Zeeuws Erfgoed maart 2013

32
jaargang 12, maart 2013 01 NIEUWSBRIEF VAN DE S TICHTING C ULTUREEL E RFGOED Z EELAND

Transcript of Zeeuws Erfgoed maart 2013

Page 1: Zeeuws Erfgoed maart 2013

jaargang 12, maart 2013 01

NIEUWSBRIEF VAN DE STICHTINGCULTUREEL ERFGOED ZEELAND

Page 2: Zeeuws Erfgoed maart 2013

SCEZpresseInhoudsopgave2 SCEZpresse

JAARTHEMA3 Zeeuws Jaar van het Water op 2 februari afgesloten

Veel culturele activiteiten bij herdenking watersnoodramp

CULTUURHISTORIE4 Waar eens water was

Verslag van een inspirerend symposium over ‘oud’ water

MONUMENTEN6 Scheldemondfonds ondersteunt

grensoverschrijdend maritiem project7 Monumentenwacht wil abonnee adviseren over energiebesparing • Logo voor Werkgroep Industrieel Erfgoed Zeeland8 Jaar van de Boerderij 2013

De historische boerderij in een veranderend landschap• Achterstallig onderhoud nekt historische landbouwschuur9 Monumentenronde: Boerderijenstichting Zeeland10 Vogelvrije parel in het Walcherse landschap• Provinciale inventarisatie maritieme objecten afgerond

11 Presentaties van ROP Zeeland12 Uitwisseling met collega’s van Monumentenwacht Oost-Vlaanderen• Een monument wil ademen

13 Stichting Bunkerbehoud en de Slag om de Schelde20.000 bezoekers aan bunkers en slagveldtours

14 Villa Jufferschans gesloopt

MUSEA15 Bezoekcijfers Zeeuwse musea blijven achter16 Het eerste jaar van Stadhuismuseum Zierikzee18 Altijd wat te doen in de Zeeuwse musea 19 Volkscultuur Nieuws:

Immaterieel erfgoed op en rond de boerderij• Krulbollen op Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed

ARCHEOLOGIE20 Archeologisch nieuws21 Lopende projecten22 Vondst voor het voetlicht:

Romaanse zerken uit het verdronken Westkerke

ERFOEDEDUCATIE24 Deskundigheidsbevordering van museumeducatie

Terugblik op cursus ‘Visie op educatie’25 Gymnasiumdagen CSW

Leerlingen battelen 17-18 januari voor beste rondleiding

STREEKTALEN26 In ’t Zeêuws: Zing Zeeuws• In ’t Zeêuws: 14 juni 2013 Uutgesproken Zeeuws

27 Streektaal Varia

ERFGOED ALLERLEI28 Publicaties

31 Colofon | KORTelings | MOnuMENTaal

Het zag er vorig jaar somber uit voor het erfgoed en de SCEZ. Het aanvankelijk door Gedeputeerde Staten aangekondigde bezuinigings-voorstel in het kader van de provinciale kerntakendiscussie zou betekenen datde erfgoedzorg in Zeeland in kort tijdsbestek zou terugvallen naar het niveauvan vóór 2001, het jaar dat de SCEZ is opgericht. Alle reden dus om politieken belanghebbenden te informeren over de effecten van deze bezuiniging. Dat is ook gebeurd, onder meer via de actie ‘Houd erfgoed levend!’. Het affiche dat daarvoor is gemaakt, zie ik op een enkele plaats nog hangen.De actie heeft geleid tot vele honderden reacties, variërend van adhesie-betuigingen tot foto’s van bijzondere erfgoedplekken. Dit alles heeft ertoe bijgedragen dat Provinciale Staten in hun vergadering van 21 december 2012uiteindelijk hebben besloten de bezuiniging op de basissubsidie van de SCEZte beperken tot € 125.000. Nog altijd een fors bedrag, maar een stuk minderdan de aanvankelijke € 400.000. De besluitvorming over de kerntakendiscussie en de ombuigingstaakstelling is achter de rug, evenals de vaststelling van het provinciaal cultuurbeleid voorde komende jaren. Daarmee is een einde gekomen aan een periode van veelonduidelijkheid en onzekerheid. Alle aandacht en energie kunnen vanaf ditjaar weer worden gericht op het erfgoed zelf.

Dit eerste nummer van de nieuwe jaargang biedt u weer veel nieuws over het erfgoed in zijn volle breedte. Kijk alleen maar naar de foto’s van bakkeeten muziekgroep op respectievelijk de voor- en achterzijde van de omslag en uzult zich realiseren hoe vol die breedte eigenlijk is. Het zijn tegelijk ook mooievoorbeelden van behoud van erfgoed door beleving. De bakkeet is bewaardgebleven met een eigentijdse aankleding en de watersnoodramp van 1953klinkt door in een popsong in streektaal. Veel aandacht in dit nummer gaat uit naar monumenten en in het bijzondernaar boerderijen. Dat is verklaarbaar want 2013 is het Jaar van de Boerderij. We weten al enige tijd dat niet alle monumenten kunnen worden behouden,maar zelf vraag ik me wel eens af of in alle gevallen de keuze voor nietbehouden een bewuste keuze is geweest. Soms zie je monumenten ‘gewoon’vervallen of ‘plotseling’ verdwijnen. Zo lijkt het vergaan te zijn bij de historische landbouwschuur in Koudekerke en de markante Villa Jufferschansin IJzendijke. In deze Zeeuws erfgoed wordt daar kort bij stilgestaan.

Deze plek is niet zonder verleden. Zie de straatnamen: Looierssingel enArmeniaans Schuitvlot. Van de leerlooierij resten nog wat bodemvondsten,van het schuitvlot voor zover ik weet niets. In de jaren zestig van de vorigeeeuw werd er een schuilkelder gebouwd met daarboven een brandweerkazerne.De brandweerkazerne werd, na een ingrijpende verbouwing, in de zomer van2010 in gebruikgenomen door de SCEZ als onderkomen voor het ZeeuwsArcheologisch Depot en de Monumentenwacht. Vanaf april dit jaar, na eeniets minder ingrijpende verbouwing, is onze gehele organisatie er gehuisvest. Het Schuitvlot als symbolische aanlegplaats voor het erfgoed van Zeeland. Van hieruit verder, zo zie ik dat dan.

Wim Scholten, directeur

Bij de omslag Bakkeet van een Walchers boerderijtje aan de Lageweg in de buurtschap Klein-Valkenisse. Om streekeigenheid te bevorderen en te waarderen organiseren StichtingLandschapsbeheer Zeeland, de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatieen de Boerderijenstichting Zeeland de Zeeuwse Erfgoedtrofee 2013. DeSCEZ omarmt dit initiatief en verleent daar waar nodig ondersteuning in de vorm van advies en informatievoorziening. De Zeeuwse Erftrofee2013 valt samen met het Jaar van de Boerderij 2013. Meer informatie:www.boerderijenzeeland.nl (foto Marinus van Dintel).

Page 3: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Veel culturele activiteiten bij herdenking watersnoodramp Zeeuws Jaar van het Water op 2 februari afgeslotenMet een groot aantal bijeenkomsten en activiteiten werd eind januari/begin februari de Watersnoodramp van 1953 herdacht. De publieksdag in het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk op 2 februari vormde tevens de afsluiting van het Zeeuws Jaar van het Water.

De nationale herdenking van 60 jaar Watersnoodramp vond op 1 februariplaats, eveneens in het Watersnoodmuseum. Hierbij waren onder meer de minister van infrastructuur en milieu (Melanie Schultz van Haegen), de commissarissen van de koningin in Zeeland (Karla Peijs), Zuid-Holland (Jan Franssen) en Noord-Brabant (Wim van de Donk) en de Deltacommisaris Wim Kuijken aanwezig. Aansluitend aan de herdenkingsbijeenkomst werd de blik ook op de toekomst gericht: met de heropening van het vierde caisson van het Watersnoodmuseum,met een interactieve tentoonstelling over de Zuidwestelijke Delta die laatzien wat er in Zeeland gebeurt op het gebied van watermanagement eninnovatie én de 3D-presentatie van het project Flood Aware dat inzichtbiedt in het overstromingsrisico van de eigen woonomgeving en hoeZeeuwen zich hierop kunnen voorbereiden. De heropening van het vierdecaisson was een van de laatste officiële activiteiten van de Zeeuwse commissaris van de koningin, Karla Peijs. Op 8 februari nam zij afscheidvan de provincie met het symposium ‘Onbegrensd Zeeland’. De weg naarhet Watersnoodmuseum zal zij komende jaren echter nog vaak weten tevinden, want per 1 maart is zij voorzitter van het stichtingsbestuur.

Bij alle herdenkingsbijeenkomsten bij 60 jaar Watersnoodramp waren ditjaar opvallend veel culturele activiteiten. Theaterproductiehuis Zeelandiatoerde van november tot en met februari met het toneelstuk Coupure(tien jaar geleden reeds in het Nazomerfestival uitgebracht) langs Zeeuwse

theaters. Coupure is een zachtaardig stuk over de harde werkelijkheid van de watersnoodramp. Een aangrijpend verhaal over littekens die nog elkedag pijn doen. Het Middelburgs Kamerkoor maakte van 31 januari tot enmet 10 februari een korte tournee door de provincie met het herdenkings-concert Kerend Tij, waarin onder meer het Missa pro defunctis, een maarzelden uitgevoerd maar zeer indrukkwekkend requiem van Cristóbal de Morales en drie bijzondere composities die Christian Blaha speciaalschreef voor de herdenking van de stormvloed. Op 1 februari ging inTholen het muziekstuk De Ramp van de in Kassel wonende componistJohan de Wit (maar zelf geboren in het rampgebied) in uitvoering methonderdnegentig deelnemers (vier koren en een orkest). Het concert werd op 2 februari herhaald in Vlissingen. Ook werden in de afgelopen maanden op verschillende plekken inZeeland nieuwe boeken gepresenteerd, ter herinnering aan de watersnoodramp.

