Download - BPV-WIJZER 2010 VERZORGENDE-IG / VERPLEEGKUNDIGE ...

Transcript

APPINGEDAM – ASSEN – GRONINGEN – STADSKANAAL – CAMPUS WINSCHOTEN

BPV-WIJZER

2010

VERZORGENDE-IG / VERPLEEGKUNDIGE

NOORDERPOORTBREED

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 2

INHOUDSOPGAVE

Inleiding 3

Leren & begeleiden in de BPV 41. Oriënteren 4

1.1 BPV-voorbereiding 4

1.2 Inwerkperiode 14

1.3 Oriëntatie op de beroepsprestaties 14

2. Plannen 15

2.1 Het leerplan: planning van de beroepsprestaties per BPV-periode 152.2 Je persoonlijke activiteitenplan per beroepsprestatie 16

3. Uitvoeren 17

Beoordelen in de BPV 184. Controleren en evalueren 18

5. Reflecteren 20

Examineren aan het eind van de basisfase 21

BijlagenBijlage I Invulinstructie en –voorbeeld PraktijkovereenkomstBijlage II Formulier Zelfportret

Bijlage III Formulier Persoonlijke gegevens en geheimhoudingsverklaring

Bijlage IV Leerplan incl. BP-beoordelingsmoment Basisfase VZ-IG

Leerplan incl. BP-beoordelingsmoment Basisfase VP

Bijlage V Formulier Persoonlijk activiteitenplan per beroepsprestatie

Bijlage VI Formulier Begeleidingsgesprek / Logboek

Bijlage VII Formulier Urenregistratie

Bijlage VIII Formulier VerantwoordingsverslagBijlage IX Formulier Gespreksagenda en -samenvatting BP-beoordelingsmoment

Bijlage X Invulinstructie en –voorbeeld Beoordelingslijst

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 3

INLEIDING

Jij doet de competentiegerichte opleiding Verzorgende-IG of Verpleegkundige op het Noorderpoort in

Appingedam, Assen, Groningen of Stadskanaal of op Campus Winschoten. Deze scholen geven

gezamenlijk invulling aan het schooldeel van de beroepspraktijkvorming (BPV).

In dit schooldeel van de BPV-wijzer kun je lezen hoe het Noorderpoort tijdens de basisfase van de

opleiding werkt in de BPV.1 Naast de aanwijzingen en formulieren die in deze BPV-wijzer staan, heb je

de beroepsprestaties van serie 2010 van Stichting Consortium Beroepsonderwijs nodig.

De beroepsprestaties sturen het leren, de begeleiding en de beoordeling in de BPV aan.

Hierbij gaan we uit van de wegwijzer.2

De informatie in het schooldeel is bestemd voor BOL en BBL. BOL staat voor beroepsopleidende

leerweg: BPV is stage lopen. BBL staat voor beroepsbegeleidende leerweg: BPV vindt plaats via een

leerbaan. Als er verschil is, geven we dat aan.

Wij hopen dat deze BPV-wijzer, in combinatie met de beroepsprestaties, je goed de weg wijst en

wensen je veel voldoening en succes tijdens de BPV! 3

De teams van de opleidingen VZ-IG en VP van Noorderpoort Appingedam, Assen, Groningen,

Stadskanaal en Campus Winschoten 4

1 Het noorderpoortbrede schooldeel voor de basisfase is te vinden op www.hetstagebureau.nl onder het menu‘’stagiar’’. Ga dan naar BPV-wijzers > schooldeel Noorderpoort en kies het document met de naam ‘’BPV-wijzer2010 voor VZ-IG en VP NP-breed’’. Elke school heeft de mogelijkheid vanuit dit noorderpoortbrede schooldeeleen eigen schooldeel te maken, dat is toegespitst op een bepaalde opleiding en/of leerweg. Dit is alleen via deschool verkrijgbaar.2 De wegwijzer is de plan-do-check-act-methode die in de beroepsprestaties van Stichting ConsortiumBeroepsonderwijs gebruikt wordt.3 In geval van vragen over de BPV-wijzer kan contact opgenomen worden met de BPV-coördinator van je eigenschool of met het Stagebureau van het Noorderpoort via [email protected] Samen met de teams heeft [email protected] zorg gedragen voor de totstandkoming van de BPV-wijzer. Niets uit dit document mag zonder voorafgaande toestemming van de auteur worden overgenomen ofaangepast.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 4

LEREN & BEGELEIDEN IN DE BPV

In de BPV doorloop je steeds weer de stappen van de wegwijzer. Bij leren en begeleiden in de BPV

ligt de nadruk op de stappen oriënteren, plannen en uitvoeren.

Oriënteren vindt op drie momenten plaats:

1 Voorafgaand aan de start van de BPV oriënteer je je op de BPV in het algemeen. Dit noemen

we BPV-voorbereiding.

2 Voorafgaand aan en in de eerste weken van elke BPV-periode oriënteer je je op je BPV-

instelling waar je gaat stagelopen (BOL) of werken (BBL). Dit noemen we de inwerkperiode.

3 Elke beroepsprestatie start met je oriënteren.

1.1 BPV-voorbereiding

Voordat je start met de BPV krijg je algemene voorlichting over de BPV:

A. Wat is BPV?

B. Wanneer doe je BPV?

C. Waar doe je BPV?

D. Hoe krijg je een BPV-plaats?

E. Hoe verloopt de kennismaking met de BPV-plaats?

F. Hoe stel je je op in de BPV?

G. Wat ga je doen in de BPV?

H. Wie begeleiden je in de BPV?

I. Hoe beoordelen we de BPV?

J. Wat kun je doen als het niet lekker loopt in de BPV?

K. Welke regels gelden tijdens de BPV?

BOL

Je krijgt de voorlichting van je studieloopbaanbegeleider of je BPV-docent, meestal tijdens de BPV-

voorbereiding. Het kan zijn dat je studieloopbaanbegeleider ook je BPV-docent is, maar dat hoeft niet.

BBL

Je krijgt de voorlichting van een opleidingsmedewerker uit de instelling waar je in dienst bent en van je

studieloopbaanbegeleider. Je studieloopbaanbegeleider is meestal ook de contactdocent tussen

school en de BPV-instelling.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 5

A. Wat is BPV?

Leren in en van de praktijk is onmisbaar voor je competentieontwikkeling. Dit vindt plaats binnen de

beroepspraktijkvorming (BPV). In de BOL spreken we vaak van stage. In de BBL vindt BPV plaats via

een leerbaan.

BPV mag alleen verzorgd worden door instellingen die beschikken over een erkenning van het

landelijke kenniscentrum voor de branche. Voor de opleidingen binnen de branche Gezondheidszorg

en Welzijn is dat het Kenniscentrum voor Leren in de Praktijk in Zorg, Welzijn en Sport ‘’Calibris’’.

B. Wanneer doe je BPV?

We hebben de opleiding tot verzorgende-IG (VZ-IG) en verpleegkundige (VP) verdeeld in twee fases:

de basisfase en de verdiepingsfase. Elke fase is ingedeeld in een aantal periodes van gemiddeld tien

weken. In elke fase is er BPV. De verdeling van de BPV verschilt bij BOL en BBL. Ook is er verschil

tussen de ‘’normale’’ opleidingen (VZ-IG: 3 jaar; VP: 4 jaar) en de verkorte opleidingsprogramma’s.

De indeling in periodes sluit aan bij de regionale periodisering’’ die jaarlijks door Het Stagebureau vanhet regionale samenwerkingsverband voor de BPV wordt vastgesteld.5

BOL

De opleiding start met de basisfase, die wordt afgesloten met het basisfase-examen. In het eerste half

jaar van de basisfase, dus in periode 1 en 2, heb je nog geen BPV. Daarna heb je BPV in periode 3

en 4 (BPV1) en in periode 5 en 6 (BPV2) volgens het parttimestagemodel. Dit betekent dat je elke

week school en BPV hebt. Hoeveel uren BPV jìj elke week hebt en op welke dagen hangt af van

afspraken tussen de school waar je je opleiding doet en de BPV-instellingen. Dit wordt vermeld in je

praktijkovereenkomst (POK).

Elke week zijn de BPV-uren volgens een vast stramien ingedeeld:

• Je hebt twee vaste BPV-dagen van elk acht uren, dus wekelijks 16 uren BPV, meestal op

maandag en dinsdag of op donderdag en vrijdag.

• In geval van 24 uren BPV wordt nog een derde vaste BPV-dag gepland, meestal op

woensdag.

5 De regionale periodisering wordt gepubliceerd op www.hetstagebureau.nl onder het menu ‘’stageaanbod’’.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 6

• In geval van 20 uren BPV worden de overgebleven vier uren per week gepland op een nader

te bepalen moment. Bijvoorbeeld elke woensdagmiddag, om de week een dag in het

weekend, om de vier weken een weekend of meerdere dagen achter elkaar tijdens de

bufferweek of een vakantieweek.

