Heilige-Drievuldigheidscollege Leuven
Infobrochure eerste graad
schooljaar 2015-2016
2
3
INHOUD
Studieaanbod ................................................................................... 4
Eerste jaar ......................................................................................... 5
Gemeenschappelijk aanbod 6 Eerste jaar Latijn 8 Eerste jaar Moderne Wetenschappen 8
Tweede jaar ..................................................................................... 10
Gemeenschappelijk aanbod 12 Tweede jaar Grieks-Latijn 14 Tweede jaar Latijn 15 Tweede jaar Moderne Wetenschappen 18
Studiebegeleiding ........................................................................... 20
Evaluatie en communicatie............................................................... 22
Einde van het trimester ..................................................................... 23
Einde van het schooljaar: deliberatie, attesten en adviezen .................... 24
Oudercontacten ................................................................................ 25
Leerlingenparticipatie ...................................................................... 26
Activiteiten .................................................................................... 27
4
Studieaanbod Het secundair onderwijs is opgebouwd uit drie graden van telkens twee leerjaren. Vanaf de tweede graad kennen we vier onderwijsvormen:
ASO = algemeen secundair onderwijs BSO = beroeps secundair onderwijs
KSO = kunst secundair onderwijs TSO = technisch secundair onderwijs
Onze school organiseert vanaf de tweede graad alleen ASO-richtingen.
Met het oog op verdere studies in het hoger onderwijs ligt in het ASO de klemtoon op een brede, algemene vorming. De vakken vormen geen doel op zich, ze zijn geen voorbereiding op een welbepaalde studierichting in het hoger
onderwijs. Ze willen vanuit een eigen invalshoek bijdragen tot je vorming.
De eerste graad is gemeenschappelijk: er bestaat nog geen onderscheid tussen de onderwijsvormen en alle leerlingen krijgen voor het grootste gedeelte
dezelfde vakken met eenzelfde aantal lestijden. In deze graad maak je geen studiekeuze die bepalend is voor later.
Uitzonderingen hierop zijn Grieks en Latijn: als je deze vakken wil nemen, moet je in het eerste leerjaar voor Latijn en in het tweede leerjaar voor Grieks kiezen.
Zonder deze voorkennis kunnen we je niet tot de tweede graad toelaten.
Studieaanbod HDC
5
Eerste jaar
In het eerste leerjaar krijg je 27 uren gemeenschappelijk. Onze school voegt hier nog één gemeenschappelijk lesuur L&L (Leef- en Leersleutels) aan toe.
De invulling van de overige vier lesuren is afhankelijk van je keuze.
Je hebt de keuze tussen:
Latijn Moderne wetenschappen
1e leerjaar A
Nederlands 5u
Frans 4u Wiskunde 4u Godsdienst 2u
Geschiedenis 1u Aardrijkskunde 2u
Natuurwetenschappen 2u Techniek 2u Lichamelijke Opvoeding 2u
Muzikale Opvoeding 1u Plastische Opvoeding 2u
Leef- en leersleutels 1u
Latijn
Moderne Wetenschappen
+ 2 uur COL
+ 4 uur Latijn + 1uur Frans
+ 1 uur wiskunde
Kiezen tussen Moderne Wetenschappen of Latijnse heeft niet alleen te maken
met de resultaten die je in het lager onderwijs hebt behaald. Ook interesse en inzet moeten aan de basis van die keuze liggen.
In de richting Moderne Wetenschappen, heb je voor Frans en wiskunde een uurtje meer. Bovendien hebben de leerlingen in deze richting twee uur per week
COL, competentie ontwikkelend leren (zie verder).
Leerlingen die voor de richting Latijn kiezen, zien uiteraard niet op tegen de studie van een nieuwe taal. Die taal neemt niet alleen vier uren van het lessenrooster in beslag, maar eist ook meer studiewerk thuis.
6
Gemeenschappelijk aanbod
Wiskunde
Wat jullie in de lagere school cijferen, hoofdrekenen, getallenkennis, toepassingen metend rekenen en meetkunde noemden, wordt in het secundair
onderverdeeld in getallenleer en meetkunde.
Tot nu hebben jullie vooral veel rekentechnieken geleerd en toch ook al wat meetkunde, maar vanaf nu gaan jullie ook de theorie hierachter leren. We leren namelijk ook definities en eigenschappen.
In de getallenleer maken we eerst kennis met de soorten getallen. We leren
nieuwe bewerkingen en een aantal eigenschappen krijgen nu ook een naam. We gaan stilaan ook getallen voorstellen door letters om er vergelijkingen en vraagstukken mee op te lossen.
In het deel meetkunde bestuderen we een aantal ruimtefiguren en wordt de
vlakke meetkunde opgebouwd, beginnende van een punt en een rechte. Met definities en eigenschappen wordt de meetkunde verder ontwikkeld. Op die manier wordt de wiskunde stap voor stap abstracter.
Frans Je hebt in het lager onderwijs reeds twee studiejaren Frans gevolgd. Voor alle
leerlingen gelden de eindtermen van het basisonderwijs als gemeenschappelijk startniveau. Een belangrijke doelstelling van het leerplan Frans is dat je taalvaardig wordt:
spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid zijn vier belangrijke onderdelen van de taalstudie. Je wordt hierop voorbereid door
tal van oefenmomenten en je wordt er ook uitgebreid over getoetst. Daarnaast wordt in de eerste graad een aanzet gegeven tot een beperkte maar doeltreffende grammaticale kennis.
