Download - HUridisch #28

Transcript
Page 1: HUridisch #28

Kwartaalmagazine voor alumni en de beroepspraktijk van het Instituut voor Rechtvan Hogeschool Utrecht. november 2012 28

THEMA: DE INVLOED VAN MEDIA OP RECHT VICE VERSAMEER CAMERA’S LEVEREN NIET MEER BEGRIP |12 VRAGEN AAN PERSRECHTER WAGENMAKERS |WISSELWERK | BUITEN JE BOEKJE OP FACEBOOK

Page 2: HUridisch #28

ALERT

Dit nummer van HUridisch heeft als thema de invloed vanmedia op het recht. Nu heeft media overal veel invloedop, dus ook op het recht. Ik moest denken aan een arti-kel in het AD van een paar weken terug. Op de voorpagi-na stond met enorme letters dat bellen en sms’en in deauto zwaarder beboet gaat worden. Tienduizenden agen-ten hebben de opdracht om extra alert te zijn op auto-mobilisten die zich aan dit vergrijp schuldig maken. Depakkans gaat dus flink omhoog met bijbehorende ver-hoogde boete. Helaas moet ik toegeven dat ik één vandie automobilisten ben die, zeer zelden natuurlijk, in deauto nog gauw wat regelt. Met het thuisfront of met collega’s.

En dan denk je toch de dag na het verschijnen van zo’nartikel: Laat ik dat nu maar even niet doen. Ik zie het al voor me. Sta je in die eindeloze rij auto’s dieDe Uithof af wil. Tikt er ineens een agent op je autoruit:“Mevrouwtje, mevrouwtje u bent toch niet aan het sms’-en?” Dat zal mij niet overkomen. Ik wacht wel even tot ikthuis ben.

De grap is dat ik al weken geen agent gezien heb. Laatstaan dat er op mijn autoruit is getikt. Van niemand hebik gehoord dat hij of zij betrapt is op mobiele handelin-gen achter het stuur. Nu twijfel ik zelfs of die tienduizen-den agenten wel de opdracht kregen extra alert te zijn.Was dit alles een goede publiciteitsstunt om juist auto-mobilisten alerter te krijgen en zo de verkeersveiligheidte vergroten? Bij mij heeft het in elk geval gewerkt. Ikben weer doordrongen van het feit dat bellen of sms’enin de auto geen goede combinatie is. De invloed vanmedia is groot. Zo ook bij het handhaven van regel -geving. Ik wens u veel leesplezier!

Door Thea van Rooij

Meer camera’s leveren niet meer begrip 4

Wisselwerk 6

Onderzoekend: Social media en recht 7

12 vragen aan de persrechter 8

Carrière: Voor een veiligere samenleving 10

Uit de luiers! 11

Recensie 11

Agenda 12

INHOUD

Colofon

HUridisch is het magazine voor alumnien de beroepspraktijk van de opleidin-gen Sociaal Juridische Dienstverlening,HBO-Rechten en Kandidaat-Gerechts -deurwaarder van Hogeschool Utrecht.Postbus 853973508 AJ UtrechtT 088-481 81 81

RedactiePaul van Grinsven, Lidwien van der Pas,Louis Logister, Joost Welten.Hoofd- eindredactieHogeschool Utrecht Marketing &Communicatie, Chantal Martini

FotografieFemke van den Heuvel, tenzij andersvermeld.RedactiesecretariaatSamantha van der [email protected] communicatieDrukGrafisch Bedrijf Tuijtel B.V.

Redactielid worden?HUridisch wordt gemaakt door studen-ten, alumni en docenten. Heb je zin ommee te denken en te schrijven? Bel ofmail naar het redactiesecretariaat.

Nieuw instituut vervangtCommissie Gelijke Behandeling Begin oktober is deCommissie GelijkeBehandeling opgegaan in hetCollege voor de Rechten vande Mens. Het nieuwe collegekrijgt meer taken dan deoude commissie. Het gaat onder andere actief op zoek naarmisstanden op het gebied van de mensenrechten. Alle takenvan de Commissie Gelijke Behandeling, die achttien jaar toezagop de naleving van de Algemene wet gelijke behandeling, zijnovergeheveld naar het College voor de Rechten van de Mens.Dat wil zeggen dat het nieuwe college oordelen blijft uitsprekenin al dan niet vermeende discriminatiezaken die te maken heb-ben met ras, geslacht, godsdienst, etnische afkomst of seksuelegeaardheid. Het college gaat tegelijk in breder verband kijkennaar de rechten van de mens. Het college heeft vier aandachts-gebieden: het naleven van de mensenrechten in de ouderen-zorg, op de werkvloer, in de zorg voor de vreemdeling in onsland en in de gehandicaptenzorg.”

Serious gaming en schuldenSerious gaming inzetten om schulden onder jongeren te voor-komen. Dat is het doel van het onderzoeksproject dat wordtuitgevoerd onder leiding van Nadja Jungmann, lector Schuldenen Incasso van het lectoraat Rechten. In de Verenigde Statenblijkt de inzet van serious games (spelletjes met een educatiefdoel) effectief te zijn. Het inzetten van games biedt de moge-lijkheid om jongeren op een andere en leukere manier financië-le vaardigheden aan te leren. De inzet van serious games staatin Nederland echter nog in de kinderschoenen.