Het bepalen van dit moment dient in overleg tussen jou, de instelling en de school plaats te

vinden. Ieder moet zich houden aan de bepalingen in de POK en de collectieve

arbeidsovereenkomst (CAO) die geldt voor de branche. Ook mag dit dagdeel niet gepland

worden op schooldagen.

• Tien procent van de BPV-uren is bestemd voor het voorbereiden, uitvoeren en afronden van

je BPV-opdrachten en -gesprekken. Hiervoor moet de instelling je gelegenheid bieden.

• Je krijgt vanuit school BPV-begeleiding. Dit zijn begeleide schooluren. Er zijn drie vormen van

BPV-begeleiding mogelijk. Met welke vorm jij te maken krijgt, hangt af van de BPV-instelling

waar je stage loopt.

1. Individuele gesprekken en reflectiebijeenkomsten. Je krijgt individuele BPV-

begeleiding van een docent, die hiervoor in de instelling langskomt voor

gesprekken met jou en je werk- of praktijkbegeleider. Daarnaast heb je op school

reflectiebijeenkomsten tijdens BPV-terugkommomenten (BOL) of in de

studieloopbaanuren (BBL) met een groepje mede-leerlingen uit verschillende

instellingen en een docent, die niet per se je BPV-docent hoeft te zijn.

2. Het actief-lerenbegeleidingsmodel. Je krijgt BPV-begeleiding in een vast groepje

van ca. acht leerlingen, die stage lopen of werken in dezelfde BPV-instelling of

een cluster van BPV-instellingen in een bepaald gebied. De BPV-docent waarvan

je de begeleiding krijgt komt ongeveer om de week een dagdeel in de instelling,

maar het kan ook zijn dat je hiervoor naar school gaat. De actief-

lerenbijeenkomsten vinden meestal plaats op woensdagochtend.

3. Het leerafdelingsmodel. Je maakt deel uit van een groep leerlingen van

verschillende opleidingen en leerjaren, die samen verantwoordelijk zijn voor alle

werkzaamheden op een afdeling van een zorginstelling. Je krijgt BPV-begeleiding

van een vaste docent van school en een vaste praktijkopleider. Tijdens de BPV-

periode ga je niet of nauwelijks naar school: op de leerafdeling krijg je op een

vaste dag ook de praktijk- en theorielessen van deze begeleiders.

• Op de dag(en) dat je geen BPV hebt, geldt het rooster op school.

Na de basisfase volgt de verdiepingsfase, die duurt tot het eind van je opleiding en wordt afgesloten

met het verdiepingsfase-examen. Het BPV-model hangt dan af van de opleiding die je doet en soms

ook van de verdieping die je hebt gekozen.

In VZ-IG loop je in de verdiepingsfase, in het laatste jaar van je opleiding, vier periodes stage volgens

het parttimestagemodel. Op de dagen dat je geen stage loopt, ga je naar school.

De verdiepingsfase van VP bestaat meestal uit blokstages van 20 weken achter elkaar, die worden

afgewisseld met periodes waarin je alleen naar school gaat.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 7

BBL

Je bent als leerling-werknemer in dienst van een zorg- of welzijnsinstelling. Je hebt een leerbaan met

een leerarbeidsovereenkomst voor gemiddeld 20 uur per week. Je doet de hele opleiding BPV in deze

instelling. Meestal ga je werken op verschillende afdelingen of locaties van de instelling. Vanuit de

instelling ga je elke week een dag naar school.

Net als in de BOL onderscheiden we ook in de BBL een basisfase en een verdiepingsfase. Elke fase

is opgedeeld in BPV-periodes van een half jaar.

Hierboven is de BPV-indeling van de normale driejarige opleiding VZ-IG en 4-jarige opleiding VPbeschreven.De opleiding VZ-IG kan zowel via BOL als via BBL ook verkort, in twee resp. één jaar, gedaanworden. Dan duurt elke fase een jaar resp. een half jaar. De verkorte opleidingsprogramma’s wordenafgesloten met een gecombineerd basis- en verdiepingsfase-examen aan het einde van de opleiding.De opleiding VP kan via de BOL niet verkort gedaan worden en via de BBL in 2010 nog nietcompetentiegericht.

C1. Waar doe je BPV in de opleiding VZ-IG?

De BPV in VZ-IG is gericht op vier branches:

• verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT).

• gehandicaptenzorg (GHZ)

• geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

• kraamzorg (KZ)

BOL

In de BOL doe je BPV1 en BPV2 meestal in de branche VVT. Je blijft beide BPV-periodes in dezelfde

BPV-instelling als er voldoende leermogelijkheden zijn. Bij voorkeur wissel je dan wel van team,

afdeling of locatie. Het is ook mogelijk dat je in BPV2 naar een andere BPV-instelling gaat.

Tijdens BPV3 en BPV4 in de verdiepingsfase ga je je verdiepen in een branche naar keuze, mits

hiervoor BPV-plaatsen beschikbaar zijn. In principe blijf je dan ook het hele jaar in dezelfde instelling.

BBL

In de BBL bepaalt de instelling waar je werkt op welke branche de BPV gericht is.

C2. Waar doe je BPV in de opleiding VP?

De BPV in VP is ook gericht op vier branches:

• ziekenhuis (ZH).

• verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT)

• gehandicaptenzorg (GHZ)

• geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 8

BOL

In VP-BOL doe je BPV1 meestal in de branche VVT. Wij streven er naar je tijdens BPV2 kennis te

laten maken met een andere branche en dus een andere instelling, mits hiervoor BPV-plaatsen

beschikbaar zijn.

In de verdiepingsfase ga je je verdiepen in een of meer branches naar keuze, mits hiervoor BPV-

plaatsen beschikbaar zijn.

BBL

In de BBL bepaalt de instelling waar je werkt op welke branche de BPV gericht is.

D. Hoe krijg je een BPV-plaats?

Hoe je een BPV-plaats krijgt, verschilt in de BOL en de BBL.

BOL

School zorgt voor BPV-plaatsen. In de zorgsector mag je zelf geen BPV-plaats zoeken. Je wordt in

een BPV-instelling geplaatst door het interne stagebureau van het Noorderpoort en de BPV-

coördinator van jouw school. De plaatsen die we hebben, verdelen we zo goed mogelijk onder alle

leerlingen. Hierbij houden we rekening met:

• De afspraken die wij hebben met BPV-instellingen. We benutten eerst de plaatsen van

instellingen waarmee wij een overeenkomst hebben gesloten betreffende een stagevariant,

zoals een leerafdeling of een ander bijzonder stagemodel.

• De beschikbaarheid van BPV-plaatsen. De meeste BPV-instellingen bevinden zich in de regio

Groningen / Drenthe. Daarnaast zijn er buitenregionale- en buitenlandplaatsen, die vooral

voor ziekenhuisstages bij VP worden benut.

• Eisen van de BPV-instellingen. Omdat de meeste BPV-instellingen tegenwoordig een hepatitis

B-vaccinatie eisen, organiseren we dit in de periode voorafgaand aan de eerste BPV-periode

op school. Daarnaast kan een BPV-instelling een griepvaccinatie, mantoux-verklaring, MRSA-

attest, gezondheidsverklaring of een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) eisen.

Er zijn ook BPV-instellingen die op basis van een sollicitatiebrief en –gesprek of een

kennismakingsgesprek willen bepalen of de BPV-plaats wel geschikt voor je is.

Als je in de asielprocedure zit en niet beschikt over een burgerservicenummer (BSN) en/of

werkdocument kunnen BPV-instellingen plaatsing weigeren.

We kunnen bij plaatsing geen rekening houden met:

• Fysieke belemmeringen voor het uitvoeren van dagelijkse werkzaamheden in het beroep,

zoals een zwakke rug of eczeem.

• Sociale verplichtingen, zoals gezinstaken of bijbaantjes.

• Bezwaren tegen het reizen naar en van de BPV-instelling, zoals reistijd of reiskosten.

De maximale reistijd bedraagt ca. 1,5 uur heen of terug met het openbaar vervoer.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 9

Als je nog geen OV-kaart hebt, geven sommige instellingen je een reiskostenvergoeding,

maar dat is geen algemene verplichting.

• Bezwaren tegen het werken met bepaalde groepen zorgvragers, zoals mannen, ouderen of

verstandelijk gehandicapten.

• Jouw persoonlijke voorkeur voor een bepaalde BPV-instelling.

In onderstaande situaties besluit het voortgangsoverleg van de opleiding op jouw school over de

plaatsing:

• Wanneer je regelmatig of langdurig hebt verzuimd.

• Wanneer je studievoortgang onvoldoende is.

• Wanneer je problemen hebt waarvan we vinden dat deze niet verenigbaar zijn met de BPV.

Het nemen van een besluit gebeurt in overleg met de studieloopbaanbegeleider en na het horen van

jou als leerling. Wanneer je niet geplaatst wordt voor een BPV-periode volg je in deze periode een

individueel programma. Je moet de BPV inhalen in de eerstvolgende BPV-periode.

Ongeveer zes weken voordat de BPV begint, krijg je te horen waar je heen gaat. Je kunt dan

beginnen met de voorbereiding op de BPV.

