Vo l .
Magaz i n e v oo r I n f o r ma t i emanagemen t
35J a a r gang 13 - E d i t i e 1 Maa r t 2014
Denk niet te moeilijk over mobile securityOp bezoek bij Google; het werken bij...
Interview met CIO Alliander
INHO
UDSO
PGAV
E
IN DEZE UITGAVEINTERVIEWS4 Interview Robbert-Jan Stegeman, CIO
Alliander
12 Interview Ludwig Geers, Tilburg University
De werkplek is natuurlijk een van de vele dingen waar Google echt
bekend om staat. Er zijn maar weinig IT’ers die er niet van dromen
om uiteindelijk dagelijks gebruik te kunnen maken van de pooltafels,
glijbanen, massage ruimtes of fitness zalen van Google. Het is een
bedrijf dat bekend staat om zijn star t-up cultuur.
Op bezoek bij Google
PAGINA 9
PAGINA 12
.EGO WEBLOG38 De mobiele wereldoorlog
40 Eten wat de pot schaft
42 Opkomst van mobiele internetcommunicatie
COLUMNS18 De technologische uitdaging is niet technisch
van aard
ARTIKELEN9 Op bezoek bij Google; het werken bij...
20 Denk niet te moeilijk over mobile security
26 Zonder ICT geen treinen
De .ego Magazinecommissie besloot de implementatie van MySis op Tilburg University (TiU) nader te onderzoeken en te kijken waar zij een balletje heeft laten vallen. Ludwig Geers, projectleider van de implementatie, bleek de geschikte man te zijn voor het beantwoorden van onze vragen.
Informatiesystemen op Tilburg University
Oud IM’ers aan het woord28 Jeroen Jansen
29 Luc Scheidel
30 Merel van den Berg
AFGESTUDEERDEN32 Afgestudeerden augustus 2013 - februari 2014
COLO
FON
#ego@dotegomagazine
Follow us on
Het semi-wetenschappelijke magazine .ego is een uitgave van studievereniging Asset | SBIT in samenwerking met alumnivereniging EKSBIT. Asset | SBIT is de Tilburgse vereniging voor studenten Information Management en andere geïnteresseerden in dit vakgebied. Het magazine wordt verspreid onder alle leden van Asset | SBIT en de alumnivereniging EKSBIT, de medewerkers van het depar tement Information Systems and Management aan Tilburg Universit y en geïnteresseerden uit het bedrijfs leven.
Wil je een onderwerp terugzien in de .ego? Twitter mee!
Redactieadres Asset | SBIT Kamer E116 t.a.v. redactie .ego Postbus 90153 5000 LE Tilburg [t] 013 – 466 2998 [f] 084 - 839 1373 [e] ego@asset - sbit.nl [i] www.asset - sbit.nl/ego
Redactie Casper Barbier Ruud van Cruchten Joep van Dingenen Gieljan Everaer t Carlijn Frins Stijn I Jzermans Mark Musters Timon Schneider
Grafisch Ontwerp SBIT DsK.
Vormgeving Tom van den Berg Dion Duimel Jasper van Dun Wouter van Ooijen Xander Seerden
Druk Orangebook | almanakken & verenigingsbladen www.orangebook.nl
Oplage 1200 exemplaren
Copyright Voor overname van (delen van) ar t ikelen dient schrif telijk toestemming te worden gevraagd aan de redactie. In de ar t ikelen gedane uitspraken vallen onder de verantwoordelijkheid van de desbetref fende auteurs.
#BIJZONDERE TIJDVol t rots presenteer ik u weer een nieuwe editie van het .ego magazine. Een editie die voor mij persoonlijk tevens de laatste zal zijn. Na ruim twee jaar de eer gehad te hebben om hoofdredacteur te zijn van dit fantastische magazine komt mijn studententijd en daarmee mijn redactiewerk voor het .ego magazine tot een einde.
Samen met deze topredactie heb ik ontzet tend veel plezier beleefd aan het houden van interviews, schrijven en verzamelen van ar tikelen, meewerken aan een nieuw design en lanceren van een website. Een website die ik in de toekomst nog regelmatig zal bezoeken om in het archief terug te kijken op deze bijzondere tijd. Met een grotendeels nieuwe redactie en Stijn I Jzermans als nieuwe voorzit ter weet ik zeker dat de kwaliteit van het magazine de komende periode alleen maar zal toenemen. De editie die nu voor u ligt wijst daar al direct op. Ik zou nog pagina’s kunnen doorgaan over wat ik heb geleerd van het deelnemen aan de .ego redactie. Daar zou ik het onze briljante designkoningen echter veel te lastig mee maken; en design is leidend natuurlijk!
Rest mij enkel nog alle .ego’ers har telijk te bedanken en u als lezer zoals alt ijd weer veel plezier te wensen bij het lezen van het .ego magazine. Dat dus!
@Mark Musters
INTERVIEW CIO ALLIANDERZoals het de .ego Magazine traditie betaamt, is ook dit jaar een interview afgelegd bij de CIO van het jaar. Op 13 november 2012 mocht Robbert-Jan Stegeman, CIO van Alliander, deze award voor het jaar 2012 in ontvangst nemen. Het thema van de CIO Day 2012 was ‘The Past is the Future’. Getoetst werd of de CIO zijn organisatie met behulp van informatietechnologie (IT) klaar maakt voor de toekomst.
Carlijn Frins & Frederic Zwetsloot
5
Stroom van data ?Voordat het interview de diepte in ging over Information Management bij Alliander vertelde Robbert-Jan hoe zijn carrière tot nu toe is verlopen. Tot 1994 heeft hij aan Tilburg University de studie Bestuurlijke Informatiekunde (BIK) gestudeerd. In deze tijd is Robbert-Jan in aanraking gekomen met Asset | SBIT en heeft hij de Landelijke BIK dag georganiseerd.
Na zijn afstuderen is hij begonnen met een baan
bij Accenture. Daar heef t Robber t - Jan bijna tien jaar
gewerkt omdat hij het zeer naar zijn zin had. Je kon
er snel carrière maken en hij is dan ook van business
analist naar sr. manager gegroeid. Bij Accenture hield
Robber t - Jan zich bezig met grootschalige proces en
systeemimplementaties, o.a. ten gevolge van grote
fusies. Ook een fusie van Nuon met andere bedrijven
viel hieronder. In dit project was hij verantwoordelijk
voor onder andere de implementatie van een nieuw
klantinformatiesysteem voor ruim 2,5 miljoen klanten.
In 2005 besloot Robber t - Jan dat hij aan de andere
kant van de tafel een kijkje wilde nemen; hij maakte
de overstap naar Nuon waar hij ging werken bij
het Customer Care Center. Hierbinnen was hij
verantwoordelijk voor alle IT systemen. Toen in 2008
Nuon splitste in het productie - en leveringsbedrijf
Nuon Energy en het Netwerkbedrijf Alliander, schopte
hij het tot CIO van Nuon Energy waardoor hij aan
het hoofd kwam te staan van alle IT binnen Nuon en
verantwoordelijk werd voor de IT voor energy trading,
productie, sales en customer care. Na de fusie met
Vat tenfall is Robber t - Jan overgestapt naar Alliander,
omdat daar veel veranderingen plaatsvinden die
de energietransit ie faciliteren en hij met IT aan de
voorkant van het bedrijf kan lopen.
Na deze introductie vroegen we Robber t - Jan waarom
hij de CIO van het jaar verkiezing heef t gewonnen.
Hij geef t aan dat het als CIO zeer belangrijk is om je
af te vragen hoe je daadwerkelijk waarde toevoegt
aan de business. “Het is je bestaansrecht als CIO
om te kijken hoe je waarde kunt toevoegen in een
bedrijf. Voorheen was er bij Alliander een gat tussen
de business en de IT, maar je moet IT-projecten en het
beheer daarvan juist aansluiten. Hoe maak je als IT-
afdeling eenvoudige oplossingen voor grote business
problemen?” Robber t - Jan geef t daarnaast ook aan
dat je pas waarde kunt toevoegen aan een bedrijf als
de basisvoorzieningen van dat bedrijf in orde zijn.
Als voorbeeld neemt hij de kantoorvoorzieningen;
als de pc’s van een bedrijf niet op orde zijn, kunnen
werknemers niet hun werk doen.
Robber t - Jan legt ons uit dat het belangrijk is om goed
samen te werken met twee groepen mensen; k lanten
en werknemers. “Als k lanten andere dingen willen
nadat je een oplossing geïmplementeerd hebt, wordt
dit lastig en vooral ook duur. Met k lanten wordt er
gekeken hoe een business model er uit moet zien.
Dat maakt het uiteindelijke werken met de klant
eenvoudiger.” Daarnaast kijk t Robber t - Jan ook samen
met andere werknemers naar de ontwikkelingen en
veranderingen op het gebied van technologie. “Je
moet mensen niet alleen gebruiken voor de huidige
techniek. Je zult als bedrijf moeten vernieuwen en
je kunt je werknemers daarin meenemen. Stilstaan
kunnen werknemers en bedrijven zich niet veroorloven.
Door werknemers te betrekken gaat iedereen constant
mee en staat niemand stil, ze worden hierdoor uit hun
comfor t zone gehaald. De vernieuwingen in IT zijn een
cyclus; technologie verander t iedere vijf jaar. Bij ons
wordt de IT-organisatie meegenomen in het proces van
deze veranderingen. Iedereen is dus verantwoordelijk
voor zijn eigen toekomst en ontwikkeling, maar ook
van die van het bedrijf.”
Binnen de IT-afdeling van Alliander zijn, voor het
goed uit voeren van deze innoverende werkwijze, drie
kernwoorden geïntroduceerd; Understand, Challenge
6
Over AllianderHet netwerkbedrijf All iander wordt gevormd door
Liander, Endinet en Liandon. Samen zorgen zij voor
onderhoud, vernieuwing, uitbreiding en aanpassing
van het energienetwerk. Via het netwerk wordt er
elektriciteit en gas naar 3,3 miljoen klanten in Nederland
getranspor teerd. In 2011 had Alliander 6.647
werknemers en een omzet van €1,4 miljard. Alliander
heeft een IT afdeling van ongeveer 600 personen; 400
en Deliver. Understand gaat over het écht begrijpen
van zowel de huidige business als waar een business
naar toe kan gaan in de toekomst. “We willen onze
IT-ers proactief laten functioneren op basis van een
verdiept begrip van de toekomst visie van ons bedrijf.
De behoef tes van de business die daar uit voor tkomen
behoren zij te begrijpen. Vanuit een IT achtergrond
kunnen ze vervolgens krit isch nadenken over de
wensen van de business-kant en mogelijk ef fectievere
alternatieven voorstellen om daar optimaal op in te
kunnen spelen. IT-ers moeten zich alt ijd afvragen of
het de goedkoopste en meest ef fectieve oplossing is,
ook op langere termijn.” Robber t - Jan geef t aan dat
een goede IT-afdeling zich echt kan onderscheiden
door de voorgenomen plannen op deze wijze
te Challengen. Misschien wel het belangrijkste
kernwoord is ‘Deliver’. “Natuurlijk moet je als IT-
afdeling waarmaken wat je beloofd hebt aan de
business”.
Na de introductie van deze kernwoorden waren we
natuurlijk benieuwd naar hoe groot de betref fende
IT-afdeling is. “Alliander heef t een IT-afdeling van 600
personen. 400 hiervan werken intern bij Alliander,
200 werken extern. Deze externe afdeling is een
apar t IT-bedrijf wat gevormd is om bedrijfsdomeinen.
Voorbeelden van dergelijke domeinen zijn het
domein klant en markt facilitering en het domein asset
management en uit voering.” Robber t - Jan ver telt verder
dat er een significante kostenverlaging in de IT heef t
plaatsgevonden. Zo is er bij Alliander in twee jaar
ongeveer 25 procent van de IT-kosten gereduceerd.
Daarbij zijn zelfs nog nieuwe systemen toegevoegd.
We vragen Robber t - Jan of hij wat verder in kan
gaan op het thema van de verkiezing; The Past is
the Future. “Het thema van de verkiezing geef t aan
dat dingen uit het verleden heel erg terugkomen in
de toekomst”, geef t hij aan. “Het thema en de winst
van Alliander hangen niet voor 100% samen. Toch
zijn er ook bij Alliander een aantal ontwikkelingen en
veranderingen gaande, vooral aan de business kant.