Extra woordenschat verwerf je uit thema’s die aansluiten bij je leerwereld.
Verder maak je ook kennis met wat literatuur (boeken, artikels, strips, …). Je leert ook werken met de computer tijdens ICT-lessen en je oefent via online
websites. Je ziet: het is een uitgebreid maar gevarieerd en leerrijk programma.
Nederlands
Probeer dit even te lezen:
“toenernogmaarweinigmensekondenlezenensgreivebestonderernoggeenafsprakenooverhoejemoestscijveofjenuhijblijftofhaaiblaaiftschreefmaaktegeenversgil”1
Gelukt?
1 Toen er nog maar weinig mensen konden lezen en schrijven bestonden er nog geen afspraken over hoe je
moest schrijven. Of je nu hij blijft of haai blaaift schreef, maakte geen verschil.
7
Je merkt dat afspraken en regels nodig zijn en daarom proberen we die in de lessen Nederlands uit te leggen en vooral samen in te oefenen. Met die afspraken
en regels willen we je taalvaardiger maken: goed kunnen luisteren, kijken, lezen, spreken of schrijven vinden we daarom het belangrijkste. Ook als je later Frans, Engels of nog andere talen wil leren, is dat zinvol. Daarbij leer je ook om te gaan
met de computer, tenminste wat het deel tekstverwerking aangaat. En als je daarna in je vrije tijd nog een boek wil lezen, maken we je wegwijs in
spannende jeugdboeken.
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Aangezien de computer niet meer weg te denken is uit je dagelijks leven, starten
we al in het eerste jaar met een cursus ICT. Op een creatieve en praktische manier leer je omgaan met PC en allerhande nieuwe media.
Niet enkel de binnen- en buitenkant van een computer komen aan bod in de lessen techniek, maar op het einde van het jaar bezit je ook elementaire vaardigheden om te werken met belangrijke software, zoals het
besturingssysteem en tekstverwerking. Surfen op het internet en e-mail gebruiken ontbreken natuurlijk niet. Al deze vaardigheden verwerf je tijdens de
lessen Nederlands, Frans, wiskunde en Latijn.
Leef- en Leersleutels: L&L In het eerste en het tweede leerjaar werken we met jou tijdens een wekelijks
lesuur aan je sociale vaardigheden. In dit programma werk je aan je zelfvertrouwen. Je krijgt een positievere kijk op je eigen leven en je leert
verantwoordelijkheid op te nemen voor jezelf en de anderen. Wij bieden je een aantal leefsleutels aan die je helpen bij de ontwikkeling van
een zinvolle samenwerking thuis, op school, in je vriendenkring. We denken ook samen na over mogelijkheden om gezond te leven en hoe je positief kan
reageren op groepsdruk. De thema’s: Onze klas, vertrouwen in jezelf, kiezen is een risico, gevoelens
hebben en anderen, zijn enkele thema’s die aan bod komen in de lessen leefsleutels in het eerste jaar.
Daarnaast zal ook over ‘leren leren’ gesproken worden. De klassenleraar zoekt met jou naar een goede studiemethode. Je krijgt leersleutels om je
studieresultaten te verbeteren.
De thema’s: je studeerplaats, de werkorganisatie, je weekplanning, leren studeren, leren van je fouten en je examenvoorbereiding, zijn thema’s die aan
bod komen in de lessen leersleutels in het eerste jaar.
8
Eerste jaar Latijn
Latijn
Delirant isti Romani!
‘Rare jongens, die Romeinen !’ zegt Obelix met zijn wijsvinger aan zijn slaap. Meestal gebeurt dat op het ogenblik dat zijn vuisten jeuken om de Romeinen
ervan langs te geven, maar tot zijn grote spijt en onbegrip durven die zich net op dat moment niet te vertonen.
Zoals jullie misschien wel weten, ging het er in werkelijkheid heel anders aan toe. De Romein Julius Caesar versloeg met zijn legioenen de Galliërs totaal en kon het Romeinse gezag vestigen tot in de verste uithoeken van Gallië. Ook de
Oude Belgen moesten buigen voor het harde juk.
Samen met de veroveraars kwam er meer verfijning naar onze streken: de fruitteelt, de heerbanen, het schrift! De Romeinen bouwden in onze streken de eerste stenen huizen, en drukten hun stempel op het veroverde land.
De Romeinse cultuur in de veroverde gebieden was zo doordringend dat veel
provincies hun oorspronkelijke talen verloren en Latijn gingen spreken. Dat zijn de landen en streken waar nu nog een dochtertaal van het Latijn wordt gesproken: Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Wallonië… Heel wat andere
Europese talen stammen niet af van het Latijn, maar hebben er wel een massa woorden aan ontleend, zoals het Nederlands, Duits en vooral het Engels.
De studie van de taal vormt ook de hoofdbrok van de lessen Latijn. Daarbij is alles gericht op het begrijpen van Latijnse teksten en het omzetten ervan in
vloeiend Nederlands. Het grootste deel van het studiewerk bestaat uit het memoriseren van woordjes (in één richting: van het Latijn naar het Nederlands),
het leren van de spraakkunst en het toepassen ervan. Daarnaast gaat veel aandacht naar allerlei aspecten van de Romeinse
beschaving. Hoe zag het leven van een Romeinse jongen of meisje eruit? Waarom was het Romeinse leven zo sterk? Hoe werden de slaven behandeld?
enz.
Uitwegen naar het volgende jaar in onze school In onze school kan je met een A-attest in het tweede jaar kiezen voor Grieks-
Latijn, Latijn of Moderne Wetenschappen.