Grote landelijke belangstelling voor de herdenking. De nieuwe voorzitter van het Watersnoodmuseum (foto’s Klazina Uil).

Kerend Tij (foto Middelburgs Kamerkoor). Coupure (foto Lex de Meester).

Vluchten voor het rijzende water (collectie Watersnoodmuseum).

Zeeuws Erfgoed 3 maart 2013/01 • JAARTHEMA

Page 4: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Cultuurhistorie

Zeeuws Erfgoed 4 maart 2013/01 • CULTUURHISTORIE

Samen met waterschap Scheldestromen was de SCEZ verantwoordelijk voor de organisatie van een themamiddag op 7 december 2012; een middagbedoeld om de kansen te meten om vroeger gedemptwater terug te brengen in Zeeuwse steden en dorpen.Ruim honderd geïnteresseerde en gemotiveerde deelnemers luisterden eerst naar zes presentaties, om vervolgens aan het eind van de middag vol overgave deel te nemen aan de discussie.

Na een woord van welkom door de gastheer, dijkgraaf Toine Poppelaars, en een introductie door dagvoorzitterTjerk van der Meer, schetste Aad de Klerk (SCEZ) het cultuurhistorisch perspectief. Hij bracht de uiteen-lopende gedaanten van vroeger aanwezig, maar inmiddelsgedempt water in beeld. Dat varieerde van de va(e)te en de kerkgracht, via de haven, de spuikom en het havenkanaal, tot de grachten binnen, en de vesten rondom de stad. Even gevarieerd als al dat ‘oude’ water was, zo gevarieerd waren de motieven om het vroeger of later te dempen. Duur onderhoud van kademuren en bruggen, watervervuiling, werkverschaffing, verkeers- en parkeereisen vormden de belangrijkste overwegingen.Marjo van Loon (gemeente Gouda) deelde met de aanwezigen de in Gouda opgedane ervaringen met het project Hollandse Waterstad. Die betreffen minder de daar concreet gerealiseerde resultaten, maar veel meer de communicatie. Daarbij komt het erop aan om in eenvroeg stadium elkaars taal, verwachtingen, mogelijkheden en beperkingen te kennen, en bij het ontgraven vangedempt water cultuurhistorie niet als het doorslag-gevende belang, maar als één van de belangen te zien.Van meer nabij waren de ervaringen van de gemeente Hulstmet het voor Zeeland unieke project De Nieuwe Bierkaai.Een deel van de oude haven is terug open gegraven in destellige verwachting dat de ruimere omgeving zich verder zal ontwikkelen. Wethouder Clen de Kraker benadrukte het belang van een goede exploitatieopzet, samenwerking en een forse dosis enthousiasme.

Wie gedempt water terug wil brengen, doet er goed aan zich terdege en zo vroeg mogelijk op de hoogte te (laten)stellen van de soms zeer gecompliceerde voorgeschiedenisvan de plek in de vorm van het zogeheten bodemarchief.Veel meer dan belemmering kan het archeologische verhaal van de plek een kans bieden aan nieuwe ontwikkelingen. Dat was de belangrijkste boodschap die archeologe Ellen Vreenegoor (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) de aanwezigen aan de hand van enkele voorbeelden meegaf.

Landschapsarchitect Jan Willem Bosch van Bosch Slabbers.

De Nieuwe Bierkaai in Hulst

(foto Duofoto - Heikant).

Waar eens water wasVerslag van een inspirerend symposium over ‘oud’ water

Page 5: Zeeuws Erfgoed maart 2013

De rol van het waterschap werd verwoord door Piet-Hein Nelissen (waterschap Scheldestromen). Hij schetste de verschillende verantwoordelijkheden ten aanzien van de hemelwaterafvoer en benadrukte de belangrijke - gedeelde - rol van gemeente en waterschap.Gezamenlijke stedelijke waterplannen en gemeentelijke rioleringsplannenbieden de kaders om daarbinnen alle wateractiviteiten te integreren. En vroege integratie met de ruimtelijke ordening is daarbij van grootbelang.

Landschapsarchitect Jan Willem Bosch (Bosch Slabbers) deed beeldendverslag van een speurtocht naar kansrijke plekken voor de (her)introductievan water in stad en dorp. Hij kwam uit in Sint-Annaland, met het planom de gedempte kerkgracht weer open te graven. In Axel, met ideeën omhet deels gedempte uitwaterings-kanaal weer open te leggen en opnieuwvorm te geven. En in Terneuzen, om het vroegere uitwateringskanaal naarde Otheense kreek in te zetten voor waterberging. Zijn conclusie: waterterug is van belang voor zowel economie, ecologie als esthetiek van stad en dorp.

Misschien wel de belangrijkste boodschap die in de presentaties en de discussie doorklonk: als er voldoende enthousiasme rond een planbestaat, komt het met het voor de realisatie benodigde geld wel goed. Een signaal om te onthouden in deze tijd waarin wind en getij ‘even’ tegen lijken te zitten!

Het lag in de bedoeling dat gedeputeerde Sjoerd Heijning de themamiddag die geheel en al paste binnen het themajaar ‘2012 Zeeuws Jaar van het Water’, met een reactie op het besprokene zou afsluiten. Het heeft helaas niet zo mogen zijn. De gedeputeerde met onder andere water in zijn portefeuille is op 9 december overleden.

De kerkgracht in Sint-Annaland in 1920; in 1936 besloot men het laatste deel van dit water

rondom het kerkhof te dempen (collectie Heemkundekring Stad en Lande van Tholen).

In de wandelgangen na afloop van het symposium.

Zeeuws Erfgoed 5 maart 2013/01 • CULTUURHISTORIE

Page 6: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Sinds begin dit jaar is de SCEZ leadpartner voor een grens-overschrijdend maritiem project van het Vier Werven Overleg, een samenwerkingsverband van vier (museum)werven in Zeeland en Vlaanderen. Het eenjarige project beoogt het creëren van een duurzaam samenwerkingsverband rond het varend cultureel erfgoedin de Scheldemondregio. Het Vier Werven-project wordt mogelijkgemaakt door een financiële bijdrage van het Scheldemondfonds. Dit interregionale fonds stimuleert met name kleinschalige, grensoverschrijdende projecten binnen de Euregio Scheldemond.

Vier Werven OverlegHet Vier Werven Overleg is een samenwerkingsverband tussen vier museale scheepswerven in de Scheldemondregio: het Centrum Nautisch Rupelmonde en de Scheepswerven Baasrode in de provincie Oost-Vlaanderen in België en de Museumhaven Zeeland(Zierikzee) en de Historische Scheepswerf C.A. Meerman (Arnemuiden)in de provincie Zeeland. De samenwerking vloeit voort uit het besef datde Scheldemondregio als maritieme regio een natuurlijk geheel vormt,over de staatkundige grenzen heen.

Vlamingen en Zeeuwen bevaren en bevissen al eeuwen diezelfde Schelde,met schepen die typologisch weinig van elkaar verschillen. In de Scheldemondregio kwamen eertijds dan ook talrijke (kleinere)scheepswerven voor, waar die schepen werden gebouwd en/of terecht konden voor onderhoud en restauratie. Veel van deze scheepswerven zijn inmiddels verdwenen, waarmee het maritieme verhaal van de regioverloren dreigt te gaan.

ProjectdoelstellingenHet Vier Werven Overleg heeft zich tot doel gesteld dit maritieme verleden van de Scheldemondregio in het licht te stellen en te promoten,om de historische eenheid ervan te benadrukken en aldus een steentje bij te dragen tot een toekomstig Europa zonder grenzen. Daartoe wil het,over de landsgrenzen heen, een duurzaam samenwerkingsverband creërenrond het varend cultureel erfgoed. De samenwerking richt zich op uitwisseling van kennis en ervaring, op bedrijfsvoering en op gezamenlijkepromotie. Vooral de gezamenlijke promotie vormt een belangrijk onderdeel van het gehonoreerde project, waarbij een toeristisch lint door de regio heen,met de vier participerende museumwerven als ankerplaatsen, impliciet enexpliciet wordt nagestreefd. Binnen het project zullen dan ook promotie-middelen in de vorm van flyers, brochures en een dvd-film ontwikkeldworden. Deze middelen kunnen bijdragen aan het bezoek aan de werven,aan het delen van kennis en aan het versterken van de samenwerking tussen de deelnemende werven.

Het publiek zal in de loop van 2013 tijdens diverse maritieme evenementen in Nederland en Vlaanderen kennis kunnen nemen van de binnen het project op te leveren promotiemiddelen. Meer informatie over het project kunt u vinden op de websites van de SCEZ (www.scez.nl/vierwerven) en het Scheldemondfonds (www.euregioscheldemond.be > Projecten Scheldemondfonds).

Historische Scheepswerf C.A. Meerman in Arnemuiden, een van de deelnemers aan het Vier Werven Overleg.

Zeeuws Erfgoed 6 maart 2013/01 • MONUMENTEN

Scheldemondfonds ondersteunt grensoverschrijdend maritiem project

Page 7: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Zeeuws Erfgoed 7 maart 2013/01 • MONUMENTEN

Er is nog veel winst te behalen met de juiste keuze van een verwarmingsinstallatie voor een monument en het goed inregelen daarvan, bleek uit de presentatievan het bedrijf Dubourgraaf uit Goes op 28 september2012 voor de Monumentenwacht van de SCEZ.

Naar aanleiding van de toenemende vraag van abonneesover energiebesparende maatregelen die tegelijkertijd het gebruikscomfort van bijvoorbeeld woonhuis of kerkverbeteren, heeft de SCEZ het voortouw genomen enRobert Dubourgraaf uitgenodigd voor een presentatieover duurzame energiebesparing en installatieadvies. Zijnbedrijf gaat uit van het basisprincipe ‘Trias Energetica’.