Een voorbeeld hiervan is Het Nieuwe Werken. In
het verleden werkten mensen alt ijd aan huis. Daarna
gingen ze werken waar de machines stonden; in de
fabrieken. Toen het administratieve tijdperk ontstond,
hield dit aan. De computers stonden op een centrale
plaats, dus werkten de werknemers ook op deze
centrale plaats. Nu gaan we weer terug naar de
situatie waar je kan werken waar je wil. Je hebt geen
centrale plaats meer nodig. Dit geef t het verleden
een directe link met de toekomst.” Robber t - Jan legt
uit dat deze situatie ook specifiek in de energie -
business voorkomt. “Vroeger had je werkzaamheden
rondom een windmolen of een stoommachine. Daarna
gingen de werkzaamheden, dankzij de uit vinding
van elektriciteit, op andere plaatsten ontstaan, maar
in de toekomst zal opwek en verbruik van energie
weer dichter bij elkaar komen. Bedrijven vestigen
hun activiteiten dan op de plaatsen waar de energie
voorradig is. Toch moet je ook focussen op de zaken
die continu blijven. Binnen de IT zijn er bijvoorbeeld
veel technologische ontwikkelingen. De mens
daarentegen blijf t constant en dus belangrijk. Welke
IT-verandering er ook ontstaat, je hebt alt ijd de juiste
mensen nodig en je hebt de middelen nodig om deze
mensen producten te laten ontwikkelen.”
Het blijk t dat dit ook veranderingen teweeg brengt
bij Alliander. “Men zei alt ijd dat de energie business
nooit zou veranderen. Toch gaat dit nu gebeuren.
Tegenwoordig vervullen we naast onze eigen business
ook een maatschappelijke functie. We moeten ons
afvragen hoe we in de toekomst de energie transit ie
zullen faciliteren en hoe we vraag en aanbod
op lokaal niveau in evenwicht moeten houden. In
Nederland vindt in sterke mate vergrijzing plaats
7
en dat zorgt voor een lager aanbod van monteurs.
Het werk moet dus slimmer gedaan worden zodat
we minder monteurs nodig hebben. Dát is waar IT
komt kijken en waar dus energie en IT samenkomen.
Monteurs worden van meer faciliteiten voorzien. Ze
lossen niet meer ad hoc stroringen op maar er wordt
voorkomen dat er storingen zijn.
Het samenkomen van IT en energie bij Alliander is
uiteraard iets waar de redactie van het .ego magazine
in geïnteresseerd is. “Vroeger wist je niet wat er in
het net gebeurde, de kabels waren zo dik dat alles er
toch wel doorheen ging. Nu is er soms wind en soms
zon, wat veel meer f luctuatie in de energievoorziening
veroorzaakt. We geloven dus bij Alliander in lokale
gebieden waar energie opgewekt wordt. Hierdoor
ontstaan er energie management systemen. Daarbij
krijgen klanten ook hun eigen beslissysteem. Ze
besluiten bijvoorbeeld zelf wanneer ze met hun
zonnepanelen hun elektrische auto opladen of
wanneer ze de opgewekte energie verkopen. Mensen
uit de buur t gaan samenwerken door middel van een
vir tual power plant. Er ontstaat heel veel data en
mensen wisselen deze lokaal uit. Door dit raakvlak
van IT en energie ontstaat er ook een prijsstelling.
Ook de onderstations worden gedigitaliseerd.
Op basis van pieken in de data die gegenereerd
wordt, kunnen kabels nog voordat ze kapot gaan
gelokaliseerd worden. Monteurs worden dus aan de
gang gezet om een storing te verhelpen voordat die
daadwerkelijk plaatsvindt. Een probleem dat vaak
voorkomt is graafschade, kabels kunnen eenvoudig
een tik krijgen waardoor ze pas weken later kapot
INTERVIEW MET ROBBERT-JAN STEGEMAN
8
gaan. Ook in dat geval zijn pieken in de spanning
te zien. Vanuit een onderstation kan dan worden
gemeten waar de storing plaatsvindt. Monteurs die
gespecialiseerd zijn in het omleiden van stroom
kunnen dit probleem oplossen. Het systeem in het
bedrijfsvoeringcentrum doet automatisch een voorstel
voor de dichtstbijzijnde monteur die de specialisatie
heef t. Op deze manier kan er snel gehandeld
worden.”
De lage interesse vanuit studenten voor het
vakgebied Information Management is iets wat
Robber t - Jan veel bezighoudt. “De vijver met
Informatie Managers wordt te k lein. Deze vijver
moet vergroot worden en er moet meer instroom
komen bij de Informatie Management studies.” Om
dit te kunnen bereiken is Alliander bijvoorbeeld veel
aanwezig op universiteiten. Hier proberen zij de
interesse te wekken voor zowel het bedrijf Alliander
als het vakgebied. “IT wordt beoordeeld als saai”,
zegt Robber t - Jan, “als je met IT bezig bent, ben je
boring en een nerd. Veel scholieren vergeten echter
dat ze constant in contact zijn met IT, bijvoorbeeld
mobiele applicaties zoals Whatsapp. Iedereen is op
de hoogte van IT, maar ze associëren het niet met
IT. Op dit gebied kunnen grote stappen gemaakt
worden om scholieren kennis te laten maken met
Informatie Management.” Ook is Robber t - Jan actief
binnen het CIO-Plat form, waar hij samen met andere
CIO’s nadenkt over hoe IT aantrekkelijker gemaakt
kan worden.
Voor Europa ziet hij twee grote groeigebieden.
“Er zijn twee grote assen”, legt hij uit. “De eerste
as is de energie -as. Deze houdt zich bezig met
bijvoorbeeld klimaatproblemen en alle business
oppor tunit ies die ontstaan met duurzame energie
opwek. De tweede as is de IT-as, hierover gaat
alle innovatie zoals 3D printing en Google Glass.
Deze innovaties zorgen voor veel nieuwe business
modellen. Hoe sluit je nu een nieuw front end
systeem als Google Glass aan op de back-end
systemen?. Er wordt nu gezocht naar mensen die dit
vraagstuk leuk vinden. Er ligt hier voor miljarden aan
business.”
Na deze uit leg twijfelen we niet of hij een antwoord
weet op de traditionele .ego Magazine vraag
‘Wat wil je de Informatie Management student
meegeven?’. “Je moet als student skil ls ontwikkelen
die een technologie basis vormen”, geef t hij aan.
“Je behoor t te weten wat bijvoorbeeld databases
en Java zijn en deze concepten ook begrijpen.
Daarnaast moet je ook skil ls opdoen op het sociale
vlak. Je moet bijvoorbeeld weten hoe je met
veranderingen om moet gaan. In het begin van
je carrière zal je diepgang mee moeten krijgen.
Kom te weten hoe technologieën werken en hoe
implementaties gaan. Hier krijg je een enorme
brede kijk van waar je later grote dingen mee kunt
aansturen. Als je weet hoe processen werken, kun
je ook over de business meepraten. Voor studenten
Information Management zijn er veel mogelijkheden,
bedrijven staan om je te springen.”
Over de auteursCarlijn Frins volgt momenteel de master Information
Management aan Tilburg University. Carlijn is sinds
2010 actief als redactielid van het .ego magazine.
Daarnaast organiseerde ze ook het lustrum van Asset
| SBIT dat in februari 2013 plaats heeft gevonden.
Tijdens het collegejaar 2012-2013 heeft ze bovendien
plaatsgenomen in het bestuur van Asset | SBIT met als
functie secretaris.
Frederic Zwetsloot studeer t momenteel in Frankrijk als
onderdeel van de International Master in Management
of IT. Daarvoor heeft Frederic het International Bachelor
in Information Management programma al succesvol
afgerond. Bij Asset | SBIT was Frederic actief bij de
.ego weblog, van waaruit hij dit interview samen met
het magazine heeft afgenomen.
INTERVIEW MET ROBBERT-JAN STEGEMAN
Mike Nelissen
Op bezoek bi j Google;Het werken bi j . . .
10
Even voorstellen“Ik ben Kenny Jagers en ben afgestudeerd aan Tilburg
Universit y. Ik heb hier mijn bachelor International
Business Administration en mijn master Marketing
Management afgerond. Ik ben actief lid geweest
binnen Asset | International Business & Management
(dit was voorheen Asset | FIRST International) en heb
een jaar ful l t ime in het bestuur gefunctioneerd als
penningmeester. Tegenwoordig werk ik bij Google in
Dublin, waar het hoofdkantoor van de EMEA regio
(Europa, Midden-Oosten en Azië) is gevestigd, als
Account Strategist op de afdeling Services.”
Hoe kom je terecht bij Google?Kenny stelde voor zichzelf destijds een lijst op met
interessante bedrijven waar hij graag een meeloopstage
zou willen doen en tevens later graag zou willen
werken. “Vooral omdat ik internationaal ben ingesteld,
wilde ik me graag richten op bedrijven die deze
ideologie ook hebben, hier behoorde Google ook toe.
Via Make -A-Move op Tilburg Universit y kreeg ik de kans
om met Google zelf in contact te komen.”
Kenny heef t zich vervolgens aangemeld en is
uitgenodigd voor een interview. Naar aanleiding van
dat interview is hij uiteindelijk aangenomen en heef t
hij een meeloopstage bij Google gedaan. Hij is tot op
heden erg blij met deze keuze.
Tegenwoordig is hij binnen Google werkzaam als
Account Strategist. “Hier werk ik binnen de servicetak
van AdWords en Analy tics op de Nederlandse afdeling.
De Nederlanse midden- en kleinbedrijven kunnen
mij en mijn collega’s op de afdeling contacteren op
het moment dat ze bepaalde vragen hebben omtrent
AdWords en Analy tics. Daar kan ik ze dan vervolgens
mee helpen.”
Kenny heef t een paar tips om terecht te komen bij
Google of een ander bedrijf: “Je moet vooral je
passie laten zien die je voor iets hebt en bereid zijn
om extra dingen te doen naast je studie. Geef in een
CV/interview mee wat je drijf veer is en geef daarbij
aan wat de impact is van (k leine) dingen die je hebt
gedaan. Je cijfer lijst speelt natuurlijk ook mee, maar de
manier waarop je je onderscheidt en waar je interesses
liggen zijn veel belangrijker.”
Bij een bedrijf als Google denkt men dat er bepaalde
verwachtingen zijn als je daar mag werken. Kenny had
voor een deel ook bepaalde verwachtingen. Zo is de
informele sfeer wat hij er van verwacht te. “Je kunt het
eigenlijk vergelijken met een studentensfeer die er hangt
door het gehele bedrijf. Iedereen werkt gepassioneerd
op alle afdelingen en het bedrijf is erg internationaal
ingesteld. De grote groep mensen die binnen Google
werkt zijn allemaal verschil lend en wat leuk is, is dat ik
met deze mensen samen kan werken aan projecten.”
FlexibiliteitKenny is direct verbonden aan de Nederlandse
afdeling, maar het komt ook weleens voor dat
er weleens bij een andere afdeling moet worden
bijgesprongen, zoals bijvoorbeeld de afdeling waar het
Verenigd Koninkrijk en Ier land onder vallen. “Ik krijg
op dat moment k lanten doorverbonden van een andere
markt. Door deze f lexibiliteit leer je veel nieuwe dingen
en ontmoet je ook andere mensen wat erg leuk is.”
“Indirect ben je intern binnen één gebouw internationaal
werk aan het verrichten, dat had ik niet verwacht.
Doordat er zo f lexibel gewerkt kan worden binnen het
bedrijf, dur f t Google ideeën snel te implementeren
binnen het bedrijf en stappen te zet ten, wat een betere
situatie creëer t op de werkvloer.”
Omdat de f lexibiliteit intern hoog is, zijn er veel
mogelijkheden beschikbaar als werknemer om door te
groeien. “Google is een bedrijf dat heel divers en groot
is en daardoor kun je nog veel kanten op. Daarnaast
zijn er veel t rainingen beschikbaar en kan je in je vrije
Over de auteurMike Nelissen is student Bsc Economie & Informatica
aan de Tilburg University. Tevens is hij actief l id binnen
studievereniging Asset | SBIT als voorzit ter /
hoofdredacteur van de .ego Weblog.
11
OP BEZOEK BIJ GOOGLE; HET WERKEN BIJ...
t ijd ook nog doorstuderen om zo door te groeien of
om naar een andere afdeling toe te werken. Op de
afdeling Sales of Services kun je na een programma
van twee jaar doorgroeien.
