Welkom op oudjaarsavond 2010.
Voorganger ds mevr KramerOrganist Johannes de Vries
Thema: “Gods trouw verduurt de tijden”
VDD Elb 177 – 1, 2, 4Halleluja, prijst de Onbegonnen'
1
Halleluja, prijst de Onbegonnen'
die bij jaar noch eeuwen telt,
die de loop der wentelende zonnen
soeverein heeft vastgesteld,
die, al zouden al hun lichten doven,
licht en waarheid blijft voor wie geloven
Hem zij heerlijkheid en macht
nu en immer toegebracht.
2
Halleluja, dankt de milde Vader
die ons tijd van leven schenkt,
die ons in geduld en in genade
ieder jaar opnieuw gedenkt.
In het holste van de nacht der tijden
blijft zijn vaderland ons veilig leiden.
Hem zij heerlijkheid en macht
nu en immer toegebracht.
4
Halleluja, prijst de Wonderbare
die te rechter tijd voorziet,
die aan mensen met verloren jaren
toch zijn jubeljaar aanbiedt.
Eenmaal worden levenden en doden
tot de bruiloft van het Lam ontboden.
Hem zij heerlijkheid en macht
nu en immer toegebracht.
Welkom op oudjaarsavond 2010.
Voorganger ds mevr Kramer
Organist Johannes de Vries
Thema: “Gods trouw
verduurt de tijden”
G 304 – 1God is getrouw, zijn plannen falen niet,
1
God is getrouw, zijn plannen falen niet,
Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen.
Die 't heden kent, de toekomst overziet,
laat van zijn woorden geen ter aarde vallen;
en 't werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant,
volvoert zijn hand.
Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
G 304 – 2, 3De Heer regeert!
2
De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast,
zijn heerschappij omvat de loop der tijden;
een sterke hand, die nooit heeft misgetast,
blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden;
de adem zijner lippen overmant
de tegenstand.
3
De Heilge Geest, die haar de toekomst spelt,
doet aan Gods kerk zijn heilgeheimen weten;
Hij, die haar leidt en in de waarheid stelt,
heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten;
Hij trekt met heel zijn kerk van land tot land
als Gods gezant.
Lezen P 90 Een gebed van Mozes, de godsman.
Heer, u bent ons een toevlucht geweest
van geslacht op geslacht.
2 Nog voor de bergen waren geboren,
voor u aarde en land had gebaard –
u bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid.
3 U doet de sterveling terugkeren tot stof
en zegt: ‘Keer terug, mensenkind.’
4 Duizend jaar zijn in uw ogen
als de dag van gisteren die voorbij is,
niet meer dan een wake in de nacht.
5 U vaagt ons weg als slaap
in de morgen, als opschietend gras
6 dat ontkiemt in de morgen en opschiet,
en ’s avonds verwelkt en verdort.
7 Wij komen om door uw toorn,
door uw woede bezwijken wij.
8 U hebt onze zonden vóór u geleid,
onze geheimen onthuld in het licht van uw gelaat.
9 Al onze dagen gaan heen door uw woede,
wij beëindigen onze jaren in een zucht.
10 Zeventig jaar duren onze dagen,
of tachtig als wij sterk zijn.
Het beste daarvan is moeite en leed,
het gaat snel voorbij en wij vliegen heen.
11 Wie kent de kracht van uw toorn,
wie vreest oprecht uw woede?
12 Leer ons zo onze dagen te tellen
dat wijsheid ons hart vervult.
13 Keer u tot ons, HEER – hoe lang nog?
Ontferm u over uw dienaren.
14 Vervul ons in de morgen met uw liefde,
laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen.
15 Geef ons vreugde, vergoed de dagen dat u ons kwelde,
de jaren dat wij ellende doorstonden.
16 Toon uw daden aan uw dienaren,
maak uw glorie bekend aan hun kinderen.
17 Laat ons uw genade zien, Heer, onze God.
Bevestig het werk van onze handen,
het werk van onze handen, bevestig dat.
P 90 – 1, 8Gij zijt geweest, o Heer,
1 Gij zijt geweest, o Heer, en
Gij zult wezen
de zekerheid van allen die U vrezen.
Geslachten gaan, geslachten zullen komen:
wij zijn in uw ontferming opgenomen.
Wij mogen bouwen op de vaste grond
van uw beloften en van uw verbond.
8
Laat, Heer, uw volk uw daden zien en leven
en laat uw glans hun kinderen omgeven.