Trias Energetica geeft de drie stappen weer voor het energiezuinig en duurzaam aanwenden van energie. De eerste stap, het beperken van de energievraag, kanworden gerealiseerd door alle vloeren, buitenwanden endaken te voorzien van de nodige isolatie. Een ander aspect is het beperken van het energietransport door niet-gewenste kieren te dichten en daarbij rekening tehouden met voldoende ventilatie. De tweede stap is alternatieve energiebronnen meer te gaan benutten alswind-, water- en zonne-energie, waardoor wij de steedsschaarser wordende fossiele brandstoffen minder hoevenaan te spreken. En ten slotte, als wij toch aangewezenworden op energie uit fossiele brandstoffen, dan moetenwe deze ook zo efficiënt mogelijk gaan benutten.

Energiebesparing wordt in toenemende mate gezien in samenhang met een comfortabel en gezond binnen-klimaat. Hierin speelt u als gebruiker natuurlijk een heelgrote rol. Welke ruimten bijvoorbeeld verwarmt u in uwpand, zijn de tussendeuren indien aanwezig wel gesloten,hangen er wel of geen gordijnen voor de opening van detrapopgang, heeft u voor- of achterzetramen, buiten- ofbinnenluiken, heeft u veel planten en/of huisdieren, kooktu met een goed functionerende afzuigkap of juist niet? De wijze en intensiteit van het gebruik van een pand heeftbouwfysische gevolgen voor het pand en dat verdient hierbij zeker de aandacht. Bouwfysische wijzigingen, zoalsveranderend stookgedrag en na-isolatie, kunnen verleggingvan het dauwpunt in de buitenwanden veroorzaken waardoor als gevolg van vochtneerslag op of in een

wandconstructie problemen kunnen ontstaan (zoalsinrottende kozijnen bij koude bruggen). Dit zijn enkelepunten die ter sprake kwamen tijdens de presentatie.

In veel gevallen is er nog grote winst te behalen op het gebied van stookgedrag en het inregelen van de verwarmingsinstallatie. De jaarlijkse controle van de ketel is een goed moment om hier aandacht aan te besteden. De betere installatiebedrijven kunnen u helpenom uw wooncomfort te verbeteren en uw energiekosten te beperken.

Ook de Monumentenwacht wil zijn abonnees blijvendgaan adviseren over energiebesparing. Dit jaar nog organiseert de landelijke koepelorganisatieMonumentenwacht Nederland voor de elf provincialeMonumentenwachten een cursus op het gebied van energiebesparende maatregelen voor monumentenpanden.Dit zal resulteren in de uitwerking van een toolkit voorenergiebesparing én verhoogd gebruikscomfort voor deverschillende monumentcategorieën. Na verschijning vande handleiding, bestemd voor de Monumentenwachten(datum nog niet bekend), zullen in het inspectierapportbehalve de gebruikelijke onderhoudsadviezen verder ookvrijblijvende en op maat gesneden energiebesparendeadviezen voor de abonnee te vinden zijn.

Robert Dubourgraaf informeert deMonumentenwacht over energiebesparing.

Monumentenwacht wil abonnee adviseren over energiebesparing

Logo voor WerkgroepIndustrieel Erfgoed ZeelandSinds begin 2013 heeft de Werkgroep Industrieel Erfgoed Zeeland (WIEZ)haar eigen logo. Met dit logo hoopt de werkgroep zowel de herkenbaarheid als de zichtbaarheid te vergroten, met als doel meer mensen in contact te brengen met het industriële erfgoed in Zeeland.Het logo van de werkgroep wordt gevormd door een combinatie van een gestileerd vormgegeven kraan met een sheddaken loods. Het logo zal onderandere worden gebruikt in eigen drukwerk en op de website van de WIEZ:

www.industrieelerfgoedzeeland.nl

we r k g ro e p

industrieel

e r f g o e d

z e e l a n d

Page 8: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Tien jaar na ‘2003 Jaar van de Boerderij’ vraagt de stichting Agrarisch Erfgoed Nederland (AEN) met ‘Jaar van de Boerderij 2013’ opnieuw aandacht voor degrote rijkdom aan agrarisch erfgoed die er in Nederland(nog) te vinden is. Het themajaar is geen overbodige luxe,want wederom is er grote zorg over de achteruitgang vanhet bestand van historische boerderijen. Te veel boerderijen verdwijnen, terwijl ze zo’n belangrijkebijdrage leveren aan de kwaliteit van het (veranderende)landschap en de regionale identiteit van het landelijkgebied.Vanaf 2003 is het erfgoedbeleid en het beleid voor hetlandelijk gebied sterk veranderd. De huidige financiële en economische crisis vraagt om nieuwe oplossingen en biedt tevens nieuwe mogelijkheden. Natuur en monumenten worden anders beleefd en identiteit heefteen andere lading gekregen. Agrarisch erfgoed heeft metdergelijke ontwikkelingen te maken, waarbij een hoofdrolis weggelegd voor hergebruik en herbestemming.Daarom organiseert de AEN in samenwerking met de provinciale en regionale boerderijenstichtingen het Jaar van de Boerderij 2013. Gedurende het jaar vinden verspreid over het land diverse activiteiten plaats.

Deze activiteiten richten zich in eerste instantie op de boerderijeigenaren, maar daarnaast ook op specialisten,beleidsmakers en het grote publiek. Een breed scala aan onderwerpen zal tijdens de activiteiten aan de ordekomen, zoals bouwhistorie, functieverandering, restauratietechnieken, regelgeving en erfbeplanting. Op provinciaal en regionaal niveau zullen de activiteitenvooral door de bij de AEN aangesloten boerderijen-stichtingen georganiseerd en gecoördineerd worden, al dan niet in samenwerking met gerelateerde organisatieszoals de provinciale/regionale organisaties vanLandschapsbeheer Nederland en de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland en de provincialeerfgoedhuizen. In Zeeland zullen met name deBoerderijenstichting Zeeland (BSZ), StichtingLandschapsbeheer Zeeland (SLZ), de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) en de SCEZ bijde activiteiten rondom het Jaar van de Boerderij 2013betrokken zijn. Meer informatie over zowel de landelijkeals de Zeeuwse activiteiten in het kader van Jaar van deBoerderij 2013 kunt u vinden op:

www.boerderijenzeeland.nl.

De historische boerderij in een veranderend landschapJaar van de Boerderij 2013

Achterstallig onderhoud nekt historische landbouwschuurNiet alles hoeft behouden te blijven. En niet alles blijft behouden. Dat ook cultuurhistorisch waardevolle objecten soms uit het Zeeuwselandschap (dreigen te) verdwijnen bleek afgelopen december; tijdens een inspectie van buitenplaats Moesbosch in Koudekerke moest deMonumentenwacht helaas constateren dat de nabijgelegen eeuwenoudelandbouwschuur, sinds enige tijd in eigendom van IntratuinKoudekerke, was ingestort.

Melding bij Meldpunt Erfgoed ZeelandDat de onderhoudsstaat van de schuur te wensen overliet, was voor buurt-bewoners, diverse erfgoedorganisaties en de gemeente Veere niet onbekend.Ook genereerde een melding bij het Meldpunt Erfgoed Zeeland in november2011 enige aandacht. De SCEZ informeerde als voorportaal van hetMeldpunt de gemeente, terwijl een bestuurslid van de BoerderijenstichtingZeeland (BSZ) kort daarop een gesprek had met de directeur van IntratuinKoudekerke over de onderhoudsstaat en eventuele herbestemmingsmogelijk-heden van de historische schuur. Helaas bleken ontwikkelingsmogelijkhedenvoor de schuur in de nabije toekomst financieel niet haalbaar en zou voorlopig niet in de boerderij geïnvesteerd (kunnen) worden.

Geamputeerd boerderijcomplexAangezien de schade aan de landbouwschuur momenteel dermate groot is - en de schuur tevens buiten gebruik was - ligt het niet in de verwachting dat deze gerestaureerd dan wel opnieuw opgebouwd zal worden. Sloop vande restanten zal betekenen dat het recent nog complete boerderijcomplex van woonhuis, bakkeet, landbouwschuur met aangebouwde varkenskeet,wagenhuis en kippenhok ‘in geamputeerde vorm’ blijft voortbestaan. Het instorten heeft de hoop op een goede herbestemming van de karakteristieke landbouwschuur, en daarmee een tweede leven, doen vervliegen. Dat is jammer om te moeten constateren, zeker in de wetenschapdat de schuur als onderdeel van het gehele boerderijcomplex mogelijk bij het tuincentrum getrokken had kunnen worden. Een aansprekend voorbeeldhiervan vinden we in het Gelderse Elst, waar in 2012 een eeuwenoude T-boerderij een glazen overkapping kreeg, om vervolgens als horeca-gelegenheid in gebruik te worden genomen.

www.meldpunterfgoedzeeland.nl

Aangetroffen situatie in december 2012. De dakconstructie van de historische landbouwschuur blijkt grotendeels te zijn ingestort.

Page 9: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Voor het eerst in tien jaar is er, nu in 2013, weer een Jaar van de Boerderij. In het kader van dit themajaar worden er veel activiteitengeorganiseerd, hoofdzakelijk door de regionale stichtingen maar onder de paraplu van de stichting Agrarisch Erfgoed Nederland (AEN). Diverse ontwikkelingen maken duidelijk dat het thema opnieuw aandachtverdient, zoals de achteruitgang van het aantal beeldbepalende boerderijen,de kwaliteit van de gebouwen en de variatie bij de bouw van nieuwe boerderijen. Voor wie houdt van een multifunctioneel platteland, zijn deze zaken belangrijk. En juist dat multifunctionele aspect maakt dat de doelstelling van de Boerderijenstichting Zeeland (BSZ) breder is dan cultureel erfgoed alleen. De BSZ wil namelijk de karakteristieke verschijningsvorm van de Zeeuwse historische boerderijen met hun erven en gebouwen behouden en wil dat doen mede in relatie tot hetomringende landschap. Daarnaast stelt de stichting zich ten doel om zicht te geven op verantwoorde herbestemming en een goede, streekeigenbouwstijl te bevorderen.

