ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

62
ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie 1 BETEKENIS VAN ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE De nieuwe (jonge) maan op de derde dag van zijn zichtbaarheid Foto van ‘The Southern Sky’ van David Reidy & Ken Wallace Alle rechten voorbehouden. (WERKDOCUMENT DECEMBER 2010)

description

Wat is de probleemstelling van dit lange gedeelte waarvan het grote aandeel slechts een lijst is van Bijbelse beeldspraak en de uitleg ervan? Het gaat om de vraag wat de betekenis mag zijn van de begrippen; zon, maan en sterren in enkele Bijbelse profetische uitspraken. Twee ervan zijn deze; Joël 2:28-32 en Handelingen 2:15-21.

Transcript of ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

Page 1: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

1

BETEKENIS VAN

ZON, MAAN EN STERREN

IN BIJBELPROFETIE

De nieuwe (jonge) maan op de derde dag van zijn zichtbaarheid Foto van ‘The Southern Sky’ van David Reidy & Ken Wallace

Alle rechten voorbehouden. (WERKDOCUMENT DECEMBER 2010)

Page 2: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

2

Boven: een totale zonsverduistering, 29 maart 2006 Midden: Sterrenstelsel Bolhoop M13

Onder: een maansverduistering, 8/9 november 2003

Page 3: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

3

BETEKENIS VAN HEMELLICHAMEN IN BIJBELPROFETIE

Hoofdstuk I

Wat is de probleemstelling van dit lange gedeelte waarvan het grote aandeel slechts een

lijst is van Bijbelse beeldspraak en de uitleg ervan? Het gaat om de vraag wat de betekenis mag zijn van de begrippen; zon, maan en sterren in enkele Bijbelse profetische uitspraken. Twee ervan zijn deze; Joël 2:28-32 en Handelingen 2:15-21. Dit zijn ze! Joël 2:28-32, leest volgens de NBG vertaling als volgt (bovenaan staat het kopje, De dag des HEREN): ”Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten. Ik zal wonderen geven in de hemel en op de aarde, bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. En het zal geschieden, dat ieder die de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die de HERE zal roepen.” En dit is de vervulling in Handelingen 2:15-21 NBG vertaling: ”Want deze mensen zijn niet dronken, zoals gij veronderstelt, want het is het derde uur van de dag; maar dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen: ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm.” De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige dag des Heren komt. En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden.” Gaat het hier behalve dat de Heilige Geest werkzaam is, ook nog om zonsverduisteringen of maansverduisteringen, dat zijn namelijk tekenen aan de hemel? Wat zijn dat voor fenomenen? Hier onder van http://www.urania.be/ (in 2006) enkele definities en illustraties om het te verduidelijken. ”Zonsverduisteringen De term ”zonsverduistering” is ongelukkig gekozen omdat er eigenlijk niets verduisterd wordt: beter zou zijn ”zonsbedekking” of ”maanovergang”. De traditie heeft echter ook haar rechten, en die zullen we hier respecteren.”

”Maansverduisteringen Een maansverduistering is geen bedekking of overgang, maar een échte verduistering: de zichtbaarheid van de maan vermindert omdat de maan in de schaduw van de aarde terechtkomt.

Page 4: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

4

Het betreft dus een "objectief" verschijnsel dat niet afhankelijk is van de positie van de waarnemer. Iedereen die de maan ziet op het ogenblik van een maansverduistering, kan dit fenomeen vaststellen.”

Hier onder van http://www.dekoepel.nl/zenit/eclipsweb/verslag2006.html (in 2006)

”Foto's 29 maart 2006

Op woensdag 29 maart was er in onder meer Libië, Egypte en Turkije een totale zonsverduistering te zien.”

”Bettie Groenendijk uit Haarlem kwam ogen tekort tijdens de eclips in Turkije (zij was ongeveer 25 km buiten Antalya). Desondanks maakte zij onder meer deze foto van de verduisterde zon, met een digitale camera (Konica Minolta Z5, digitale zoom ingeschakeld).”

”Deze foto is kort voor de totaliteit

gemaakt door Carl Derks uit

Enschede. Locatie, het kan bijna

niet anders: Side, Turkije.”

Hieronder van http://www.lejac.nl/moonpage.html (in 2006)

Page 5: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

5

Maanverduistering van 8/9 november 2003

U merkt wel op dat er iets is dat gelijkenis vertoont met wat de profetie en de vervulling van Joel 2:28-32 en Handelingen 2:15-21 beschrijven; ”De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt.” Bij elke zonsverduistering is de zon duister, soms geheel zwart geworden met een witte ring rondom. Bij wel één op vijf maansverduisteringen is de maan rood en dat is afhankelijk van de weergesteldheid. Een keer, soms tweemaal (uitzonderlijk drie maal) per jaar vindt er een zonsverduistering plaats, veelal voorafgegaan of gevolgd (uitzonderlijk beide) door een maanverduistering. Als het om drie zons- of maanverduisteringen gaat, zijn er altijd twee vlak na elkaar. In 2005 was er een zonsverduistering op 8 april. De maanverduistering die er op volgde, vond plaats op 24 april. Zijn zonsverduisteringen of maansverduisteringen, de tekenen aan de hemel waarover onze teksten - Joel 2:28-32 en Handelingen 2:15-21 - het hebben? Dan zijn er wel al duizend en meer vervullingen geweest! Of is het nog wat anders? Zijn het de werkelijke fenomenen die de vervulling zijn? Dan is er telken male zoiets gebeurd aan de hemel een teken dat het einde nabij is, dat: ”de grote en geduchte dag des HEREN komt.” Dat is natuurlijk niet onmogelijk als uitleg want op dezelfde wijze verklaren we telkens er een regenboog verschijnt, dat God zijn belofte trouw is en er géén zondvloed op komst is. Zelf geloof ik echter niet dat dit de goede uitleg is. Ook zij die geloven in de leer van de bedelingen aanvaarden die uitleg niet. We zoeken dus naar een andere uitleg voor die teksten. LETTERLIJKHEID OF TEKENEN (1) Ik vermoed dat die betekenis van letterlijke zonsverduisteringen of maansverduisteringen in de twee teksten niet echt overkomt. Er zijn teveel letterlijke verduistreringen in één jaar om een echt TEKEN te zijn. In Lucas 8:10 lezen we: ”En Hij zeide: U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen, maar aan de anderen (worden zij gepredikt) in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien en horende niet begrijpen.” Ik vermoed dat vele van de apocalyptische profetieën ook een soort gelijkenis zijn, maar dan een tekengelijkenis. Profetieën werden veelal door profeten gegeven die zich bevonden in een vijandige omgeving (want het volk had de pest aan profeten) of zelfs een vreemd land (Daniël). Dat God de profetieën in symbolen verhult is een reden om de boodschapper en zijn boodschappen te beschermen. Het is duidelijk

Page 6: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

6

aangegeven in Openbaring dat het boek in TEKENEN is geschreven. In de aanhef staat: ”Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden, en welke Hij door de zending van zijn engel aan zijn dienstknecht Johannes heeft te kennen gegeven” Openbaring 1:1. In Openbaring 1:1 / 4:1 / 17:1 / 21:9 is het begrip ”deiknuo” (Strong’s nummer 1166) gebruikt. Volgens Vine’s dictionary heeft het te maken met drie zaken waarvan de laatste twee een metaforische (symbolische) zin hebben. Het is gebruikt: (a) ”tonen, laten zien” zoals in Mat.4:8 / 8:4 / Joh.5:20 / 20:20 / 1 Tim.6:15 (b) ”tonen door bekend te maken” Mat.16:21 / Luc.24:40 / Joh.14:8,9 / Hand.10:28 / 1 Cor.12:31 / Opb.1:1 / 4:1 / 22:6 / (c) ”tonen als een bewijs” Jac.2:18 / 3:13. Wat is een teken? Een kleine nota over het begrip ”teken” in het OT. Dat is het woord ”mopheth”. In het algemeen gesproken is een teken een aanwijzing waardoor iets gekend wordt (Gen.1:14 / Jozua 2:12). Het kan letterlijk een teken zijn zoals o.a. de wonderen die werden gedaan door Mozes (God) bij de uittocht uit Egypte (Ex.4:21 / 7:3,9 / 11:9,10). (Of een wonder = teken in het NT. = Marc.8:11 / 1 Cor.14:22.) Maar ook een mens kan als een teken zijn (Ezech.12:6,11 / 24:24,27). Of een situatie kan een teken zijn en zinne-beeld van iets anders (1 Kon.13:3.5 / 2 Kron.32:24,31). Het kan als een herinnering zijn, een monument of iets dergelijks (Gen.12:17 / 17:11 / Ex.13:9). Het is soms een aanwijzing van iets dat nog komt in de werkelijkheid (Jes.7:14 / Ezech.4:3 / 2 Kon.19:29). In de Openbaring van Johannes is het woord ”semeion” (teken) gebruikt in Opb.12:1,3 / 13:13,14 / 15:1 / 16:14 / 19:20. Vooral belangrijk is het feit dat de uitdrukking ”teken” soms ook in verband met personen is gebruikt (Jes.8:18 / 7:14 / Luc.11:30 / 2:34). Het teken van de vrouw in Openbaring 12 is een ”groot teken” (= Grieks ”semeion megas”). Dat van de draak is slechts ”een ander teken” (= Grieks ”allo semeion”), dus duidelijk van een andere soort dan het eerste teken. En een korte opmerking. ”Teken” heeft in het N.T. steeds te maken met het goddelijke plan van redding van de mensheid met slechts één uitzondering namelijk Rom.4:11. In Openbaring 12 is een vrouw beschreven, maar het is géén letterlijke vrouw. Ze is niet echt bekleed met de zon, maan en sterren, en dat wijst allemaal op een geestelijk iets. Als deze vrouw letterlijk de zon, de maan en 12 sterren draagt moet ze gigantisch groot zijn. In een ’Openbaring Bijbellezing’ door Dato Steenhuis, een boegbeeld van de leer van de bedelingen in Nederland, gegeven op 13 oktober 2002 zegt hij over het hoofdstuk 12 van Openbaring. ”Maar het is zo super dat je hier ontdekt dat er een groot teken in de hemel is en een vrouw zichtbaar wordt. De heerlijkheid van het licht van de zon, de maan onder haar voeten, krans van 12 sterren op haar hoofd. Lieve broeders en zusters, u moet eens even denken aan Israël. Want daarover gaat het in dit hoofdstuk. Israël, het getuigenis van God op aarde. Vrouw van God genoemd, Hosea, andere plaatsen, Hooglied. En ze wordt hier gezien als buitengewoon verlicht door de zon en in de donkerte toch licht weerkaatsend, maan. En een krans van 12 sterren, dat zijn die 12 aartsvaders die uit haar zijn voortgekomen en die een hele bijzondere plaats zullen krijgen zegt de bijbel. U ziet hier dus eigenlijk een illustratie van het volk Israël. Maar Israël, op het punt om iets bijzonders voort te brengen. Ze is zwanger, en ze is bezig, bijna, om een mannelijk wezen te baren. U begrijpt nu wat Paulus zei in Rom. 9 en zo: "Uit hen is wat het vlees betreft de Christus", ziet u het. Ziet u als het ware dit hele tafereel voor u. Een vrouw die op het punt staat om een mannelijk wezen te baren” (wij onderstrepen). We gaan niet in op deze uitleg, die trouwens de onze niet is, maar wijzen erop dat hier geen letterlijke sterren gezien worden door Dato Steenhuis maar symbolische. Dat ter illustratie dat men in de kringen van de leer van de bedelingen niet alles letterlijk neemt. Maar ze schermen met dat argument wanneer reformatorische christenen aangevallen worden alles niet letterlijk te bekijken. We kunnen nog tientallen voorbeelden als deze geven.

Page 7: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

7

Over het begrip ”teken” geven we enkele voorbeelden uit het boek Openbaring, wanneer bepaalde zaken uitgelegd worden door iemand over wat er geschied op symbolisch gebied. Zeer klassiek is het wanneer ”dit” symbool = ”dat” in werkelijkheid.

* Opb.1:20: ”Het geheimenis der zeven sterren, die gij gezien hebt in mijn rechterhand, en de zeven gouden kandelaren: DE zeven sterren ZIJN de engelen der zeven gemeenten, en DE kandelaren ZIJN de zeven gemeenten” (spreker: Christus). * Opb.4:5b: ”En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; DIT ZIJN de zeven Geesten Gods” (spreker: Johannes). * Opb.5:8: ”En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; DIT ZIJN de gebeden der heiligen” (spreker: Johannes). * Opb.5:6: ”En ik zag in het midden van de troon en van de vier dieren en te midden der oudsten een lam staan, als geslacht, met zeven horens en zeven ogen; DIT ZIJN de zeven Geesten Gods, uitgezonden over de gehele aarde” (spreker: Johannes). * Opb.7:14: ”En ik sprak tot hem: Mijn heer, gíj weet het. En hij zeide tot mij: DEZEN ZIJN het, die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams” (spreker: een ouderling). * Opb.16:13,14: ”En ik zag uit de bek van de draak en uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen; want HET ZIJN geesten van duivelen, die tekenen doen, welke uitgaan naar de koningen der gehele wereld, om hen te verzamelen tot de oorlog op de grote dag van de almachtige God” (spreker: Johannes). * Opb.17:8: ”Hier is het verstand dat wijsheid geeft: DE zeven koppen ZIJN zeven bergen, waarop de vrouw gezeten is. Ook zijn het zeven koningen” (spreker: een engel). * Opb.19:8,9: ”en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen. En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zij, die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal des Lams. En hij zeide tot mij: DIT ZIJN de waarachtige woorden van God” (spreker: engelen). * Opb.20:2 ”en hij greep de draak, - de oude slang - , DAT IS de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren” (spreker: Johannes). * Opb.20:14 ”En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. DAT IS de tweede dood: de poel des vuurs”(spreker: Johannes). * Opb.21:8: ”Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars – hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: DIT IS de tweede dood” (spreker: God). * Opb.21:8: ”En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. DAT IS de tweede dood: de poel des vuurs” (spreker: een engel).

HET BEGRIP SYMBOOL [LETTERLIJKHEID OF TEKENEN] (2)

Page 8: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

8

Het woord ”symbool” komt van het Griekse ”sum-balein” dat samen-brengen betekent. Letterlijk gaat het om het samenbrengen van de twee helften van een eerder gebroken scherf. Wanneer een contract afgesloten werd was het de gewoonte dat de beide partijen één van beide scherfhelften overhandigd kreeg als herkenningsteken (sym-bolon). De breuklijn van zo iets is zo uniek, een scherf kan onmogelijk nagebootst en vervalst worden. De stukken waren dus een juridisch bewijs van het gesloten contract. Later was een symbool, een ”teken” van iets. Het is een wezen (mens of dier) of een voorwerp dat een abstract begrip voorstelt of verbeeldt (uitbeeldt). Hier zijn er twee definities van. De benedictijnerpater Bruno Van Havere geeft in zijn boek ’Het Zinnebeeld in de Kristelijke Kunst’ de volgende definitie voor symbolen: ”Symbolen zijn voorstellingen van het onvergankelijke in zinnelijk waarneembare vormen; het één en het ander is in een <samengeworpen> met elkander, door gedachte-eenheid versmolten. Symbolen zijn feitelijk omgezette vergelijkingen. Ze ontstaan door overdracht van zinnelijke, concrete voorstellingen op het abstracte door het brengen van uitwendige vergelijkingspunten tot inwendige abstracte identiteit. De symboliek is een beeldschrift, een tekentaal” (B. VAN HAVERE, ’Zinnebeeld in de Christelijke Kunst,’ St.Pieter en Paulusabdij, 1935).

Prof. Dr. J. M. Timmers geeft in zijn boek ’Symboliek en Iconografie’ de volgende definitie: ”... een symbool is een begrip, of de voorstelling daarvan, dat, een ander begrip vervangende, voor de waarnemende geest dit vervangend begrip samenvat” (J.J.M. TIMMERS, ’Symboliek en Iconographie’, Romen en Zn., 1947).

Vader Cyrille ARGENTI, een Grieks Orthodox theoloog, sprak een mooie lezing uit met

de titel ‘De betekenis van het symbool in de Orthodoxe liturgie.’ O. Arnaud heeft nota’s genomen en we citeren er wat uit: “De bestaande samenhang tussen symbool en gesymboliseerde werkelijkheid is volledig met het verstand te begrijpen, omdat het zelfbewust door de mens is gekozen. Dit verklaart waarom het profane symbool snel verandert. Dit is niet het geval met de christelijke symbolen, die dikwijls moeilijk te verklaren zijn. Hun interpretaties zijn zelfs in verschillende gevallen tegenstrijdig. Men zegt bijvoorbeeld dikwijls tot orthodoxen : “Wanneer jullie de liturgie celebreren , weten jullie zelf niet wat je aan het doen bent”, en dikwijls is dit de waarheid. Men kan zelfs zeggen , dat het goed is dat het zo is, want als we celebreren en ons van symbolen bedienen, en als we perfect zouden weten wat we aan het doen zijn, dan zou men in het geheel geen nood meer hebben aan symbolen. Wanner wij het aangeduide symbool perfect zouden kennen en begrijpen, dan zou het symbool nutteloos zijn. Welnu, het christelijk symbool toont zich als een gegeven van de Openbaring, want haar oorsprong is altijd bijbels. De voorgestelde realiteit is ons onbekend, maar wordt geleidelijkaan geopenbaard doorheen het symbool. Het is de taal van God die ons langzaamaan inwijdt in een realiteit die we niet kennen, die ons een wereld leert kennen waarvan het symbool in zekere zin de schaduw is. Het lijkt erop dat er hier een platonische weerklank is in te vinden. Dat kan waar zijn, maar de oorsprong van de bijbelse symbolen is goddelijk, zij gaat terug op Mozes en niet op Plato. Het gaat hier niet om ideeën, maar om existenties. Datgene wat gesymboliseerd wordt, zijn de daden van God zelf, van de Levende Personen van de Drieeenheid, en geen ideeën, concepten. De oorsprong is altijd terug te vinden in het woord van God zelf, bevestigd door de Heilige-Geest. Deze Geest laat ons geleidelijk het verband zien dat er bestaat tussen het symbool en de aangeduide realiteit, in deze zin, dat het uiteindelijk één zal worden met deze realiteit. Deze gedachte kan geïllustreerd worden met vier voorbeelden, waarin een geleidelijke identificatie van het symbool en de realiteit wordt gesymboliseerd.” Zie: http://orthodoxe-kerk-gent.skynetblogs.be/archive-week/2007-33 Voor de duidelijkheid, hieronder een reeks symbolen uit het verkeer. Wie goed zijn code kent kan er ook naar handelen zonder zichzelf of anderen in de problemen te brengen. Men weet waar men zich moet aan houden. Zo ook in de symboliek van de Bijbel. Kennis van de symbolen is onontbeerlijk of je gaat dingen lezen en uitleggen die er niet zijn.

Page 9: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

9

Ook met dit beeld hieronder zullen de meeste geen enkel probleem hebben: symbolen uit het boek van de profeet Daniël. Daar staat symboliek centraal! Waarom zou dat niet het geval zijn

met het boek Openbaring?

LEEUW = BABYLON

BEER = MEDO-PERZIË

LUIPAARD = GRIEKENLAND

4DE BEEST = ROME

SYMBOOLTAAL Als we het probleem van symbolische Bijbeluitleg aanpakken zijn er regels na te volgen: Jesaja 5:20: ”Wee hun die het kwade goed noemen en het goede kwaad; die

duisternis voorstellen als licht en licht als duisternis; die bitter doen doorgaan voor zoet en zoet voor bitter.”

Exodus 32:8: ”Zij hebben zich gehaast om af te wijken van de weg die Ik hun

geboden had; zij hebben zich een gegoten kalf gemaakt, waarvoor zij zich hebben nedergebogen en waaraan zij geofferd hebben, terwijl zij zeiden: dit is uw god, Israël, die u uit het land Egypte heeft gevoerd.”

In welke mate is profetie symbooltaal? We citeren een klein gedeelte uit een prachtig

artikel van het Internet, een schrijven van Tjerk W. Muller ’Heeft Hal Lindsey gelijk?’ ter illustratie van letterlijkheid en beeldspraak in de Bijbel (© Tjerk W. Muller, Rijswijk, 2001).

Page 10: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

10

”Ik denk dat het criterium van letterlijkheid zoals schrijvers als Hal Lindsey, Feike ter Velde en Tim La Haye die voorstaan meer te maken hebben met een modernistische levensbeschouwing en met een fundamenteel onbegrip van bijbelse waarheden dan met inzicht in Schriftuurlijke principes van uitleg. Laten we eens kijken naar de wijze waarop het Nieuw-Testament de profetie toepassen. Dan zullen we het verschil met de methode van Lindsey cum suis zien. Ik wil twee voorbeelden geven van hoe de Bijbel met profetie omgaat: In het evangelie volgens Mattheüs, hoofdstuk 2:15 was er geprofeteerd over Jezus dat hij uit Egypte zou komen. Dit baseert de evangelist op de Bijbelplaats: "Uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen" We vinden deze tekst in Hosea 11:1 waar we kunnen lezen: "Toen Israël een kind was, toen heb Ik hem lief gehad en Ik heb mijn zoon uit Egypte geroepen". De tekst die het Mattheüsevangelie betrekt op Jezus handelde oorspronkelijk over het volk Israël. Tenzij we er vanuit gaan dat de evangelist zijn tekst niet goed gelezen had, moeten we concluderen dat hij profetieën niet 'letterlijk' toepaste, maar met grote creativiteit het profetische Woord op zijn actuele vragen betrok. Een ander voorbeeld vinden we in Handelingen 2:16-17, waar we de eerste Pinksterdag geschilderd vinden. Petrus zegt in verweer tegen degenen die hem en zijn broeders bespotten dat zij dronken zijn, dat dit allesbehalve het geval is "Maar dit is het, wat is gesproken door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen zegt God, Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees (...) En ik zal wonderen geven in de hemel boven, en tekenen op de aarde beneden, bloed en vuur, en rookdamp. De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des Heeren komt". We weten dat dit nooit precies daadwerkelijk zo plaatsgevonden heeft, zoals Petrus het citeert. Had hij ongelijk? Of past hij de profetie een stuk minder letterlijk toe dan Hal Lindsey en de zijnen het zouden willen hebben? De wereld is niet vergaan op de eerste Pinksterdag. Er is geen vuur uit de hemel gekomen, en de zon werd niet verduisterd. Welnu, tenzij Petrus een andere manier van omgang had met de profetie dan Hal Lindsey heeft, heeft hij zich deerlijk vergist.” (...) Pas wie de Schriften door zich heen heeft trekken, en beelden en betekenissen moeiteloos op elkaar kan betrekken krijgt gevoel voor wat apocalyptische boeken als Daniël en Openbaring eigenlijk willen zeggen. Het helpt ook als men iets afweet van beelden zoals die in de tijd waarin een boek geschreven werd, gangbaar waren. Hierboven werd al melding gemaakt van de betekenis die het woord 'zee' in het Oud Oosters taalgebruik heeft, als chaotische, demonische, bedreigende macht. Tevens werd aangestipt welke rol de slang of zeedraak in de Oud-Oosterse mythologie heeft. De schrijver van het boek Openbaring bijvoorbeeld heeft weet van de rol die dergelijke beelden in de boeken van de Bijbel vervullen. Niet voor niets spreekt Openbaring over het beest uit de zee (Op.13:1). En het verrast ons evenmin als we in Openbaring 12:7 de archetype van de draak tegenkomen. Openbaring, door velen ervaren als het moeilijkste boek van de Bijbel, is goed materiaal om feeling te krijgen met apocalyptisch taalgebruik. Het valt moeilijk te ontkennen dat Openbaring een boek vol symbolen is. Wie dat wil ontkennen zal in onmogelijke absurditeiten en tegenstrijdigheden vallen. Zo wordt in Openbaring 5:6-14 gesproken over de Heer, Jezus Christus als over het geslachte Lam. Dit roept het beeld op van een ritueel geslacht offerdier. Wie alles in de Bijbel en in apocalyptische teksten letterlijk wil nemen, loopt hier tegen het probleem aan dat een boek als Openbaring ongedwongen gebruik maakt van symbolen. Of wil men soms beweren dat God Jezus op een bepaald tijdstip in de toekomst zal veranderen in een schaapachtige? Natuurlijk niet; het is overduidelijk een symbool. En wanneer we in Openbaring 12 een vrouw tegenkomen met een krans van 12 sterren om haar hoofd die de woestijn in vlucht, dan is duidelijk dat het hier niet om een realistische voorstelling van een vrouw gaat, maar om een symbool voor het verbondsvolk, waarbij de 12 sterren de twaalf stammen en twaalf apostelen voorstellen. De betekenis van een symbool is er niet één waar allerlei fantastische ideeën in kunnen worden gelezen, zoals sommigen beweren. Dan verwart men de uitleg van symbolen met allegorie. Symbolen zijn aan strikte culturele conventies gebonden. Wie zijn geliefde een roos noemt bedoelt daar niet mee dat zij zo stekelig is als een roos, maar dat hij haar lief heeft, dat zij sierlijk en mooi is, vol kleur en leven. Dat is de stilzwijgende afspraak binnen onze cultuur, een afspraak die door dichters en verliefde mensen wordt bekrachtigd.

Page 11: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

11

De schrijver van Openbaring is doordrongen van bijbelse beelden en hun doorwerking van de geschiedenis van Gods volk. Zo stelt hij een volgorde van 7 plagen als parallel met de 10 plagen die de Egyptenaren ondergingen. Hij beschrijft hoe hij een boekje opeet, zoals eens de profeet Ezechiël. Hij beschrijft de Heer Jezus Christus in termen van engelen zoals Daniël die zag. Hij beschrijft een geestelijke plaag van demonische geesten in de termen van een sprinkhanenplaag zoals de profeten die soms beschreven. De lezer die thuis wordt geacht te zijn in de bedoeling van Bijbelse beelden, weet dit, herkent dit in mijmert erop, wat dit betekent. De rechtvaardige heeft plezier in Gods Woord en overpeinst dit dag en nacht.” J. J. van Es heeft in ’Spreken over God: letterlijk of figuurlijk?’, Rodopi, 1979 voor ons geïllustreerd wat het spreken in symbolen voorstelt in het bijbellezen. Hij zegt: ”Om auto te kunnen rijden moet ik een zekere kennis bezitten omtrent de koppeling. Dat is niet noodzakelijk de kennis die de monteur heeft van haar werking, het materiaal waaruit zij vervaardigd is, etc. Mijn kennis van de koppeling moet zodanig zijn, dat ik in het verkeer de koppeling op de juiste manier kan bedienen. Maar nu gaat er iets mis. De koppeling doet het niet meer. Nu is de enige helderheid over de werking van dat apparaat wel van belang. Iets analoogs doet zich voor, wanneer er in het gebruik van de taal iets verkeerd gaat. Voelt men zich goed tot redelijk thuis in God-talk, ”doet” deze taal het nog, dan is bezinning op de aard en de werking van God-talk misschien boeiend, soms verrijkend en stimulerend, voor het creatief gebruik van godsdienstige taal is zij niet onontbeerlijk. Zolang wij ons in het spreken van God-talk wel bevinden, gaan de voor-vragen over God-talk slechts logisch aan ons spreken vooraf. Staan wij echter buiten deze God-talk, onmachtig erin te komen, dan zijn deze voorvragen niet alleen logisch, maar ook chronologisch eerder dan vragen in God-talk. Wij hebben dan eerst een enigermate bevredigend antwoord op die vragen nodig voor wij ons (weer) aan de activiteit die God-talk is, kunnen wijden.” En we mogen dat gerust in gedachten houden wanneer er profetisch gesproken word in de Bijbel.

We vonden op het Internet een gedeeltelijke vertaling van hoofdstuk 3 uit ‘Le message initiatique des cathédrales’ [= ‘De inwijdingsboodschap van de Kathedralen’] van Christian Jacq. Grotendeels vanuit filosofisch oogpunt, maar dit leek ons toch een goede opmerking voor wat we bespreken. “5. Symbolisme, een wijze van denken

Het symbolisme is niet een aanhangsel van het mentale, een soort vermakelijk en nutteloos uitgroeisel van de rede. Het is een universele methode van reflectie; haar coherentie, al is ze onbekend in onze tijd, wordt bevestigd wanneer men deze methode in praktijk brengt. Het rationalisme, dat alle andere manieren om het leven te benaderen afwijst, is uiterst recent in het westen. Ongetwijfeld waren de uitgangspunten van de beschrijvende, analytische methode al aanwezig in het oude Griekenland, maar er leefde gelijktijdig een mythisch denken. In de Renaissance hebben ‘scientisten’ <wetenschappers> na vele eeuwen meer en meer de analyse aan hun cultuur opgelegd en de neiging tot symboliek verworpen, die niettemin was blijven voortbestaan. In onze tijd maakt zij met steeds groeiende kracht een opstanding door. Mensen met een zuiver discursieve mentaliteit zien dit als een geestelijk teruggang, een ontaarding die vijandig staat tegenover vooruitgang.

