Zoute planten - Het Groene Huis Amersfoort · zakt. Tussen Afrika en Amerika door gaat het langs...
Transcript of Zoute planten - Het Groene Huis Amersfoort · zakt. Tussen Afrika en Amerika door gaat het langs...
Zoute planten Een overzicht van de huidige stand van zaken in de zilte
landbouw
Profielwerkstuk vwo 6
Inleverdatum: 19 januari 2018
Begeleider: Meneer van Albada
Joyce van Leeuwen Dyslexie
2
Voorwoord Veel mensen zijn zich bewust van het wereld voedselprobleem, van de armoede in landen
ver weg en de verandering van het klimaat. We weten allemaal dat er iets moet veranderen,
maar eigenlijk lijkt niemand te weten hoe. Ik ben een van de mensen die hier iets aan wil
doen, ook niet wetende hoe. Toen ik op zoek ging naar een onderwerp voor mijn
profielwerkstuk was iets met brandstof mijn eerste ingeving, omdat daar veel op gewonnen
kan worden volgens mij. Toen dat echter niet goed te doen bleek ben ik verder gaan kijken
en kwam ik op de site van Universiteit Wageningen het onderwerp zilte landbouw tegen. Dit
sprak me gelijk aan. Het is een nog heel onbekend onderwerp en er wordt nog erg veel
onderzoek naar gedaan, maar ik ben van mening dat dit veel kan doen voor ons wereld
voedsel probleem, en misschien zelfs ook wel wat voor het probleem rond de fossiele
brandstoffen, aangezien we nu een kans hebben om meer landbouwgrond te gaan
gebruiken. Dit kan zowel voedsel als biobrandstoffen opleveren. Als we eenmaal weten hoe
we deze verzilte grond moeten gebruiken, hebben we een enorme stap richting de toekomst
gezet.
3
Samenvatting Er vindt steeds meer verzilting plaats. Al bijna alle kusten van Nederland hebben ermee te
maken. Niet alleen Nederland kent dit probleem; door verzilting is er wereldwijd al ongeveer
een miljard hectare aan landbouwgrond afgeschreven.
Een deel van het zout komt uit zeewater, wat gemiddeld 34,5 g zout per liter water bevat.
Een ander deel komt van het grondwater wat opstijgt uit de bodem en zout laat liggen als
het verdampt. Dit opstijgen komt door het overmatig gebruik van irrigatiewater.
Planten gebruiken het water uit de bovenste grondlagen. Zowel het water als de mineralen
die hier aanwezig zijn worden opgenomen door de wortels en door de houtvaten naar de
bladeren gebracht. Hier vindt de fotosynthese plaats waar de plant zijn voedingsstoffen uit
maakt.
Het natrium uit de grond wordt ook naar boven vervoerd en omdat het water in de bladeren
verdampt stapelt de natrium zich hier op. De bladeren raken beschadigd door de effecten
van het zout, het belangrijkst hiervan is de eiwitproductie van meer dan vijftig eiwitten die
hierdoor wordt stopgezet.
Bij het eigen onderzoek van dit profielwerkstuk wordt een proef gedaan met tuinkers, venkel
en selderij. Er wordt gekeken hoe goed deze planten groeien bij verschillende
zoutconcentraties (0, 6, 12, 18 en 24 gram zout per liter water). Hierbij zijn bij alle planten en
alle concentraties planten gaan groeien.
Omdat er bij het onderzoek een connectie is ontstaan tussen de verschillende bakjes water
is er een tweede onderzoek opgezet. Dit onderzoek heeft aangetoond dat het eerste
onderzoek inderdaad niet betrouwbaar is door het weglopen van het zoute water.
4
Summary The salinization is increasing. It is happening on almost every coast of the Netherlands. This
is not a problem for the Netherlands only; worldwide there is almost a miljard hectare of
farmland which isn’t used anymore because of this salinization.
A part of the salt comes from seawater. This containes on avarage 34,5 g salt per liter.
Another part comes from the water in the soil. This water raises in the ground to the surface,
but as the water evaporates, the salt remains. This raising comes from the exessive use of
water for irrigation.
Plants are using the water from the surface. The water and minerals in it are resorpt in the
roots and throuth the xylem transported to the leafs. Here fotosynthesis takes place which
provides the plant with its nessicary nutrients.
The natrium which was in the ground is taken into the leafs as well. Because of the
evaporation of the water in the leafs, natrium stays behind and accumulates. The leafs get
damaged by the effects of the salt. The most important is the production of over fifthy
proteïns is blockt.
The experiment in from this paper contains the plants cress, fennel and celery. Their growth
with multiple saltanity levels (0, 6, 12, 18 and 24 grams of salt per liter water) is measured.
All of the plants have been growing wit hall concentrations of salt.
Because there has been a connection between the containers in the first experiment, there
has been a second experiment. This one did indeed find that the first experiment was not
very reliable because of the movement of the salt water.
5
Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................................. 2
Samenvatting .............................................................................................................................. 3
Summary .................................................................................................................................... 4
Inleiding ...................................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 1: ‘Onze’ grond ......................................................................................................... 8
Hoeveel zilte grond is er? ...................................................................................................... 8
Zilte grond ........................................................................................................................... 8
Zout ..................................................................................................................................... 9
Zout in onze grond ............................................................................................................ 10
Hoofdstuk 2: Gewassen en zilte grond .................................................................................... 11
Welke gewassen kunnen groeien op zilte grond? ................................................................ 11
De groei van planten ......................................................................................................... 11
Gewassen van het onderzoek op Texel ............................................................................ 12
Gewassen eigen onderzoek .............................................................................................. 14
Hoofdstuk 3: De invloed van zout ............................................................................................ 16
Wat heeft zout voor invloed op de plant? ........................................................................... 16
Natrium en kalium in planten ........................................................................................... 16
Hoofdstuk 4: Eigen onderzoek zilte plantengroei .................................................................... 18
Onderzoek 1 .......................................................................................................................... 18
Onderzoeksvraag .............................................................................................................. 18
Hypothese ......................................................................................................................... 18
Materialen ......................................................................................................................... 18
Methode ............................................................................................................................ 18
Resultaat ........................................................................................................................... 19
Conclusie ........................................................................................................................... 23
discussie ............................................................................................................................ 23
Onderzoek 2 .......................................................................................................................... 24
Onderzoeksvraag .............................................................................................................. 24
Hypothese ......................................................................................................................... 24
Materialen ......................................................................................................................... 24
Methode ............................................................................................................................ 24
6
Resultaat ........................................................................................................................... 24
Conclusie ........................................................................................................................... 25
discussie ............................................................................................................................ 25
Hoofdstuk 5: Conclusie en discussie ........................................................................................ 27
Conclusie ............................................................................................................................... 27
Discussie ............................................................................................................................... 27
Hoofdstuk 6: Evaluatie en dankwoord ..................................................................................... 28
Bijlage 1: Literatuurlijst ............................................................................................................ 29
Afbeeldingen:........................................................................................................................ 30
Bijlage 2: Urenverantwoording ................................................................................................ 32
Bijlage 3: kaart Nederland Verzilting ........................................................................................ 36
7
Inleiding Veel mensen zijn zich niet bewust van de verzilting van onze landbouwgrond. Toch is dit een
groot probleem. Doordat het zout de planten aantast kunnen boeren op deze grond minder
tot geen gewassen meer planten, waardoor er bijvoorbeeld minder voedsel verbouwd kan
worden.
Het Zilt Proefbedrijf Texel is samen met meerdere instanties, waaronder Wageningen
University & Research bezig met verschillende onderzoeken waaruit moet blijken welke
gewassen we hier toch nog kunnen verbouwen.