Informeren, adviseren, stimulerenDe Boerderijenstichting Zeeland is een vrijwilligersorganisatie die voorlichting geeft aan eigenaren en bewoners van boerderijen over onderhoud, culturele waarde en/of restauratie van gebouwen en erf.Binnen beperkte grenzen kunnen mensen een beroep doen op de stichtingvoor het verkrijgen van advies over en het geven van inzicht in plankostenen mogelijkheden om subsidie te krijgen. Daarnaast streeft de stichtingernaar om het algemene bewustzijn ten aanzien van de culturele waardenvan het boerenerfgoed te versterken. Dat gebeurt via lezingen, excursies,symposia en andere bijeenkomsten en ook via projecten en publicaties.Ook worden overheden geïnformeerd over de effecten van het door hengevoerde beleid. Op verzoek krijgen zij advies over de cultuurhistorischewaarde van enkele panden en ensembles. Als vrijwilligersorganisatie kan de Boerderijenstichting Zeeland gelukkig een beroep doen op de SCEZvoor ondersteuning. Daarnaast participeert de stichting in de diverse netwerken die de SCEZ biedt.

SamenwerkenBehalve met de SCEZ werkt de stichting samen met verwante organisatiesals Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ) en de Zuidelijke Land- enTuinbouw Organisatie (ZLTO). Enkele voorbeelden van samenwerkings-projecten zijn de Zeeuwse Erftrofee 2013 en cursussen over streekeigeninrichting van boerenerven. Daarnaast maakt de stichting deel uit van de eerder genoemde stichting AEN.

Jaar van de Boerderij 2013 Dit jaar participeert BSZ samen met AEN en andere regionale boerderijenstichtingen in het Jaar van de Boerderij 2013. Deze samenwerking houdt in dat per gebied een aantal thema’s bij de kop wordt gepakt. Aan die thema’s zal ook landelijke bekendheid worden gegeven. Deze thema’s zijn: kennis en ervaring delen over landelijke bouwkunst; functieverandering en herbestemming; agrarischerfgoed en de bijdrage daarvan aan de identiteit van de regio. Daarnaastwordt ook de bijdrage aan de regionale economie en biodiversiteit meegenomen. De door de regionale stichtingen georganiseerde verkiezingen van mooiste boerderij worden uiteindelijk onderdeel van de verkiezing van de mooiste boerderij van Nederland.

Activiteiten in het themajaarZeeland werkt aan een aantal aantrekkelijke activiteiten dit jaar. Zo wordtde Erftrofee gelinkt aan de activiteiten in het kader van het Jaar van deBoerderij. Verder streeft de stichting er dit jaar naar om in de vorm vansymposia, publicaties en documentaires aandacht te schenken aan deonderwerpen biodiversiteit en streekeigen bouwstijlen. Vooral de bouw-stijlen vragen om een creatieve aanpak. Door het veranderde karakter van het boerenbedrijf zal de samenhang met het omringende landschapook sterk veranderen, voor zover dat niet al gebeurd is. Nieuwe agrarischebedrijven krijgen te maken met eisen die aan een effectieve bedrijfsvoeringworden gesteld. Daarnaast stelt ook de samenleving eisen op het gebiedvan milieu en natuur. Meer en meer wordt ook gekeken naar de verschijningsvorm van boerderijen in het landschap. De Boerderijenstichting Zeeland wil 2013 als Jaar van de Boerderij benutten om samen met andere organisaties op een pragmatische wijzeeen slinger te geven aan een nieuwe manier van omgaan met soms tegenstrijdig lijkende belangen.

www.boerderijenstichtingzeeland.nl

Belangrijke websites:

www.agrarischerfgoed.nlwww.agriwiki.nlwww.boerderij2013.nl

Hof Welgelegen tussen Middelburg en Sint-Laurens.

Zeeuws Erfgoed 9 maart 2013/01 • MONUMENTEN

MONUMENTENRONDE

Page 10: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Iedereen kent ze wel, van die boerderijtjes die velestormen en oorlogsgeweld hebben doorstaan en waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Elke vorm van modernisering is het pand vreemd, waardoor je je zowel binnen als buiten in (over)grootmoeders tijd waant. Een boerderijtje zoals het zou kunnenvoorkomen in ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld en waar meestal een ouder iemand zijn of haar laatstelevensdagen doorbrengt. Het blijft zoals het altijdwas… totdat de bewoner overlijdt of naar een verzorgingshuis verhuist en het object van de ene op de andere dag van de aardbodem wordt geveegd.De herinnering aan een erfgoedpareltje is hetgeen dat overblijft…

Authentiek, karakteristiek én vogelvrijZo werd ik vier jaar geleden, in maart 2009, via het mailadres van het Meldpunt Erfgoed Zeeland opmerk-zaam gemaakt op een boerderijtje aan de Grindweg tussen Zoutelande en Westkapelle. Het object werd nogbewoond door een man op leeftijd en ‘alles zou nog zoalsvroeger zijn’, werd mij in de mail meegedeeld. Een aantal

ingesloten foto’s illustreerde het een en ander. Inderdaadbetrof het hier een karakteristiek Walchers boerderijtje,waarvan zowel het interieur als het exterieur zeer authentiek bleken.

Zoals zo vaak met dit soort objecten het geval is, blijktook dit boerderijtje zich in de gevarenzone te bevinden.Het direct aan de doorgaande weg gelegen pand kan dan wel zeer karakteristiek en authentiek zijn, elke vormvan modernisering is aan de voordeur voorbijgegaan.Bovendien heeft het geen enkele beschermde status; een rijksmonumentale status zou te veel eer betekenen,een gemeentelijke status is niet van toepassing aangeziende gemeente Veere geen gemeentelijke monumentenlijstheeft. Jammer genoeg is het boerderijtje ook niet meegenomen in de provinciale boerderij-inventarisatie van 2004-2005. Ofwel: we hebben hier te maken met een - voor velen onbekend - vogelvrije parel in hetWalcherse landschap.

In dit soort gevallen is het belangrijk tijdig het objectonder de aandacht te brengen van zowel direct betrokkenorganisaties en instanties als het grote publiek. Dit zalervoor zorgen dat op tijd een goede afweging gemaakt kan worden voor behoud dan wel sloop. Want niet al ons gebouwd erfgoed kan en moet koste wat het kostbehouden blijven. Daarentegen moeten we ervoor wakendat cultuurhistorisch waardevolle objecten van de een op de andere dag uit het Zeeuwse landschap verdwijnen;ze vertellen nu eenmaal het verhaal van de geschiedenisvan Zeeland en dragen bovendien bij aan de kwaliteit van de Zeeuwse leefomgeving.

Marinus van Dintel,adviseur cultuurhistorie en monumenten

www.meldpunterfgoedzeeland.nl

Schoonheid in eenvoud. Het authentieke boerderijtjeaan de Grindweg bij

Westkapelle is een pareltje inhet Walcherse landschap.Maar voor hoe lang nog?

Zeeuws Erfgoed 10 maart 2013/01 • MONUMENTEN

Vogelvrije parel in het Walcherse landschap

Provinciale inventarisatie maritieme objecten afgerond

Historische schepen zijn beeldbepalend voor Zeeland. Zemaken als roerend erfgoed onderdeel uit van het Zeeuwse land-schap en de Zeeuwse identiteit. Om dit erfgoed varende te houden is het belangrijk dat maritieme infrastructurele werken, zoals bruggen en sluizen, in stand worden gehouden.Daarbij vertelt ook onroerend maritiem erfgoed het verhaal vanvarend Zeeland. Om een goed overzicht te krijgen van alle nogbestaande Zeeuwse onroerende maritieme objecten heeft hetPlatform Maritiem Erfgoed Zeeland in de tweede helft van2012 een provinciale inventarisatie laten uitvoeren. Het bij-behorende rapport werd afgelopen januari opgeleverd en zalbinnenkort als pdf beschikbaar zijn op:

www.scez.nl/maritiemerfgoed

De inventarisatie van onroerende maritieme objecten is uitgevoerd door Veronica Frenks, bekend en begaan met de Zeeuwse maritieme geschiedenis. Op de afbeelding illustreertzij de werking van een pelorus, een eenvoudig waarnemings-apparaat van de voormalige Mijnenuitkijkdienst (MUD) enbedoeld om de positie van een (vijandelijk) object te bepalen.

Page 11: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Op 21 november 2012 heeft het ROP Zeeland een gastles georganiseerd voor de niveau 2- leerlingen richting Bouw van Scalda in Vlissingen. De leerlingen gingen op bezoek bij de Monumentenwacht in Middelburg. Na ontvangst met koffie en Zeeuwse lekkernij op locatie Het Schuitvlot, de thuisbasis van de Monumentenwacht aan de Looierssingel 2, kregen de leerlingeneen gevarieerd dagprogramma voorgeschoteld op diverse locaties.

Jan van Zon, coördinator van het ROP, informeerde de leerlingen over de vervolgopleiding in de restauratie. Om in de toekomst restauraties te kunnen blijven uitvoeren zijn er gespecialiseerde, nieuwe vakmensennodig. Het ROP (Restauratie Opleidingsprojecten) biedt de mogelijkheidom de bestaande kennis en evaring van vaklieden in de restauratiebouwover te dragen op jonge bouwlieden. Alhoewel ook het ROP Zeeland nietontkomt niet aan een terugval in het aantal projecten, worden er gelukkignog steeds initiatieven ondernomen om restauratieprojecten uit te voerenen aan te merken als leerling-bouwplaats.

