel is en blijft:

werkgelegenheid en

economische groei

voor stad en regio

bevorderen.”

Zetje

Een voorbeeld van

de rol van stimula-

tor als gemeente is

de Game Incubator

Noord Nederland,

Indietopia, een

broedplaats voor

jonge mensen die

een kei zijn in het

maken van games.

“Niet zomaar

games, maar games

die een cross-over

zijn tussen ICT en

Healthy Ageing. Bij-

voorbeeld een schaatsgame om balans te

oefenen of de zet-een-stap-in-de-ruimte-

game voor het doen van kniebuigingen.

De ontwikkelaars krijgen hun opdrach-

ten vooral uit de wereld van de gezond-

heid en als gemeente konden we ervoor

zorgen dat ze tijdelijke huisvesting op de

Grote Markt hebben gekregen, een echte

A-locatie. We willen ze daarmee net dat

laatste zetje geven, wat een initiatief tot

een succes kan maken.”

City of Talent

Door als gemeente Groningen ook mee

te werken aan grote kennisprojecten als

Life Lines en ERIBA, wordt de -toch al

imponerende- kennisinfrastructuur ver-

der versterkt, wat weer een rijke voe-

dingsbodem is voor subsidieverstrekkers

en investeerders. Een andere belangrijk

effect van de sterke groei van de Life Sci-

ence & Health-sector is de navenante

profilering en promotie van de stad. “We

zijn niet voor niets City of Talent”, lacht

Van Keulen. “Studenten komen vanuit de

hele wereld naar Groningen voor een stu-

die. Bedrijven en onderzoeksinstituten

uit de hele wereld weten Groningen te

vinden voor opdrachten en onderzoeks-

vragen, afgestudeerden waaieren vanuit

Groningen de hele wereld over of starten

op de Campus een eigen bedrijfje, een

multinational als IBM opende recent in

hartje stad een Service Center, goed voor

350 nieuwe ICT-banen. Het is, met de nu

al aanwezige kennis en het enorme po-

tentieel aan talent dat op dit moment nog

in de collegebanken zit, waar we in de na-

bije toekomst als Groningen de slag mee

gaan maken. En daar mogen we met z'n

allen hier in het Noorden beretrots op

zijn!”

www.gemeente.groningen.nl

www.cityoftalent.nl

GEMEENTE GRONINGEN

Met stip op 2

Joost van Keulen: 'Ondernemen is een competentie voor ondernemers, de kracht van de gemeente is het

intermediair zijn binnen het proces van het concretiseren van een idee.' Foto: Hans Banus.