Dit profielwerkstuk is een overzicht van de kennis die we nu al hebben. Om dit overzicht te
maken is de hoofdvraag van dit werkstuk: welke mogelijkheden zijn er om zilte grond als
landbouwgrond te gebruiken?
Om deze hoofdvraag te beantwoorden wordt er besproken wat zilte grond is en wat zout
voor invloed heeft op planten. Er wordt ingegaan op een onderzoek van het Zilt Proefbedrijf
Texel en een onderzoek wat daar gedaan is naar de groei van planten bij verschillende
zoutgradaties. Als laatst is er een eigen onderzoek aan toegevoegd waarin wordt onderzocht
hoe verschillende zoutconcentraties de groei van tuinkers, venkel en selderij beïnvloeden.
8
Hoofdstuk 1: ‘Onze’ grond
Hoeveel zilte grond is er?
Zilte grond
Wereldwijd is er bij benadering een miljard hectare landbouwgrond afgeschreven omdat
deze verzilt is. Daarnaast is er nog zo’n biljoen hectare beïnvloed door zout in de grond. Dit
betekend dat er bij ongeveer 1/5de van het bewerkbare landt (ongeveer 63 miljoen hectare)
gevolgen zijn van verzilting. Hier komt dagelijks nog ongeveer 2000 hectare bij die beïnvloed
wordt door zout.
De verwachting voor Nederland is dat er in 2030 er ongeveer 125.000 hectare grond verzilt
zal zijn, en dat terwijl Nederland maar 4.154.300 hectare1 telt. Dit houdt in dat er in 2030
bijna 1/30ste van onze grond onbruikbaar is voor de landbouw wegens verzilting.2
Figuur 1 is een kaart3 van de verzilting in Nederland. De gele
gebieden bevatten minder dan 300 milligram chloride ionen
per liter opwellend grondwater. De lichtere paarse kleur
betekend 300 tot 1000 milligram chloride ionen per liter, iets
donkerder paars 1000 tot 5000 milligram per liter en de
donkerste kleur, die alleen in een stukje zeeland voorkomt
geeft aan dat er meer dan 5000 milligram chloride ionen is
opgelost per liter water. Hierin is te zien dat de verzilting
vooral rond de kust plaatsvind. Zeeland heeft hier het meest
mee te maken, maar ook Noord-Holland, Flevoland, Texel,
Friesland en Groningen hebben verzilte gebieden.
1 google. (sd). Nederland/oppervlakte. Opgehaald van google:
https://www.google.nl/search?ei=widbWpXCMtDTkwWB2oXYAQ&q=oppervlakte+nederland+ha&oq=oppervlakte+nederland+ha&gs_l=psy-ab.3..0i22i30k1.4160.4518.0.4916.3.3.0.0.0.0.94.246.3.3.0....0...1c.1.64.psy-ab..0.3.245...0.0.xDzUfke6se4 2 Salt Farm Texel. (2016, december). Doorbraak in voedselzekerheid met Nederlandse kennis over zilte
landbouw. Opgeroepen op oktober 2, 2017, van Zilt proefbedrijf: http://www.ziltproefbedrijf.nl/nieuws/doorbraak-in-voedselzekerheid-met-nederlandse-kennis-over-zilte-landbouw 3 De kaart is in het groot terug te vinden als Bijlage 3
Figuur 1: verzilting in Nederland
9
Zout
Het zout waar dit profielwerkstuk over gaat is het zout
natriumchloride (NaCl). Dit zout
wordt voor heel veel gebruikt: van koken tot het strooien van de
wegen.
Dit zout wordt gewonnen uit zee, maar niet elke zee is even zout.
Gemiddeld zit er in zeewater totaal 34,5 g/l zout4. Dit is niet een
soort zout, maar dit zijn er meerdere (zie tabel 1). Rond de evenaar
is dit gehalte hoger en rond de polen lager. Dit komt doordat er bij
de evenaar veel verdamping is en er maar weinig regen valt. Bij de
polen vindt weinig verdamping plaats, maar er wordt wel veel
water aangevoerd door het smelten van ijskappen, rivieren de
golfstroom. Deze golfstroom is te zien in figuur 2 en dit houd in dat
de het koude water (de blauwe pijl) onderin de zee deze halve
ronde maakt. Deze begint bij de noordpool, waar het de diepte in
zakt. Tussen Afrika en Amerika door gaat het langs Antarctica en
daar keert het terug naar de evenaar. Rond de evenaar warmt het
op en komt het nu warme water
naar de oppervlakte. Hier maakt het
water de andere helft van de ronde,
weer om Afrika heen terug naar de
Noordpool. Bij de noordpool koelt
het water weer af en begint de cirkel
opnieuw.
Afgesloten zeeën wijken ook erg af.
Dit zijn de zeeën die niet aan deze
golfstroom zijn gekoppeld, maar zijn
omringt met land. Een voorbeeld
hiervan is de dode zee. Deze bevat
ongeveer 10 keer zo veel zout als
open zeeën.
4 Alle getallen van het kopje ‘zout’ inclusief tabel 1 zijn afkomstig uit een mailwisseling met Willem
Brandenburg.
Soort zout Hoeveelheid (gram per liter)
NaCl 24
MgCl2 5
Na2SO4 4
CaCl2 0,7
MgBr2 0,8
Tabel 1: gemiddelde waarden hoeveelheid zout in zeewater.
Figuur 2: De golfstroom
10
Zout in onze grond
Zout kan op verschillende manieren het land binnen dringen. De makkelijkste manier is via
rivieren. Als rivieren een lage waterstand heeft kan de zee de rivierbeddingen binnen
stromen. Hier wordt het dan ook zout en via deze weg kan het zoute water ook stukken land
bereiken. Als het zoute water deze stukken land overstroomt, of erin sijpelt komt het zout in
de bodem terecht.
Een andere mogelijkheid is bij landbouwgronden. Als er irrigatie plaats vindt wordt vaak
maar een deel van het water door de planten opgenomen. De rest van het water zakt weg in
de bodem naar het grondwater. In dit grondwater zijn zouten opgelost. Als het grondwater
te veel stijgt kan er een capillaire werking ontstaan. Dit houd in dat de kleine moleculen door
onderlinge aantrekkingskracht door een hele smalle opening, wat lijkt op een buisje,
omhoog kunnen kruipen.
11
Hoofdstuk 2: Gewassen en zilte grond
Welke gewassen kunnen groeien op zilte grond?
Dit hoofdstuk behandeld de gewassen die zijn getest bij een onderzoek van het Zilt
Proefbedrijf op Texel en de planten van het onderzoek van dit profielwerkstuk. Dit hoofdstuk
begint met een algemeen stuk over de groei van planten.
De groei van planten
In figuur 3 is schematisch te zien hoe de sapstromen
van een boom werken. Onderin de boom worden
mineralen, water en zuurstof opgenomen. Dit
stroomt onder invloed van meerdere krachten naar
de top van de boom of plant door de houtvaten.
De eerste kracht die hierop van invloed is, is de
verdamping. In de bladeren van de boom verdampt
het water. Dit wordt aangevuld vanuit de
houtvaten. Omdat de houtvaten volledig zijn gevuld
met water wordt de rest van het water door het vacuüm wat anders wordt gecreëerd naar
boven gezogen.
De tweede kracht is die van de capillaire werking. Dit houd in dat moleculen in een heel
smalle doorgang door onderlinge aantrekkingskracht naar boven kunnen worden getrokken.
Deze kracht is in het eerste hoofdstuk ook al genoemd, maar dan in een andere context.
De laatste kracht is die van osmose. Hiermee wordt druk in de wortels gecreëerd.