Het lectoraat Rechten werkt samen met de gemeenteRotterdam aan een plan om jongeren die extra risico lopen opfinanciële problemen op te leiden tot een groep vakdeskundi-gen op het vlak van serious gaming. Zij worden verantwoorde-lijk voor de ontwikkeling en vormgeving van een serious game.Bij andere jongeren peilen ze welke elementen sowieso aanwe-zig moeten zijn in dit spelletje. Dit doen zij in samenwerkingmet geselecteerde studenten van Hogescholen. De studentenworden gevoed met de wetenschappelijke inzichten en krijgenbegeleiding van professionals uit de wereld van serious gamingen financiële preventie. Meer informatie op www.socialeinnovatie.hu.nl

THEMA: DE INVLOED VAN MEDIA OPRECHT VICE VERSA

2 3

K O R T K O R TSchuldenproblematiekverslaafde delinquentenIn september startte een groot onderzoek naar de schulden -problematiek bij verslaafde delinquenten. Docenten van deopleidingen Sociaal Juridische Dienstverlening enMaatschappelijk Werk en Dienstverlening maken deel uit vanhet interdisciplinaire onderzoeksteam. Daarnaast werkt ook eengroep studenten mee. Voor verslaafde delinquenten zijn door-gaans weinig mogelijkheden voor een oplossing via een schuld-regeling of -sanering. En de schuldhulp is in de veleNederlandse gemeenten heel verschillend georganiseerd.Daarom laat de SVG (Stichting Verslavingsreclassering GGz)onderzoek doen naar de schuldenproblematiek en de schuld-hulpverlening onder haar cliënten. Dit onderzoek wordt uitge-voerd door een samenwerkingsverband van drie lectoraten vanhet Kenniscentrum Sociale Innovatie: Werken in Justitieel Kader,Rechten (schulden en incasso) en Regie van Veiligheid.

Afscheid Frans Verboekend Frans Verboekend,oprichter van de oplei-ding Sociaal JuridischDienstverlening (1989),is met pensioen. Op 4oktober jl. hield hij zijnafscheidscollege, meteen keur aan onderwer-pen en gelardeerd metde nodige kwinkslagen.Bij zijn indiensttredingals docent, in 1972,hoorde hij tot zijn ver-rassing “Je bent dan

wel socioloog, maar je bent hier niet om sociologie te geven.”Al snel begreep hij zijn onderwijsopdracht: hij was er om de stu-denten een juiste beroepshouding mee te geven. Dat onderwijsbestaat volgens Frans uit drie onderdelen: het bekende kwalifi-ceren, het lastige selecteren en het ondergewaardeerde sociali-seren. Bij het selecteren hanteerde hij de methode van een vanzijn oude leermeesters professor Henk Becker. “Als de staartvan het varken geknipt moet worden, kun je dat in zeven stukjesdoen, maar ook in één keer.” Meer lezen over deze bijzondereman? Kijk op http://tinyurl.com/94xta6b.

751 studenten bij het IvRAan het begin van het studiejaar 2012/2013 zijn 751 studentengestart met een juridische opleiding aan het Instituut voorRecht. In totaal zijn in het studiejaar 2011/2012 290 studentenafgestudeerd. Zij dragen nu de titel Bachelor of Law.

V O O R A F

Page 3: HUridisch #28

5

jongetje Nouafel in Utrecht leidde eindseptember tot ongeloof en woede.

Nieuws is een verhaalOf betere relaties met de media en nogmeer camerabeelden dit soort gevoelensvan onbegrip zullen wegnemen, durf ik tebetwijfelen. Journalisten hebben ernamelijk geen belang bij meer begrip tekweken voor rechterlijke uitspraken.Anders dan veel rechters (nog steeds)denken is informatieverstrekking of waar-heidsvinding ook helemaal geen taak vande journalistiek anno 2012. Journalisten ishet maar om één ding te doen en dat isnieuws. Nieuws is een verhaal. Dat ver-haal kan te maken hebben met feiten,maar dat hoeft niet. Feiten hebbenimmers maar heel even nieuwswaarde.Als de aandacht wegebt, moet er watanders voor in de plaats komen.Journalisten gaan vanaf dat moment defeiten in een bepaald kader zetten (fra-men zoals dat heet), afhankelijk van hetmedium waarvoor zij werken. Die kadersbepalen uiteindelijk het beeld dat bij hetpubliek blijft hangen, niet de daaronderliggende feiten. En op basis van datbeeld vormt het publiek zich vervolgenseen mening, niet op grond van de uit-spraak van de rechter.

In de evaluatie van de persrichtlijn 2008die vorig jaar verscheen, worden drierechtszaken beschreven die veel media-aandacht trokken: de zaak Saban B., de(civiele) zaak van het zeilmeisje LauraDekker en de strafzaak tegen de Bosschezwemleraar Benno L. Onderzoekers vande Rotterdamse Erasmusuniversiteit ende Universiteit van Amsterdam onder-zochten hoe vaak over de zaken werdgesproken en geschreven en op welkemomenten dat gebeurde. Uit het onder-zoek bleek duidelijk hoe belangrijk het

4

Meer beeld, meer begrip is de redene-ring. Volgens Miek Smilde past deproef met de camera’s bij een modernmediabeleid. Net als twitteren en facebook. Maar of het meer begripoplevert?