Integendeel, het is tijd om een meer levende opvatting terug te vinden, die zowel diep menselijk als werkelijk transcendent was, - om een spiritualiteit terug te vinden, die de mens tot bloei doet komen en hem vrij maakt. Het Westen begint te ontwaken uit de lange nacht die volgde op de grote helderheid van de Middeleeuwen. Het symbolisme is niet zozeer een studieobject als wel een manier om te denken en te leven. De lezer zal al verderlezend oordelen; hij zal (in dit boek) zien of de weg van de kathedralen een weg is tot zijn eigen realisatie.” VKIE feb. 2007 vert. Ronald Engelse

Page 12: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

12

Hoofdstuk II

BEKIJKEN WE EENS ENKELE TEKSTEN

”Sterren vallen” en de ”Hemelen worden geschud” = symbooltaal [1] Jesaja 13:9-13: ”Zie, de dag des HEREN komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om de aarde tot een woestenij te maken en haar zondaars van haar te verdelgen. Want de sterren en de sterrenbeelden des hemels doen hun licht niet stralen, de zon is bij haar opgang verduisterd en de maan laat haar licht niet schijnen. Dan zal ik aan de wereld het kwaad bezoeken en aan de goddelozen hun ongerechtigheid, en Ik zal de trots der overmoedigen doen ophouden en de hoogmoed der geweldenaars vernederen. Ik zal de stervelingen zeldzamer maken dan gelouterd goud en de mensen dan fijn goud van Ofir. Daarom zal Ik de hemel doen wankelen en de aarde zal bevend van haar plaats wijken door de verbolgenheid van de HERE der heerscharen, ten dage van zijn brandende toorn.” Wij citeren van Chuck Smith, een dispensationalist over dit hoofdstuk 13 van Jesaja (C2000 Series) gevonden op de BlueLetterBible Internetsite: ”Nu we ons richten op hoofdstuk 13 waar Jesaja spreekt over de straf over Babylon, moeten we nog eens herhalen, dat zoals we al hebben opgemerkt vele voorspellingen van Jesaja een nabije en een latere vervulling hebben. De profetieën waren een soort tweesnijdend zwaard gezien ze een onmiddellijke vervulling hadden maar meestal ook een veel latere. Zo ook het zevende hoofdstuk wanneer er staat: ”Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven” (Jesaja 7:14). Daar was een rechtstreeks verband van een kind dat werd geboren in die dagen. Dat kind zou voordat hij oud was de val van de koningen zien en de vernietiging door Samaria en Syrië. De verdere profetie verwees naar Christus, geboren uit de maagd Maria zoals de interpretatie is van Mattheüs.” Een dergelijke interpretatie van het profetische woord is verwerpelijk. De reden is zeer eenvoudig: wanneer profetie zo moet uitgelegd worden heeft profetie haar betekenis verloren. Niemand krijgt het toch in zijn hoofd om Jezus twee maal te laten geboren worden uit een maagd? Of laat Hem tweemaal sterven en tweemaal opstaan uit de dood! Er zijn veel letterlijke vervullingen: in het Oude Testament staat de profetie, in het Nieuwe Testament verkondigen profeten de vervulling. Dit zijn enkele voorbeelden over Jezus:

Hij zou geboren worden uit een maagd, Jes.7:14, wat Mattheüs zegt vervuld te zijn in Maria, Mat.1:22, 23 en Lucas 1:27 bevestigen dat.

Een afstammeling van Abraham (Genesis 12:1-3 / 22:18 / Mattheüs 1:1 / Galaten 3:16) Hij zou uit Juda voortkomen, Gen. 49:8-10. Onze Heer is uit Juda, Heb.7:14. Hij is de

Leeuw uit Juda's stam, Opb.5:5. Hij zou het zaad van David zijn, 2 Samuël 7:12-16 / Jer.23:5. Is vervuld volgens 2 Tim.2:8. Hij zou uit Bethlehem voortkomen, Mich. 5:1. Mattheus ziet dit vervuld in 2:5, 6. Het doden van de baby's door Herodus (Jeremia 31:15 / Mattheüs 2:16-18) Hij zou uit Egypte geroepen worden, Hos.11:1. Dat is waarheen Jozef vluchtte met Maria

en kind, Mat.2:13-15.

Page 13: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

13

Zou wonderen verrichten (Jesaja 35:5-6 / Mattheüs 9:35) Zou goed nieuws prediken (Jesaja 61:1 / Lucas 4:14-21) Zou in Galilea prediken (Jesaja 9:1 / Mattheüs 4:12-16) Zou de Tempel zuiveren (Maleachi 3:1 / Mattheüs 21:12-13) Zou Jeruzalem als koning op een ezel binnengaan (Zacharia 9:9 / Mattheüs 21:4-9) Zou door de Joden worden afgewezen (Psalm 118:22 / 1 Petrus 2:7) Stierf een vernederende dood (Psalm 22 / Jesaja 53) met deze details:

a. afwijzing (Jesaja 53:3 / Johannes 1:10,11 / 7:5,48) b. verraden door een vriend (Psalm 41:9 / Lucas 22:3-4 / Johannes 13:18) c. verkocht voor 30 zilverstukken (Zacharia 11:12 / Mattheüs 26:14-15) d. zweeg tegen Zijn aanklagers (Jesaja 53:7 / Mattheüs 27:12-14) e. werd bespot (Psalm 22: 7-8 / Mattheüs 27:31) f. geslagen (Jesaja 52:14 / Mattheüs 27:26) g. bespuugd (Jesaja 50:6 / Mattheüs 27:30) h. Zijn handen en voeten werden doorboord (Psalm 22:16 / Mattheüs 27:31) i. werd met dieven gekruisigd (Jesaja 53:12 / Mattheüs 27:38) j. bad voor Zijn vervolgers (Jesaja 53:12 / Lucas 23:34) k. Zijn zij werd doorboord (Zacharia 12:10 / Johannes 19:34) l. kreeg gal en azijn te drinken (Psalm 69:21, Mattheüs 27:34, Lucas 23:36) m. geen gebroken botten (Psalm 34:20 / Johannes 19:32-36) n. begraven in de graftombe van een rijk mens (Jesaja 53:9 / Mattheüs 27:57-60) o. er werd om Zijn kleren geloot (Psalm 22:18 / Johannes 19:23,24)

Zou uit de dood opstaan! (Psalm 16:10 / Marcus 16:6 / Handelingen 2:31) Steeg op naar de Hemel (Psalm 68:18 / Handelingen 1:9) Zou aan de rechterhand van God zitten (Psalm 110:1 / Hebreeën 1:3)

Maar er zijn ook geestelijke vervullingen:

Jezus, zou Immanuël moeten heten, Jes.7:14. De engel zegt tot Jozef de Zoon, die Maria baren zou, aldus te noemen, Mat.1:23. Niemand noemde Hem ooit zo.

Zijn voorloper Johannes de Doper was de stem van een roepende in de woestijn, Jes.40:3. In de woestijn, in een letterlijke, Mat.3:3 / Joh.1:23. Maar ook een ”figuurlijke” aangezien hij Israël moet oproepen zich geestelijk te zuiveren zodat ze de komst van de Messias niet in zondigheid geschied.

Op Hem zou de Geest des Heren rusten, Jes.11:2. Dit rusten is figuurlijke taal, beeldspraak. Maar dit sluit niet in, dat de Geest op een ander dan Christus zou rusten. Hij bleef op Hem, Luc.4:1 / Mat.3:16.

De eerste Messiaanse profetie uit de Schrift staat in Gen.3:15 en is niet letterlijk vervuld geworden. Het zaad van de vrouw, de Verlosser, zal de slang niet letterlijk het hoofd indrukken, maar wel figuurlijk.

Wat met Jona is geschied zal ook aan Jezus geschieden; drie dagen dood zijn. De betekenis is echter niet dezelfde (Mat.12:40 / Jona 1:17). Jezus, was werkelijk dood, Jona was niet dood maar zat levend in de vis. Jona was slechts in geestelijke zin dood voor Gods werk.

Jezus voorzegt dat wie zijn discipel wil worden het lichte juk van de Heer moet opnemen. Dat is toch geen letterlijk juk? (Zie Mat.11:28,29).

De val van Babylon is beschreven als sterren en constelaties die uiteenvallen en geen licht meer geven, zon en maan zijn verduisterd. Dit is een oordeel van ”de dag van YaHWeH” volgens vers 6. Maar ook dit is Gods woord, Babylon is ook de hand in de uitvoering van Gods wraak over Israël: ”zie, Ik laat alle geslachten van het Noorden komen, luidt het woord des HEREN, en Nebukadressar, de koning van Babel, mijn dienaar, en breng hen tegen dit land en zijn inwoners, ja, tegen al deze volken rondom, en Ik sla hen met de ban, en maak hen tot een voorwerp van ontzetting, tot een aanfluiting en tot een eeuwige smaad” (Jer.25:9).

Page 14: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

14

Omdat in de leer van de dispensaties sommigen leren dat er nog nooit een vervulling is

geschied van Jesaja 13, en omdat men het dan verplaatst word naar de toekomst moeten we er vooraf wat over zeggen. De beeldspraak die er gebruikt is heeft bovendien wat te maken met catastrofen allerhande zodat een goed begrip van deze zaken noodzakelijk is.

Er zijn twee wijdverbreide opvattingen over de stad van Babylon in de eindtijd: 1. De val van Babylon was een geleidelijke val. De geograaf Strabo (ca. 20 voor Chr.) sprak van de site van Babylon als een “enorme verlatenheid.” In het licht van Jesaja’s profetie zal Babylon NIET worden herbouwd of bewoond (13:19-22). Dan lijkt het waarschijnlijk dat “Babylon” in het boek Openbaring niet het Babylon is aan de Eufraat, maar een symbolisch Babylon. Het kan dan afhankelijk van de commentator door het Romeinse Rijk vertegenwoordigd zijn in de eindtijd, een letterlijk of een geestelijk Rome. Het is dan de zetel van de afvallige kerk, zoals beschreven door de zeven bergen in Openbaring 17:9 en ook de politieke stad. De stad in hoofdstuk 18 van het boek Openbaring zou beter passen bij de stad Rome: beter dan de historische stad Babylon. De onderbouwing van dit standpunt is dus het symbolische karakter van de Apocalyps van Johannes. 2. De tweede uitleg is deze dat de stad Babylon aan de Eufraat herbouwd zal worden in de eindtijd als de grote wereldlijke hoofdstad van de anti-Christ. Degenen die in dat standpunt geloven stellen dat de profetie van Jesaja niet de volledige vernietiging van het Babylon uit de oudheid was. Want de stad bestond nog lange tijd na de Perzische verovering. Dr John F. Walvoord en andere dispensationalisten geven een “onvervulde profetie” als onderbouwing van dit standpunt. Het is denkbaar, zeggen enkelen hier, dat Rome de hoofdstad is in de eerste helft van de periode van 7 jaar verdrukking en Babylon in de tweede helft. We moeten er niet zoveel over zeggen dat hebben we in andere publicaties gedaan. Zie onze: ‘Vinden we Israël als Natie terug in de Openbaring (Apocalyps) van Johannes?’ uit maart 2008. Maar kijken we naar wat er in Jesaja de hoofdsdtukken 13 en 14 staat. Jesaja (1-34) = Godsspraak = Orakel = Profetie = Last over enkele volkeren

Orakels over Juda en Jeruzalem (1:1-12:6) Orakels tegen de volken (13:1-23:18) Apocalyps (Openbaring) van Jesaja (24:1-27:13) Orakels over Juda (28:1-33:24)

Dit tweede gedeelte is onderverdeeld in de volgende twaalf delen: 1. Godsspraak over Babylon (13:1-14:27), 2. Godsspraak met betrekking Filistijnen (14:28-32), 3. Godsspraak over Moab (15:1-16:14), 4. Godsspraak over Damascus (Syrie) (17:1-14), 5. Godsspraak over het land van klappende vleugels Cush (Ethiopie) (18:1-7), 6. Godsspraak over Egypte (19:1-20:6), 7. Godsspraak met betrekking tot de woestijn (Negev) (21:1-10), 8. Godsspraak over Edom/Dumah (21:11-12), 9. Godsspraak met betrekking Arabië (21:13-17), 10. Godsspraak over de vallei van het visioen (Jeruzalem) (22:1-25), 11. Godsspraak over Tyrus (23:1-18), en 12. slot van de profetie.

Zowel de New American Standard Bible als de New International Version gebruikt het woord “orakel” in de titel van elk van deze berichten. Dat komt bijna gelijk aan onze NBG “Godsspraak.” Het NASB heeft in een kanttekening: “last” zoals het in onze Statenvertaling staat. Dat is wel de letterlijke vorm die er kan aan gegeven worden. De King James Version vertaalt de

Page 15: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

15

term ook als “last” en dat zou er kunnen op wijzen dat in de 16de eeuw dit de gewone vertaling moest zijn volgens de toenmalige woordenboeken. De KJV hecht het ook aan elk van de berichten. We moeten toegeven dat het eigenlijk onwaarschijnlijk is dat Jesaja de boodschappen bestemd voor de vreemde naties is gaan lezen in hun hoofdstad. Zijn bedoeling was in de eerste plaats Israël een profetische hoop aan te bieden, Gods intentie was vooral voor het heil van het volk maar het kon evengoed slechts met hen aflopen. De boodschappen aan de andere landen waren er het teken van: God heeft elk natie in de hand, Israël os daar geen uitzondering op.

De Nieuwe Bijbelvertaling: “Profetie over Babylonië” Statenvertaling (Jongbloed-editie): “De last van Babel” NBG-vertaling 1951: “De Godsspraak over Babel” Willibrordvertaling (herziene editie 1995): “Uitspraak tegen Babel” Groot Nieuws Bijbel (herziene editie 1996): “Gods dreigende woorden over Babel” King James, American Standard, Web version: “The burden of Babylon” Good News Bible: “This is a message about Babylon” Contemporary English Version: “This is the message that I was given about Babylon” New American Standard Bible: “The oracle concerning Babylon” New International Reader's Version: “Here is the vision about Babylonia” Amplified Bible: “THE MOURNFUL, inspired prediction (a burden to be lifted up) con-

cerning Babylon”

JESAJA 13-23 JEREMIA 46-51 EZECHIEL 25-32 Babylon Babylon -

Filistijnen Filistijnen Filistijnen Moab Moab Moab

Damascus (Syrie) - - Cush/Ethiopie - -

Negev - - Edom/Dumah Edom Edom

Arabie - - Jeruzalem (Vallei van het

visioen) - -

Tyrus - Tyrus - Ammon Ammon - Kedar/Hazor - - Elam - - Egypte Egypte

In zowel Jesaja als Jeremia, is het vooral Babylon dat als een rijk benadrukt is in haar

komende oordeel. In Ezechiël is het Egypte dat de volledige nadruk krijgt van het oordelende orakel. In Jesaja, staat het grote Babylon aan de top van de lijst en als de hoogte wereldse macht die van de vernietigende kracht van YaHWeH zal proeven. Babylon is het die vaak gezien wordt in de Schrift als de aartsvijand van God en Zijn volk. Ze zijn zo sterk gepresenteerd in hun val, dat het ertoe zou moeten leiden, dat het volk van God zich zou mogen verheugen over dat oordeel. In zijn orakels van die val van Babylon in Jesaja beweegt zijn profetische oog dan naar westelijke richting, naar Tyrus. Dat is in tegenstelling tot Jeremia, die begint met Egypte en schuift op naar het oosten, naar Babylon. In deze orakels, gebruikt Jesaja veel figuurlijke taal om het uiteindelijke oordeel van de verschillende naties te beschrijven.

De voorspellingen zijn van ongelijke lengte en veel van de termen zijn moeilijk te interpreteren. Er is Zoetermeer veel inspanning nodig om de gebeurtenissen in deze hoofdstukken in verband te brengen met de gebeurtenissen op andere plaatsen in de Schrift en zaken, die

Page 16: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

16

gevonden worden in de historische archieven of opgravingen. We gaan kijken naar enkele individuele details. In deze orakels is het noodzakelijk om te kijken naar algemene principes:

1. Een eerste grond van onderzoek is het absoluut en heilige in Gods rechtvaardigheid. God roept elke natie of volk ter verantwoording voor haar daden. Los van de beschikbaarheid van Gods openbaringen voor die volkeren, moeten alle naties trachten te voldoen aan Gods normen: vooral de verhouding mens/staat. Totalitaire staten zonder respect voor de mens zijn een aanfluiting en zullen navenant geoordeeld worden.

2. Het andere principe is de plaats van deze profetie als de bevestiging van Gods Woord, Zijn Wil zal geschieden. Het feit dat de volkeren in de oudheid hun individuele lot ondergaan zoals voorspeld in de Bijbel is het bewijs dat de Bijbel de waarheid verkondigd en het Woord van God is.

Voor de Israëlieten die in de tijd van de terugkeer naar het land, dus onder Zerubbabel, Ezra, Nehemia, is het relatief eenvoudig. De profetieën van Jesaja over de rijken in hun bestaan in zijn eigen tijd (700 voor Chr.) leren in te zien dat wat God gesproken heeft ook geschiedenis zal worden.

Het orakel over Babylon kan worden onderverdeeld in vier delen:

1. Jesaja merkt eerst op dat de val van Babylon een profetisch feit is (13:1-16).

2. Hij profeteerde dat het de Meden zouden zijn die de val het grote rijk van Babylon zouden bewerken (13:17-22).

3. Hij voorspelde een tijd waarin Israël opnieuw te vinden zou zijn in hun land, en over de volkeren die onderdrukt hen hadden onderdrukt heersen (14:1-2).

4. Tot slot gaat Jesaja in groot detail spreken van de vernietiging van de koning van Babylon (14:3-27).

Het is bijzonder passend dat het orakel tegen Babel als eerste plaats staat in de lijst van Jesaja. Vanaf het allereerste begin was Babylon de verzamelplaats van opstand/rebellie tegen God in de korte periode na de zondvloed (Genesis 11:1-9). Op veel plaatsen in het Oude Testament vertegenwoordigt Babylon, het afgodische heidense wereld-systeem dat in tegenstelling tot God staat, dat echt Gods vijand is. Hoewel er verschillende dynastieën en rijken bloeiden in Babylon, werd het steeds door Israël gezien als een stad die een hekel aan de God van Israël. Die symboliek is overgenomen in het Nieuwe Testament in het boek Openbaring, maar hoeft niet op een letterlijk Babylon te staan. Trouwens in het Oude Testament is dat ook al zo.

Gezien de profetie van Jesaja in zo een hoge mate betrokken lijkt bij de terugkeer uit de Babylonische ballingschap van Juda, is het zeer passend dat Gods volk van tevoren weet dat hun machtige vijand uiteindelijk ten ondergang gedoemd is. Daarom ligt ook de volle nadruk op de vernietiging van Babylon met zijn afgoden incluis, die zijn niet machtig genoeg. De vervulling was op komst. De verovering van Babylon door de Meden en de Perzen bijna twee eeuwen later zou er zeker komen. Het werd geprofeteerd in de hoofdstukken 44 en 45, waar Cyrus de Pers, specifiek wordt genoemd als de bevrijder van het volk van Juda uit Babel.

BABEL IS GEVALLEN

Page 17: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

17

In die noodlottige nacht toen Babylon in de handen voel van zijn vijanden, hield koning Belsazar een groot feest met duizenden van zijn mederegeerders. Er verscheen toen op de gepleisterde wand een het onheilspellende boodschap in handschrift: “25 Dit is het schrift, dat geschreven is: Mene, mene, tekel ufarsin. 26 Dit is de uitlegging van de woorden: Mene: God heeft uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt; 27 Tekel: gij zijt in de weegschaal gewogen en te licht bevonden; 28 Peres: uw koninkrijk is gebroken en aan de Meden en Perzen gegeven.” - Dan.5:25-28. De profeet Daniël werd er bij geroepen in die nacht van 5 oktober 539 voor Christus en hij maakte de betekenis van het schrift op de muur bekend. Op dat moment hadden de soldaten van de koning der Perzen, Cyrus, al hun stellingen rondom Babylons ingenomen. De genietroepen van Cyrus hadden de machtige rivier de Eufraat die rond de stad liep met een briljante strategie omgeleid naar een andere plaats. Zodat die rivier niet meer door Babylon stroomde en er vervolgens door de rivierbedding kon omhoog geklommen worden. De kade werd overrompeld en men slaagde erin via de poorten de stad in te gaan. Allen die tegenstand hadden geboden werden gedood en dat waren er niet veel, want men dacht dat de stad nooit zou kunnen ingenomen worden. Er was geen echte vijand om aan te vallen. Het paleis werd ingenomen en men bracht koning Belsazar ter dood. Alles was voorbij in die éne nacht. Het grote Babylon was gevallen en Gods profetische woord werd vervuld. - Jes.44:27 / 45:1,2 / Jer.50:38 / 51:30-32.

De Joodse geschiedschrijver Josephus, citeert de Babyloniër Berossos, en zgt dat

Nabonidus zich na een verloren veldslag met de Medo-Perzische strijdkrachten in Borsippa had teruggetrokken. - Tegen Apion, I, 20. Daarom was in Babylon, Belsazar waarnemend koning. Het was niet zo ongewoon dat er tijdens de belegering van de stad een feestmaal werd gehouden, het was een feets ter ere van hun goden. Men was er als de Babyloniër van overuigd dat de stadsmuren als absoluut oninneembaar waren. De Griekse geschiedschrijvers Herodotus en Xenophon berichten ook dat de stad rijkelijk van al het nodige was voorzien voor een langee belegering zodat ze geen vrees hadden. Volgens de beschrijving van Herodotus werd er die nacht gedanst en feest gevierd. Tijdens het feestmaal beval Belsazar, door de wijn bedwelmt, de uit de tempel van Jeruzalem meegenomen heilige vaten en bekers te halen. De gasten roemden hun Babylonische goden terwijl ze uit deze bekers dronken. Dit bevel kwam erop neer dat er een moedwillige uiting van verachting was voor de God van de Israëlieten (Dan.5:2-4). Belsazar scheen ook nogal luchthartig te zijn over de belegering door de vijanden. Hij raakt nu hevig ontsteld wanneer er plotseling een hand verschijnt die op de wand van het paleis een tekst neerschrijft. De koningin geeft hem de verstandige raad om Daniël er bij te roepen die de nader uitleg kan verschaffen (Dan.5:5-12). Daniël onthulde de betekenis van de bovennatuurlijke boodschap en voorspeld dat Babylon zal vallen. Hoewel dit alles te laat is wordt de bejaarde profeet door Belsazar nog aangesteld als derde heerser in het koninkrijk. - Dan.5:17-29.

Belsazar heeft die nacht niet overleefd. In de Naboniduskroniek staat er dit bericht dat: “het leger van Cyrus, zonder strijd Babylon binnentrok.” - Assyrian and Babylonian Chronicles, blz.109, 110). Het Nieuwbabylonische Rijk eindigde die nacht: het was 11 oktober 539 voor Christus volgens de Juliaanse kalender of 5 oktober volgens de Gregoriaanse kalender. De Bijbelse profetieën hadden vooraf aangegeven, aangaande de verovering van Babylon door Cyrus, dat haar rivieren zouden drooggelegd worden. Haar poorten zouden niet gesloten zijn: de stad zou plotseling, zonder weerstand van de inwonende soldaten, worden ingenomen (Jes.44:27 / 45:1,2 / Jer.50:35-38 / 51:30-32). Herodotus, de Griekse historicus, bericht dat Babylon door een diepe, brede gracht omgeven was zoals de meeste grote steden in die dagen. Meedere bronzen of koperen poorten in de muren langs de Eufraat, verdeelde Babylon in twee delen, het ene aan de binnenmuur en een ander gedeelte aan de buitenmuur. Volgens Herodotus belegerde Cyrus de stad als volgt: “leidde hij de rivier naar het meer, dat een moeras geworden was en maakte zo, doordat het water wegstroomde, de oude rivierbedding doorwaadbaar. Zodra dit gebeurde en het peil van de rivier zo ver was gedaald, dat het ongeveer halverwege de heup reikte, trokken de Perzen, die juist met dit doel waren opgesteld, door de bedding van de Euphraat Babyloon binnen. Als de

Page 18: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

18

Babylooniërs nu maar hadden gehoord of beseft wat Kyros in zijn schild voerde, zouden ze niet lijdelijk hebben toegelaten, dat de Perzen hun stad binnendrongen, maar hen smadelijk in de pan gehakt hebben. Immers, door alle poorten, die op de rivier uitkwamen, te sluiten en zelf op de dijken post te vatten, die langs de rivieroevers waren aangelegd, zouden ze hen als het ware in een fuik hebben gevangen. Nu evenwel stonden de Perzen onverwachts voor hun neus. Tengevolge van de grootte der stad zouden de Babylooniërs, die in het midden van de stad woonden, volgens de tegenwoordige bewoners, er niets van gemerkt hebben, dat de buitenste delen reeds in handen van de Perzen waren; ze vierden namelijk een feest en waren in die tijd bezig met dansen en zich te goed doen, totdat ze het maar al te duidelijk bemerkten. Zo was dan Babyloon voor de eerste keer veroverd.” - Historiën, I, 191, vertaald door dr. Onno Damsté.

Babylons ondergang was in de achtste eeuw voor Christus voorzegd door Jesaja, de profeet waarschuwde iets verbazingwekkends: de totale vernietiging van Babylon. Dit is één van die treffende details: Jesaja 13:17-20: “17 Zie, Ik wek tegen hen de Meden op, die zilver niet achten, noch in goud behagen hebben; 18 hun bogen vellen knapen: zij kennen geen erbarming met de vrucht van de schoot en zelfs kinderen ontzien zij niet. 19 En Babel, het sieraad der koninkrijken, de trotse luister der Chaldeeën, zal worden als Sodom en Gomorra, toen God ze onderstboven keerde; 20 het zal in eeuwigheid niet meer bewoond worden, noch bevolkt zijn van geslacht tot geslacht; geen Arabier zal daar zijn tent opslaan, geen herders zullen daar legeren.” De profeet Jeremia voorzei eveneens de komende val van Babylon. Dis ie een interessant detail van hem: Jeremia 50:38: “38 Het zwaard over zijn schatten, dat zij geplunderd worden! Het zwaard over zijn wateren, dat zij uitdrogen! Want een land van gesneden beelden is het en door schrikwekkende beelden laten zij zich verdwazen.” Jeremia 51: “30 Babels helden houden op met strijden, zij zitten neer in de burchten, hun heldhaftigheid is verdwenen, zij zijn tot vrouwen geworden. Zij hebben haar woningen in brand gestoken, haar grendels zijn verbroken.”

De stad viel, zoals Jeremia en Jesaja hadden gewaarschuwd en merk op hoe de profetieën tot in details werden vervuld. Er was letterlijk een vloek van God over het water: “Het zwaard over zijn wateren, dat zij uitdrogen.” Zoals Jeremia had gewaarschuwd: “Babels helden houden op met strijden.” De Bijbel alsook de Griekse geschiedschrijvers Herodotus en Xenophon berichten dat de Babyloniërs op het moment van de doorbraak van de legers van Perzië feestvierden. Wat mogen we zeggen over de voorzegging dat Babylon niet meer bewoond zou worden? Dat ging niet onmiddellijk in 539 voor Christus in vervulling maar was iets van een later tijdstip. Uiteindelijk zou na jaren de profetie feilloos vervuld worden. Na haar val was de stad Babylon het centrum van een aantal politieke beroeringen tot in de vijfde eeuw voor Christus, toen ze door Xerxes werd verwoest. In de vierde eeuw maakte Alexander de Grote plannen de stad te herbouwen, maar hij stierf voordat er iets aan gedaan was. Nadien geraakte de stad verder in verval. In de eerste eeuw van onze gewone tijdrekening woonden er nog mensen en was er zelfs nog een groep Joden tot de vierde eeuw. Volgens The Cambridge Ancient History stichtten kooplieden uit Palmyra in 24 na Chr. in Babylon een welvarende handelskolonie. In de eerste eeuw na Chr. was Babylon dus nog steeds niet volledig verlaten. Tegenwoordig is van het oude Babylon alleen nog maar een hoop ruïnes over. Zelfs al zouden haar ruïnes gedeeltelijk worden hersteld, zoals al eens door Saddam Hoessein was gedaan, dan nog zou Babylon slechts een toeristische attractie zijn. Het zal nooit een levende, bloeiende stad van mensen zijn.