Eerste jaar LATIJN
Tweede jaar GRIEKS-LATIJN
Tweede jaar LATIJN
Tweede jaar MODERNE
WETENSCHAPPEN
9
Eerste jaar Moderne Wetenschappen
COL = Competentiegericht Onderzoekend Leren COL is een gloednieuw vak bij ons op school, sinds schooljaar 2014 – 2015. We waren al een tijdje op zoek naar een manier om leerlingen in contact te brengen
met competenties en met breed evalueren. Zo botsten we op het vak COL. Aangestoken door het enthousiasme van onze collega’s uit het Sint-
Pieterscollege en na het bijwonen van enkele vormingsnamiddagen, besloten we de sprong te wagen.
Wat zijn competenties?
algemene ontwikkelingscompetenties:
kwaliteitsvol werken
samenwerken
waarnemen
aanvoelen
verschillende manieren van denken
kijken vanuit jezelf
terugblikken
onderzoekscompetenties:
zoeken
verwerken
presenteren
10
werkwijze:
één thema per trimester: wordt gekozen uit de 5 interessegebieden
mens en maatschappij
kunst en creatie
taal en cultuur
wetenschap en techniek
economie en maatschappij
Groepswerk per 4 à 5 leerlingen
2 begeleidende leerkracht per 30 leerlingen, werken samen als co-teachers
(twee leerkrachten samen in de klas)
Onderzoek en verwerking van de informatie rond hun zelfgekozen
onderwerp binnen het thema
Presentatie van hun werk in de vorm die de leerlingen verkiezen
Breed evalueren:
niet voor punten
zelfevaluatie
groepsevaluatie
evaluatie door de leerkracht
Verloop van het eerste trimester: Elk trimester begint met 3 introductielessen, in de eerste les wordt er gesproken
over wat competenties zijn en welke competenties ontwikkeld worden. Nadien
volgen twee lessen over leren opzoeken en verwerken van informatie
Er volgt dan een prikkelmoment, dit is een uitstap in Leuven om kennis te maken
met het thema.
Tijden een volgende les gebeurt de groepsverdeling en kiezen de leerlingen een
onderwerp binnen het thema. Gedurende vier lessen zoeken en verwerken ze
informatie en maken ze een presentatie. Gedurende twee lessen worden de
presentaties gehouden.
Tot slot volgt de algemene evaluatie: over zichzelf, de groep, de presentatie, de
competenties. Ook de begeleidende leerkrachten en de ouders geven feedback
over het afgelegde traject.
Uitwegen naar het volgende jaar in onze school
In onze school kan je met een A-attest in het tweede jaar kiezen voor Moderne
Wetenschappen.
Eerste jaar MODERNE WETENSCHAPPEN
Tweede jaar MODERNE WETENSCHAPPEN
11
Tweede jaar
In het tweede leerjaar krijg je 25 uren gemeenschappelijk. Daarbij kies je een basisoptie, die de voorbereiding vormt op de studierichting in de tweede graad.
Je hebt de keuze tussen:
Grieks-Latijn Latijn Moderne wetenschappen
2e leerjaar A
25u gemeenschappelijk: Nederlands 4u
Frans 3u Wiskunde 4u Engels 2u
Godsdienst 2u Geschiedenis 2u
Aardrijkskunde 1u Natuurwetenschappen 1u
Techniek 2u Lichamelijke Opvoeding 2u Muzikale Opvoeding 1u
Leef- en leersleutels 1u
Latijn - Grieks Latijn Moderne Wetenschappen
+ 4u Latijn + 3u Grieks
+ 6u Latijn + 1u Frans
+ 1u wiskunde * L&L tijdens 1 lesuur van
Frans, wiskunde en Latijn, gedurende één derde van het schooljaar
+ 3u Wetenschappelijk Werk + 2u Socio-economische
Initiatie + 1u Frans
+ 1u wiskunde
* L&L tijdens 1 lesuur van Frans, wiskunde
en Nederlands gedurende één derde van het schooljaar
12
Omdat deze richtingen in de eerste plaats voorbereiden op een ASO-richting in de tweede en de derde graad, vragen de vakken van de gemeenschappelijke
basisvorming een vrij hoog studietempo. De leerkrachten verwachten van je dat je heel wat theorie verwerkt en dat je
getuigt van inzicht in de leerstof. Zo zal je zelf verbanden moeten leggen en zal je zelfstandig ook aan moeilijker opdrachten moeten werken.
Binnen deze richting wordt de leerstof grondig uitgediept. We gaan er dus vanuit dat je heel wat extra aankan en verwerkt.
Voor Nederlands, Frans en Engels betekent dit concreet dat je de grammatica
voor deze talen grondig onder de knie moet krijgen. Tevens zullen de aangeboden teksten behoorlijk complex van inhoud zijn.
Bij wiskunde zal je heel wat tijd besteden aan het verwerken van bewijzen uit de meetkunde en het maken van moeilijker opdrachten bij de getallenleer.
Kortom, een hele uitdaging!
Gemeenschappelijk aanbod
Leef- en Leersleutels: L&L In het eerste en het tweede leerjaar werken we met jou tijdens een wekelijks lesuur aan je sociale vaardigheden. In dit programma werk je aan je
zelfvertrouwen. Je krijgt een positievere kijk op je eigen leven en je leert verantwoordelijkheid op te nemen voor jezelf en de anderen.