BBL

Als BBL’er ben je in dienst van een zorg- of welzijnsinstelling. De instelling wijst je een locatie, afdeling

of team toe, waar je de BPV gaat doen. De instelling geeft ook informatie over BPV-voorwaarden,

zoals vaccinaties. Eventuele kosten worden betaald door de instelling.

E. Hoe verloopt de kennismaking met de BPV-plaats?

De wijze waarop BPV-instellingen de kennismaking met nieuwe leerlingen regelen, kan verschillen.

Bij BBL’ers gaat het ook vaak anders dan bij BOL’ers. Enkele mogelijkheden zijn:

- je krijgt, zonder dat je daar zelf iets voor hebt hoeven doen, een uitnodiging voor een

kennismakingsmoment, bv. op de eerste dag van de BPV-periode voor alle nieuwe leerlingen

- je moet zelf een kennismakingsbrief inclusief CV schrijven, waarna je een uitnodiging krijgt

voor een individueel kennismakingsgesprek voordat de BPV-periode start

- je moet bellen om zelf een afspraak te maken voor de kennismaking met je BPV-plaats.

We verwachten van jou dat je, wanneer je je BPV-plaats weet, zelf initiatief neemt om uit te zoeken

hoe de kennismaking is geregeld en je je houdt aan de werkwijze van de instelling.

Tijdens de BPV-voorbereiding in de BOL besteden we aandacht aan wat je het beste kunt doen enlaten tijdens de kennismaking met de BPV-instelling.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 10

Een belangrijk onderdeel van de kennismaking is het invullen van de praktijkovereenkomst (POK) en

het ondertekenen van de POK door de partijen die deze overeenkomst aangaan: jij als leerling, de

school en de BPV-instelling. Dit moet geregeld zijn voordat de BPV daadwerkelijk begint.

De aanwijzingen voor het invullen en ondertekenen van de POK staan in bijlage I.

Ook stel je een zelfportret op, waarin je kort beschrijft wie je bent en wat je komt leren in de instelling.

Dit zelfportret is openbaar en kan bv. worden opgehangen in de teamkamer.

Het formulier voor het opstellen van het zelfportret vind je in bijlage II.

De meer uitgebreide contactgegevens en bijzondere afspraken worden in overleg met de werk- en/of

praktijkbegeleider en BPV-docent vastgelegd en je moet tot slot de belofte tot geheimhouding

tekenen.

Het formulier persoonlijke gegevens, voor het vastleggen van de contactgegevens en de belofte totgeheimhouding, staat in bijlage III.

De kennismakingsbrief (geldt alleen voor BOL), CV, zelfportret en formulier persoonlijke gegevens,vormen samen het BPV-kennismakingsdossier. Dit dossier moet zijn goedgekeurd door jewerkbegeleider en/of BPV-docent. Het BPV-kennismakingsdossier geldt als bewijsstuk bijleerprestatie 5. De gehele leerprestatie wordt niet in de BPV, maar op school beoordeeld.

F. Hoe stel je je op in de BPV?

Gedrag waarmee succes verzekerd is:

• afspraken nakomen

• respect tonen

• beleefd zijn

• interesse en waardering tonen voor je BPV-instelling en BPV-begeleiding

• mondig zijn, maar niet té

• vooraf informeren of de instelling moeite heeft met levensbeschouwelijke principes die jij

belangrijk vindt, zoals het dragen van een hoofddoekje

• een normaal e-mailadres, waarin je naam herkenbaar is.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 11

Gedrag dat ongewenst is als je leerling bent en je dus niet moet doen:

• passieve, afwachtende, onverschillige of brutale houding

• te laat komen

• een stipte ‘’9 to 5’’-mentaliteit

• je (te snel) ziek melden als het even tegen zit

• bellen, sms-en, chatten, hyven, gamen of muziek luisteren op je mp3-speler onder werktijd.

Uiterlijkheden die niet passen bij je beroep en je dus niet zichtbaar moet dragen:

• een petje, zonnebril of grote sieraden

• opvallend haar of lange nagels

• hoge hakken, afgetrapte schoenen, naveltruitje, superlage heupbroek, minirokje, truitje met

laag decolleté

• een onverzorgd uiterlijk of juist heel veel make up

• een tatoeage of piercing.

G. Wat ga je doen in de BPV?

In de BPV ga je leren in de praktijk. Je ontwikkelt de competenties die je nodig hebt om een goede

beroepsbeoefenaar te worden door het combineren van de kennis en vaardigheden die je op school

leert met de dagelijkse werkzaamheden van een zorgverlener. Je leert veel van ‘’gewoon’’ opwerken

met je werkbegeleider en andere collega’s. Daarnaast sturen we je leren aan via BPV-opdrachten, die

we beroepsprestaties noemen, en door het werken aan je persoonlijke leerdoelen.

Bij een aantal beroepsprestaties moet je aantonen dat je de verzorgende en verpleegtechnischehandelingen correct kunt uitvoeren bij zorgvragers. Hiervoor maken we gebruik van aftekenkaarten.Een aftekenkaart hoort altijd bij een bepaalde beroepsprestatie en bevat een serie handelingen. Deaftekenkaart wordt zowel op school als in de BPV gebruikt.

Bij handelingen in het kader van de basiszorg geldt, dat deze niet perse eerst hoeven te zijn geleerden afgetekend op school en dan pas uitgevoerd en afgetekend mogen worden in BPV. Je mag dezeook direct leren uitvoeren op de BPV-plaats, mits hierbij voldoende begeleiding aanwezig is, zoweltheoretisch als praktisch, en school en BPV-instelling hier onderling afspraken over gemaakt hebben.

Bij de verpleegtechnische handelingen, inclusief de voorbehouden handelingen, geldt, dat deze pasuitgevoerd en afgetekend mogen worden in de BPV als deze eerst op school zijn geleerd enafgetekend.

H. Wie begeleiden je in de BPV?

Leren doe je volgens de stappen van de wegwijzer: oriënteren, plannen, uitvoeren, controleren en

evalueren en reflecteren. Hierbij krijg je begeleiding vanuit de BPV-instelling en vanuit school.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 12

Vanuit de BPV-instelling krijg je meestal directe begeleiding op de werkvloer van werkbegeleiders. Op

wat meer afstand staat de praktijkopleider, die er voor zorgt dat de voorwaarden voor praktijkleren in

de instelling aanwezig zijn en toezicht houdt op de kwaliteit van begeleiding en beoordeling.

Vanuit school krijg je begeleiding van een aan jou en de instelling toegewezen BPV-docent. In de BBL

is dat in principe je studieloopbaanbegeleider.

Elke stap van de wegwijzer vraagt om andere begeleiding.

Bij het oriënteren en plannen krijg je meestal begeleiding van je BPV-docent en van de

praktijkopleider.

Bij het uitvoeren van activiteiten krijg je vooral begeleiding van je werkbegeleider. De werkbegeleider

helpt je ook je werk te controleren.

De BPV-docent en praktijkopleider begeleiden je meestal weer bij het evalueren en reflecteren. Hierbij

gebruiken ze de informatie van je werkbegeleider.

Meer informatie over de begeleiding tijdens de BPV staat in het hoofdstuk ‘’Leren en begeleiden in deBPV’’ van deze BPV-wijzer.

I. Hoe beoordelen we de BPV?

We beoordelen de BPV aan het eind van elke periode aan de hand van de beroepsprestaties (BP).

Hiervoor plannen we een BP-beoordelingsmoment. Op dit moment stellen we vast of je bewijsstukken

zijn goedgekeurd en vullen we de beoordelingslijsten in van alle beroepsprestaties die in de afgelopen

periode in het leerplan stonden.

Meer informatie over de beoordeling van de BPV staat in het hoofdstuk ‘’Beoordelen in de BPV’’ vandeze BPV-wijzer.Het BP-beoordelingsmoment is een formeel beoordelingsmoment, waarop de beoordelingsregeling inde studiewijzer van toepassing is.

J. Wat kun je doen als het niet lekker loopt in de BPV?

Er kunnen momenten zijn tijdens een BPV-periode waarop het niet zo lekker loopt. Onze stelregel is

dat je problemen eerst probeert op te lossen met je directe begeleiders, zoals de BPV-docent en/of je

werkbegeleider. Hierbij zoeken we een balans tussen jouw positie als leerling en de eisen die de

werkplek stelt.

Van jou verwachten we dat je je leerbaar opstelt en je zo goed mogelijk aanpast aan wat op de

werkplek van je wordt gevraagd. Van de BPV-instelling verwachten we dat er een zo goed mogelijk

leerklimaat is en er begeleiding op de werkplek gegeven wordt.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 13

Wanneer jullie er samen niet uitkomen, kan iemand die wat meer op afstand staat, worden

ingeschakeld:

- op school: de BPV-coördinator of een medewerker van het interne stagebureau

- in de praktijk: de praktijkopleider of bijvoorbeeld het afdelingshoofd.

Wees voorzichtig met het actief betrekken van mensen die geen directe bemoeienis hebben met de

BPV. Zo mogen je ouders niet rechtstreeks bellen met een BPV-instelling. Ook je

studieloopbaanbegeleider heeft geen zeggenschap over wat wel en niet mag in de BPV.