Wortelcellen nemen actief mineralen op. Doordat ze hier hun energie in steken stijgt de
osmotische waarde in de wortel. Om dit te compenseren en dezelfde osmotische druk in de
wortel als in de bodem te creëren trekt het water de cel in. De wanden van deze cellen laten
water echter maar een kant op stromen. Als het water achter de mineralen aan trekt dieper
de cel in, kan dit water niet meer terug en neemt de plant nieuwe mineralen op. Zo laat de
plant druk ontstaan onderin de wortels die het water omhoog stuwt.
Boven in de plant, bij de bladeren, neemt een plant CO2 op. Onder invloed van licht wordt de
koolstofdioxide, met het water vanuit de wortels, omgezet tot glucose. Dit gebeurt door de
fotosynthese die plaats vindt in de bladgroenkorrels. Het chlorofyl in deze bladgroenkorrels
absorbeert de energie van licht. Hiermee vindt de volgende reactie plaats:
6 CO2 + 6 H2O C6H12O6 + 6 O2
Koolstofdioxide + water glucose
Figuur 3: sapstromen in de plant, schematisch
12
De gevormde glucose, een suiker, wordt via de bastvaten naar de rest van de boom of plant
getransporteerd waar het gebruikt kan worden voor processen om de boom of plant te
laten groeien.
Gewassen van het onderzoek op Texel5
Aardappel (Solanum tuberosum)
De aardappelplant is 30 tot 60 cm hoog. Hij is zwak behaard, vormt
knollen, aardappels en heeft rechtopstaande, stengels. De bladeren
hebben een of twee nerven en zijn vrij rond. De bloemen zijn wit,
roze of purper, het zijn er vaak veel bij elkaar met een grote bloem.
De bessen van deze plant zijn groen/purperachtig en rond. Ze lijken
op onrijpe tomaten en zijn zeer giftig. De aardappel knollen
ontwikkelen zich uit ondergrondse stengels.
De plant bloeit in juli en augustus en komt voor op vuilnisbelten en
bouwland. Van herkomst komt deze plant uit Zuid-Amerika. Nu komt
hij ook verwilderd voor in delen van noord en Noord- en Noordwest-
Europa. In Nederland en België komt de plant soms ook verwilderd voor.
Deze plant geeft nog 90% van zijn opbrengst bij 1,154 g Cl-/l. Bij 3,446 g Cl-/l
geeft de plant nog de helft van zijn normale opbrengst.
Wortel (Daucus carota)
Wortelen hebben na het zaaien ongeveer vier maanden nodig om te groeien
voor ze geoogst kunnen worden. De eetbare knol groeit onder de grond, de
groene sprieten met blaadjes groeien hieruit naar boven.
De plant blijft bij 1,329 g Cl-/l nog 90% van zijn opbrengst geven. De helft van
de opbrengst blijft over bij 2,900 g Cl-/l.
Ui (Allium cepa)
De ui wordt rond de 60 cm hoog en is een zeer veranderlijke, tweejarige
plant. De bollen worden ongeveer 10 cm, maar soms meer, in diameter. De
bladeren zijn stevig, hol en lopen spits toe. In het eerste jaar blijven de
bladeren vaak bij de grond, in het tweede jaar komen ze hoger aan de
stengel. Deze stengel is stevig en hol, met een verdikte voet. De bloemen
zijn wit en stervormig. Ze zijn ongeveer 5 tot 8 mm in grote. De plant bloeit
5 Alle informatie over zoutgehaltes onder dit kopje komen van: Salt Farm Texel. (2016, december). Doorbraak
in voedselzekerheid met Nederlandse kennis over zilte landbouw. Opgeroepen op oktober 2, 2017, van Zilt proefbedrijf: http://www.ziltproefbedrijf.nl/nieuws/doorbraak-in-voedselzekerheid-met-nederlandse-kennis-over-zilte-landbouw
Figuur 4: aardappelplant schematisch
Figuur 5: een wortel
Figuur 6: de ui
13
meestal van juli tot september. Hij wordt veel gekweekt en komt veel verwilderd voor in
geheel Europa. De herkomst van de gekweekte ui is door de lange geschiedenis en cultuur
niet meer achterhaalbaar.
Bij 1,452 g Cl-/l heb je nog 90% van de opbrengst over en de helft van de opbrengst blijft
over bij 2,560 g Cl-/l.
Sla (Lactuca sativa)
Bij sla groeien de bladeren in een krop. Veel slasoorten kunnen
al bij kouder weer geplant worden, en hebben ongeveer vier
maanden tot een half jaar nodig om ver genoeg te groeien om
te oogsten.
Deze soort geeft bij 0,641 g Cl-/l nog maar 90% van zijn normale
opbrengst en de helft wordt bereikt bij 2,148 g Cl-/l.
Kool (Brassica oleracea)
Kool wordt rond de 60 cm hoog. Deze grijsgroene plant is tweejarig.
Onderaan is de dikke stengel houdachtig, de onderste bladeren
hebben een gegolfde rand. Hogere bladeren hebben gladdere randen.
De bloemen zijn geel en hebben een doorsnede van 30 tot 40 mm. De
vrucht is langwerpig en 50 tot 70 mm. De plant bloeit van mei tot
september.
Kool komt voor aan zeekusten, vooral op kliffen van kalksteen. Ook
komt hij in wilde vorm voor in Groot-Britannië en Frankrijk. Daarnaast
wordt hij al sinds de Romeinse tijd op grote schaal gekweekt.
Deze plant bereikt bij 1,768 g Cl-/l nog 90% van zijn opbrengst en bij 3,750
g Cl-/l is dit nog de helft van deze opbrengst.
Gerst (Hordeum)
Gerst groeit in lange sprieten boven de grond uit. Bovenaan de stengel
bevinden zich de zaden die men oogst om meel van te maken.
Dit gewas heeft nog 90% van zijn opbrengst bij een zoutgehalte tot 1,086
g Cl-/l. Dit wordt de helft van de opbrengst bij 2,811 g Cl-/l.
Figuur 7: sla
Figuur 8: kool
Figuur 9: Gerst
14
Gewassen eigen onderzoek
Tuinkers (Lepidium sativum)
Tuinkers is eenjarig en wordt ongeveer 30 cm hoog. Hij heeft een sterke geur,
is groen en kaal met onderaan een vertakte stengel. De onderste bladen vallen
snel af en zijn diep ingesneden. Stengelbladen zijn minder ver ingesneden. De
bloemen zijn wit en soms wat roodachtig. Ze hebben een diameter van 3 tot 5
mm, en zijn geurig. De vrucht is 5 tot 6 mm en rond.
Tuinkers komt voor op braakliggende en onbewerkte grond. De plant bloeit in
juni en juli, komt oorspronkelijk uit west-Azië en wordt gekweekt als groente. Vaak komt hij
ook verwilderd voor.
Venkel (Foeniculum vulgare)
Venkel wordt maximaal 2,5 m hoog. De plant heeft een grijsgroene
kleur, geurt sterk en hij groeit in grote pollen. De holle stengels zijn
stevig, glanzend en staan rechtop. De bladeren zijn driehoekig en
bevatten 3 tot 4 nerven. De bloemen zijn geel en 2 tot 3 mm in
doorsnee. Bovenin ontstaat een scherm, op 1 punt ontspringen
meerdere takjes die elk een bloem krijgen. Bij deze plant ontstaan er 4
tot 30 van deze takjes.
De plant groeit dicht bij zee en bloeit van juli tot oktober. Hij komt voor in Ierland, Groot-
Brittannië en Frankrijk. Hij is verwilderd en op sommige plaatsen ingeburgerd in Duitsland,
België en Nederland.