In overeenstemming met de profetie kwam Babylon uiteindelijk tot louter verval: “en Babel zal tot steenhopen worden” (Jeremia 51:37). Volgens Hiëronymus, de Bijbelvertaler uit de vierde/vijfde eeuw na Chr., was Babylon in zijn tijd een jachtterrein waarin “allerlei beesten” ronddoolden en onbewoond. Een eventuele herbouw van Babylon als een toeristische attractie zou bezoekers kunnen trekken, maar Babylon is door God gestraft: “en Ik roei van Babel uit naam en rest, telg en spruit, luidt het woord des HEREN.” - Jesaja 14:22. De woeste en verlaten plek waar ze gelegen heeft, getuigt van de definitieve vervulling van de profetieën.

Page 19: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

19

Deze profetieën over het lot van Babylon en de andere volkeren vonden hun oorsprong bij

de God van profetieën (Jesaja 46:10). De profeten Jesaja en Jeremia hebben geen gefundeerde gissing gemaakt maar schreven van Godswege. Deze mannen konden niets uit zichzelf voorspellen het was God die de toekomst met feilloze nauwkeurigheid liet optekenen. Dat Babylon uiteindelijk een woest gebied is geworden heeft nog met wat anders te maken. In die streek was er een lange tijd een zeer ingewikkeld irrigatiesysteem van dammen en kanalen aangebracht tussen de rivieren Tigris en Eufraat. Omstreeks 140 voor Christus is door de Parthische verovering een verwoesting aangebracht aan dit watersysteem. Het werd zodanig beschadigd dat gedeeltelijk uiteindelijk instortten. Dat had catastrofale gevolgen. The Encyclopedia Americana schreef er dot over: “De grond werd verzadigd met minerale zouten en er vormde zich een korst van alkali over het oppervlak, zodat landbouw onmogelijk werd.” Zo was Babylon gedoemd in een woestijn te veanderen. In de derde eeuw na Chr. schreef de geschiedschrijver Cassius Dio Cocceianus (150–235 na Chr.) dat Babylon nu een plaats van “aardheuvels en stenen en ruïnes” was (LXVIII, 30). Jesaja had het in zijn tijd voorspeld, de loop van de geschiedeis van Babbylon was door hen gekend. Van die eens glorierijke stad was er uiteindelijk niets meer te zien. Oude steden als Rome, Jeruzalem en Athene zijn tot in onze tijd blijven bestaan. Maar Babylon is woest, onbewoond, een ruïne zoals Jesaja en Jeremia hadden voorzegd. Babylon is in deze tijd nog steeds onbewoond. Babylon zou uiteindelijk als een opeenhoping van stenen achterblijven (Jeremia 51:37).

Zowel Jesaja en Jeremia voorspelden dat Babylon nooit meer zou worden bewoond. We moeten daar een interessant postscript aan toevoegen. In 1983 begon, de toen Iraakse president Saddam Hoessein met een wederopbouw van Babylon op de top van de oude ruïnes. Hij liet zijn naam graveren op veel van de bakstenen in navolging van Nebukadnezar. Een frequente inscriptie luidt: “Dit was gebouwd door Saddam Hoessein, de zoon van Nebukadnezar, om Irak te verheerlijken” Dat soort stenen herinnerde aan een ziggurat bij Ur, waarin elke individuele baksteen is gestempeld met: “Ur-Nammu, koning van Ur, die de tempel van Nanna heeft gebouwd.” We vonden dit in een tijdschrift: “Recently, Joel Rosenberg, writing for the Bible Prophecy Today blog, reported that the Obama administration is contributing 700 000 U.S. dol-lars towards ‘The Future of Babylon Project.’ Iraqi officials hope the reconstructed city will be-come a huge tourist attraction and a reminder of the region's former glory.” Denkt Obama ooit de profetie van Jesaja te niet kunnen doen? Zoek eens naar het antwoord en laat het ons weten!

Er zit nog wat anders in die profetie waar we moeten naar kijken: gaat het alleen om de koning, eventueel het koninkrijk, van Babylon. Het gedeelte van het orakel uit Jesaja 14 uit de verzen 12-21 is een zeer omstreden passage om nog een ander punt: gaat het over Satan?

1. Veel commentatoren zien hier niemand anders dan de koning van Babylon. Dat is terecht en dan hoef je geen sprongen te maken van de ene tekst op de andere! Dus zo lees je wat er werkelijk staat.

2. Modernere vertolkers hebben er op gewezen dat veel van de uitdrukkingen die in de verzen 12-14 staan gewoon van toepassing zijn op de Syrische koningen waren. Vaak is in een overdreven en extravagant taalgebruik beweerd dat van Babylon zelf hier geen sprake is. Maar als je weet dat men in deze kringen, niet in Bijbelprofetie gelooft dan weet je ook waarom ze dit beweren. In deze tweede opvatting wijst men vooral naar de verzen 24-27, waar God zegt geloften te breken met Assyrië (vers 25). Er is bovendien op gewezen dat Pul (2 Koningen 15:19), ook bekend als Tiglat-Pileser, de koning van Babylon was. Zo kan het prototype in de dagen van Jesaja een arrogante, trotse koning, voorstellen die in strijd is tegen de Heer van Israël en Juda.

Page 20: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

20

3. Andere interpreten leren dat in deze paragraaf de koning van Babylon wordt gezien als een symbool of een dekmantel voor de echte, onzichtbare heerser van de kosmos. Ze geloven dat God hier de Satan, beschrijft. Hij is in het Nieuwe Testament genoemd de: “vorst van deze wereld” (Johannes 12:31 / 14:30 / 16:11) en de “god van deze eeuw” (2 Corinthiërs 4:4). Deze passage kan het nauwst verbonden worden met Ezechiël 28:1-19 zegt men dan. Velen geloven dat Satan ook wordt afgebeeld door de menselijke koning van Tyrus. Zo een tegenstrijdigheid is natuurlijk een probleem van dispensationele uitleg: hoe kan de koning van Babylon en deze van Tyrus dan dezelfde geestelijk kracht Satan zijn? Dat kun je alleen waar maken met een stok achter de deur, deze of gene grote Bijbelgeleerde zou het eens gezegd hebben. Deze passage moet in de dispensatieleer worden vergeleken met Ezechiël 28:12-19. Dat lijkt op een soortgelijke cryptische boodschap aan Satan. Ezechiël ziet hier de carrière van Satan, zeggen ze dan, vanaf het begin naar het einde begrepen worden, terwijl Jesaja Satans carrière ziet vanuit het einde van achteren tot het begin. Ook dat klopt niet.

Ze, de dispensationalisten, zeggen van het vers 12 in hoofdstuk 14: ‘Daar heb je Lucifer.’ Maar is dat zo? Welke reden zou Jesaja (dus eigenlijk YaHWeH) hebben, om zonder enige aankondiging in een spotlied op de koning van Babel een referentie te maken naar Satan? Vanaf Jesaja 14: 4 is het een spotlied op de koning van Babel, en we citeren Jesaja 14:10-12: “10 Zij allen vangen aan tot u [koning van Babel] te zeggen: Ook gij [koning van Babel] zijt krachteloos geworden als wij, gij [koning van Babel] zijt aan ons gelijk geworden; 11 uw [koning van Babel] trots is in het dodenrijk neergeworpen, de klank uwer [koning van Babel] harpen; het gewormte ligt onder u [koning van Babel] gespreid en maden zijn uw bedekking. 12 Hoe zijt gij [koning van Babel] uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij [koning van Babel] ter aarde geveld, overweldiger der volken!” Omdat er nu staat “gij morgenster” en omdat de Vulgaat vertaling van Hiëronymus hier “Lucifer” zegt: gaat het nu niet om de koning van Babel, maar om Satan zegt men in dispensatiekringen. Van deze drie verzen, is hun optiek, dat het niets met een koning te maken heeft, maar met Satan. Er zit niet zoveel logica achter. Hoe zit dat dan in elkaar? Hoe kan de koning van Babel, acht maal vermeld in deze drie teksten, nu plotseling veranderen in ‘Lucifer’ zo midden in een laatste deel van een betoog in de zin? Dat kan toch gewoon niet!

Wanneer we in de kerkgeschiedenis gaan rond neuzen merken we op dat, vóórdat de Vulgaat vertaling werd gemaakt door Hiëronymus, de naam Lucifer niet bekend was behalve in de mythologie. Daar waren verhalen en ook in het apocriefe boek van Henoch, verwijzingen naar een “Lucifer.” Het is echter zo dat er maar één werkelijke Lucifer of Morgenster is: dat is onze Heer, Jezus Christus. Er zijn een drietal passages uit het Nieuwe Testament waar de “Morgenster” wordt genoemd in verband met Christus. Het is dus absurd het in verband te brengen met de duivel:

“En we achten het profetische woord daarom des te vaster, en u doet er goed aan erop te letten als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten.” – 2 Petrus 1:19

“En aan wie overwint zal ik de morgenster geven.” – Openbaring 2:28 “Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u dit mede te delen voor de gemeenten. Ik ben

de wortel en de afstammeling van David, en de blinkende morgenster.” – Openbaring 22:16

Jezus heeft die titel “Morgenster” in het boek Openbaring. Het is ongegrond dat in twijfel te trekken en blijft dat ondanks uitleggingen van dispensationalisten. We zullen dat niet uitgebreid uitwerken, maar het is op die manier dat men in de profetie in Jesaja 13 en 14 een sprong wil/kan maken naar onze tijd. Het is volgens hen nog niet ten volle vervuld. Met de val van Lucifer (Satan) zal dat totaal vervuld worden. Dit is wat we bij zo een dispensatietheoloog gelezen hebben:

Page 21: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

21

“Jesaja wil hier heel duidelijk zijn, dat de nederlaag van Babylon eschatologische boventonen heeft, hij wil de lezers begrijpelijk maken dat hij uiteindelijk spreekt van het duizendjarig rijk, dat voor Israël zal komen.” De meest wijdverbreide uitleg is echter dat Jesaja hier profetisch spreekt van de val van de stad en het koninkrijk gezien vanuit de persoon Nebukadnezar. Deze koning is de belichaming van alle Babylonische koningen. Met hem kennen we uit de Bijbel al de hoogmoed en arrogantie van deze koning/ koninkrijk. De Schrift zegt dat hij door God laag was ingesteld.

Lees eens als een echt commentaar bij wat u in Jesaja leest dit gedeelte: Daniël 4:1-18. De uitleg van Daniël over de droom van de koning is dit in de rest van dit hoofdstuk volgens SV 77: “24 Dit is de uitlegging, o koning! en dit is een besluit van de Allerhoogste, dat over mijn heer, de koning, komen zal: 25 Te weten, men zal u van de mensen verstoten, en met het gedierte des velds zal uw woning zijn, en men zal u het kruid, als de ossen, te eten geven; en gij zult van de dauw des hemels nat gemaakt worden, en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat gij bekent, dat de Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen, en ze geeft, aan wie Hij wil. 26 Dat er ook gezegd is, dat men de stam met de wortels van die boom laten zou; uw koninkrijk zal u bestendig zijn, nadat gij zult bekend hebben, dat de Hemel heerst. 27 Daarom, o koning! laat mijn raad u behagen, en breek uw zonden af door gerechtigheid, en uw ongerechtigheden door genade te bewijzen aan de ellendigen, of er verlenging van uw vrede mocht wezen.” Een verband leggen tussen Lucifer en Satan is een ongegronde niet Bijbelse leer. Het is wellicht een bewust door dispensationalisten gecreëerd misverstand. Er is één plaats waar Lucifer in verband wordt gebracht met trots en dat is in Miltons ‘Paradise Lost.’ Hij: “gaf die naam aan de demon van de zondige trots.” De enige ondersteunende tekst komt dus uit een verkeerde interpretatie van de val van Lucifer, die aan de koning van Babylon gekoppeld wordt. In het Nieuwe Testament is er géén enkele passage aan te wijzen dat Satan = Lucifer zou zijn.

WIE IS DAN TOCH LUCIFER?

Laat ons beginnen met een uitleg van een dispensationalist. M.G. de Koning, schreef: ‘Toelichting op het boek Jesaja’, en vonden dit op het Internet, de uitgever is niet nader bepaald. We citeren: ‘‘Morgenster’’ in vers 12 komt van het Latijnse ‘Lucifer’ dat ‘lichtdrager’betekent. In het Hebreeuws wordt het woord ‘Hillel’ gebruikt dat zoveel als ‘glanzende’ of ‘lichtende’ betekent. Dat is echter ook precies de betekenis van het woord ‘nahash’ waarmee de slang in de oorspronkelijke toestand na haar schepping werd aangeduid (Gn 3:1). Hier in Jesaja wordt aan deze naam nog de betekenis ‘‘zoon des dageraads’’ toegevoegd. Dit is slechts een Hebreeuwse poëtische omschrijving voor ‘‘morgenster’’. Als we beide namen samenvoegen, dan zien we tot onze verwondering ‘‘blinkende morgenster’’ als oorspronkelijke naam van onze tegenstander. Het is een naam die twee maal in het boek Openbaring voor de Heer Jezus wordt gebruikt (Op 22:16,17). Kan iemand anders dan Hij die titel dragen? De Zoon van God geeft aan elke titel die door de ontrouw van welk schepsel ook bevlekt is geworden een nieuwe waardigheid door die titel Zelf aan te nemen en ze op volkomen wijze te tonen en te ontvouwen. Toen satan uit de scheppershand van God voortkwam, was hij eerst de glanzende ster van de morgen. Hij was de aanvoerder van de ‘‘morgensterren’’ die ‘‘tezamen juichten’’ (Jb 38:7) bij de schepping van de aarde. De stralende morgen werd echter spoedig door wolken verduisterd - door de val van de engelenvorst. Maar God zij geprezen dat een andere ‘‘blinkende morgenster’’ eenmaal de dag van eeuwige rust en eeuwige heerlijkheid op grond van zijn verlossingswerk zal invoeren. Dan zal Hij het lofgezang temidden van de zijnen aanheffen (Ps.22:23b). Het voorgaande maakt duidelijk dat, hoewel wat in dit vers staat in de eerste plaats geldt voor de koning van Babel, we daar bovenuit een beschrijving van de satan aantreffen (Lk 10:18; Op 12:8,9). De aan hem oorspronkelijk verleende kenmerken van de Heer Jezus heeft hij voor zichzelf gebruikt. Dat maakt hem tot de antichrist, dat zowel ‘in plaats van Christus’ alsook ‘tegen Christus’ betekent.”

Page 22: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

22

De conclusie dat Satan van zijn geloof is “afgevallen” is niet zo duidelijke in de Bijbel. De

King James Vertaling vertaalde in de 17de eeuw Jesaja 14:12 als volgt: “How are you fallen from heaven, O Lucifer, son of the morning!” Dat is er waarschijnlijk onder invloed gekomen van de Vulgaat vertaling. Lucifer komt van het Latijn en betekent lichtbrenger: de samenvoeging van: “lux” = “licht” en “ferre” = “brengen” of “dragen.” Hiëronymus, die de Vulgaat maakte, vertaalde het Hebreeuwse “helel” (heldere of schitterende) met “lucifer”, wat een relatief goede vertaling is als Latijns equivalent. De problemen begonnen toen het woord Lucifer, door velen, werd gezien als de naam voor Satan: de Heer van de Duisternis. Het woord staat in de Bijbel dus maar op één plaats, dat is hier in Jesaja 14:12. De Engelse King James vertaling leest vertaalt als volgt: “Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, O Lucifer, zoon van de dageraad!” De New Revised Standard Version vertaald: “Hoe bent u uit de hemel gevallen, O dagster, zoon van de dageraad!” Dit zijn nog enkele andere:

Moffatt: “O schitterende ster van de dageraad!” (“Shining Star”) Rotherham: “Shining One” RSV: “Day Star, son of Dawn” Hebreeuwse Bijbel: “O morgenster, zoon van de dageraad! Er is géén enkele Nederlandse vertaling die dit met Lucifer vertaald en dat is correct.

Andere vertalingen spreken daarom van: “zoon des dageraads”, “gij morgenster”, “morgenster, dageraadszoon!”, of “gij schone morgenster.” Al deze benamingen hebben dus iets met LICHT te maken. Maar meer niet. Het is géén persoonsnaam, maar een kwaliteit van een persoon die is toegelicht.

Men vergelijkt Lucifer als Latijns woord soms met het Griekse woord “phosphoros”, dat als titel voor Christus gebruikt is in 2 Peter 1:19. Fosfor is een substantie die eens dat ze brand een fel licht afgeeft, dat alles wegvaagt dat in de weg staat. Het wordt in de oorlog vaak gebruikt om er brandbommen van te maken en zo mensen te doden. We zien duidelijk dat de Morgenster, of de lichtdrager, uit onze tekst naar een persoon verwijst en niet naar een geest zoals Satan er een is. We weten van Satan dat hij géén “lichtdrager” is, in werkelijkheid betekent zijn gedrag het tegenovergestelde, hij is het die de mensen in duisternis brengt en er hen in overlaat. Hij heeft in het geheel geen waarheid in zich, zoals de echte Morgenster, Jezus. Hij heeft helemaal geen LICHT in zich, zoals Jezus en een vergelijk met Hem is dus niet mogelijk.

Van de persoon uit Jesaja 14:12 weten we dat hij geveld ter aarde ligt. Het is interessant om te zien dat er geen teksten zijn die tonen dat Satan viel door zonde. We zien echter wel het resultaat beschreven van zijn daden. Er zijn teksten die aantonen dat hij uit de hemel verdreven was (Openb.12:9). Volgens het boek Job was hij onder de zonen Gods. Maar dat houd niet in dat God hem er uit verdreef omdat hij gezondigd heeft. Het concept dat Lucifer de Satan is die uit de hemel viel is gebaseerd op Ezech.28, maar omdat Jezus zelf zei de Morgenster te zijn is dat en foute benadering. Petrus noemde Jezus, de Morgenster in 2 Pet.1:19. Verder zegt Jac.1:17 zegt dat God de “Vader des Lichts” is en Jezus is het “licht der wereld.” God is licht volgens Jac.1:17 en Jezus is licht volgens Joh.8:12 / Joh.9:5. Men moet de gedachte laten varen dat Lucifer = Satan, want daar is geen Bijbelse grond voor.

In zowel Jesaja 14 als in Ezechiël is géén sprake van een engel maar van mensen, koningen van een volk die ook sterfelijk zijn. Jesaja 14:16 is duidelijk dat deze “lichtdrager” een MAN was: “Wie u zien, beschouwen u, letten op u: IS DIT DE MAN, die de aarde deed sidderen, die koninkrijken deed beven.” Dan is er vergelijking van deze koning met de anderen in zijn tijd: “De koningen der volken liggen allen met ere, ieder in zijn woning.” Was er een symboliek geweest van Satan = koning van Babylon, dan zou dit niet gezegd kunnen worden: mensen zijn met de mens, de koning van dat land, vergeleken. In Ezechiël 28:2 leren we hetzelfde:

Page 23: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

23

“Mensenkind, (…) TERWIJL GIJ EEN MENS ZIJT EN GEEN GOD – en gij in uw hart uzelf gelijkstelt met een god.” Men grijpt dus ten onrechte naar Jes.14:3-20 om de “val” van Satan te bewijzen. Het gaat om de koning van Babel. Ook de koning van Tyrus, is in duidelijke woorden beschreven in Ezechiël, om de Satan gaat het er niet. Je moet Ezechiël niet lezen alsof er in het lied een vergelijk gemaakt wordt tussen een engel die in opstand is tegen God, maar als een koning die zich heeft laten uitroepen als een “goddelijk wezen.” Zo is de aanhef van wat de profeet in hoofdstuk 28 over deze man te zeggen heeft: “1 Het woord des HEREN kwam tot mij: 2 Mensenkind, zeg tot de vorst van Tyrus: zo zegt de Here HERE: omdat uw hart hoogmoedig geworden is en GIJ ZEGT: IK BEN EEN GOD, een GODENWONING bewoon ik midden in zee, – TERWIJL GIJ EEN MENS ZIJT EN GEEN GOD – EN GIJ IN UW HART UZELF GELIJKSTELT MET EEN GOD.” Wat er op volgt is dan een KLAAGLIED en geen theologische verhandeling over Satan. De profeet geeft weer, in een satire, dat deze koning zich als god voordoet in het dagelijks leven, maar dat hij als een gewoon sterveling is en de dood tegemoet gaat.

Dit is het slot van het lied: “18 Door uw vele ongerechtigheden, door het onrecht bij uw koophandel, hebt gij uw heiligdommen ontwijd. Vuur deed Ik oplaaien uit uw midden – dat verteerde u! Ik maakte u tot as op de grond voor de ogen van allen die u zagen. 19 Allen die onder de volken u kennen, ontzetten zich over u; een verschrikking zijt gij geworden, verdwenen zijt gij – voor altijd!”

Dat heeft niets te maken met een geestelijk wezen. Dat is het droevige einde van een wellusteling zoals de geschiedenis er zo veel gekend heeft. Ezechiël profeteert over de stad Tyrus dat:

Nebukadnezar de stad zal veroveren. Andere naties hieraan zullen deelnemen. De stad glad gemaakt zal worden als de bovenkant van een rots. Het een plaats zal worden waar visnetten worden gespreid. De stenen en het hout van de stad in de zee gestort zal worden gestort. De oude stad Tyrus nooit herbouwd zal worden.

Neen, het zijn geen vage zinnetjes, waar je alle kanten mee op kunt gaan, maar gedetailleerde omschrijvingen die historisch te achterhalen zijn. Het gaat niet om “schriftfraude” alsof het zou zijn opgetekend nadat het al gepasseerd was, het gaat om profetische woorden.

Nog wat anders, wat is de traditionele rol van een “satan” (de Satan) in het Oude Testament? Satan komt van het Hebreeuwse “satan”dat “tegenstander” betekent. Volgens de Bijbelconcordantie komt dit woord voor in 1 Kronieken, Job, Psalmen en Zacharia. In Job verschijnt “satan” = “De Aanklager” in de eerste twee hoofdstukken. Volgens Job lijkt Satan nog steeds Gods dienaar te zijn. Dat moeten we zien vanuit Jesaja 45:7 waar God over zichzelf zegt: “die het licht formeer en de duisternis schep, die het heil bewerk en het onheil schep; Ik, de HERE, doe dit alles.” In Psalmen wordt “satan” zowel gebruikt in het meervoud (aanklagers) als in onbepaalde zin (een aanklager). In Kronieken en Zacharia is het gebruik ervan dubbelzinnig.

Er is in werkelijkheid weinig in het Oude Testament te vinden om het idee van Satan als rebellerende engel die God tegenwerkt te steunen. Hij wordt veelal gezien als een hemelse aanklager die aan God verslag uitbrengt. Er is geen stevige Bijbelse grond om Lucifer in verband

Page 24: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

24

te brengen met Satan. Dat sommige theologen een verband leggen tussen Jesaja 14:12 en Lucas 10:18 is nog niet het echte bewijs wat we lezen in die laatste tekst: “En Hij zeide tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.” Je mag dat begrip “bliksem” in verband met Satan in Lucas 10:18, niet overschatten. Er zijn twee andere verwijzingen in het Nieuwe Testament namelijk Matthëus 24:27 en Lucas 17:24, geven de “bliksem” in verband met de Mensenzoon bij zijn tweede komst. In de religieuze symboliek is de “bliksem” een symbool van de directe aanwezigheid van God of van Zijn oordeel.

Deze afbeelding van de val van Lucifer staat in de Sint-Pauluskathedraal in Luik, de hoofdkerk van het bisdom Luik. Het is gebaseerd op de katholieke interpretatie van vroegere theologen.

De conclusies:

1. De woorden “duivel”, “Satan” en “engel” komen in dit hoofdstuk, Jesaja 14, niet voor. Het woord “Lucifer” is ook nergens in de hele Schrift te vinden behalve in een Engelse vertaling en een Latijnse en wellicht nog enkele andere.

2. Het echte bewijs dat Jesaja 14 iets beschrijft dat in de hof van Eden plaats gevonden heeft is hier niet gegeven.

3. Waarom moet deze “Lucifer” als het Satan is, gestraft worden als hij zegt: “Ik zal ten hemel opstijgen” (vers 13). Hij was namelijk volgens het boek Job al in de hemel? Als er staat: “Ik zal ten hemel opstijgen” moet dat als een vorm en beeld van overdrijving verstaan worden, zoals ook in 1 Samuel 5:12 / 2 Kron.28:9 / Ezra 9:6 / Ps.107:26.

4. Als men zegt dat “de morgenster” een engel is, dan zal bij ook bedekt worden met maden en wormen (Jesaja 14 vers11). “Uw trots is in het dodenrijk neergeworpen, de klank uwer harpen; het gewormte ligt onder u gespreid en maden zijn uw bedekking.”

Page 25: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

25

5. “Lucifer” zou in het graf dus verrotten; maar Lucifer is een engel in deze manier van uitleggen. Dat kan niet waar zijn: want engelen kunnen niet sterven (Lucas 20:35,36).

6. Er staat in de tekst dat Lucifer geen macht meer heeft na zijn uitwerping uit de hemel (verzen 5-8), maar heb je dat de dispensationalisten ooit horen beweren? Ze zeggen integendeel dat Satan nu meer macht heeft dan vroeger.

7. Vers 12 zegt dat de morgenster “ter aarde geveld” zou zijn, en het impliceert dat hij op een boom gelijkt. Dat is wat in Daniël 4:8-16 staat, waar Nebukadnessar met Babel vergeleken is en met een boom die neergeveld wordt.

8. Als er gezegd is dat “de wereld tot een woestijn gemaakt is” door de persoon in het betoog is het de beschrijving van het militaire beleid van Babel. Geen verhaal over Satan die de wereld in duisternis brengt, want dat zou een symbolische uitleg zijn nietwaar mensen van de dispensaties. De koningen van Babylon echter, veroveren hele gebieden die tot de grond toe gesloopt worden, zoals zij met Jeruzalem gedaan hebben.

9. Als dit geen menselijke koning was, kon dit over hem NIET gezegd worden: “9 Het dodenrijk beneden is in rep en roer om jou een ontvangst te bereiden: het wekt de schimmen voor je op van alle leiders van de aarde, het laat de vorsten van vreemde volken voor jou opstaan van hun troon. 10 Hoor hoe zij je onthalen: “Nu ben jij even zwak als wij, je bent echt een van ons.” Deze man is zo zwak als elke andere koning die ooit de laatste adem heeft uitgeblazen. Het gaat niet om een engel, het gaat niet om Satan. Even serieus blijven a.u.b.

Na zo een lange introductie komen we toch nog tot het onderwerp, want is de zin van Jesaja 13:10 lezen we over: “De sterren aan de hemel geven geen licht meer, sterrenbeelden doven uit, de zon is verduisterd als ze opkomt, het licht van de maan is verdwenen.” Ik ga er niet meer over zeggen, het is symbooltaal. Als dat iemand niet duidelijk is lees dat nog eens tien maal over een periode van tien dagen. Denk je dan nog dat het gaat om Satan en letterlijke sterren en een letterlijke maan, u weet waar ik woon. En ik zal aandachtig luisteren. Maar aangezien we weten dat onze uitleg niet iets anders kan betekenen dan wat er staat, geven we nog enkele teksten weer over de zon, maan en sterren? Over deze hemellichamen zijn er niet veel teksten die over het letterlijke gaan, behalve wanneer er bijvoorbeeld over de nieuwe maan iets gezegd is. Dat heeft namelijk alles te maken met wat Israël als offers moet brengen in de tempel. Voor de rest zijn het bijna allemaal SYMBOLISCHE zon, maan en sterren! We gaan enkele teksten bekijken.

De Hemelen en de Sterren, hun ontstaan in letterlijke taal Genesis 1:1,16-18: Dit zijn de eerste teksten waar de schepping beschreven staat van de hemel en enkele hemelse lichamen die er aanwezig zijn. We lezen daar: ”In den beginne schiep God de hemel en de aarde. (…) En God maakte de beide grote lichten, het grootste licht tot heerschappij over de dag, en het kleinere licht tot heerschappij over de nacht, benevens de sterren. En God stelde ze aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde, en om te heersen over de dag en over de nacht, en om het licht en de duisternis te scheiden. En God zag, dat het goed was.” In dat verband zijn er tientalle teksten, onnodig er verder op in te gaan. Ze zijn er om tijden te meten Ps.19:1-4 / Rom.1:20.

