BBL en KBL Z&W : Buitenschools leren ( stage)
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is
de leerling in staat om:
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
Buitenschools leren:
1 De leerling is vak competent
1.1 de leerling ervaart het werken in een
bedrijf of instelling
1 Onder begeleiding van een medewerker/ stagebegeleider eenvoudige opdrachten uitvoeren.
2 Me aan afspraken houden zoals:
- Rekening houden met de geldende kledingeisen.
- Op tijd komen.
- Me tijdig afmelden bij ziekte of andere omstandigheden
- Tijdig aanwezig zijn op afspraken met begeleider( s)
3 Een positieve houding aannemen en me inzetten.
4 initiatief tonen door onder andere:
- Ongevraagd taken op me te nemen.
- Vragen te stellen aan stagebegeleider en of medewerkers
- Interesse te tonen in het werk/ vak en de werkzaamheden
5 Werken met de geldende veiligheidseisen.
Buitenschools leren:
2 De leerling is sociaal competent
2.1 de leerling laat zien dat hij / zij op een
correcte en gewenste wijze met mensen
omgaat.
6 Me uitdrukken in de Nederlandse taal en pas ik mijn taalgebruik aan bij de doelgroep .
7 Heb ik een respectvolle houding naar:
- leidinggevende ( stagebegeleider)
- medewerkers
- cliënten / zorgvragers
8 Laat ik een leerhouding zien door onder andere:
- open te staan voor kritiek, kritiek te accepteren
- met de gekregen kritiek mijn werk/ werkwijze te verbeteren.
9 Zelf bij mijn leidinggevende ( stagebegeleider) op een positieve en correcte manier aangeven als ik
het niet eens ben met bepaalde zaken.
Buitenschools leren:
3.1 De leerling kan uitgevoerde praktijk
opdrachten en verkregen ervaringen, in
een verslag verwerken.
10 Met behulp van een PC een verslag schrijven van praktijkopdrachten die ik gedaan heb.
11
12
14
Buitenschool leren:
4.1 Communicatie
Heeft een geïnteresseerde houding
15 mensen bij binnenkomen begroeten
16 Zit niet onderuitgezakt en een ander als hij/zij iets zegt aankijken
17 durf een ( sociaal) gesprek aan te gaan
18 Luistert als er iets verteld wordt
BBL en KBL Z&W : Buitenschools leren ( stage)
19 Gaat in op wat de ander zegt
20 Stelt vragen en vraagt door als iets niet duidelijk is
21 Schrijft eventuele bijzonderheden op
22 Maakt afspraken met collega’s over handelingen die hij/zij (niet) mag uitvoeren
Buitenschools leren
5.1Samenwerking / zich collegiaal opstellen
Werkt samen met collega’s
23 Maakt afspraken over de verdeling van werkzaamheden en houdt zich aan de afspraken
24 Biedt hulp aan collega’s
25 Laat niet onnodig werk voor de ander liggen
26 Vraagt hulp als hij/zij iets niet weet
27 Houdt zich aan afspraken die gemaakt zijn
Buitenschools leren
6.1Respect tonen
28 Vriendelijk, beleefd en attent zijn
29 De (zorgvrager) niet betuttelen
30 Rekening houden met gevoelens en wensen
31 Zorgvuldig omgaan met eigendommen
32 Rekening houden met privacy
33 Zorgvuldig omgaan met informatie
BBL en KBL Z&W : Buitenschools leren ( stage)
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is
de leerling in staat om:
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
P/ZW/ 4.1 ondersteunen bij eenvoudige
verzorgende activiteiten
4.1.2 de hulpbehoefte van een klant
achterhalen en ernaar handelen
1 benoemen welke zorgmogelijkheden er zijn en welke zorg bij de hulpbehoefte van een klant/
zorgvrager nodig is.
onderstaande zorgmogelijkheden uitleggen én kunnen aangeven welke zorg bij iemand past:
- Mantelzorg
- Vrijwilligerszorg
- Professionele zorg ( eerstelijnszorg, tweedelijnszorg)
- Ambulante zorg
- Intramurale zorg
- Extramurale zorg
- consult
2 uitleggen wat ADL hulpmiddelen , zelfzorg betekent
bij dagelijkse activiteiten inschatten wat de klant/zorgvrager zelf kan en welke hulp nodig is.
3 wat ik zie bij een klant/zorgvrager op papier zetten en dit met de klant/zorgvrager, collega’s of
leidinggevende bespreken.
hierbij weet ik wat onderstaande termen betekenen én kan ik die in een gesprek gebruiken:
- omgamgsvormen
- taalgebruik
- verbale en non verbale communicatie
- open en gesloten vragen stellen
- het verschil tussen objectief en subjectief
P/ZW/ 4.1 ondersteunen bij eenvoudige
verzorgende activiteiten
4.1.3 begrip en respect tonen voor gevoelens
en wensen van de klant
4 inspelen op de wensen van de klant/ zorgvrager waarbij ik met respect omga met de gevoelens van de
klant/zorgvrager
5 met mijn eigen emoties én die van anderen omgaan.