De gerechten gaan rechtszaken uitzen-den. Voorlopig als proef. Niet de grotezaken, maar vooral gewone. Niet alleenstrafzaken, maar ook civiele. ‘Om misver-standen weg te nemen’, legde Erik vanden Emster, voorzitter van de Raad voorde rechtspraak, op televisie uit. Meerbeeld leidt tot meer begrip, is blijkbaarde gedachte. Met het (vrijwel) recht-streeks uitzenden van rechtszaken komende gerechten tegemoet aan de aanbeve-lingen uit het rapport Rechtspraak inbeeld dat de commissie Van Rooy inoktober 2011 uitbracht naar aanleidingvan het Wilders-proces. Daarin conclu-deerde de commissie dat gerechten wel-willender moeten omgaan met verzoekenvan de pers om in de rechtszaal te fil-men. De bestaande persrichtlijn wordtom die reden aangepast. Het is debedoeling dat tv-camera’s in de toekomstmeer mogen filmen dan alleen deopkomst van de rechtbank en het requisi-toir van de officier van justitie.

VANAF HET VOORJAAR 2013 GAAN DE GERECHTEN BEELDEN VANRECHTSZITTINGEN UITZENDEN VIA INTERNET. DE UITZENDINGENVAN ‘RECHTBANK TV’ MOETEN ERVOOR ZORGEN DAT EEN BREEDPUBLIEK DE RECHTSGANG BETER BEGRIJPT.

moment van framing is voor de beeldvor-ming. In de zaak Saban B. reageerden derechters wat dat betreft niet adequaat.Pas een paar dagen na de ontvluchtingverscheen de president van het gerechts-hof in Arnhem op televisie om uit te leg-gen wat er precies was gebeurd. Te laat,concludeerden de onderzoekers in deevaluatie. Het beeld van een falenderechterlijke organisatie was al geframed.Extra uitleg en informatie hadden totaalgeen effect meer.

TevergeefsHetzelfde gebeurde in de zaak tegenBenno L. Nog voor het begin van destrafzaak was daar (mede dankzij hetoptreden van het Openbaar Ministerie)het beeld neergezet van een ontoereke-ningsvatbare verkrachter die op groteschaal zwakbegaafde kinderen had mis-bruikt en die nooit meer op vrije voeten

MEER CAMERA’S LEVEREN NIET MEER BEGRIP

Geruchtmakende zaken zullen vaker danvoorheen live worden uitgezonden.

Anders dan de eindeloze reeks symposia,lezingen, boeken en documentaires doetgeloven, is de discussie over camera’s inde rechtszaal en de verhouding tussenmedia en recht niet nieuw. Al twintig jaargeleden, in 1992, promoveerde de(inmiddels overleden) televisiejournalisten jurist Rolph Pagano op het proef-schrift Recht op t.v. waarin hij zich eenvurig voorstander toonde van camera’s inde rechtszaal. De publieke opinie zoueen positieve invloed kunnen uitoefenenop de kwaliteit van het recht, zei Paganodestijds in een interview met het juridi-sche faculteitsblad Alibi. ‘Een goed geïn-formeerd publiek is noodzakelijk voor hethandhaven van de rechtsstaat.’Sindsdien zijn er talloze initiatievenondernomen om de voorondersteldekloof tussen publiek en rechtspraak viade media te overbruggen. Hilversum pro-duceerde het ene televisieprogramma nahet andere, zoals Is recht recht? Zestienmiljoen rechters, De Rijdende rechter enDe rechtbank.

De gerechten investeerden nog meer inpersrichtlijnen, communicatieadviseurs enmediatrainingen. Het leidde vooralsnogniet tot meer begrip voor de rechtspraakof de hoogte van de uitgedeelde straf-fen. Incidenten bleven de publieke opiniebepalen. Het tussentijdse verlof en dedaarop volgende vlucht van de voormensenhandel veroordeelde Saban B.leidde tot een golf van verontwaardiging.Paginagrote advertenties van een onder-nemer in de zogeheten Chipsolzaakvoedden het vooroordeel dat rechterseen gilde vormen van mensen die elkaarde hand boven het hoofd houden. Devrijspraak na de dood van het driejarige

mocht komen. Ondanks de eis van hetOM kreeg L. echter geen TBS, omdat dekans op herhaling gering werd geacht.De Bossche persrechter probeerde latertevergeefs het vonnis (zeven jaar gevan-genisstraf) uit te leggen, maar in de ogenvan het publiek stond de schuld van dezwemleraar al lang vast. En was de straf,natuurlijk, veel te laag.

Heeft het dan helemaal geen zin om hetrecht en de rechtspraak in de media uitte leggen? Moeten de gerechten hundeuren sluiten voor twitterende journa-listen en stoppen met het versturen vanpersberichten over belangrijke rechtsza-ken? Nee, natuurlijk niet. Bij een professi-onele organisatie hoort een modernmediabeleid. Goed getrainde persrech-ters, een facebookpagina, live streaminternet en interviews in de krant, hethoort er allemaal bij. Het kan best eens

DE PUBLIEKE OPINIEWORDT GEVORMD DOORBEELDEN, NIET DOORFEITEN

verfrissend zijn een rechter aan de tafelbij RTL- Boulevard te zien in plaats vanaltijd weer diezelfde advocaat. De recht-spraak is openbaar en moet toegankelijkzijn voor iedereen. Dat betekent datrechters moeten kunnen uitleggen wat zedoen en waarom ze dat zo doen. Het isechter naïef om te veronderstellen datjournalisten er vervolgens wel een leuk,informatief en feitelijk juist stukje vanmaken opdat het grote publiek meerbegrip krijgt voor de rechtspraak. Er ismaar één beroepsgroep die dat begripkan kweken en dat zijn de rechters zelf.