Selderij (Apium graveolens)
Selderij wordt ongeveer 60 cm hoog. Hij is geel groen van kleur, vrij robuust
en onbehaard. De geur van deze tweejarige plant is sterk. De stengels zijn
massief en gegroefd. De bladeren glanzen en deze hebben 1 tot 2 nerven. Ze
hebben een ruitvorm en de randen zijn getand.
De bloemen zijn klein en groenachtig wit. Ook deze plant heeft schermen,
maar dan met 4 tot 12 stralen, meestal zit hier ook een klein drietallig blad
omheen. De vrucht is eivormig en zo’n 1,5 mm groot. De plant bloeit in juni
tot augustus.
Figuur 10: tuinkers
Figuur 11: venkel
Figuur 12: selderij
15
De plant staat op vochtige plaatsen zoals rivieroevers, sloten, vruchtbare brakke bodems en
kan ook voorkomen in zilte graslanden in het binnenland. Hij komt voor tot in Denemarken
en in ingeburgerd in midden en zuid Scandinavië.
16
Hoofdstuk 3: De invloed van zout
Wat heeft zout voor invloed op de plant?
Natrium en kalium in planten
De Na+ deeltjes, het natrium, uit het zout zijn giftig voor planten. Dit toxische effect bereiken
ze op meerdere manieren. Planten hebben K+, het kalium, juist hard nodig.
De Na+ wordt in de plant opgenomen in de wortels, samen met andere zouten. De natrium
wordt opgelost in water en door de houtvaten omhoog gebracht naar de bladeren. Hier
verdampt het water en blijft de Na+ achter waardoor het zich op gaat hopen. De bladeren
zijn veel gevoeliger voor Na+. De cellen uit de bladeren sterven af, maar blijven wel zitten
waardoor hun plaats niet kan worden ingenomen
door andere cellen. Hierdoor kunnen de cellen in de
omgeving van dit dode weefsel ook beschadigd raken.
Een van de problemen van de bladeren is dat de cellen
turgor moeten blijven. Dit houd in dat er zo veel vocht
in de vacuole van de cel zit, dat de cel als het ware zo
vol zit dat het celmembraan tegen de celwand zit
gedrukt dat de plant stevig blijft. Hiervoor moet de
osmotische waarde binnen de cel groter zijn dan de
osmotische waarde buiten de cel. Om dit te bereiken
moeten er in de cel meer stoffen zijn opgelost dan in
het vocht eromheen. Als er buiten de cel Na+ in hoge
concentraties is opgelost is dit alleen erg moeilijk voor
de cel. Na+ opnemen gaat echter ook niet goed, want
dit is toxisch voor cytosol, het hoofdbestanddeel van
het cytoplasma. Hierdoor is de kans groot dat de cel zijn turgor verliest en er plasmolyse
optreedt. Hierbij komt het celmembraan los van de celwand en klapt de cel als het ware in
elkaar. Dit leidt uiteindelijk tot celdood.
Als een cel zijn turgor dan toch weet te behouden loopt deze wel tegen een ander probleem
aan. Natrium neemt namelijk bindingsplaatsen in waar kalium hoort te binden. Deze stoffen
gaan met elkaar in concurrentie, maar een plant heeft al het kalium hard nodig om te
groeien. Meer dan 50 enzymen moeten worden geactiveerd doordat K+ hieraan bindt.
Daarnaast moet kalium aan het tRNA binden om te zorgen dat de ribosomen het kunnen
aflezen. Als Na+ deze bindingsplaatsen van K+ inneemt kan de plant zijn eiwitten en enzymen
Figuur 13: dierlijke cel
17
niet meer goed produceren en activeren. Hierdoor kan deze niet meer groeien. Dit laatste is
dan ook het grootste probleem wat Na+ voor de plant veroorzaakt.6
6 Tester, M., & Davenport, R. (2003, april 1). Na+ Tolerance and Na+ Transport in Higher Plants. (Oxford
Academic) Opgeroepen op januari 10, 2018, van Annals of Botany: https://academic.oup.com/aob/article/91/5/503/157102
18
Hoofdstuk 4: Eigen onderzoek zilte plantengroei
Onderzoek 1
Onderzoeksvraag Wat is het verschil in groei van tuinkers, venkel en selderij bij 0, 6, 12, 18 en 24 g/l
zoutoplossingen?
Hypothese De verwachting is dat tuinkers alleen bij de 0 g/l zout gaat groeien. Venkel zal doorgroeien
tot een iets hogere zoutconcentratie en selderij zal het langst blijven doorgroeien.
Materialen - Tuinkers zaadjes
- Venkel zaadjes
- Selderij zaadjes
- Zout (NaCl)
- Kraanwater
- Potten/bakken (15 keer)
- Kaasdoek
- Liniaal
- Lege kamer
Methode
Water op zoutconcentratie brengen:
- 0 g/l: Gebruik het kraanwater.
- 6 g/l: los 6 gram zout op in 1 liter kraanwater
- 12 g/l: los 12 gram zout op in 1 liter kraanwater
- 18 g/l: los 18 gram zout op in 1 liter kraanwater
- 24 g/l: los 24 gram zout op in 1 liter kraanwater
Zaadjes laten kiemen en groeien:
- Noteer op de bakjes welke groep erin komt
(plantensoort en zoutconcentratie
- Vul alle bakjes met kraanwater
- Leg de zaadjes op een rooster boven (/op het
oppervlak van) het kraanwater
- Vul dagelijks zo nodig water bij als het verdampt
- Laat de zaadjes op het water oppervlak liggen tot ze
beginnen te kiemen
19
Bij het kiemen van de zaadjes:
- Vervang het kraanwater uit het bakje voor het water
met de gewenste zoutconcentratie
- Vul het water wat verdampt (dagelijks) bij met
kraanwater
- Meet de zaadjes op (dagelijks)
- Noteer de lengte van de zaadjes (dagelijks)
- Laat de plant door groeien tot de groei stagneert
Conclusie trekken:
- Vergelijk per zoutconcentratie welke plant het beste
groeit (houd hierbij rekening met de groeisnelheid en
formaat van de plant)
- Vergelijk per plant hoe deze groeit bij de verschillende
zoutconcentraties
Smaaktestje
- Laat een testgroep de tuinkers in willekeurige volgorde proeven (zonder de
concentratie van het water te
weten)
- Noteer of ze de plant zout
vonden smaken
Resultaat
Tuinkers
Zoals af te lezen is in de tabel en grafiek
komen de tuinkers bij 0 g/l en 6 g/l al
op de vierde dag rond de tien mm
hoogte. Bij 12 g/l is dit op dag 5, bij 18
g/l op dag 8 en bij 24 g/l pas op dag 12.
Hieruit is goed het verschil in
ontwikkeling te zien. Tussen dag 10 en
16 treedt er bij alle planten gemiddeld
wat vertraging op in de groei die
aanhoudt tot het einde van mijn
onderzoek.
Venkel
De venkelplanten lijken in eerste
instantie vrijwel gelijk op te gaan. Wat
Dag tuinkers lengte (mm)
0 g/l 6 g/l 12 g/l 18 g/l 24 g/l
0 0 0 0 0 0
1 0 0 0 0 0
2 3 5 5 3 2
3 5 7 6 5 2
4 10 10 7 5 2
5 16 12 10 8 2
6 20 15 14 8 2
7 35 21 19 8 2
8 35 25 20 10 5
9 45 27 25 15 7
10 45 30 25 20 9
11 45 30 25 20 9
12 45 35 30 20 10
13 45 35 32 22 12
14 45 37 33 23 12
15 45 37 34 24 15
16 45 37 34 25 17
17 45 37 34 25 20
18 50 37 34 25 20
19 50 40 35 25 20
20 50 40 35 25 20
21 50 40 35 25 25
22 50 40 35 25 25
23 50 40 35 26 25
24 50 41 35 26 25
25 50 41 35 26 25
26 50 41 35 26 25
27 50 41 35 26 25
28 50 41 35 26 25
29 50 43 35 26 25
30 50 45 35 26 26
20
interessant is, is dat de venkel met 0 g/l rond dag 15 ineens harder groeit dan de andere
planten. Deze volgen wel, maar hoe minder zout het water, hoe hoger de planten worden.