Echter, het is belangrijk dat je veel ambitie, passie en
een goede wilt hebt om door te groeien. Zonder dat
zal je niet kunnen doorgroeien; maar waarschijnlijk zal
je dan überhaupt niet bij Google terecht zijn gekomen.”
Buiten de gebruikelijke shif tsDe f lexibiliteit die men heef t als werknemer om in het
buitenland te werken is wat minder. “Ik mag drie dagen
per kwar taal (dit verschil t per afdeling) naar een ander
land en daar heb ik de mogelijkheid om op kantoor
te werken en mails van klanten te beantwoorden.
Zodoende leer je weer andere Googlers kennen in
andere steden en landen. Het is echter wel zo dat je
binnen je tijdzone moet blijven werken en ook gewoon
je nodige uren maakt. Je zou dus bijvoorbeeld naar
Budapest kunnen, daar drie dagen werken en buiten
die uren de stad ontdekken.”
Aan het eind van de dag kun je rustig je eigen tijd
invullen. “Bij mij gaat de laptop gewoon uit en ik ga
gewoon mijn eigen ding doen. Werk en privé zijn
gescheiden en dat is pret t ig. Op het werk maak je
zeker veel vrienden bij Google, maar het is niet alleen
dat. Buiten het werk om kun je gewoon lekker van het
sociale leven genieten en je eigen plannen hebben,
zonder dat je nog bezig bent met wat je die dag
gedaan hebt op het werk.” Ook Google organiseer t
diverse activiteiten buiten het werk om. “Een goed
voorbeeld daarvan is de Summer Par t y, waarbij er
groots werd uitgepakt met bijvoorbeeld een draaimolen
waarop alle Googlers zich weer een kind voelden.”
Uit de ontmoeting en het gesprek met Kenny is
gebleken dat hij het geweldig vindt om bij Google te
werken. Wellicht is dit te verklaren doordat Google
een bedrijf is met een bijzondere bedrijfscultuur die
ook doorklinkt op de werkvloer. Meer over deze
bedrijfscultuur wordt ook verklaard in het cololofon.
Dit interview heef t tot stand kunnen komen dankzij
Tobias Marmann en Kenny Jagers. Namens de .ego
weblog commissie willen we hen ontzet tend bedanken
voor deze geweldige ervaring.
Lijk t het je ook leuk om ook bij Google stage te
lopen of volt ijd aan de slag te gaan? Check dan de
carrièremogelijkheden op www.google.com/students/
emea
De werkplekDe werkplek is natuurli jk een van de vele dingen waar Google echt bekend om staat. Er zijn maar weinig IT’ers die
er niet van dromen om uiteindelijk dagelijks gebruik te kunnen maken van de pooltafels, glijbanen, massage ruimtes
of fi tness zalen van Google. Het is een bedrijf dat bekend staat om zijn star t -up cultuur.
Passend bij deze star t -up cultuur komen er ook regelmatig producten uit die je
eerder van een star t -up zou verwachten, zoals de zelfri jdende auto en Google Glass.
Dergelijke producten komen regelmatig voor t uit de befaamde 20% regeling (voor
engineers). Deze regeling houdt in dat 20% van je werktijd kan worden gebruikt
om jezelf te ontwikkelen door gebruik te maken van een van de gratis cursussen die
Google aanbiedt. Indien je zelf al genoeg geleerd hebt, kun je zelf deze cursussen
aanbieden of een project star ten (na goedkeuring van je manager). Een dergelijk
project kan uitgroeien tot een nieuw Google product, maar ook bijvoorbeeld een
nieuwe manier van werken.
Lees meer over de bedrijfscultuur bij Google op egoweblog.nl, of scan de QR-code!
Ruud van Cruchten en Stijn Ijzermans
Informatiesystemen binnen de Universiteit. Heeft Tilburg de bal
laten vallen?
13
Hoe is het idee ontstaan om een nieuw informatiesysteem te implementeren?Tilburg Universit y heef t van oudsher veel van haar
informatiesystemen zelf gebouwd. Naarmate de tijd
vorderde groeide het besef dat van dat maatwerk
afgestapt moest worden. Maatwerk brengt veel
kosten en onderhoud met zich mee en daar wilde de
universiteit van af. De systemen waren bovendien niet
geschikt voor grootschalig gebruik door alle studenten
en medewerkers (self service). De oude systemen
‘draaiden’ op een Ingres database structuur, en ook
de kennis hierover zou verdwijnen. Een overstap naar
standaardpakket ten betekende wel dat het hosten en
het beheren van die informatievoorziening nog steeds
voor eigen rekening zou komen, wat niet mogelijk was
wegens het gebrek aan kennis en resources. De afdeling
automatisering binnen de universiteit was te klein en er
niet op ingericht om dit uit te voeren.
De voorkeur vanuit het beleid ging uit naar SAP,
dit beleid hield in dat alle concernoplossingen zo
mogelijk op SAP gebaseerd moesten zijn. Andere
concernsystemen op TiU maakten al gebruik van SAP
dus de keuze hiervoor lag voor de hand. Een niet -
SAP keuze, zoals MySIS van Campus Solutions, moest
uitgebreid beargumenteerd worden.
Wat is de rol van projectgroep SANS?Een dergelijk informatiesysteem heef t een levensduur
van ongeveer tien jaar. De kosten die je kwijt bent
aan het beheer en onderhoud, zijn na verloop van
tijd een veelvoud van de init iële investeringen. Men
kwam daarom met het idee om samen met andere
universiteiten een systeem aan te schaf fen en dit samen
te beheren en onderhouden.
Dit was geen ongebruikelijk voorstel, voor de
SAP- systemen binnen de universiteit is ook een
samenwerkingsverband ontstaan, genaamd SECU.
Deze samenwerking is dusdanig goed bevallen dat men
besloot om voorafgaand aan het aanschaf fen van een
studenteninformatiesysteem een onderzoek in te stellen.
Deze onderzoeksgroep die de naam SaNS, Samen
naar een Nieuw Studenten informatiesysteem, kreeg
is onder leiding van TiU gaan lobbyen voor meer
geïnteresseerden. Het hoofd informatiemanagement
van TiU heef t uiteindelijk interesse gevonden bij de
Universiteit van Nijmegen, Universiteit van Amsterdam,
Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van
Leiden.
Deze vier plus Tilburg Universit y hebben toen de
projectgroep gevormd.
“Project management is like juggling three balls: time, cost and quality”. Deze quote van prof. Geoff Reiss bestempelt tijd, kosten en kwaliteit als de drie belangrijkste factoren voor het slagen van een project, de zogenaamde critical success factors of kortweg CSF’s. De .ego Magazinecommissie besloot de implementatie van MySis op Tilburg University (TiU) nader te onderzoeken en te kijken waar zij een balletje heeft laten vallen. Ludwig Geers, projectleider van de implementatie, bleek de geschikte man te zijn voor het beantwoorden van onze vragen. Ludwig Geers
14
De doelgroep van deze vijf par tners bestond uit meer
dan 100.000 studenten, enkele duizenden medewerkers
en tientallen faculteiten. Deze moeten allemaal gebruik
gaan maken van hetzelfde systeem. Aangezien het
project van een dergelijke groot te was, viel het onder
de Europese aanbestedingsnorm. Een uitgebreid
projectplan is opgesteld en ook is samenwerking
gezocht met de stichting SURF. In SURF werken
hogescholen, universiteiten en onderzoeksinstellingen
samen aan grensverleggende ICT-innovaties, met als
doel de kwaliteit van het hoger onderwijs en onderzoek
te verbeteren. Aan de hand van de MoSCoW methode,
die staat voor de must have, should have, could have
en won’t have requirements, werden er 500 functionele
en technische specificaties opgesteld; de optelsom van
de eisen van tientallen faculteiten van verschil lende
universiteiten.
De Europese aanbesteding, waar de universiteiten
uitgebreid aan meegewerkt hebben, is inder tijd
begeleid door Berenschot. Uiteindelijk bleven er vier
mogelijke leveranciers over, te weten: SAP met Campus
Management, Oracle met Campus Solutions, PSB met
Osiris en Sungard SCT, met SCT Banner. Uiteindelijk is
de keuze gevallen op Campus Solutions van Oracle.
Waarom is er gekozen voor het systeem van Campus Solutions en niet voor een alternatief systeem?De selectiemethode en de uitgebreide selectiecriteria
leiden uiteindelijk tot de keuze. Wat op de achtergrond
en bij de weging heef t meegespeeld is het volgende.
De Nederlandse aanbieder PSB had toen nog maar
enkele gebruikers van Osiris. De organisatie was nog
klein en bestond uit slechts enkele medewerkers. De
heersende gedachte binnen de projectgroep was dat
het project van SaNS een maat te groot zou zijn voor
PSB. Later is dit overigens in een ander daglicht komen
te staan. PSB is gegroeid, meer organisaties zijn hun
pakket gaan gebruiken en ze hebben inmiddels een
groter marktaandeel. SAP had in Nederland nog
geen onderwijsimplementaties gedaan maar had wel
in België een trial lopen. SAP werd wel gebruikt door
TiU, en ook door de Hogeschool van Amsterdam,
de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van
Leiden, voor Finance en HR. Echter speelde het gebrek
aan voorbeelden van onderwijsimplementaties en de
prijsstelling mee dat de keuze niet op SAP viel.
Uiteindelijk is er bewust gekozen voor Campus Solutions
van de grote marktspeler Oracle, omdat deze meer
ervaring had met dergelijke grote implementaties.
Het systeem van Oracle draaide al op meerdere
instellingen, waaronder Font ys (60.000 studenten),
InHolland (40.000 studenten) en een overgroot deel
van universiteiten in de Verenigde Staten.
Waarom geen systeem van SAP als juist vier universiteiten deze gebruiken?‘Het nadeel van Europese aanbestedingen is, vind ik,
dat je selectiecriteria zeer nauwkeurig moet definiëren.
Als je dit heel gedetail leerd doet, leidt dat automatisch
tot de beste oplossing, is de gedachte. Er zit ten helaas
alt ijd wat misinterpretaties in, dat is onvermijdelijk.
Vervolgens leiden deze criteria tot de uitkomst en daar
komt dan niet alt ijd het beste of het gewenste resultaat
uit.’
Zoals eerder genoemd is ook rekening gehouden met
het feit dat SAP nog geen noemenswaardige successen
had in Nederland, waar Campus Solutions al veel in de
Verenigde Staten werd gebruikt en ook reeds op twee
Nederlandse hogescholen was geïmplementeerd.
Hoe is het implementatietraject verlopen?Kor t samengevat ; de implementatie is slecht verlopen.
Het begon al met een meningsverschil met de verplicht
meegeleverde implementatiepar tner over de aanpak.
Oracle leverde Atos als implementatiepar tner.
De projectgroep raakte al snel in discussie met Atos
vanwege een misfit van verwachtingen vanuit de
projectgroep en het aanbod van Atos. Atos streefde
naar een directe parameterisering van het systeem,
waar de projectgroep liever eerst een procesanalyse
zag.
15
INTERVIEW MET LUDWIG GEERS
De projectgroep SaNS heef t vervolgens zelf
geprobeerd om het systeem op de processen te laten
aansluiten en de processen te harmoniseren. ‘Begin
2006 werd een projectorganisatie opgezet voor de
implementatie en toen ben ik aan boord gekomen. Een
PID (Project Implementation Document) is geschreven in
samenwerking met Oracle, ATOS en de SaNS par tners.
Hierin zijn alle aspecten verder uitgewerkt om tot goede
implementatie te komen. De implementatie zelf was een
f linke kluif omdat vijf bronsystemen (red. De systemen
van de 5 universiteiten) geconver teerd moesten worden
naar Campus Solutions, en het systeem moest aansluiten
op andere lokale systemen (inter faces, zoals met SAP).‘
Het informatiesysteem kan in twee stukken opgedeeld
worden: je hebt een systeem voor het inschrijven van
een student dat wet telijk gereguleerd is, en een systeem
voor het volgen van een student t ijdens de studie. Het
systeem voor het volgen van een student bevat enorm
veel gegevens. De conversie hiervan was een uitdaging,
voor wat betref t omvang en complexiteit. Wij hebben
bijvoorbeeld in Tilburg al 13.000 studenten en we
zijn de kleinste van de par tners. In de achterliggende
jaren heb je tevens verschil lende onderwijsstructuren
gehad. De ene par tner wilde daarom conver teren
met terugwerkende kracht tot 1990, de ander tot
bijvoorbeeld 1980. Daarbij komt dat we ook alle vijf
een andere infrastructuur hadden.