De Hemelen en de Sterren, als figuurlijke taal

Milton Terry schreef een boek over hermeneutiek, meer dan 100 jaar terug, maar het is nog springlevend. Hij interpreteert 2 Petrus 3 niet als een referentie naar een letterlijke vernietiging van

Page 26: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

26

de aarde. Het gaat daar om een verandering van het evangelie, een wissel van het OT naar het NT, dat als een catastrofe overkomt. Onder verwijzing naar de interpretaties die de literalisten maken zegt hij: “letterlijke profetie van de vernietiging van de wereld door het vuur, en de oprichting van in de plaats een nieuwe wereld.” Daarop gaf Dr.Terry een opmerking.

“Dat deze teksten de inleiding of voorbode kunnen zijn, van iets als de uiteindelijke reconstructie van de fysieke schepping, hoeft niet te worden ontkend. Want we kennen niet alle mogelijkheden met betrekking tot de toekomst, noch de bedoelingen van God met inachtneming van alles dat Hij gemaakt heeft. De context van deze verschillende passages laat niet toe dat een dergelijke doctrine waar zou zijn. Jesaja 51:16, verwijst naar het herstel van Sion en Jeruzalem, en het is duidelijk, metaforisch. Hetzelfde geldt voor Jesaja 65:17, en 66:22, waar de context van al deze plaatsen beperkt is als verwijzing naar Jeruzalem en het volk van God. Het is een uiteenzetting van de zelfde grote profetische opvatting van de messiaanse toekomst in de laatste hoofdstukken van Ezechiël. De taal van 2 Petrus 3:10,12, wordt voornamelijk ontleend aan Jesaja 34:4, en is beperkt tot de wederkomst, zoals ook de taal van Mat.24:29. Zo heeft de Heer die “niet alleen het land maar ook de hemel zal doen beven” (Hebreeën 12:26), en de dingen die verwijderd worden en geschud deze zijn, van de oprichting van een koninkrijk dat niet kan worden verplaatst (Hebreeën 12:27,28).” (Milton S. Terry, footnote in Biblical Hermeneutics, blz.489).

Wanner u denkt dat dit het onderzoek niet waard zou zijn hier enkele teksten die als een serie of meer van hen, niet symbolisch zou zijn, dit van de Bijbel een verwarrend boek.

De Aarde zal vernietigd worden: Openbaring 21:1 / Mattheüs 24:35 = Hemel & aarde zullen voorbijgaan *** Hebreeën 1:10-12 = Hemel & Aarde zal vergaan *** Zefanja 3:8 = aarde met vuur verteerd *** 2 Petrus 3:5,6 = wereld, die toen was, wordt overspoeld met water en ze zijn omgekomen *** 2 Petrus 3:10 = aarde zal branden

De Aarde blijft gewoon bestaan: Mattheüs 6:10 = Uw koninkrijk kome op aarde zoals in de hemel *** Prediker 1:4 = De aarde blijft voor altijd *** Mattheüs 5:5 = De zachtmoedige erft de aarde *** Jesaja 45:18 = God schiep de aarde niet te vergeefs, vormde het om bewoond te worden *** Psalm 104:5 = grondslagen van de aarde worden niet verwijderd

Er komt een Nieuwe Aarde: Openbaring 21:1 = de nieuwe aarde vervangt de oude *** Opb.21:5 = Christus zal alle dingen nieuw maken *** Jesaja 65:17 = Oprichting van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde *** 2 Petrus 3:3 = kijken uit voor een nieuwe hemel en een nieuwe aarde *** Jesaja 66:22 = nieuwe Aarde blijft voor altijd.

Dus gaan we wel naar de teksten kijken en een analyse er van maken. Genesis 37:9-11: DE EERSTE MAAL dat er een gebruik gemaakt word van DE ZON, MAAN EN STERREN ALS EEN SYMBOOL in de Bijbel is te vinden in Gen.37:9-11. We lezen er dit: ”En hij had nog een andere droom, die hij aan zijn broeders verhaalde. Hij zeide: Nu heb ik weer een droom gehad, en zie, de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer. Toen hij dit aan zijn vader en zijn broeders verhaalde, onderhield zijn vader hem daarover, en zeide tot hem: Wat voor een droom is dat, die gij gehad hebt? Zullen soms ik, uw moeder en uw broeders komen om ons voor u ter aarde neer te buigen? Zijn broeders dan benijdden hem, maar zijn vader hield de zaak in gedachten.” Dit is het verhaal van één van de dromen van Jozef en er hoeft geen nadere uitleg bij. Er kan geen sprake van zijn, deze hemellichamen als letterlijk te willen uitleggen. Maar zo zijn er bij nader onderzoek nog veel meer. Enkele staan hieronder. Deuteronomium 32:1,22: “Neigt uw oor, gij hemelen, dan wil ik spreken, en de aarde hore naar de woorden van mijn mond.” In Deuteronomium 32:1, in het lied van Mozes, is God in gesprek met Israël, en spreekt

Page 27: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

27

ze aan als “gij hemelen.” In het lied van Mozes, in Deuteronomium 32: 22, schetst God in een beeld het lot van Israël als Hij zegt: “Want een vuur is in mijn toorn ontstoken, het brandt tot in de diepten van het dodenrijk; het verteert de aarde met wat zij opbrengt en verzengt de grondvesten der bergen.” Denk hier aan de teksten in Openbaring 6. Jesaja 51:13: “dat gij vergeet de HERE, uw Maker, die de hemel uitspande en de aarde grondvestte; dat gij bestendig, de gehele dag, verschrikt zijt vanwege de grimmigheid van de verdrukker, wanneer hij uit is op verderven? Waar is nu de grimmigheid van de verdrukker?” In Jesaja 51:13 zei God dat maar lees je verder in deze zelfde passage het vers 16 is het duidelijk dat het niet om een leterlijke aarde gaat: “Ik heb mijn woorden in uw mond gelegd en met de schaduw mijner hand heb Ik u bedekt, Ik, die de hemel uitspan en de aarde grondvest en tot Sion zeg: Gij zijt mijn volk.” Men kan hier niet praten over de vorming van de letterlijke hemel en aarde, want dat had al jaren voordien plaatsgevonden! Dus, wat is dan waar Hij over praat? Het vers verklaart zichzelf. Hij spreekt over “Sion”, Hij spreekt in dit vers over de vorming van Israël als volk. Jesaja 51:16: ”Ik heb mijn woorden in uw mond gelegd en met de schaduw mijner hand heb Ik u bedekt, Ik, die de hemel uitspan en de aarde grondvest en tot Sion zeg: Gij zijt mijn volk.” Sion is niet ontstaan bij de schepping van de letterlijke hemelen en aarde, zodat die termen hier symbolische taal zijn. Dit Sion heeft een hemel = hemels Godsbestuur (God en Zijn engelen) en een aards = een menselijk bestuur (de koning en zijn edelen). Ezechiël 32:7,8: ”Wanneer Ik u uitblus, befloers Ik de hemel en verduister Ik de sterren, de zon overdek Ik met wolken, en de maan doet haar licht niet schijnen. Al de stralende lichten aan de hemel verduister Ik om uwentwil: duisternis breng Ik over uw land – luidt het woord van de Here HERE.” Dit is volgens vers 2 een klaaglied over de Farao van Egypte. Het beschrijft een figuurlijke hemel en zon en maan en sterren. En het beschrijft een geestelijke verduistering van de grote en kleine machten = heersers in een koninkrijk.

”Sterren vallen” en de ”Hemelen worden geschud” = symbooltaal [2] Jesaja 34:4,5: ”Al het heer des hemels vergaat en als een boekrol worden de hemelen samengerold; al hun heer valt af, zoals het loof van de wijnstok en zoals het blad van de vijgeboom afvalt. Want mijn zwaard is in de hemel dronken geworden; zie, het daalt neer op Edom en ten gerichte op het volk dat door mijn banvloek werd getroffen.” De vernietiging van Edom is als de hemel die opgerold wordt. Ezechiël 32:7,8: ”Wanneer Ik u uitblus, befloers Ik de hemel en verduister Ik de sterren, de zon overdek Ik met wolken, en de maan doet haar licht niet schijnen. Al de stralende lichten aan de hemel verduister Ik om uwentwil: duisternis breng Ik over uw land – luidt het woord van de Here HERE.” De vernietiging van Egypte is als de hemel die het niet meer doet, de zon wordt verduisterd evenals de sterren en de maan zal geen licht meer geven. Daniël 8:10:

Page 28: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

28

”En uit één daarvan kwam weer een horen voort, die klein begon, maar die zeer groot werd tegen het zuiden, tegen het oosten en tegen het Sieraad, ja, zijn grootheid reikte tot aan het heer des hemels, en hij deed er van het heer, namelijk van de sterren, ter aarde vallen, en vertrapte ze.”Antiochus Epiphanes, vijand van Israël zal de Joden overmeesteren en die gebeurtenis is als het neerwerpen van het heir des hemels. Echte sterren kan niemand vertrapppen. Haggaï 2:6: Haggai 2:6 is een Messiaanse profetie waar staat: “Want dit zegt de HEER van de hemelse machten: Nog een korte tijd, een ogenblik slechts, en ik zal de hemel en de aarde, de zee en het land doen beven.” Deze passage is van toepassing op de verandering van de dingen, die over ons zijn gekomen door het stoppen van de “oude geestelijke Joodse wereld” en de invoering van de nieuwe wereld. De komst van Christus heeft deze grote verandering mogelijk gemaakt. Deze wijziging van de overgang van het oude judaïstisch systeem met al zijn ceremoniën, riten, rituelen, offers,is in Haggaï 2:6 beschreven. De schrijver van Hebreeën heeft bij de oude profeet deze woorden “geleend.” Daar lezen we: “26 Toen heeft zijn stem de aarde doen wankelen, doch thans heeft Hij een belofte gegeven, zeggende: Nog eenmaal zal Ik niet slechts de aarde, maar ook de hemel doen beven. 27 Dit: nog eenmaal, doelt op een verandering der wankele dingen als van iets, dat slechts geschapen is, opdat blijve, wat niet wankel is. 28 Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en ontzag, 29 want onze God is een verterend vuur.” - Hebrews 12:26-29. Hebreeën 12:26,27: ”Toen heeft zijn stem de aarde doen wankelen, doch thans heeft Hij een belofte gegeven, zeggende: Nog eenmaal zal Ik niet slechts de aarde, maar ook de hemel doen beven. Dit: nog eenmaal, doelt op een verandering der wankele dingen als van iets, dat slechts geschapen is, opdat blijve, wat niet wankel is.” Letterlijk lijkt mogelijk maar dat is het niet, want de context is figuurlijk zoals ook Haggaï waar het uit is overgenomen. In Haggai 2:21,22 had God zelf de geestelijke betekenis aangegeven van dit gedeelte: “21 ‘Zeg dit aan Zerubbabel, de gouverneur van Juda: “Ik zal de hemel en de aarde doen beven, 22 ik zal alle koningstronen omverstoten en de macht van alle volken breken, ik zal de strijdwagens met hun berijders omverwerpen; de paarden zullen neerstorten en de ruiters zullen elkaar ombrengen.” Hier zien we de verbinding tussen het schudden van de hemelen en de aarde, en de omverwerping van koninkrijken en personen met bevoegdheden over mensen of zaken. Openbaring 6:13,14: ”En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel doet nederdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest, dat de wond van het zwaard had en (weer) levend geworden is.” Letterlijk lijkt niet mogelijk.

De formules: ”val op ons” en ”verberg ons” = symbooltaal

Hosea 10:8: ”En verwoest worden de hoogten van Awen, Israëls zonde. Doornen en distelen zullen hun altaren overwoekeren. En zij zullen zeggen tot de bergen: Bedekt ons, en tot de heuvelen: Valt op ons!” Niet letterlijk maar een zoeken naar verlichting van de problemen.

Page 29: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

29

Lucas 23:28-30: ”En Jezus wendde Zich tot haar en zeide: Dochters van Jeruzalem, weent niet over Mij, maar weent over uzelf en over uw kinderen, want zie, er komen dagen, waarop men zeggen zal: Zalig de onvruchtbaren, en de schoot, die niet heeft gebaard, en de borsten, die niet hebben gezoogd. Dan zal men beginnen te zeggen tot de bergen: Valt op ons, en tot de heuvelen: Bedekt ons.” Niet letterlijk maar een zoeken naar verlichting van de problemen.

Land woest = symbooltaal Jesaja 24;17-20: ”Schrik en kuil en strik over u, bewoners der aarde! En het zal geschieden, dat wie vlucht voor het schrikaanjagend gedruis, in de kuil valt en dat wie uit de kuil klimt, in de strik gevangen wordt; ja, de sluizen in den hoge worden geopend en de grondvesten der aarde beven. De aarde barst geheel open, de aarde schudt hevig, de aarde wankelt vervaarlijk; de aarde waggelt zeer als een beschonkene en zwaait heen en weer als een nachthut; want haar overtreding drukt zwaar op haar; zij valt en staat niet weer op.” Het politieke en economische systeem stort in elkaar en lijkt op een wereldcatastrofe. Jeremia 9:10: ”Over de bergen wil Ik een wenende treurzang aanheffen, en over de dreven der steppe een klaaglied; want zij zijn doods geworden, omdat niemand erdoor trekt en men er het blaten van de kudde niet hoort; zowel het gevogelte des hemels als het vee zijn geweken, weggegaan.” Het politieke en economische systeem stort in elkaar en lijkt op een wereldcatastrofe. Jeremia 22:29: “Land, land, land, hoor des HEREN woord.” En in vers 1 (samen met de verzen 11,18 en 24) kunnen we lezen dat de woorden voor het volk van Juda bestemd waren, met betrekking tot het tijdstip waarop zij zouden worden weggenomen door Babylon: “en u geven in de macht van wie u naar het leven staan, in de macht van hen voor wie gij vrees koestert, in de macht van Nebukadressar, de koning van Babel, en de Chaldeeën” (vs. 25). Het was niet de hele fysieke wereld God te praten, maar het volk. Joël 1:15: ”Wee die dag, want nabij is de dag des HEREN; als een verwoesting komt hij van de Almachtige.” Het politieke en economische systeem stort in elkaar en lijkt op een wereldcatastrofe. Joël 3:14-17: ”Menigten, menigten in het dal der beslissing, want nabij is de dag des HEREN in het dal der beslissing. De zon en de maan worden zwart en de sterren trekken haar glans in. En de HERE brult uit Sion en verheft zijn stem uit Jeruzalem, zodat hemel en aarde beven. Maar de HERE is een schuilplaats voor zijn volk en een veste voor de kinderen Israëls. En gij zult weten, dat Ik, de HERE, uw God ben, die woon op Sion, mijn heilige berg, en Jeruzalem zal een heiligdom zijn, en vreemdelingen zullen er niet meer doortrekken.” De geestelijke “hemel en aarde” beven. Het politieke en economische systeem stort in elkaar en lijkt op een wereldcatastrofe.

Page 30: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

30

Dominee C.J. Buys, is gereformeerd theoloog en schreef een artikel over de ‘NIEUWE HEMELEN EN EEN NIEUWE AARDE’ uit Jesaja op http://www.dewoesteweg.nl Verwachting 2006 in pdf : nummer 4 We citeren er uit: “Dit “scheppen” wil niet zeggen dat het hier gaat om een herscheppen van ons zon-nestelsel en een herscheppen van de aarde. Het gaat om een geheel nieuwe wereldorde op aarde. Degenen die het nu hebben over een “nieuwe wereldorde” zullen hun vooruitgrijpen ervan zien eindigen in een volstrekte chaos en een fatale vergissing. De Heere zorgt er zelf voor! In de verzen 19 t/m 25 van Jesaja 65 lezen we over het gezegende leven in die tijd. Het zou dwaas zijn om dit te gaan vergeestelijken. Dat hebben we nu wel lang genoeg gedaan! Met name wat de zegeningen voor het (geestelijke Israël!) betreft hebben we dit gedaan en veelal nóg. U weet het: de vloeken betreffen dan het natuurlijk Israël! Het moet wéér gezegd worden, dat dit voornamelijk nóg gebeurt in de kringen van de voorgewende “oude waarheid”. Deze mensen hebben kennelijk nog nooit goed onze oudvaders en de puriteinen gelezen.”

Hoofdstuk III

ZON, MAAN EN STERREN: BETEKENIS VAN OPENBARING 6:12-17 De SV 77 zegt in vertaling: ”En ik zag, toen Het het zesde zegel geopend had, en ziet, er werd een grote aardbeving; en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed. En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij door een grote wind geschud wordt. En de hemel is weggeweken, als een boek, dat toegerold wordt; en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen. En de koningen der aarde, en de groten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen zichzelf in de spelonken, en in de steenrotsen der bergen; En zeiden tot de bergen en tot de steenrotsen: Valt op ons en verbergt ons van het aangezicht van Hem, Die op de troon zit, en van de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is gekomen, en wie kan bestaan?” Wat roept de tekst op bij mensen van de bedeling: dit is voor hen de beschrijving van nog een toekomstige letterlijke gebeurtenis. J.H. Alexander schreef ’L’Apocalypse, verset par verset’ dat verscheen bij La Maison de la bible in 1982. Het is één van de belangrijkste Franstalige werken van iemand die de bedelingen leert. We geven in de onderstaande ingekorte tabel wat we vinden bij J.H. Alexander (op blz.171,172) over Openbaring 6:12-17. ”-v.12a, aardbevingen: Jes.13:13 / Joël 2:10 / Nahum 1:5 / Haggaï 2:6 / Mat.24:7 / Heb.12:26-29 -v.12b, verduistering van de zon: Ex.10:22 / Jes.13:10 / 34:9,10 / Joël 3:9-15 / Mat.24:29,30 -v.12c, de maan veranderd in bloed: Joël 2:30 / Mat.24:29 -v.13, sterren vallen uit de hemel als onrijpe vruchten: Nahum 3:12 / Opb.8:12 -v.14a, de hemel wordt opgerold als een boek: Jes.34:4 / 2 Pet.3:10-12 -v.14b, bergen en eilanden worden bewogen: Ps.97:5 -v.15-17, verschrikkingen: Jes.2:10-12 / Amos 9:1-3 / Heb.10:29-31 / 12:25-29 .... We moeten natuurlijk denken aan de letterlijke vervulling van deze profetie en er de aankondiging in zien van de tijd van kosmische catastrofen in de tijd van het einde, zoals zo dikwijls voorzegd in de Schriften. Maar het is ook mogelijk dat de gebeurtenissen die beschreven zijn bij de opening van de 6de zegel gelijklopend zijn met datgene wat zal geschieden op het morele en spirituele vlak. (...) -v.12a, aardbevingen: sociale en politieke verwoesting van de natiën onder de Antichrist

Page 31: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

31

-v.12b, verduistering van de zon: verduistering van de zon der gerechtigheid (namelijk Christus) door het voorschrift van de Antichrist -v.12c, de maan veranderd in bloed: het bloed van de martelaren -v.13, sterren vallen uit de hemel als onrijpe vruchten: de spectaculaire val van staatshoofden -v.14a, de hemel wordt opgerold als een boek: de hemelse openbaring van het noodlot van de mensheid -v.14b, bergen en eilanden worden bewogen: het wankelen van de grote machten (bergen) en kleinere machten (eilanden) -v.15-17, verschrikkingen: de grote schrik.” Op het Interenet, staat op www.hetwoordvangod.nl een commentaar op het boek Openbaring. Het is door iemand met een duidelijke strekking van het dispensationalisme samengesteld. Dit staat op blz.72,73 geschreven voor wat zich in Openbaring 6:12-17 afspeelt: een geestelijke uitleg. Uw aandacht dus meer dan waard. Dit is wat ook wij zeggen met andere nadruk. ”Bij het verbreken van het zesde zegel lijkt het te gaan om en over de aardse (aardbeving, bergen en eilanden) tegelijk met de hemelse schepping (zon, maan, sterren en hemel), dit is echter niet het geval. Het firmament met dat wat erbij hoort, is hier niet letterlijk bedoeld, maar figuurlijk. Het is symboliek. Als de zon letterlijk zwart zou worden, zou er op aarde geen leven meer mogelijk zijn, maar blijkens de rest van de Openbaring is dat wel het geval. Daar komt bij dat in Openb. 9:2;16:8 en 19:17 de zon weer de gewone rol speelt die hij hoort te spelen. Er mag echter niet uit het oog worden verloren dat veel christenen de milieuramp die zou zijn ontstaan als de olievelden en de reservoirs van Koeweit waren blijven branden, gezien hebben als een in de bijbel voorspelde apocalyptische ramp. Ook blijft er niets van de aarde over als er slechts één ster op onze planeet zou vallen en de rest van "de sterren des hemels" zou dan niet op de aarde vallen, maar in het niets. De rest van Openbaring zegt echter dat er na de sterrenregen nog een aarde met bewoners is. De grote aardbeving kan letterlijk zijn, maar als daardoor de bergen en eilanden van hun plaats worden gerukt, dan zou het erg onverstandig en waarschijnlijk wel onmogelijk zijn van die koningen, groten, oversten, rijken, machtigen, slaven en vrijen, van kortom alle mensen, om zich in holen van rotsen en bergen te verbergen. Hun gebed wordt dan verhoord! Maar alleen de aardbeving letterlijk nemen en de rest figuurlijk is niet erg voor de hand liggend. Men mag er dus van uitgaan en dat zal in het volgende ook worden gedaan, dat het oordeel dat de aarde zal treffen na het openen van het zesde zegel, hier op symbolische wijze wordt weergegeven. Met de aardbeving wordt dan bedoeld dat alle machten en tronen zullen wankelen, dus dat alle structuren van de menselijke samenleving worden ontwricht en dat er dientengevolge een grote ontreddering zal ontstaan bij alle mensen, van koning tot slaaf, van machthebber tot kleine man. Als nog even wordt teruggegaan naar wat er gebeurt bij het openen van de eerste vier zegels, dan is opmerkelijk dat wel steeds de oordelen en rampen worden vermeld, maar dat er bijna niets wordt gezegd over de mensen die de oordelen en rampen moeten ondergaan. Als bij het openen van het zesde zegel de totale ontreddering van de mensheid getoond wordt, wordt er ook aandacht besteed aan de reacties van de mensen. Op dat moment zal de mensheid vol schrik tot het inzicht komen dat de grote dag van de toorn van God en van het Lam aangebroken is. Wanhopig zal men proberen zich voor God te verbergen, men zou wel onder de grond willen kruipen, zelfs verlangt men ernaar door de bergen bedolven te worden. Alles is beter dan te vallen in de handen van de levende God (Hebr. 10:31). De zon werd zwart als een haren zak (vs 12). De haren zak was een ruw kleed, gemaakt van het haar van een zwarte geit. Het werd gedragen in tijden van rouw. Als een Israëliet in de rouw ging, scheurde hij zijn klederen, hulde zich vervolgens in een zakvormig haren rouwkleed en bestrooide zijn hoofd met as. Vandaar onze uitdrukking: hij zit in zak en as. Nu zijn zowel zon als maan als sterren gebruikelijke beelden voor gebieders. Zij regeren over families of stammen of volken en

Page 32: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

32

behoren in hun functie morele lichtdragers te zijn gelijk aan hun symbolen. In het Oude Testament droomt Jozef dat zijn vader, de stamvader van de Israëlieten, zijn moeder en zijn broers, de stamvaders van elf van de twaalf stammen van Israël, zon, maan en sterren zijn die zich voor hem neerbuigen, hem als een hogere machthebber erkennen. Later zullen zij zich inderdaad neerbuigen voor hun broer Jozef die dan onderkoning van Egypte is (Gen. 37:9, 42:6) en in de laatste woorden die Jakob tot zijn zonen spreekt, geeft deze de aartsvaderlijke zegen door aan Jozef, de uitverkorene onder zijn broeders (Gen. 49:26). In het Nieuwe Testament wordt een leider meer vergeleken met een ster dan met de zon. In Openb. 1:20 zijn de leiders (engelen) van de zeven gemeenten de sterren in de hand van Hem die Zichzelf in Openb. 22:16 de blinkende morgenster noemt. Geweldig grote veranderingen op politiek en religieus gebied zullen de bestaande machtsstructuren veranderen, de staatkundige verdeling van de aarde zal worden gewijzigd en machthebbers zullen rouwen om de val en soms de dood van andere machthebbers. Dat staat in symbolische taal zo ongeveer in de verzen 12, 13 en 14. De zevenvoudige opsomming, van koningen der aarde tot en met de vrijen, geeft de totaliteit van de mensheid aan, alle mensen. Alle mensen, van de grootsten der aarde tot de minsten(van koningen tot slaven) komen tot het inzicht dat de "Dag der wrake" aangebroken is en zij vragen in opperste wanhoop of ze door de bergen verpletterd mogen worden om zo in de dood verborgen te zijn voor de toorn van het Lam. Erkenning van het bestaan en de macht van God en zijn Zoon is echter niet hetzelfde als daarin geloven. Maar ondanks de nood worden noch God noch zijn Zoon aangeroepen om vergeving van schuld en redding uit deze verdrukking. Men bidt tot de bergen en rotsen of zij de oplossing voor de problemen willen geven. Zie Jes. 2:12-19. Bij het verbreken van de eerste vier zegels werd niet gesproken over de reacties van de mensen op de oordelen die over de aarde kwamen, maar bij het zesde zegel valt het volle licht op de verschrikkelijke ervaringen die de mensheid na de Opname van de Gemeente te verwerken zal krijgen en er wordt getoond hoe een mens aan wie alle steun ontvallen is, dan zal reageren. Vooral de slotzin van Openb. 6 geeft duidelijk aan dat in die tijd de mensheid het algemeen gevoelen heeft, dat er voor niemand nog een mogelijkheid is tot het ontkomen aan zijn lot. Bestaan is alleen mogelijk voor hen die bij het Lam dat geslacht is, verzoening hebben gevonden. De omwentelingen op aarde zullen uiteindelijk hetzelfde resultaat hebben als elke andere revolutie heeft: een alleenheersende dictator met een totalitair regime. Deze alleenheerser wordt later in het boek getoond in al zijn verschrikking. Hij is het die van de uit de hemel geworpen Satan de definitieve alleenheerschappij zal ontvangen (Openb. 13:2). De opmerking dat men ook dan de profetieën in Gods woord kan lezen om te weten wat er allemaal nog gaat gebeuren, wordt tegengesproken door de woorden van Paulus "En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt dat ze de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid (2 Tess. 2:11, 12). Het wordt eveneens tegengesproken door vs 14: en de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. In een boekrol die opgerold is, kan men niet meer lezen, daardoor zijn de gedachten van de hemel, dus van God, niet meer na te speuren. Er zal geen inzicht, geen licht van boven meer zijn, behalve het weten dat de grote dag van de toorn van het Lam is aangebroken. Toch zijn dit nog maar verdrukkingen, de Grote Verdrukking moet nog komen na de opening van het zevende zegel en het stilzwijgen van een half uur (8:1)” (wij onderstrepen). Dit gedeelte heeft ook volgens de Wachttoren een symbolische uitleg nodig. Het gaat om de catastrofale gebeurtenissen van de confrontatie tussen het Marxsisme en kapitalisme. En een golf van traumatische omwentelingen nà de 2de Wereldoorlog (’De Openbaring’, blz.105-107).