Selderij
De selderij groeit bij 0 g/l zout het best. Dit is duidelijk te zien in zowel de tabel als de
grafiek. Als er zout aanwezig is in het water groeit de selderij minder hard, het verschil in
groei tussen de verschillende zoutconcentraties is aanwezig, maar veel minder sterk.
De uitkomsten van mijn smaaktest:
De 18 g/l is het eerst geproefd. Hierbij werd geconstateerd dat het zout was, maar dat dit
vooral aan de buitenkant van de plant te proeven is.
Hierna kwam de 6 g/l. Deze was ook zout, maar wel minder dan de 18 g/l.
Toen de 0 g/l. Deze was duidelijk minder zout, al heeft een van de proef personen wel
gedacht dat deze zout was.
Van de 24 g/l werd direct gezegd dat dit de zoutste was.
Als laatst kwam de 12 g/l. Deze werd ook als zout geconstateerd, al werd er gedacht dat
deze zouter was dan dat hij daadwerkelijk was.
21
Dag venkel lengte (mm)
0 g/l 6 g/l 12 g/l 18 g/l 24 g/l
0 0 0 0 0 0
1 0 0 0 0 0
2 0 0 0 0 0
3 0 0 0 0 0
4 0 0 0 0 0
5 0 0 0 0 0
6 0 0 0 0 0
7 3 6 5 5 5
8 5 6 8 7 7
9 7 8 10 7 7
10 9 9 12 10 10
11 10 10 14 10 12
12 10 10 15 15 15
13 12 14 15 15 15
14 17 17 20 15 15
15 35 20 22 20 20
16 40 30 30 25 25
17 40 30 30 27 25
18 40 33 30 28 25
19 40 35 35 30 25
20 40 35 35 31 27
21 40 36 35 31 27
22 40 37 36 31 28
23 40 38 36 31 28
24 40 38 36 32 28
25 40 38 36 35 28
26 42 38 36 35 28
27 43 38 37 35 28
28 44 39 37 35 28
29 45 39 37 35 28
30 45 40 37 36 28
Dag selderij lengte (mm)
0 g/l 6 g/l 12 g/l 18 g/l 24 g/l
0 0 0 0 0 0
1 0 0 0 0 0
2 0 0 0 0 0
3 0 0 0 0 0
4 0 0 0 0 0
5 0 0 0 0 0
6 0 0 0 0 0
7 0 0 0 0 0
8 0 0 0 0 0
9 0 0 0 0 0
10 0 0 0 0 0
11 0 0 0 0 0
12 0 0 0 0 0
13 0 0 0 0 0
14 2 2 2 2 2
15 5 3 3 3 3
16 5 4 4 3 3
17 9 5 4 4 4
18 10 5 5 5 5
19 10 5 6 6 5
20 12 6 6 6 5
21 15 6 6 6 5
22 15 7 6 7 5
23 15 7 6 7 5
24 15 8 6 7 6
25 15 8 7 7 6
26 15 8 7 7 6
27 15 9 8 8 6
28 15 9 8 8 6
29 15 9 8 8 6
30 15 10 8 8 6
Figuur 14: resultaat eigen onderzoek tuinkers
22
Figuur 2: resultaat eigen onderzoek venkel
Figuur 3: resultaat eigen onderzoek selderij
23
Conclusie Alle planten die getest zijn hebben het best gepresteerd als er geen zout aanwezig was in het
water. Wat opvallend is, is dat de groei van de selderij het meeste verschil lijkt te bevatten;
deze daalt gelijk een heel stuk als er zout aanwezig is. Bij de venkel blijft de groei best goed.
De tuinkers laat een wat grotere spreiding zien. Bij meer zout groeit deze veel slechter dan
bij een beetje zout. Dit maakt dat, uit deze resultaten, de venkel het best tegen zout kan, de
tuinkers hierop volgt en daarna de selderij. Mijn hypothese klopte dus niet.
Dat planten zout zijn is terug te proeven, dit blijkt uit de smaaktest die is uitgevoerd. Hoe
zout een plant is, is alleen lastiger in te schatten (al had een van de testpersonen alle
concentraties goed geraden).
discussie Het onderzoek is uiteraard niet uitgevoerd in een goed onderzoekslab. Dit is ook zeker te
merken.
Als eerste punt hebben de planten niet hun optimale belichting gehad. Ze hebben voor het
raam in de zon gestaan, in de winter. Op zich was dit genoeg licht, dat zie je ook aan dat de
planten gewoon zijn gaan groeien, maar het is uiteraard niet optimaal.
Daarnaast moet nog benoemt worden dat er een enorme waterstroom heeft
plaatsgevonden. De bakjes met water stonden op een plank. Op die plank is water gaan
staan en er is waarschijnlijk sprake geweest van de wet van de communicerende vaten. Dit is
ook te zien in de resultaten. Toen (vermoedelijk na een week) de plank vol stond zijn ook de
hogere concentraties beter gaan groeien.
Dan is er nog heel veel water van die plank weggelopen en hierbij is het zout waarschijnlijk
mee gegaan en hierdoor ook uit het water verdwenen, aangezien de bakjes wel werden
bijgevuld.
Als laatst heeft de selderij veel minder tijd gehad om zich te ontwikkelen dan de venkel, die
al minder tijd kreeg dan de tuinkers. Hierdoor hebben de planten zich niet ver genoeg
kunnen ontwikkelen om zeker te zijn van het resultaat.
Dit alles maakt dit onderzoek niet betrouwbaar.
Een punt wat het smaakonderzoek minder betrouwbaar maakt is dat de proefpersonen
wisten welke concentraties er in de proef zaten, ook al wisten ze de volgorde niet. Ook
waren er maar vier proefpersonen, wat de proef aanzienlijk minder betrouwbaar maakt.
24
Onderzoek 2
Onderzoeksvraag Hoeveel effect heeft zout water op de groei van tuinkers in een afgesloten milieu?
Hypothese Het vermoeden is dat de effecten van het zout langer zichtbaar blijven aangezien het water
nu niet weg kan lopen en kan mengen, zoals bij de vorige proef wel gebeurde.
Materialen - Tuinkers zaadjes
- Zout (NaCl)
- Kraanwater
- Potten/bakken (5 keer)
- Watjes
- Liniaal
- Lege plek
Methode
Water op zoutconcentratie brengen:
- 0 g/l: Gebruik het kraanwater.