Heeft de keuze voor een Amerikaans systeem nog voor noemenswaardige problemen geleid?De ambities van Oracle om hun dienst verlening uit te
breiden in het EMEA gebied (Europe, Middle East and
Asia) heef t geleid tot de uitbreiding en versterking van
een universeel en landonafhankelijk systeem, gebaseerd
op de centrale kernel van PeopleSof t. Om die kernel
heef t SANS een schil ontwikkeld, die men aan kan
passen aan de Nederlandse wetgeving en eisen. Deze
schil noemen we de template. De SANS par tners maken
gebruik van deze template. Zodra iets verander t in de
kern wordt de template aangepast zodat deze blijf t
functioneren. Bovenop deze template kan men dan
nog kiezen voor lokale aanpassingen, inrichtingen
en inter faces. De ene par tner wil een koppeling met
systeem A, de andere met Systeem B, een par tner wil
een extra module voor een specifieke doelgroep, een
ander niet. Hierdoor krijgt het geheel een soor t bloem
vorm (zie figuur 1).
Figuur 1 : Campus solutions
16
In Nederland is het onderwijssysteem onderhevig
aan polit ieke discussies zoals over de bekostiging,
de langstudeerdersmaatregel, etc.. De kern voorziet
echter niet in deze nieuwe wetgeving. Er moet volgens
de onderhoudsystematiek met Oracle overlegd worden
of de kern aangepast kan worden. Oracle doet dit
pas als de specificaties 100% zeker zijn. Ze kunnen
niet zomaar aan de gril len van de gebruikers hun
kern gaan aanpassen. Oracle heef t daarom een strik t
release beleid. Zijn de specificaties eindelijk zeker
dan moeten ze eerst een aantal kanalen doorlopen
voordat de kern daadwerkelijk aangepast zal worden.
De specificaties worden eerst door een medewerker van
Oracle Nederland opgesteld die verstand heef t van het
pakket , de gewenste verandering en de Nederlandse
markt. Vervolgens worden ze naar de centrale
organisatie gestuurd. Deze bekijk t en beoordeelt ze
om ze vervolgens naar India te sturen. Daar wordt dan
iets gebouwd dat door Nederlanders bedacht is, door
Amerikanen aangepast is naar hun standaarden en
dan krijgen wij een product uit India dat doorgaans
van zeer matige kwaliteit is. Deze hele toestand wordt
nog steeds het best uitgelegd aan de hand van de
‘schommelcar toon’ (zie figuur 2).
Toen Oracle PeopleSof t overnam waren er nog
verschil lende releases in omloop. Oracle had zich
voorgenomen om de sof tware drastisch te vernieuwen
en heef t daarvoor een langlopende releasekalender
ontworpen. Dit had tot gevolg dat we te maken kregen
met ingrijpende veranderingen in de programmatuur en
onderliggende toolset.
Figuur 2: Schommelcartoon
17
Op dit moment hebben we vier keer per jaar een
nieuwe sof twarebundel en een keer per jaar een nieuwe
versie van de toolset. SaNS verpakt die twee keer per
jaar in een major release. Dus twee keer per jaar moet
de template aangepast worden aan de nieuwe versies
van de kernel.
Dit leidt tot een forse werkdruk voor de SaNS-par tners
en het Exper tisecentrum dat de template beheer t. Al
deze updates zorgen ervoor dat het systeem nooit af is.
Je bent constant bezig met het testen en aanpassen van
het systeem.
In 2011 is er gekozen voor een afgeslankte versie van het systeem, wat houdt dit in?‘Toen we begonnen met MySIS hebben we in eerste
instantie alleen het inschrijfsysteem vervangen. Het
oude systeem had functionaliteiten voor het inschrijven
van studenten en voor student volgzaken. Het nieuwe
systeem moest daarom inschrijven en het bewaken van
studieactiviteiten faciliteren. Voor het inschrijven hebben
de studenten weinig interacties met het systeem. Daar
zullen vooral administratieve medewerkers mee moeten
werken. Studenten komen binnen via Studielink en zullen
vooral te maken krijgen met die inter face.’
Hier hadden we dus geen groot verander traject voor de
studenten op één ding na: toen we in 2009 (als eerste)
live gingen met het systeem voor inschrijven moesten
studenten zich ook kunnen herinschrijven en het land
van herkomst van hun ouders kunnen aangeven. Dit was
op dat moment alles wat de student van MySIS zag.
Uiteindelijk moest MySIS de huidige student volgsystemen
gaan vervangen. De users, de studenten en
medewerkers, zouden aan een compleet nieuwe look
and feel van de systemen moeten wennen. Hiervoor zou
een uitgebreid implementatieplan opgesteld worden.
Der tienduizend studenten en tientallen medewerkers
moesten op gang geholpen worden met het nieuwe
systeem.
Door verschil lende oorzaken is het project ver traagd,
is het draagvlak verminderd en werd onder tijdsdruk
op enig moment besloten de bestaande inter face van
de studenten te handhaven en alleen het zogenaamde
backof fice te vernieuwen. Oud en nieuw zouden dan
op elkaar moeten aansluiten. De studenten en meeste
medewerkers zouden er nauwelijks iets van merken.
Tilburg is van alle vijf de par tners als eerste live gegaan
met het inschrijfsysteem. Kor t daarna is de HvA met
het inschrijfsysteem live gegaan en daarna Leiden.
Leiden wilde een big bang. Het inschrijfsysteem én het
volgsysteem met alles erop en eraan moest live, met het
risico dat het niet 100% af was.
Heeft dit nog tastbare problemen opgeleverd die hierdoor voorkomen konden worden?Ja, de SaNS-par tners hebben nogal negatief in de
publiciteit gestaan wegens de invoeringsproblemen en
de kosten die men heef t moeten maken om het systeem
toch goed werkend te kunnen krijgen. ‘In Tilburg
kwamen we er toen steeds meer achter dat we last
bleven houden van het systeem en de implementatie
ervan. We zijn toch het k leintje in de klas als je nagaat
dat in Amsterdam het systeem voor om en nabij de
80.000 studenten functioneer t. Bij de SaNS-par tners
zijn alle aanloop problemen nu wel opgelost. Het
onderwijzend en het ondersteund personeel werd en
is steeds enthousiaster, maar kreeg daardoor meer
behoef te de eisen en wensen verder uit te breiden
en het systeem naar hun smaak te laten functioneren.
Deze uitbreidingen moesten allemaal in de template
opgenomen worden waardoor de gezamenlijkheid in de
financiering daarvan verder onder druk kwam te staan.’
Om de gezamenlijkheid te behouden is er toen gekozen
voor een cafetaria model. Dit wil zeggen dat iedereen
de basisvoorziening van de template kreeg, met daarin
de gezamenlijke functionele eisen en wensen. Alles wat
je bovenop de basis wenste, moest je zelf betalen.
Tilburg realiseerde zich steeds meer dat het systeem
toch wel erg groot (en kostelijk) werd voor een nieuw
backof fice systeem en dat ze misschien beter af zouden
zijn met een andere oplossing.
INTERVIEW MET LUDWIG GEERS
18
Nijmegen was voor tijdig uitgestapt en heef t voor de
implementatie van een Nederlands systeem (Osiris)
gekozen. Binnen de stuurgroep in Tilburg begon in
de loop van de tijd ook een kentering te ontstaan.
Het draagvlaak om door te gaan met MySIS werd
steeds kleiner en men begon ook wel meer te voelen
voor een drastische ommezwaai. Er is toen lange
tijd discussie geweest over eruit stappen maar dit lag
natuurlijk lastig ,vooral omdat het project vanuit Tilburg
Universit y is geïnit ieerd. ‘In 2011 kregen we te maken
met de eerste bezuinigingsronde op de Universiteit. De
broekriem werd strakker aangetrokken waardoor alle
tijdelijke krachten eruit moesten. Mensen verdwenen
uit de projectgroep. Resources om de implementatie af
te ronden verdwenen, waardoor het zeker niet meer
mogelijk was om heel het systeem te implementeren.
De omslag in de stuurgroep ten opzichte van MySIS
en minder goede ervaringen met het inschrijfsysteem
hebben er toe geleid dat er toch besloten werd dat
men niet verder wilde met MySIS. Het oude Ingres
systeem liep echter al lang op de laatste benen, dus
de druk om MySIS light te implementeren liep verder
op. Noodgedwongen is voor deze oplossing gekozen ,
maar het is dusdanig complex dat ik achteraf spijt heb
van deze gestripte versie.’
De toekomstI In 2014 zal Tilburg Universit y verder gaan met een
nieuw aanbestedingsproject. De voorkeur gaat uit naar
een nieuw , k leiner en overzichtelijk systeem. Wegens
het par tnerschap met SaNS zal MySIS de komende vier
jaar als backend systeem gebruikt blijven worden. Van
het hele MySIS avontuur is geleerd; samenwerken is
lastig en leidt niet alt ijd tot besparingen. De integratie
met Studielink zal nog belangrijker geworden.
Alleen de toekomst zal leren of de implementatie van
een ander studentinformatiesysteem succesvoller zal
verlopen.
Over de auteursStijn Ijzermans is momenteel bezig met het afronden
van zijn bachelor Economie en Informatica aan Tilburg
University, hiernaast is hij de nieuwe hoofdredacteur
van dit magazine.
Ruud van Cruchten is momenteel een tweedejaars
student Economie en Informatica aan Tilburg University
en tevens actief binnen Asset | SBIT als redactielid van
.ego magazine.
ADVERTENTIE KPN
20
We creëren een wereld waarin de slimste persoon in de kamer de kamer zelf is. Waar economieën
ontstaan tussen computers zonder menselijke tussenkomst. Waar creatie en productie in de handen
van een ieder komen. 3D printing brengt huizen, organen, voedsel en wapens naar de printer. En
technologie kent onze behoef ten eerder dan wij zelf.
Apps die depressie detecteren en wetgeving die het mogelijk maakt dat ar tsen apps voorschrijven in plaats
van medicijnen. Auto’s die zelf rijden en sof tware die rechters kan vervangen, robots thuis uitprinten voor
minder dan 1000 dollar. Er zijn al draadloze headsets met diensten zoals MyndPlay, die je hersenactiviteit
monitoren om de content vervolgens aan te passen op basis van jouw emotie. Wetenschappers zijn
erin geslaagd om ‘in te breken’ in iemands hersenactiviteit en koopsignalen te identif iceren. De eerste
organisaties halen productie weer terug naar het eigen land om het vervolgens door robots te laten
uit voeren. Met de versmelting van technologie en het menselijk lichaam kunnen hackers verder gaan dan
alleen data stelen. Immers, als ze satellieten kunnen hacken dan ook een pacemaker.
Leon Panet ta, de ver trekkende minister van Defensie van de VS, waarschuwt ons aan het begin van 2013
voor een digitaal Pearl Harbour. In een wereld waarin technologie volgens de ver trouwensmonitor van
Edelman het meest ver trouwd wordt, neemt de afhankelijkheid ervan zienderogen toe. Creëren wij een
wereld waarin, wij als mens, volledig over trof fen worden door technologie? Het zijn menselijke handen en
hersenen die de technologie van vandaag maken. De vraag is hoe lang nog?
Twee exper ts op het gebied van technologie en productiviteit van MIT Center of Digital Business stelden
dat de mens het aan het verliezen is van de machine. In hun e - book ‘Race against the Machine’ geven ze
aan dat er meer banen worden gecreëerd voor machines dan voor mensen. Ook het Centre for the Study
Column De technologische ui tdaging is niet technisch van aard
Over de auteurTony Bosma is de oprichter van de internationaal erkende trendwatching, innovatie
en toekomst advies organisatie Extend Limits. Ex tend Limits is één van de eerste
weblogs in Nederland op het gebied van trendwatching en toekomst en is in
haar meer dan 10 jarig bestaan uitgegroeid tot een internationale bron voor
kennis en informatie over innovatie, toekomst en daadwerkelijk verstorende trends
en ontwikkelingen. Extend Limits monitor t de wereld zodat je je niet af vraagt
waarom ontwikkelingen plaatsvinden maar je vraagt je af waarom ze nog niet
plaatsgevonden hebben. Tony Bosma onderscheidt zich door zich niet te laten
leiden door de waan van de dag en de vele hypes maar richt zich als een van de
weinige trendwatchers op daadwerkelijke verstorende trends en ontwikkelingen.
