Download - Een heropstanding uit het ondergrondse

Transcript
Page 1: Een heropstanding uit het ondergrondse

Zaterdag 31 mei 2014 www.limburger.nl

horizon

door Johan van de Beek

Ik zag Peter 14 jaar geleden voor het laatst. Hijwerkte toen voor deze krant. Begaafde journa-list, mooie pen, goede luisteraar. Grote kennisvan muziek en literatuur, kenner van GerardReve. We deelden een paar interesses waar-van de Japanse schrijver Yukio Mishima en

Hagakure, het boek van de samoerai, de meest onge-wone was. Hij kon af en toe van de radar verdwijnen.Hij was dan weliswaar in dezelfde ruimte, maar dookweg achter een oosters aandoende glimlach. Er is ietsmet die jongen, zei iemand ooit tegen me. Met wieniet, dacht ik toen. Toen Peter in 2000 zijn baan bij dekrant opzegde voor een freelancerbestaan in de Rand-stad, verloor ik hem uit het oog. Totdat hij me vorigjaar mailde en ik zijn blogs begon te lezen.

Toen mijn zoon 11 was, begon ik te falen als vader. Dooreen explosief mengsel van psychiatrische stoornissen enverslaving implodeerde ik. Niet langer was ik in staathem de aandacht en zorg te geven die hij verdiende. Datduurde 2 jaar, tot zijn moeder me het huis uit zette.Waar ze overigens best goede redenen voor had, en waar-mee ze me achteraf gezien een enorme maar misschien on-bedoelde dienst bewees.

Het was onvermijdelijk dat we gingen praten. Hij hadme een verhaal gestuurd (Een heropstanding uit hetondergrondse). Geen zielig verhaal. Er viel zelfs wat telachen. De stijl was als vanouds: sierlijk, vol ironischedistantie en soms zo scherp als een zwaard.

Van de fles was ik nooit vies geweest. Opgegroeid in eenboerenmilieu waar de jenever nimmer ver weg was, hadik geen enkele negatieve associatie met alcohol. Ik zag hetvooral als effectief middel om mijn verlegenheid te latenverdampen. De meisjes hebben het gemerkt. In militairedienst ontdekte ik de geneugten van de hasj. En rondmijn 30ste werd ik ingewijd in de euforische gelukzalig-heid van XTC. Die drie middelen - de alcohol, de hasj ende XTC - werden mijn raketbrandstof voor een groots enmeeslepend leven. En ik zag er geen enkel kwaad in, wantdie cocktail van middelen liet me niet zelden opstijgen bo-ven mezelf. En dat was precies wat ik wilde.

We spreken met elkaar in de beschermde woonvormin Venray waar hij nu leeft en werkt. Hier is zijn com-mandocentrum: een kamer met een bed, een rolstoel,een laptop, kleding. Een paar boeken maar („ik heb zeallemaal aan mijn zoon gegeven”) en een afbeeldingvan de heilige Japanse berg Fuji. Hij praat over zich-zelf zoals hij ook blogt over zichzelf: heel precies for-mulerend, met zelfspot, zonder gebruik van uitroepte-kens en al helemaal ontbloot van enig appèl op mede-lijden. Hij heeft nog steeds de bijna lichtgevende ogendie ik me herinner van vroeger en de licht spottendelach waarmee hij soms zinnen eindigt waarin hij zich-zelf recenseert.

„Ik zit hier niet alleen voor mezelf. Ik weet dat er veelmensen zijn die nog niet in behandeling zijn maarwel psychiatrische stoornissen hebben. Ze zijn bijvoor-beeld depressief en proberen dat weg te drinken of teblowen. Ze medicaliseren zichzelf. Ik deed dat ook.Uiteindelijk ga je alcohol als medicijn inzetten en dankomt er een dag dat je niet meer kunt stoppen. Ik hebdat gedaan totdat mijn vrouw de knoop doorhakte enhet huwelijk beëindigde. Een verslaving kan een stoor-nis verergeren en vice versa. Ik heb, weet ik nu, vanafmijn twintigste manisch-depressieve symptomen ge-had, variërend van depressies tot hypomanie (een lich-te vorm van manie die zich kan uiten in hyperactivi-teit of overmatige vreugde) tot psychoses. Ik heb tweekeer een psychose gehad. Er was niks aan me te zien,uiterlijk. Ik ging gewoon naar mijn werk. ‘s Avondszat ik als een bang vogeltje op de bank visioenen teaanschouwen. Stemmen in je hoofd, soms vijf tegelijkdie zeiden dat je God was of dat je je moest ophan-gen. Daarvoor wist ik lange tijd niet wat er aan dehand was, ik had geen diagnose en ook geen ziekte-in-zicht. Dat laatste is pas gekomen in 2008 toen ik heelzwaar manisch bent geweest, gekke dingen heb ge-daan en op ontoelaatbare wijze heb gecommuniceerdmet mensen, vooral via e-mails. Ik heb twee talentendie voor een groot deel genetisch bepaald zijn: een ta-lent voor stoornissen en een talent voor verslaving.”