Wij bieden je een aantal leefsleutels aan die je helpen bij de ontwikkeling van
een zinvolle samenwerking thuis, op school, in je vriendenkring. We denken ook samen na over mogelijkheden om gezond te leven en hoe je positief kan reageren op groepsdruk.
De thema’s: vriendschap, omgaan met verschillen en weerbaarheid, komen aan
bod komen in de lessen leefsleutels in het tweede jaar. Daarnaast zal in dit wekelijks L&L-uurtje ook over ‘leren leren’ gesproken
worden. De klasleraar zoekt met jou naar een goede studiemethode. Je krijgt leersleutels om je studieresultaten te verbeteren.
De thema’s: fasen bij het studeren, werking van het geheugen, oefeningen maken en de examenperiode, komen aan bod komen in de lessen leersleutels in
het tweede jaar.
13
Wiskunde
Op het einde van de eerste graad staat de leerling voor een keuze in verband met de vervolgopleiding wiskunde (vier of vijf uren per week in de tweede
graad). In het tweede jaar wordt deze oriëntering voorbereid. De verwerking van de leerinhouden (basis en/of uitbreiding) bevat voldoende uitdagingen opdat de leerlingen zich een reëel beeld zouden kunnen vormen van hun mogelijkheden
en van de consequenties van hun keuze.
Engels
Bijna dagelijks komen we in mindere of meerdere mate via televisie, radio, muziek, film, Internet, computerspelletjes, advertenties, …in contact met allerlei vormen van gesproken en geschreven Engels. Onbewust beschikken veel
leerlingen al over een variërend aantal leen- of modewoorden waarmee zij in hun dagelijkse omgangstaal vertrouwd zijn.
Bepaalde situaties creëren een behoefte aan een vlotte communicatie. Zodoende worden nuttige communicatieve vaardigheden aangebracht en ingeoefend. De
taalsituaties zijn gesitueerd binnen de ervaringswereld en de belangstellingssfeer van de leerlingen:
kennismaken gesprekken over familie, hobby’s
de school, het schoolleven thuis: maaltijden, huishoudelijke taken, zeggen waar men woont ziekte, doktersbezoek
vrienden uitnodigen, telefoneren, bezoeken, … stad, dorp, streek
reizen, vakantieplannen, vertellen over reiservaringen. De vaardigheden (luisteren, spreken, lezen en schrijven) worden geëvalueerd via
permanente evaluatie en vertegenwoordigen 60% van de punten voor Engels.
14
Tweede jaar Grieks-Latijn
Profiel van de studierichting Deze studierichting kun je aanvatten als je:
interesse hebt voor oude culturen, hun taal en hun geschiedenis aanleg hebt voor woord- en zinsontleding
over voldoende taalvaardigheid beschikt en belangstelling hebt voor de studie van talen
in het eerste jaar goede resultaten behaalt voor zowel Latijn als je andere
vakken
Deze richting is een vervolg op de cursus Latijn van het eerste jaar.
Omschrijving van enkele richtingsvakken:
Grieks
“ “ doet een Grieks schaap, en een Griekse kikker kwaakt “
!“. Een Griek jammert niet van “oeioeioei” maar van “ ! “.
Het lijkt wel een geheimschrift, dat Grieks, maar al na drie weken ben je gewend aan de 24 Griekse letters en vertaal je al je eerste Griekse zinnetjes naar het
Nederlands. Omdat je van in het eerste jaar Latijn kent, kan je snel vorderingen maken in deze klassieke taal, die immers ook met naamvallen werkt. Je zal verbaasd staan hoeveel Griekse woorden in hedendaagse wetenschappelijke
benamingen worden gebruikt.
Uiteraard ontbreekt de Griekse cultuur in de lessen niet. De Romeinen waren er zich goed van bewust dat zij weliswaar Griekenland hadden veroverd, maar in wetenschap en kunst moesten onderdoen voor de Grieken. Gretig kopieerden de
Romeinen de Griekse standbeelden en haalden ze Griekse filosofen en dokters naar Rome. Anderzijds gingen jonge Romeinen hun opleiding in Griekenland
voltooien bij één of andere vermaarde rhetor.
De Griekse invloed ging zo ver dat de Romeinen zelfs hun godsdienst gingen spiegelen aan de Griekse mythologie. Deze onuitputtelijke bron van verhalen over goden en mensen biedt een brede kijk op het Griek-zijn en op het mens-
zijn. Er zal dus in de lessen Grieks ruim plaats worden gemaakt voor de mythologische verhalen.
15
Latijn
In het tweede jaar Latijn werk je verder aan de basiskennis: je moet vrij veel nieuwe stof instuderen, maar echt moeilijk is bijvoorbeeld de grammatica niet.
Als je in het tweede jaar Latijn volgt, moet je eerst en vooral bereid zijn regelmatig de stof bij te houden. Het begint met aandachtig volgen in de les zelf. Maar verder heb je in principe iedere dag thuis wel iets te doen voor Latijn:
woordjes, stamtijden en grammatica leren en herhalen, oefeningen voorbereiden en afwerken, stukken teksten vertalen…Labor omnia vincit: inspanning overwint
alles. Als je op die manier bezig bent met Latijn, gebeuren er veel zaken tegelijk. Je
verrijkt je moedertaal én je moderne talen (Frans, Engels). Je geheugen wordt permanent geoefend. Doorheen de leesteksten en cultuurlessen word je
ondergedompeld in de wereld van de Romeinen. Je leert moeilijke problemen ontleden, je ontwikkelt een gestructureerde manier van denken. Je leert werken en je organiseren. Kortom: als je Latijn leert, leer je véél meer dan Latijn alleen!