Die trends die een blijvend ef fect hebben op onze manier van leven, werken,
communiceren en consumeren. Zijn visie op de wereld zal deze jaargang een vaste
plek krijgen in .ego magazine in de vorm van een column.
Door: Tony Bosma
21
of Existential Risk (CSER) kwam onlangs in actie met een onderzoek naar de risico’s van de snelle
technologische ontwikkelingen. Centrale vraag is in hoeverre we kunnen onderzoeken wat de ef fecten
zijn van digitalisering en robotisering? Immers al onze aannames worden op dit moment uitgedaagd.
Nu kunt u denken dat ik negatief ben over de vele technologische ontwikkelingen. Dat ben ik niet. Juist niet
zelfs. Wel is het t ijd voor visie en het bewustzijn dat de uitdaging ligt in de toepassing van technologie vanuit
een nieuwe tijdsgeest. Een nieuw paradigma.
De grootste uitdaging die we als mensheid op het gebied van technologie hebben is niet een technische.
Het is vooral een mindset en toepassing. We bevinden ons op een dunne scheidslijn. Gaan we de nieuwe
technologische mogelijkheden toepassen vanuit ons bestaande en zo veelvuldig omarmde paradigma van
consumptie en groei of vanuit menselijke maat en balans? Zoals gezegd is deze keuze essentieel voor de
wereld die we nu aan het vormen zijn.
Het advies uit het boek ‘Race of the Machines’ is: technologie ontwikkelen die complementair is en niet
concurrerend. Laten we ons in dit technologische geweld niet verliezen in de mogelijkheden van techniek, maar
hem gebruiken voor de realisatie van verbinding, balans en menselijke maat.
Rodney Dekkers<Titel>Arie Timmerman
Denk niet te moeil i jk over mobile securityWelke risico’s kleven er aan het gebruik van bedrijfsapplicaties op mobieltjes en tablets? En hoe kunnen deze risico’s worden ingeperkt? Mobile devices worden overal mee naartoe genomen met nieuwe risico’s als gevolg. Je vergeet ze in de trein of laat ze in de haast liggen op de toonbank na het afrekenen van een patatje. Bekende gevaren die de bedrijfsvoering bedreigen en niet genoeg benadrukt kunnen worden. Of valt het allemaal wel mee?
DENK NIET TE MOEILIJK OVER MOBILE SECURITY
23
Native AppsNative apps lijken een meerderheid te vormen. Dat is
niet vreemd. Oorspronkelijk bestonden voor mobielt jes
alleen native apps. Voordat 3G gemeengoed werd
moesten applicaties en data lokaal opgeslagen
worden. Hoewel dit toen de enige -en dus beste - optie
was, heef t deze mogelijkheid verschil lende nadelen.
Afgezien van het gegeven dat het ontwikkelproces
van native apps duur is omdat voor elk plat form
plat form specifieke aanpassingen gemaakt
moet worden, zijn er veiligheidsrisico’s
verbonden met het bouwen van dit
t ype applicatie. Ik benoem er
hier drie.
Een belangrijk voordeel
van native apps is de
eenvoudige toegang tot het
lokale bestandssysteem.
Dit is ook een potentieel
risico; data wordt bij de
grote mobiele besturingssystemen
niet versleuteld opgeslagen en
kan dus eenvoudig gekopieerd en
gestolen worden. Er is nauwelijks controle mogelijk
op versnipperde bedrijfsinformatie die over
honderden devices verspreid staat opgeslagen.
Sommige voorgeïnstalleerde apps - zoals een e -mail
client - bewaren alleen een beperkt aantal dagen
e -mails. Oude e -mail kan met een internet verbinding
opgevraagd worden. Deze slimme oplossing beperkt
de schade die veroorzaakt wordt door het verlies van
een device. Helaas wordt deze werkwijze niet door
alle native apps toegepast.
Om data in de centrale bedrijfssystemen op te slaan is
een connectie met het internet nodig. Daarvoor
worden vaak speciale communicatie - inter faces
gebouwd bedoeld voor specifieke apps (data
aanvragen). Server-side access controls moeten
opnieuw worden geïmplementeerd of aangepast aan
deze nieuwe communicatiemogelijkheid. Daar kunnen
fouten gemaakt worden.
Verder bestaat het risico op onveilige
datatransmissie. Hoewel ssl (secure
sockets layer) -connecties
standaard zijn bij veel web
applicaties, moet de beveiliging
van de transpor t laag handmatig
geprogrammeerd worden
in native apps. Verder zijn
er gevallen bekend waarin
ssl -beveiliging wel in de
programmacode aanwezig
is, maar dat deze omwille van
testdoeleinden uitgeschakeld was door de
ontwikkelaars. Bij het lanceren van deze apps
wordt vervolgens vergeten deze beveiliging weer in te
schakelen.
Deze drie risico’s worden door het toonaangevende
OWASP genoemd in de mobile securit y top 10; drie
risico’s die respectievelijk van toepassing zijn op data
securit y, application securit y en network securit y. Om
deze risico’s in te perken is een duur en tijdrovend
ontwikkel - en testproces nodig. Voor elk plat form
moet deze procedure doorlopen worden wat de
onderhoudbaarheid van de applicatie niet ten goede
komt. Het is veiliger en eenvoudiger om mobile web
apps te gebruiken voor bedrijfstoepassingen.
Er zijn grofweg twee typen mobile apps. Het eerste type is de native app, gebouwd met platformspecifieke
code en vaak geïnstalleerd via een app store. De tweede soort is de mobile web app. Deze apps maken
gebruik van dezelfde technieken als reguliere websites, maar met een geoptimaliseerde weergave voor kleine
schermen en aangepast aan de mogelijkheden van een touchscreen. Web apps hoeven vaak niet geïnstalleerd
te worden via een app store; als dit toch moet dan bestaat de installatie enkel uit het laden van een schil om de
webbrowser. Een keuse voor één van beide opties zou rekening moeten houden met de veiligheidsaspecten.
24
Mobile web apps Een mobile web app is vaak niets meer dan een
nieuwe inter face die wordt gemaakt door het
aanpassen van een st ylesheet. Web apps nemen
snel toe in populariteit. Er bestaat sinds kor t zelfs
een mobiel besturingssysteem speciaal bedoeld
voor web apps: Firefox OS. Deze ontwikkelingen
zijn mede te danken aan de evolutie die mobielee
webbrowsers doormaken. Functies die eerder alleen
voor native apps beschikbaar waren - zoals het
bedienen van een webcam of hardware acceleratie
- zijn ook beschikbaar in moderne mobiele
webbrowsers. Een web app doet qua functionaliteit en
gebruikersvriendelijkheid niet langer onder voor native
apps. Dat heef t veel voordelen.
Mobile security wordt web securityOm te beginnen kan door gebruik te maken van
mobile web apps geput worden uit t ientallen jaren
ervaring in web securit y. Door de opmars van web
apps wordt een nieuw probleem - het probleem
van mobile securit y - verholpen met oplossingen
voor bestaande web securit y problemen. Verder
hebben al ontwikkelde websites de ‘test of
t ime’ doorstaan en zijn de belangrijke bugs en
kwetsbaarheden verholpen. Een mobile web app
kan van deze voordelen profiteren. Ook is de
winst dat de test procedures van mobile web apps
zich alleen hoeven te richten op functionaliteit
en gebruikersvriendelijkheid. De securit y van de
mobile web app wordt met dezelfde securit y testing
procedures onderworpen als de eigenlijke web
applicatie. Er is niet langer een apar te testst rategie
nodig voor mobile devices.Problemen met onveilige
opslag van data, onveilige toegang tot de server
of onveilige datatransmissie, zijn nauwelijks van
toepassing bij mobile web apps.
De eerste kan worden opgelost door de tijdelijke
opslag van gegevens te minimaliseren door slim
gebruik van ht tp cache -control mechanismen, de
tweede door gebruik van ssl -verbindingen die ook
op de originele website aanwezig zouden moeten
zijn, en het probleem van onveilige server-side access
controls is beperkt omdat dezelfde controls in gebruik
zijn op zowel de gewone web applicatie als de
mobile web app. Door een mobile app te zien als
een traditionele website in een nieuw jasje wordt de
beveiligingsproblematiek inzichtelijk.
DENK NIET TE MOEILIJK OVER MOBILE SECURITY
ADVERTENTIE Capgemini
Zonder ICT geen treinenMargreet Sandee
27
ZONDER ICT GEEN TREINEN
Wat is bijsturen?
Bijsturen houdt in dat we de vooraf gemaakte
planning wat betref t de inzet van treinen, machinisten
en conducteurs gaan aanpassen aan de actuele
situatie. NS rijdt t reinen volgens een dienstregeling,
die we een keer per jaar herzien (jaarplan). NS
Logistiek maakt vervolgens het zogeheten dagplan.
Een planning die 36 uur voor uit voering kloppend
moet zijn. In deze planning wordt rekening gehouden
met de laatste ontwikkelingen op het spoor. Denk
aan Koninginnedag en andere grote evenementen,
werkzaamheden aan of naast het spoor, etcetera. Dit
Dagplan wordt gecommuniceerd naar het personeel
op de trein (machinisten en conducteurs), naar
Reisinformatie en naar ProRail, die verantwoordelijk
is voor de verkeersleiding. Vervolgens worden de
treinen volgens deze laatste planning gereden. Echter,
op ’de dag van uit voering’ kunnen zich natuurlijk
alt ijd incidenten en omstandigheden voordoen,
waardoor er opnieuw aanpassingen nodig zijn voor
reizigers. Alle aanpassingen in het Dagplan kor ter
dan 36 uur voor uit voering noemen we bijsturen.
Zo reden we afgelopen winter vanwege de sneeuw
op verschil lende dagen met een aangepaste
dienstregeling waardoor er meer ruimte op spoor was
om storingen snel op te lossen en te voorkomen dat
het t reinverkeer op ons drukke spoorwegnet (drukste
spoor van Europa) vast liep. Ook bij grote storingen
sturen we bij. Personeel bemant andere treinen dan
gepland en extra treinen worden verplaatst. Zo
wijzigt er van alles voor soms honderden treinen en
conducteurs per dag.
Besturing 3.0: nieuwe systemen voor sneller bijsturen.
Één storing raakt soms wel honderden andere treinen
(en dus reizigers). Wat is er nodig om snel en ef fectief
te kunnen bijsturen als je het hebt over duizenden
personeelsleden en duizenden treinrit ten per dag? Ten
eerste is overzicht in de locatie van treinen en rijdend
personeel nodig. Als er bijvoorbeeld een seinstoring
is, betekent dit dat ons personeel niet op de plek kan
zijn voor volgende treinrit ten. Bij dit soor t verstoringen
wijkt de actuele situatie af van de geplande situatie,
die we in alle ICT-systemen hebben geregistreerd.
De buitenwereld komt niet meer overeen met de
werkelijkheid in de ICT-systemen. Dit vraagt om
slimme nieuwe ICT-systemen die ons personeel
helpen razendsnel (t rein- en personeels)diensten te
herplannen op de meest optimale manier voor de
klant. Nu doen mensen (zogeheten bijstuurders) dit
werk veelal nog handmatig, maar door de grote
drukte op het spoor is dit steeds kwetsbaarder
geworden. Nieuwe ICT-systemen en rekenkracht gaan
hen dan ook in toenemende mate ondersteunen.
Binnen NS is hiervoor het programma ‘Besturing
3.0’ gestar t. Het doel hiervan is om de bijsturing
van machinisten, conducteurs en treinen verder te
verbeteren door het gebruik van slimme ICT-systemen
en rekenkracht. NS wil sneller en completer kunnen
bijsturen in geval van verstoringen, waardoor we als
NS grip blijven houden op onze dienst verlening aan
reizigers. Hierdoor kunnen we een betrouwbaarder
product aanbieden aan onze klanten en NS
medewerkers en is het t reinverkeer weer eerder in de
Je hebt het vast zelf wel eens meegemaakt. Je zit in de trein op weg naar een afspraak en er is een verstoring waardoor de trein tot stilstand komt. Een kapotte wissel, een stroomstoring, een aanrijding met een persoon, een defecte trein; de reden is al dan niet meteen duidelijk. De impact voor de reizigers des te meer: onverwachte vertraging en soms onzekerheid over mogelijke alternatieven om op tijd te komen op je afspraak. NS zet in een dergelijke situatie alles op alles om de reiziger snel te voorzien van de juiste informatie, de verwachte duur van het oponthoud en de mogelijke alternatieven bijvoorbeeld per bus. Hoe doen we dat zogenaamde ‘bijsturen’ van het treinverkeer en wat voor rol speelt ICT daarbij? Hoe werken we op dat vlak aan de toekomst om reizigers nog sneller te kunnen helpen?
benen na een storing en spelen we nog slimmer op
storingen in.