Wanneer de moeilijkheden zover oplopen dat je van de BPV-instelling moet stoppen of zonder

toestemming van school zelf besluit te stoppen, worden de te beoordelen beroepsprestaties in de

betreffende BPV-periode met niet-aangetoond beoordeeld. In de BBL betekent stoppen ook dat de

leerarbeidsovereenkomst met de instelling ontbonden wordt en je dus moet stoppen met de opleiding.

K. Welke regels gelden tijdens de BPV?De algemene regels rondom stages en leerbanen die gelden voor werkgevers en werknemers staan

in de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO). De CAO regelt onder andere een stagevergoeding voor

BOL-leerlingen naar rato van het aantal BPV-uren dat is afgesproken. Ook regelt de CAO de hoogte

van het salaris van BBL-leerlingen.

De algemene CAO-bepalingen zijn nader uitgewerkt in de praktijkovereenkomst (POK). Hierin staan

de wederzijdse rechten en plichten van de BPV-instelling, de school en jij als leerling, waarvoor alle

drie partijen moeten tekenen bij aanvang van de BPV. In de BBL ga je daarnaast een

leerarbeidsovereenkomst aan met de instelling waar je als leerling in dienst genomen bent.

De algemeen geldende regels rondom het leren, de begeleiding en de beoordeling tijdens de BPV

staan in het regionale deel van de BPV-wijzer.

De noorderpoortregels staan in dit schooldeel van de BPV-wijzer

Een nadere uitwerking van de aan- en afwezigheidsregels en van de beoordelingsregels staat in de

studiewijzer van de eigen opleiding.

Je hebt op grond van je onderwijsovereenkomst een inspanningsverplichting je aan deze regels te

houden.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 14

1.2 InwerkperiodeAls je begint met stagelopen (BOL) of een leerbaan (BBL) in een nieuwe zorginstelling staan de eerste

twee tot vier weken in het teken van inwerken: kennismaken met de zorgvragers, de mensen die er

werken, jouw werkzaamheden, de opbouw van de organisatie en de gewoonten, afspraken en regels

die er gelden.

In deze periode leer je ook je begeleiders kennen, zij leren jou kennen en wat je komt leren en je

maakt afspraken over je persoonlijke activiteitenplannen bij de beroepsprestaties.

Je krijgt via school een opdracht voor de inwerkperiode, die valt onder leerprestatie 5.De uitwerking van deze opdracht moet goedgekeurd zijn door je werkbegeleider, maar wordtbeoordeeld op school. In bijlage IV staat wanneer je deze opdracht af moet hebben

1.3 Oriëntatie op de beroepsprestatiesPer BPV-periode van ca. een half jaar ga je werken aan een aantal beroepsprestaties.

Elke beroepsprestatie is een opdracht, die bestaat uit:

• het al doende uitvoeren van de werkprocessen en ontwikkelen van de bijbehorende

competenties; via de beoordelingslijst wordt gecontroleerd of je deze hebt aangetoond

• het leveren van één of meer specifieke bewijsstukken bij de werkprocessen en competenties.

Het is belangrijk dat je goed oriënteert op elke beroepsprestatie. Zo kom je erachter:

- aan welke beroepsprestaties je in de BPV-periode moet werken,

- over welke werkprocessen en competenties de beroepsprestaties gaan,

- welke kennis, vaardigheden en beroepshouding je moet verwerven op school,

- aan welke persoonlijke leerdoelen je in de BPV kunt werken tijdens de beroepsprestaties,

- welke specifieke bewijsstukken je moet leveren in de BPV

- wanneer de beroepsprestaties beoordeeld worden in de BPV

- aan welke eisen (prestatie-indicatoren) je moet voldoen voor de beoordeling ‘’aangetoond’’.

Oriënteren is stap 1 van de Wegwijzer.

Om je te oriënteren, lees je eerst het leerplan en elke beroepsprestatie goed door.Ook ga je per beroepsprestatie na aan welk persoonlijk leerdoel uit je POP je kunt werken.POP staat voor persoonlijk opleidingsplan. Aan het eind van elke periode, tijdens het individuelestudieloopbaangesprek, maak je het POP voor de volgende periode in samenspraak met jestudieloopbaanbegeleider.In het Kompas Fase 1 staan richtvragen die je kunnen helpen bij het verder oriënteren.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 15

In elke BPV-periode werk je aan bepaalde beroepsprestaties. Welke dat zijn, ligt vast in het leerplan

van de opleiding. Vervolgens maak je per beroepsprestatie een persoonlijk activiteitenplan.

2.1 Het leerplan: planning van de beroepsprestaties per periodeHet leerplan van de opleiding gaat uit van het sturingsmateriaal van Stichting Consortium

Beroepsonderwijs.

Het sturingsmateriaal bestaat uit drie fasepakketten. Elk fasepakket bestaat uit:

• een serie beroepsprestaties; dit zijn praktijkgerichte opdrachten met nauw omschreven te

leveren resultaten

• een kompas; dit bevat aanwijzingen voor hoe aan de beroepsprestaties te werken

• een competentiewijzer; deze bevat informatie over de kennis, vaardigheden en houding die je

moet ontwikkelen bij de beroepsprestaties. Per opleiding zijn er drie tot vijf kernactiviteiten, die

alle kerntaken, werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier dekken.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 16

In het leerplan staat wanneer welke beroepsprestaties op school en in de BPV aan de orde komen.

In de basisfase is het verplicht je te houden aan de volgorde waarin de beroepsprestaties in het

leerplan staan. Ook ligt vast welke bewijsstukken je moet leveren. Omdat de planning vaststaat, hoef

je geen eigen planning van de beroepsprestaties te maken.

In de verdiepingsfase ligt wel vast welke beroepsprestaties je in elke BPV-periode moet afronden,

maar kun je de volgorde en bewijsstukken meer zelf gaan bepalen.

Het leerplan met de beroepsprestaties per BPV-periode staat in bijlage IV. Dit kan per school en peropleiding verschillen. In het leerplan staan ook de beoordelingsmomenten voor de beroepsprestaties.

2.2 Je persoonlijke activiteitenplan per beroepsprestatieBij elke beroepsprestatie moet je een persoonlijk activiteitenplan (PAP) maken. Hierin geef je aan

WAT je gaat doen om te werken aan de werkprocessen en competenties en de specifieke

bewijsstukken. Ook geef je aan op WELKE WIJZE je aan de gang gaat, WIE je er als begeleiders bij

betrekt en WANNEER je wat gaat doen.

Voordat je daadwerkelijk aan de gang mag gaan met de beroepsprestatie, moet je je PAP bespreken

met je begeleiders vanuit school en de BPV-instelling. Vanuit school wordt eerst vooral gekeken of het

PAP klopt met wat je moet doen voor de beroepsprestatie. De BPV-instelling checkt daarna vooral of

het PAP haalbaar is op de werkplek en binnen de beschikbare tijd. Pas wanneer je werkbegeleider of

praktijkopleider je PAP heeft goedgekeurd, heb je een GO voor de uitvoering van de beroepsprestatie.

Plannen is stap 2 van de Wegwijzer.

Je maakt het PAP met behulp van het formulier in bijlage V.De werkprocessen en competenties waarover de beroepsprestatie gaat, staan in de beroepsprestatiezelf.De persoonlijke leerdoelen haal je uit je POP.De verplicht gestelde specifieke bewijsstukken tijdens de BPV staan in je projectbeschrijving enworden toegelicht in de beroepsprestatie. Let op: je hoeft niet altijd alle bewijsstukken die in deberoepsprestatie staan in de BPV te leveren!

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 17

Na het en heb je een goedgekeurd PAP per beroepsprestatie.

Het van elke beroepsprestatie doe je op de volgende manier.

• Werk op met je werkbegeleider en andere collega’s.

• Richt je vooral op activiteiten die aansluiten bij de werkprocessen en competenties die op de

beoordelingslijst bij de beroepsprestatie staan en die helpen bij het bereiken van je

persoonlijke leerdoelen.

• Voer de activiteiten uit volgens je PAP.

• Werk hierbij aan één of meer specifieke bewijsstukken die je moet leveren bij de

beroepsprestatie. Gebruik hierbij de opdracht in de beroepsprestatie en de prestatie-

indicatoren uit de beoordelingslijst.

• Houd ook je BPV-uren bij.

• Neem actief deel aan de BPV-begeleiding door je werkbegeleider en/of BPV-docent.

Bespreek hoe het gaat met je competentieontwikkeling, je persoonlijke leerdoelen, het leveren

van je bewijsstuk(ken) en het aantal BPV-uren. Schrijf hierover steeds een kort verslag.

• Stel in overleg met je werkbegeleider en/of BPV-docent je PAP bij als het even anders loopt.

• Laat je werkbegeleider tijdig je specifieke bewijsstuk(ken) goedkeuren aan de hand van de

opdracht en de prestatie-indicatoren uit de beoordelingslijst. Verwerk zonodig de feedback die

je krijgt. Je bewijsstukken moeten goedgekeurd zijn voor het BP-beoordelingsmoment.