Hierna volgden de leerlingen een presentatie van adviseur monumenten-wacht Wim Jakobsen over het werk van de Monumentenwacht. Wim verduidelijkte aan de hand van praktijkvoorbeelden de schadelijkegevolgen van achterstallig onderhoud en verkeerd materiaalgebruik aanmonumentenpanden. Via rapporten en tekeningen illustreerde hij dewerkwijze om de bouwkundige staat van een geïnspecteerd pand zichtbaarte maken voor de eigenaar. In de garage- en depotruimte konden de leerlingen een indruk krijgen van het materieel waarmee de Monumenten-wacht dagelijks op pad gaat en de gereedschappen in een toegeruste busom kleine reparaties mee uit te voeren.

Leerlingen uit de richting Bouw krijgen uitleg van Wim Jakobsen bij de bus van de Monumentenwacht.

Na de lunch kregen de leerlingen een rondleiding aangeboden rond hetthema ‘bouwstijlen en bouwsporen’. Adviseur cultuurhistorie en landschapAad de Klerk nam de leerlingen mee door de historische binnenstad vanMiddelburg via smalle gangetjes en kleine steegjes. Hierbij werd ook hetindrukwekkende achttiende-eeuwse Van de Perrehuis, het tegenwoordigeZeeuws Archief, aangedaan. De leerlingen ontdekten dat het archief déplek is om informatie te verkrijgen over de geschiedenis van Zeeland enhun eventuele voorouders. De informatiedag was zeer nuttig en zowel deleerlingen als de begeleiders hebben ervan genoten!

Voor de niveau 4-leerlingen is een gelijksoortige middagexcursie georganiseerd op 22 november. Na de inleiding van coördinator Jan vanZon over de beroepsspecifieke vervolgmogelijkheden in de restauratie washet woord aan Jeroen van Dijke. Jeroen is naast monumentenwachter ookmolenaar op de Middelburgse Seismolen. Het voordeel hiervan was dattijdens de excursie niet alleen het bouwkundige gedeelte van de molenmaar ook het werktuigbouwkundige deel belicht kon worden.

Tijdens de rondleiding door Middelburg vertelt Aad de Klerk over de historische achtergrond van de Sint-Jorisdoelen.

Anders dan de gebruikelijke plekken om het ROP Zeeland te presenterenwas de werkplaats van Aannemersbedrijf Leenhouts tijdens de OpenBedrijvendag op 27 oktober in Oostburg. Het aantal bezoekers werd die dag op zevenhonderd geschat. Het bedrijf had materiaal voorbereidom nestkastjes te vervaardigen. Veel ouders en kinderen hebben van diemogelijkheid gebruikgemaakt en kunnen ervaren dat werken met de handen en het voelen van materialen een plezierige bezigheid is. Niet alleen voor de bezoekers waren de resultaten geslaagd; ook voor de vogels in de omgeving. Die hoeven niet meer lang te zoeken naar een geschikt nestonderkomen!

Monumentenwachter en molenaar Jeroen van Dijke met de groep leerlingen voor de Seismolen.

Presentaties van ROP Zeeland

Zeeuws Erfgoed 11 maart 2013/01 • MONUMENTEN

Page 12: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Ondanks de verbouwing van locatie Het Schuitvlot -in oktober 2012 opgestart - brachten de collega’s van Monumentenwacht Oost-Vlaanderen een bezoekaan hun Zeeuwse collega’s op 25 oktober.Monumentenwachters kunnen wel tegen ‘een beetjebouwstof ’.

Het werkbezoek, dat in het verleden regelmatig over en weer plaatsvond, heeft tot doel om op de werkvloeropgedane ervaringen en kennis uit te wisselen. BeideMonumentenwachten benutten deze dag om beurtelingsenkele speerpunten van de laatste ontwikkelingen aanelkaar te presenteren en met elkaar te bespreken.

Na een rondleiding door Het Schuitvlot ging de kennisuitwisseling van start. Vanuit de ZeeuwseMonumentenwacht kwam het digitale inspectierapport-sjabloon ‘Inspectio’, aangepast aan de NEN2767, aan bod. Voor de Oost-Vlaamse collega’s stond een demonstratie van nieuwe ladders op het programma. In de garage- en depotruimte ontspon zich bij de

demonstratieklimtoren met dak- en gevelhaken een discussie over ‘veilig werken op hoogte’ en de scholing diedaarvoor vereist is. Dit onderwerp kwam ook weer terugbij het bezoek aan de Middelburgse Seismolen. Daaropvolgde een presentatie over het inspecteren en onderhouden van funerair erfgoed; een voor Zeeland nogonontgonnen werkterrein. Ter afsluiting werd het huidigeseniorenbeleid van de SCEZ aangestipt.

Binnen het zeer drukke dagprogramma boden de lunchen de borrel nog ruimte voor het stellen van vragen en het opfrissen van persoonlijke contacten. Er zijn samenvervolgafspraken gemaakt voor een doorlopende kennis- en ervaringsuitwisseling. Een lopende mail-correspondentie over de verschillen in benadering van de Objectgerichte Risico Inventarisatie (ORIE) is daar eenvoorbeeld van.De uitwisseling was boeiend en ook een goede stimulansom het werk van de Monumentenwacht aan beide zijdenvan de landsgrens nog verder te verbeteren en waar mogelijk ook uit te bouwen.Uittesten van een van

de nieuwe ladders.

Uitwisseling met collega’s van Monumentenwacht Oost-Vlaanderen

Tijdens de inspecties van de Monumentenwachtkomen we regelmatig vochtproblemen tegen. Muren die vochtig aanvoelen en behang dat door zwarte schimmels is aangetast zijn vaak voorkomendeverschijnselen. Veelgehoorde verklaringen van de bewoners zelf zijn het optrekkende vocht of een mogelijke lekkage.

In de praktijk blijkt echter dat niet het vocht van buitenaf, maar van binnenuit de oorzaak is. Het meestevocht in een woning is nu eenmaal ‘leefvocht’ van bewoners, huisdieren, koken, wassen, drogen en douchen.Gemiddeld wordt zo’n tien tot vijftien liter water peretmaal in de vorm van waterdamp in de binnenluchtgebracht. Met een goede hygrometer kan de lucht-vochtigheid in een ruimte worden gemeten. Als regel geldt dat bij een kamertemperatuur van 20 graden Celsiusde relatieve luchtvochtigheid tussen de 50 en 60 procentmoet liggen.

De oplossing voor de meeste vochtproblemen is voldoende ventileren. In monumenten gebeurde dit vroeger automatisch door allerlei ongewenste kieren

en spleten. Door de hoge stookkosten van monument-eigenaren en de steeds maar stijgende energieprijzen hebben velen meegedaan met de ‘nationale kierenjacht’ en zijn zij met kitspuit en tochtband alle kieren en ongewenste openingen gaan dichten. Hierdoor werd ook de noodzakelijke (natuurlijke) ventilatie teniet gedaanmet alle nadelige gevolgen van dien. De lucht in dewoning wordt juist vochtiger, en vochtige lucht verwarmen kost nu eenmaal aanzienlijk meer energie dan droge lucht.

Als Monumentenwacht adviseren wij altijd regelmatig te ventileren, het liefst door twee tegenover elkaar liggende ramen of deuren te openen. Ter voorkoming van vochtproblemen is circa twintig minuten per dag op deze wijze ventileren vaak al voldoende. Naast een aangenaam, fris en gezond leefklimaat zorgt dagelijkseventilatie ook ervoor dat de stookkosten beheersbaar blijven.

Een monument wil ademen

Bezichtigen van de Seismolen. Luisteren naar presentaties.

Zeeuws Erfgoed 12 maart 2013/01 • MONUMENTEN

Page 13: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Zeeuws Erfgoed 13 maart 2013/01 • MONUMENTEN

Het huidige beleid van de Provincie Zeeland om de ‘Slag om de Schelde’meer nationale en internationale bekendheid te geven, sluit naadloos aan op de doelstellingen van de Stichting Bunkerbehoud. Een van de kernactiviteiten van de stichting is het behoud van militair erfgoed uitde vorige eeuw en het vergaren en overdragen van kennis over de militairerelicten, in relatie tot deze vaak vergeten Slag om de Schelde. De inundatie van Walcheren bijvoorbeeld vond plaats om de Duitse bunkers en bevoorrading uit te schakelen. Net als in Zeeuws-Vlaanderenwerd bij de geallieerde landingen in Vlissingen en Westkapelle om diebunkers hard gevochten. Tien jaar geleden diende de stichting een aanvraag in tot rijksbeschermingvan het Landfront Vlissingen, een voormalige Duitse verdedigingslinie aan de landzijde van Vlissingen, bestaande uit bunkers, een tankgracht en -muur en verschillende betonnen hindernissen. Ook werd een verzoekingediend bij het Stimuleringsfonds voor Architectuur in Rotterdam voor de uitvoering van een Belvedèrestudie. Dat laatste werd spoediggehonoreerd, maar de aanvullende ondersteuning voor de beschermingvan de Walcherse overheden verliep traag en de besluitvorming bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed nog trager. Eind 2012 werd dan de langverwachte rijksmonumentenstatus voor het Landfront verleend.Met de voltooide Belvedèrestudie Een verdedigingslinie in de aanval zijn er aantrekkelijke mogelijkheden om Landfront Vlissingen verder in te vullen met als motto ‘Behoud door ontwikkeling’.

Kenniscentrum, activiteitenOm de Slag om de Schelde meer bekendheid te geven verzorgt deStichting Bunkerbehoud, geheel op maat, Battle Field-tours op Walcheren.Nu al zijn actieve onderdelen van de Nederlandse Krijgsmacht (KMABreda, KIM Den Helder), buitenlandse militaire academies (VerenigdKoninkrijk, België en Noorwegen) en civiele belangstellenden vaste klanten. Zo heeft Defensie Nederland het verhaal van de Slag om deSchelde, naast de Slag om Arnhem en Flanders Fields, vast op de agenda

staan. Een tourprogramma omvat onder andere een bezoek aan het Landfront, het Bunkermuseum en voormalige dijkgaten met aanschouwelijk onderwijs op locatie.De stichting is ook kenniscentrum waar door overheden en particulierenvaak een beroep op wordt gedaan. Zo kon onlangs een bijdrage wordengeleverd aan de restauratie van Fort Rammekens, de dijkverhogingen langsde Oosterschelde en restauratieprojecten in de gemeente Sluis. Vanuit die kennis wordt door de stichting en haar vrijwilligers regelmatig gepubliceerd. De laatste jaren verschenen toonaangevende studies over de Duitse geheime seincodes Enigma, de strijd om de Westerschelde, de Hollandstelling aan de Zeeuws-Vlaamse grens en Duitse kleinegevechtsmiddelen als één- en tweemansduikbootjes.