Door Miek Smilde

Mr. drs. Miek Smilde is juridisch onder-zoeksjournalist en schrijver. Zij treedt ookop als intervisor binnen de rechtspraaken de advocatuur.

Foto

Bra

m B

udel

/ H

olla

ndse

Ho

og

te

Page 4: HUridisch #28

7

Nienke: “Stel je voor dat een van jewerknemers zich ziek heeft gemeld, endat je er vervolgens via een strandfotoop Facebook achter komt dat hij opvakantie is in Spanje. Saskia en ik vondendit een interessant onderwerp om juri-disch meer over te weten te komen. Devraagstelling hebben we toegespitst opwerknemers van Hogeschool Utrecht.”Saskia: “We hebben onderzocht in hoe-verre ontslag door handelingen op socialmedia conform de wetten omtrent ont-slagrecht en het recht op vrijheid vanmeningsuiting is. Het zoeken naar litera-tuur en jurisprudentie over social mediaviel niet mee, omdat het zo nieuw is.”

Nienke: “Het doel van ons onderzoekwas het informeren, of adviseren, vanHogeschool Utrecht over hoe zij haarwerknemers kan voorlichten over de pro-blemen die privéhandelingen op socialmedia kunnen opleveren voor dearbeidsrelatie.” Saskia: “Social media isvrij nieuw. Steeds meer mensen maken ergebruik van. Bedrijven gaan ook steedsmeer gebruik maken van social media omwerknemers in de gaten te houden. Hetis daarom belangrijk voor de werknemerom te weten wat de gevolgen kunnenzijn van zijn handelingen op social media.Voor de werkgever is het belangrijk omte weten of een werknemer mag wordenontslagen wanneer hij bepaalde informa-tie online heeft geplaatst.”

Nienke: “Ik vond onderzoek doen lasti-ger dan ik in eerste instantie hadgedacht. Dit komt vooral omdat wij eenonderzoek hebben gedaan naar een vrijnieuw onderwerp. Ik heb geleerd watvoor nut zo’n onderzoek in de praktijkkan hebben.” Saskia: “Het onderzoekheeft mij geleerd dat je inderdaad ergvoorzichtig moet zijn met wat je onlineplaatst. De moraal van het verhaal is datje eigenlijk niks over je werk online moetzetten. Dan kan je er ook geen gedoeover krijgen.”

Saskia: “Het doen van onderzoek is nietmijn favoriete bezigheid. Het is te theore-tisch en het is heel veel werk. Het eind -resultaat mag er zijn, maar de weg daarnaartoe was lastig. Het is goed om hetsowieso één keer gedaan te hebben,maar heel belangrijk vind ik het niet. Het

is meer iets wat thuishoort op de univer-siteit.” Nienke: “Als hbo-jurist ben jevooral gericht op de praktijk. Het lijkt mijdan ook vanzelfsprekend dat het belang-rijk is om als hbo-jurist onderzoeks-vaardigheden te leren. Het betreft name-lijk onderzoek dat zinvol is voor de maat-schappij; onderzoek waarmee echt ietsgedaan kan worden.”

Door Louis Logister

“Sinds 1996 werk ik vier dagen per week als docent recht bijde opleiding SJD. Mijn corebusiness is privaatrecht. Daarnaastheb ik met een compagnon ‘Lemaier & Van Tongeren bedrijfs-adviseurs en mediators’ opgericht. We hebben elkaar tijdensde studie Rechten leren kennen en zijn onze samenwerkingbegonnen in 1987. De meeste klanten zijn afkomstig uit hetMKB. Maar ook particulieren kloppen bij ons aan; meestalvoor arbeidskwesties. Soms als ze een uitvinding hebbengedaan. Hun primaire doel is dan om hun product op demarkt te krijgen. Daarnaast willen ze bescherming van hunrechten. Zo hebben we een klant geadviseerd die een verfmet antislipwerking, voor in douche en bad, had ontwikkeld.Die verf is daarna op de markt gekomen.

Ons werk bestaat grotendeels uit het opstellen van contrac-ten, het begeleiden van onderhandelingstrajecten en hetbeoordelen van jaarrekeningen om te bezien hoe het verdermoet met een bedrijf. We doen ook ontslagzaken: ik werd netgebeld door een cliënt die een probleem heeft met een werk-nemer. De markt heeft ons doen besluiten een postdoctoraleopleiding Alternative Dispute Resolution - ofwel mediation -te volgen. Dat sluit perfect aan bij onze werkwijze. We zijn eensoort eerstelijnshulpverlener.”