• Herhaal bovenstaande stappen totdat alle beroepsprestaties die volgens het leerplan horen bij

de periode af zijn. Het is verplicht al deze beroepsprestaties in die periode te doen.

BPV-begeleiding vindt plaats via diverse begeleidingsgesprekken: tussendoor met je werkbegeleiderop de werkvloer, met je werkbegeleider en je BPV-docent, in een actief-lerengroepje of via intervisie.In al deze gesprekken gaat het om het krijgen van feedback voor verder leren.Houd de uitkomsten van de begeleidingsgesprekken bij met behulp van:

• het begeleidingsformulier/logboek (of een gewoon schriftje)• het urenregistratieformulier.

De formulieren staan in bijlage VI en VII. Zodoende bouw je een logboek op.

De algemene informatie over de rollen van de leerling, de werkbegeleider en/of praktijkopleider en dedocent vanuit school tijdens de begeleiding staat in het regionale deel van de BPV-wijzer.6

6 De regionale BPV-wijzer staat op www.hetstagebureau.nl onder het menu ‘’stagiair’’. Ga dan naar BPV-wijzers >BPV-wijzer versie 2009 > Algemeen deel, Verzorgende / Verpleegkundige.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 18

BEOORDELEN IN DE BPV

Aan het eind van elke BPV-periode ligt de nadruk op de stap controleren en evalueren en op de stap

reflecteren van de wegwijzer. Hiervoor plannen we aan het eind van de periode een BP-

beoordelingsmoment.

Voor het BP-beoordelingsmoment maken je BPV-begeleiders met jou een individuele afspraak vooreen gesprek. In de BOL krijg je het moment door van je BPV-docent; in de BBL meestal van depraktijkopleider. Dit gesprek wordt in de beroepsprestaties het voortgangsgesprek genoemd, maar jemoet goed beseffen dat het in dit gesprek gaat om het formeel beoordelen van beroepsprestaties.Hierop zijn de beoordelingsregels in de studiewijzer van toepassing zijn.Op het BP-beoordelingsmoment worden alle beroepsprestaties die in de afgelopen BPV-periode aande orde zijn geweest, beoordeeld.

• Bereid het BP-beoordelingsmoment goed voor:

- Neem de goedgekeurde bewijsstukken op in je ontwikkelingsportfolio.

- Neem de beoordelingslijsten bij de te beoordelen beroepsprestaties van te voren door,

indien mogelijk met je werkbegeleider en/of BPV-docent.

- Zorg er voor dat alle bewijsstukken en (blanco) formulieren tijdens het moment

aanwezig zijn.

- Neem ook het ingevulde formulier urenregistratie mee.

- Schrijf de eerste versie van je verantwoordingsverslag over de afgelopen BPV-

periode. Gebruik hiervoor je POP en je begeleidingsverslagen / logboek.

- Ken de rolverdeling tussen de gesprekspartners: jij als leerling, de werkbegeleider

en/of praktijkopleider en de BPV-docent (BOL) of mogelijk de

studieloopbaanbegeleider (BBL).

- Wees op tijd.

- Als je door omstandigheden niet kunt: meld je af volgens de regels in de studiewijzer

en in de BPV-instelling. In geval van ongeoorloofd verzuim worden de

beroepsprestaties met niet-aangetoond beoordeeld.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 19

De aanwijzingen voor het schrijven van een verantwoordingsverslag staan in bijlage VIII.Door regelmatig een verantwoordingsverslag te schrijven over een BPV-periode, oefen je hetschrijven van een verantwoordingsverslag voor het basisfase-examen (zie de richtlijnen in hetKompas bij het fasepakket).Op verantwoordingsverslagen krijg je feedback, zodat je steeds beterleert om te reflecteren. Bewaar verantwoordingsverslagen in je portfolio.

De informatie over de rollen van de leerling, de werkbegeleider en/of praktijkopleider en de docentvanuit school tijdens de beoordeling staat in het regionale deel van de BPV-wijzer.7

• Houd het BP-beoordelingsmoment. Onder leiding van de BPV-docent (BOL) of

praktijkopleider (BBL) worden de beroepsprestaties van de afgelopen periode tijdens een

individueel gesprek beoordeeld. Dit doen we door met behulp van de gespreksagenda:

- Te controleren of aan het aantal BPV-uren is voldaan.

- Te controleren of je de werkprocessen en daarbij horende competenties en prestatie-

indicatoren bij de beroepsprestaties hebt aangetoond. Hierbij worden de

beoordelingslijsten ingevuld.

- Te controleren of de bij de beroepsprestaties horende bewijsstukken goedgekeurd

zijn. Dit wordt afgetekend op de beoordelingslijsten.

- Hierbij te reflecteren op je competentie-ontwikkeling.

- Te zeggen of elke beroepsprestatie aangetoond of niet-aangetoond is.

De beroepsprestatie is aangetoond als de bewijsstukken zijn goedgekeurd en de

competenties met prestatie-indicatoren op de beoordelingslijst zijn aangetoond.

De beroepsprestatie is niet-aangetoond als aan een van deze twee eisen of beide

eisen niet is voldaan.

- Te onderbouwen waarom de beroepsprestatie wel of niet aangetoond is en welke

actie voortvloeit uit een niet-aangetoonde beroepsprestatie. Dit wordt schriftelijk

vastgelegd op de beoordelingslijst.

- Elke beoordelingslijst te ondertekenen door de aanwezigen tijdens het

beoordelingsmoment. In geval van gebruik van de digitale versie van de

beoordelingslijsten is een digitale handtekening vereist van de gespreksleider.

De gespreksagenda voor het BP-beoordelingsmoment staat in bijlage IX. Hierop kan het gesprek ooksamengevat worden.

7 De regionale BPV-wijzer staat op www.hetstagebureau.nl onder het menu ‘’stagiair’’. Ga dan naar BPV-wijzers >BPV-wijzer versie 2009 > Algemeen deel, Verzorgende / Verpleegkundige.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 20

De aanwijzingen voor het invullen van de beoordelingslijst per beroepsprestatie staan in bijlage X.

De beoordelingslijsten zelf staan aan het eind van elke beroepsprestatie. Deze kun je uitknippen omin te laten vullen, maar de beoordelingslijsten zijn voor de begeleiders ook als print of digitaalinvulformulier beschikbaar.

Het is belangrijk dat na afloop van het beoordelingsmoment de ingevulde en getekendebeoordelingslijsten, net als de goedgekeurde bewijsstukken, in je ontwikkelingsportfolio komen testaan. Dit doe je bij voorkeur zelf of wordt gedaan door je BPV-docent (BOL) ofstudieloopbaanbegeleider (BBL). Zorg ervoor dat je deze documenten niet kwijt raakt. Je hebt zenodig om je ortfolio samen te kunnen stellen.

• Maak na afloop van het BP-beoordelingsmoment je verantwoordingsverslag over de

afgelopen BPV-periode af. Verwerk hierin de punten die tijdens het BP-beoordelingsmoment

zijn besproken. Bespreek dit reflectieverslag met je studieloopbaanbegeleider. Het is de basis

voor nieuwe of bijgestelde persoonlijke leerdoelen in je volgende POP.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 21

EXAMINEREN AAN HET EIND VAN DE BASISFASE

1. Wanneer en op welke wijze vindt het examen plaats?

Aan het eind van elke fase van de opleiding is een examen gepland. In het examen worden de

beroepsprestaties die in de voorafgaande fase op school en in de BPV aan de orde zijn geweest,

afgesloten. Het examen bestaat uit een assessmentgesprek over een portfolio.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 22

2. Hoe vindt het examen plaats?

Eerst moet je hebben voldaan aan alle voorgaande beoordelingen op school en in de BPV, zoals

toetsen, verslagen en de beroepsprestaties. Dit blijkt uit de monitor en de registratie van resultaten in

het digitale – of ontwikkelingsportfolio.

Daarna moet je een portfolio samenstellen met behulp van de in het digitale- of ontwikkelingsportfolio

aanwezige specifieke bewijsstukken, beoordelingslijsten en reflectie- of verantwoordingsverslagen.

Een of twee assessoren bekijken het portfolio en bereiden het assessmentgesprek voor. Ten minste

een assessor is onafhankelijk en heeft je niet tijdens de voorafgaande fase begeleid. Om assessor te

kunnen zijn, moet iemand de beoordelingsmethodiek kunnen hanteren en bekend zijn met het

werkveld. Daarna vindt een assessmentgesprek plaats tussen jou als examenkandidaat en de

assessor(en). Na afloop van dit gesprek krijg je te horen of je al dan niet geslaagd bent voor het

examen.

3. Waar vindt het examen plaats?

Het verzamelen van de bewijsstukken voor het portfolio vindt plaats op school en in BPV tijdens het

werken aan de beroepsprestaties.

Het samenstellen van het portfolio vindt plaats op school tijdens de SLB-uren, in de periode die

voorafgaat aan het moment waarop het examen is gepland.

Het bekijken van het portfolio doen de assessoren op hun eigen werkplek of thuis.