Je maakt waar wat de Romeinen zelf al zegden: Non scholae sed vitae discimus: we leren niet voor de punten, maar voor onszelf!
In het vuur van de strijd kan je je wel eens afvragen: waarom? Het is begrijpelijk dat je op jonge leeftijd niet altijd goed inziet waarvoor je al die
inspanningen moet doen. Vertrouw dan op de ervaring van al die mensen die na hun humaniora tevreden terugkijken op hun studie van Latijn.
Uitwegen naar de volgende graad
In onze school kan je met een A-attest in het derde jaar kiezen voor Grieks-Latijn, Latijn, Economie, Humane Wetenschappen of Wetenschappen.
Tweede jaar GRIEKS-LATIJN
Derde jaar GRIEKS-LATIJN
Derde jaar LATIJN
Derde jaar ECONOMIE
Derde jaar HUMANE WETENSCHAPPEN
Derde jaar WETENSCHAPPEN
16
Tweede jaar Latijn
Profiel van de studierichting Deze studierichting kun je aanvatten als je:
interesse hebt voor oude culturen, hun taal en hun geschiedenis aanleg hebt voor woord- en zinsontleding
over voldoende taalvaardigheid beschikt en belangstelling hebt voor de studie van talen
in het eerste jaar goede resultaten behaalt voor zowel Latijn als de andere
vakken
Deze richting is een vervolg op de cursus Latijn van het eerste jaar.
Omschrijving van enkele richtingsvakken
Latijn
In het tweede jaar Latijn werk je verder aan de basiskennis: je moet vrij veel nieuwe stof instuderen, maar echt moeilijk is bijvoorbeeld de grammatica niet.
Als je in het tweede jaar Latijn volgt, moet je eerst en vooral bereid zijn regelmatig de stof bij te houden. Het begint met aandachtig volgen in de les zelf. Maar verder heb je in principe iedere dag thuis wel iets te doen voor Latijn:
woordjes, stamtijden en grammatica leren en herhalen, oefeningen voorbereiden en afwerken, stukken teksten vertalen…Labor omnia vincit: inspanning overwint
alles. Als je op die manier bezig bent met Latijn, gebeuren er veel zaken tegelijk. Je
verrijkt je moedertaal én je moderne talen (Frans, Engels). Je geheugen wordt permanent geoefend. Doorheen de leesteksten en cultuurlessen word je
ondergedompeld in de wereld van de Romeinen. Je leert moeilijke problemen te ontleden, je ontwikkelt een gestructureerde manier van denken. Je leert werken en je organiseren. Kortom: als je Latijn leert, leer je véél meer dan Latijn alleen!
Je maakt waar wat de Romeinen zelf al zegden: Non scholae sed vitae discimus: we leren niet voor de punten, maar voor onszelf!
In het vuur van de strijd kan je je wel eens afvragen: waarom??? Het is begrijpelijk dat je op jonge leeftijd niet altijd goed inziet waarvoor je al die
inspanningen moet doen. Vertrouw dan op de ervaring van al die mensen die na hun humaniora tevreden terugkijken op hun studie van Latijn.
17
Uitwegen naar de volgende graad
In onze school kan je met een A-attest in het derde jaar kiezen voor Latijn, Economie, Humane Wetenschappen of Wetenschappen.
Tweede jaar LATIJN
Derde jaar LATIJN
Derde jaar ECONOMIE
Derde jaar HUMANE
WETENSCHAPPEN
Derde jaar WETENSCHAPPEN
18
Tweede jaar Moderne Wetenschappen
Profiel van de studierichting De richting Moderne Wetenschappen wil je meenemen op een verkenningstocht doorheen het ingewikkelde netwerk van onze hedendaagse samenleving.
Het is de bedoeling van deze richting dat je kennismaakt met fysica en chemie bij WW en economische en humane wetenschappen bij SEI.
Omschrijving van enkele richtingsvakken
Wetenschappelijk werk (W.W.)
Tijdens de lessen W.W. willen we je laten aanvoelen en begrijpen hoe wetenschap ontstaat en groeit en hoe in de natuurwetenschappen inzicht, begrip
en kennis worden verworven. Dit gebeurt door het uitvoeren van proeven in groepjes van twee leerlingen en dit tijdens gesplitste lesuren, gegeven in een aangepast vaklokaal. Door deze
proeven leer je niet alleen natuurkundige feiten of een goede wetenschappelijke werkwijze. Je zal ook leren samenwerken en proeven leren opbouwen en
uitvoeren, steeds met aandacht voor veiligheid en nauwkeurigheid.
Tijdens de lessen W.W. verrichten we dus werk (proeven) op (natuur)wetenschappelijk gebied. We willen je een voorsmaakje geven van de natuurwetenschappelijke vakken fysica en chemie die je in de tweede graad zal
volgen. Deze cursus zorgt dat je een stapje voor hebt in een meer wetenschappelijke richting na het tweede jaar, maar is er geen vereiste toe.
Als het bouwen van elektrische schakelingen, experimenteren met licht en geluid, de werking van een hefboom en de mysteries van zinken en zweven je interesseren, dan is W.W. jouw vak!
Socio-economische initiatie (S.E.I.) In dit vak worden een aantal onderwerpen waar je in het dagelijkse leven mee te
maken krijgt, van nabij bekeken. Theorie wordt toegepast op actuele situaties en gestaafd met gepaste voorbeelden, opdat je de wereld rondom jou beter zou begrijpen.