De stichting is daarnaast deelnemer in het Europese 2 Seas Interreg IVa-project. Daarbinnen wordt onder andere het Middelburgse parkToorenvliedt, waar een nagenoeg compleet Duits Hoofdkwartier bunkercomplex bewaard is gebleven, opgewaardeerd. Als onderdeel van dit project wordt een communicatiebunker gerestaureerd en authentiek ingericht. In Vlissingen heeft de stichting een gerestaureerdeobservatiebunker in beheer. Dit is een van de toekomstige blikvangers in het te realiseren herdenkingsgebied van het historische Oranjebolwerk.In een tijd van vergaande bezuinigingen is het een voordeel dat de Stichting Bunkerbehoud met circa zestig actieve en deskundige vrijwilligers eigen inkomsten kan genereren en niet alleen maar afhankelijk is van subsidies. De afgelopen jaren is de stichting dan ook een professionele en betrouwbare partner gebleken voor overheden.Met 20.000 bezoekers aan de bunkers en de slagveldtours is zij eenbelangrijke spil in het verhaal van de Slag om de Schelde en een niet meer weg te denken toeristische voorziening in Zeeland.

Deel van de betonnen piramidale tankversperring in het Landfront Vlissingenbij Valkenisse op Walcheren (foto Cor Heijkoop).

20.000 bezoekers aan bunkers en slagveldtoursStichting Bunkerbehoud en de Slag om de Schelde

Page 14: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Op de omslag van de vorige Zeeuws Erfgoed (jaargang 11, december 2012)staat een detail van Villa Jufferschans in IJzendijke afgebeeld. Kort na het verschijnen van de nieuwsbrief kwam bij de SCEZ de melding binnen dathet bouwvallige pand uit 1913 inmiddels gesloopt is. Na ruim 35 jaar onbewoond aan de natuurelementen te hebben blootgestaan, is het doekvoor dit monumentwaardige herenhuis dan toch gevallen. Hierbij nog eenlaatste foto-impressie, uit maart 2008.

Villa Jufferschans gesloopt

Zeeuws Erfgoed 14 maart 2013/01 • MONUMENTEN

Page 15: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Musea

Zeeuws Erfgoed 15 maart 2013/01 • MUSEA

Het jaar 2012 heeft niet de verwachte toename van bezoekcijfers in de Zeeuwse musea opgeleverd, waar vooraf op gehoopt en ook welgerekend was. De grotere musea kenden vrijwel allemaal de nodigeterugval. Uitzondering hierop vormde het Zeeuws Museum met eenlichte winst, maar toch ook gering gezien het zeer uitgebreide jubileumprogramma in 2012.

Met een flinke stijging in het jaar 2010 was het streven van de gezamenlijke musea (Vereniging van Zeeuwse Musea) om in de jaren daarna 500.000 bezoekers te halen. Dit lukte zowel in 2011 als in 2012nog niet. Afgelopen jaar kende een vermindering van 8,5 procent tenopzichte van 2010 (6 procent t.o.v. 2011). Het totaal van de 41 geïnventariseerde musea kwam uit op 429.465 bezoekers. Aan inzet ontbrak het de Zeeuwse musea niet in 2012; er was afgelopen jaar eengevarieerd programma van seizoententoonstellingen. Zelf geven de museade kwakkelzomer en de recessie als oorzaak. Landelijk was in 2012 wel eentoename waarneembaar in het aantal museumbezoeken met eenMuseumkaart (12 procent t.o.v. 2010). Gemiddeld bezochtenMuseumkaarthouders in 2012 5,5 keer een museum.

Een landelijke trend die in 2012 goed uitpakte, was gastmuseum te zijn voor collecties uit andere musea (vaak musea die zelf afgelopen jaar gesloten waren). In Zeeland werd daar nog niet erg op ingespeeld. Vanaf 2013 kunnen musea ook actiever gaan inspelen op en deelnemenaan de Culturele Biografie van Zeeland (Zeeuwse Ankers). Door meerrelatie te leggen tussen de collectie en de regio, spelen musea meer in op de toeristische markt. En met regelmatige vernieuwingen van de vastepresentaties kunnen de musea rekenen op meer herhaalbezoek, eveneenseen landelijke trend.

Het jaar 2013 biedt de Zeeuwse musea nieuwe kansen. Het Watersnood-museum verwacht dat alle activiteiten rondom de zestigjarige herdenkingvan de Ramp van 1953 weer tot toename van het publiek zullen leiden.Een aantal musea gaat zich dit jaar ook nog meer op jeugd en jongerenrichten, zowel via het onderwijs als rechtstreeks met inzet van socialemedia. De Vereniging van Zeeuwse Musea maakt zich ook in 2013 weer sterk voor collectieve promotie voor het museumbezoek in Zeeland,via de Museumgids (vanaf het Museumweekend verkrijgbaar bij de musea,toeristische en culturele informatiepunten) en de websiteZeelandMuseumland.nl.

Jong publiek bij de opening van ‘Eenmaal, andermaal’ in het Zeeuws Museum in Middelburg (foto Anda van Riet).

Potentiele bezoekers voor Historisch Museum De Bevelanden in Goes (foto Eddy Westveer voor DNA-beeldbank op www.laatzeelandzien.nl).

Bezoekcijfers Zeeuwse musea blijven achter

Page 16: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Het nieuwe museum vertelt het verhaal van monumentenstad Zierikzee en zijn omgeving. De aantrekkingskracht schuilt vooral in de fraaie collectie en in het bijzondere gebouw. Het museum wil bezoekers informeren, maar vooral ook verrassen. De deuren staan open voor beleving, sfeer en informatie. De entree in de Vierschaar, het visitekaartjevan het museum, is samen met het museumcafé en de binnenplaats gratistoegankelijk. Publiek kan hier vrijblijvend een kijkje nemen in de imposante hal en de museumwinkel of informatie vinden bij de balie. De balie is het vertrekpunt voor het bezoek aan het museum, dat aantrekkelijk wil zijn voor inwoners, toeristen, scholen, impulsbezoekers en kenners. Gastvrijheid staat hoog in het vaandel.

Variatie in allesVerspreid door het museum staan interactieve opstellingen: om aan teraken en uit te proberen. Scholen kunnen terecht in een multifunctioneleruimte. Cultuurliefhebbers kunnen hun hart ophalen in de stijlkamers.Voor geïnteresseerden in maritieme en regionale geschiedenis is er degrote, nieuwe tentoonstellingszaal. In deze zaal zijn de topstukken uit het Stadhuismuseum en het Maritiem Museum herenigd. In drie grote klimaatvitrines staan hier de mooiste voorwerpen uit duizend jaar geschiedenis. Hier komen de drie thema’s bij elkaar: stad, water en land.

De collectieDe kern van de gemeentelijke collectie bestaat uit voorwerpen die ooitdoor het stadsbestuur van Zierikzee zijn verzameld; pronkstukken van zilver, schilderijen, scheepsmodellen die de bloeiperiode van de stad weerspiegelen. Er zitten ook voorwerpen tussen die tot de top van hetNederlands cultuurbezit worden gerekend. De Groenlandse kajak is zelfsin internationaal opzicht bijzonder als een van de oudste kajaks ter wereld.De museumcollectie is in de loop der jaren uitgebreid met objecten uit het ‘alledaagse’ verleden: persoonlijke, huishoudelijke en ambachtelijkevoorwerpen. Totaal gaat het om een kleine zevenduizend voorwerpen die afgelopen jaren zijn geconserveerd, schoongemaakt en behandeld.

Het eerste jaar van Stadhuismuseum ZierikzeeIn april vorig jaar opende het vernieuwde Stadhuismuseum Zierikzeezijn deuren. In 9 maanden tijd wisten bijna 20.000 mensen het museum te vinden. In het museum komen stad, water en landsamen. Het museumgebouw, het oude Stadhuis, is een symbool van de nauwe relaties tussen de stad, het platteland en de zee.

Het museumgebouw, het voormalige stadhuis uit 1550-1554, is het grootste en voornaamste voorwerp van de hele museumcollectie.

Tentoonstellingszaal met topstukken zoals de Groenlandse kajak; een van de oudste kajaks ter wereld.

Zeeuws Erfgoed 16 maart 2013/01 • MUSEA

Page 17: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Zeeuws Erfgoed 17 maart 2013/01 • MUSEA

Het gebouwHet museum heeft een fraaie wisselwerking met het gebouw. Het Stadhuisis namelijk het grootste en voornaamste voorwerp van de hele museum-collectie. Bij de modernisering zijn de monumentale waarden van hetStadhuis zoveel mogelijk gespaard. Oude functies van het gebouw zijn in De Waag en in De Vleeshal weer zichtbaar gemaakt door middel van‘sceneries’. In het oudste deel van het gebouw wordt de collectie getoonden het verhaal van het Stadhuis verteld. Een lift zorgt ervoor dat de verdiepingen nu ook toegankelijk zijn voor mindervaliden.