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg
P/ZW/ 4.1 ondersteunen bij eenvoudige
verzorgende activiteiten
4.1.4 verzorgende activiteiten uitvoeren en
daarbij rekening houden met de privacy van
de klant
6 uitvoeren van dagelijkse activiteiten zoals persoonlijke verzorging, eten en drinken geven, kleding
aan- en uitdoen, luiers verschonen, flesvoeding geven, waarbij ik rekening houd met de privacy van
iemand.
7 bij de handelingen die ik doe tegen de klant/ zorgvrager zeggen wat ik ga doen.
8 iemand helpen bij de mondverzorging en kan ik uitleggen wat onderstaande termen betekenen:
- mondhygiëne
- cariës
- melkgebit
- blijvend gebit
- kunstgebit
P/ZW/ 4.1 ondersteunen bij eenvoudige
verzorgende activiteiten
4.1.5 de klant stimuleren tot zelfredzaamheid
9 uitleggen wat zelfzorg en zelfredzaamheid is én aan een klant/ zorgvrager kunnen uitleggen waarom dit
van belang is.
10 informatie geven over hulpmiddelen uit de thuiszorgwinkel én een klant/ zorgvrager aanmoedigen
hiervan gebruik te maken.
11 ADL toepassingen uitleggen en de klant/ zorgvrager aanmoedigen hier gebruik van te maken zoals:
- Robotica
- Domotica
- Diverse ADL hulpmiddelen
P/ZW/4.2 ondersteunen bij het bewegen
en verplaatsen
4.2.1de hulpbehoefte van een klant
achterhalen en ernaar handelen
12 inventariseren wat iemand zelf kan bij het bewegen en welke hulp en/of hulpmiddelen nodig zijn.
Bijvoorbeeld ergo- en fysiotherapie én kan ik op een goede manier een klant/ zorgvrager
ondersteunen bij het bewegen.
13 Aan de klant / zorgvrager voorstellen doen over hulp en hulpmiddelen
14 wat ik zie bij een klant/zorgvrager op papier zetten en dit met de klant/zorgvrager, collega’s of
leidinggevende bespreken.
hierbij weet ik wat onderstaande termen betekenen én kan ik die in een gesprek gebruiken:
- omgamgsvormen
- taalgebruik
- verbale en non verbale communicatie
- open en gesloten vragen stellen
- het verschil tussen objectief en subjectief
P/ZW/4.2 ondersteunen bij het bewegen
en verplaatsen
4.2.3 begrip tonen voorgevoelens en wensen
van een klant
15 rekening houden met de gevoelens en wensen van een klant/zorgvrager bij het bewegen.
16 bij het uitvoeren van ondersteuning bij bewegen zorg geven die gevraagd wordt door iemand.
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is
de leerling in staat om: (vaardigheden vanuit docent geschreven)
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik: ( vaardigheden vanuit leerling geschreven)
P/ZW/4.2 ondersteunen bij het bewegen
en verplaatsen
4.2.4 beweeg- til- en verplaatsingstechnieken
gebruiken
17 benoemen welke beweeg-, til – en verplaatsingstechnieken er zijn
18 onderstaande beweeg-, til- en verplaatsingstechnieken uitvoeren:
- in en uit de ( rol) stoel helpen
- in en uit bed helpen met behulp van papagaai.
- begeleiden met het lopen met een rollator
- begeleiden met het lopen met een stok
- rijden met een rolstoel of buggy
19 uitleggen wat ergonomisch werken betekent én bij het uitvoeren van beweeg-, til- en
verplaatsingstechnieken ergonomisch werken.
P/ZW/4.2 ondersteunen bij het bewegen
en verplaatsen
4.2.4 beweeg- til- en verplaatsingstechnieken
gebruiken
20 benoemen welke beweeg-, til – en verplaatsingstechnieken er zijn
21 onderstaande beweeg-, til- en verplaatsingstechnieken uitvoeren:
- in en uit de ( rol) stoel helpen
- in en uit bed helpen met behulp van papagaai.
- begeleiden met het lopen met een rollator
- begeleiden met het lopen met een stok
- rijden met een rolstoel of buggy
22 uitleggen wat ergonomisch werken betekent én bij het uitvoeren van beweeg-, til- en
verplaatsingstechnieken ergonomisch werken.
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg P/ZW/ 4.3 eenvoudige EHBO-technieken
toepassen
4.3 .1 een inschatting maken van de ernst
van de verwonding of afwegen: zelf handelen
of hulp zoeken
23 de rol van eerste hulpverlener vervullen
24 de regels van de EHBO toepassen, zoals:
zorgen voor veiligheid voor het slachtoffer en mezelf.
nagaan wat het slachtoffer mankeert, wat er is gebeurd
het slachtoffer geruststellen
inschatten wanneer ik professionele hulp moet inschakelen.
25 hygiënisch werken als ik EHBO handelingen uitvoer.
zoals:
- de handen wassen vóór en na een behandeling , of met handschoenen werken
- ervoor zorgen dat een wond niet besmet raakt.