Het voorbereiden en voeren van het assessmentgesprek vindt plaats op school of in de BPV-

instelling.

Meer uitleg over het examen en de regels die hierbij gelden, staan in de studiewijzer en in deexamenhandleiding.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 23

BIJLAGE I

INVULINSTRUCTIE POK

Hierna vind je een voorbeeld van de praktijkovereenkomst (POK) voor mbo-Verpleegkundige. Deindeling voor Verzorgende-IG is gelijk, de inhoud verschilt op een aantal punten.In de BOL wordt voor de start van elke BPV-periode een POK in drievoud uitgedraaid door de front-office van de school. In de BBL gebeurt dit eenmalig aan het begin van de opleiding. Op de POK zijneen aantal gegevens voorgedrukt. Een aantal gegevens worden tijdens de BPV-voorbereiding onderleiding van de studieloopbaanbegeleider ingevuld. Je mag de POK niet op eigen houtje invullen!

Algemeen- Op de POK mogen geen wijzigingen in de gedrukte tekst aangebracht worden, dus geen

doorhalingen of gebruik tipp-ex. Deze maken de POK ongeldig.- Als in de POK iets niet klopt, moet je dit melden bij de front-office aan de balie van de school,

zodat er een nieuwe overeenkomst kan worden verstrekt. Zonodig moet je eerst eenmutatieformulier invullen.

- Een exemplaar van de compleet ingevulde POK moet je binnen een week na het begin van deBPV inleveren bij de front-office aan de balie. Een exemplaar is voor de instelling en eenexemplaar is voor jezelf.

Instructie bij punt 1, ‘’gegevens deelnemer’’:- controleer de voorgedrukte gegevens- vul, als je minderjarig bent, de gegevens van je wettelijke vertegenwoordiger in, bv. de naam

van een van je ouders- volg de aanwijzingen onder ‘’algemeen’’ op als er iets niet klopt

Instructie bij punt 2, ‘’gegevens onderwijsinstelling’’:NVT

Instructie bij punt 3, ‘’gegevens BPV-verlenende organisatie’’:- vul bij ‘’naam, adres en plaats’’ de gegevens in van de locatie waar je daadwerkelijk stage

loopt of werkt en dus niet de naam van bv. het hoofdkantoor van de stichting of eenpostbusnummer

- vul bij ‘’rechtsgeldig vertegenwoordigd door’’ de naam in van jouw contactpersoon in deinstelling, bv. de naam van de praktijkopleider.

Instructie bij ‘’beroepspraktijkvorming beroepsopleiding’’:- controleer of de voorgedrukte gegevens kloppen met de opleiding die jij doet.

Juiste gegevens Voorbeelden van onjuiste gegevensNaamkwalificatie-profiel

Verzorgende-IG

Mbo-Verpleegkundige

Verzorgende Verpleeg-kundige

Elke andereopleidings-naam

Crebocodeopleiding

94830 93510 10427 10426 Elke anderecrebocode

Kwalificatie-niveau

3 4

Leerweg BOL of BBL BOL of BBL

Elk ander kwalificatieniveau ofleerwegomschrijving

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 24

Instructie bij ‘’duur en omvang beroepspraktijkvorming’’:- kies de BPV-periode die van toepassing is en volg de aanwijzingen in onderstaand schema- zie voor exacte data de jaarlijks vastgestelde regionale periodisering op

www.hetstagebureau.nl onder het menu stageaanbod;- controleer aan de hand hiervan of het aantal weken klopt en gebruik zonodig het

daadwerkelijke aantal weken in het betreffende schooljaar.

BBL BOL VZ & VPBPV1 in periode 3en 4(parttimestage)

BOL VZ & VPBPV2 inperiode 5 en 6(parttimestage)

BOL VZBPV3/4 inperiode 9-12(parttimestage)

BOL VPBPV 3 of 4in 3de of4de jaar(blokstage)

1) DeBPVomvattotaal…klokuur

Aantal jaren datopleiding duurt Xjouw aanstellings-omvang per week(excl. schooldag)X45 weken

20 wekenX16, 20 of 24klokuren (afhankelijkvan je school/stage-variant)

20 wekenX20 of 24klokuren(afhankelijk vanje school/stage-variant)

38 wekenX20 of 24klokuren(afhankelijk vanje school ofstagevariant)

X wekenX32 uurof36 uur

2) DeBPVvangtaan op

Vul hier de begindagvan het schooljaarin.

Vul hier de begindagvan periode 3 in.

Vul hier debegindag vanhet schooljaarin.

Vul hier debegindag vanhet schooljaarin.

Vul hier debegindag invan deperiodewaarin deBPV begint.

3) Eneindigtop

2- en 3-jarige BBL-opleiding:1 juli 20..

1-jarige BBL-opleiding:30 sept. 20..

Vul hier de einddagvan periode 4 in.

Vul hier deeinddag vanperiode 6 in.

Vul hier deeinddag vanweek 8 vanperiode 12 in.

Vul hier deeinddag invan deperiodewaarin deBPVeindigt.

Instructie bij ‘’vergoedingen’’:- laat dit invullen door de BPV-instelling

Instructie bij ‘’aldus overeengekomen’’:- teken als deelnemer zelf en bij minderjarigheid ook de wettelijke vertegenwoordiger- voor het Noorderpoort tekent een medewerker van de front-office of anders een ander die

tekenbevoegdheid heeft, bv. de BPV-coördinator van het team of de teammanager. Zonderformele tekenbevoegdheid mag een docent niet tekenen!

- met ‘’de organisatie’’ wordt de BPV-instelling bedoeld, laat de POK daar ook tekenen door dejuiste persoon.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 25

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 26

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 27

BIJLAGE II

ZELFPORTRET 8

Mijn persoonlijke gegevens 9

Voor- en achternaam

School

Opleiding

Leerjaar / BPV-periode (1, 2, 3 of 4) Leerjaar: BPV-per.:

BPV-docent vanuit school

BPV-instelling

Locatie / Afdeling / Team

BPV-begeleider(s) vanuit instelling

Plaats hiereen foto

van jezelf

Mijn vorige stage(s) / werkplek(ken)BPV-per. Wanneer Waar Welke zorgcategorie

Mijn opdrachten 10

Nummer / codeopdracht

Titel / omschrijvingopdracht

Werkproces /Competenties

Specifiek bewijsstukbij de opdracht

Mijn POPPOP staat voor persoonlijk ontwikkelplan. Hierin staan mijn persoonlijke leerdoelen voor eenperiode van 10 tot 20 weken. Het POP zit in mijn ontwikkelportfolio en is afgesproken met mijnstudieloopbegeleider. Ik koppel mijn persoonlijke leerdoelen aan de beroepsprestaties.

Mijn PAP 11

PAP staat voor persoonlijk activiteitenplan. Ik maak een PAP per beroepsprestatie en dus nieteen totaal werkplan voor de hele BPV-periode. Ik doe dit volgens het PAP-formulier van school.In het PAP geef ik weer aan welke beroepsprestatie en specifieke bewijsstukken ik ga werken,wanneer, hoe en met wie. Ook geef ik aan hoe ik dat wil combineren met het ontwikkelen vanmijn persoonlijke leerdoelen.

8 Met dit ‘’zelfportret’’ kun je jezelf introduceren in de BPV-instelling en aan je BPV-begeleider(s) daar. Hang dezebv. op in de teamkamer.9 De meer uitgebreide persoonlijke gegevens staan op het volgende formulier en zijn alleen bedoeld voor je BPV-begeleiders.10 Gebruik voor het invullen het leerplanschema uit bijlage IV van de BPV-wijzer.11 In de BPV-wijzer staat nadere uitleg over hoe te werken aan de beroepsprestaties en hoe hierbij te begeleiden /hierop te beoordelen.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 28

BIJLAGE III

PERSOONLIJKE GEGEVENS

Begin- en einddatum BPV-periodeBPV-periode (omcirkel) 1 2 3 4Instelling en locatie / afdeling / team

Je voor- en achternaamAdresPostcode en woonplaatsTelefoonnummerE-mailadresNationaliteitPeoplesoftnummerJe studieloopbaanbegeleider

Voor- en achternaam BPV-docentTelefoonnummerE-mailadresBereikbaar op (dagen)

Voor- en achternaam praktijkopleiderTelefoonnummerE-mailadresBereikbaar op (dagen)

Voor- en achternaam werkbegeleiderTelefoonnummerE-mailadresBereikbaar op (dagen)

Belofte tot geheimhouding

Ik beloof geheimhouding van hetgeen mij tijdens mijn opleiding wordt toevertrouwd, mij bekendwordt of waarvan ik het vertrouwelijk karakter moet bewaren.(volgens wetboek van strafrecht, artikel 272)

Datum:

Handtekening leerling:

Bijzondere afspraken

Datum:

Handtekening leerling:

Handtekening praktijkbegeleider:

Handtekening BPV-docent:

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 29

BIJLAGE IV – Leerplan incl. BP-beoordelingsmoment per BPV-periode 12

VERZORGENDE-IG

NormO=ontwikkelings-gerichtK=kwalificerend

TitelLP=LeerprestatieBP=Beroepsprestatie

Werkprocessen Compe-tenties

Periodewaarin deschooldeze BPplant/be-oordeelt

O (niet-verplicht inBPV)

LP5Ontwikkelen van jeberoepsbeeld

LLB 2.2 Je ontdekt welk werker is en wat bij je past

N, G, M, D

1.2 ondersteunt bijpersoonlijke basiszorg

R

1.4 ondersteunt bijhuishouden en wonen

L

2.1 begeleidt een zorgvragerbij zelfredzaamheid

D

O (niet-verplicht inBPV)

BP1.1Beginnen met zorg

3.4 evalueert de zorgverlening J

1.5 voert verpleegtechnischehandelingen uit

TO (niet-verplicht inBPV)

BP1.2Veilig werken

1.7 geeft voorlichting, adviesen instructie

L

1.1 stelt het zorgplan op D,H,J, K, MK BP1.3Planmatig zorg verlenen

3.3 stemt de zorgverlening af B,E,Q, U1.4 ondersteunt bijhuishouden en wonen

L, R, T

2.1 begeleidt een zorgvragerbij de zelfredzaamheid

C, D

K BP1.4Begeleiden bij het uitvoerenvan huishouden en wonen

3.4 evalueert de zorgverlening J

1.2 ondersteunt bijpersoonlijke basiszorg

C, D

1.6 monitort degezondheidstoestand opsomatisch en psychosociaalgebied

J

2.1 begeleidt een zorgvragerbij zelfredzaamheid

C, D

K BP1.5Ondersteunen bijbasisbehoeften

3.4 evalueert de zorgverlening D,J, M2.3 begeleidt een zorgvragerop sociaal-maatschappelijkgebied ( netwerk)

G, RK BP1.6Begeleiden in een woonvorm

2.4 begeleidt een groepzorgvragers op sociaal-maatschappelijk gebied

C, U

1.8 hanteert crisissituaties enonvoorziene situaties

A,T, VK BP1.7Zorgen voor veiligheid inonverwachte situaties 3.3 stemt de zorgverlening af B,E,Q, U

12 Het leerplan per BPV-periode van ca. 20 weken bevat het overzicht van de mogelijk te behalen leer- enberoepsprestaties. In welke BPV-periode welke beroepsprestaties worden gedaan en in welke volgorde kan perschool verschillen en wordt daarom aangegeven door de school zelf. Het BP-beoordelingsmoment vindt inprincipe plaats aan het eind van elke BPV-periode.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 30

MBO-VERPLEEGKUNDIGE

NormO=ontwikkelings-gerichtK=kwalificerend

TitelLP=LeerprestatieBP=Beroepsprestatie

Werkprocessen Compe-tenties

Periodewaarin deschooldeze BPplant/be-oordeelt

O (niet-verplicht inBPV)

LP5Ontwikkelen van jeberoepsbeeld

LLB 2.2 Je ontdekt welk werker is en wat bij je past

N, G, M, D

1.2 ondersteunt bijpersoonlijke basiszorg

R

2.1 begeleidt een zorgvragerbij zelfredzaamheid

D

O (niet-verplicht inBPV)

BP1.1Beginnen met zorg

3.4 evalueert de zorgverlening J

1.5 voert verpleegtechnischehandelingen uit

TO (niet-verplicht inBPV)

BP1.2Veilig werken

1.7 geeft voorlichting, adviesen instructie

L

1.1 stelt de verpleegkundigediagnose en het verpleegplanop

D,H,J,K, M

1.5 monitort degezondheidstoestand

J, N

K BP1.3Planmatig zorg verlenen

3.3 stemt de zorgverlening af B,E,Q, U

1.4 ondersteunt bijhuishouden en wonen

L, R, T

2.1 begeleidt een zorgvragerbij de zelfredzaamheid

C, D

Facultatief in VP-opleiding

Begeleiden bij het uitvoerenvan huishouden en wonen

3.4 evalueert de zorgverlening J

1.2 ondersteunt bijpersoonlijke basiszorg

F, K, R

1.5 monitort degezondheidstoestand opsomatisch en psychosociaalgebied

N

2.1 begeleidt een zorgvragerbij zelfredzaamheid

C, D

K BP1.4Ondersteunen bijbasisbehoeften

3.5 evalueert de zorgverlening D1.7 hanteert crisissituaties enonvoorziene situaties

A, T, VK BP1.5Zorgen voor veiligheid inonverwachte situaties 3.4 stemt de zorgverlening af B, C, E, Q,

U

2.3 begeleidt een zorgvragerop sociaal maatschappelijkgebied

G, R

2.4 begeleidt een groepzorgvragers op sociaal-maatschappelijk gebied

C, U

K BP1.6Begeleiden van een groep

3.5 evalueert de zorgverlening J

1.6 geeft voorlichting, adviesen instructie

I, L K BP1.7Hanteren vancommunicatieproblemen 2.2 begeleidt een zorgvrager

op psychosociaal gebiedD

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 31

BIJLAGE V

PERSOONLIJK ACTIVITEITENPLAN PER BEROEPSPRESTATIE (PAP)

Nummer beroepsprestatie

Naam beroepsprestatie

Werkproces(sen)/competentie(s) die in dezeberoepsprestatie aan bod komenPersoonlijk(e) leerdoel(en) waaraan ik ga werkentijdens deze beroepsprestatieBewijsstuk(ken) dat / die ik moet leveren bij dezeberoepsprestatiePeriode waarin je aan dit PAP werkt

Uiterste inleverdatum bewijsstukken(inleveren via de juiste inlevermap in NELO)WAT

Activiteiten/taken

WELKE WIJZE

Hoe en waarmee

WIE

Taakverdeling

WANNEERWeek/Datum/Tijdsinvestering

GO / NO GO voor uitvoering PAP in de BPV-instelling

Naam praktijk- of werkbegeleider: Handtekening voorakkoord met PAP:

Datum:

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 32

Bijlage VI

BEGELEIDINGSGESPREK / LOGBOEK

Je naam BPV-instelling

Naam van jewerkbegeleider

BPV-periode/-week

Naam van je BPV-docent/praktijkopl.

Datum gesprek

Activiteiten / WerkzaamhedenWelke activiteiten / werkzaamheden heb je deze week gedaan? Noem de belangrijkste.Geef per activiteit / werkzaamheid aan:- bij welk werkproces deze hoort- of je het geleid, begeleid of zelfstandig hebt gedaan.

1

2

3

4

5

Eigen functionerenWat ging goed? Noem twee punten over je eigen functioneren waar je deze week tevreden overwas.

1

2

Wat ging minder goed? Noem twee punten over je eigen functioneren die je wilt verbeteren.

1

2

Leerpunt van de vorige weekWat heb je met je “leerpunt van de week” gedaan? Wat heb je ervan geleerd?

Leerpunt voor de volgende weekWat is je leerpunt voor de volgende week? Hoe ga je hieraan werken?

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 33

Bijlage VIIURENREGISTRATIE

Je naam BPV-instelling

Naam van jewerkbegeleider

BPV-periode

Naam van je BPV-docent/praktijkopleider

Gepland aantal uren(volgens POK)

Week/Datum

Aantalgewerkteuren

Werkzaamheden / Activiteiten (koppelen aanopdrachten bij de beroepsprestaties) Paraaf begeleider

Totaal werkelijk aantalBPV-uren

Verschil werkelijke –geplande BPV-uren13

Datum

HandtekeningLeerlingHandtekening begeleider

Afspraken in geval teweinig BPV-uren

13 De leerling mag maximaal tien procent van het geplande aantal BPV-uren per BPV-periode missen.Als de leerling meer uren mist worden in onderling overleg afspraken gemaakt over het inhalen van deteveel gemiste uren met de insteek dat de leerling de BPV binnen de gestelde periode met voldoendekan afronden en verlenging van de opleiding wordt voorkomen. Wanneer dit niet haalbaar is, wordt desituatie van de leerling ter besluitvorming ingebracht in het opleidingsvoortgangsoverleg.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 34

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 35

BIJLAGE VIIIVERANTWOORDINGSVERSLAG BPV-PERIODE

Je naam BPV-instelling

Naam van jepraktijkbegeleider

BPV-periode

Naam van je BPV-docent

TitelsBeroepsprestaties

Onderdelen van het verantwoordingsverslagI. In welke context heb je gewerkt? Beschrijf kort de branche, de kenmerken van de BPV-instelling en de zorgcategorie/zorgcategorieën.

Feedback:

II. Wat was de moeilijkheidsgraad van de praktijksituatie in deze BPV-periode?Gebruik hiervoor het schema met de mate van complexiteit, zelfsturing enverantwoordelijkheid uit het Kompas.

Feedback:

III. Over welke twee werkprocessen en welke competentie per werkproces gaat jeverantwoordingsverslag? Dit wordt voorgeschreven vanuit school of mag je zelf kiezen opbasis van je persoonlijke leerdoelen.