Volgens de Adventisten (zevende dag) is Openbaring 6: 12-17 letterlijk en ook al 200 jaar terug vervuld

Op de Internetsite http://www.agp-internet.com/react/profetie/index.htm beheerd door de Zevendedag Adventisten (groep Ellen White) staat een verzameling geschriften allerhande getiteld

Page 33: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

33

’Lees het adventistisch erfgoed.’ We citeren daaruit wat ze leren in verband met de teksten over de tekenen aan zon, maan en sterren in Mattheus en Openbaring. Het eerste is een oud artikel met nog dubbele ’o’ en zo meer. We verbeteren niets behalve enkele schrijffouten maar citeren gewoon. ”Het is een historisch feit, dat vlak voor de eeuw van uitvindingen en hervorming, in Noord Europa vele Christenen gedood werden op aan stichten van de paus. Maar het doorbreken van het licht des Bijbels door de Hervorming maakte een einde aan deze onverdraagzaamheid, omdat nu het menselijk geweten tegen deze praktijken in opstand kwam. Zo werden de dagen van die weergaloze verdrukking" verkort' '. , Vooruitziende naar deze tijd, waarin aan deze verdrukking een halt zou worden toegeroepen, noemde Christus de tekenen, die de nadering van de grote dag Gods zouden kenmerken. Hij zeide: " Terstond na de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen". (Matth. 24:29). Deze " verdrukking" viel, volgens de schrijvers der Kerkgeschiedenis, tussen de jaren 538 en 1798 onzer jaartelling. Gedurende deze tijd -vooral het eerste gedeelte dezer periode, bekend als de "donkere Middeleeuwen" -werden miljoenen mensen, als ketters en afvalligen, ter dood gebracht. Jezus toonde aan, dat deze tekenen zouden plaats vinden in een pauze tussen de verdrukkingen, maar dat daarin de geloofsvervolging zou ophouden. Markus beschrijft dit gebeuren misschien duidelijker: "In die dagen, na die verdrukking, zal de zon "verduisterd worden en de maan zal haar schijnsel niet geven". (Markus 13:24). Dan is het bovendien nog van betekenis, dat aan de pauselijke vervolging ongeveer 1772 een einde kwam. Ruim 20 jaren vóór, 1798, waren er geen martelaren meer, die hun geloof "met het leven betaalden; de geloofsvervolging opgehouden. In volledige overeenstemming met de belofte, werden de zon en de maan verduisterd op 19 Mei 1780. Omstreeks die tijd verkreeg Amerika voor, dien een kolonie van Engeland, :zijn, algehele onafhankelijkheid, en werd, éen vrij volk. Aangezien talrijke slachtoffers van de Europese onverdraagzaamheid in dit nieuwe land een schuilplaats hadden gezocht, ligt het voor de hand, dat de tekenen aangaande een eventuele verlossing uit alle verdrukking, binnen hun gezichtskring zouden vallen. ,Webster's Dictionary) geeft een authentieke beschrijving van die "Duistere Dag" ... "Zo genoemd vanwege een merkwaardige duisternis op die dag over geheel Nieuw-Engeland ...Vogels zongen hun avondlied, verdwenen en zwegen; de kippen gingen op stok in de huizen werden kaarsen aangestoken. De ware oorzaak van dit wonderlijk voorval is niet bekend". Seluel William, van de Cambridge-universiteit in Massachusetts geeft in zijn boek, Gedenkschriften van de Amerikaanse Academie van Kunsten en Wetenschappen) een volgend ooggetuigenverslag. "Deze zeldzame duisternis ' viel op 19 Mei ",1780. Het begon des morgens tussen tien en elf uur en duurde tot halverwege de avond daarop, hoewel verschillend op verscheidene plaatsen". In het werk van Dr. W. R. Cochrane over de Geschiedénis van de stad Antrim, "New Hampshire", geeft deze waarnemer een ruimere beschrijving van de reacties der bevolking op deze gebeurtenis en, Hij zegt : "Tal val mensen geloofden, dat het einde der wereld was aangebroken, in het veld vielen de mannen op hun knieën om te bidden; sommigen renden naar hun buren om fouten te belijden en vergeving te vragen; in plaatsen, waar kerkgebouwen waren, verzámelden de mensen zich, en godvruchtige predikanten gingen voor en smeekten God, om Zijn beschermende hand uit te strekken; en overal op deze wonderdag ’Der verschrikking’ kwamen de onverschilligen tot inkeer en dachten over hun zonden en hun Schepper. De duisternis nam overdag steeds toe, en was voor zonsondergang zo intens, dat men geen hand voor ogen kon zien. Angstig wachtten de mensen op de maan, die in haar volheid om negen uur zou opkomen en kleine kinderen vroegen met betraande ogen, of het niet gauw licht zou worden. Maar men werd teleurgesteld, want de maan kon de dikke duisternis niet verdrijven. In de huisgezinnen in het stadje Antrim werden die avond smeekbeden opgezonden. Nooit hebben de kinderen de tederheid en zegening ondervonden van hun moeders dan die avond. De kleinen gingen ten lange leste naar bed, maar de ouders bleven de gehele nacht op om te zien of de zon de volgende dag weer zou

Page 34: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

34

opkomen. Nooit brak een lieflijker dageraad aan dien op die 20ste Mei I Nooit waren mensen op aarde dankbaarder gestemd. Zelfs onverschillige mensen loofden God. Zo was de bevolking onder de indruk van deze gebeurtenis, dat de stad op 9 Maart 1781, op een vergadering besloot, om de komende Mei 'als een bid- en vastendag te stellen". Sinds die verduistering ’van zon en maan’ zijn nu meer dan 160 jaren verlopen. De oorzaak van deze uitzonderlijke gebeurtenis was lang een onderwerp van discussie. Men heeft er geen verklaring voor kunnen vinden; alleen het feit blijft bestaan dat na de verdrukking, zoals Christus voorzegde, dit teken aan de hemel zou verschijnen. Een andere ongewone gebeurtenis zou, volgens Jezus' profetische rede, eveneens plaats vinden. Hij zeide: "De sterren des hemels zullen vallen". (Mark. 13:25). Een indrukwekkende 'beschrijving van dit gebeuren is vermeld in het boek der Openbaring. Daar zegt; de profeet: "De sterren des hemels vielen op de aarde, ge!ijk een vijgeboom zijn onrijpe vijgen afwerpt, als hij van een grooten wind geschud wordt". (Openbaring 6:13). Op 13 November 1833 vond de grote gebeurtenis plaats, die bekend staat als de sterrenregen.. Zo'n vertoon van overweldigende schóonheid is vóór noch nadien ooit aanschouwd,. Charles A. Voung, Professor in de sterrekunde aan de Princetown-Universiteit, zegt; hierover, het volgende: " Waarschijnlijk een van de meest merkwaardige sterrenregens, die ooit hebben plaats gevonden, was die van de Leoniden, gedurende de avond en nacht volgende op 1'2 November 1833. Volgens de waarnemingen der verschillende observatoriums bedroeg het aantal wel 200.000 per uur, terwijl dit 5 a 6 uur duurde. De hemel was zo vol vallende sterren, dat het wel met een sneeuwstorm kon vergeleken worden". Manual of Astrohomy, blz. 469. Professor Denison Olmsted van de Yale-universiteit schreef over dit wonderlijke schouwspel nog het volgende: "De morgen van de 13e November 1833 zal in de herinnering blijven voortleven door het phenomenaal gebeuren van een geweldige sterrenregen, van grootser aanzien en omvang, als ooit in de geschiedenis is vermeld. ..Vermoedelijk is et sinds de eerste pioniers in dit land, geen natuurverschijnsel aan de hemel geweest, dat door sommigen aanschouwd werd vol extase en bewondering, door anderen in angst en vrees nog lang na de gebeurtenis, was de "sterrenregen' , het onderwérp van het gesprek in elke kring". American Joumal of Science and Arts, Vol XXV, (1834) blz. 363, 364. ' : Sommigen, die van het ongewone schouwspel getuigen waren geweest, hadden de indruk, dat het een teken was van het naderend wereldeinde. Frederick A. Douglas, in die tijd voorstander van de afschaffing der slavernij, schrijft in zijn boek My Bondage and My freedom (Mijn slavernij en mijn vrijheid), aangaande deze gebeurtenis het volgende : "Ik was getuige van dit machtig schouwspel en het heeft een geweldige indruk op mij gemaakt. Het scheen alsof talloze bood schappers van de hemel neerdaalden. Het was tegen het aanbreken van de dageraad, dat ik dit wonder aanschouwde. Op datzelfde moment kwam de gedachte bij mij op, dat dit de voorbode van de komst van de Zoon des mensen kon zijn: en ik was in mijn geest verblijd, omdat ik bereid was Hem als mijn vriend en Heiland te ontmoeten. Ik had gelezen, dat "de sterren van den hemel zullen vallen", en nu gebeurde dit Het voorval bleef mijn geest bezig houden; ik besloot voortaan mijn ogen hemelwaarts gericht want de wereld had mij niets meer te brengen". Op dezelfde site staat er ook, een commentaar op het boek Openbaring. Dit zeggen ze in verband met Openabring 6:12-17. ”Vers 12-13. Onder het zesde zegel zag Johannes, dat zelfs de natuur zou reageren op de afval, die Gods kerk bedreigde. De profeet Joël verklaarde -meer dan 2500 jaar geleden -dat «de zon verduisterd zou worden, en de maan zou veranderen in bloed, voordat de grote en geduchte dag des Heren zou komen. Joël 2:31. Na de Hervorming in de zestiende eeuw kwamen bepaalde tekenen als antwoord op de gebeurtenissen voorspeld in vers 12 en 13. In 1755 vond de aardbeving van Lissabon plaats, één van de zwaarste die ooit vermeld werden. De schok werd gevoeld in Europa, Afrika en Noord Amerika en besloeg een gebied van 10 miljoen vierkante kilometers. Op 19 mei 1780 vond een

Page 35: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

35

merkwaardige zon en maansverduistering plaats in Noord Amerika en drie jaar later, op 6 juli 1783, in Europa. De Hamburger Neue Zeitung van 18 juli 1783 bevestigt dat: ,.Hildburghausen, 6 juli. De bossen in de gehele omgeving hier zien er meer wit uit dan groen; de hemel als opgejaagde kalk; zon en maan gaan steeds bloedrood op en onder. In alle kerken worden bidstonden gehouden.» Urenlang heerste er een ondoordringbare duisternis. Toen de avond viel, werd de duisternis angstwekkend. Na middernacht trok het duister op en werd een bloedrode volle maan zichtbaar. In november 1832 werd er op het oostelijk halfrond een verbazingwekkende sterrenregen zichtbaar en precies een jaar later herhaalde dit verschijnsel zich op het westelijk halfrond. De vallende sterren waren zo talrijk dat het op een vuurregen leek. Deze gebeurtenissen waren niet alleen een nauwkeurige vervulling van de profetie, maar ze kwamen ook precies op de volgorde die in de bijbelprofetie wordt aangegeven. Ze werden door velen waargenomen en men geloofde dat de wederkomst van Jezus spoedig zou komen. Vers 14-17. Het openen van de hemel, als een boekrol, is nog toekomstig. Het zal plaatsvinden bij de wederkomst van Christus. Dan zullen zij, die Hem verworpen hebben, zien hoe groot hun zonde is, en ze zullen uit Zijn tegenwoordigheid wegvluchten. Voordat het zevende zegel geopend wordt, moet een belangrijke vraag worden beantwoord: «Wie zal kunnen bestaan » in die verschrikkelijke tijd, die beschreven wordt in de verzen 14-17? De Bijbel zegt dat Jezus zal komen met grote heerlijkheid, als een verterend vuur. Zijn heerlijkheid zal de goddelozen verdelgen. Zijn er mensen, die zuiver genoeg zijn om te kunnen bestaan als Hij komt?”

Gustave Doré: De zondvloed

Page 36: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

36

Opgepsast: een waarschuwing “Zo verdelgde Hij alles wat bestond, wat op de aardbodem was, mensen zowel als vee en kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, zodat zij verdelgd werden van de aarde; Noach alleen bleef over en wat met hem in de ark was.” – Genesis 7:23 “Want zoals zij in [die] dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging.” – Mattheus 24-38

Hoofdstuk IV

TEKSTEN OVER ”DE NIEUWE HEMEL EN NIEUWE AARDE” Er zijn in de NBGvertaling 5 vindplaatsen in 4 verzen waar over een ”nieuwe hemel en een nieuwe aarde” gesproken wordt. Dit zijn ze: 1°) Jes.65:17: ”Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; aan wat vroeger was, zal niet gedacht worden, het zal niemand in de zin komen. 2°) Jes.66:22: ”Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord des HEREN, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan.” 3°) Obp.3:12: ”Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam.” 4°) Obp.21:1: ”En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer.” De vraag hierbij is: zijn deze teksten allen samen verbonden en spreken ze over hetzelfde? Of is een toch een verschil in de betekenis? Gaat het om een letterlijke ”nieuwe hemel en een nieuwe aarde” of integendeel een geestelijke? Of zij er zowel verwijzingen naar de letterlijke als de symbolische hemel en aarde? We komen hierop terug maar vooraf wat anders. Er zijn in de NBGvertaling 4 vindplaatsen in 4 verzen van de tweede brief van Petrus die over oude en nieuwe ”hemelen” in het meervoud spreken. Daar moeten we de betekenis van begrijpen of we zullen verkeerde conclusies trekken bij wat hierboven staat. 1°) 2 Pet.3:5: ”Want willens en wetens ontgaat hun, dat door het woord van God de hemelen er sedert lang geweest zijn en de aarde, die uit en door het water bestaat.” Wat zijn die hemelen:

Genesis1:1: ”In den beginne schiep God de hemel en de aarde.” Wat is die aarde:

Genesis 1:6,9: ”En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren, en dit make scheiding tussen wateren en wateren. 9 En God zeide: Dat de wateren onder de hemel op één plaats samenvloeien en het droge te voorschijn kome; en het was alzo.”

De conclusie: het gaat hier om letterlijke zaken.

Page 37: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

37

2°) 2 Pet.3:7: ”Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen.” Wat zijn die hemelen:

Haggaï 2:7-10 Statenvertaling: ”Want alzo zegt de HEERE der heirscharen: Nog eens, (13) een weinig tijds zal het zijn; en Ik zal de hemelen, (14) en de aarde, (15) en de zee, (16) en het droge (17) doen beven. (18) Ja, Ik zal al de heidenen (19) doen beven, (20) en zij zullen komen tot den Wens aller heidenen, (21) en Ik zal dit huis (22) met heerlijkheid vervullen, (23) zegt de HEERE der heirscharen. Mijn is het zilver, en Mijn is het goud, (24) spreekt de HEERE der heirscharen. De heerlijkheid van dit laatste huis zal groter worden, dan van het eerste, zegt de HEERE der heirscharen; en in deze plaats zal Ik vrede geven, (25) spreekt de HEERE der heirscharen.”

Hier de voetnoten van de Statenvertaling bij deze tekst: 13) Nog eens, Dat is, het zal in korten tijd geschieden, dat Ik hemel en aarde wederom, of ten tweede male bewegen zal. Zie Hebr. 12:26; dat ons lang dunkt te wezen, is bij God maar als een ogenblik; Ps. 90:4, en 2 Petr. 3:8 14) de hemelen, Met de engelen, inwoners des hemels. 15) de aarde, Met de mensen op de aarde. 16)de zee, Met die in de eilanden wonen. 17) Het droge Met de mensen, die op het hoge droge land wonen. 18) doen beven. Al deze schepselen zullen bewogen worden, ten tijde der geboorte, van het lijden en sterven, van de opstanding en hemelvaart van Christus, en als zijne apostelen dit alles door de ganse wereld zullen gaan prediken. 19) Ik zal al de heidenen Dit is ene profetie van de beroeping der heidenen, als het Evangelie door de ganse wereld zou gepredikt worden. 20)doen beven, Of, doen schudden, te weten, alzo dat zij tot den Heere komen. Verg. Hos. 3:5, en Hos. 11:10,11 met de aantekening. 21) Wens aller heidenen, Te weten, Christus, dien alle heidenen of natiën zouden wensen te omhelzen, zich tot zijne kerk begevende. Verg. Gen. 49:10. Anders aldus: En de wens der heidenen zal komen. Verstaande zulks van de komst van de Messias. Anders: Dan zullen komen de gewensten aller heidenen; dat is, mijne uitverkorenen, mijn lieve en aangenamen kinderen uit alle volken en natiën, zullen tot mij komen en in mij geloven. Zie Jes. 2:3. 22) dit huis Dat is, dezen tempel. 23) met heerlijkheid vervullen, Want Christus, de koning der ere. [Ps. 24:7,8], de Zaligmaker der heidenen, [die groter is dan Salomo, Matth. 12:42], zou in eigen persoon lichamelijk verschijnen, prediken en wonderen doen, [gelijk Maleachi dit duidelijk voorzegt in Mal. 3:1], en Hij zal voorts in zijn gemeente wonen met zijn Geest en genade. Verg. Ezech. 43:5,7. 24) Mijn is het zilver, en Mijn is het goud, Alsof de Heere zeide: Indien Ik dezen nieuwen tempel uitwendig heerlijker hebben wilde van zilver en goud, dat ware mij licht om te doen, want al het zilver en goud der wereld komt mij toe, en Ik kon het u haast doen hebben, maar Ik wil dezen tempel versieren met een veel grotere heerlijkheid, namelijk met de tegenwoordigheid van den Messias, den Koning aller koningen, en met vele geestelijke gaven, waarmede Ik de kerk van het Nieuwe Testament versieren zal. 25) vrede geven, Namelijk door, of in Christus Jezus, den Vredevorst. Zie Rom. 5:1, en Rom. 14:17; Filipp. 4:7. Zie ook Jes. 11:6, en Joh. 14:27.

Haggai 2:22-24 Statenvertaling: ”Spreek tot Zerubbabel, den vorst van Juda, zeggende:

Ik zal de hemelen en de aarde bewegen. (57) En Ik zal den troon der koninkrijken omkeren, (58) en verdelgen de vastigheid (59) van de koninkrijken der heidenen; en Ik zal den wagen omkeren, en die daarop rijden; en de paarden, en die daarop rijden,

Page 38: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

38

zullen nederstorten, een iegelijk in des anderen zwaard. (60) Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal Ik u nemen, (61) o Zerubbabel, gij zoon van Sealthiel, Mijn knecht! spreekt de HEERE, en Ik zal u stellen, als een zegelring; (62) want u heb Ik verkoren, (63) spreekt de Heere der heirscharen.”

Hier de voetnoten van de Statenvertaling bij deze tekst: 57) Ik zal de hemelen en de aarde bewegen. Zie Hag. 2:7. 58) En Ik zal den troon der koninkrijken omkeren, De zin is: Ik zal alle macht en geweld tenietmaken, die zich tegen Christus en zijn rijk verheffen; zie 2 Cor. 10:5, en 2 Thess. 2:8. Doch anderen verstaan dit gesproken te zijn van het werk der wederopbouwing van den tempel, die door gene mensen zou kunnen verhinderd worden; om alzo de Joden des te meerderen lust en moed te geven om kloek in dit werk voort te varen. Het kan beide tegelijk wel bestaan. 59) de vastigheid Dat is, sterkte, macht. 60) een iegelijk in des anderen zwaard. Hebr. de man in het zwaard was zijn broeder. 61)u nemen, Dit is, figuurlijkerwijze te zeggen: U, o Christus, die naar het vlees in de lenden van Zerubbabel besloten ligt, Matth. 1:12,13. Alzo wordt Christus, Ezech. 34:23, David genoemd; verg. Hebr. 7:9. 63) u heb Ik verkoren, Verg. 1 Petr. 1:20.

Hosea 11: 10,11 Statenvertaling: ”Zij zullen den HEERE achterna wandelen, (28) Hij

zal brullen als een leeuw, (29) wanneer Hij brullen zal, dan zullen de kinderen (30) van de zee af (31) al bevende aankomen. Zij zullen bevende aankomen als een vogeltje (32) uit Egypte, (33) en als een duif (34) uit het land van Assur; en Ik zal hen doen wonen in hun huizen, (35) spreekt de HEERE.”

Hier de voetnoten van de Statenvertaling bij deze tekst: 28) HEERE achterna wandelen, Jezus Christus, den Messias, hun Hoofd en Koning. Vergelijk boven Hos. 3:5. 29) brullen als een leeuw, Door de openbare, klare en heldere predikatie van het Evangelie, waardoor Hij zijne uitverkorenen [gelijk een leeuw zijne jongen] bijeen zal roepen, gelijk volgt. Vergelijk Jes. 27:13; Amos 3:8; idem, waardoor Hij niet alleen den zijnen zijn genadewerk zal verkondigen, maar ook zijnen en zijner kerken vijanden, zijne wraak en overwinning, voornamelijk van alle geestelijke vijanden, die Hij, als de rechte leeuw van Juda, zal overwinnen en in triomf voeren. Zie Gen. 49:9; Col. 2:15; Openb. 5:5, en vergelijk wijders Jes. 31:4,5; Joël. 3:16; Amos 1:2. 30) Kinderen Dat is, uitverkorenen, die hem de Vader gegeven heeft; Joh. 17:6; Hebr. 2:13. 31) van de zee af Hebreeuws, zullen sidderen, of beven van de zee [of, het westen] af; dat is sidderende aankomen tot zijne en zijner kerken gemeenschap. Vergelijk Jes. 24:14, en Jes. 49:12, boven Hos. 3:5, en zie de aantekening. Alzo in Hos. 11:11. Aangaande de manier van spreken, sidderen, of beven, voor sidderende gaan, komen, enz. Vergelijk 1 Sam. 13:7, en 1 Sam. 16:4. 32) Vogeltje Dat snellijk vliegt naar zijn aas, of nest, of den strik ontvliedt. 33) Egypte, Dat is, in alle plaatsen, waar zij verstrooid zijn, zullen zij zich met ijver begeven tot dien, die hen verlost uit geestelijk Egypte en Assyrië, dat is, de slavernij des duivels en der zonde. Vergelijk Jes. 27:13; Zach. 10:10. 34) Duif Zie Jes. 60:8. 35) wonen in hun huizen, Dat is, [naar den stijl der profeten]. Ik zal hen planten in mijne kerk, en door Christus geven rust en vrede in hunne conscientiën, en na dit leven, hunne plaats in de hemelse woonsteden. Zie boven Hos. 2:13,17, met de aantekening en onder Hos. 12:10.

Page 39: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

39

Openbaring 12:9: ”En de grote draak werd (op de aarde) geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.”

Wat is die aarde:

Genesis 18:25: ”Het zij verre van U, aldus te handelen, de rechtvaardige te doden met de goddeloze, zodat de rechtvaardige zou zijn gelijk de goddeloze; verre zij het van U; zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?”

Psalm 96:13: ”voor de HERE, want Hij komt, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de volken in zijn trouw.” Openbaring 12:16: ”En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar

mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen.” De conclusie: het gaat over mensen. 3°) 2 Pet.3:10: ”Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden.” Wat zijn die hemelen: symbolisch blijkt de beste oplossing want ooit zijn de hemelen en aarde van het Joodse systeem vergaan. Maar dit is de uitleg van de Statenvertaling daarbij: “38)zullen voorbij gaan, Hoe dit voorbijgaan of vergaan van hemel en aarde geschieden zal, zijn er verschillende meningen, zo van oude als van nieuwe leraars. Sommigen menen, dat de substantie of het wezen zelf der wereld ten enenmale zal vergaan en vernietigd worden; anderen, dat alleen de hoedanigheden derzelve zullen vergaan en veranderd worden, en de substantie of wezen blijven. Welke mening wel de algemene en waarschijnlijkste is. Zie Ps. 102:26,27; Rom. 8:19.”

Openbaring 6:14: ”En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt.”

Openbaring 21:1: ”En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer.”

Wat is die aarde:

Jesaja 13:13: ”Daarom zal Ik de hemel doen wankelen en de aarde zal bevend van haar plaats wijken door de verbolgenheid van de HERE der heerscharen, ten dage van zijn brandende toorn.”

Mattheus 24:35: ”De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.”

De conclusie: 4°) 2 Pet.3:13: ”Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.” Wat zijn die hemelen:

Jesaja 65:17: ”Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; aan wat vroeger was, zal niet gedacht worden, het zal niemand in de zin komen.”

Openbaring 21:1: ”En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer.”

Wat is die aarde:

Jesaja 66:22: ”Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord des HEREN, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan.”

De conclusie: letterlijk maakt dat weinig zin, daarom symbolisch.

Page 40: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

40

Jesaja 11:4: ”want hij zal de geringen in gerechtigheid richten en over de ootmoedigen des lands in billijkheid rechtspreken, maar hij zal de aarde slaan met de roede zijns monds en met de adem zijner lippen de goddeloze doden.” Jesaja 26:10,18: ”Al wordt de goddeloze genade bewezen, hij leert geen gerechtigheid; hij handelt slecht in een land van recht en de majesteit des HEREN ziet hij niet. (…) Wij waren zwanger, wij krompen ineen; maar het was, als baarden wij wind; wij brachten het land geen verlossing aan en wereldbewoners werden niet geboren.”

1st MOGELIJKHEID: ZIJN DE NIEUWE HEMEL EN NIEUWE AARDE SYMBOLISCH?

Op de Internet site van Open Bijbel, staat een verzameling van documenten van personen die in de dispensaties geloven onder andere van E.W. Bullinger en L. Lambert. In ’Bomen langs het water (Hoe verstaan we de Grote Finale van Openbaring 21 en 22?)’ van Thorgeir Thorkelsson krijgen we een geestelijke uitleg van de nieuwe hemel en nieuwe aarde een proces dat zich voltrekt tijdens de duizendjarige regering. “In commentaren wordt beweerd, dat zodra de nieuwe aarde er is, de volken Gods eigendom zijn, de tranen zijn afgewist, de dood is verdwenen en alle verdriet en moeite voorgoed zijn weggedaan. Maar is dat eigenlijk wel juist? Want het vers bevat een opmerkelijke wisseling van de tegenwoordige en de toekomende tijd. De stem zegt: De tent van God IS bij de mensen... Dat is zo, omdat het nieuwe Jeruzalem uit de hemel is neergedaald. Maar de rest van het vers staat in de toekomende tijd: Hij ZAL bij hen wonen, en zij ZULLEN Zijn volken zijn Ligt het gezien de spreekwijze niet voor de hand om aan te nemen dat de Here hier een programma beschrijft dat nog uitgevoerd moet worden, maar waar de basis voor is gelegd, nu het nieuwe Jeruzalem op aarde is verschenen? Als we verder lezen, dan dringt die conclusie zich steeds sterker aan ons op. De Here roept uit: “Zie, Ik maak alle dingen nieuw!” (21:5). Zijn “alle dingen” op dat moment al nieuw gemaakt, of geeft Hij hier de richting aan waarin de nieuwe schepping zich vanaf dat moment zal gaan bewegen? De Schepper zegt niet: “Ik HEB alle dingen nieuw gemaakt!” maar: “Ik MAAK alle dingen nieuw!”. Het is alsof Hij zeggen wil: Kijk eens, Ik ben bezig alle dingen nieuw te maken, het begin is er! En inderdaad zijn op dat moment nog niet “alle dingen” nieuw gemaakt. De poel des vuurs is er bijvoorbeeld nog, en dat is een element dat uit de oude schepping afkomstig is. De vuurpoel bestond al vóór het laatste oordeel. Hij was er zelfs al vóór het duizendjarig rijk. Het beest en de valse profeet werden er immers in geworpen, toen het vrederijk een aanvang nam (19:20). Zolang er nog gestraften in verkeren, is de vuurpoel nog niet “voorbij gegaan” en ook nog niet “nieuw gemaakt”. Maar als de Here God “álle dingen” nieuw zal maken, dan zal die vuurpoel ook eens verdwijnen. Een stem roept: “De dood zal niet meer zijn” (21:4). Maar als het nieuwe Jeruzalem net uit de hemel is neergedaald, dan is de dood er nog wel. Want direct daarna lezen we: “De lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars - hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood” (21:8). Het is waar, dat “dood en dodenrijk in de poel des vuurs zijn geworpen” (20:14), zodat de dood zoals wij die kennen op de nieuwe aarde niet meer bestaat. Maar er is nog

Page 41: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

41

wel een andere toestand, die met het woord “dood” wordt aangeduid. Er bestaat nog steeds een bepaalde vorm van dood. Uit de “getrouwe en waarachtige woorden” van Hem die op de troon zit blijkt echter, dat zij er eens niet meer zal zijn (21 :4-5)” (wij onderstrepen). Het gaat dus niet om de letterlijke hemel en aarde maar om een geestelijke toestand onder mensen. Op de site van http://www.creabel.org/index.php?id=48 vonden we dit artikel: ’Kosmologie Hoe bekijk je je omgeving/ wat is waarheid?’ Dit staat er bijvoorbeeld over de nieuwe hemel en aarde/ duidelijk iets geestelijks. (Wij onderstrepen.) ”Vier Kosmologieën. Petrus leert ons dat er eigenlijk 4 kosmossen te kennen zijn: - De eerste kosmos: de wereld zoals Go d die origineel geschapen heeft en die door de zondvloed is vergaan. 2Pe 3:5,6 - De valse kosmos: het beeld van de kosmos dat door de niet-gelovigen is opgezet. De evolutietheorie met al haar systemen, die steunt op de filosofische gedachte dat alle processen steeds hetzelfde geweest zijn. 2Pe 3:3-4 Doch deze gedachte is verkeerd want de eerste kosmos is volgens Petrus: ... dat door het woord van God de hemelen er sedert lang geweest zijn... - De tegenwoordige kosmos: de wereld die wij, als christenen, kennen. 2Pe 3: 7/ 1Co 13:10-12 Deze kosmos zal zijn einde vinden b ij het oordeel en is een afspiegeling van de eeuwige toekomstige kosmos. - De eeuwige kosmos: bij wijze van spreken is deze kosmos gebouwd op de assen van de eerste en de tegenwoordige kosmos. Deze kosmos zal de nieuwe rechtvaardige wereld zijn die God zal maken/ het hemelse Jeruzalem. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde. 2Pe 3:13/ Jes 66:22.” Drs G. van den Brink, volgeling van het dispensationalisme maar met veel varianten, schreef het artikel ’De hemel in het Nieuwe Testament’ voor de Studiebijbel NT (bereikbaar met Internet). Naar het slot toe zegt hij over de geestelijke nieuwe hemel en geestelijke nieuwe aarde: ”Deze totale en volmaakte vernieuwing van de gelovigen is weer onderdeel van een totale volmaakte vernieuwing van de schepping, die tot stand komt doordat de hemel de aarde volledig zal omhelzen. We lezen dit in Openbaring 21:1-2 'En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan... en ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, neerdalende uit de hemel van God...' Niet alleen de aarde heeft een geschiedenis, maar ook de hemel(22). We hebben er in deze studie iets over kunnen horen. Met de eerste komst van Christus zijn de hemel en de aarde in een nieuwe relatie tot elkaar gekomen(23). Maar er komt straks een tijd, na het laatste oordeel, dat de hemel naar de aarde zal afdalen en de scheiding tussen beiden volledig zal worden opgeheven. Over deze tijd ontving Johannes de volgende openbaring die hij beschrijft in hoofdstuk 21:3-6 'En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij die op de troon gezeten is, zeide: Zie Ik maak alle dingen nieuw.... Ik ben de Alpha en de Omega, het begin en het einde'.” Dit is de uitleg van een andere dispensationalist op http://www.bijbel.nl/bijbelstudie3-1.htm Het artikel over ’DE NIEUWE SCHEPPING’ van (waarschijnlijk) Dov Avnon/ een messiasbelijdende Jood, geeft aan dat de nieuwe schepping er gekomen is in de gemeente van Christus, het is geestelijk. ”De term ”schepping” wordt i.v.m. de nieuwe geboorte en opstanding, meer dan één keer gebruikt. Maar de term wordt ook i.v.m. de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Jesaja 65:17) gebruikt, en tevens i.v.m. het bevrijdde Israël in de toekomst. Zij wordt een nieuwe schepping genoemd (Psalm 102:16-18; Jesaja 65:18). In de Paulinische openbaring heeft deze term een unieke betekenis, n.l. die van Christus en de leden van Zijn Lichaam. Het is alleen de apostel Paulus, die door Gods Geest de term "nieuwe schepping" uitsluitend in dit verband gebruikt.