De drie grote thema’s zijn:
Ik als consument
Ik als deel van het gezin
Ik en de gemeenschap
Dit is slechts een greep uit het lessenpakket. Als bovenstaande onderwerpen je boeien en als je actief wil deelnemen aan klassikale besprekingen van actuele
gebeurtenissen, dan zit je goed!
19
Uitwegen naar de volgende graad In onze school kan je met een A-attest kiezen voor Economie, Humane Wetenschappen of Wetenschappen.
Derde jaar ECONOMIE
Derde jaar WETENSCHAPPEN
Derde jaar HUMANE WETENSCHAPPEN
Tweede jaar MODERNE WETENSCHAPPEN
20
Studiebegeleiding
Splitsingsuren Voor Nederlands, wiskunde, klassieke talen en Engels wordt in onderlinge
combinatie één van de voorziene lestijden aan de halve klasgroep gegeven. Tijdens alle lesuren techniek en wetenschappelijk werk wordt de klasgroep
verdeeld over de twee leraars. Dit biedt de gelegenheid om te differentiëren, een aantal moeilijkheden
extra in te oefenen, aan bepaalde vakonderdelen intensiever te werken of onderzoekend leren toe te passen.
Co-teachinguren
In het vak Frans wordt één uur uit het pakket door 2 leerkrachten gegeven die
als co-teachers voor de klas staan. Zij bereiden samen de les voor en ondersteunen mekaar en de leerlingen.
Dit biedt de gelegenheid om te differentiëren en een aantal moeilijkheden extra
in te oefenen of aan bepaalde vakonderdelen intensiever te werken.
Inhaallessen
Tijdens de ruime middagpauze worden inhaallessen gegeven inhaallessen voor Nederlands, Frans, wiskunde en studiemethode in het eerste en tweede jaar.
Wanneer je door afwezigheid een stuk leerstof gemist hebt of als blijkt dat je een
bepaald onderdeel onvoldoende verwerkt hebt, kan de vakleraar je naar de inhaalles verwijzen. Deze les wordt meestal niet door je eigen vakleraar gegeven.
Als je leraar je naar de inhaalles verwijst, ben je verplicht ze bij te wonen. Dit
betekent zeker niet dat deze inhaalles een straf is; ze is bedoeld om je te helpen. Daarom heeft ze plaats van 12u40 tot 13u10, zodat je niet hoeft na te blijven.
Ook je ouders of jijzelf kunnen aan je leraar vragen of je naar de inhaalles mag, indien jullie dit nodig zouden vinden.
Tijdstip en locatie van de inhaallessen worden uitgehangen in de klas.
Voor iemand die het globaal moeilijk heeft om te volgen, dus herhaaldelijk en voor verscheidene vakken problemen heeft, zal het echter veeleer demotiverend
zijn voortdurend naar de inhaalles te moeten. In dat geval zal wellicht een andere oplossing moeten worden gezocht, in overleg met je vakleraar(s), je klasleraar, de studieprefect en de C.L.B.-vertegenwoordiger.
21
Vijf wordt zeven Naast de inhaallessen die door een leraar worden gegeven zijn er ook
inhaallessen die door medeleerlingen worden gegeven. Leerlingen van de derde graad zullen je met plezier helpen. Je hoeft geen afspraak te maken, ze zijn elke middag te vinden in een vast lokaal.
Leren leren
Elke klasleraar zal tijdens het wekelijkse L&L-uurtje (Leef- en leersleutels) tijd besteden aan studiemethode. Het efficiënt gebruik van de agenda, het bijhouden
van de toetsenmap, de werkorganisatie, de stappen van het studeren, …zijn enkele belangrijke aandachtspunten. Daarnaast zal de klasleraar je begeleiden bij de examenvoorbereiding (plannen en structureren)
Begeleidingsverslag Bij ernstige of aanhoudende tekorten (in de loop van het trimester of na een examen) zal de vakleraar een begeleidingsverlag opstarten. Na een analyse van
de tekorten door vakleraar, leerling(e) en ouders zal de leerling(e) van de leraar een persoonlijke en specifieke begeleiding krijgen: extra oefeningen,
lesvoorbereidingen laten nakijken, inhaallessen volgen,…
Zware boekentassen in het eerste jaar? In de klas zijn handboeken Nederlands en Frans aanwezig. Deze handboeken hoef je dus nooit mee te brengen.
In het aardrijkskundelokaal zijn atlassen aanwezig.
Eén handboek per bank voor: wiskunde, aardrijkskunde, natuurwetenschappen … Dit in samenspraak met de vakleraar.
Werkboeken: de leerling dient niet alle werkbladen van het werkboek mee te
brengen, alleen de werkbladen van het thema dat wordt behandeld. De werkbladen voor Nederlands, Frans en wiskunde zitten in één dikke ringmap.
De werkbladen voor natuurwetenschappen, aardrijkskunde, geschiedenis, muziek, techniek en godsdienst zitten in dunne mapjes. Elk vak afzonderlijk. De
mapjes worden alleen meegenomen naar school op de dagen dat het vak wordt gegeven.
Sportkleding kan in de klas blijven. De kleding dient regelmatig wel eens mee naar huis genomen te worden om te wassen…
De inhoud van de pennenzak kan je beperken tot een minimum!