- ervoor zorgen dat ik niet in contact kom met een bloedende wond
- alles weer netjes opruimen
P/ZW/ 4.3 eenvoudige EHBO-technieken
toepassen
4.3.2 handelen bij lichte verwondingen, letsel
aan het bewegingsapparaat, verslikken en
stikken, bloedneus, splinter
26 onderstaande verbandmiddelen herkennen en kunnen benomen waarvoor deze gebruikt worden:
dekverband
hydrofiel verband
steriel gaas
zwachtel
idealzwachtel
snelverband
27 uitleggen wat er in een verbandtrommel standaard aanwezig moet zijn
een coldpack op de goede manier gebruiken
desinfectiemiddel op de juiste maniergebruiken
28 letsel herkennen én uitvoeren van EHBO handelingen:
- verband aanleggen bij bloedende wonden
- verband aanleggen bij kneuzingen en verstuikingen
- een brandwond herkennen als eerste-, tweede of derdegraads verbranding én daar naar handelen (
voldoend koelen, juiste manier verbinden)
- hulp verlenen bij oog-,neus- of mondletsel
- buikstoot bij verslikking uitvoeren
- iemand in de stabiele zijligging liggen bij bewustzijn verlies
- iemand veilig verplaatsen ( Rautek greep)
-handelen bij teken- en insectenbeten
29 in het Oranje kruisboekje informatie opzoeken met betrekking tot EHBO
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg P/ZW4.4 ondersteunen bij vaak
voorkomende ziekteverschijnselen
4.4.1 informatie zoeken en geven over vaak
voorkomende ziekteverschijnselen.
30 informatie zoeken op internet en in brochures over onderstaande ziekten en ziekteverschijnselen :
- griep
- verkoudheid
- keel-, buik- en hoofdpijn
-koorts
-hoge en lage bloeddruk
31 Folders van de GGD raadplegen met betrekking tot
- rijksvaccinatieprogramma’s
- griepprik
32 - een ( digitale ) presentatie maken van de gevonden informatie.
- een folder of brochure maken van de gevonden informatie
P/ZW4.4 ondersteunen bij vaak
voorkomende ziekteverschijnselen
4.4.2 een inschatting maken van de ernst van
de ziekte en het eigen handelen daarop
aanpassen
33 Onderstaande begrippen in verband met ( het ontstaan van) ziekten kunnen beschrijven:
- diagnose
- besmetting
- infectie
- symptomen
- incubatie
- virussen en bacteriën
34 onderstaande ziekten beschrijven én toelichten waaruit de behandeling bestaat.
- kinder-, welvaarts- en ouderdomsziekten
- griep
- voedselvergiftiging
- kanker
- longaandoeningen
- diabetes
- reuma
- artrose
- decubitus
- hart- en vaatziekte
- beroerte en CVA
- afasie
35 een presentatie geven over ziekten
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg P/ZW4.4 ondersteunen bij vaak
voorkomende ziekteverschijnselen.
4.4.3 toezien op juist medicijn gebruik
36 wat de termen vrij verkrijgbare medicijnen en voorgeschreven medicijnen betekenen
37 uitleggen wat ( voedings) supplementen zijn
38 benoemen waarvoor en hoe vrij verkrijgbare medicijnen en supplementen worden gebruikt zoals:
- pijnstillers
- griep en verkoudheid medicijnen
- medicijnen tegen diarree
- medicijnen tegen oor- en hoofdpijn
39 uitleggen wat de term aanbevolen dagelijkse hoeveelheid betekent
40 uitleggen welke redenen er zijn om extra vitamines en mineralen ( supplementen) te gebruiken
P/ZW4.4 ondersteunen bij vaak
voorkomende ziekteverschijnselen.