Van huis uit ben ik onderwijzer en ik vind het nog steeds ergleuk om te onderwijzen. Ik heb gesolliciteerd bij SJD vanwegede aandacht voor belangenbehartiging, die sprak én spreektmij zeer aan. Het mes snijdt nu aan twee kanten: door mijn vakover te dragen, maak ik me de stof nog beter eigen en de stu-denten profiteren van mijn praktijkvoorbeelden. Bovendienvoel ik, door mijn onderwijservaring, bij cliënten snel aan waarde onduidelijkheden zitten. Ik kan het hun goed uitleggenzonder dat het direct een college wordt. Het werk als adviseurstimuleert me ook om mijn vak bij te houden. Als je dat eenpaar jaar verzaakt, kun je net zo goed suppoost worden in hetspoorwegmuseum.

Ik vraag me af hoe iemand in het hbo kan functioneren zonderpraktijkervaring. Als je de theorie alleen uit de boeken kent,mis je een dimensie – en de student dus ook. Ik zou er voor-stander van zijn te eisen dat elke docent een aantal jaren in depraktijk werkzaam is geweest.”

Door Lidwien van der Pas

W I S S E LW E R K In deze rubriek staat een docent centraal die naast Hoge -school Utrecht nog een andere werkkring heeft. De focus ligtop de kruisbestuiving tussen de verschillende werkzaamheden.

“ALS JE EEN PAAR JAAR JE VAK NIET BIJHOUDT, KUN JE NET ZOGOED SUPPOOST WORDEN IN HET SPOORWEGMUSEUM”

O N D E R Z O E K E N D NIENKE GERMERAAD EN SASKIA LENSINK ZIJNDERDEJAARS HBO RECHTEN. VOOR HET VAK ONDER -ZOEK DEDEN ZIJ VORIG STUDIEJAAR ONDERZOEKNAAR DE RELATIE TUSSEN SOCIAL MEDIA EN RECHT.

Page 5: HUridisch #28

9

In principe zouden de vonnissen dieworden uitgesproken door de rechtersduidelijk moeten zijn. Soms behoevendeze echter verheldering. En dan komtde persrechter, vaak letterlijk, in beeld.De Utrechtse persrechter PeterWagenmakers beantwoordt 12 pran-gende vragen over zijn dagelijkse praktijk.

Bij de kennismaking stelt persrechterWagenmakers zich ietwat terughoudendop. Alsof hij zichzelf, de interviewer ende fotografe nog wat tijd gunt om hunposities in te nemen. Daarna beant-woordt hij de vragen zonder enige aarze-ling.

Deelt een persrechter zijn kennis met desamenleving? “Nee, dat doe ik niet. Mijn taak is omtoelichting te geven op vonnissen diedoor collega’s worden gewezen. Op zich-zelf zouden die vonnissen al duidelijkmoeten zijn. Soms is het nodig om die teverhelderen. Dat kan via een persberichtof een inhoudelijke toelichting waarbij wehet vonnis bijvoorbeeld vergelijken meteerdere zaken of in een bepaald kaderproberen te plaatsen. Een andere keer is

de informatie al bekend, maar hebben dejournalisten behoefte aan een quote voorradio of televisie. Het delen van kennisgebeurt door woordvoerders die meerthematisch bezig zijn.”

Voldoet u hiermee aan de roep van demondige burger om verantwoording overuw beslissingen af te leggen? “Uitgangspunt is dat vonnissen wordengewezen op eigen gezag. Daarin wordtdie verantwoording afgelegd. Nietteminproberen we door helder taalgebruikdaar aan bij te dragen.”

Is het begrip, voor of het beeld over derechtspraak, door het verschijnselpersrechter verbeterd?“Het begrip is zeker vergroot. Uit onder-zoek blijkt ook dat er bij het publiekgroot vertrouwen in de rechtspraak is.”

Persrechters halen met enige regelmaathet Journaal of RTL nieuws. Vooral als hetgaat om opzienbarende strafzaken. Zijndat voor u de krenten in de pap?“Zeker is dat leuk, maar het is een kleinefractie van het werk. De brede moot aanzaken haalt de televisie juist niet, maar iseven belangrijk. Bijvoorbeeld kleinere

zaken waarvoor de lokale pers belang-stelling toont. Of verzoeken om achter-grondinformatie door andere belangstel-lenden zoals jullie.”

Wat is er lastig aan het werk? Lukt het uhet juridisch jargon te vermijden? “Je probeert het in gewone taal uit te leg-gen. Maar bij doorvragen wordt dat eenstuk lastiger. Verschillen zitten hem vaker inde nuances, en dan kom je er niet onderuitom juridisch jargon te gebruiken.”

Moeten rechters zich op sociale mediabegeven?“Dat is niet met ja of nee te beantwoor-den. Een paar collega’s bloggen of twit-teren. Je moet er als rechter voorzichtigmee omspringen, omdat jouw informatienog jarenlang op internet blijft staan.Toch is het goed daarin mee te gaan.Laatst constateerde een collega een ver-keerde uitleg van een grote zaak in eenlandelijke ochtendkrant. Met zijn twitter-account boekte hij meteen succes. Ookde journalist belde meteen met de vraagwaarom hij zijn stuk onderuit haalde. Bijverkeerde beeldvorming vragen wijsowieso om te rectificeren. En datgebeurt dan vaak ook.”

Is het zijn van persrechter een aparteprofessie? “Het bestuur van de rechtbank selecteertje voor deze nevenfunctie. Je krijgt eenmediatraining en oefent met het schrijvenvan stukken tekst. Het meest lastig vindik een interview op televisie. Het is eenheel direct medium waarbij uitvergrootkan worden wat je zegt.”

