19 juli 2012 , pag. 6
6
’Help, mijn dochter is vverkracht ... ’Roos (45) is de moeder van Fleur, inmiddels 17, maartoen het gebeurde was haar dochter 15 jaar: Fleurwerd verkracht. Ze deden aangifte, wat het begin zouzijn van twee jaar lang ellende, frustraties en heelveel vragen. Moeder Roos vertelt - met instemmingvan Fleur - haar verhaal.
’IDoor Rob Zijlstra
’Ik had verwacht, mij daar ook op ingesteld, dat de advocaat mijn dochter
zou neerzetten als een sletje, als een problematisch meisje dat geen nee
had gezegd. Maar tijdens de rechtszaak kreeg ik het gevoel dat juist de
officier van justitie en de rechters dat deden. Halverwege de zitting ben
ik weggegaan, ik kon het niet meer aanhoren. Je voelt zo veel onmacht.
Zo’n officier van justitie staat daar namens de samenleving, maar ook voor het
slachtoffer, voor Fleur. Niet dus. En die rechters … die waren zo zalvend. Ik dacht,
die vent, de verdachte, die staat morgen weer buiten. Hoe moet ik dat verkopen
aan mijn dochter?
Die hele rechtszaak was een aanfluiting. Er werd dertig maanden celstraf geëist
waarvan twaalf maanden voorwaardelijk. Voor geweld, diefstal en ontucht. Hij
kreeg twee jaar waarvan acht maanden voorwaardelijk. Maar het ging mij hele-
maal niet om de strafmaat. Wat ik wilde, was erkenning.
Het gebeurde twee jaar geleden, op een zomeravond in 2010. Fleur was toen 15
jaar. Ze hield zich altijd aan de afspraken die we maakten. Ze moest die avond om
tien uur thuis zijn. Toen ze er op dat tijdstip niet was, wist ik direct dat er iets
fout zat. Het klopte niet."
Niet veel later wordt duidelijk waarom.
"Fleur had een vriendje, ze zouden gaan chillen. Maar ze kregen ruzie en Fleur
had moeten huilen. Een paar jongens zagen dat en ontfermden zich over haar. Ze
ging met hen mee naar het speeltuintje. Daar hebben ze haar gedwongen whisky
te drinken. Ze hebben de drank bij haar naar binnen gegoten. Ze was bang. Op
een gegeven moment moest ze naar de wc. Een van die jongens zei, ik woon
vlakbij, kom maar met mij mee. Dat heeft ze gedaan. In de woning heeft hij haar
verkracht. Uit angst heeft ze het laten gebeuren. Hij was 24. Daarna zijn ze terug
gegaan naar het speeltuintje.
Ik ben gaan zoeken, ben de wijk in gegaan. Op een gegeven moment hoorde ik
geschreeuw. Ik zag een man die iemand optilde, ik ben er naartoe gerend. Er
kwamen twee fietsers langs, die deden niks, die fietsten gewoon door. Ineens zag
ik dat het Fleur was. Ze zei dat er niets was gebeurd, maar ik had onmiddellijk in
de gaten dat dat niet waar was. Toen kwam het hele verhaal eruit.
De politie gebeld. Er kwamen twee agenten, die gingen met haar praten. Daar
mocht ik niet bij zijn. Vervolgens kwam de zedenpolitie, moesten we naar het
ziekenhuis voor een inwendig onderzoek. Testen op soa, hepatitis b, ze kreeg
antibiotica, de morningafter pil. We waren ‘s ochtends tegen zeven uur thuis. De
volgende dag en de dagen daarna is Fleur uitvoerig verhoord. Voor haar is dat zo
ontzettend zwaar geweest. Ze kreeg het gevoel dat het allemaal haar eigen
schuld was. Ik snap dat zoiets moet, dat er rotvragen gesteld moeten worden.
Maar toch …
Na een week werd het stil. En zou het stil blijven. Je hoort niks meer. Je weet
niet of ze iemand hebben aangehouden, niks. Door puur toeval vernamen we drie
weken later dat er een man was opgepakt, maar dat die ook weer was vrijgelaten.
Ik ben gaan bellen met het slachtofferloket van het Openbaar Ministerie. Dat
heeft uiteindelijk anderhalf jaar geduurd. Iedere week bellen. De officier van
justitie krijg je niet te spreken, want dat mag niet. Zo’n slachtofferloket is de
buffer tussen het slachtoffer en de officier van justitie. De zaak lag op de plank en
niemand kon ons vertellen waarom. Je voelt je zo machteloos.