Jantina Woudstra is vanuit IT Operations programma
manager van Besturing 3.0. Jantina geef t aan:
“Terwijl de wereld om ons heen steeds complexer
wordt met meer vervoerders en treinen op het spoor
en ook hogere eisen worden gesteld wat betref t
hoogfrequente treindiensten en continuï teit, zijn onze
systemen daar nog niet alt ijd op ontworpen. De
systemen van planning, bijsturing, reisinformatie én
de systemen ProRail moeten daarbij ook nog eens
naadloos op elkaar aansluiten. Dat maakt dit tot een
boeiende klus waarbij de reiziger straks nog sneller
geholpen moet zijn en we nog slimmer inspelen op
storingen.”
De Solver bij real time verstoringenDe afdeling NS Reizigers heef t als ambitie om de
impact van verstoringen voor reizigers en voor
rijdend personeel zoveel mogelijk te beperken. Een
van de speerpunten van NS is dat zij alt ijd grip wil
houden op de kwaliteit van de dienst verlening aan
treinreizigers. Dat is vandaag de dag steeds lastiger,
omdat er steeds meer t reinen per uur rijden. De puzzel
die moet worden opgelost door bijstuurders, wordt dus
steeds complexer. Veel activiteiten gebeuren echter
nog met de hand door ervaren bijstuurders. Om de
kwaliteit van de bijsturing een stap verder te brengen,
investeren we nu in beslis ondersteunende systemen
zoals de Solver. De Solver zal landelijk ingezet
worden bij ernstige verstoringen en calamiteiten,
waardoor we sneller en completer kunnen bijsturen.
De Solver wordt nu al ingezet voor het berekenen
van een alternatieve dienstregeling voor de volgende
dag. Momenteel ontwikkelen we de Solver, zodat we
deze ook realtime in kunnen zet ten bij verstoringen
om rijdend personeel bij te sturen op de dag zelf.
Dit heef t als voordeel dat t reinen weer sneller rijden
voor onze reizigers. Rijdend personeel weet waar
zij de rest van de dag aan toe is omdat niet slechts
één enkele rit wordt bijgestuurd, maar de complete
dienst voor de hele dag. Er wordt al voorzichtig
getest met het nieuwe systeem en komend jaar moet
het steeds vaker worden ingezet bij storingen op
de dag zelf. Razendsnel rekent het systeem dan de
nieuwe personeelsplanning door. Het systeem werkt
op basis van door NS zelf ontwikkelde algoritmes.
ZONDER ICT GEEN TREINEN
29
AIO’s en universitaire medewerkers zijn nauw betrokken
geweest bij het ontwikkelen van dit systeem. Voor het
bijsturen van de treinen is er geen kant -en-k laar pakket
beschikbaar op de markt, zoals het Crews-pakket.
Dat betekent dat NS zelf iets moet ontwikkelen,
waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de
kennis en resultaten van bestaande planningssystemen
van NS Reizigers. De ontwikkeling van dit systeem
B@M (Bijsturing @pplicatie Materieel) is inmiddels
gestar t. Nedtrain, het onderhoudsbedrijf van NS, en
NS Hispeed zullen ook gebruik gaan maken van dit
planningssysteem.
Uitdagingen voor ICT binnen NSVoor de ICT-organisatie binnen NS is Besturing
3.0 tegelijk een vehikel om de kwaliteit van de ICT
infrastructuur en de beheerorganisatie op een
hoger plan te til len. Leon Jansen, hoofd IT Operations
zegt: “We moeten ons als NS-brede ICT-organisatie
opnieuw uit vinden. Straks moeten we cruciale primaire
processen gaan ondersteunen die een zeer hoge
beschikbaarheid vereisen. Door de drukte op het
spoor is de noodzaak hier toe steeds groter geworden.
Hetzelfde geldt voor onze leveranciers. Vanuit ICT
moeten we ook 24/7 het beheer van deze cruciale
systemen kunnen ondersteunen. Als er iets fout gaat in
een systeem, heef t dat direct impact op de operatie.
Onze core business als NS is het rijden van treinen
met behulp van ICT systemen. Om dat goed te kunnen
doen, is het belangrijk dat je elkaars wereld begrijpt,
elkaars processen kent en goede werkafspraken maakt
in de gehele keten inclusief het Shared Service Center
ICT en onze leveranciers. Het is belangrijk dat we
hierbij dezelfde urgentie ervaren; als onze ICT-systemen
haperen, heef t dit direct impact op de operatie”.
Meer weten?Kijk op youtube http://www.youtube.com/user/
NS voor een filmpje over het bijsturen van treinen.
Auteur: Margeet Sandee
30
OpleidingStudieperiode: 1999-2005
Universiteit: Universiteit van Tilburg
Activiteiten SBIT: De feesten gecombineerd met andere (sociale) studieverenigingen kon ik alt ijd wel
waarderen. Verder natuurlijk alt ijd handig om via de site van SBIT oude tentamens
op te zoeken die soms bijna let ter lijk overeen kwamen met de feitelijke tentamens
die werden afgenomen (didactisch niet geheel verantwoord, maargoed).
Belang studie: De studie bereid je erop voor om een ef fectieve brugfunctie te kunnen gaan
vervullen tussen techniek en organisatie. Leren samenwerken in teams met
verschil lende mensen en disciplines vond ik tijdens de studie een van de
belangrijkste leerervaringen, vooral omdat het in zoveel situaties terugkomt.
Mooiste herinnering: Een bloemlezing van wat momenten die me zijn bij gebleven:
Kof fiedrinken terwijl dhr. Casimir op miraculeuze wijze Infogame weer tot
leven brengt.
De zeer ef ficiënte en pret t ige samenwerking met enkele ex-studiegenoten,
waaronder: Bram Hoekman, Zairo Ruiz, Anja Franken.
De feesten in het centrum van Tilburg, de TIK- feesten, de har t van Brabant loop,
et cetera.
Ongeveer tegelijk met Roel Houben de laatste loodjes van de studie afronden.
Afstudeerceremonie. Na hard werken en een zware periode een mooi resultaat
kunnen presenteren aan de mensen die dichtbij je staan.
Jeroen Jansen
Leef tijd: 31
Woont in: Tilburg
Checkt elke dag: Email, nu.nl, Facebook
Huidige functie: Informatie -analist
Opleiding: Bestuurlijke Informatiekunde, UvT
OUD IM’ERS AAN HET WOORD
Huidige situatie Huidige baan & werkzaamheden:
Ik werk nu bijna 4 jaar voor VECOZO als informatie -analist. VECOZO staat voor
veilige communicatie in de zorg. Als informatie -analist ben ik met mijn mede
teamleden verantwoordelijk voor het ontwerp en de realisatie van een aantal forse
informatiesystemen. “Fors” in de zin van gebruik, maatschappelijke relevantie en de
besparingen die de systemen opleveren voor de hele zorgketen.
31
Luc Scheidel
Leef tijd: 43
Woont in: Nieuwegein
Checkt elke dag: Nu.nl, facebook en vele tweets (ondermeer @Logistiek_nl en @vLmNL, @PostNL en @Omdenken)
Huidige functie: IT Manager bij PostNL. Verantwxoordelijk voor de IT van het t ranspor t bij brieven in Nederland en voor de IT van de postbezorging.
Opleiding: Bestuurlijke informatiekunde, nu beter bekend als Information Management
OpleidingStudieperiode: 1987-1993
Universiteit: Katholieke Universiteit Brabant
Activiteiten SBIT: Bestuurslid (ergens begin jaren 90) met SBIT Info en BIKMag in mijn por tefeuil le.
BIKMag is de voorloper van .ego Magazine. Daarom kon ik geen “nee” zeggen,
toen mij gevraagd werd mijn profiel in te sturen!
Belang studie: Een stevige economische basis, gecombineerd met het inzicht van de functie van IT
voor organisaties. De colleges van Nielen en Ribbers leken science fiction, maar
zijn voor een groot deel bewaarheid. Nielen voorspelde rond 1987 een vorm van
computer in elke kamer van het huis, vergelijkbaar met de verspreiding van klokken.
Dat de meesten nu op hun smar tphone kijken om de tijd te checken, bevestigt zijn
gelijk.
Zo zijn we als team verantwoordelijk voor het systeem dat de controle op
verzekeringsrecht (COV) uit voer t. Dit is een systeem dat gebruikt wordt in de
gehele zorgsector op landelijke schaal, met miljoenen aanroepen op dagbasis.
Een huisar ts kan bijvoorbeeld via COV het verzekeringsrecht controleren van zijn
patiënten.
Mooiste Herinnering: Natuurlijk het bestuursjaar van SBIT. Maar ook de ERASMUS studie in Limerick,
Ier land.
Specifieke Expertise: RUP, requirements management met use -cases, Agile/Scrum.
Ben benieuwd hoe het met mijn studiemakker Bram Hoekman gaat.
Connecties Volgende oud-BIKker:
32
OpleidingStudieperiode: 1996-2001
Universiteit: Universiteit van Tilburg
Activiteiten SBIT: Ehhh.. ik kende wel veel mensen van SBIT! Was een gezellige tijd, maar was
zelf meer actief betrokken bij het organiseren van de TIK-week destijds, de
introductieweek van nieuwe studenten in Tilburg.
Belang studie Ik zou zeggen de ver taalslag maken tussen de business en de IT organisatie. Het
k linkt simpel, maar doordat die twee werelden in praktijk toch veelal ver van elkaar
af staan, kun je hiermee vaak van toegevoegde waarde zijn.
Merel van den Berg
Leeftijd: 36
Woont in: Utrecht Utrecht
Checkt elke dag: Nu.nl, Telegraaf.nl, mail, Facebook en de AEX
Huidige functie: Mama van twee kleine meisjes, Emma en Julia (tsja, we wonen in de koningsbuurt van Utrecht). Naast hardlopen, knutselen , winkeltje spelen, armbandjes maken en koekjes bakken ben ik Senior Risk Manager bij Syntrus Achmea.
Opleiding: Bestuurlijke Informatiekunde en EDP Auditing (2002-2004), beide UvT
OUD IM’ERS AAN HET WOORDHuidige situatie Huidige baan & werkzaamheden:
PostNL bevindt zich in de meest ingrijpende reorganisatie in haar 200 jarig
bestaan. Als onderdeel daarvan zijn alle t ranspor tactiviteiten (ondermeer: legen van
brievenbussen, halen en brengen van post bij zakelijke klanten, post brengen naar de
depots voor postbezorgers) ondergebracht in één businessunit, waar ik IT manager
van ben. In de afgelopen drie jaar hebben we nieuwe systemen voor planning en
uit voering ingevoerd. Daarnaast ben ik sinds een jaar verantwoordelijk voor de IT
van de postbezorging. Ook hier moet IT helpen om het bedrijf ef ficiënter te maken en
volumedalingen in de postmarkt op te vangen.
Specifieke Expertise: Supply Chain Management, Transpor t en Logistiek
Connecties Volgende oud-BIKker: Bij een seminar kwam ik onlangs Karin Swets weer tegen. Ik draag hierbij graag het
stokje aan haar over.
33
Huidige situatie Huidige baan & werkzaamheden:
Specifieke expertise: Het ijs breken in gesprekken en dingen toch bij mensen gedaan krijgen. Nu we het
er toch over hebben.. deze vragen kunnen wel iets spannender.
Connecties
Volgende oud- BIKker:
Hoe is het met oud BiKker en oud-TIKker Niels van Gemst, of is die al drie keer
gevraagd?