4.4.4 handelingen uitvoeren volgens
voorschrift arts of recept
41 het etiket op medicijnen lezen en begrijp ik wat er wordt bedoeld met:
- houdbaarheidsdatum
- bewaarvoorschrift
- toedieningsvorm
- dosering
42 aan de hand van het etiket op medicijnen aan een klant/zorgvrager uitleggen hoe het medicijn moet
worden gebruikt
43 de bijsluiter van vrij verkrijgbare en voorgeschreven medicijnen lezen en begrijp ik wat wordt bedoeld
met:
- toedieningswijze
- bijwerking
- dosering
44 aan de hand van de bijsluiter een klant/ zorgvrager uitleggen hoe het medicijn kan worden gebruikt
P/ZW/4.5 toepassen van ICT en
technologie in de hulpverlening
benoemen , adviseren en gebruiken
4.5.1 systemen van ICT en technologie
volgens instructie gebruiken
45 de begrippen zorgtechnologie en domotica uitleggen
46 voorbeelden noemen van technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg
47 van onderstaande ontwikkelingen een korte uitleg geven:
- elektronisch dossier
- zorgrobotica
- e Health
- zorg op afstand
- consult via face timen
48 eenvoudige zorg technologische systemen gebruiken zoals:
- smartphone
- elektronisch zorgdossier
- domoitica
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en zorg
P/ZW/4.5 toepassen van ICT en
technologie in de hulpverlening
benoemen , adviseren en gebruiken
4.5.2 functies van ICT en ( zorg) technologie
benoemen en adviseren over de inzet van
deze systemen
49 de functies en gevolgen van technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg aangeven
50 voorstellen doen voor het gebruik van ( zorg )technologische systemen zoals:
- Elektronisch dossier
- zorgrobotica
- E – Health
- domotica
- Beeldscherm zorg
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en activiteit
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is
de leerling in staat om:
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
P/ZW/3.1 een eenvoudige activiteit voor
een individu en groep voorbereiden
3.1.1 wensen en behoeften achterhalen
1 De mogelijkheden, beperkingen, interesses en belevingswereld van alle leeftijdsgroepen herkennen:
- Visueel
- Auditief
- Fysiek
- Verstandelijk
- Zintuigelijk
- Motorisch
- Meervoudig
- Aangeboren
- Verworven
- Erfelijkheid
- Interne en externe ontwikkelingsinvloeden
2 Samenstelling van groepen noemen:
- Horizontaal
- Verticaal
- Homogeen
- Heterogeen
3 Verschillende communicatie- en gesprekstechnieken toepassen:
- Omgangsvormen
- Taalgebruik
- Open en gesloten vragen stellen
- Verbaal en non-verbaal
- Rapporteren
- Objectief
- Subjectief
- Pedagogisch handelen
P/ZW/3.1 een eenvoudige activiteit voor
een individu en groep voorbereiden
3.1.2 een passende activiteit kiezen
4 Uitleggen wat het doel van de activiteit is:
- Recreatieve activiteiten
- Sportief
- Educatief
- Arbeidsgerichte dagbesteding
- Belevingsgerichte dagbesteding
- Sociale activiteiten
- Ontwikkelingsgerichte activiteiten
5 Verschillende activiteiten, spellen en spelvormen uitleggen:
- Spel- en bewegingsvormen
- Knutselen
- Eenvoudige kookactiviteiten
- Kijkwijzer
- AVI-niveau
- Binnen- en buitenspellen
6 Een activiteit kiezen die aansluit bij het individu en/of de doelgroep, rekening houdend met de
mogelijkheden:
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en activiteit
- Werkvormen
- Zintuigactivering (snoezelen)
- Zelfredzaamheid
P/ZW/3.1 een eenvoudige activiteit voor
een individu en groep voorbereiden
3.1.3 informatie zoeken en geven over
mogelijke activiteiten
7 Informatiebronnen zoeken en selecteren:
- Digitaal
- Schriftelijk
8 Relevante informatie verwerken en geven:
- (digitale ) presentatie
- Flyer
- Folder
- Nieuwsbrief
P/ZW/3.1 een eenvoudige activiteit met
een individu en groep uitvoeren
3.1.5 een draaiboek voor een activiteit
maken
9 Met behulp van een ICT-toepassing een plan van uitvoering maken:
- Tijdsplanning
- Materialen
- Begeleiders
- Hulpmiddelen
- Vervoer
- Reserveringen
- Logistiek voorbereiden
- Kostenoverzicht
P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met
een individu en groep uitvoeren
3.2.1 deelnemer(s) gastvrij ontvangen, op
hun gemak stellen en wegwijs maken
10 De deelnemers verwelkomen
11 Uitleggen wat de bedoeling is van de activiteit
12 Controleren of de deelnemers het begrepen hebben
13 Belangstelling tonen, actief luisteren en betrokkenheid tonen
14 De deelnemers helpen de weg te vinden
P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met
een individu en groep uitvoeren
3.2.2 deelnemer(s) motiveren tot deelname
aan een activiteit
15 Deelnemers enthousiasmeren door:
- Uitnodigen
- Aansporen
16 Begrip tonen voor gevoelens en wensen van de deelnemer en het tonen van empathie
P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met
een individu en groep uitvoeren
3.2.3 deelnemer(s) stimuleren tot zelf doen
of meedoen
17 De lichamelijke/motorische, geestelijke/cognitieve en sociale(emotionele) ontwikkeling herkennen van:
- Baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber/adolescent, volwassene, oudere, (hoog)bejaard
- Pedagogisch handelen
- Opvoedingsstijlen
18 De deelnemers geruststellen en aanmoedigen
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en activiteit
P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met
een individu en groep uitvoeren
3.2.4 op gestructureerde en consequente
wijze iets voordoen en uitleggen
19 Volgens een zelf uitgewerkt stappenplan werken aan een activiteit
20 Instructie en taalgebruik aanpassen aan de doelgroep
P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met
een individu en groep uitvoeren
3.2.5 aanwijzingen geven
21 Toezien of een handeling op de juiste wijze wordt (na)gedaan en daarop feedback geven:
- Observeren van individu en groep
P/ZW/3.3 een eenvoudige activiteit met
een individu en groep afsluiten
3.3.1 een activiteit afronden
22 De deelnemers attent maken op de afsluiting van de activiteit
P/ZW/3.3 een eenvoudige activiteit met
een individu en groep afsluiten
3.3.2 materialen en hulpmiddelen laten
opruimen
23 Materialen zorgvuldig opruimen en de deelnemers bij het opruimen betrekken
P/ZW/3.3 een eenvoudige activiteit met
een individu en groep afsluiten
3.3.3 een activiteit met deelnemers en
medewerkers evalueren
24 Een draaiboek en/of een activiteit nabespreken en beoordelen:
- Subjectief
- Objectief
- Zakelijk rapporteren
- Feedback
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en activiteit
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is
de leerling in staat om:
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
P/ZW/1.1informatie geven over een
gezonde leefstijl
1.1.1 uitleggen welke aspecten van invloed
zijn op fysiek, psychische en sociale
gezondheid.