Welke zaak staat u het meest nabij injuridische en in emotionele zin?Het is de eerste keer dat Wagenmakerslanger moet nadenken. Hij haalt de dooreen collega behandelde zaak van hetzeilmeisje aan. “De Raad voor de

U I T G E L I C H T 12 VRAGEN AAN PERSRECHTER WAGENMAKERS

Peter Wagenmakers heeft rechten gestudeerd in Utrechten de opleiding in de rechterlijke macht (raio) gevolgd inRoermond. Hij is rechter geweest in de rechtbank DenHaag, het Gemeenschappelijk Hof van de NederlandseAntillen en op Aruba en Curacao, bij het GerechtshofAmsterdam en momenteel bij de rechtbank Utrecht. Hij isstrafrechter en teamvoorzitter in de strafsector, en daar-naast ook persrechter. Ook is hij voorzitter van een paargeschillencommissies.

Kinderbescherming verzocht de rechterom de ouders onder toezicht te stellen.Voordat naar buiten werd getreden vonder in teamverband overleg plaats met deafdeling communicatie erbij. Emotioneelzijn de zware verkeersongevallen metfatale gevolgen. Je hebt niet van doenmet criminelen, maar met bijvoorbeeldeen truckchauffeur die een klein kindheeft doodgereden.”

U heeft vast gehoord van de commotierondom de Chipsholzaak. Hoe zou uwopstelling zijn geweest als de pers u ineen soortgelijke zaak confronteert metveronderstelde belangenverstrengelingvan rechters?“Dat ontrekt zich veelal aan mijn taak alspersrechter. Dit hoort meer thuis bij dePresident van de rechtbank of de Raadvoor de Rechtspraak. Ik geef alleen toe-lichting op een concrete zaak zelf.”

Is de pers uw grootste vriend?“De contacten met de pers zijn door debank genomen prettig en professioneel.Soms ontstaat er onjuiste beeldvormingdoordat een advocaat de zaak vanuit zijnrol eenzijdig belicht. We kunnen daar danobjectieve informatie tegen over stellen.”

Waarom staat u de pers te woord inburgerkleding? “Tijdens ambtsverrichtingen draag je eentoga. De contacten met de pers vallendaar niet onder. Jasje/dasje volstaat.”

Waarom moeten we trots zijn op derechtspraak in Nederland?“Ze is volstrekt onafhankelijk, toeganke-lijk voor de burgers en je kunt er je rechtgoed halen.”

Door Paul van Grinsven

Page 6: HUridisch #28

RECHT EN ETHIEK IN KORT BESTEK

Auteur: Edward Schotman Recensent: Louis Logister Bestellen: www.bju.nl

Voor de sociale hbo-opleidingen zijn er meerdere geschikte stu-dieboeken over beroepsethiek voorhanden. Voor de hbo-rech-tenstudie was dit tot voor kort nog niet zo. Het vorig jaar ver-schenen boek Recht en ethiek in kort bestek vult deze lacune.In zo’n honderd pagina’s geeft Edward Schotman een overzichtvan de belangrijkste ethische theorieën en zoomt hij in op debegrippen rechtvaardigheid en integriteit. Bij elk van dezeonderwerpen schetst Schotman kort het belang ervan voor hetrecht. Vaak wordt bij de uitleg van een theorie gebruik gemaaktvan een actuele gebeurtenis die geïntroduceerd wordt dooreen krantenartikel. Elk hoofdstuk eindigt met vragen enopdrachten.

Vaak gebruikt de auteur een vreemde volgorde bij de onder-werpen die hij behandelt. In het eerste hoofdstuk worden debasisbegrippen van de ethiek uiteengezet. Na een beschrijvingvan de moraal volgt pas een begripsbepaling van normen enwaarden die toch de onderdelen vormen van de moraal. Ookbij de beschrijving van de deugdethiek, de gevolgenethiek ende plichtetiek begint Schotman bij de laatste

Deze chronologisch omgekeerde volgorde is eigenaardigomdat een latere theorie ook goed begrepen kan worden alseen reactie op een voorafgaande. Bij de uiteenzetting van dedeugdethiek stelt Schotman als nadeel dat deze theorie geenkant en klare antwoorden geeft. Hij geeft hier geen voorbeel-den van en veronachtzaamt ook de huidige populariteit van dedeugdethiek binnen de beroepsethiek.

Ondanks deze kritische opmerkingen verdient de auteur lofomdat hij erin is geslaagd een bruikbaar boek voor het vakberoepsethiek voor de hbo-rechtenstudie te schrijven.

R E C E N S I E C O L U M N

VOOR EEN VEILIGERESAMENLEVINGAnnemiek Bengel begon in 2002 als stagiaire bij ReclasseringNederland, regio Breda-Middelburg. “De reclassering zet zich invoor een veiligere samenleving. Ik draag daar mijn steentje aanbij en dat is prachtig werk.” Na haar studie MaatschappelijkWerk kwam ze in dienst als reclasseringswerker. In 2009 stu-deerde zij af als deeltijdstudent HBO-Recht. Met dat diplomaop zak solliciteerde ze naar de functie van beleidsmedewerker.Begin dit jaar werd ze gevraagd als landelijk portefeuillehouderBestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen (pilot BIJ). Dezepilot steunt burgemeesters bij het voorkomen van problemen inde sfeer van de openbare orde en veiligheid bij de terugkeervan ernstige geweld- en zedendelinquenten. Annemiek heefthierin een adviserende rol. Vragen die onder andere spelen zijn:Welke rol kan de reclassering spelen? Welke bestuursrechtelijkemogelijkheden heeft een burgemeester?