Ik werk als Risk Manager bij Syntrus Achmea en fungeer als sparring par tner voor
zowel de business als voor de (Internal) Audit organisatie. Ik heb ruim tien jaar
ervaring opgedaan als IT Auditor, zowel bij Ernst&Young als bij de ING, maar toch
twee jaar geleden deze zijstap gemaakt om wat dichter bij de business te staan
en om de business zodoende beter te kunnen adviseren in oplossingen. Dat laatste
stapje miste ik als Auditor. Maar nu denk ik ook vaak ‘wat was alles lekker duidelijk
als Auditor, Risk Management is zo vaag..’. Houd me momenteel vooral bezig met
het implementeren van een nieuw Achmea breed normenkader bij Syntrus, adviseer
in lopende projecten en ben sparring par tner voor aller lei vraagstukken uit de
vermogensbeheerorganisatie.
Dat is toch wel mijn TIK periode geweest. Een half jaar lang hebben we met een
hechte groep studenten de TIK week ’99 vormgegeven en neergezet. We hebben
elkaar laatst weer bijna allemaal gezien! Daarnaast heel veel stapavonden en op -
de -uni- hangdagen met mijn BIK vriendjes! En Kof fietijd kijken met mijn huisgenoten
met het Kof fietijdspel natuurlijk!
Mooiste herinnering:
34
K.J.M.G. Meesters 4-8-2013Towards an Impact Evaluation Framework for a Collaborative Information Supply ChainDr. Van de Walle
M. LI 4-22-2013Information Diffusion in Twitter Based on Core proporties AnalysisDr. Ou
A.C. Dickinson 4-24-2013Cloud Service Based Applications A framework for management and control of the Quality of Service of Cloud Service Based Applications (CBAs)Prof. dr. Van den Heuvel
A.M. Vermeer 5-15-2013The adoption of agile practices and increased customer collaborationProf. dr. ir. Van Groenendaal
J.M.F.J. Evertse 5-29-2013From Paper to PixelsDr. Ou
E. Zaicanu 6-17-2013Provider-Agnostic Acces Enforcement in Shared Cassandra ClustersProf. dr. Van den Heuvel
P. Kazmirchuk 6-17-2013Mapping and resolution of heterogeneous product identifiers during its lifecycleProf. dr. Van den Heuvel
B. Tao 6-17-2013Trade knowledge: a marketplace for expert knowledge and informationProf. dr. ir. Papazoglou
S. Chen 6-17-2013Business process reengineering for atlassian support workflowProf. dr. Van den Heuvel
R. Makhani 6-17-2013A language-agnostic mechanism for composing data stream queries with an arbitrary number of inputsProf. dr. Van den Heuvel
K. Suri 6-17-2013Domain Specific Business Process Monitoring Through Aggregation of Multi-Layer Run-Time DataProf. dr. Van den Heuvel
I. Brito 6-17-2013Blueprint for Manufacturing ApplicationsProf. dr. ir. Papazoglou
E. Vovc 6-17-2013Access Regulations in Shared Cassandra ClustersProf. dr. Van den Heuvel
R. Lamllari 6-17-2013Extending a methodology for Migration of the Database Layer to the Cloud Considering Relational Database Schema Migration to NoSQLProf. dr. Van den Heuvel
V. Devadoss 6-17-2013USDL Construction using a servise registry and BPMN 2.0 extensionsProf. dr. Van den Heuvel
Y. Gao 6-17-2013The Critical success factors of adopting agile methodology in it portfolio managementProf. dr. ir. O’Callaghan
J. Duan 6-17-2013IT adoption in supply chain risk managementProf. dr. Rutkowski
O. Latsenko 6-17-2013Customers’ acceptance of big data projects in bankingProf. dr. ir. Van der Zee
Afgestudeerden augustus 2013 - februari 2014
35
J.A. Blanco Lopez 6-17-2013Building A Cross-functional Integraded Roadmap for Implementing Digital PositionsProf. dr. ir. O’Callaghan
R. Hendrawan 6-17-2013Mobilizing colloboration systems: A design science approachProf. dr. Rutkowski
A. Yushenkov 6-17-2013A model of IT Business value. Validation of the model in financial sectorDr. Leino
C. Vittavutkarnvej 6-17-2013Identifying factors which influence communication in ERP maintenance activitiesProf. dr. ir. Van Groenendaal
D. Pankin 6-17-2013Capacity planning maturity model for multiple agile teams in large organizationsDr. Koskivaara
N. Verdegem 6-17-2013E-Discovery in times of Big Data: three case studies and impressions of the futureProf. dr. ir. Daniels
A.M. Tuta Osman 6-17-2013An approach for improving decision making: recommendation systems for setting goalsDr. Weigand
A. Mekezhan 6-17-2013Becoming digital: Interrelations among digital capabilities in the Dutch Insurance Company AchmeaProf. dr. ir. Van der Zee
L. Ristic 6-17-2013Optimization of capacity management in software as a service (SAAS)Prof. dr. Rutkowski
T. Rondeel 6-19-2013Synthesis approach for developing a logical SOE reference model: Case Study at European Micro-BreweriesProf. dr. Van den Heuvel
C.H. Lee 6-20-2013The impact of cloud computing on the mobile worker performanceDr. Smits
A.C. Lankhaar 6-21-2013Information Security of eHealth The Security Awareness of the UserProf. dr. Rutkowski
B.A. Pronk 6-24-2013IT Architecture in Capabilities-bijdragen aan modulariteit van de enterpriseProf. dr. Ribbers
W.G. Colsen 6-28-2013High Reliability Theory and Incident Management: A study into applicability to organizational subdivisionsDr. Van de Walle
M.K. Haagoort 6-28-2013The impact of habit on technology acceptance with a consumerization contextDr. Van de Walle
O. Fesak 7-11-2013Defining Process Performance Indicators: A Management Framework for Design-time AnalysisProf. dr. Van den Heuvel
T. van Eijk 8-5-2013Mobile Business IntelligenceProf. dr. Ribbers
W.S. Tang 8-13-2013Factors stimulating Dutch people to purchase on B2C e-commerce websitesDr. Weigand
J.B. Straver 8-23-2013Improving Management Decisions through Serious GamesDr. Smits
P.M. Olejnik 8-23-2013Excelling in Procurement IT Contract Management with Lean and Six Sigma Case study on legacy contract management at Philips Global ITProf. dr. ir. Van der Zee
J. Shao 8-28-2013Creating a model to predict disclosures of material weaknesses in internal control The role of audit analytics to provide industry-level evidenceDr. Hexspoor
3636
L.F. Mattos Schlindwein 8-29-2013Configurable Smart Public ServicesProf. dr. Van den Heuvel
K.H. Dang 8-29-2013How to Leverage Cloud Computing Benefits, an I TIL-perspectiveDr. Weigand
T.J.A.C. Peters 8-29-2013Mobile Business Intelligence Succes An Empirical Evaluation of the Role of Mobile BI CapabilitiesDr. Weigand
A. Askaryar 9-4-2013Business and IT alignment in Geneva Intgernational Centre for Humanitarian DeminingDr. Van de Walle
E. Jongepier 10-23-2013The impact of XBRL Adoption on Information AsymmetryDr. Hexspoor
R.A.W. Van Buuren 10-25-2013Big Data and its impact on IT-auditingDr. Ou
H.E. Hovius 10-25-2013Adoption of Electronic Payment Systems from a merchant perspective, is there a future for Bitcoin?Dr. Ou
F.C.J. Verschuren 10-24-2013Ensuring compliance with EU’s Data Protection Regulation; Privacy guidelines for municipalitiesProf. dr. Ribbers
G.G.M. Everaert 10-24-2013Towards Successful M-Health projectsDr. Smits
R. S. Van Dongen 11-7-2013Effect of Big Data analytics on KPIs used to assess business performanceDr. Smits
M. Sprong 11-15-2013Tersuasive Advertising Een onderzoek naar de invloed van overtuigingstechnieken en zoekgedrag op de prestatie van online advertentiesDr. Weigand
S.W. Cramer 12-6-2013The desirable level of Software reuse within agile Software Development in the application framework.NETProf. dr. Van den Heuvel
J. Janssen 12-4-2013How to enhance business value using Big Data: an analysis in the Dutch energy sectorDr. Smits
J.M.O. Vossen 1-17-2014Online Surgical Troubleshooting: developing a responsive web applicationProf. dr. Rutkowski
T.A.H.W. Van den Hurk 1-22-2014Pre-merger IS fit in M&A transactionsProf. dr. Ribbers
B.J.H. Van der Sommen 1-13-2014De inzet van business intelligence door de politie bij het bestrijden van lading diefstal van vrachtwagens in NederlandProf. dr. ir. Daniels
K.L.J. van Eeden 2-20-2014The mobile road to purchase: A study on effective mobile advertisingDr. Ou
R. Harmsen 2-20-2014Testing IT General Contacts using Data AnalyticsProf. dr. ir. Daniels
Afgestudeerden augustus 2013 - februari 2014
Bedankt!
Carlijn, zonder wie er bergen aan
overbodige komma’s in onze edit ies
zouden staan
Mark, als voorzit ter voor het aansturen
en in de hand houden van de vol tal l ige
commissie
Gieljan, voor zijn scherpe inter views
en ar t ikelen
Bij deze willen we namens de gehele .ego commissie Carlijn, Gieljan en Mark bedanken voor alle bijdrages die ze hebben geleverd aan de afgelopen jaren .ego
magazine!
.ego weblog
38
Het besturingssysteem Android van Google wordt
steeds machtiger. De stri jd die men voert omtrent de
smartphone markt is enorm en gaat om immens grote
bedragen. De hardware-stri jd die daarmee gemoeid
gaat is alom bekend. Samsung en Apple doen hun
uiterste best om elkaar verschrikkelijk dwars te liggen.
Microsoft is de meest recente ‘indringer’ in deze markt,
maar het verkrijgen van marktpenetratie gaat niet zonder
slag of stoot…
Microsoft concurreert al op meerdere markten met
Google, bijvoorbeeld op de markt voor search engines
en de ‘browsermarkt’. Microsoft heeft voor de mobiele
markt een pact gesloten met Nokia, dat hiermee
probeert op te krabbelen uit een diep dal.
Eerst de CijfersHet is duidelijk dat Android de leider is van de
smartphone markt (zie figuur 1). Bijna 80% van alle
smartphones draait op het operating system dat is
gemaakt door zoekgigant Google. Microsoft, dat
relatief laat uit de startblokken kwam, heeft nu nog
geen 4% in handen. Microsoft probeert dit aandeel
te vergroten door verschil lende openbare acties op
te zetten om Android als een minderwaardig systeem
aan te prijzen. Enkele reclames en advertenties zijn
hier exemplarisch voor. Het is vrij vanzelfsprekend
dat Google niet van plan is om een deel van haar
marktaandeel op te geven. En wat doe je dan? Juist,
dwarsliggen.
ActieGoogle probeert op zo veel mogelijk manieren haar
eigen (eventueel gekochte) diensten niet te leveren aan
de concurrent. Microsoft is daar op de harde manier
achter gekomen. De meeste smartphone gebruikers
hebben het l iefst ‘een beetje van allemaal’: Windows
Phone gebruikers hebben graag het besturingssysteem,
maar de maildienst van Google. Laat Google dáár nou
net misbruik van maken
Door: Pim Smulders
Gepubliceerd: 9 september 2013
De Mobiele Wereldoorlog
Figuur 1: Smartphone markt
.ego weblog
39
De Mobiele Wereldoorlog
GmailEind 2012 kondigde Google aan haar protocol aan
te passen betreffende de synchronisatie van Gmail.
Dit betekende dat alle Windows Phones die reeds
gesynchroniseerd waren geen hinder ondervonden,
maar nieuwe telefoons konden geen
Gmail meer gebruiken. Google
had eerder al aangekondigd geen
apps voor de Windows Phone te
wil len ontwikkelen. Een tegenslag
voor zowel gebruiker als producent.
Microsoft had niet direct een
antwoord op deze actie en het heeft dan ook een
poos geduurd voordat Windows Phone gebruikers
weer via de applicatie Gmail konden gebruiken.
MapsIn dezelfde maand als deze Gmail problemen (januari)
blokkeerde Google daar bovenop Google Maps.
Gebruikers van Windows Phones werden sindsdien
doorgestuurd naar de homepage van Google.De
verklaring was dat de browser van Windows, Internet
Explorer (mobile), Google Maps niet correct zou
weergeven en dat de logische stap was genomen om
de gebruikers van deze browser (alle Windows Phone
gebruikers dus) geen toegang te geven tot de app.