Page 42: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

42

Het Lichaam van Christus als nieuwe schepping De betekenis van het bovengenoemde gedeelte in II Korinthe 5:17 is niet alleen dat individuele gelovigen in Christus een nieuwe schepping geworden zijn (hoewel dat zo is), maar ook dat zij nu behoren tot een glorieuze nieuwe schepping, die God in Christus tot stand heeft gebracht. Het laatste gedeelte van het bovengenoemde vers, leert ons dat met de vorming van de nieuwe schepping een volkomen ”nieuwe orde of programma” werd ingebracht. (Er wordt vaak gedacht dat dit vers met name spreekt over de oude zondige gewoonten die uit het leven van de individuele gelovige verdwenen zijn en nu vervangen zijn door een nieuwe levenswijze (hoe waar dit ook moge of zou moeten zijn)” (wij onderstrepen). Charles Taze Russell , stichter van Jehovah’s Getuigen schreef een serie Schriftstudies van zes boeken en van dat eerste boek is ook een Nederlandse vertaling verschenen in de jaren 1920. Deze oude vertaling staat op www.bibletoday.com/Alys/Dutch/DUTCH_Ch_4_Epochs.htm Voor Russell en voor alle Russellisten erna is er geen nieuwe hemel en aarde op komst maar een oplappen van de oude hemel en aarde zoals er na de zondvloed geschiedde. We citeren uit bladzijden 75-77 (wij onderstrepen): ”Men houde in bedenking dat deze aarde de grondslag is van al deze “werelden” en bedeelingen, en dat, hoewel eeuwen voorbij gaan en bedeelingen veranderen, de aarde blijft voortbestaan – “De aarde staat in der eeuwigheid.” (Pred. I:4.) Dit zelfde beeld gebruikende noemt Petrus elk dezer tijdperken afzonderlijke hemelen en aarde. Het woord “hemelen” duidt hier de opzichthoudende hoogere of geestelijke machten, terwijl “aarde” het zinnebeeld is der menschelijke regeeringen en maatschappelijke inrichtin-gen. Alzoo eindigden met den zondvloed, de eerste “hemelen en aarde,” of de orde en inrichting der dingen toen bestaande, nadat zij hunnen tijd hadden uitgediend. Maar de natuurlijke hemelen (lucht en dampkring) en de natuurlijke aarde veranderden niet; zij bleven. En zoo zal ook de tegenwoordige wereld (hemelen en aarde) met een gedruisch voorbij gaan, met vuur en versmelting – verwarring, moeite en vernietiging. De sterke man (Satan) gebonden zijnde, zal worstelen ten einde zijne macht te bewaren. De tegenwoordige orde der dingen, de inrichting van regeering en maatschappij, niet de natuurlijke hemel en aarde, zullen voorbij gaan. De tegenwoordige “hemelen” (de geestelijk besturende machten) moeten plaats maken voor de “nieuwe hemelen” – het geestelijk bestuur van Christus. De tegenwoordige “aarde” (de menschelijke maatschappij zooals die nu onder het bestuur van Satan ingericht is) moet (zinnebeeldig) smelten en vernietigd worden in het begin van den “Dag des Heeren” die “als een oven brandende zal zijn.” (Mal. IV:1.) Zij zal opgevolgd worden door “een nieuwe aarde,” d.i. de maatschappij op nieuw ingericht in overeenstemming met haar nieuwen Vorst – Christus. Gerechtigheid, vrede en liefde zullen onder de menschen regeeren als de tegenwoordige inrichting plaats gemaakt zal hebben voor het nieuwe en betere koninkrijk waarvan de strengste gerechtigheid de grondslag zijn zal. Aan Paulus werd even een blik vergund in de nieuwe bedeeling, of zooals hij dat noemt, “de toekomende wereld.” Hij zegt dat hij “opgetrokken is geweest” (geestelijk of lichamelijk, of beiden; hij wist het niet daar het hem alles zulk een werkelijkheid toescheen) langs den stroom des tijds tot den nieuwen toestand der dingen, de “nieuwe hemelen,” en dus den “derden hemel.” Alzoo zag hij de dingen zooals zij onder het geestelijk bestuur van Christus zijn zullen, dingen die hij niet mocht uitspreken. (2 Cor. XII:2-4.) Ongetwijfeld waren het de zelfde dingen die later gezien zijn geworden door Johannes, en die hij zinnebeeldig voor de Kerk mocht uitspreken, en die slechts verstaan mogen worden als de tijd er voor dáár is. Johannes, in de openbaring, hem door onzen Heer op Patmos gegeven, werd in den geest heengedragen door deze Christelijke eeuw met haar veranderingen in kerk en staat, naar het einde van deze tegenwoordige booze wereld, of tijdperk, en dáár, in profetische visioenen zag hij Satan gebonden, Christus regeerende, en de nieuwe (77 Continued) hemel, en de nieuwe aarde opgericht; “want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbij gegaan.” Openb. XXI:1.”

Page 43: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

43

Dit staat thans op de site van de Wachttoren en de visie is nog dezelfde als in de dagen van C.T. Russell: zie naar http://www.watchtower.org/o/t15/article_01.htm ”Deze „nieuwe hemelen” en „nieuwe aarde” waarover de bijbel spreekt, zijn niet een nieuwe stoffelijke hemel of een nieuwe letterlijke aarde. De letterlijke aarde en hemelen werden volmaakt geschape, en de bijbel toont aan dat ze voor eeuwig zullen blijven bestaan (Psalm 89:36/ 37; 104:5). De „nieuwe aarde” zal een rechtvaardige mensenmaatschappij op aarde zijn en de „nieuwe hemelen” zullen een volmaakt hemels koninkrijk vormen, ofte wel een hemelse regering die over deze aardse mensenmaatschappij zal regeren. Maar is het realistisch te geloven dat „een nieuwe aarde”, of een prachtige nieuwe wereld, mogelijk is?”

2de MOGELIJKHEID: DE NIEUWE HEMEL EN NIEUWE AARDE ZIJN LETTERLIJK

De nieuwe hemel en nieuwe aarde zijn niet symbolisch volgens deze site hieronder maar letterlijk. Er staat op http://www.1stap.com/html/de_toekomst.html : ”Aan het einde van de tijd wordt onze tegenwoordige wereld vernietigd en een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal er voor in de plaats komen. 'Dan zal de hemel met een vreselijk lawaai vergaan; de elementen zullen door vuur worden verteerd en de aarde zal, met alles wat erop gebeurt, bloot komen te liggen. Als u eraan denkt dat alles verteerd zal worden, hoe heilig en zuiver moet u dan wel leven! U moet vol verwachting naar die dag toeleven en eraan meewerken dat hij gauw komt. Op die dag zal de hemel door vuur verteerd worden en zullen de elementen door de vlammen smelten. Maar waar wij eigenlijk naar uitkijken, dat zijn de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die God beloofd heeft. Daar zal alles goed en rechtvaardig zijn'. (2 Petrus 3:10-13). Het leven voor de gelovigen in de nieuwe wereld zal heerlijk zijn en alles te boven gaan wat wij ons nu kunnen indenken. 'Wat niemand heeft gezien, niemand heeft gehoord en wat niemand ooit bedacht, dat heeft God allemaal klaar voor hen, die Hem liefhebben'. (1 Corinthiërs 2:9) 'Gods huis staat dan bij de mensen. Hij zal bij hen wonen. Zij zullen Zijn volk zijn en Hij zal Zelf bij hen zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en er zal geen dood meer zijn. Van verdriet, rouw en pijn zal geen sprake meer zijn. Dat hoorde allemaal bij de oude wereld en die is voorgoed voorbij'. (Openbaring 21:3b,4)” (wij onderstrepen). Maarten te Hennepe schrijver van een artikel over een letterlijk toekomstige herschepping zegt op http://www.bijbelstudie.org/herschepping/14nw/nha_vergaan.htm ”Eindcatastrofe Dan is de tijd aangebroken dat de oude aarde en de oude hemel zullen verdwijnen: "En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden." (Openbaring 20:11) Zowel de oude stoffelijke wereld als de oude geestelijke wereld zijn zwaar bevuild door de zonde. In de oude hemel is satan in opstand tegen God gekomen, daar is gevochten tussen de godvrezende engelen en de satans engelen (Op.12:7-8). En over de aarde hoeven we niet veel te zeggen. Op dit moment is de aarde al zo ontluisterd en de vervuiling neemt elke dag toe, zowel in materiële als in morele zin. Hoe zal de aarde er uit zien op het moment dat Jezus terug komt? En hoe aan het einde van het vrederijk, nadat de eindstrijd zal zijn gestreden (Op.20:8-9)? Het vergaan van de huidige hemel en aarde zal het allerbelangrijkste keerpunt zijn dat ooit in de geschiedenis zal plaatsvinden. De uitdrukking "het vergaan van de wereld" heeft betrekking op deze gebeurtenis. Ik denk dat daarmee de gehele stoffelijke wereld oftewel het hele heelal zal ophouden te bestaan. Alle materie zal mogelijk ineenschrompelen tot niets of als energie terugvloeien naar de Schepper uit wie de materie is ontstaan.”

Page 44: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

44

We citeren vanuit Internet een kritiek op de letterlijke toekomstige uitleg, van Tjerk W. Muller, Heeft Hal Lindsey gelijk? (© Tjerk W. Muller, Rijswijk, 2001). Hij zegt in dit verband: ”Zo vinden we in Micha dezelfde taal als God spreekt over de verwoesting van Jeruzalem en Samaria: "Want ziet, de Heer gaat uit van Zijn plaats en Hij zal neerdalen en treden op de hoogten van de aarde. En de bergen zullen onder Hem versmelten, en de dalen gekliefd worden, zoals was voor het vuur, zoals wateren die uitgestort worden in de diepte" (Mich.1:3,4) Nadat dan wordt gezegd dat dit is vanwege de zonde van Jakob, Israël, Samaria en Jeruzalem, verklaart de Heer bij monde van de profeet: "Daarom zal ik Samaria maken tot een steenhoop van het veld, tot planting van een wijngaard; en ik zal zijn stenen in de vallei werpen, en zijn fundamenten blootleggen” (Mich.1:6) Vergelijk nu eens profetische uitspraken als: ”Terstond na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemel zullen bewogen worden” (Mt.24:29)”De sterren van de hemel vielen op aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vruchten afwerpt, als hij door een grote wind geschud wordt. En de hemel is teruggeweken, als een boek dat toegerold wordt, en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen” (Opnb. 6:13,14) Hal Lindsey fantaseert bij deze laatste bijbelplaats in Openbaring over een allesvernietigende atoomoorlog. ”En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold” (Openbaring 6:14) Weet u wat er bij een nucleaire explosie gebeurt? De atmosfeer slaat terug. Deze geweldige terugstoot van de lucht in het door de explosie veroorzaakte vacuüm veroorzaakt grotendeels de vernietigende werking van een nucleaire explosie. De woorden, die Johannes in dit vers gebruikt, tekenen een haarscherp beeld van een wereldomvattende atoomoorlog.” Lindsey mag dan nauwelijks ingeleid zijn in de wijze waarop beelden van vallende sterren en een op zijn grondvesten schuddende wereld functioneren in de Bijbel, we mogen ervan uitgaan dat de auteur van Openbaringen daarentegen goed op de hoogte was van de bedoeling van dichterlijke symbooltaal, doordrenkt als hij was van de cultuur die de Bijbel van voren naar achteren kon spellen. De Bijbelschrijvers hadden geen weet van atoombommen, ze begrepen echter wel hoe het Oude Testament bepaalde beelden gebruikte. De voorbeelden uit Jeremia en Micha geven aan hoe we Nieuw-Testamentische schriftgedeelten over wijkende hemels en schuddende grond hebben te interpreteren.” Dit gedeelte heeft ook volgens de Wachttoren een symbolische uitleg nodig. Het gaat om de catastrofale gebeurtenissen van de confrontatie tussen het Marxsisme en kapitalisme. En een golf van traumatische omwentelingen nà de 2de Wereldoorlog (’De Openbaring’, blz.105-107). Op het Internet, staat op www.hetwoordvangod.nl een commentaar op het boek Openbaring. Het is door iemand met een duidelijke strekking van het dispensationalisme samengesteld. Dit staat op blz.72,73 geschreven voor wat zich in Openbaring 6:12-17 afspeelt: een geestelijke uitleg. Uw aandacht dus meer dan waard. Dit is wat ook wij zeggen met andere nadruk. ”Bij het verbreken van het zesde zegel lijkt het te gaan om en over de aardse (aardbeving, bergen en eilanden) tegelijk met de hemelse schepping (zon, maan, sterren en hemel), dit is echter niet het geval. Het firmament met dat wat erbij hoort, is hier niet letterlijk bedoeld, maar figuurlijk. Het is symboliek. Als de zon letterlijk zwart zou worden, zou er op aarde geen leven meer mogelijk zijn, maar blijkens de rest van de Openbaring is dat wel het geval. Daar komt bij dat in Openb. 9:2;16:8 en 19:17 de zon weer de gewone rol speelt die hij hoort te spelen. Er mag echter niet uit het oog worden verloren dat veel christenen de milieuramp die zou zijn ontstaan als de olievelden en de reservoirs van Koeweit waren blijven branden, gezien hebben als een in de bijbel voorspelde apocalyptische ramp.

Page 45: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

45

Ook blijft er niets van de aarde over als er slechts één ster op onze planeet zou vallen en de rest van "de sterren des hemels" zou dan niet op de aarde vallen, maar in het niets. De rest van Openbaring zegt echter dat er na de sterrenregen nog een aarde met bewoners is. De grote aardbeving kan letterlijk zijn, maar als daardoor de bergen en eilanden van hun plaats worden gerukt, dan zou het erg onverstandig en waarschijnlijk wel onmogelijk zijn van die koningen, groten, oversten, rijken, machtigen, slaven en vrijen, van kortom alle mensen, om zich in holen van rotsen en bergen te verbergen. Hun gebed wordt dan verhoord! Maar alleen de aardbeving letterlijk nemen en de rest figuurlijk is niet erg voor de hand liggend. Men mag er dus van uitgaan en dat zal in het volgende ook worden gedaan, dat het oordeel dat de aarde zal treffen na het openen van het zesde zegel, hier op symbolische wijze wordt weergegeven. Met de aardbeving wordt dan bedoeld dat alle machten en tronen zullen wankelen, dus dat alle structuren van de menselijke samenleving worden ontwricht en dat er dientengevolge een grote ontreddering zal ontstaan bij alle mensen, van koning tot slaaf, van machthebber tot kleine man. Als nog even wordt teruggegaan naar wat er gebeurt bij het openen van de eerste vier zegels, dan is opmerkelijk dat wel steeds de oordelen en rampen worden vermeld, maar dat er bijna niets wordt gezegd over de mensen die de oordelen en rampen moeten ondergaan. Als bij het openen van het zesde zegel de totale ontreddering van de mensheid getoond wordt, wordt er ook aandacht besteed aan de reacties van de mensen. Op dat moment zal de mensheid vol schrik tot het inzicht komen dat de grote dag van de toorn van God en van het Lam aangebroken is. Wanhopig zal men proberen zich voor God te verbergen, men zou wel onder de grond willen kruipen, zelfs verlangt men ernaar door de bergen bedolven te worden. Alles is beter dan te vallen in de handen van de levende God (Hebr. 10:31). De zon werd zwart als een haren zak (vs 12). De haren zak was een ruw kleed, gemaakt van het haar van een zwarte geit. Het werd gedragen in tijden van rouw. Als een Israëliet in de rouw ging, scheurde hij zijn klederen, hulde zich vervolgens in een zakvormig haren rouwkleed en bestrooide zijn hoofd met as. Vandaar onze uitdrukking: hij zit in zak en as. Nu zijn zowel zon als maan als sterren gebruikelijke beelden voor gebieders. Zij regeren over families of stammen of volken en behoren in hun functie morele lichtdragers te zijn gelijk aan hun symbolen. In het Oude Testament droomt Jozef dat zijn vader, de stamvader van de Israëlieten, zijn moeder en zijn broers, de stamvaders van elf van de twaalf stammen van Israël, zon, maan en sterren zijn die zich voor hem neerbuigen, hem als een hogere machthebber erkennen. Later zullen zij zich inderdaad neerbuigen voor hun broer Jozef die dan onderkoning van Egypte is (Gen. 37:9, 42:6) en in de laatste woorden die Jakob tot zijn zonen spreekt, geeft deze de aartsvaderlijke zegen door aan Jozef, de uitverkorene onder zijn broeders (Gen. 49:26). In het Nieuwe Testament wordt een leider meer vergeleken met een ster dan met de zon. In Openb. 1:20 zijn de leiders (engelen) van de zeven gemeenten de sterren in de hand van Hem die Zichzelf in Openb. 22:16 de blinkende morgenster noemt. Geweldig grote veranderingen op politiek en religieus gebied zullen de bestaande machtsstructuren veranderen, de staatkundige verdeling van de aarde zal worden gewijzigd en machthebbers zullen rouwen om de val en soms de dood van andere machthebbers. Dat staat in symbolische taal zo ongeveer in de verzen 12, 13 en 14. De zevenvoudige opsomming, van koningen der aarde tot en met de vrijen, geeft de totaliteit van de mensheid aan, alle mensen. Alle mensen, van de grootsten der aarde tot de minsten(van koningen tot slaven) komen tot het inzicht dat de "Dag der wrake" aangebroken is en zij vragen in opperste wanhoop of ze door de bergen verpletterd mogen worden om zo in de dood verborgen te zijn voor de toorn van het Lam. Erkenning van het bestaan en de macht van God en zijn Zoon is echter niet hetzelfde als daarin geloven. Maar ondanks de nood worden noch God noch zijn Zoon aangeroepen om vergeving van schuld en redding uit deze verdrukking. Men bidt tot de bergen en rotsen of zij de oplossing voor de problemen willen geven. Zie Jes. 2:12-19. Bij het verbreken van de eerste vier zegels werd niet gesproken over de reacties van de mensen op de oordelen die over de aarde kwamen, maar bij het zesde zegel valt het volle licht op de verschrikkelijke ervaringen die de mensheid na de Opname

Page 46: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

46

van de Gemeente te verwerken zal krijgen en er wordt getoond hoe een mens aan wie alle steun ontvallen is, dan zal reageren. Vooral de slotzin van Openb. 6 geeft duidelijk aan dat in die tijd de mensheid het algemeen gevoelen heeft, dat er voor niemand nog een mogelijkheid is tot het ontkomen aan zijn lot. Bestaan is alleen mogelijk voor hen die bij het Lam dat geslacht is, verzoening hebben gevonden. De omwentelingen op aarde zullen uiteindelijk hetzelfde resultaat hebben als elke andere revolutie heeft: een alleenheersende dictator met een totalitair regime. Deze alleenheerser wordt later in het boek getoond in al zijn verschrikking. Hij is het die van de uit de hemel geworpen Satan de definitieve alleenheerschappij zal ontvangen (Openb. 13:2). De opmerking dat men ook dan de profetieën in Gods woord kan lezen om te weten wat er allemaal nog gaat gebeuren, wordt tegengesproken door de woorden van Paulus "En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt dat ze de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid (2 Tess. 2:11, 12). Het wordt eveneens tegengesproken door vs 14: en de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. In een boekrol die opgerold is, kan men niet meer lezen, daardoor zijn de gedachten van de hemel, dus van God, niet meer na te speuren. Er zal geen inzicht, geen licht van boven meer zijn, behalve het weten dat de grote dag van de toorn van het Lam is aangebroken. Toch zijn dit nog maar verdrukkingen, de Grote Verdrukking moet nog komen na de opening van het zevende zegel en het stilzwijgen van een half uur (8:1)” (wij onderstrepen). Hoe zien wij zelf die tekst. Wanneer het laatste zegel wordt verbroken zien we een aantal zeer belangrijke dingen. 1°) AARDBEVINGEN. In de gehele Bijbel komen maar drie letterlijke aardbevingen voor. 1 Koningen 19:11 / Amos 1:1 / Zacharia 14:5. Alle andere aardbevingen waarover gesproken worden zijn symbolische aardbevingen. De menselijke wereld wordt geschokt door grote geestelijke gebeurtenissen. Dit is overduidelijk in: Hagaï 2: 6,7 / Jesaja 24:19,20. 2°) DE ZON wordt zwart als een haren zak. Zwart is de kleur van dood en ellende. Dat de zon zwart wordt is een teken van ellende en de dood die over de mensenwereld komt (Jesaja 13:10 / Mattheüs 24:29). De ellende is zo groot alsof zelfs de zon zwart lijkt. 3°) DE MAAN zal als bloed worden: Pijn, verdriet, dood, ellende en verwoesting. 4°) DE STERREN DES HEMELS vallen op de aarde. In teksten als Daniël 8: 10 / Openbaring 8: 10, 11 / 9:1 in de Bijbel worden de groten der aarde vergeleken bij sterren. Er komt een tijd dat de groten der aarde zullen vallen. 5°) DE HEMEL wijkt terug als een boekrol. Een symbool over een verandering die zijn weerga niet kent zoals ook in Jesaja 34:4. 6°) BERGEN EN EILANDEN staan niet meer op hun plaats. Symbolisch spraakgebruik voor grote geestelijke verschuivingen op aarde, niets is meer wat het vroeger was. Normen en waarden zijn niet zoals ze voordien waren. 7°) KONINGEN, GROTEN, OVERSTEN, RIJKEN, MACHTIGEN, SLAVEN EN VRIJEN verbergen zich in de holen en rotsen der bergen, en zeiden: ”val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem die gezeten is op de troon en voor de toorn van het Lam.” Deze geestelijke tekenen brengen ook de wereldse leiders in verwarring. Dit is ook de betekenis van Hosea 10: 8 / Lucas 23:30. Het enige goede beeld van het laatste zegel is dat we er een geestelijke uitleg aan geven. Het is een manier van uitdrukken zoals er al in het OT gesproken werd plaatsen in de Bijbel bedoeld word als er over deze grote natuurfenomenen gesproken word. Zie hiervoor; Joël 2:10 / Jesaja 13:10 / 2:19 / Hosea 10:8. En in het NT; Mattheüs 24:29-31 / Lucas 23:30.

Page 47: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

47

Hoofdstuk V Bijbelwoorden en de symboliek ervan

1°) Hemellichamen en dagindelingen ZON

YaHWeh = Ps.84:11. Heerlijkheid van een rechtvaardige heerser = 2 Sam.23:3,4. Glans en voorspoed van Gods gemeente = Richt.5:21 / Mat.13:43. Geestelijk Licht = Jer.24:23. Het evangelie = Johannes 8:12 / 9:5

Jezus = Maleachi 4:2 / Opb.1:6. Jezus in heerlijkheid = Mattheus 17:2. Rampen, hitte van de zon = Ps.121:5,7. Vervolging = Mat.13:5,6,20,21. Toorn van God = Opb.7:16.

MORGENSTER Jezus Christus = Openbaring 22:16.

Engelen = Job 38:7. Gelovigen = Opb.2:26,28. MAAN

Symbool van het verbond met David = Psalm 89:35-37. Symbool van het verbond met de kerk = Jesaja 66:23.

Symbool van het Evangelie Jes.30:26 / Opb.12:1 Symbool van de gemeente Hooglied 6:10.

STERREN Symbool van Abrahams geestelijke zaad = Gen.22:17 / Heb.11:12. Geestelijke Israël = Dan.12:3,9,10. 12 apostelen = Opb.12.

Bedienaars van het evangelie = Openbaring 1:16,20. Engelen = Job 38:7.

Koningen van Israël = Num.24:17. VALLENDE STERREN Afvallige engelen = Openbaring 12:4,7-9. Afvalligen = Jes.14:4,12,13. AARDE

Page 48: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

48

Menselijke georganiseerde samenleving Jes.57:20 / de niet georganiseerde samenleving heeft het begrip ”zee” als symbool Openbaring 17:15.

DAG Dag van YaHWeH = oordeelsdag Zef.1:7.

Dag van redding = 2 Cor.6:2. Dag van toorn = Zef.1:15. Dag van oordeel = 2 Pet.3:7. Grote dag van God = Opb.16:14. Tijdsperiode = dagen van Noach of Lot Luc.17:16-20 / Jes.1:1. Meten van de goddelijke tijd = Gen.2:4 / Mat.24:36.