Feedback:

IV. Schrijf over het eerste werkproces en competentie je reflectie volgens de STARRT-methode:

1. Beschrijf een situatie waarin het werkproces/de competentie voorkwam.2. Beschrijf nauwkeurig jouw taak of functie in die situatie.3. Beschrijf nauwkeurig de acties die je hebt ondernomen.4. Beschrijf wat je hebt bereikt.5. Reflecteer op eigen handelen.6. Beschrijf hoe je het geleerde kunt toepassen in andere, meer complexe, situaties.

Gebruik voor het uitwerken van bovenstaande punten de uitleg over de STARRT-methode inhet Kompas.

Feedback:

V. Schrijf over het tweede werkproces en competentie je reflectie volgens de STARRT-methode:

1. Beschrijf een situatie waarin het werkproces/de competentie voorkwam.2. Beschrijf nauwkeurig jouw taak of functie in die situatie.3. Beschrijf nauwkeurig de acties die je hebt ondernomen.4. Beschrijf wat je hebt bereikt.5. Reflecteer op eigen handelen.6. Beschrijf hoe je het geleerde kunt toepassen in andere, meer complexe, situaties.

Gebruik voor het uitwerken van bovenstaande punten de uitleg over de STARRT-methode inhet Kompas.

Feedback:

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 36

Bijlage IX

GESPREKSAGENDA EN -SAMENVATTING BP-BEOORDELINGSMOMENT

Je naam BPV-instelling

Naam van jepraktijkbegeleider

BPV-periode

Naam van je BPV-docent

Datum BP-beoordelingsmoment

Gesprekspunten Feedback / Afspraken

1. Je bent tijdens de BPV aanwezig geweestvolgens de gemaakte afspraken in depraktijkovereenkomst (POK). Dit blijkt uit hetformulier urenregistratie.

2. Je hebt je tijdens de BPV gehouden aan jeeigen PAP’s voor het leveren van despecifieke bewijsstukken bij deberoepsprestaties.

3. Je hebt de goedgekeurde bewijsstukken enhet verantwoordingsverslag op tijd ingeleverd.

4. Je hebt de beroepsprestaties aangetoond.Dit leggen we vast via de beoordelingslijsten.

5. Je hebt in de BPV gewerkt aan depersoonlijke leerdoelen uit je POP en hebthierin ontwikkeling laten zien.

6. De mate waarin je begeleiding nodig hebt,neemt langzaam af van geleid naar begeleid(basisfase opleiding) en van begeleid naarzelfstandig (verdiepingsfase opleiding).

7. De persoonlijke leerdoelen / te ontwikkelenvereiste competenties voor de volgende BPVzijn vermeld op de beoordelingslijst. Op basishiervan maak je je verantwoordingsverslag afen stel je je volgende POP op.

Jouw handtekening

Handtekening praktijkbegeleider

Handtekening BPV-docent

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 37

BIJLAGE X

INVULINSTRUCTIE EN –VOORBEELD BEOORDELINGSLIJST

1. Ga na in welke beroepscontext je de leerling moet beoordelen

Per BPV-periode kan de beroepscontext verschillen waarin de leerling moet kunnen functioneren.

De leerling dient beoordeeld te worden op de mate van complexiteit, begeleiding en

verantwoordelijkheid die is aangegeven in de beroepsprestatie.

2. Ga na welke competenties je moet beoordelen en op welk niveauOp de beoordelingslijst staan per werkproces de competenties die je moet beoordelen.

Elke competentie is beschreven met behulp van de aanduiding R-P-T en met behulp van prestatie-

indicatoren.

De aanduiding R-P-T geeft aan of het gaat om reproductief handelen, productief handelen of

transferhandelen (z.o.z.).

De prestatie-indicatoren beschrijven het concrete gedrag dat de leerling moet laten zien bij de

competentie.

Op basis hiervan beoordeel je of:

• De leerling de prestatie-indicatoren heeft aangetoond

• De leerling de prestatie-indicatoren niet heeft aangetoond.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 38

R-P-TDe afkortingen R-P-T geven handelingsniveaus aan.

Reproductief handelenJe voert onder begeleiding een taak uit. Die taak voer je uit volgens voorschrift enstandaardprocedures. Hierbij heb je vaak instructie of een rolmodel nodigJe verwerft kennis en vaardigheden. Je ontwikkelt een passende (beroeps)houding.

Productief handelenJe voert deels op eigen initiatief een taak uit. Je lost problemen hierin creatief op.Je bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. Je vraagt advies of de nieuwe oplossingen ookjuiste oplossingen zijn. Dit betekent dat je minder structuur nodig hebt om zelfstandig activiteiten teondernemen.Je laat zien dat je inzicht hebt en kennis en vaardigheden kunt toepassen.Je bent actief.

Transfer handelenJe voert binnen zeer uiteenlopende beroepssituaties je taken zelfstandig uit. Je bent in staat kennis,houding en vaardigheden hierin toe te passen. Je ziet verbanden en kunt dit uitleggen.Je bent pro-actief. Je oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van je beroep.

3. Vul de beoordelingslijst in

Ter voorbereiding op het BP-beoordelingsmoment wordt de beoordelingslijst bij voorkeur eerst

ingevuld door de leerling samen met de werkbegeleider. Tijdens het BP-beoordelingsmoment wordt

de lijst besproken om te komen tot onderlinge overeenstemming per competentie en vult de

gespreksleider de lijst in met:

• A in de kolom Aangetoond als dit het geval is

• NA in de kolom Niet-Aangetoond als dit het geval is.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de goedgekeurde bewijsstukken, het reflectieverslag en

voorbeelden van beroepssituaties die de leerling en/of werkbegeleider inbrengen tijdens het gesprek.

4. Noteer de specifieke bewijsstukkenDe gespreksleider noteert welke specifieke bewijsstukken betrokken zijn in de beoordeling. Per

bewijsstuk wordt het resultaat aangegeven met een:

- A in de kolom Aangetoond als het bewijsstuk is goedgekeurd

- NA in de kolom Niet-Aangetoond als het bewijsstuk niet is goedgekeurd of ontbreekt.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 39

5. Bepaal het beoordelingsresultaat

De gespreksleider spreekt uit of de beroepsprestatie als geheel aangetoond of niet-aangetoond is.

De leerling heeft de beroepsprestatie aangetoond als:

• alle competenties zijn aangetoond

• het bewijsstuk / de bewijsstukken zijn goedgekeurd.

De leerling heeft de beroepsprestatie niet-aangetoond als:

• een of meer competenties niet zijn aangetoond

• een of meer bewijsstukken niet zijn goedgekeurd of ontbreken.

Het BP-beoordelingsresultaat wordt schriftelijk vermeld bij de onderbouwing op de beoordelingslijst.

6. Onderbouw de beoordeling

Op de beoordelingslijst, in het tekstvak voor de onderbouwing, wordt schriftelijk vermeld of de

beroepsprestatie aangetoond of niet-aangetoond is. De gespreksleider geeft hiervoor tevens een

schriftelijke onderbouwing.

In het tekstvak worden ook de persoonlijke leerdoelen voor de volgende periode vermeld.

In geval van niet-aangetoond, worden afspraken en acties met betrekking tot het vervolg vermeld.

De onderbouwing gebruikt de leerling voor het afmaken van het verantwoordingsverslag en is de

basis voor het nieuwe POP voor de volgende periode.

Een niet-aangetoonde beroepsprestatie dient meegenomen te worden naar de volgende BPV-periode en daar binnen de afgesproken tijd aangetoond te worden. Als een beroepsprestatie tweekeer met niet-aangetoond wordt beoordeeld, besluit het opleidingsvoortgangsoverleg over jestudievoortgang. De beoordelingsregeling is verder uitgewerkt in de studiewijzer van de opleiding.

BPV-wijzer Basisfase voor VZ-IG 2010 / VP 2010 NP-breed 40

7. Teken de beoordelingslijst

De beoordelaars vanuit de instelling en de school en de leerling ondertekenen de beoordelingslijst.

8. Handel de BP-beoordeling administratief af.

Een goede archivering en registratie van de bewijsstukken en de beoordelingslijsten is van groot

belang voor de individuele studieloopbaangesprekken, de studievoortgangsbesluitvorming en voor het

samenstellen van het portfolio.

De taken van de BPV-docent (BOL) of studieloopbaanbegeleider (BBL) hierbij zijn:

• aftekenen van de beoordelingslijsten en bewijsstukken met aangetoond of niet-aangetoond op

de monitor van de leerling, nog tijdens het BP-beoordelingsmoment

• kopie maken van alle tijdens het BP-beoordelingsmoment ingevulde en getekende formulieren

tem behoeve van onderwijskundig dossier van de leerling

• afvinken van de beoordelingslijsten en bewijsstukken met aangetoond of niet-aangetoond in

het ontwikkelportfolio van de leerling in NELO, als de leerling de documenten daarin heeft

geplaatst.

De taken van de leerling hierbij zijn:

• juist plaatsen van de bewijsstukken, de beoordelingslijsten, het urenformulier en de

gesprekssamenvatting in het eigen portfolio

• goed bewaren van de monitor.