22
Evaluatie en communicatie
Toetsen We vinden het belangrijk je te stimuleren om de leerstof dagelijks te verwerken
en in te studeren. Om je voldoende feedback en reflectie op je vorderingen te geven zullen de leraars geregeld kleine, onverwachte toetsen afnemen. Deze
toetsen handelen uitsluitend over de leerstof van de vorige les. Op geregelde tijdstippen zullen ook toetsen over een groter leerstofdeel
afgenomen worden: herhalingstoetsen. Zo verkrijg je meer inzicht in de leerstof en leer je verbanden te leggen.
Deze herhalingstoetsen worden door de leraar steeds tijdig aangekondigd en ingegeven op smartschool, vermeld in de planningsagenda en genoteerd op de ‘gele fiche’. De ‘gele fiche’ is een kalender op het prikbord in de klas, waarop alle
aangekondigde taken, groepswerken en herhalingstoetsen door de vakleraars worden genoteerd. De afspraak is dat er niet meer dan drie herhalingstoetsen
per week gepland worden, en maximum één per dag. Hierdoor begeleiden we je in je studieplanning.
Alle toetsen en taken worden, na verbetering en bespreking in de klas, bewaard in een toetsenmap. Je klasseert zelf de toetsen en taken per vak. Het
overzichtsblad helpt bij het terugvinden van toetsen en taken bij de voorbereiding van de examens. Daarnaast bevat de toetsenmap ook handige bladwijzers met interessante studietips voor alle vakken.
De toetsenmap wordt thuis bewaard, maar kan door de leraars ter controle worden opgevraagd.
Tweewekelijks rapport
Het rapport geeft een overzicht van de toetsresultaten van de laatste weken. Op het tweewekelijkse rapport staat per vak het gemiddelde van de toetsen per vak
op een maximumscore van tien punten vermeld. Onder de rubriek ‘bemerkingen’ is ruimte voorzien waar de vak- en klasleraar
opmerkingen in verband met studie (houding, motivatie, inzet, resultaten), huistaken, opdrachten en gedrag kunnen noteren in de vorm van een
woordrapport. Op die manier is het rapport een neerslag van de dagelijkse vaststellingen en waarderingsoordelen van de leraars in verband met de schoolvorderingen, het
gedrag en de leerhouding van de leerling(e).
Daarnaast kunnen leraars ook op toetsen of in de planningsagenda opmerkingen noteren.
Het rapport dient telkens door een ouder te worden ondertekend.
23
Einde van het trimester
Examens
In het eerste jaar wordt het schooljaar verdeeld in drie trimesters, met op het einde van elk trimester een examenreeks voor de vakken: aardrijkskunde,
natuurwetenschappen, Frans, geschiedenis, Latijn, Nederlands en wiskunde. Dit zijn alle vakken die geen permanente evaluatie hebben.
In het tweede jaar wordt het schooljaar verdeeld in drie trimesters; er zijn examens voor alle vakken, behalve de vakken met permanente evaluatie, op het
einde van het eerste en derde trimester. Op het einde van het tweede trimester zijn er uitsluitend examens voor vakken met minstens drie lesuren per week (Latijn, Grieks, Nederlands, Frans, wiskunde,
wetenschappelijk werk). De vakken aardrijkskunde, natuurwetenschappen, geschiedenis, socio-
economische initiatie en Engels hebben dus slechts twee examenmomenten tijdens het jaar.
Permanente evaluatie Permanente evaluatie betekent dat de leraar je gedurende heel het trimester
quoteert op toetsen, taken, opdrachten… . De verwerking van deze scores bepaalt het eindresultaat voor het betreffende vak. Voor deze vakken of vakonderdelen volgt geen examen op het einde van het
trimester.
De vakken godsdienst, techniek, muzikale opvoeding, plastische opvoeding en lichamelijke opvoeding werken volgens het principe van ‘permanente evaluatie’.
Dagelijks Werk Eerste jaar: gemaakt op het einde van elk trimester wordt een totaal van de resultaten van de toetsen: aardrijkskunde, natuurwetenschappen, geschiedenis,
Latijn, wiskunde, Nederlands en Frans. De punten van Dagelijks Werk vertegenwoordigen voor 50% van de vakken,
voor Frans is dat 60%.
Tweede jaar: volgende vakken maken op het einde van het trimester een totaal van de resultaten van de toetsen: aardrijkskunde, natuurwetenschappen, geschiedenis, Grieks, Latijn, socio-economische initiatie, wetenschappelijk werk,
wiskunde, Nederlands, Frans en Engels. De punten van Dagelijks Werk vertegenwoordigen 50% van de maximum.
Bij Frans en Engels is dat 60% van het maximum.
24
Einde van het schooljaar: deliberatie, attesten en adviezen
Op het einde van het schooljaar oordeelt de delibererende klassenraad, onder voorzitterschap van de directie, of je al dan niet bekwaam geacht wordt het
volgende schooljaar je studie verder te zetten in een hoger leerjaar, zo nodig met uitsluiting van bepaalde onderwijsvormen of studierichtingen. De eindbeoordeling resulteert in de toekenning van het attest en de formulering van
een advies.
Een A-attest: je mag zonder voorbehoud naar het volgende jaar overgaan. Een B-attest: je mag mits bepaalde beperkingen (clausuleringen) overgaan;
je mag ook het jaar overzitten.
Een C-attest: je moet her leerjaar overzitten.
De eindbeslissing van de deliberatie is definitief.
Een leerling(e) die bij een examen een oneerlijk middel gebruikt, verliest daardoor al de punten aan dit examen verbonden. Hij/zij moet bovendien tijdens de vakantie een bijkomende proef afleggen voor het betreffende vak. De
eindbeoordeling van de delibererende klassenraad wordt verdaagd tot na deze bijkomende proef.