1 uitleggen wat lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid is.
2 uitleggen wat een gezonde of ongezonde leefstijl is, ik kan ook uitleggen wat de invloed kan zijn op je
leefstijl door :
- Je Cultuur
- Erfelijkheid ( wat je ouders aan je hebben doorgegeven)
- Je omgeving ( waar je woont met wie je omgaat)
- beweging / sport
- Welke producten je gebruikt, denk aan : biologische voeding, light producten, extra vitamines en
dergelijke ( voedingssupplementen)
3 uitleggen wat gezondheid en welvaart met elkaar te maken hebben. Ik kan ook uitleggen wat
welvaartsziekten zijn.
4 uitleggen wat een gezonde of ongezonde leefstijl voor invloed heeft op de lichamelijke, geestelijk en
sociale gezondheid.
P/ZW/1.1informatie geven over een
gezonde leefstijl
1.12 een verband leggen tussen leefstijl,
voedingspatroon, hygiëne, bewegen en
gezondheid
5 Uitleggen wat een verantwoord voedingsgedrag te maken heeft met gezondheid.
Hierbij kan ik ook uitleggen welke rol leeftijd en leefstijl hierbij spelen
6 Uitleggen wat onderstaande ziekten/aandoeningen zijn én waarom onderstaande ziekten/
aandoeningen welvaartsziekte zijn:
- Diabetes typ 2
- Hart – en vaatziekten
- Obesitas
7 uitleggen hoe slechte hygiëne de gezondheid kan schaden
8 Aan de hand van onderstaande begrippen uitleggen welke invloed leefstijl op de gezondheid heeft:
- Bewegen
- SOA
- BMI
- Voedingsgewoonten
- Hygiëne
P/ZW/1.1informatie geven over een
gezonde leefstijl
1.1.3 informatie zoeken en geven over het
gebruik van genotmiddelen.
P/ZW/1.1informatie geven over een
gezonde leefstijl
1.14 de invloed van media op leefstijl
beschrijven en herkennen
9 informatie zoeken op het internet en in folders.
10 van de informatie die ik gevonden heb zelf een presentatie maken én kan ik ook de presentatie geven
aan een groep. ( Power Point of Prezi presentatie, flyer of folder)
11 uitleggen wat de gevolgen kunnen zijn van het gebruik van genotmiddelen. Ook kan ik uitleggen wat
het gebruik van genotmiddelen kan doen met je dagelijks leven.
12 minimaal 4 kenmerken van een verslaving benoemen.
13 benoemen welke media ( kranten, tv, radio,..) gebruikt wordt om doelgroepen over leefstijl te
bereiken.
ook de voor- en nadelen van de diverse media benoemen.
14 de invloed van reclame en sociale media op leefstijl herkennen.
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid
P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd
samenstellen, bereiden en opdienen.
1.2.1 een gezonde maaltijd samenstellen
15 met de schijf van vijf een gezonde maaltijd samenstellen.
16 gezonde voeding kiezen voor diverse doelgroepen zoals:
-ouderen
-zwangere
-baby’s
-kinderen
-sporters
-zieken
-religie( islam, hindoeïsme, jodendom)
17 een duurzame gezonde maaltijd samenstellen waarbij ik rekening houd met:
- het seizoen
- biologische voeding
- keurmerken
- dierenwelzijn
- milieu en klimaat
18 een gezonde maaltijd samenstellen waarbij ik rekening houd met voedingsgewoonten zoals:
- biologische voeding
- veganist en vegetariër
- allergieën
- ziekte en herstellen van ziekte
P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd
samenstellen, bereiden en opdienen.
1.2.2 recepten lezen en omrekenen naar
aantal personen
19 zelf een recept opzoeken en gebruiken. Tevens kan ik een recept omrekenen naar meer of minder
personen.
20 rekenen met inhoudsmaten, gewichten en verhoudingen.
tevens een litermaat en een weegschaal gebruiken.
ook maten zoals eet- en theelepel omrekenen naar milliliters en grammen.
P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd
samenstellen, bereiden en opdienen.
1.2.3 een planning maken voor het correct
uitvoeren van de werkzaamheden
21 een stappenplan maken voor het bereiden van een maaltijd zodat ik in logische volgorde een gerecht of
gerechten kan bereiden
22 een stappenplan gebruiken én een tijdschema maken voor het bereiden van een maaltijd
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd
samenstellen, bereiden en opdienen.