Nieuwe klimaatinstallatiesEen goed evenwicht tussen een monument (het gebouw) en het museum-klimaat is een uitdaging. Het museum kent klimaatzones, uiteenlopendvan een ‘strenge’ zone met weinig schommelingen tot een zone zonderenige vorm van bescherming. Bij de inrichting van de tentoonstellingwordt hiermee rekening gehouden. De meest kwetsbare voorwerpen zijnin de ‘strenge’ zones geplaatst. Het voordeel van dit systeem is dat ook collecties uit andere musea tentoongesteld kunnen worden. Een computergestuurd gebouwbeheerssysteem zorgt ervoor dat temperatuur en luchtvochtigheid in de strenge zone binnen nauwe marges blijft. De nieuwe tentoonstellingszaal is uitgerust met drie groteklimaatvitrines waarin een lichte overdruk heerst. Ook de elektrischeinstallaties zijn compleet vernieuwd, evenals het brandmeldsysteem.

Museum in QR-wandelingZierikzee is uniek met dit initiatief. Maar liefst vijftien locaties inZierikzee zijn voorzien van tegels in de straat met een QR-code. De wandeling gaat langs bijzondere, mooie en verrassende plekjes in deze historische stad. De gebruiker richt zijn smartphone op de QR-code(Quick Response ofwel ‘snelle reactie’). De code wordt door een QR-lezerin de smartphone omgezet, waarna via de bijbehorende website informatieof een filmpje wordt getoond en de gesproken tekst te beluisteren is.

De informatie gaat over het object waar de wandelaar voor staat. De QR-wandeling gaat langs vijftien bezienswaardigheden in Zierikzee,waaronder het Stadhuismuseum.

EducatieIn het Stadhuismuseum Zierikzee komen verschillende historische lijnensamen. Het museum organiseert jaarlijks een speciale ‘Zoektocht naarHistorische Personen’. De eerste zoektocht is gehouden tijdens deKinderopening van het Stadhuismuseum op 7 april 2012. De volgendezoektocht is op zaterdag 6 april 2013 in het Museumweekend. Kinderen(en hun ouders) zijn op die zaterdag van harte welkom in hetStadhuismuseum. Op die dag is de toegang vrij.

Kinderen zoeken naar historische personen in het museum en schrijven de antwoorden op.

In drie grote klimaatvitrines zijn de mooiste voorwerpen uit 1.000 jaar geschiedenis tentoongesteld.

Page 18: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Zeeuws Erfgoed 18 maart 2013/01 • MUSEA

In 2013 bieden maar liefst vier jaarthema’saanleiding voor bijzondere tentoonstellingenin Zeeland. 2013 is 60 jaar na deWatersnoodramp, 150 jaar na de afschaffingvan de slavernij, 200 jaar Koninkrijk derNederlanden en het Jaar van de Boerderij.Verschillende musea sluiten met hun activiteiten bij een van deze jaarthema’s aan.

Daarnaast organiseren de Zeeuwse musea in2013 nog veel meer verrassende tentoon-stellingen. Kijk voor het actuele overzicht opwebsite www.zeelandmuseumland.nl, of maakkennis met het museumaanbod tijdens ‘openhuis-dagen’. Een greep uit het museale activiteitenaanbod uit 2013:

6 en 7 april 2013: MuseumweekendThema: Doe een MuseumDe 32e editie van het Nationaal Museum-weekend is op 6 en 7 april. In het hele land zijn ruim 500 musea gratis of met kortingopengesteld. Het Museumweekend is een initiatief van de Nederlandse Museumverenigingen wordt mede mogelijk gemaakt door deBankGiro Loterij. www.museumweekend.nl

14 en 15 september 2013: Open MonumentendagThema: Macht & PrachtDe 27e landelijke Open Monumentendag vindtplaats in het weekend van 14 en 15 septemberen heeft als thema ‘Macht & Pracht’. Er is aandacht voor verschillende soorten macht (bijvoorbeeld politiek, economisch, rechterlijk,kerkelijk), en de pracht die daar in Nederlanduit voortkwam, en ons nog steeds omringt.Kastelen en paleizen, grachtenpanden en patriciershuizen, buitenplaatsen en land-

goederen, kerken en gebouwen van handel,rechtspraak en openbaar bestuur. Een grotediversiteit aan monumenten van ‘Macht &Pracht’ is op Open Monumentendag 2013 gratis toegankelijk. www.openmonumentendag.nl

Oktober 2013: MuseumNa|8Thema: Ontdek de Zeeuwse ZielDe 7e editie van de Zeeuwse Museumnachtheeft een nieuw concept. In 2013 vindt deMuseumnacht niet op één, maar op meerdereavonden plaats. Gedurende de hele maandoktober zijn er meerdere avondopenstellingen in verschillende musea verspreid over Zeeland.Hierdoor krijgen bezoekers de mogelijkheid om in oktober meerdere musea ’s avonds tebezoeken (‘museumhoppen’)!Tijdens deze speciale avondopenstellingen organiseren de musea voor jong en oud eensscala aan activiteiten rondom het thema‘Ontdek de Zeeuwse Ziel’. Tot middernacht zijn er tentoonstellingen, rondleidingen, verhalen, muziek, hapjes en drankjes. De MuseumNa|8 wordt georganiseerd door de SCEZ met medewerking van de Verenigingvan Zeeuwse Musea.www.zeelandmuseumland.nl

Oktober 2013: Maand van de GeschiedenisDe 10e editie van de landelijke Maand van deGeschiedenis is in oktober 2013. Een maandwaarin honderden musea, archieven en andereculturele instellingen speciale tentoonstellingenen activiteiten organiseren rond een wisselendthema. De Maand van de Geschiedenis wordtgeorganiseerd door het Nederlands Openlucht-museum.www.maandvandegeschiedenis.nl

26 oktober 2013: Nacht van de NachtDe 9e editie van de landelijke Nacht van de Nacht is op 26 oktober 2013; de laatstezaterdag in oktober als de klok een uur teruggaat. Op honderden plaatsen in Nederland(waaronder musea) worden activiteiten georganiseerd die de schoonheid van echte duisternis benadrukken; wandeltochten doordonkere natuurgebieden, sprookjesverhalen bijkaarslicht, huiskamerconcerten of sterrenkijken.Honderden (gewoonlijk verlichte) gebouwen,bruggen, torens en monumenten staan dezenacht geheel in het donker. De Nacht van deNacht wordt georganiseerd door Natuur- enMilieufederaties.www.nachtvandenacht.nl

Altijd wel een museum in de buurt …In Zeeland zijn naar verhouding veel musea. Er is altijd wel een museum in de buurt.Mocht dat museum nu net gesloten zijn wanneer u langskomt, dan bieden de Zeeuwsemusea u een unieke service. Op alle museum-

gevels is een bordje met QR-code aangebracht.Door deze te scannen met uw smartphone komt u op de mobiele website ZeelandMuseumland terecht. Hier vindt u snel eenmuseum in de buurt dat wel geopend is.

… of een collectie online te bekijkenMaak kennis met het boeiende culturele erfgoedvan Zeeland op het provinciale webportaalgeschiedeniszeeland.nl, het gezamenlijk initiatief van het Zeeuws Archief, de Zeeuwse Bibliotheek en de SCEZ.Geschiedeniszeeland.nl geeft u antwoord opallerlei vragen. Ga op zoek naar de collecties van een groot aantal Zeeuwse musea en laat u verrassen. De website leunt op drie pijlers:Thema’s en meer: maak kennis met het Zeeuwseverleden en bekijk onderwerpen uit de boeiendeZeeuwse geschiedenis. Verken de ZeeuwseCanon. Vertel uw verhaal of start een onderzoek. Lees over Zeeuwse Ankers en volg de wording van de Culturele Biografie van Zeeland.Zoeken in alle bronnen: doorzoek met één zoekopdracht alle Zeeuwse bronnen en in de hele website. Vind hier foto’s, boeken, museumobjecten, archiefstukken en krantenartikelen.Wegwijzer naar Zeeuwse organisaties: ontdek de verscheidenheid aan Zeeuwse organisatiesvoor erfgoed. Met agenda en praktische informatie over musea, archieven, bibliotheken,verenigingen voor heemkunde, streektalen,monumenten en streekdrachten.

Altijd wat te doen in de Zeeuwse musea

Page 19: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Zeeuws Erfgoed 19 maart 2013/01 • MUSEA

VOLKSCULTUURNIEUWS

Bij het Jaar van de Boerderij denkt menigeen vermoedelijk eerst aan materiële zaken: boerenwoningen, schuren en stallen, erven, boerentuinen en boomgaarden. Maar boerderijen zijn ook omgevendoor immaterieel erfgoed.

SpelletjesWerken op het land was zwaar werk. Het werd dan ook regelmatig onderbroken. In die pauzes deden de landarbeiders soms spelletjes. Zo werd bij het planten van de meekrapplanten een spel gespeeld waarbij de arbeiders hun plantstok zo ver mogelijk weg moesten gooien.De verliezer moest trakteren op een half pintje sterke drank. Spelletjeskonden ook ritme en snelheid bij het werk aangeven. Tijdens het kool-zaaddorsen sloegen de dorsers snel en hard met de vlegel om de vrouwendie op grote zeilen nieuwe struiken aandroegen, voor te blijven. Als datlukte, riepen ze “Brand! Brand! Het zeil staat in brand!” Dat was een aansporing voor de draagsters om nog sneller te werken.

Oogst- en slachtfeestenDe ‘meie’ markeerde het einde van de oogst. Een of twee aan elkaargebonden wilgentakken, versierd met bloemen en papieren kroontjes, werden bij de laatste wagenvoer in het dak van de schuur gestoken of - bij het koolzaad dorsen - een aantal malen rond de dorsvloer gedragen. De boer kreeg de meie dan aangeboden, samen met het laatste koolzaaden een versierde Goudse pijp. Natuurlijk werd er na het laatste voer ookfeestelijk gegeten en gedronken. De sukerkomme ging rond, gevuld metbrandewijn en zoute bolletjes, of de boer trakteerde op een ‘gewone’ borrel. De boerin had oogstkoeken, -wafels of reuzelbollen gebakken.

Soms ook konden de arbeiders zich tegoed doen aan koffie, krentenbrooden brood met ham en kaas. Op Walcheren was het op de avond na deslachtdag tijd voor de ‘vosse soppen’, een feestmaal waarin het vet enslachtafval van het varken de boventoon voerden.