Gelovigen = Kinderen van het licht Mat.5:14,16 / Joh.12:35,36,46. Gods dag als 1.000 jaar = Ps.90:2,4 / 2 Pet.3:8. NACHT Tegenspoed = Ps.91:5,6 / 104:20,21 / Jes.21:4,8,9. Geestelijke duisternis = Rom.13:11,12 / Micha 3:6. Oordeel over Jeruzalem = Jer.15:9. Tegenspoed = Ps.91:5,6 / 104:20,21 / Jes.21:4,8,9 / Amos 8:9. Aanhouding en dood van Jezus = Joh.9:14. LICHT

God = Psalm 84:11 / Jac.1:17. Jezus = Mattheüs 17:2 / Joh.8:12 / Joh.9:5. Rechtvaardigen = Mat.13:39,43 / Joh.3:21 / 8:12. Verduistering = Geestelijke ramp Opb.6:12,13 / 8:12 / Job 9:6,7. Gelovigen zijn in het licht = 1 Thes.5:1-11. Geestelijk verstaan = Joh.1:4-9 / Luc.4:18-21. HEMEL Babylonische macht = Menselijke heerschappij Jes.14:12-14 / Dan.4:20-22. Egyptische macht = Menselijke heerschappij Ezech.32:7,8. Joodse macht = Menselijke heerschappij Daniël 8:10. 2°) Handelingen / Activiteiten • Aankopen of kopen = Ontvangen van een religieuze instructie Jes.55:1 / Opb.3:18 / 13:17. • Aantal, telling = Voltooien of einde Ps.90:12 / Dan.5:26 / Ezek.4:4-6 / Opb.13:17,18. • Afgeschoren baard = Onheil of Rouw Jes.7:20 / 15:2 / Jer.48:37 / Ezra 5:1. • As en zak = Vasten en droefheid Jes.58:5 / Ezech.27:30,31 / Dan.9:3. • Besnijdenis van een boom = Boom met oneetbare vruchten (drie eerste jaren) Lev.19:23. • Besnijdenis van het hart = Trouw aan God Deut.10:16 / 30:6. • Binden = Oordelen en veroordelen Mat.13:30 / 22:13. • Blazen van de wind = De Heilige Geest aan het werk Hooglied 4:16 / Joh.3:8 / Opb.7:1. • Bliksem = Verlichting door God Psalm 97:4. • Blind = Een zelfrechtvaardige Mat.15:14 / 23:16-26. • Blind = Geestelijke onwetendheid Eph.1:16,18 / 1 Joh.2:11. • Blind = Hulpeloosheid Deut.28:29 / Jes.59:10. • Blind = Mensen met vooroordelen Jes.56:10-12 / 42:18-20 / Mat.23:16 / 15:14 / 2 Cor.4:4 / 1 Joh.2:11 • Dauw = Gods zegen Hosea 14:1,5 / Micha 5:7. • Dauw, ontbreken van = Straf van God 1 Kon.17:1 / Haggaï 1:10. • Dorsen = Ontvangen van Gods Geest Ps.83:3 / Spr.19:12 / Hosea 14:5. • Duisternis = Onwetendheid of ongeloof, verwarring Spr.4:19 / Jes.60:2 / Eph.5:11.

Page 49: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

49

• Donder = Plotseling uit elkaar drijven van vijanden 1 Sam.2:10 / Jes.29:5,6 / Ps.18:13. • Dorsen = God verslaat zijn vijanden Jes41:15 / Jer.51:33 / Micha 4:12,13. • Dood = Geestelijke ziekte Ps.107:17-20 / Job 38;17. • Dronkenschap = Ontrouw zijn aan God Jes.29:1,9-14 / 2 Kon.16:5-9. • Dronkenschap = Verzopen in wereldse zaken Jes.29:9 / Mat.24:49 / Luc.21:34. • Echtscheiding = Verlies Gods gunst na geestelijk overspel Jer.3:8 / Jes.50:1. • Geboorte = Bevrijding van oordelen Jes.37:3-20 / 66:9. • Geheimenis van God = Het evangelie Eph.3:9. • Genezing = Redding Lucas 5:23,24. • Gramschap = Dag van het oordeel Joh.21:30 / Ps.110:5 / Zeph.1:15 / Rom.2:5 / Opb.6:17. • Gruwel = Een idool in Gods heiligdom Jesaja 44:19 / Mat.24:14,15 / Ezechiël 7:20 / 8:6-19 / 14:2-6 / Deut.27:25 / 2 Kon.23:13,14 / Jeremia 7:9,10. • Hagel = Slachting Jes.28:2,27 / 30:30,32 / Opb.8:7. • Heiligschennis = Afgoderij Jes.65:7 / Ezech.20:24-27. • Hongersnood = Gebrek aan de waarheid Amos 8:11. • Klederen scheuren = Verdeeldheid van het rijk 1 Kon.11:29-39. • Klederen scheuren = Verwerping door God 1 Sam.15:26-28. • Kreupel = Iemand verleiden Job 18:12 / Jer.20:10. • Kreupel = Twee gedachten hebben 1 Kon.18:21-29. • Ladder = Weg tussen God en de aarde (Jezus Christus) Genesis 28:12 / Johannes 1:51. • Leven = Verscheidene symbolen naar gelang waar ze vandaan komen:

Boom = Permanent eten in Openbaring 22 / Spr.13:12. Groen = Een groene regenboog over de troon van God Opb.4:3 / Ezech.1:28. Rivier = Vanuit Gods troon Opb.22:1,2. Troon van God = Gods aanwezigheid Jes.6:1 / Dan.7:9.

• Louteren = Gods Woord 2 Sam.22:31 / Ps.18:30 / 119:140. • Louteren = Gods zuivering van de gemeente Jes.48:10 / Zach.13:9. • Lucht = Geestelijke vervalsing Eph.2:2. • Maaltijd houden = Innige gemeenschap hebben Luc.22:28-30. • Meetresultaat = Gods oordeel volgens normen Daniël 5:25-28 / Job 31:6. • Nalezing = Overblijfsel na Gods oordeel Jes.24:13 / Micha 7:1-8,18. • Net = Een valstrik Ezechiël 17:20. • Onbesneden = Verkeerde toestand van het hart Deut.10:16 / 30:6. • Onbesnedenen = Ongelovigen van oren Jer.6:10 / Hand.7:51. • Onbesnedenen = Van laag allooi Ex.32:18-32. • Onbesnedenen = Verkeerd gezelschap Ezechiël 32:18-32. • Opstanding = Hemelse waardigheid of eer Joh.6:62 / Jes.14;13,14 / Opb.11:12. • Opstaan = Opstanding Job 14:12 / Ps.17:15 / Joh.11:11 / Dan.12:2. • Overspel = Afgoderij Jesaja 23:17 / Jer.3:9 / Ezechiël 16:15 / Ezechiël 16:26 / Ezech.23:37. • Regen = Gunst van de koning Spr.16:15. • Regen = Voorspoed Ps.72:1,6. • Regen = Woord van God Jesaja 55:10,11 / Hosea 6:3 / Deut.32:2. • Regenboog = Teken van Gods beloften Genesis 9:11-17. • Regenbak = Eigen inzichten Jer.2:13,18 / Spr.5:15. • Roepen of schreeuwen = Bidden of aankondiging van oorlog 2 Kon.4:40 / Ps.30:2-8 / Opb.14:18. • Rouw = Komend oordeel Mat.24:30 / Opb.1:7. • Rouw = Legers op komst Jer.4:27,28 / Joël1:10-12. • Rotte beenderen = Jaloezie Spr.14:30. • Slaap = Dood Mat.9: 24 / Marc.5:39 / Hand.7:60 / 2 Pet.3:4 / 1 Cor.15:18. • Slaap = Geestelijke inactief. • Smart = Beroering van de schepping Ps.77:16 / 97:4 / Jer.51:29 / Hab.3:10. • Smart = Ontrouw van Gods volk Jer.30:15.

Page 50: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

50

• Sporten = Leven als een Christen 1 Cor.9:26,27 / 1 Tim.6:12. • Storm = Bevrijding van Gods volk 2 Sam.22:8-15. • Storm = Groot oordeel van God Ps.58:9 / Spr.1:27 Jes.66:15. • Stemmen = Volk dat hetzelfde schreeuwt Luc.23:23 / Opb.8:5 / 11:15,19. • Verbranden met vuur = Geestelijk afschrijven Mal.4:1-3 / 2 Pet. 3:10,11 / Opb.20:9. • Vier winden = alle plaatsen waar de Kerk is Mattheüs 24:31. • Vuur = Heilige Geest of Zuivering Hand.2:3. • Vuur = Moeilijkheden of verdrukking Zephania 3:8,9 / 1 Pet.4:12. • Wandelen met God = Leven in gemeenschap met Gods wetten 2 Cor.6:16 / Opb.3:4. • Wateren = Vlees of volk Num. 24:7 / Jes.48:1 / 8:7 / Joh.5:8 / Opb.17:15. • Weeën = Voorteken van val Jer.50:41-43 / Dan.5:5,6,28. • Wildernis = Verdreven uit de grote stad Deut.32:10 / Jer.12:10 / Opb.12:6. • Wind = Leerstelling, goed of slechts Hooglied 4:16 / Jes.26:18 / Eph.4:14. • Wind = Oorlog of Verdrukking of Anarchie Openbaring 7:1. • Winden = Oorlog of strijd Jeremia 49:36,37 / Jeremia 30:23. • Wolk, of verbergen in = Gods aanwezigheid Ex.40:34 / Mat.24:30. • Wolk = Verschrikkelijk oordeel Joël 2:2 / Zeph.1:15. • Woorden = Genezing Spr.16:44 / 25:15. • Zegenen, gezegend zijn = Redden van zonde en dood Ps.28:9 / 37:22 / Jes.61:9 / Opb.14:13. • Ziekte, Lepra = Zonde Lucas 5:23,24. 3°) Kleuren • Blauw = Wet Exodus 24:10,12 / Numeri 15:38,39. • Blauw van de hemel = Getrouwheid Psalm 36:5 / Psalm 89:2. • Gist = Zonde, corruptie, geestelijke besmetting 1 Cor.5:7. • Groen = Koning, levengever Genesis 1:30. • Paars = Koninklijkheid Num.4:13 / Richteren 8:26 / Marcus 15:17 / Johannes 19:2,5. • Rood = Bloed, offer, dood Psalm 75:8 / Jeremia 46:10. • Rood = Satan, Opb.12:3 / 17:3-5. • Rood, Scharlaken = Zonde, Corruptie Jesaja 1:18 / Nahum 2:3 / Openbaring 17:1-4. • Rood = Vervolging Opb.6:4 / 12:3. • Vaal = Dood en vernietiging Opb.6:8. • Wit = Zuiverheid of rechtvaardigheid Psalm 51:7 / Jesaja 1:18 / Daniël 12:10 / Openbaring 12:9 / 20:2. • Zwart : Dood Jer.4:28 / Opb.6:5-12. • Zwart = Zonde, controle van Satan Hand.26:18. 4°) Dieren en gedeelten ervan

DIER EIGENSCHAP SYMBOOL Arend Geestelijk inzicht

Roofzucht Vijandelijke legers Verborgen Wijsheid

Gezegd van Gods volk Jes.40:31 / Mat.24:28. Beeld van Babylon / Egypte Ezech.17:3,7,12,15. Deut.28:49-51 / Jer.48:40 / 49:22. Opb.12:14 / 4:7 / Mat.24:28. Levend wezen rond troon van God Opb.4:7.

Arendvleugels Kracht Zorgzaamheid

Vernieuwende kracht Ps.103:5 / Jes.40:31. Gods zorg voor zijn gemeente in OT of NT Ex.19:4 / Opb.12:14 .

Beer

Goddeloze heerser Vernietigende macht

Spr.28:15. Medo Perzië Spreuken 28:15 / 2 Kon.2:23,24 / Daniël 7:5.

Beest Koninkrijk / regering / Daniël 7:1,7,23.

Page 51: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

51

politieke macht Bok Onafhankelijkheid

Goddeloze Offerdier

Griekenland Dan.8:5,21. Jes.34:6,7 / Jer.51:40 / Ezech.34:17. Jezus slachtoffer van mensen Heb.9:11-14.

Bokken Opstandig volk Mattheüs 25:32. Duif Heilige Geest

Tienstammenrijk Marcus 1:10. Hosea 7:11.

Draak Satan en zijn gevolg Jes.27:1 / 30:6 / Ps.74:13,14 / Opb.12:7-9 / Ezech.29:3 / Jer.51:34.

Ezel Verkeerde begeerte Juda die Egypte en Assyrië ter hulp roept Ezech.23:30.

Hinde Lieflijkheid Snelheid Vastigheid

Iemands vrouw Spr.5:19. Stam Naftali snel in de strijd Gen.49:21. God geeft vastheid aan de gelovige 2 Sam.22:34 / Ps.18:33.

Hert (mannelijk) Hert (vrouwelijk)

Jezus Bekeerde zondaars

Hooglied 2:9-17. Jes.35:6.

Honden Afvallige herders Afvalligen Heidenen Seksueel verdorven Valse leraren Vijanden Wetteloze

Jes.55:10,11. 2 Pet.2:22. Mat.15:26,27. Deut.23:18 / Phil.3:2 / Opb.22:15. Phip.3:2. van David Ps.22;16 /59:6,14. Jes.56:10 / Opb.22:15 / Ps.59:6-14.

Hoornslang Gevaar Stam van Dan is een gevaarlijk in de strijd Gen.49:17.

Kameel Onmogelijk iets Seksuele bevrediging

Mat.19:24 / 23:22,23. Jer.2:23.

Kikkers Bedriegers Opb.16:13. Lam

De kerk Jezus Slachtoffer

Joh.10:14 / Psalm 23:1. Joh.1:36 / Jesaja 53:7. Gods volk 1 Corinthe 5:7 / Ps.100:3.

Leeuw Christus, sterkte Gods volk Grootsheid Koningen Leeuw, briesende Machtige koning zoals Babylon Moedigheid Overwint vijanden

Openbaring 5:4-9 / Psalm 7:2. Israël Micha 5:8. Rond Gods troon Opb.4:7. van Assyrië of Babylon Jer.50:17. Satan 1 Petrus 5:8-10 / Opb.13:2 . Jer.50:43,44 / Dan.7:4,17,23. Jezus leeuw en koning Gen.49:9 / Opb.5:5. YaHWeH Jes.31:4 / Hos.11:10.

Leeuw met gesloten muil

Vrijmoedigheid Spr.28:1.

Luipaard Snelle veroveraar Chaldeeërs Hab.1:8. Griekenland Daniël 7:6.

Paard

Gods geesten Sterkte en Kracht in een oorlog Trouweloosheid van Israël

Zach.1:8-11 / 6:1-8. Job 39:19 / Psalm 147:10 / Spreuken 21:31. Jer.5:7,8 / Ezech.23:20,21.

Paard (wit) Strijdpaard Strijdpaard

Overwinning van het evangelie Opb.6. Overwinning van Christus in oorlog tegen het

Page 52: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

52

kwaad Opb.19:11,16. Ram Rammen

Medo Perzië Tirannieke leiders van het volk

Daniël 8:3-7,20. Jer.51:40 / Ezech.34:17-22 / 39-18.

Schaap Mannetje Goede mensen Offer Volgzaamheid

Medo-Perziche macht Dan.8:3,4,20. Zij die goeddoen aan de minsten in de samenleving Mat.25:32-34. Jezus lam Gods Joh.1:29 / Opb.5:6 / 14:1. Gods gemeente Ps.79:13 / Joh.10:7 / Mattheüs 10:6, 16 / 25:32 / Heb.13:20.

Slang Voorzichtigheid Gen.3:1 Hoe christenen moeten handelen Mat.10:16. Sprinkhaan Sprinkhanen

Mens vanuit Gods oog Vijanden van Israël Vernietiging, pest.

Jes.40:22. Num.13:33. Een leger in oorlog Deut.28:38,42 / Psalm 78:46 / Joel 1:4.

Slang Satan Openbaring 12:9 / 20:2. Vogel (Roofvogel)

Leugen en bedrog Krijgers en veroveraars

Jeremia 5:27. Jes.46:11 / Jer.12:9 / Opb.18:2.

Stier Grote macht Job 39:9-11 Os = Een volk ter slachting

Beeld van Gods macht Opb.4:7. Spr.7:22 / Jer.11:19 / Num.23:1.

Vis

Meeste vissen zijn reine dieren

Rechtvaardigen in het koninkrijk Gods Mat.13:47-50 / Marc.1:17.

Vos Sluwe, valse Herodes Antipas Luc.13:32. Wolf Afvallige gelovigen

Een vechter Verborgen vijanden

Hand.20:29. Benjamin is een strijder Gen.49:27. Werkers in de duisternis Mattheüs 7:15.

• Hand = Kracht Job 2:6 / Jes.19:4 / 1 Pet.5:6. • Hoorn = Koning of koninkrijk Daniël 7:24 / 8:5,21,22 / Zacharia 1:18,19 / Openbaring 17:12. • Hoorn = Regeerder, hoofd van een koninkrijk, sterkte Psalm 89:17,24 / Daniël 7:24 / 8:21 / Openbaring 17:12. • Paarden en wagens = Leger in oorlog Jesaja 43:17 / Zacharia 1:8-10. • Staart = Ondergeschikten Jes.9:14,15 / Opb.12:4. • Tanden, grote = Sterke vijand Dan.7:7,19 / Opb.9:8. • Tong = Taal, Spraak Exodus 4:10. • Vleugels = Bescherming Ex.19:4 / Ps.17:8 / 36:7 / Opb.9:9 / 12:14. • Vleugels = Snelheid, Bescherming, Redding Deuteronomium 28:49 / Mattheüs 23:37. • Vleugels = Snelheid in overwinning Deuteronomium 28:49 / Habbakuk 1:6-8 / Jeremia 4:13. • Roofvogel = Krijgers en veroveraars Jes.46:11 / Jer.12:9 / Opb.18:2. 5°) Richtingen • Verdeling rond de tabernakel:

Noorden = De tafel met toonbroden, was daar. De stammen Dan, Levi, Asher en Naphtali leefden er samen met de Levieten. In Openbaring komt Levi in de plaats van Dan.

Oosten = Waar God vandaan komt. Richting waar priesters en koningen leefden. De opgang van de zon. Waar de stam van Juda en Levi (gedeelte) vertoefde Mattheüs 24:27.

Westen = Daar staat de ark. Plaats van de stammen van Jozef (Ephraïm en Manasseh) en Benjamin. De kinderen van Rachel. De Levieten die de klederen van de ark dragen.

Zuiden = De menora was aan deze muur. De stammen Gad, Simeon, Reuben en de Levieten die het meubilair droegen waren daar gelegerd.

Page 53: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

53

• Vier hoeken = Vier richtingen van de aarde Jeremia 49:36. • Wind = Heilige Geest Joh.3:8. • Winden = Strijd, Onenigheid, Verwarring, ”winden van oorlog” Jeremia 25:31-33 / 49:36,37 / 4:11-13 / Zacharia 7:14. 6°) Namen In het Hebreeuws dat de Schrift gebruikt hebben namen van mensen, soms ook plaatsen, een welbepaalde betekenis. Er zijn ook voorbeelden van naamswijziging tijdens het leven van de persoon omdat hij/zij niet meer de betekenis van zijn vorige naam volledig weergeeft. Het is de vader die in Israël de naam geeft, uitzonderlijk is het God. Bijvoorbeeld; Abram = verheven vader. Abraham = vader van een grote menigte. Jakob = hij zal verdringen, bedrieger of hielelichter. Israël = hij zal vorst zijn met God, of worstelaar met God. Sarai = mijn vorstin. Sara = vorstin. 7°) Nummers in het OT en NT

1 EENHEID; GOD IS ÉÉN = UNIEK (DEUT.6:4); EENHEID VAN MENSEN (JOH.10:16 / EPH.4:4). MAAR OOK IN BEPAALDE UITDRUKKINGEN ZOALS ”DE ALPHA EN DE OMEGA” ZIEN WE TOCH DE IDEE VAN ÉÉNHEID.

2

Tweeheid, onenigheid: contrast (licht/duisternis, goed/kwaad) of saamhorigheid (letterlijk/geestelijk, menselijk/goddelijk). Het is het symbool van gecombineerde macht (Pred.4:9-12). Christus zond zijn discipelen per twee uit (Marc.6:7) en bij de opstanding en Hemelvaart waren er telkens twee engelen zichtbaar (Luc.24:4 / Hand.1:10). Het symbool van getuigenis vinden we terug in het begrip twee van het O.T. (Deut.17:6).

3

Gods handelen: 3 bezoekers (Gen.18:2) / de derde dag (Ex.19:11) / drie-eenheid (Mat.28:19). Het herhalen van de lofprijzing ”Heilig”, tot driemaal toe is hier het belangrijkste (Opb.4:8 / vgl. Jes.6:3). Driedelig was ook de zegen van Aäron (Num.6:24-26). En drie maal per jaar, op de grote feestdagen, moest de gelovige naar Jeruzalem optrekken om er te bidden en offeren. In het boek Openbaring is het soms een aards en satanisch getal. Johannes zegt o.a. dat het derde deel van de aarde brand (Opb.8:7) het derde van de zee wordt bloed (Opb.8:8-11 het derde van de hemelen is getroffen (Opb.8:12,13). Gedurende de tweede wee sterft het derde der mensheid (Opb.9:13 e.v.) en drie onreine geesten zijn de aanstichters van de oorlog van Armageddon (Opb.16:12-16).

3½ Het is de helft van zeven, een onvolmaakt getal. De twee getuigen prediken in zakken voor die periode (Opb.11:2,3,9,11). De heiligen Gods worden ook voor 3 ½ tijd verdrukt en leven als het ware in een woestijntoestand (Opb.13:5 / 12:6,14).

4

Aarde, richtingen, winden, koninkrijken / later vier evangelisten en vier evangeliën. In het boek Openbaring vinden we aanwijzingen over vier paardrijders (Opb.6), vier engelen die winden van vernietiging vasthouden (Opb.7:13 / Jer.49:36 / Ezech.37:9), de aarde die vier richtingen heeft (Opb.20:8 / Ezech.7:2). Alleen in Opb.4:6,7 waar sprake is van vier levende wezens is het getal ”4” hemels te noemen. Het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt is een volledige kubus of een piramide, waar de hoogte en de zijden gelijk zijn (Opb. 21:16).

Symbolisch is waarschijnlijk het gebruik ervan in Jes.19:18, de vijf steden een voorstelling zijnde van de totaliteit van de heidense gelovigen. Samen met ”vier” een

Page 54: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

54

5

symbool van een kleine hoeveelheid in Jes.17:6. Maar in Gen.43:34 / 45:22 beeld van overvloed. Als collectief beeld staat het gebruikt in Gen.47:2. En wellicht zijn de vijf koningen van Kanaän beeld van alle vijanden van Israël (Jozua 10:1-27). In Opb.9:1-12 is sprake van een sprinkhanenplaag die vijf maanden duurt. Deze sprinkhanen zijn satanische krachten.

6

Niet volledigheid, zes scheppingsdagen. Op de zesde dag van de schepping is de mens geschapen. Menselijk werk en inspanning (Lucas 13:14) / onvolledigheid, onvolmaaktheid (nog net geen getal 7). Het getal ”6” is ook het teken van het kwade en zonde. Het nummer van het beest in Opb.13:18 is ”666.” Dit wil zeggen, zes maal honderd, zes maal tien en zes; de volledigheid van zonde. Kwaad in al zijn macht. Goliath was zes kubits lang. Het beeld dat Nebukadnessar laat bouwen is zestig kubits hoog en zes kubits breed.

7

Rust van God, heilig getal, dagen in een week, sabbatsrust (Gen.2:1-3) / menselijke en goddelijke volheid of perfectie. In de Openbaring alleen is het 54 maal gebruikt. Wanneer Johannes aan zeven gemeenten schrijft wil dit zeggen, alle gemeenten (Opb.2,3). Er zijn zeven lampenstaanders en zeven engelen afbeeldingen van Gods volledige gemeente en de leiding van Gods gemeente Opb.1:20. Zoals men het in beeldspraak heeft over het bevaren van de zeven zeeën zo spreekt de Heer over Zijn zeven gemeenten. Het is ook opvallend dat de profetische gedeelten van Openbaring tot zeven delen te herleiden zijn, zoals hieronder afgebeeld. 1°) Zeven zegels 6:1 tot 8:6. 2°) Zeven trompetten 8:7 tot 11:19. 3°) Zeven visioenen van Satans koninkrijk 12:1 tot 13:18. 4°) Zeven visioenen van aanbidders van God en Satan 14:1-20. 5°) Zeven schalen van toorn 15:1 tot 16:21. 6°) Zeven visioenen van de val van Babylon 17:1 tot 19:10. 7°) Zeven visioenen van het einde van Satan, Gods koninkrijk en het eeuwige leven daarna 19:11 tot 21:8. Het getal zeven is in de rest van de Schrift zo belangrijk dat we nog enkele andere voorbeelden willen geven. In het modelgebed staan zeven verscheidene dingen (Mat.6:9-13), over de Farizeeën worden zeven weeën uitgesproken (Mat.23:13, 15,16,23,25,27,29). In Rom.8:35 staan zeven soorten verdrukking, in Rom.12:68 zeven giften, in Jac.3:17 zeven soorten hemelse wijsheid, in 2 Pet.1:5-8 zeven vruchten voortkomende uit geloof enz.

8 Joodse dag van besnijdenis (Ex.22:30) / Christelijke dag = de zondag (Joh.20:26).

10 Aards volmaakt; 10 geboden, 10 doeken voor het tabernakel / grond van veel andere cijfers (aantal van veel andere cijfers, getal vingers en tenen).

11 Onvolledigheid / het aantal apostelen na het verraad van Judas

12

Aantal maanden in het jaar, menselijke volheid. Het getal ”12” is een afbeelding van organisatie. Zoals in de oudheid er twaalf stammen waren zo zijn er twaalf apostelen. De vrouw van Openbaring heeft 12 sterren. Het Nieuwe Jeruzalem heeft 12 poorten, twaalf fundamenten enz... (Opb.21:12,14). Ook in de 24 ouderlingen wat 2 x 12 is, zien we dit symbool (Opb.4:4). In de 144.000 of 12 x 12 x 1.000 zien we ook een organisatorisch geheel van heiligen (Opb.7:4).

13 Staat niet in de Bijbel maar is het cijfer van de goedgelovigheid en superstitie. Bij de Joden is 13 de leeftijd waarbij een jongen de volwassenheid bereikt (Hebreeuws Bar Mitswa).

24 Nummer voor volledigheid of herstel / OT stammen + NT apostelen.

30 De volmaakte man Jezus was 30 toen Hij zijn openbaar leven begon, priesters waren bij 30 volwassen. Dagen in een maand van de Joodse maankalender [niet gebruikt in het boek Opbenbaring].

Page 55: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

55

40

Moeilijkheid of een lange tijd van inkeer. De regenvloed duurde 40 dagen en 40 nachten. Israël was voor 40 jaar in de woestijn. De spionnen waren 40 dagen in het land. Mozes, Elia en Jezus hebben 40 dagen gevast in de woestijn, dagen van Jezus’ beproeving [niet gebruikt in Opb]. De koningen Saul, David en Salomo regeerden elk 40 jaar. Goliath stelde zich 40 dagen op voor de strijd tegen David. Het leven van Mozes is verdeeld in drie periodes van 40 jaar. Na zijn doop in de Jordaan verbleef Jezus 40 dagen in de woestijn. Tussen de opstanding van Jezus en zijn hemelvaart ligt een periode van 40 dagen.

42 Aantal maanden in een periode van 3½ jaren (zie ook 1260 dagen). 100 = 10 x 10 [niet gebruikt in het boek Openbaring]. 144 = 12 x 12, dus volledigheid. 360 Aantal dagen in een fictief maandjaar [daar voegt men later vijf andere dagen aan toe]. 365 Aantal dagen in een zonnejaar (Gen.5:23). 666 Getal van het beest (alleen in Openbaring 13:18; in enkele handschriften staat 616).

1.000

= 10 x 10 x 10 volledige volheid. Al het gedierte des wouds is Mijn, de runderen op 1.000 bergen Psalm 50:10. Duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren Psalm 90:4. Salomo bracht op het altaar van Gibeon 1.000 brandoffers 1 Kon. 3:4.

1.260 = aantal dagen in 3½ jaren, dus een incompleet getal. 10.000 “myriade” / hoogste getal dat nog een naam heeft.

Grote getallen zijn altijd de vermenigvuldiging van een reeks kleinere getallen: 7.000 = 7 x 1.000 / 12.000 = 12 x 1.000 / 20.000 = 2 x 10.000 / 144.000 = 12 x 12.000 ”200 miljoen” in Opb.9:16 is een equivalent van 20.000 x 10.000 want het woord miljoen bestaat niet in het Grieks. 8°) Verscheidene objecten • Aarde = De mensen op de aarde of de Maatschappij Jes.1:2 / Ps.96:1. • Aardbeving = Revoluties Openbaring 16:18. • Altaar = Christus Ps.43:4 / Heb.13:10. • Anker = Hoop in God Heb.6:18-2. • Ark = Christus Ps.132:8. • Ark van het verbond staat in verband met leven, zaken die verwijzen naar de Christus. • Balans = Gerecht Dan.5:27. • Band = Teken van macht van Christus 2 Pet.2:4 / Judas 6. • Band = Teken van slavernij Jes.52:2 / Jer.29:4,5 / Opb.20:1-3. • Band = Teken van verbond Ezechiël 20:37. • Banier = Evangelie teken van liefde Hooglied 2:4. • Bed = Toevluchtoord Opb.2:22 / Jes.28:20. • Beker der gramschap = Oordeel van God. Ps.75:8 / Ps.11:6 / Jes.51:22,23 / Jer.25:15-17 / Jeremia 49:12. • Babylon = Afval, Verwarring, Opstand Gen.10:8-10 / 11:6-9 / Opb.18:2,3 / 17:1-5. • Bel = Priesterlijke identiteit Ex.28:33-35 / Spr.16:11. • Bergen = Sterke regering Jes.2:2-4. • Bergen van wijn = Overvloed Joel 3:18 / Amos 9:13. • Beurs = Vergeving, Ware gerechtigheid Job 14:17 / Spr.16:11. • Boog en pijl = Overwinning op vijanden Jes.41:2 / Opb.6:2. • Boom des leven = Jezus Christus Opb.2:7 / 22:2. • Borstplaat = Bescherming Jes.59:17 / Opb.9:9. • Breidel = Gods inhoudende kracht Jes.30:28. • Brood = Levensleer Amos 8:11: / Mat.4:4.

