Welkom
Voorganger dhr de Kok organist Joh de Vries
Thema: “In hetzelfde schuitje Anno Domini 2016”
VDD JdH 406Uren, dagen,
Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen; ach, wij vinden, waar wij staren, niets bestendigs hier beneên! Op de weg, die wij betreden,
staat geen voetstap, die beklijft; al het heden wordt verleden,
schoon 't ons toegerekend blijft!
Dat de tijd hier 't al verover', aan geen tijdperk hangt mijn lot;
Gij, Gij blijft mij altijd over, Gij blijft eindeloos mijn God. Welk een ramp mij hier ook
nader‘, 'k vind in U mijn rustpunt weer; Gij blijft in Uw' Zoon mijn Vader,
wat verander, wat verkeer'.
Snelt dan, jaren, snelt vrij henen met uw blijdschap en verdriet;
welk een ramp ik moog bewenen, God, mijn God, verandert niet.
Blijft mij alles hier begeven, voortgeleid door Zijne hand, schouw ik uit dit nietig leven
in mijn eeuwig vaderland.
Welkom
Voorganger dhr de Kok organist Joh de Vries
Thema: “In hetzelfde schuitje Anno Domini 2016”
P 107 – 1,7Gods goedheid houdt ons staande
Psalm 107 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 107 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 107 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 107 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Stil gebedVotum en groet
Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot
eeuwigheid.Amen.
Lied ter verootmoediging G 419 – 1, 2 O God die ….
O God die de gedachten (LvdK 419)
t. G.A. Bredero; m. Straatsburg 1539 / Genève 1551
O God die de gedachten (LvdK 419)
t. G.A. Bredero; m. Straatsburg 1539 / Genève 1551
O God die de gedachten (LvdK 419)
t. G.A. Bredero; m. Straatsburg 1539 / Genève 1551
O God die de gedachten (LvdK 419)
t. G.A. Bredero; m. Straatsburg 1539 / Genève 1551
Gebed ter verootmoediging
Jaarthema Navolging: Dietrich Bonhoeffer, de oproep
tot navolging
Regel der dankbaarheid uitGalaten 5 : 13 t/m 22 HSV
Geen misbruik van de vrijheid13 Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen
niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het
vlees; maar dien elkaar door de liefde.
14 Want de hele wet wordt in één woord
vervuld, namelijk hierin:
U zult uw naaste liefhebben als uzelf.
15 Maar als u elkaar bijt en verslindt, pas dan op dat u niet door elkaar verteerd
wordt.16 Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet
volbrengen.
17 Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest
tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen.18 Als u echter door de Geest
geleid wordt, bent u niet onder de wet.
19 Het is bekend wat de werken van het vlees zijn,
namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid,
20 afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie,
afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer,21 jaloersheid, moord,
dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke;
waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat
wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet
zullen beërven.22 De vrucht van de Geest is echter: liefde,
blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid,
zelfbeheersing.
ELB 314 – 1, 2Maak mij rein voor U
Maak mij rein voor U (EL 314) t. & m. B. Doerksen; v. P. van Essen
Maak mij rein voor U (EL 314) t. & m. B. Doerksen; v. P. van Essen
Maak mij rein voor U (EL 314) t. & m. B. Doerksen; v. P. van Essen
Maak mij rein voor U (EL 314) t. & m. B. Doerksen; v. P. van Essen
Maak mij rein voor U (EL 314) t. & m. B. Doerksen; v. P. van Essen
Maak mij rein voor U (EL 314) t. & m. B. Doerksen; v. P. van Essen
Gebed om verlichting met de Heilige Geest.
Kinderlied ELB 425Dit is de dag
Dit is de dag (EL 425) t. & m. D. Garratt
Dit is de dag (EL 425) t. & m. D. Garratt
Wij gaan,tot straks!!
Lezen OT Jona 1
Lezen Jona 111 Het woord van de HEERE kwam tot Jona, de zoon van
Amitthai:2 Sta op, ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar,
want hun kwaad is opgestegen voor Mijn aangezicht.
3 Maar Jona stond op om naar Tarsis te vluchten, weg van het
aangezicht van de HEERE.
Hij daalde af naar Jafo en vond een schip dat naar Tarsis ging. Hij betaalde de prijs voor de overtocht en ging aan boord
om met hen mee te gaan naar Tarsis, weg van het aangezicht
van de HEERE.
4 Maar de HEERE wierp een hevige wind op de zee; er ontstond een zware storm op de zee, zodat het
schip dreigde te breken.5 Toen werden de zeelieden
bevreesd en zij riepen, ieder tot zijn god. Zij wierpen de lading die in het schip was, in de zee om het daardoor lichter te maken. Maar
Jona was afgedaald in het ruim van het schip, was gaan liggen en was
in een diepe slaap gevallen.
6 De kapitein kwam bij hem en zei tegen hem: Hoe kunt u zo diep in slaap zijn! Sta op, roep uw God aan! Misschien zal die God aan
ons denken, zodat wij niet vergaan!