- 6 g/l: los 6 gram zout op in 1 liter kraanwater
- 12 g/l: los 12 gram zout op in 1 liter kraanwater
- 18 g/l: los 18 gram zout op in 1 liter kraanwater
- 24 g/l: los 24 gram zout op in 1 liter kraanwater
Zaadjes laten kiemen en groeien:
- Noteer op de bakjes welke groep erin komt (plantensoort en zoutconcentratie
- Vul de bakjes met watjes
- Doorweek de watjes met de juiste zoutconcentratie
- Leg de tuinkers op de watjes
- Vul het water wat verdampt (dagelijks) bij met
kraanwater
- Meet de zaadjes op (dagelijks)
- Noteer de lengte van de zaadjes (dagelijks)
- Laat de plant door groeien tot de groei stagneert
Conclusie trekken:
- Vergelijk hoe de plant groeit bij de verschillende zoutconcentraties
Resultaat De tuinkers zonder zout in het water is goed gaan groeien en ook de tuinkers met 6 g/l heeft
het goed gedaan. Bij 12 g/l was duidelijk dat de plant niet meer goed groeide. De 18 en 24
25
g/l zijn na het eerste opengaan van het zaadje direct gestopt met groeien.
dag tuinkers lengte (mm)
0 g/l 6 g/l 12 g/l 18 g/l 24 g/l
0 0 0 0 0 0
1 0 0 0 0 0
2 3 3 0 0 0
3 5 4 2 1 0
4 6 4 3 1 1
5 9 5 3 1 1
6 15 9 4 1 1
7 20 11 4 1 1
8 26 14 4 1 1
9 28 15 5 1 1
10 28 17 8 1 1
11 28 18 8 1 1
12 32 20 10 1 1
13 35 21 10 1 1
14 37 21 10 1 1
Conclusie Bij deze proef is het erg duidelijk dat zout een groot effect heeft. Tuinkers kan 18 g zout per
liter water niet meer aan. Zes g/l lukt nog wel. De effecten zijn nu duidelijker dan bij mijn
eerste proef.
discussie Een groot punt bij deze proef is dat het zout al moet worden toegevoegd op het moment dat
je de bakjes voor de eerste keer neer worden gezet. Dit kan niet later gebeuren. Dit
26
betekend niet precies te achterhalen valt wanneer het zout invloed krijgt op je planten.
Tuinkers groeit waarschijnlijk beter met meer licht, dus dit zou ook nog een verbeterpunt
kunnen zijn. Daarnaast weet je niet precies of de zoutconcentratie wel gelijk blijft. Dit ligt
aan de hoeveelheid water die in de bakjes achter blijft tussen het water geven door. Ook is
niet bekend of de ondergrond van watten nog gevolgen met zich mee brengt.
27
Hoofdstuk 5: Conclusie en discussie
Conclusie Steeds meer land is aan het verzilten. Hierbij speelt de zee, maar ook de irrigatie van de
mens op landbouwgrond een rol. Doordat natrium toxisch is voor planten kunnen deze
lastig leven in gebieden met te veel zout. Het grootste probleem hierbij is de concurrentie
tussen natrium en kalium in een plant en het onvermogen van de plant om zijn eiwit
productie en activatie te reguleren als er te veel natrium aanwezig is.
Het onderzoek van het zilt proefbedrijf op Texel toont aan dat veel planten nog wel bij lage
zoutconcentraties kunnen groeien, maar dat deze concentraties niet te hoog mogen zijn.
Hoe hoog deze concentratie kan zijn is soort afhankelijk.
De onderzoeken die voor dit profielwerkstuk zijn uitgevoerd hebben laten zien dat tuinkers
ook bij 6 gram zout per liter kan groeien. Veel meer informatie kunnen we hier helaas niet
uit halen, omdat de proef niet betrouwbaar was.
Er moet nog veel onderzoek plaats vinden rondom dit onderwerp, maar zoals de huidige
onderzoeken lijken aan te tonen is er nog een kans dat we de verzilting op tijd onder
controle krijgen. Ook als dit ons niet lukt zijn we er dan wel op voorbereid.
Discussie Er vindt op dit moment al heel veel onderzoek plaats naar de effecten die natrium op een
plant heeft en naar de hoeveelheid zout die planten kunnen verdragen. Dit is maar goed
ook. Dit profielwerkstuk heeft wel uitgewezen dat er onderzoeken lopen, maar het
onderzoek wat bij dit profielwerkstuk hoorde heeft weinig opgehelderd. Het belangrijkste
wat hieruit af te leiden is, is dat dit onderzoek niet kan plaatsvinden als de zoutconcentraties
in elkaar over kunnen lopen. Ook moeten de planten veel meer tijd kunnen krijgen om te
groeien.
Een punt van het werkstuk zelf wat nog verbeterd zou kunnen worden is dat alle planten bij
het tweede hoofdstuk even goed moeten worden behandeld. In dit werkstuk is dit niet
gelukt gezien het ontbreken van bepaalde plantensoorten in het boek ‘De Geïllustreerde
Flora’ en een aanvullend boek hiervan wat dezelfde informatie bevatte.
28
Hoofdstuk 6: Evaluatie en dankwoord Ik heb het heel leerzaam gevonden om dit profielwerkstuk te maken. Het opstarten is helaas
heel erg lastig gegaan, en dit heeft later nog wel zijn weerslag gehad. Ik heb met hele leuke
mensen kunnen werken en ik zou willen beginnen met hen te bedanken.
Als eerst Hendrik Boekhoud, docent Landbouw aan de Hogeschool Van Hall Larenstein. Hij
heeft mij geholpen met het eerste stukje van mijn onderzoek opstellen en het in contact
komen met Willem Brandenburg.
Willem Brandenburg, senior scientist biosaline agriculture at Wageningen UR PRI, is de
tweede die ik wil bedanken. Met zijn hulp heb ik mijn
eigen onderzoek opgesteld en ik heb informatie van
hem gekregen die ik in mijn profielwerkstuk heb
verwerkt.
Dan wil ik de Boni Corlaer in Nijkerk bedanken. Hier
heb ik het zout kunnen afwegen wat thuis niet lukte
omdat onze weegschaal niet precies genoeg is.
Daarnaast wil ik mijn profielwerkstuk begeleider
meneer van Albada bedanken voor het helpen sturen
in mijn profielwerkstuk om tot een goed onderwerp en eindwerk te komen.
Ik wil de mensen bedanken die zich als proefpersoon ter beschikking hebben gesteld voor
mijn smaaktest bedanken.
Als laatst wil ik mijn moeder bedanken, aangezien zij foto’s heeft gemaakt van mijn
proefopstelling voordat het donker was en ik uit school kwam.
Mijn Engels is waarschijnlijk wat verbeterd tijdens de periode dat ik dit profielwerkstuk heb
gemaakt aangezien een aantal van mijn bronnen in het Engels waren geschreven. Ik denk dat
ik heel veel nieuwe woorden heb geleerd.
Het enige persoonlijke verbeterpunt wat ik heb is dat ik echt aan mijn planning moet denken
en op tijd moet beginnen omdat planten tijd nodig hebben om te groeien.
29
Bijlage 1: Literatuurlijst Blamey, M., & Grey-Wilson, C. (2003). De Geïlustreerde Flora met meer dan 2400 Europese
palantensoorten en ruim 10.000 illustraties in kleur (3e ed.). Baarn: Tirion Uitgevers
bv.
google. (sd). Nederland/oppervlakte. Opgehaald van google:
https://www.google.nl/search?ei=widbWpXCMtDTkwWB2oXYAQ&q=oppervlakte+ne
derland+ha&oq=oppervlakte+nederland+ha&gs_l=psy-
ab.3..0i22i30k1.4160.4518.0.4916.3.3.0.0.0.0.94.246.3.3.0....0...1c.1.64.psy-
ab..0.3.245...0.0.xDzUfke6se4
Kempenaer, J. d., Brandenburg, W., & Hoof, L. v. (2007). Het zout en de pap Een verkenning
bij marktexperts naar langetermijnmogelijkheden voor zilte landbouw. Utrecht:
Innovatienetwerk Grensverleggend in Agro en Groen.
Leenaers, H., & Donkers, H. (2010). De Bosatlas van Nederland Waterland. Groningen:
Noordhoff Uitgevers.
Noordhuis, K. T. (1998). De Tuin Enceclopedie. Lisse: R&B.