Page 56: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

56

• Bodemloze put = Aarde in chaos Genesis 1:1,2 / Jeremia 4:23-28. • Boek of rol = Gods geschreven Woord Ezechiël 3:1-3 / Jeremia 15:16. • Boog = Oordeel over het kwaad Psalm 7:11,12 / Psalm 45:4,5. • Bron = Seksuele bevrediging Spr.5:18. • Brood = Goddeloosheid Spr.4:14-17. • Brood = Jezus of Waarheid Joh.6:35 / 1 Cor.5:8. • Brood = Woord van God Johannes 6:35,51,52,63. • Ceder = Koninklijkheid 2 Kon.14:9 / Ezech.17:1-4,12,13. • Ceder = Messiaans Rijk Ezech.17:22,24 / Jes.11:1 / Jer.23:5. • Ceder = Rechtvaardige Ps.92:12 / Jes.61:3. • Dag des Heren = Sabbat Exodus 20:10 / Mat.12:8 / Jesaja 58:13. • Deur = Scheiding tussen God en mens 2 Cor.2:12 / Openbaring 3:20. • Druiventros = Bloed Genesis 49:11 / Deut.32:14. • Eilanden = Kleine regeringen of autoriteit Opb.16:2. • Engel = Boodschapper Daniël 8:16 / 9:21 / Lucas 1:19,26 / Hebreeën 1:14. • Gesel = Aanvallers van Israël Jer.52:1-11. • Gesel = Plaag van Godswege Num.43-50 / 25:8,9. • Gods boek = Kennis en geestelijke hulp Ps.139:16 / Jes.34:16. • Grot = Valse veiligheid Jes.2:19-21 / Opb.6:15-17 / Ezech.33:27. • Harp = Profetische gezang 1 Kron.25:3 / Jes.30:32. • Hoeksteen = Messias 1 Pet.2:4-8. • Honig = Goed leven Ezechiël 20:6 / Deuteronomium 8:8,9. • Hongersnood = Gebrek aan Gods Woord Amos 8:11 / Jeremia 15:16. • Juwelen = Schoonheid van de bruid Jes.61:10. • Kaars = Licht van het Woord Jer.25:10 / Mat.5:15 / Luc.11:36 / 15:8 / Joh.8:12. • Kandelaar = Ware Kerk Opb.1:12,13. • Ketting = De wet van God of de profetische mens Ps.149:8 / Hand.28:20 / Judas 6. • Kleinere bergen = weerstand tegen God of zijn volk Jes.40:4. • Kleding = Identificatie Mat.22:11,12 / Ezech.16:10-14. • Kleding = Karakter Jesaja 64:6 / Jesaja 59:6. • Kleding = Rechtvaardiging Ps.132:9 / Jes.61:10. • Kroon = Een regeerder of regering Spreuken 16:31 / Jesaja 28:5 / Jesaja 62:3. • Kroon = Identificatie Opb.12:3,9 / 13:1. • Kroon = Oorzaak van vreugde 1 Thes.2:19,20. • Kroon = Weggelegd voor de gelovige Opb.19:12 / 2 Tim.2:5. • Kruis = Offer, Rantsoen Eph.2:16 / Col.1:20. • Lamp = Geestelijk onderscheid Mat.6:22,23 / Eph.1:18. • Lamp = Woord van God Psalm 119:105. • Lampenstandaard = Gemeenten Gods Opb.1:12,13,20. • Licht = Bevrijding Ps.97:11 / Jes.30:26 / Micha 7:8,9. • Licht = Jezus Johannes 8:12 / Johannes 9:5 / Maleachi 4:2. • Licht = Oordeel Gods Hosea 6:5. • Maan = Getuige van Gods schepping of de gemeente van God Psalm 89:35-37 / Jesaja 66:23. • Manna = Christus die komt uit de hemel. • Manna = Onsterfelijkheid Opb.2:17. • Meetsnoer = Strafmaat Jes.34:5-17. • Meetsnoer = Wetten en regels Jes.28:10,13. • Merking = Teken van aanvaarding of verwerping Ezech.9:4 / Rom.4:11 / Opb.13:17 / 14:9-11. • Nevel = Mens vergaat als nevel Jac.4:14. • Nevel = Valse leraars 2 Pet.2:1,17-19. • Olie = Heilige Geest Zacharia 4:2-6 / Openbaring 4:5. • Olie = Voorspoed Joël 2:24 / Job 29:1,2,6. • Oogzalf = Lost geestelijke blindheid op Psalm 119:18 / Eph.1:17-19 / 1 Johannes 2:20,27.

Page 57: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

57

• Oven = Goddeloze begeerten Hosea 7:4-7. • Oven, gebrek aan een = Hongersnood Lev26:26. • Palmen = Overwinning Joh.12:13 / Opb.7:9. • Parel = Koninkrijk Gods Mat.13:45,46. • Parel = Wijsheid, de boodschap van het evangelie Job 28:18 / Mattheüs 13. • Sleutel = Koninkrijksmacht Opb.3:7,8 / 1 Cor.16:9. • Sleutel = Macht Jes.22:20-22. • Sleutel = Macht over tucht Mat.16-19. • Sikkel = Oogst van de goddelozen Mattheüs 13:39 / Openbaring 14:14. • Spiegel = Geestelijke aanschouwing van God 2 Cor.3:18 / 4:1. • Spiegel = Gods woord Jac.1:22-25. • Ring = Macht Genesis 41:42,43 / Esther 3:10,11. • Sandaal in oorlogsbloed = Bloedschuld 1 Kon.2:5,6. • Sandaal werpen = Iemand onderwerpen Ps.60:8 / 108:9. • Tabernakel = Aards lichaam 2 Pet.1:13-15. • Tabernakel = Hemelse verzoening Heb.8:2 / Mat.28:40. • Tamboerijn = Vreugde of overwinning Ex.15:20 / Jes.30:32 . • Tempel = Gemeente van Jezus Opb.21:9-27 / Hand.17:24,25. • Tempel = Lichaam van Jezus Joh.2:18-22. • Tent = Gods verblijf onder de mensen Opb.21:1-3. • Tent = Lichaam Jes.38:12. • Tent = Vernietiging Jer.4:20. • Toren = Gods bescherming Ps.61:3 / Spr.18:10. • Trompet = Profetisch woord Jes.58:1. • Trompet = Luide oproep van God tot verzamelen of bekering Ex.19:16,17 / Jozua 6:4-5 • Tuin = Gods zegen Jes.58:8-11. • Tuin verwoest = Straf van God Joel 2:2,3. • Vaas of Kruik = Persoon Jeremia 18:1-4 / 2 Corinthe 4:7. • Veld = Beschaafde wereld Mat.13:8. • Vijgenboom = Joodse natie Jer.24:5 / Mat.24:32. • Wet genageld = Wet opgehouden Col.2:13,14. • Wijn = Bloed, Verbond, Leerstelling Lucas 5:37. • Wijn = Een klasse mensen, goede of onrechtvaardige Hosea 10:1 / Opb.14:18. • Wijn = Troost of woede of gerecht Hooglied 5:1 / Jes.55:1 / Opb.16:19 / 12:14. • Wildernis = Plaats van Gods bescherming, Israël in Sinaï Opb.12:14. • Witte Klederen = Overwinning, rechtvaardigheid Openbaring 19:8 / 3:5 / 7:14. • Woord van God = Vuur Jer.5:14. • Zee = Goddelozen • Zegel = Teken van aanvaarding of verwerping Rom.4:11 / Openbaring 7:2,3. • Zwaard = Woord van God Epheze 6:17 / Hebreeën 4:12. 9°) Metalen / Onderdelen / Natuurlijke en andere objecten • Aäron's staf = Teken van leven, Christus hangt aan het hout (kruis). • Aangename land = Israël Psalm 106:24 / Zacharia 7:14. • Aardbeving = Revolutie onder mensen Hag.2:21,22 / Opb.6:12 / 16:18. • Alsem = Afgoderij, bitterheid Deuteronomium 29:17,18 / Klaagl.3:19 / Jeremia 9:15. • Angel = Zonde 1 Cor.15:55,56. • Berg, Heilige = Het koninkrijksevangelie Jes.11:9 • Berg = Zetel van de vijanden van God Ezech.28:14 / Dan.11:45. • Bergen = Politieke of religieuze krachten Jes.2:2,3 / Jer.17:3 / 31:23 / 51:24,25 / Ezech.17:22,23 / Daniël 2:35,44,45. • Bergen rondhuppelend = Gods aanwezigheid op de Sinaï Ps.114:4,5. • Bergen = Regeringen Jes.2:2 / Dan.2:35.

Page 58: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

58

• Bloed = Leven Deuteronomium 12:23 / Leviticus 17:11,14. • Boom = Beeld van herstel 1 Kron.16:33 / Ps.96:12 / 148:9 / Jes.55:12. • Boom = Kruis, Volk, Natie Deut.21:22,23 / Psalm 92:12 / 37:35. • Boom, omgehakt = Verval Ezech.31. • Boom = Rechtvaardige Ps.1:3 / Jer.17:8. • Boom = Volkeren, leiders of natiën Psalm 1:1-3 / 52:8 / Ezech.20 / Ezech.31 / Lucas 23:31 / Mattheüs 21:19. • Bosbrand = Gods wraak over Israël Jes9:18 / Ezech.20:46-48. • Bosbrand = Gods wraak over ongelovigen Ps.83:14,15 / Jer.46:22,23. • Brons = Verwaandheid en zonde Jes.48:4 Jer.6:28 / Mic.4:13. • Carmel = Gods wijngaard Micha 7:14. • Dauw = Opstanding tot leven Psalm 110:3. • Doorn = Koninkrijk Assyrië Nahum 1:10. • Doorn = Schadelijke dingen of personen Num.33:55 / Spr.22:5 / Ezech.28:24. • Doornen of Doornige grond = Levensomstandigheden Marcus 4:18-19. • Druiven = Gods Volk Jes.65:8. • Eilanden = Kleine groepen mensen Ezech.26:15,16 / Zeph.2:11 Opb.10:20 / 6:14. • Fruit = Werken of Handelingen Galaten 5:22. • Graf = Iets verborgen Job 14:13. • Gras = Groen zijn rechtvaardigen, ongelovigen stoppels Jes.40:6-8 / 1 Pet.1:24 / Opb.8:7 / 9:4. • Gras = Mensen, grote massa Jesaja 40:7. • Gras = Rechtvaardige Psalm 1:3. • Gras = Wettelozen Psalm 37:35. • Goud = Materialisme Job 31.24,25. • Goud = Zuiver karakter of iets waardevols Jesaja 13:12. • Hagel = Oordelen Gods Jesaja 28:16,17 / Openbaring 16:21. • Hemel = Leiding van Gods volk Deut.11:21 / Jes.49:13 / Mat.16:19 / 25:1,14 / Dan.7:18,22. • Hitte = Woede Deut. 29:24 / Ezek.3:14 / Opb.16:9. • Hout = Volk Jer.5:14. • Ijzer = Sterkte Dan.2:33-41 / Opb.2:27. • Ijzeren stok = Macht van Christus Ps.2:9 / Jes.11:1 / Opb.2:27. • Jordaan = Dood Rom.6:4 / Deuteronomium 4:22. • Kleed = Gerechtigheid Jesaja 61:10. • Kind = Discipel Joh.13:33 / Heb.2:13. • Kind = Geestelijk kind van God Joh.1:12 / Rom.8:16. • Kind = Volgeling van iemand = Jes.57:4 / 2 Pet.2:14. • Koper = Menselijke natuur in beeld van Nebuchadnesar Daniël 2. • Koper = Christus Openbaring 1:15. • Koren = Kinderen van God Ps.50:5. • Kroon = Onsterfelijkheid Cor.9:25 / 1 Pet.5:4 / Opb.2:10. • Kroon = Overwinning, koninklijkheid 2 Kon.11:12 / Ezechiël 21:26-27 / 2 Tim.4:7,8 / Jac.1:12. • Lampen = Heilige Geest Psalm 119:105. • Linnen = Gerechtigheid Opb.19:8. • Maaiers = Engelen Mattheüs 13:39. • Maaiers = Gods werkers Mat.9:37,38. • Nest = Hoge ligging van een stad Jer.49:15-18 / Ob.1:4. • Net = Strik zetten voor een ander Job 18:8 / Ps.66:11. • Net= Vleierijen Spr.29:5 / Spr.7:26. • Ochtend = Opstanding van rechtvaardigen (eventueel geestelijke) Ps.49:14. • Olie = Geloof Mat.25;8 / Hooglied 1:3 / Heb.4:2. • Olijfboom = Geestelijke Israël Rom.11:17-19. • Olijfboom = Gods uitverkorenen Zach.4:3,11-14 / Opb.11:3,4. • Olijfboom = Nieuwe Israël Rom.11:17-19.

Page 59: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

59

• Olijfboom = Vruchtbaarheid Ps.52:8 / Jer.11:16. • Oogst = Einde van de wereld Mattheüs 13:39. • Oogst = Verzamelen van gelovigen of ongelovigen Mat.13:39 / Jer.51:33 / Joel 3:13. • Perskuip = Oordeel Joël 3:13,14 / Opb.14:19,20. • Planten = Hoogmoedige personen Ezech.31:2-14. • Planten, verdelging = Straf van goddelozen Ps.92:7. • Poorten, des doods = Sterven Ps.9:13 / 107:18. • Poorten, twaalf = Nieuw Jeruzalem Opb.21:21-27. • Regen = Teken van Gods voorziening voor Zijn volk Leviticus 26:3,4. • Regenboog = Gods beloften Genesis 9:11-17. • Resten van de smelting van Brons, Tin, Ijzer, Lood, Zilveren = Onzuiverheid van het karakter Ezechiël 22:20,21. • Riet = Breekbaarheid 1 Kon.14:15 / Ezech.29:6,7. • Rook = Afgodendienaar Hosea 13:3. • Rook = Kort leven Ps.102:3. • Rots = Beeld van God Deut.32:18 / 2 Sam.22:32,33. • Rots = Christus.

Christus zelf, Lucas 20:17,18. De grondsteen, 1 Cor.10:4. De hoeksteen, Jesaja 28:16. Struikelblok voor Israël Jes.8:14 /Mat.21:22-24.

• Rots = De berg van God die alle koninkrijken zal vervangen Daniël 2:35,44,45 / Ezechiël 35:2,7,8 / Zacharia 4:7. • Rots = Waarheid Jesaja 8:13,14 / Rom.9:33 / Mattheüs 7:24. • Schild = Geloof en waarheid Psalm 91:4 / Eph.6:16 • Sleutels = Macht of Controle Jesaja 22:22 / Mattheüs 16:19 / Openbaring 3:7,8. • Spijkers, ingeslagen = Sleuteluitspraken Pred.12:11. • Steen = Gods koninkrijk Dan.2:34,44,45. • Steen = Overwinning van de gelovige Opb.2:17. • Sterren = Engelen, Boodschappers Openbaring 1:16,20 / 12:4,7-9 / Job 38:7. • Sterren = Leiders van Gods volk Opb.12:1 / Dan.8:10 / 12:3 / Judas 13. • Teken = Goedkeuring of bezit Ezechiël 9:4 / Rom.4:11 / Openbaring 7:2,3. • Tempel = De Gemeente of de Anti-Christus Mal.3:1,2 / 2 Cor.3:3,6 / Opb.7:15. • Tweede dood = Eeuwige dood Openbaring 20:14 / Openbaring 21:8. • Trompet = Waarschuwing Leviticus 25:9 / Ezech.33:3. • Vet = Zondigheid Leviticus 3:17,38 / Psalm 36:8 / Psalm 37:20. • Veld = Wereld Mattheüs 13:38 / Johannes 4:35. • Vijgenboom = Een natie die vrucht moet dragen Lucas 13:6-9. • Vuur = De natuur van God Zacharia 13:9 / Heb.12:29 / Openbaring 4:5 / Openbaring 18:8. • Vuur = Iets destructief of Gods oordeel Ps.68:2 / Heb.12:29 / Word of God. Jer.5:14. • Vuur = Heilige Geest Lucas 3:16. • Vuur en rook = Gods aanwezigheid Ex.19:16-18 / 20:18 / Deut.9:15. • Water = Bewoonde plaats / Volkeren / Natiën Openbaring 17:15. • Water = Heilige Geest / Eeuwig leven Johannes 7:39 / 4:14 / Opb.22:17. • Water = Woord van God Joh.4.14 / Eph.5:26. • Wierrook = Gebed Psalm 141:2 / Openbaring 5:8 / Openbaring 8:3-4. • Wijn = Leerstelling Lucas 5:37. • Wijn = Valse leer Spreuken 20:1 / Psalm 75:8 / Openbaring 17:2-5 / Openbaring 18:2,3. • Wijngaard = Kerk die vrucht zou moeten dragen Lucas 20:9-16. • Wijnstok = Jezus Joh.15:1-15. • Zaad = Afstammelingen / Jezus Romeinen 9:8 / Galaten 3:16. • Zilver = Zuivere woorden of verstaan Spreuken 2:4 / 3:13,14 / 10:20 / 25:11.

Page 60: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

60

• Zilver = Waarheid Psalm 12:6. • Zonde = Jezus / Het evangelie Psalm 84:11 / Maleachi 4:2 / Mattheüs 17:2 / Joh.8:12 / 9:5. • Zout = Smaak van het evangelie Mattheüs 5:13. • Zwaard = Woord van God Eph.6:17 / Heb.4:12. 10°) Mensen en delen van mensen en God • Aangezicht = Gunst van God 1 Pet.3:12 / Mat.18:10. • Arm = Hulp of sterkte van iemand Ezechiël 30:21-26 / Exodus 6:6 / Jesaja 53:1. • Dief = Komst van Christus 1 Thes.5:2-4 / 2 Petrus 3:10. • Dochter = Voorstad van een grote stad Ezech.16:46-48. • Echtgenoot = Man van Christus, gemeente Eph.5:22,23 / Opb.19:7. • Echtgenoot = Man van God, Israël Jes.54:5 / Jer.3:14. • Egypte = Afvalligheid aan God Jes.30:1-7 / Opb.11:8. • Egypte = Valse religie, goddeloosheid Exodus 5:2. • Eten = Nuttigen of vernietigen Opb.17:16 / Jac.5:3 / Opb.19:18. • Getuige = Christus of profeten en apostelen Jes.43;10 / Hand.1:8,22 Opb.1:5 / 3:14 / 20:4. • Getuigen, twee = Eenheid van de Bijbel of Gods volle getuigenis Opb.11:3,4 / Zach.4:3-6 / Joh.5:39 / 1 Joh.5:9 / Ex. 31:18. • Haar afsnijden = Troosteloosheid Job 1:20. • Haar geteld = Gods bescherming Mat.10:30 • Haar uittrekken = Grote smart Ezra 9:3 / Jer.7:29 / 48:37. • Hand = Symbool van actie of werk Jes.10:13 / 48:13 / Opb.20:1 / Dan.8:25. • Handelaars = Werkers n de naam van God of Jezus Jes.23:8,18 / Jer.14:18 / Opb.18:11,12,23. • Hand = Daden, Werken, Handelingen Prediker 9:10 / Jesaja 59:6 / Micah 2:1. • Herder = Leider van Gods volk Mattheüs 25:32. • Hoer = Een afvallige kerk of valse religie Jes.1:21 / Jer.3:1-8 / Opb.17:5. • Hoer = De zogenaamde Christenen (Opb.17). • Hogepriester = Beeld van Christus Heb.10:7-14. • Hoofd = Christus is het hoofd van de Kerk Eph.1:22,23 / Eph.5:24. • Hoofd = Leider van een groep Dan.2:38 / Eph.1:22 / Opb.19:12. • Hoofden = Grote machten / Regeerders / Regeringen Openbaring 17:3,9,10. • Horen = Geestelijk reageren Jes.6:10 / Mat.13:15. • Israël = Gods kinderen Rom.9:6-8 / Gal.3:29. • Israël = Gemeente van Christus Jes.45:4-25 / Gal. 6:16. • Jeruzalem = De Kerk van God Jes.52:9 / Gal. 4:26. • Jezabel = Afgoderij en corruptie 1 Kon.21:25 / Openbaring 2:20. • Koning = Regeringsvorm of macht Dan.8:23 / Opb.9:11 / 17:10. • Kroon = Waardigheid en eer Spr.16:31 / Jes.28:1-5 / 62:3. • Lichaam = Voorstelling van Christus Col.1:18 / 1 Cor.12:12,14,27. • Moeder = Aarde figuurlijke moeder van de mens Job 1:21. • Moeder = Babylon moeder aller hoeren Opb.17:5,18. • Moeder = Elke helpende hand Richt.5:7. • Mond = Uitspraken van God Deut.2:3 / Mat.4:4. • Mond = Uitspraken van Jezus Jes.11:4 / Opb.19:15,21. • Moorden = Macht ontnemen Ps.44:22 Rom.8:36 Opb.6:4 / 9:7. • Meting = Voltooide werk Ps.39:4 / Jer.51:13 Mat.23:32 Opb.11:1. • Maagd = Beeld voor landen en steden, soms ook heidense die Gods werk vervullen

Babylon Jes.23:12. Egypte Jer.46:11 / Amos 5:2. Israël Jer.31:4,21. Juda Klaagl.1:15. Sidon Jes.23:12.

Page 61: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

61

Sion 2 Kon.19:21 / Klaagl.2:13. De kerk van Christus, haar tegenhanger is een hoer Mat.25:1-10 / 2 Cor.11:2 / Opb.17.

• Mond = Bevel of wet Dan.7:8 / Opb.13:5 / 16:13 / 1 Thes.2:8. • Naakt = Schaamte en verwerping Micha 1:8,11 / Opb.3:18 / 16:15 / 17:16. • Nacht = Morele duisternis of zondigheid Jes.21:8 / Rom.13:12 / 1 Thes.5:5 / Opb.21:25. • Neus van God = Toorn van God Ps.18:8,15 / Ex.21:21 / 15:8. • Nicolaïten = Wie Gods volk verleiden met valse leer Num.22:5-25. • Nieren = Affectie, hart, motivatie Psalm 7:9 / Psalm 26:2 / Jeremia 17:10. • Nieuw Jeruzalem = Stad van God Openbaring 21:2. • Ogen = Geestelijk onderscheid Mattheüs 13:10-17 / 1 Johannes 2:11. • Ogen = Goddelijke alwetendheid Ezechiël 1:18. • Ogen = Oordeel Gen.19:14 / Spr.12:18 / Mat.21:42. • Ogen = Verleiding of boosheid Spr.6:25 / 2 Pet/2:14. • Ogen = Wijsheid of begrip Exodus 14:13 / Joh.14:19 / Opb.1:7. • Opstanding = Geestelijke wedergeboorte Joh.5:22-29. • Pees = Geestelijke heropstanding Ezech.37:6-8. • Pees = Hardnekkigheid Jes.48-4. • Priesters = Joodse volk of Christenen Ex.29:38-42 / Rom.12:1 / Heb.10:5-7. • Regen = Reformatie, genade, verfrissing Deut.32:2 / Hosea 6:3 / Jacobus 5:7. • Rivieren = Volk levend bij de rivier Jes.8:7 / Opb.8:10 / 16:4. • Sodom = Immoraliteit Ezechiël 16:46-55 / Jeremia 23:14. • Soldaat = Volgeling van Christus 1 Cor.9:7 / Phil.2:25. • Stad = Geestelijk Sodom t.t.z. de wereld Opb.11:8. • Stad = Illustratie over gedrag van mensen Mat.12:15 / Luc.19:17,19. • Stad van God = Het Nieuwe Jeruzalem Heb.12:22 / Opb.3:12. • Stad van natiën = Geestelijk Babylon Opb.16:19 / 17:18. • Stille stem = Stem van God, Zijn Woord of Zijn liefde Jesaja 30:15 / 1 Kon.19:11,12. • Twijg = Afstammeling Jes.11:1 / Jer.23:5 / Dan.11:7. • Twee Getuigen = Woord en Heilige Geest Johannes 5:39 / Johannes 12:48. • Vlees = Rijkdom of wereldse eer 2 Pet.2:10-18 / 1 Joh.2:15,16 / Opb.19:18. • Vloed = Groot aantal Jes.59:19 / Dan.9:26 / Opb.12:15,16. • Voeten = Laatste van Christus’ Kerk Psalm 91:12 / Jesaja 52:7. • Voeten = Levenswandel of Levensrichting Genesis 19:2 / Psalm 119:105. • Volkeren

SYMBOLEN VOOR VOLKEREN PLAATS ALLEN GOD RECHTVAARDIGEN GODDELOZEN Hemel Sterren Zon Zon, Maan, Sterren Gevallen sterren

Zee Water Wolk Bron, Zuiver water, Wolk, regen Zee, vloed

Aarde Gras Rook Bomen, Graan, Zaad Onkruid

Schepselen Dieren, horens Lam, duif Herder, Schapen,

Kudde

Honden, geiten, kikkers, vissen, slang, draak

Gemeente Vrouw Echtgenoot Goede Vrouw, bruid Prostituee • Voorhoofd = Karakter Jer.3:3 / Ezek.9:4 / Opb.7:3 / 13:16. • Voorhoofd = Verstand Deuteronomium 6:6-8 / Romeinen 7:25 / Ezechiël 3:8,9. • Vrouw = De belijdende kerk Jes.54:6 / Opb.12:1 / 17:3,7. • Vrouw = Kerk of Israël Jeremia 6:2 / Ezechiël 16:15-58 / 2 Cor.11:2. • Vrouw = Heiligen Mat.25:1-4 / 2 Cor.11:2 / Opb.14:4. • Vrouw, reine = Ware kerk Jeremia 6:2 / 2 Cor.11:2 / Eph.5:23-27. • Vrouw, slechte = Afvallige kerk Ezech.16:15-58 / 23:2-21 / Hos.2:5 / 3:1 / Opb.14:4.

Page 62: ZON, MAAN EN STERREN IN BIJBELPROFETIE

ZON , MAAN en STERREN in Bijbelprofetie

62

• Wildernis = Heidendom Jes.40:3 / Ezeh.47:8 / Opb.12:6. • Zwavel = Vloek van God Jes.30:33 / 11:4. • Zee = Massa volk Jes.57:20 / Dan.7:3 / Opb.7:2,3. • Zion = De berg van Gods huis Jesaja 2:1-5 / 11:9 / 13:4 / 41:15 / 42:15. • Zion = Gods volk Jesaja 51:16. • Zon = Licht van de geestelijke wereld of Christus en Zijn woord Gen. 37:9 / Ps.84:11 / Mal.4:2. • Zwaard = Afslachting Jer.15:3 / Ezech.21:28. • Zwaard, tweezijdig = Woord van God Ps.149:6 / Heb.4:12 / Opb.1:16 / 2:12.

En overzicht in een notedop

BEGRIP GEBRUIKTE SYMBOLEN Heiligdom Lamp, brood, bloed, levend water, zout Jezus Herder, lam, morgenster Gemeente of Kerk Vrouw, maan, sterren, Israël, Zion, kudde Kracht Beest, dier, hoofd, hoorn, berg, rots Leider, profeet Man, ster, hoorn, rots, boom Offer Besnijdenis, bloed Ons antwoord Oog, oor, hand, hart, voorhoofd, tong Oordeel of beproeving Meetroede, schaal, trompetten, beker Oordeel uitgevoerd Boog, zwaard of een wapen voor uitvoering van de straf Oorlog Paarden, sprinkhanen Overwinning Witte klederen, kronen, palmbladeren Scheiding Deur, afscherming, muur Volk Gras, zand, zee Zonde, corruptie Duisternis, hoer, overspel, gruwel, onreinheid, wijn, drek, zee