Ondertussen is Fleur in therapie gegaan en probeerde ze haar leven weer op te
pakken. De impact is enorm. Een jaar lang heb ik haar naar school moeten bren-
gen. Als ze ging douchen of naar de wc ging, moest iemand voor de deur staan. Ik
heb steeds tegen mezelf gezegd, hoe verleidelijk ook, ik wil geen slachtoffer van
het systeem worden. Ik wist niet hoe hij er uitzag. Kon ik hem tegenkomen? Bij
de Albert Heijn? Ik voelde me soms een robot. Ik ben ‘s nachts wel eens de wijk
in gegaan, met een camera en een mes op zak. Wat ik daarmee wilde, weet ik
eigenlijk ook niet.
Uiteindelijk hoorden we, omdat we zelf bleven bellen, dat er een rechtszaak
zou komen. Maar niet wanneer. Daarna kwam er een brief van het Openbaar
Ministerie, Fleur kon een gesprek krijgen met de officier van justitie. Dat wilde
ze niet, ze vond dat doodeng. Ik heb gevraagd of ik een gesprek kon krijgen.
Mocht niet. We mochten wel samen komen, maar dan mocht ik geen vragen
stellen. Dat hebben we niet gedaan. Fleur mocht een slachtofferverklaring schrij-
ven die in de rechtszaal zou worden voorgelezen, maar dat durfde ze niet. ’Dan
hoort hij dat ook en dan zoekt-ie me weer op’, zei ze. Ik wilde als moeder vertel-
len over de impact die alles heeft gehad op ons gezin. Kon niet. Zonder uitleg.
De zaak wordt van je afgepakt. Je hebt er niets meer over te zeggen. De me-
vrouw van het slachtofferloket was geduldig en lief, maar je komt er geen steek
mee verder. Ik heb respect voor de zedenpolitie en ik snap dat ze je niet alles
mogen vertellen. Maar dat je helemaal niets hoort … dat je overal zelf achteraan
moet, dat je tegen muren oploopt, dat is zo ontzettend frustrerend. En maakt zo
boos.
Dan eindelijk de rechtszaak, bijna twee jaar later. Ik wilde er heen omdat ik
hem wilde zien. Het werd dus een aanfluiting, een poppenkast. Natuurlijk, ik ben
de moeder, ik ben niet objectief. Maar de officier van justitie zei dingen die niet
klopten. De officier van justitie spreekt daar namens het slachtoffer, maar als
slachtoffer krijg je die officier niet te spreken. Het is allemaal zo krom.
De verkrachting kon niet worden bewezen, wel de ontucht (een volwassene die
seks heeft met iemand die nog geen 16 jaar is). Toen de rechter uitspraak deed,
werd wel aandacht aan de zaak van Fleur besteed. Dat voelde goed. Toch nog wat
erkenning. Dacht, ze hebben er toch iets meer van begrepen dan ze tijdens de
rechtszaak lieten zien.
We hebben na de rechtszaak een gesprek gehad met de officier van justitie. Een
soort eindgesprek, maar eigenlijk was het een kennismakingsgesprek. We heb-
ben onze frustraties op tafel gelegd, dat we niet op de hoogte zijn gehouden, dat
het allemaal zo lang duurde zonder dat we wisten waarom. En we hebben gezegd
dat we vinden dat ze niet is opgekomen voor Fleur. De officier heeft uitgelegd
waarom het zo lang duurde, maar daar kon ik helemaal niets mee.
Met Fleur, inmiddels 17 jaar, gaat het redelijk. Ze weet nu dat de wereld niet
altijd even goed is. Ze is sterker geworden, weerbaarder dankzij anderhalf jaar
therapie. Ik ben trots op haar, op wat ze heeft bereikt. Maar ze blijft kwetsbaar en
is bang voor de dag dat hij weer vrijkomt. Wanneer? Wij zullen het niet weten.
Een punt erachter? Je moet wel. Eerst klamp je je vast aan de rechtszaak. Nu
die voorbij is, voelt het voor mij alsof het nu pas begint. Via mijn werk krijg ik
hulp van een traumapsycholoog. Als we vooraf alles hadden geweten, dan had-
den we nooit aangifte gedaan. Het heeft zo ongelooflijk veel energie gekost en zo
veel frustraties opgeleverd. In die zin ben ik wel een slachtoffer van het systeem
geworden. Helaas."
Top Related