EEn ondErnEmEr hEEft baat bij EEn zEkErE pitbull-mEntalitEit

door cees vingerling

bu

sin

ess

talk

Cees Vingerling is ondernemend bankier binnen de Rabobankorganisatie. Voor veel ondernemers is hij de linking-pin tussen de onderneming en de bank. Tevens is hij de initiator en presentator van de Rabobank Inspiratiebijeenkomsten waar ondernemers uit de glansregio elkaar treffen.

et enthousiasme moet ervan af spatten

Ondernemen is in. Ondernemen is hot. Het aantal Kamer van Koophandel inschrijvingen is de laatste jaren spectaculair gestegen met vele, vele ZZP’ers. Misschien heeft u ook plan-nen voor een eigen zaak?

Het klopt dat er niets mooier is dan ondernemen. Je kunt invul-ling geven aan je droom en het lijkt alsof je volledige vrijheid hebt. De praktijk is echter weerbarstiger. Wat maakt iemand tot een kansri jke starter? Hoe wordt de onderneming rendabel? En wanneer zien financiers het plan zitten?

In de praktijk komen mijn collega’s en ik vele investeringsvoor-stellen tegen. Hoe werkt het dan? Een oud gezegde luidt: “Eerst de vent en dan de tent”. Dit is nog steeds regel nummer één. Heeft hij of zij het? Ik wil ervan over-tuigd zijn dat iemand de juiste onder-nemerskwaliteiten bezit. Ervaring is een pre, maar niet perse noodzake-lijk. Het draait veel meer om het karakter van de persoon. Een onder-nemer heeft baat bij een zekere pitbull-mentaliteit en moet tegelijker-tijd op onderdelen flexibel kunnen opereren. Ondernemen doe je vaak niet alleen, maar met een team van medewerkers. Dan is het belangrijk om te bezien of iemand op een leuke manier een winning team kan formeren. Het zijn allemaal facetten die meespelen. Als er geen ondernemerservaring is, dan kunnen nevenactiviteiten veel zeggen. En last but not least: wat is de eerste indruk? Ben ik direct enthousiast of niet? Want intuïtie is verstand met haast…

Is er geen match, dan ontbreekt de lolfactor. Ik mag hem of haar best lastig vinden, maar in de basis moet het kloppen. Ten tweede het plan. Je moest eens weten hoeveel saaie plan-nen ik voor m’n neus krijg. En als een teaser al vol taalfouten zit, word ik nerveus. Als ik na twee A4-tjes nog steeds niet weet waar het over gaat, dan klopt het niet. Je moet in drie

zinnen kunnen zeggen wat je precies gaat doen en waarom het een succes wordt. Het enthousiasme moet ervan af spat-ten. Ik moet zin hebben om de rest van het plan te lezen. Een slechte presentatie is killing. Dat is zonde, want het idee is misschien heel erg goed. Wil de ondernemer in spe echt gaan uitblinken in één ding? Heeft hij of zij een winnersmen-taliteit? Dit zijn de kernzaken achter de beoordeling.

Ten derde de financiën natuurlijk... Met geen euro in de knip gaat de bank niet voor 100 procent het risico dragen. Het kan niet zo zijn dat alle kans op winst voor rekening van de onder-nemer komt en alle kans op verlies bij de bank komt te liggen. Samen uit, samen thuis. Partners in business. En daar hoort voor beide partijen een evenwichtige risico-verdeling bij.

Doorgaans hoort daar een eigen inbreng bij van minstens 20 procent. Die financiën moeten kloppen, want alleen met een idee kom je er niet. Een winkelpand bijvoorbeeld, kost al snel 500.000 euro, wat neerkomt op zo’n 1.000 euro per week aan huur of rente- en aflossingsverplichtingen.

En dan gaat de voordeur alleen nog maar open. Wat voor business moet je daar dan in beginnen om er een onder- nemersloon uit te kunnen halen? Daar gaat het om.

Onlangs ben ik gevraagd om in de jury te zitten voor een leuke ondernemerspitch voor het winkelcentrum in Spijkenisse. Corio Nederland is eigenaar van de Kopspijker en van het nieuwe gedeelte winkelcentrum in Spijkenisse. Die organisatie heeft zo’n 45 winkelcentra in Nederland in hun portefeuille. Ze willen werkende moeders, die altijd gedroomd hebben van een eigen winkel, de gelegenheid geven aan de wedstrijd mee te doen, om kans te maken op zes maan-den gratis huur van een winkelpand in Spijkenisse. Interesse? Laat het mij weten. Wie weet gaat uw ondernemersdroom in vervulling! <

H