1.2.4 tijdens werkzaamheden rekening
houden met Hygiëne
23 uitleggen waarom het belangrijk is hygiënisch te werken bij voedselbereiding.
24 onderstaande termen uitleggen én toepassen bij het hygiënisch bereiden van voedsel
- first in first out
- ten minste houdbaar tot
- tenminste goed tot
- conserveren
- bewaarvoorschriften
- HACCP
25 herkennen wanneer voedsel bedorven is en niet meer gebruikt mag worden
26 uitleggen wat onderstaande termen betekenen én gebruiken als ik een maaltijd bereid:
-kruisbesmetting
-product hygiëne
- persoonlijke hygiëne ( handen wassen, sieraden af doen, lange haren in een staart)
-conserveer- en bewaarmethodes
P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd
samenstellen, bereiden en opdienen.
1.2.5 bassivaardigheden toepassen die
noodzakelijk zijn voor de bereiding van een
maaltijd
27 voedingsmiddelen die ik gebruik bij het koken herkennen en voorbewerken. Zoals:
- vers en geconserveerd voedsel
- grondstoffen en ingrediënten
- vleesvervangers
- convenience food
28 een recept volgen.
29 bereidingstechnieken toepassen zoals:
- snijden
- koken
- bakken
- braden
- stomen
- wokken
30 de juiste materialen gebruiken bij het koken zoals:
- juiste kleur snijplank
- juiste messen
- juiste pannen
P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd
samenstellen, bereiden en opdienen.
1.2.6 materiaal en apparatuur hanteren bij de
bereiding van gerechten in de
privéhuishouding
31 de juiste apparatuur en gereedschap kiezen en gebruiken
32 veilig met apparatuur en gereedschap omgaan daarbij houd ik me aan de gebruiksaanwijzing/
gebruiksvoorschrift.
P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd
samenstellen, bereiden en opdienen
1.2.7 gerechten presenteren
33 gerechten garneren hierbij houd ik rekening met:
- kleurcombinaties
- passende garnering qua smaak en smaakcombinaties
- een smakelijk uitziend gerecht.
34 een tafel netjes dekken
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid 35 voor een meergangen menu het juiste bestek netjes indekken
P/ZW/1.2 een gezonde maaltijd
samenstellen, bereiden en opdienen
1.2.8 gebruikte materialen schoonmaken en
opruimen.
36 de afwas met de hand doen
37 materialen , apparatuur en werkplek na gebruik schoonmaken en gebruik ik daarbij het juiste
schoonmaakmiddel en schoonmaak materialen.
de vaat-, thee- en handdoek op de goede manier gebruiken.
38 bij het schoonmaken rekening houden met :
- het milieu
- hygiëne
- afvalscheiding
P/ZW/ 1.3 ondersteunen bij een
verantwoord voedings- en
bewegingspatroon en dagritme
1.3.2 informatie zoeken en geven over
voedings- en beweegpatroon en dagritme
39 gebruik maken van de schijf van vijf van het voedingscentrum. Ook kan ik met de schijf van vijf een
gezonde maaltijd samenstellen waarbij ik rekening houd met:
- leefstijl
- leeftijd
- gezondheid
35 informatie zoeken over gezonde voeding op het internet en in folders.
organisaties noemen die informatie verschaffen rondom voeding.
een presentatie over gezonde voeding geven aan een groep. Bijvoorbeeld met een Power Point
presentatie, Prezi, folder of flyer.
36 benoemen en uitleggen wat het verschil is tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen.
ook kunnen werken met wat er op een etiket van voedingsmiddelen staat en uitleggen wat
onderstaande betekent:
- additieve
- allergenen
- energiewaarde
- calorieën
- kilojoules
- keurmerken
- logos
- waarschuwingen van fabrikanten in verband met voedings- en gezondheidsclaims
37 uitleggen hoeveel calorieën ( energie) iemand nodig heeft rekening houdend met:
- leeftijd
- activiteit
- omgevingstemperatuur
38 uitleggen wat bewegingspatroon en dagritme betekenen én uitleggen hoe deze van invloed zijn op de
gezondheid
39 uitleggen hoe je kunt zien ( kenmerken) dat iemand een verantwoord voedingsgedrag heeft.
40 informatie opzoeken en een presentatie geven aan een groep over verschillende diëten allergieën en
intolerantie waarbij ik kan
uitleggen wat onderstaande diëten inhouden:
- natrium beperkt dieet
- energiebeperkt dieet
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid - energieverrijkt dieet
- glutenvrij dieet
- lactosevrij dieet
ook in een presentatie uitleggen wat het verschil is tussen voedselallergie en voedselintolerantie
P/ZW/ 1.3 ondersteunen bij een
verantwoord voedings- en
bewegingspatroon en dagritme
1.3.4 voedings- en leefgewoonten
observeren, herkennen en de klant hierover
adviseren
40 zien of er veranderingen zijn in de voedings- of leefgewoonten van een klant/ zorgvrager. Hierbij let ik
op:
- of iemand minder actief is
- of iemand anders is gaan eten
- of de veiligheid anders is geworden
41 als een klant zorgvrager dat vraagt óf als ik zelf iets heb gezien met betrekking tot voedings- of
leefgewoonten, een gesprek met een klant/ zorgvrager hierover voeren.