Salt Farm Texel. (2016, december). Doorbraak in voedselzekerheid met Nederlandse kennis
over zilte landbouw. Opgeroepen op oktober 2, 2017, van Zilt proefbedrijf:
http://www.ziltproefbedrijf.nl/nieuws/doorbraak-in-voedselzekerheid-met-
nederlandse-kennis-over-zilte-landbouw
Tester, M., & Davenport, R. (2003, april 1). Na+ Tolerance and Na+ Transport in Higher
Plants. (Oxford Academic) Opgeroepen op januari 10, 2018, van Annals of Botany:
https://academic.oup.com/aob/article/91/5/503/157102
(2013). In B. van Wanrooij, J. Bulthuis, H. van den Bunder, G. Gerits, I. Hendriks, J. Padmos,
et al., De Geo Systeem Aarde (p. 199). Amersfoort.
Verstegen, G.-J. (2017, juli 3). Texelse boeren willen wereld voeden met zilte aardappel.
Opgeroepen op september 22, 2017, van RTL Nieuws:
https://www.rtlnieuws.nl/geld-en-werk/texelse-boeren-willen-wereld-voeden-met-
zilte-aardappel
WUR. (sd). zilte landbouw; de toekomst voor Nederland. Opgeroepen op augustes 24, 2017,
van Wageningen University & Research: https://www.wur.nl/nl/Onderwijs-
Opleidingen/pws-scholieren/klimaat/Zilte-landbouw-de-toekomst-voor-
Nederland.html
Zilt Proefbedrijf. (2017). Zilt Proefbedrijf Texel. Opgeroepen op september 13, 2017, van Zilt
Proefbedrijf tested on Texel: http://www.ziltproefbedrijf.nl/zilt-proefbedrijf
30
Afbeeldingen:
Hoofdstuk 1:
afbeelding 1: Verzilting in Nederland
Grote Bosatlas (54 ed.), Noordhoff atlasproducties Groningen, pagina 46
Afbeelding 2: de golfstroom
https://www.google.nl/search?q=golfstroom&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ved=0ahUKEw
iz5eyR9N7YAhWS6qQKHRNdCAQQ_AUICigB&biw=1366&bih=635#imgrc=u8PA4TV8BgJJXM:
Hoofdstuk 2:
afbeelding 3: afbeelding van een boom met sapstromen
https://www.google.nl/search?hl=nl&tbm=isch&source=hp&biw=1366&bih=635&ei=kR1bW
tvNJ8-
RsAfrlbzADA&q=plant+schematisch&oq=plant+schematisch&gs_l=img.3..0j0i8i30k1.1296.68
44.0.7062.17.16.0.1.1.0.123.1467.10j6.16.0....0...1ac.1.64.img..0.17.1486...0i30k1j0i5i30k1.0
.gYWl53M83wM#imgrc=hHD3rzK91eqViM:
figuur 4: aardappelplant schematisch
https://www.google.nl/search?biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=QjVfWoSLLtH8kwW
elZxY&q=aardappelplant&oq=aardappelplant&gs_l=psy-
ab.3..0l9j0i30k1.538860.542836.0.543021.23.13.0.5.5.0.156.1137.7j5.12.0....0...1c.1.64.psy-
ab..8.15.1228...0i67k1j0i5i30k1j0i24k1.0.UJUqOJdyD2A#imgrc=NfC8C04MaSGv1M:
figuur 5: een wortel
https://www.google.nl/search?biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=qEJfWvfnN87UkwX
Mi4OQBQ&q=wortel+plant&oq=wortel+plant&gs_l=psy-
ab.3..0j0i7i30k1l2j0i8i30k1l2j0i24k1.34742.38037.0.38422.2.2.0.0.0.0.117.231.0j2.2.0....0...1
c.1.64.psy-ab..0.2.227...0i30k1.0.FGUv0YlV3BU#imgrc=WDxpvJ_RTnThJM:
figuur 6: de ui
https://www.google.nl/search?biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=ZENfWvXQB4fQkg
WenJ8g&q=ui+plant&oq=ui+plant&gs_l=psy-
ab.3..0j0i24k1l3.1937.4058.0.4359.6.6.0.0.0.0.536.726.1j1j5-1.3.0....0...1c.1.64.psy-
ab..3.3.724...0i30k1j0i5i30k1j0i8i30k1.0.MwzsOysMhkY#imgrc=nG5bYqCInNL6VM:
figuur 7: sla
https://www.google.nl/search?biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=aUNfWpfZFdGukwX
r25HQCQ&q=sla+plant&oq=sla+&gs_l=psy-
ab.3.0.0i67k1j0l2j0i10k1j0l6.200682.203469.0.207384.7.7.0.0.0.0.205.803.0j5j1.6.0....0...1c.
1.64.psy-ab..1.6.802....0.Qcfeh2CecSg#imgrc=26s7-ABYkmVzbM:
31
figuur 8: kool
https://www.google.nl/search?biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=4ERfWryWKYfTsAe
R9abICA&q=kool+plant&oq=kool+plant&gs_l=psy-
ab.3..0j0i10i30k1j0i5i30k1l3j0i10i24k1l2j0i24k1.3839.4746.0.4906.6.6.0.0.0.0.128.591.3j3.6.
0....0...1c.1.64.psy-
ab..0.6.583...0i67k1j0i30k1j0i8i30k1.0.Dm482SgU8OE#imgrc=qMPQjjsCm9rZlM:
figuur 9: Gerst
https://www.google.nl/search?biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=5kRfWtOLEMfCsAe
65IkY&q=gerst&oq=gerst&gs_l=psy-
ab.3..0l10.112549.114213.0.114363.14.9.0.0.0.0.110.628.6j2.8.0....0...1c.1.64.psy-
ab..8.6.538...0i10i30k1j0i5i30k1j0i10i24k1j0i24k1j0i67k1.0.5QVJze3qO-
Y#imgrc=VFrOBC0JHE-qGM:
figuur 10: tuinkers
https://www.google.nl/search?biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=WkVfWon9MJCxsAf
4hLCQAw&q=tuinkers&oq=tuinkers&gs_l=psy-
ab.3..0l10.66510.68515.0.68664.12.9.0.2.2.0.69.473.8.8.0....0...1c.1.64.psy-
ab..3.9.464...0i67k1.0.KAOUJWBPkTs#imgrc=Xw3NROuX-PaAKM:
figuur 11: venkel
https://www.google.nl/search?biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=7EVfWs_zH5KWsAf
Zy7igBA&q=venkel+plant&oq=venkel+plant&gs_l=psy-
ab.3..0j0i24k1l3.13670.14714.0.14831.6.5.0.1.1.0.75.329.5.5.0....0...1c.1.64.psy-
ab..0.6.367...0i10k1j0i8i30k1j0i10i24k1.0.4ueUHokR_-Y#imgrc=O5fjI6emzOWy9M:
figuur 12: selderij
https://www.google.nl/search?biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=PEZfWoOcFIXUsAfrr
oa4Aw&q=selderij+plant&oq=selderij+plant&gs_l=psy-
ab.3..0j0i10i24k1j0i24k1l2.1402.2169.0.2291.6.6.0.0.0.0.100.356.4j1.5.0....0...1c.1.64.psy-
ab..1.5.353...0i8i30k1.0.YF_uWYHkwDc#imgrc=RZbNKFIdaY6yLM:
Hoofdstuk 3:
afbeelding 13: dierlijke cel
https://www.google.nl/search?hl=nl&biw=1366&bih=635&tbm=isch&sa=1&ei=6BheWtCLC9
LKkgWIgZko&q=plantencel+schematisch&oq=plantencel+schematisch&gs_l=psy-
ab.3..0j0i8i30k1l3.3352.5143.0.6263.12.12.0.0.0.0.138.1320.3j9.12.0....0...1c.1.64.psy-
ab..0.12.1310...0i67k1.0.Xs3WOFJwU34#imgrc=_ioVNRT5UvisHM:
Foto’s voorblad, voorwoord, inhoudsopgave, dankwoord en hoofdstuk 4; eigen onderzoek
zijn eigen foto’s.
