Zinsontleding
-
Upload
conrad-de-docent -
Category
Education
-
view
1.708 -
download
2
description
Transcript of Zinsontleding
Zinsontleding
Zucht…. Moet dat nou?
Twee soorten zinsontleding
• Taalkundig: woordsoorten, woord voor woord• Redekundig: zinsdelen
Waarom is het belangrijk?
• Als je de ‘structuur’ van een zin begrijpt, weet je ook beter hoe en waarom je bepaalde woorden schrijft.
• Denk aan de persoonsvorm: +t of +niks?• Bv. ‘hen’ of ‘hun’• Hangt dus af van de ‘grammaticale positie’ van
het zinsdeel.
Woordsoorten
• Zelfstandige naamwoorden• Lidwoorden• Werkwoorden• Zelfstandig werkwoord• Hulpwerkwoord• Koppelwerkwoord• Voltooid deelwoord
• Tegenwoordig deelwoord• Bijvoeglijke naamwoorden• Bijwoorden• Voegwoorden• Voorzetsels• Telwoorden
• Voornaamwoorden:• Persoonlijk• Wederkerend• Bezittelijk• Aanwijzend• Vragend• Betrekkelijk• Onbepaald
Moet je die allemaal kennen?
• Nope.• Maar wel herkennen• Bijvoorbeeld: betrekkelijke voornaamwoorden
(wat, dat, waarmee)• Schrik vooral niet als je docent zo’n term
gebruikt...• … en durf te vragen wat het begrip inhoudt.• En verder: …. Blz. 17-26 van je handboek.
Redekundig (zinsdelen)
• Een zin kun je in stukjes knippen. Niet elk woord is echter een zinsdeel.
• Het gaat dus om woordgroepen.• Houd de volgende zin vast (handboek blz. 27)
• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig cadeau op 1 januari
Welke woorden horen bij elkaar?
• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig cadeau op 1 januari
• Michelle / geeft / Rick / elk jaar / een prachtig cadeau / op 1 januari
Maar waar begin ik?
• Zoek altijd de persoonsvorm op.• Weet je nog?• Werkwoord• Maak de zin vragend: pv komt aan het begin
van de zin.• Of zet de zin in een andere tijd. Het woord dat
verandert, is de pv.
Dus hier?
• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig cadeau op 1 januari
• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig cadeau op 1 januari
Onderwerp
• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig cadeau op 1 januari
• Wie of wat + persoonsvorm• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig
cadeau op 1 januari
Lijdend voorwerp
• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig cadeau op 1 januari
• Wie of wat +persoonsvorm +onderwerp• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig
cadeau op 1 januari
Meewerkend voorwerp
• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig cadeau op 1 januari
• Aan, voor of met wie of wat +onderwerp +persoonsvorm
• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig cadeau op 1 januari
Bijwoordelijke bepaling
• = “restpost”• Dus als je het niet weet…• Is het vaak een bijwoordelijke bepaling• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig
cadeau op 1 januari• Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig
cadeau op 1 januari
Maarre…
• Doe nou eens taalkundig ontleden, dus in woordsoorten:
•Michelle geeft Rick elk jaar een prachtig cadeau op 1 januari
• Michelle = zelfstandig naamwoord• geeft = werkwoord• Rick = zelfstandig naamwoord• elk = bijvoeglijk naamwoord• jaar = zelfstandig naamwoord• een = lidwoord• prachtig = bijvoeglijk naamwoord• cadeau = zelfstandig naamwoord• op = voorzetsel• 1 = hoofdtelwoord• januari = zelfstandig naamwoord