42 in een kort rapport opschrijven wat er besproken is met een klant/zorgvrager . Hierbij weet ik wat het
verschil is tussen:
- objectief en subjectief
wat ik heb opgeschreven in een rapport, bespreken met een collega/leidinggevende
43 Na een gesprek met klant/ zorgvrager bekijken wat goede keuzes zijn en aan de klant/ zorgvrager
voorstellen doen om de voedings- en of leefgewoonten aan te passen
P/ZW/ 1.3 ondersteunen bij een
verantwoord voedings- en
bewegingspatroon en dagritme
1.3.5 uitleggen hoe dagritme van invloed is
op het fysieke en mentale welzijn
44 uitleggen wat een dagritme is en een voorbeeld van een dagritme geven
45 uitleggen waarom een goed en verantwoord dagritme belangrijk is voor de lichamelijke en geestelijke
gezondheid.
uitleggen wat onderstaande termen betekenen:
- evenwicht tussen activiteit en rust
- stress
- burn - out
- overbelasting
- regelmaat
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en gezondheid
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is
de leerling in staat om:
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
P/ZW/2.1 schoonmaken- en
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
2.1.1 werkvolgorde en planning maken voor
de uit te voeren werkzaamheden
1 Verschillende onderhouds-en schoonmaakwerkzaamheden plannen
Let hierbij op:
- Onderhoudsvoorschriften
- Schoonmaakregels
P/ZW/2.1 schoonmaken- en
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
2.1.2 onderhoudsvoorschriften lezen,
interpreteren en ernaar handelen
2 Voorschriften van onderhoud en schoonmaak uitleggen en een onderhoud etiketten lezen en toepassen.
3 Uitleggen wat de pictogrammen en symbolen betekenen en ik kan ernaar handelen.
- Niet mengen
- Giftig
- Bijtend/corrosief
- Schadelijk
- Irriterend
- Licht ontvlambaar
- Oxiderend
- Milieugevaarlijk
- Veiligheid
P/ZW/2.1 schoonmaken- en
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
2.1.3 schoonmaakmiddelen, - apparatuur en
–materialen kiezen en gebruiken
4 Ik kan een passend schoonmaakmethode kiezen.
5 Een schoonmaakmiddel kiezen dat geschikt is voor reinigingen, ontkalken, ontvetten of desinfecteren
en rekening houdend met het soort vuil.
Let op:
- Dosering
- Milieubewust
- Kent het pictogram
6 Materiaal van vloeren, muren en meubels herkennen en daarbij passende schoonmaakmiddelen, -
materialen en –apparatuur kiezen. Bij het gebruik let ik op:
- de dosering
- milieubewust werken
- natuurlijke en synthetische middelen
P/ZW/2.1 schoonmaken- en
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
2.1.4 werkzaamheden uitvoeren volgens plan
7 Onderstaande termen uitleggen en toepassen bij het schoonmaken:
- Schoonmaakfrequentie
- Schoonmaakplan
- Ergonomie
- Milieubewust
- Veiligheid
- Routing
- Huishoudelijk schoon
- Ruwschoon
- Smetschoon
- Dagelijkse – periodieke schoonmaakbeurt
8 Onderstaande werkzaamheden met de passende schoonmaakmiddelen, materialen en apparatuur
uitvoeren.
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving
- Schoonmaakfrequentie
- Schoonmaakplan
- Ergonomie
- Milieubewust
- Veiligheid
- Routing
P/ZW/2.1 schoonmaken- en
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
2.1.5 gebruikte materialen schoonmaken en
opruimen
9 Schoonmaken, onderhouden en opruimen van de gebruikte materialen, middelen en apparatuur.
Let hierbij op de:
- voorraadbeheer
- hygiëne
- onderhoudsvoorschriften
P/ZW/2.2 textiel verzorgen
2.2.1 etiketten lezen, interpreteren en ernaar
handelen
10 Kleding- en was etiketten lezen en ernaar handelen. Je kent de was symbolen en de pictogrammen.
11 Kleding- en was etiketten uitleggen. Je kent de was symbolen en pictogrammen
P/ZW/2.2 textiel verzorgen
2.2.2. was sorteren
12 Wasgoed sorteren en voorbereiden op was behandeling.
Denk hierbij aan:
- Wasvoorschriften
- Zakken leeg
- Ritsen dicht
- Waszakje
P/ZW/2.2 textiel verzorgen
2.2.3. een wasbehandeling uitvoeren
13 Apparatuur voor wasbehandeling bedienen en onderhouden
14 Producten voor wasbehandeling kiezen, doseren en gebruiken
15 Wasgoed laten drogen
Uitleggen wat onderstaande termen betekenen en gebruiken als ik textiel verzorg:
- Milieu- en energiebewust
- Waterhardheid
- Wasactieve stof
- Waterontharders
- Enzymen
- Wasmiddelen
- Vezelsoorten
- Wasprogramma’s
- Handwas
P/ZW/2.2 textiel verzorgen
2.2.4. strijken, vouwen en opbergen van de
was
16 Strijkapparatuur gebruiken
17 De was verwerken, controleren en opbergen
18 Eventuele gebreken opmerken en doorgeven
o.a. knoopje mist of een naad los
P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden
verrichten
19 Uitleggen waarom een goed verzorgd uiterlijk en goede lichaamshygiëne in dienstverlenende beroepen
van belang is en dit in de praktijk toepassen
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving
2.3.1 zich representatief en klantgericht
opstellen
P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden
verrichten
2.3.2 de klant ontvangen en begroeten
20 Op een correcte wijze de klant te woord staan
21 Initiatief nemen tot het leggen van contact.
Achterhaal de reden van het bezoek.
P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden
verrichten
2.3.3 een informatief en zakelijk gesprek
voeren
22 In de communicatie- en gesprekstechnieken rekening houden met:
- Verschillende omgangsvormen
- (in)formeel taalgebruik
- Open en gesloten vragen
- Verbaal en non-verbaal gedrag
23 Informatie samenvatten aan het einde van een (telefoon) gesprek
P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden
verrichten
2.3.4 taalgebruik afstemmen op de klant met
name woordkeuze en stemgebruik
24 Tijdens de communicatie- en gesprekstechnieken rekening houden met:
- Omgangsvormen
- Taalgebruik
- Open en gesloten vragen
- Verbaal en non-verbaal
- Objectiviteit
- Subjectiviteit
25 Taalgebruik afstemmen op de doelgroep
P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden
verrichten
2.3.5 een telefoonnotitie maken, een
boodschap aannemen en doorgeven
26 Relevante informatie vermelden in een notitie en doorgeven
P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden
verrichten
2.3.6 een telefonische afspraak maken
27 Communicatie- en gesprekstechnieken toepassen zoals:
- Samenvatten
- Doorvragen
- Gesprek openen en afsluiten
Let hierbij op: taalgebruik en beleefdheidsvorm
P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden
verrichten
2.3.7 schriftelijk rapporteren
28 Verschillende vormen van zakelijke rapporteren toepassen zoals:
- brief
- (elektronisch) formulier
- Notitie maken
- (digitale) agenda
- Tekstverwerkingsprogramma
- Presentatieprogramma
29 Objectieve en subjectieve informatie onderscheiden
P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden 30 Op een passende wijze afscheid nemen.
Let op: verbaal en non-verbaal gedrag
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving
verrichten
2.3.8 afscheid nemen
31 Correcte omgangsvormen hanteren
Let op: verbaal en non-verbaal gedrag
P/ZW/2.4 ondersteunen bij het kiezen
van aanpassingen en hulpmiddelen in en
rondom het gebouw die toegankelijkheid
en veiligheid bevorderen
2.4.2 informatie geven over
veelvoorkomende aanpassingen en
hulpmiddelen in en rondom het gebouw
32 Informatie en advies geven over de hulpmiddelen en aanpassingen die in en rondom het gebouw
aanwezig kunnen zijn gerelateerd aan de zorgvrager en/of doelgroep
Denk hierbij aan:
- Arbo
- Ergonomie
- Veiligheid zoals kinderhekje, rubberen tegels, handgrepen, toilet met steun aan de muur
P/ZW/2.5 bij het inrichten van een
ruimte rekening houden met het gebruik
van een ruimte
2.5.1 een ruimte inrichten conform de
opdracht
33 Inventariseren voor welke doelgroep en functie de ruimte wordt gebruikt.
Denk hierbij aan:
- Woonruimte
- Slaapruimte
- Kinderopvang
- Ziekenkamer
- Recreatieruimte
34 Werkzaamheden plannen en een ruimte volgens afspraak inrichten en gebruiksklaar maken
Denk hierbij aan:
- Decoratie
- Meubilair
- Seizoenen
- Schets
- Veiligheid
- Looplijnen
- Vluchtwegen
- Toegankelijkheid voor evt. rolstoel, rollator, kinderwagen
P/ZW/2.5 bij het inrichten van een
ruimte rekening houden met het gebruik
van een ruimte
2.5.2 de inrichting afstemmen op de wensen
en de behoeften van de gebruiker
35 Bij de klant informeren naar de wensen over de inrichting en voorstellen doen
36 Tijdens de communicatie- en gesprekstechnieken rekening houden met:
- Omgangsvormen
- Taalgebruik
- Open en gesloten vragen
- Verbaal en non-verbaal
- Rapporteren
- Objectiviteit
- Subjectiviteit
Leerdoelen KBL Zorg en Welzijn, mens en omgeving
leerdoelen buitenschools lerenleerdoelen mens & zorg KBLleerdoelen mens en activiteit KBLleerdoelen Mens en gezondheidKBLLeerdoelen mens en omgeving KBL
Top Related