Als de klassenraad van oordeel is dat je wel geslaagd bent, maar een onderdeel van de leerstof van één of meerdere vakken tijdens de vakantie wat moet
uitdiepen of op peil houden om volgend schooljaar goed voorbereid te kunnen starten, kan de klassenraad je een vakantietaak opleggen.
In sommige gevallen kan je ondanks een (zeer) zwak resultaat voor een vak toch een A-attest toegekend krijgen, aangevuld met een waarschuwing naar het
volgende schooljaar toe. Je krijgt dan één jaar tijd om onder begeleiding (met een opvolgingsverslag) dat vak bij te werken. Bij de deliberatie op het einde
van het volgende schooljaar houdt de klassenraad dan rekening met het verslag van de vakleraar.
25
Oudercontacten
Bij het volgen van de schoolvorderingen en de evolutie van de leerling is een vlotte communicatie tussen alle betrokken partijen bij de schoolvorderingen erg
belangrijk. Naast de georganiseerde ouderavonden kunnen ouders steeds contact opnemen met de klasleraar, een vakleraar, de graadcoördinator of de directie.
Daarnaast zijn de planningsagenda en het veertiendaags rapport handige communicatiemiddelen.
Eerste jaar
eind september is er een ‘openklas’ ouderavond waarop de klassenleraar
toelichtingen geeft bij onze werkwijze, de inhoud van de leef- en leersleutels en al de vragen van de ouders beantwoordt
november: thema-avond die aansluit bij de leefsleutellessen na de kerstexamens: indien nodig kan de klassenleraar de ouders in
december uitnodigen
januari: oudercontact waarop alle vakleraars aanwezig zijn Mei: infoavond en oudercontact. De vakleraars geven advies bij de
voorlopige studiekeuze. Juni, na de proclamatie: indien nodig kan de klassenleraar de ouders
uitnodigen.
Tweede jaar
oktober: indien nodig kan de klassenleraar de ouders uitnodigen.
november: thema-avond die aansluit bij de leefsleutellessen na de kerstexamens: indien nodig kan de klassenleraar de ouders
uitnodigen. januari: ouderavond waarop alle vakleraars aanwezig zijn. mei: infoavond en ouderavond. De vakleraars van de hoofdvakken geven
advies bij de voorlopige studiekeuze. juni, na de proclamatie: indien nodig kan de klassenleraar de ouders
uitnodigen.
26
Leerlingenparticipatie Je kan betrokken worden bij het reilen en zeilen van jouw school door actieve
leerlingenparticipatie. Dit houdt verband met alle mogelijke activiteiten waardoor leerlingen via contacten, dialoog, acties of eigen initiatieven invloed uitoefenen
op de manier van samenleven op school. Er zijn verschillende initiatieven.
De leerlingenraad Deze bestaat uit de klasafgevaardigden van alle klassen van de eerste graad. De
vergaderingen worden voorgezeten door leerlingen van de derde graad. Samen bespreken ze thema’s die het schoolleven kunnen verbeteren, organiseren ze
activiteiten en sporttornooien, … De leerlingenraad heeft verschillende werkgroepen en engageert zich zo voor goede doelen, sport, communicatie, …
De leerlingenraad vertegenwoordigt de leerlingen in de schoolraad
Vijf wordt zeven
Leerlingen van de derde graad bij wie je tijdens de middagpauze steeds terecht kan om uitleg te vragen over de leerstof. Deze leerlingen zullen in hun eigen
bewoording trachten te antwoorden op de concrete vragen van de leerlingen. Geen afspraak maken; de leerlingen staan steeds klaar om je te helpen.
MOS Milieuzorg op school is een heet hangijzer van deze tijd. Leerlingen denken
samen met leerkrachten na hoe ze de school duurzamer kunnen maken.
Mission: Impossible?
Leerlingen van de eerste graad die zich samen met enkele leerkrachten op vrijwillige basis engageren om sociale thema’s op school voor te bereiden en acties voor alle leerlingen uit te werken. De jaarlijkse actiedag is steeds het
kroonstuk op het werk van deze hechte groep.
Peters en meters Alle klassen van de eerste graad hebben peters en/of meters. Dit zijn leerlingen van het zesde jaar die de eerstejaars vanaf de eerste schooldag helpen zich goed
te voelen op school, hun weg te vinden, twijfels weg te nemen… Ze kunnen samen met de klassenleraar, leuke klasactiviteiten tijdens de
middagpauze of naschools organiseren. De peters en meters gaan ook met hun klas mee op verschillende schoolactiviteiten: de sportdag, de vastenvoettocht, de actiedag, de
voetbaltoernooitjes en nog meer.
27
Activiteiten
Middagactiviteiten en naschoolse activiteiten Tijdens de lange middagpauze van een uur en tien minuten kunnen onze
leerlingen deelnemen aan allerlei activiteiten. Een gezonde geest in een gezond lichaam, samen met een brede ontplooiing is het doel.
Een greep uit het aanbod:
STUDIE SPORT RECREATIE
o Studie in stilte o Zaalvoetbal o Boetseren o Vijf wordt zeven o Tafeltennis o Gitaarlessen
o Inhaallessen o Basketbal o Recreatiezaal en gezelschapsspelen
o Dans o Informatica
o Badminton o Bibliotheek o Volleybal o Middagatelier
o Koor o Strategiespelen o Fanfare
28
Top Related