Zie op ons neer met vriendelijke ogen.
O God, bescherm ons in ons onvermogen.
Bevestig wat de hand heeft opgevat,
het werk van onze hand, bevestig dat.
Gebed om Gods nabijheid
Jes. 40 : 6 t/m 8en Rom. 8 : 31 t/m 39
6 Hoor, een stem zegt: ‘Roep!’
En een stem antwoordt: ‘Wat zou ik roepen?
De mens is als gras, hij bloeit als een veldbloem.
7 Het gras verdort en de bloem verwelkt
wanneer de adem van de HEER erover blaast.
Ja, als gras is dit volk.’
8 Het gras verdort en de bloem verwelkt,
maar het woord van onze God houdt altijd stand.
Romeinen 8 : 31 t/m 39
31 Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? 32 Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? 33 Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen?
God zelf spreekt hen vrij. 34 Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons. 35 Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?
36 Er staat geschreven: ‘Om u worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht.’ 37 Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft liefgehad. 38 Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten,
heden noch toekomst, 39 hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.
G 397 – 1, 3, 4, 5, 6O God, die droeg ons voorgeslacht,
1
O God, die droeg ons voorgeslacht,
in nacht en stormgebruis,
bewijs ook ons uw trouw en macht,
wees eeuwig ons tehuis!
3
Gij zijt, van voor Gij zee en aard'
hebt door uw woord bereid,
altijd dezelfde, die Gij waart,
de God der eeuwigheid!
4
En duizend jaar gaan als de dag
van gistren voor U heen,
een schaduw, een gedachte vaag,
een nachtwaak, die verdween.
5
De tijd draagt alle mensen voort
op zijn gestage stroom;
ze zijn als gras, door zon verdord,
vervluchtigd als een droom.
6
O God, die droeg ons voorgeslacht
in tegenspoed en kruis,
wees ons een gids in storm en nacht
en eeuwig ons tehuis!
“Gods trouw verduurt de tijden”
Opw 216Staand' op de beloften
Staand' op de beloften
van mijn Heer en God,
ga ik moedig voorwaarts
onder hoon en spot.
Bergen zullen wank'len,
maar Gods woord houdt stand,
veil'ge gids naar 't hemels vaderland!
Refrein:
Glorie, glorie!
Nimmer kan het eeuwig woord
des Heren falen!
Glorie, glorie!
'k Sta vast op de beloften
van mijn God!
Staand' op de beloften
van mijn Heer en God,
weet ik in zijn hand geborgen
gans mijn lot.
Glorie en aanbidding zij mijn
dierb're Heer,
zijn beloften falen nimmermeer.
Refrein:
Glorie, glorie!
Nimmer kan het eeuwig woord
des Heren falen!
Glorie, glorie!
'k Sta vast op de beloften
van mijn God!
Staand' op de beloften
van mijn Heer en God,
vind ik in zijn Woord
mijn hoogste zielsgenot.
Zijn beloften zijn, o welk een zaligheid,
ja en amen, tot in eeuwigheid!
Refrein:
Glorie, glorie!
Nimmer kan het eeuwig woord
des Heren falen!
Glorie, glorie!
'k Sta vast op de beloften
van mijn God!
Staand' op de beloften
van mijn Heer en God,
onderhoud ik vast en moedig zijn gebod.
Rustend in mijn Jezus als mijn al in al,
vrees ik voor geen tegenspoed of val.
Refrein:
Glorie, glorie!
Nimmer kan het eeuwig woord
des Heren falen!
Glorie, glorie!
'k Sta vast op de beloften
van mijn God!
Danken en bidden
Collecte1ste diakonie
2de voor eigen gemeente
G 427 – 1, 5Beveel gerust uw wegen,
1
Beveel gerust uw wegen,
al wat u 't harte deert,
der trouwe hoed' en zegen
van Hem, die 't al regeert.
Die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan,
zal ook wel wegen vinden
waarlangs uw voet kan gaan.
5
Laat Hem besturen, waken,
't is wijsheid wat Hij doet!
Zo zal Hij alles maken,
dat ge u verwondren moet,
als Hij, die alle macht heeft,
met wonderbaar beleid
geheel het werk volbracht heeft,
waarom gij thans nog schreit.
Zegen3 x amen
Een fijne avond.
Zondag 09.30 uur
ds van Harten – Tip
Wees niet bang voor morgen,
want God is daar al!
Top Related