Waar lagen de wortels van mijn stoornis en de versla-ving? In mijn jeugd op de boerderij in Buggenum? In hetDNA van mijn familie? In mijn latere credo om groots enmeeslepend te leven? In mijn huwelijk met een even mili-tant-feministische als ambitieuze Japanse schoonheid?(…) Ik moest 47 worden om de kroniek van een aangekon-digde collaps te kunnen lezen. Hoe ik niet zomaar eenjournalist wilde worden, maar een topper. Hoe ik het totmijn levensdoel had verheven om ondanks een psychiatri-sche stoornis de bliksemcarrière van mijn vrouw te facili-teren, en tegelijkertijd een modelvader te zijn. Uiteraardhaalde ik die krankzinnige combinatie van ambities niet.Ik begon mezelf te haten om mijn nederlaag. En ik be-sloot mezelf te vernietigen met alcohol, de ergste slopervan alle harddrugs.

„In 2008 begon ik me af te vragen of er iets aan dehand zou kunnen zijn met me. Ik ben me er toen ingaan verdiepen. Ik heb bijvoorbeeld een paar onli-ne-tests gedaan waaruit bleek dat ik zwaar manischwas en psychiatrische hulp nodig had. Pas een tijd la-ter heb ik me langdurig laten behandelen in Venray.Daar zijn verslaving en stoornis uit elkaar getrokken.Ik ben op het juiste moment twee integere en deskun-dige psychiaters tegengekomen die me een spiegelhebben voorgehouden. Zij hebben me zover gekregendat ik medicatie ging nemen. Ik ben een kritische pa-tiënt. Ik geloof niet dat pillen kunnen genezen, hoog-stens symptomen kunnen onderdrukken. En somsdoen ze dat niet eens, maar hebben ze moordende bij-werkingen. Daar wordt onvoldoende tegen gewaar-schuwd. Psychiaters zijn volstrekt anoniem, terwijl zijenorm ingrijpen in de levens van mensen. Ik mistransparantie. Ik volg Bram Bakker, de psychiater diezeer kritisch is op de eigen beroepsgroep en om diereden ook wordt uitgekotst door zijn collega’s. Dank-zij hem zijn er ook steeds meer patiënten die het heftin eigen handen nemen en zich niet willoos afhanke-lijk maken van een diagnose of tablet of therapie.”

Ik kwam weer bij bewustzijn op de psychiatrische afde-ling van het ziekenhuis in Roermond. De nacht nadat ikthuis in Amsterdam vertrok met de belofte dat ik nooitmeer terug zou keren, kreeg ik twee keer een onttrekkings-insult. Dat is een epileptische aanval die kan optreden alseen verslaafde plotseling stopt met zwaar drinken. Inmijn geval 25 blikjes bier per dag of 2 flessen port. Het ge-beurde bij mijn oudste zus thuis. Ze dacht dat ik doodging en belde een ambulance (…) .

„Ik heb ruim twee jaar niet kunnen werken. Ik raaktedoor mijn verslaving en stoornis mijn vaste opdracht-gever kwijt. Ook de bezuinigingen speelden een rol.Ik heb nu weer werk. Het schrijven van blogs is voormij ook een therapie. Ik schrijf ze bewust voor inter-net, omdat het een bepaalde vluchtigheid heeft en om-dat je een groot bereik heb. Ik kan zo dingen van meaf schrijven. Als ik iets benoem in een tekst dan benik het kwijt.”