“Het werken in het gedwongen kader trekt mij. Het is een uit-daging een traject te starten met iemand die vaak weinig zin injou heeft. Als je die dan weet te motiveren, geweldig. Eenandere belangrijke taak van de reclasseringswerker is hetopstellen van adviesrapportages. Als de Officier van Justitie hetdelict niet kan matchen met de verdachte bijvoorbeeld, dandoen wij onderzoek. Voor mijn beroep is de opleiding HBO-Recht echt een meerwaarde. Eén van de vakken waar ik veelaan heb, is Bestuursrecht. Ik kan reclassering en gemeentenbeter adviseren en weet waar de grenzen van de wet liggen.Zeker bij het uitvoeren van mijn taken binnen de pilot BIJ komtdie kennis goed van pas.”

Als er berichten verschijnen over Reclassering Nederland dangaat het regelmatig over zedendelinquenten. Zij vormen vanwe-ge de mogelijke maatschappelijke onrust die zij kunnen veroor-zaken een mediagevoelige groep. “De publieke opinie wordtgrotendeels gevormd door media en politiek. Soms ontbreektdaarin de nuance. We merken vaak dat we als reclassering wor-den uitgenodigd om te reageren op deze maatschappelijkevraagstukken en dat is goed. Wij hebben een gedegen verhaal,onderbouwd met onderzoek.” “Als beleidsmedewerker vertaal ik landelijke beleidslijnen naarde regionale praktijk. Beleidslijnen zijn bijvoorbeeld de aanpakvan overvallers, huiselijk geweld en de wet op de identificatie-plicht. Je kunt je voorstellen dat de aanpak van dit soort zakenin een grote stad anders is dan op het platteland.” Annemiekbegeleidt af en toe nog cliënten. “Mensen die na detentie hulpnodig hebben bij het opbouwen van hun leven, kloppen aan bijde gemeente. De gemeente schakelt dan vaak de reclasseringin. Die begeleiding is een mooi onderdeel van ons werk. Envoor mij is het goed om op de hoogte te blijven van de dilem-ma’s die de reclasseringswerker in de praktijk ervaart.”

Door Chantal Martini

DE PUBLIEKE OPINIE WORDT GROTEN DEELSGEVORMD DOOR MEDIA EN POLITIEK

11

C A R R I È R E

10

UIT DE LUIERS!

Recht is meer dan een vak: het is ook een levens-houding. Wie rechten studeert, doet niet alleen ken-nis en inzichten op maar staat ook op een specifiekemanier in het leven. Een woord is een woord, eenafspraak is een afspraak en een termijn is een ter-mijn. Wie het recht verstaat, heeft respect voorregels. Daardoor kan hij geschillen op een zakelijkemanier beslechten, met een verwijzing naar eerdergemaakte afspraken. Zo simpel is het.

Op papier althans, want de praktijk is weerbarstig. Ineen samenleving die steeds meer individualistischwordt, zijn regels er vooral voor de anderen. Ik bennatuurlijk de koning, als ik God al niet ben. Ik heb eenstatus aparte. De bijzondere omstandigheden waarinik verkeer, rechtvaardigen een uitzondering op deregels. Voor studenten die in deze wereld opgroeien,wordt het daarom steeds moeilijker om de studierechten onder de knie te krijgen. Doceren krijgt hier-door steeds meer het karakter van opvoeden.

Bij het begin van een werkcollege leg ik aan de stu-dentenu it dat ze tijdens de les niet met hun mobieletelefoon mogen spelen. Ik zeg hen hun mobielespeeltjes in hun tas te stoppen. Toch ben ik de eer-ste vijf minuten van de les nog herhaaldelijk bezigom studenten tot de orde te roepen. Daarna veran-der ik van strategie - zoals ik aan het begin van deles al aankondigde. Een studente die een sms tikt,moet haar telefoon inleveren. Ze protesteert hevigmet als argument: “Maar u had mij nog niet gewaar-schuwd.” Voor haar gelden de regels niet, denkt ze.

Wie neemt het een eerstejaars kwalijk dat deze nogniet de professionele attitude van een jurist heeft?Echt zorgen baren me de vierde-, vijfde- en zesde-jaarsstudenten die denken dat regels en termijnenrond toetsen en werkstukken op hen niet van toe-passing zijn. Ze strijden niet met de wapens van eenjurist, maar met de tranen van ellende. Ze verwach-ten een uitzondering op de regels omdat hun voor-opleiding in Verweggistan ontoereikend is geweest,omdat hun tante plots een TIA heeft gekregen, ofomdat hun boezemvriend zijn bruiloft viert. Bij mijzijn ze aan het verkeerde adres. Het is mijn taak omhen tot professionals op te leiden, niet tot huilebal-kende slachtoffers. Studenten: Uit de luiers!