7 Daarop zeiden de mannen tegen elkaar: Kom, laten wij het lot
werpen, zodat wij weten door wie dit onheil ons overkomt. Zij
wierpen het lot, en het lot viel op Jona.
8 Toen zeiden zij tegen hem: Vertel ons toch door wie dit
onheil ons overkomt. Wat is uw werk en waar komt u vandaan? Wat is uw land en van welk volk
bent u?9 Hij zei tegen hen: Ik ben een
Hebreeër en ik vrees de HEERE, de God van de hemel,
Die de zee en het droge gemaakt heeft.
10 Toen werden de mannen zeer bevreesd, en ze zeiden tegen hem:
Hoe hebt u dit kunnen doen? De mannen wisten namelijk dat hij op
de vlucht was, weg van het aangezicht van de HEERE, want
hij had het hun verteld.11 Zij zeiden dan tegen hem: Wat moeten wij met u doen, zodat de zee ons met rust laat? Want de
zee werd hoe langer hoe onstuimiger.
12 Daarop zei hij tegen hen: Pak mij op en werp mij in de zee; dan zal de zee u met rust laten, want ik weet dat deze zware storm u
omwille van mij overkomt.13 De mannen roeiden echter
om het schip terug te brengen naar het droge. Maar zij konden het niet, want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger tegen
hen.
14 Toen riepen zij de HEERE aan en zeiden: Och HEERE, laat ons toch niet vergaan om het leven
van deze man! Leg geen onschuldig bloed op ons! Want
U, HEERE, doet zoals het U behaagd heeft.
15 Daarop pakten zij Jona op en wierpen hem in de zee. En de
woedende zee kwam tot bedaren.
16 Toen werden de mannen zeer bevreesd voor de HEERE; zij
brachten de HEERE een slachtoffer en legden geloften
af.17 En de HEERE beschikte een
grote vis om Jona op te slokken. Jona was drie dagen en drie nachten in het binnenste
van de vis.
Lezen Lukas 8 : 22 t/m 25De storm gestild
22 Het gebeurde op een van die dagen dat Hij met Zijn
discipelen aan boord van een schip ging. En Hij zei tegen
hen: Laten wij overvaren naar de overkant van het meer. En
zij voeren weg.
23 Toen zij voeren, viel Hij in slaap. En er viel een stormwind
neer op het meer, en hun schip liep vol water en zij
waren in nood.24 Zij gingen naar Hem toe,
wekten Hem en zeiden: Meester, Meester, wij vergaan! Toen stond Hij op en bestrafte
de wind en de golven. En ze gingen liggen en er kwam stilte.
25 Hij zei tegen hen: Waar is uw geloof? Maar zij waren
bevreesd en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar:
Wie is Deze toch, dat Hij ook de winden en het water bevel geeft en ze Hem gehoorzaam
zijn?
Lezen Openbaring 21 : 1 t/m 7De nieuwe hemel en de
nieuwe aarde211 En ik zag een nieuwe
hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de
eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was
er niet meer.
2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem,
neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een
bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is.
3 En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de
tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen,
en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun
God zijn.4 En God zal alle tranen van
hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite
zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
5 En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.
En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn
waarachtig en betrouwbaar.6 En Hij zei tegen mij: Het is
geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde.
Wie dorst heeft,
zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van
het water des levens.7 Wie overwint, zal alles
beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een
zoon zijn.
P 69 – 4, 8Tot U, o Heer,
Psalm 69 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 69 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 69 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551
Psalm 69 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois 1551
In hetzelfde schuitje Anno Domini 2016
Wat betekent het dat we Anno Domini,
in het jaar van de Heer, de Heer Jezus, 2016, met Hem
in hetzelfde schuitje zitten?
1. de hoofdpersonen – Jona en Jezus -
2 de bemanningsleden – godsdienstige schippers
en de discipelen
3 het geloof
4 Waar is ons geloof?
5 voorbeelden van Gods vervulling en macht door de werking
van Zijn Geest
Conclusie - Anno Domini, Het jaar van de Heer, 2016
ELB 187 – 1, 2, 3‘t Scheepke onder Jezus hoede
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
‘t Scheepke onder Jezus’ hoede (EL 187) t. & m. anoniem
Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God de Vader (EL 274a) t. Credo; m. P.C. van Westering
Ik geloof in God de Vader (EL 274a) t. Credo; m. P.C. van Westering
Ik geloof in God de Vader (EL 274a) t. Credo; m. P.C. van Westering
Ik geloof in God de Vader (EL 274a) t. Credo; m. P.C. van Westering
Dankzegging, voorbeden,Onze Vader
Collecte1ste Bouw- en onderhoudsfonds
2de eigen gemeente
Opw 70 – 1, 4Heer, onze God, hoe ….
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam (EL 343)
t. J. Visser; m. F.C. Atkinson
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam (EL 343)
t. J. Visser; m. F.C. Atkinson
Zegening,3 x amen
Top Related