32
Bijlage 2: Urenverantwoording Wanneer Tijd Wat Totale tijd
23-5-2017 45 min Eerste gesprek met begeleider 45 min
3-7-2017 20 min Eerste opzet pws maken 1 uur 5 min
19-8-2017 40 min Zoeken goed pws onderwerp 1 uur 45 min
21-8-2017 1 uur Zoeken goed pws onderwerp 2 uur 45 min
22-8-2017 1 uur 30 min
Tweede gesprek met begeleider, oriënteren op onderwerpen en nadenken over eerste te nemen stappen
4 uur 15 min
24-8-2017 15 min Bronnen zoeken en lezen 4 uur 30 min
7-9-2017 30 min Hoofd en deelvragen opstellen 5 uur
9-9-2017 20 min Pws begeleider mailen, begin uitwerking praktisch onderzoek noteren
5 uur 20 min
13-9-2017 20 min Zoeken informatie 5 uur 40 min
29-9-2017 30 min Pws gesprek met begeleider 6 uur 10 min
2-10-2017 1 uur 20 min
Mail schrijven Hendrik Boekhoud verzoek hulp eigen onderzoek en eerste overleg + rapport Crop Salt tolerance lezen
7 uur 30 min
3-10-2017 10 min Mail Hendrik Boekhoud schrijven 7 uur 40 min
10-10-2017
3 uur Overleg via e-mail, opstellen eigen onderzoek
10 uur 40 min
15-10-2017
30 min Uitschrijven eigen onderzoek (voor zover dat nog niet gebeurt is) en mailen aan Willem Brandenburg en meneer van Albada
11 uur 20 min
22-11-2017
3 uur 30 min
Lezen raport Crop Salt tolerance, spullen proef verzamelen/kopen, bakjes schoonmaken en kaasdoek in stukken knippen
14 uur 50 min
23-11-2017
4 uur Opzetten eigen onderzoek + afmaken rapport Crop Salt tolerance
18 uur 50 min
24-11-2017
30 min Proef onderhouden 19 uur 20 min
25-11-2017
3 uur Proef onderhouden, schrijven voorwoord, zoutconcentraties maken, tuinkers van normaal op zout water zetten
22 uur 20 min
26-11-2017
20 min Proef onderhouden 22 uur 40 min
33
27-11-2017
20 min Proef onderhouden 23 uur
28-11-2017
20 min Proef onderhouden 23 uur 20 min
29-11-2017
20 min Proef onderhouden 23 uur 40 min
30-11-2017
50 min Proef onderhouden en venkel op zout water zetten
24 uur 30 min
1-12-2017 20 min Proef onderhouden 24 uur 50 min
2-12-2017 1 uur Proef onderhouden en planten zoeken in ‘De geïllustreerde flora’
25 uur 50 min
3-12-2017 20 min Proef onderhouden 26 uur 10 min
4-12-2017 20 min Proef onderhouden 26 uur 30 min
5-12-2017 20 min Proef onderhouden 26 uur 50 min
6-12-2017 20 min Proef onderhouden 27 uur 10 min
7-12-2017 20 min Proef onderhouden 27 uur 30 min
8-12-2017 20 min Proef onderhouden 27 uur 50 min
9-12-2017 20 min Proef onderhouden 28 uur 10 min
10-12-2017
20 min Proef onderhouden 28 uur 30 min
11-12-2017
20 min Proef onderhouden 28 uur 50 min
12-12-2017
30 min Proef onderhouden en schrijven stukje golfstroom
29 uur 20 min
13-12-2017
20 min Proef onderhouden 29 uur 40 min
14-12-2017
40 min Proef onderhouden en informatie mails Willem Brandenburg verwerken
30 uur 20 min
15-12-2017
40 min Proef onderhouden + informatie zoeken in ‘De geïllustreerde Flora’
31 uur
16-12-2017
20 min Proef onderhouden 31 uur 20 min
17-12-2017
50 min Proef onderhouden + informatie zoeken in ‘De geïllustreerde Flora’
32 uur 10 min
18-12-2017
30 min Proef onderhouden + informatie zoeken in ‘De geïllustreerde Flora’
32 uur 40 min
19-12-2017
20 min Proef onderhouden 33 uur
20-12-2017
40 min Proef onderhouden + informatie zoeken in ‘De tuin encyclopedie’
33 uur 40 min
34
21-12-2017
20 min Proef onderhouden 34 uur
22-12-2017
20 min Proef onderhouden 34 uur 20 min
23-12-2017
2 uur 30 min
Proef resultaten verzamelen en noteren. Smaaktest en foto’s maken en resultaten verwerken beginnen
36 uur 50 min
29-12-2017
1 uur Rapport ‘het zout en de pap, een verkenning bij marktexpertise naar langetermijneffecten voor zilte landbouw’ lezen
37 uur 50 min
30-12-2017
30 min Proefopzet tweede eigen onderzoek maken
38 uur 20 min
2-1-2018 50 min Opzetten tweede eigen onderzoek 39 uur 10 min
3-1-2018 40 min Tweede eigen onderzoek bijhouden, lezen de bosatlas van Nederland Waterland/De grote bosatlas 54ste druk
39 uur 50 min
4-1-2018 1 uur Tweede eigen onderzoek bijhouden en verwerking eigen onderzoek
40 uur 50 min
5-1-2018 40 min Tweede eigen onderzoek bijhouden en gegevens raport Crop Salt tolerance gemiddeldes berekenen
41 uur 30 min
6-1-2018 1 uur 10 min
Tweede eigen onderzoek bijhouden en schrijven hoofdstuk eigen onderzoek, onderzoek 1
42 uur 40 min
7-1-2018 1 uur Tweede eigen onderzoek bijhouden, inscannen kaart atlas, inleiding schrijven en zoeken bron waterstromen bodem
43 uur 40 min
8-1-2018 1 uur 15 min
Tweede eigen onderzoek bijhouden, schrijven De groei van planten, Zilte grond en aardappel
44 uur 55 min
9-1-2018 1 uur Tweede eigen onderzoek bijhouden, schrijven hoofdstuk 2, ui, kool en planten eigen onderzoek
45 uur 55 min
10-1-2018 1 uur Tweede eigen onderzoek bijhouden, bestuderen bron Na+ Tolerance and Na+ Transport in Higher Plants lezen + hoofdstuk 2 afschrijven
46 uur 55 min
11-1-2018 1 uur 30 min
Tweede eigen onderzoek bijhouden + De Geo Systeem Aarde informatie zoeken en verwerken + hoofdstuk 1 afschrijven
48 uur 25 min
12-1-2018 45 min Tweede eigen onderzoek bijhouden + lezen Na+ Tolerance and Na+ Transport
49 uur 10 min
35
in Higher Plants
13-1-2018 50 min Tweede eigen onderzoek bijhouden + schrijven hoofdstuk 3
50 uur
14-1-2018 1 uur Tweede eigen onderzoek bijhouden + schrijven conclusie en discussie + invoegen afbeeldingen planten hoofdstuk 2
51 uur
15-1-2018 30 min Tweede eigen onderzoek bijhouden + toevoegen foto’s eigen onderzoek aan verslag
51 uur 30 min
16-1-2018 1 uur 30 min
Tweede eigen onderzoek afbreken + verwerken + bronvermelding controleren en schrijven samenvatting and sumary
53 uur
17-1-2018 2 uur 30 min
Tekst controleren en verbeteren, afspraak maken printen en inbinden
55 uur 30 min
36
Bijlage 3: kaart Nederland Verzilting