Door Joost Welten

Page 7: HUridisch #28

I N S T I T U U T V O O R R E C H TLANDELIJKE STUDIEMIDDAG

'VOORKOMEN VAN HUISUITZETTING'

20 november 2012, Hogeschool Utrecht

De landelijke studiemiddag ‘Voorkomen van huisuitzetting’vindt plaats op dinsdag 20 november bij Hogeschool Utrecht.De bijeenkomst wordt georganiseerd door het KenniscentrumSociale Innovatie, het Onderzoekscentrum MaatschappelijkeZorg van het UMC St. Radboud en het Leids Congres Bureau.

Preventie van huisuitzettingen is belangrijk bij het voorkomenvan dakloosheid en sociale uitsluiting. Bovendien brengen huis-uitzettingen hoge maatschappelijke kosten met zich mee.Steeds meer gemeenten en woningcorporaties zetten zich invoor bewoners in moeilijkheden en bieden hen een tweedekans. Tijdens dit middagsymposium gaat men in op do’s endon’ts bij het voorkomen van huisuitzettingen en goede voor-beelden van succesvolle preventie.

Doelgroep Deze studiemiddag is bedoeld voor woningcorporaties, maat-schappelijk werk, maatschappelijke opvang, managers en mede-werkers van GGD’s, RIBW’s, GGZ-instellingen, verslavingszorg,politie, wethouders, beleidsmedewerkers en afdelingshoofdenSociale Zaken.

Tijdstip en locatieDinsdag 20 november, van 12.30 tot 17.00 uur.Hogeschool Utrecht, Heidelberglaan 7, Utrecht (de Uithof).

Kosten De kosten voor het bijwonen van de studiemiddag bedragen € 150,00 p.p. (excl. BTW). Wilt u met vijf of meer personendeelnemen? Profiteer dan van onze groepskorting (elke 5edeelnemer gratis), en stuur ons een e-mail met uw aanmeldings-gegevens. Aanmelden en meer informatie opwww.leidscongresbureau.nl/huisuitzetting

CONGRES 7 DECEMBER:

BESCHERMINGSBEWIND KANSEN OF BEDREIGINGEN?

In Nederland bestaan twee soorten bewind. Meerderjarigenbewind en WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijk Personen)bewind. Het meerderjarigen bewind wordt ingesteld als eennatuurlijk persoon niet langer zijn financiële handelingen kanoverzien. Sinds 2000 is het aantal personen dat jaarlijks onderbewind wordt gesteld meer dan verdrievoudigd. Tot 2010 wer-den de aantal toekenningen tot beschermingsbewind gere-gistreerd in het CBS. We weten dat de teller toen op 25.500aanvragen per jaar stond (ten opzichte van een miniem uit-stroompercentage wat vrijwel alleen maar wordt bewerkstelligddoor het overlijden van de onderbewindgestelde).

Daarna is er toch een enorme toename van onderbewindgestel-den te bemerken. Doordat de schuldhulpverlening minder gel-den kreeg toegekend, werden meer gemeenten selectief in huntoelatingsbeleid. Zodoende werden meer burgers niet directmeer geholpen. Ketenpartners zochten alternatieven en hebbendeze gevonden in het aanvragen van bewind. Dat het aantalonderbewindgestelden groeit kunnen we niet meer aflezen uithet CBS, toch weten we zeker dat deze ontwikkeling gaande isdoor de volgende twee signalen.

De werkgelegenheid stijgt binnen de beschermingsbewindbranche. Het aantal aanbieders van beschermingsbewind neemttoe, terwijl de wachtlijsten niet afnemen. Het beroep genietveel belangstelling bij werkzoekenden doordat er voor ditberoep (nog) geen scholings- of kwalificatieeisen gelden.Daarbij melden gemeenten dat hun kosten voor beschermings-bewind de afgelopen twee jaar exceptioneel zijn gestegen. Alseen onderbewindgestelde over een inkomen boven minimumniveau beschikt draagt hijzelf de kosten. Is dit niet het geval danis het de gemeente die via de bijzondere bijstand door recht-spraak gehouden is deze kosten te vergoeden. Voor eenmiddelgrote gemeente betekent dat al snel een jaarlijksekostenpost van ongeveer een half miljoen. En deze kostengroeien op dit moment alleen maar.

Op 7 december organiseert de HU, samen met Stimulansz, eenbijeenkomst voor hen die beschermingsbewindvoerder alsberoep overwegen, maar ook voor gemeenten die vragen heb-ben over hun beleid ten aanzien van beschermingsbewind. DeHU biedt ook een post-hbo opleiding Beschermings -bewindvoerder aan.

Meer informatie op www.geldenschulden.hu.nl

VOORLICHTINGSDAGEN 2012/2013

Om meer te weten te komen over de juridische opleidingen vanhet Instituut voor Recht (Sociaal Juridische Dienstverlening,HBO-Rechten en kandidaat-gerechtsdeurwaarder) nodigen wij ugraag uit voor het bezoeken van een open dag. Tijdens dezedag kunt u een algemene presentatie verwachten over de oplei-dingen en daarnaast uw vragen stellen aan docenten en studen-ten.

Zaterdag 10 november 2012 van 10.00 tot 15.00 uurZaterdag 9 maart 2013 van 10.00 tot 15.00 uur Donderdag 6 juni 2013 van 16.00 tot 20.00 uur Dinsdag 27 augustus 2013 van 17.00 tot 20.00 uur

Meer informatie staat op www.hu.nl