Maar op een dag vond ik mezelf terug in de behandelka-mer van de verslavingsarts, met een ontstoken grote teen.Een paar weken later vertelde een chirurg in het zieken-huis me dat die ontsteking werd veroorzaakt door hopelo-ze bloedvatenvernauwing in het rechteronderbeen.Alleen een gewaagde bypassoperatie kon het been red-den. Maar de operatie mislukte en mei vorig jaar werdhet onderbeen geamputeerd. Tot mijn opluchting overi-gens, want de weken daarvoor crepeerde ik van de pijndoor afstervende tenen (…) Binnen vier maanden zou ikmet een onderbeenprothese weer lopen als een kievit, wasde prognose. Maar in de kliniek bleek al snel dat ook debloedvaten in mijn linkeronderbeen onherstelbaar dichtzaten. November vorig jaar werd ook dat onderbeen erafgezaagd. Ik was ingehaald door een andere verslaving,

E E N heropstandingU I T H E T O N D E R G R O N D S E

interview

Na tien maanden revalidatieloop ik weer als een hinde (...)Maar ik ben niet uit degevarenzone. Een verslavingkan levenslang gluren op eenkans om weer toe te slaan.

De Limburgse journalist Peter Pijls (Buggenum, 1965) verloor door alcoholisme en eenpsychiatrische stoornis alles wat hem dierbaar was: vrouw, zoon en werk. Een verslaving aan rokenkostte hem beide onderbenen. Nu is hij op de weg terug. „Je gaat waarderen wat je over hebt enerbij hebt gekregen.”

die aan nicotine. „Je hebt je onderbenen weg gerookt”,vatte een vaatchirurg de kwestie droog samen.

„Als je na een verslaving of een psychiatrische stoor-nis in een periode van herstel komt, heb je een stok-paardje nodig. Bij mij is dat schrijven. En je hebt be-trouwbare vrienden en vriendinnen nodig die je eenspiegel kunnen voorhouden. Ik heb ook vrienden ver-loren. Voor hen was het kennelijk teveel om te ver-hapstukken: verslaving, drank en benen weg. Ik kannu vanuit helikopterperspectief naar mezelf kijken.Dat proces begon al in de kliniek. Je leert rationeel tekijken naar de vraag hoe het zo ver is kunnen komen.De verslaving is voor zo’n 80 procent uit mijn sys-teem verdwenen, maar ik heb nog wel eens flash-backs, herbeleving. En ik merk dat ik nog een fixatieheb op alcohol. Als ik bijvoorbeeld in de supermarktben, ga ik er op letten hoeveel drank mensen afreke-

nen en dan bestudeer ik hun gezichten om te zien ofhet alcoholisten zijn. Die haal ik er namelijk altijd uit.Ik rook wel nog, als een ketter. Je kunt niet meer danéén verslaving tegelijk afleren. Ik heb altijd veel ge-sport. Halve marathons, Kennedymars. Nu is mijndoelstelling: hoe vergroot ik mijn actieradius? Hoe verkom ik op mijn protheses? Hoe ver kom ik met de rol-stoel? Dat bouw ik elke dag iets verder uit. Ik wil nietzielig gevonden worden, want ik ben niet zielig.”

Na 10 maanden revalidatie loop ik weer als een hinde.Vrijwel niemand ziet dat ik onderbeenprotheses heb. Metmijn ex-vrouw heb ik een acceptabel contact: we zien deeven wurgende als kansloze omhelzing die ons huwelijkwas. Mijn zoon van 13 is gewoon blij dat hij zijn vader te-rug heeft. Maar ik ben niet uit de gevarenzone. Een versla-ving kan levenslang gluren op een kans om weer toe teslaan. De Icarus in mij is nog niet tot zwijgen gebracht.

Nog steeds wil hij opstijgen, maar dan gecontroleerd.

„Ik heb geen geheimen meer voor mezelf. De kroch-ten van mijn onderbewustzijn zijn heel ver openge-gaan en alles waar een mens mee rondloopt, van on-derdrukte herinneringen tot minderwaardigheidsge-voelens, komt explosief tevoorschijn. Het is in zekerezin ook een grote schoonmaak geweest, vooral diepsychoses. Ik voel me nu goed, lichamelijk en geeste-lijk. Beter dan ooit tevoren, eigenlijk. En dat komtniet ondanks wat ik heb meegemaakt, maar doordatik het heb meegemaakt. Ik heb dingen verloren maarwaardeer veel meer wat ik over heb en erbij heb ge-kregen: inzicht en begrip. Niet alleen voor mezelfmaar ook voor anderen.”

Lees de blogs van Peter Pijls op www.ervaringswijzer.nlof volg hem op Facebook.

Peter Pijls.foto StefanKoopmans

E3 GO-E02R

Pdvreede
De Limburger/Limburgs Dagblad