Na een paar dagen vol klachten vanuit de mobiele
Windows gebruikers besloot Google de blokkering
weer op te heffen.
YoutubeHet meest bekende en spraakmakende voorbeeld
van het gevecht van Microsoft en Google is Youtube.
Twee jaar geleden vroeg Microsoft al aan Google
om een mobiele applicatie te ontwikkelen geschikt
voor hun nieuwe besturingssysteem. Google leverde
een applicatie die de gebruiker slechts de mobiele
website van Youtube toonde. Microsoft ontwikkelde
na een tijdje een eigen applicatie die vergelijkbaar
was met de Android app. Echter, doordat de app
tot stand was gekomen door reverse engineering
waren enkele cruciale onderdelen volgens Google
verkeerd ontwikkeld. De app van Windows stond het
namelijk toe om video’s van Youtube te downloaden
en bovendien waren er geen advertenties in de
app opgenomen. Op de dag dat Google Microsoft
oplegde de app te verwijderen, publiceerde Microsoft
een update waardoor het niet meer mogelijk was
video’s te downloaden, echter waren de advertenties
nog steeds niet aanwezig. Enkele dagen later
brachten de twee gezamelijk een statement naar
buiten waarin ze aangaven
samen te werken aan een
Youtube app. Er is uiteindelijk
een app vanuit Microsoft
gekomen, maar deze is
half augustus j. l. wederom
geblokkeerd. Zo stri jden de
giganten voorlopig nog even door.
WindowsGoogle werkt meer tegen (achter de schermen)
dan dat het hun eigen systeem promoot of anderen
afkraakt. Google’s motto “Don’t be evil” wordt daarbij
af en toe met een behoorlijke korrel zout genomen.
Sterker nog, het wordt in deze ti tanenstrijd compleet
genegeerd. Het blokkeren van je diensten voor mensen
die deze via een ander systeem proberen te bereiken,
is niet bepaald aardig. Zoals gezegd probeert
Windows een noemenswaardig aandeel te krijgen
in de markt van smartphones door de media op te
zoeken. Zo maakten ze gebruik van de patentenoorlog
van Samsung (Android) en Apple (iOS) om het eigen
systeem te promoten.
.ego weblog
40
Eten wat de pot schaft, geen eigen keuze hebben, het
aanbod bepaald de vraag. Hier li jkt steeds meer een
einde aan te komen. Vanaf het begin van de kolonisatie
hebben we als consumenten steeds meer keuze gekregen
op allerlei gebieden. Toch is het zo dat bedrijven
proberen te achterhalen wat wij wil len en bedrijven
verkopen vervolgens deze informatie aan derden door.
Maar wij weten zelf toch veel beter wat we willen?!
In iedere supermarkt vind je tegenwoordig producten die
geïmporteerd zijn uit alle hoeken van de wereld. Niet
alleen in de levensmiddelen sector is er meer aanbod,
in bijna alle industrieën hebben we als consumenten
steeds meer keuze. Klantenonderzoek wordt vaak
gebruikt om erachter te komen waar onze preferenties
liggen. Gegevens worden verzameld, geaggregeerd,
geanalyseerd en vervolgens wordt het product of
de dienst die het beste aansluit bij onze voorkeuren
samengesteld. Door het samenvoegen van al deze data
wordt de unieke smaak van de individuele consument
weggevaagd. Een trend die al een tijd zichtbaar is, is
die van het customizen waarbij je zelf meer bepaalt en
invloed uitoefent op je product.
DellEen speler die ingespeeld heeft op het idee dat
consumenten meer invloed willen hebben op het
aanbod, is Dell. Voordat Dell het mogelijk maakte
om een desktop aan te passen naar wens, kon een
consument óf een kant en klare pc in de winkel kopen,
óf alle onderdelen zelf aanschaffen en in elkaar
zetten. Dat laatste is helaas voor de meeste mensen
niet weggelegd, het vraagt toch enige technische
kennis. Dell wist hier gebruik van te maken door een
middenweg te bieden. Tegen dezelfde prijzen als kant
en klare computers konden consumenten online een
bestell ing plaatsen en zelf stap voor stap aangeven wat
ze wilden. Hoeveel RAM? Hoeveel opslag? Snelheid
van de processor? Grote van de monitor? Dit was
allemaal te combineren. Dell zet de PC in elkaar en
bezorgt deze een paar dagen later.
PhoneblocksEen andere vorm van meer input hebben over de vorm
van je product komt van de bedenkers van Phonebloks.
Het product dat ze bedacht hebben, is de oplossing
Door: Luuk Olthof
Gepubliceerd: 3 oktober 2013
Eten wat de pot schaf t
41
van het probleem van de vergankelijkheid van mobiele
telefoons. De oude Nokia’s worden op menig website
geroemd om hun robuustheid, maar tegenwoordig
zijn de meeste smartphone’s na één jaar al weer
verouderd.
Aangezien de meeste abonnementen twee jaar lopen
zijn de telefoons tegen die ti jd helemaal verouderd.
Stel je koopt een nieuwe iPhone, dit toestel heeft
een waarde van ongeveer 650 euro. Twee jaar later
mag je opnieuw dat bedrag neerleggen omdat de
processor niet meer optimaal is. Dit probleem zou te
voorkomen zijn met Phonebloks. Het idee is dat alle
onderdelen op de telefoon makkelijk vervangbaar
zijn. Je kiest dus zelf hoeveel ruimte je wilt, of hoe
goed je camera is. Dit betekent dus ook dat je
continu onderdelen kunt vervangen zodra ze ‘out
of date’ dreigen te raken. Je hoeft dus niet meer de
hele telefoon te vervangen. Je krijg dus als consument
veel meer inspraak over je eigen product. Bij de
haalbaarheid van dit idee worden nog fl ink wat
vraagtekens gezet, maar het doet natuurli jk enorm aan
het denken zetten.
KickstarterBij de vorige voorbeelden werd duidelijk dat
consumenten steeds meer invloed krijgen op het
product dat al op de markt is, maar het kan nog
verder gaan. Tegenwoordig kunnen we ook bepalen
of een product de markt wel haalt. Kickstarter is een
crowd-funding platform waarop mensen met ideeën
maar zonder de juiste middelen hun producten of
diensten kunnen plaatsen. Als ji j als consument een
bepaald product op de markt wilt zien verschijnen,
dan kun je een bijdrage leveren aan het benodigde
bedrag en als de target gehaald wordt zal het product
verder ontwikkeld worden. In een ander perspectief
betekent dit dus ook dat consumenten de macht
hebben om aan te geven wat ze nièt wil len. De vraag
gaat op deze manier het aanbod bepalen. Zeker door
de crisis en wegvallende overheidssubsidies zullen
er in de toekomst steeds meer projecten gefinancierd
worden via crowd funding en dus door de keuze van
de consumenten, oftewel door ons.
Meer keuze dan voorheen en meer invloed op welke
keuzes we maken, een ontwikkeling die zich nog wel
door zal zetten denken wij.
.ego weblog
42
Niet alleen mobiel internet en ‘Instant Messaging’-
applicaties hebben bijgedragen aan het feit dat we
steeds meer communiceren via het mobiele internet.
Social media is daar ook een belangrijke speler bij
geworden. En als we kijken naar Nederland, hebben
we met 65 procent het hoogste percentage social
media gebruikers van Europa.
De groei van social mediaSocial Media is pas de afgelopen vijf jaar echt
booming geworden. We denken bij social media
meteen aan Facebook, LinkedIn, Twitter, de grote
namen. Deze bedrijven zijn tussen 2003 en 2006
opgericht en bestaan dus al relatief lang. Bij de
meesten zal ook MySpace naar boven komen, wat in
2007 maar liefst 100 miljoen profielen had. Nadat
Facebook in 2008 MySpace inhaalde op de Alexa
Ranking, is het netwerk alleen maar in populariteit
afgenomen en is het nu nietig als je het vergelijkt met
de ‘grote social media’ bedrijven. Op Twitter worden
maar liefst 170 miljard tweets gepost en 60% hiervan
wordt via een smartphone of tablet gedaan. Facebook
heeft 1,15 miljard actieve gebruikers ter wereld en
er zijn sinds de oprichting maar liefst 1,13 biljoen
likes op Facebook gegeven. LinkedIn, pas publiekelijk
geworden in 2011, heeft reeds 238 miljoen
gebruikers en er zijn in een periode van zes maanden
na de introductie al maar liefst 1 miljard endorsements
(onderschrijvingen) gegeven aan mensen. Het zijn
f l inke getallen waar we over praten en social media
heeft dan ook nog veel toekomstperspectief.
Ons ‘gebruik’ van social mediaIn het vorige artikel uit deze serie was te lezen hoe
drastisch de omzet daalt van sms-opbrengsten bij de
providers en hoe de data-opbrengsten juist behoorlijk
sti jgen. Social media heeft hier een behoorlijk groot
aandeel in gehad. Ons gebruik is tenslotte vrij logisch,
al je vrienden op de hoogte houden van je verhalen,
speciale gebeurtenissen en laten zien waar je wel en
niet van houdt. Doordat we dit doen, verspreiden we
meteen alles van ons waardoor een sms’je van ‘hoe is
het met je’ eigenlijk overbodig is. Je kunt gewoon naar
iemand zijn social media profiel gaan en checken wat
die persoon gedaan heeft de afgelopen tijd.
Twee jaar geleden is er reeds geschreven op onze
weblog over social media ‘verslaving’, met cijfers die
alleen nog maar meer zijn gegroeid. In Nederland
Door: Mike Nelissen
Gepubliceerd: 26 september 2013
Opkomst van mobiele Internet communicatie - Social media
43
hebben Facebook met 8,8 miljoen unieke bezoekers,
LinkedIn met 3,9 miljoen en Twitter met 3,5 miljoen
toch behoorlijke getallen in handen wat betreft het
gebruik van social media. Al helemaal met het feit
dat al deze netwerken voortaan steeds toegankelijker
worden via een app op je smartphone, waardoor het
allemaal nóg makkelijker wordt om alles te volgen van
iedereen.
Mobiele communicatieDoordat social media nu ook gemakkelijk bereikbaar
is via apps en mobiele websites op je telefoon of
tablet, kunnen we makkelijker met elkaar in contact
blijven en op die manier met elkaar communiceren.
Het is echter zo dat social media veel te open is en
dat je graag een persoonlijk gesprek wilt hebben.
Daar heeft Facebook slim op in gespeeld door
Facebook Messenger (FBM) te lanceren. Twitter heeft
daar zo zijn eigen functionaliteit voor, namelijk het
gebruik van een ‘direct message’ die je kunt sturen.
Beiden zijn een communicatiemedium op het netwerk
tussen bepaalde mensen zonder dat anderen er bij
kunnen, zowaar te vergelijken met IM-apps. Sinds
december 2012 is het zelfs mogelijk om berichten
te versturen via Facebook Messenger als je geen
gebruiker bent van Facebook. Hierdoor werd
Facebook Messenger een geduchte concurrent voor
Whatsapp en andere IM-apps. Van de 65 procent
van alle Nederlanders, maakt 29 procent tussen de
leefti jdscategorie 16-74 gebruik van een mobiel
apparaat om social media in de gaten te houden.
Fil teren we de leefti jdscategorie van 16-24 er uit,
is dit maar liefst 72 procent. Dat hoge percentage
laat al snel zien dat deze communicatie vooral wordt
gebruikt bij de jeugd. Zij zullen hier later tevens
gebruik van maken waardoor het percentage bij de
mensen boven de 24 jaar ook hoger zal worden.
Doordat er zo veel gebruik wordt gemaakt van social
media via apps en mobiele websites, zal de mobiele
internetcommunicatie veel harder sti jgen de komende
jaren.
Het gebruik van social media is nog steeds sti jgende
en we weten niet wat ervan te verwachten in
de toekomst. Het gebruik van mobiel internet in
combinatie met social media heeft er in ieder geval
voor gezorgd dat ook meer communicatie verloopt via
onze smartphones en tablets.
Magaz i n e v oo r I n f o r ma t i emanagemen t
Het semi-wetenschappelijke magazine .ego is een uitgave van studievereniging Asset | SBIT in samenwerking met alumnivereniging EKSBIT.
Asset | SBIT - Kamer E116 - t.a.v. redactie .egoPostbus 90153 - 5000 LE Tilburg
[t] (013) 466 2998 - [e] ego@asset - sbit.nl - [i] www.egomagazine.nl
Top Related