Muziek en liedjesSoms huurden boeren voor het oogstfeest een speelman in. Die maaktemuziek waarop de arbeiders liedjes zongen en dansten. Liedjes warensowieso een vertrouwd onderdeel van het werk op en om de boerderij.Landarbeiders die in groepen op het land werkten, zongen om de eentonigheid van het werk te doorbreken, om werktempo en -ritme aan te geven of gewoon voor de gezelligheid. Zeker als dat in grote groepenwerd gedaan - soms waren op het land wel dertig of veertig mannen envrouwen tegelijk aan het werk - moet dat een bijzondere sfeer hebbengegeven.

Ambachtelijke vaardighedenHet boerenwerk zelf, of het nu ging om het met de hand planten, poten,wieden of dorsen, vereiste kracht, uithoudingsvermogen en speciale vaardigheden die van vader op zoon en van moeder op dochter werdendoorgegeven. Later nam het landbouwonderwijs dit deels over.

Voor de bouw van een boerenschuur en voor het maken van boeren-wagens en landbouwwerktuigen was het vakmanschap van ambachtsliedennodig. Het werk van de timmerman, rietdekker, wagenmaker, smid enschilder behoort tot de traditionele ambachtelijke vaardigheden die weevenzeer rekenen tot het immaterieel erfgoed.

Immaterieel erfgoed op en rond de boerderij

Het werk op en rond de boerderij, zoals hier het dorsen, was omgeven door traditionele gebruiken en vaardigheden(bron: Zeeuwse Bibliotheek/Beeldbank Zeeland).

Het krulbollen is in november 2012 als eerste Zeeuwse traditie geplaatstop de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Konden wij uin het vorige nummer van Zeeuws Erfgoed melden dat de Zeeuws-Vlaamsekrulbolverenigingen hiertoe gezamenlijk stappen ondernamen, inmiddels is de plaatsing een feit. Het krulbollen werd al in de middeleeuwen inZeeland beoefend. Nu is de volkssport nog populair in Zeeuws-Vlaanderenen het aangrenzende Vlaanderen. De Zeeuws-Vlaamse verenigingen werken aan de oprichting van de Nederlandse Krulbol Federatie om de

krulbolsport te ‘safeguarden’. Als het goed is, blijft de krulbolsport niet de enige Zeeuwse traditie op de nationale lijst.

Het is aan de Zeeuwse erfgoedverenigingen zelf om hun traditie voor te dragen. Wie dat overweegt, kan contact opnemen met het NederlandsCentrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed ([email protected]) of met Jeanine Dekker, adviseur volkscultuur ([email protected], 0118-670617).

Krulbollen op Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed

Page 20: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Zeeuws Erfgoed 20 maart 2013/01 • ARCHEOLOGIE

Zeeuwse grafschilderingen op internationaal congres

Catherine Williams, bachelor Roosevelt Academy, hieldafgelopen najaar een presentatie op een internationaalcongres, in vervolg op de scriptie die zij tijdens en na haar SCEZ-stage (2010-2012) schreef over aspecten van conservering van enkele laatmiddeleeuwse graf-schilderingen uit Zeeuwse vindplaatsen. Dit congres,‘Euromed 2012 International Conference on CulturalHeritage’, vond plaats van 29 oktober tot 3 november2012 in Lemesos op Cyprus en viel binnen de periode van het EU-voorzitterschap van Cyprus. Meer dan tweehonderd gepromoveerde specialisten uit alle wereld-delen namen eraan deel.In haar korte paper met de titel ‘Medieval Grave Frescoesin the southern Netherlands and Brugge’ keek zij voor dit onderwerp ook over de grenzen heen, juist ook omdatal enige tijd duidelijk is dat deze soort van decoratie vangrafkelders een specifieke regionale herkomst heeft inVlaanderen. Een van de oudst gedateerde schilderingentot nu toe is in 1992 opgegraven aan de Beekmanstraat in Aardenburg.

Williams vergeleek de door haar bestudeerde schilderingenuit Axel, Sluis en tot nog toe onbekende vindplaats(en) in de Abdijkelder te Middelburg met recent opgegravenen geconserveerde schilderingen uit de Sint-Salvatorkerkin Brugge. Daarbij benadrukte zij dat de Zeeuwse schilderingen, waarvan sommige in deplorabele staat verkeren, op dezelfde wijze onderzoek, analyse en conservering verdienen als de Brugse vondsten. In eenaantal gevallen zouden schilderingen voor behoud zelfs

naar een beter gecontroleerde omgeving overgebrachtmoeten worden. Een van haar aanbevelingen luidde danook dat de SCEZ en Raakvlak Brugge hierover met elkaarin gesprek gaan om deze unieke bronnen van specifiekregionaal erfgoed beter te behandelen en te bewaren.

C. Williams, ‘Medieval Grave Frescoes in the SouthernNetherlands and Brugge’, International Journal of Heritagein the Digital Era 1.1 (2012), 153-158; ziewww.cut.ac.cy/euromed2012proceedings/shortPapers/153.pdf

‘Opslag’ van een aantal lange wanden van beschilderde grafkelders in een ruimte bij de Abdijkelder in Middelburg,

bestudeerd in het onderzoek van C. Williams.

ArcheologieVondstmeldingen en

archeologisch spreekuur

Melding van archeologischevondsten dient te

geschieden bij de SCEZ.Het materiaal wordt

wanneer nodig geregistreerd en

gedocumenteerd, maarblijft altijd in het bezit van

de melder, tenzij deze het zelf wil afstaan. Uw melding vanvondst(en) of

waarneming(en) kan ookschriftelijk of telefonisch

geschieden bij:

SCEZPostbus 494330 AA

MiddelburgT 0118-670870

E [email protected]

Daarnaast houdt de SCEZop elke eerste dinsdag-

middag van de maand eenarcheologisch spreekuur. U kunt het spreekuur in

locatie

Looiersingel 2te Middelburg

bezoeken om voorwerpente laten determineren (geldwaarde wordt niet

getaxeerd), vondst-meldingen te doen,

of allerlei vragen op hetgebied van de Zeeuwse

archeologie voor te leggen.

De eerstvolgende archeologische spreekuren

vinden plaats op de dinsdagmiddagen

2 april, 7 mei en 4 juni2013

van 15.30 tot 16.30 uur.

Dank voor uw medewerking!

Archeologisch nieuws

Onderzoek glasvondsten Sluis voor masterscriptie

In januari werkte Meta Keemink drie à vierdagen per week op het Zeeuws ArcheologischDepot, in het kader van haar onderzoek naarglasvondsten uit Sluis. Zij is studente archeologie aan de Universiteit Leiden met als specialisatie historische archeologie. Haar masterscriptie behandelt onder meer de migratie van glasblazers vanuit Italië naarNederland. De hoofdvraag is of Zeeland (of het huidige Zeeuws-Vlaanderen) mogelijkeen bijzondere positie in het handelsnetwerkvan glas in de late middeleeuwen had.Deelvragen: welk laatmiddeleeuws glas is ergevonden in Sluis, andere steden in het huidigeZeeland en de Nederlanden? In hoeverre is ereen verschil tussen plaatsen die aan het waterliggen en plaatsen die niet aan het water liggen?Wat zijn mogelijke oorzaken voor de eventueleverschillen in het glasspectrum tussen de plaatsen?

Studente archeologie Meta Keemink tijdens haar onderzoek naar laatmiddeleeuwse

glasvondsten uit Sluis.

Page 21: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Zeeuws Erfgoed 21 maart 2013/01 • ARCHEOLOGIE

Lopende projectenProject Kastelenlexicon ZeelandLezing ‘Vijf W’s van de Zeeuwse bergjes’

Dinsdagavond 19 maart houdt Jan Kuipers (SCEZ) een lezing in het oude Raadhuis van Middelharnis (Raadhuisstraat 1). ‘Vijf W’s van de Zeeuwse bergjes’ behandelt het brede terrein van

de mottes of kasteelbergjes in Zeeland, ook bekend onder de traditionelenaam ‘vliedbergen’. Aan de orde komen onder andere aantallen, verspreiding, inrichting, functie en historische achtergrond. Verder behandelt Kuipers in vogelvlucht verouderde wetenschappelijketheorieën, folklore en ‘parahistorie’ in relatie tot de Zeeuwse ‘bergjes’. De lezing begint om 20.00 uur.

Project Probleemloos ToegankelijkWerkzaamheden afgerond

In de week voor kerst 2012 zijn de laatste werkzaamheden aan het projectProbleemloos Toegankelijk zoals gepland met succes afgerond. De laatstemaanden was het lastig werken omdat tegelijkertijd in het kantoorgedeeltevan Het Schuitvlot een grootschalige verbouwing werd uitgevoerd. Ayla Bouwmeester, Ina Dellebeke en Guus Besuijen, die voor het projectwaren ingehuurd, hebben de SCEZ-gelederen met ingang van 1 januari2013 verlaten. Door de vaste medewerkers en vrijwilligers is daarna nogeen aantal losse eindjes afgewerkt.

5 vaste medewerkers archeologie van de SCEZ, 4 projectmedewerkers, 3 maatschappelijke stagiaires, een studentstagiaire en 8 vrijwilligers hebbende afgelopen jaren gestaag en hard gewerkt aan 31 deelprojecten. Alles bij elkaar zijn er in het project meer dan 62.000 vondsten, dossiers,tekeningen, foto’s, dia’s en negatieven beschreven en geregistreerd in dedatabases van het Zeeuws Archeologisch Depot. Die zijn nu allemaal digitaal en analoog probleemloos toegankelijk. De afgelopen maanden zijn besteed aan de verantwoording en verslag-legging van het project. De verantwoording van het door de ProvincieZeeland gefinancierde project wordt in maart afgelegd. Daarna zal eenprojectverslag als boekje voor een breder publiek tijdens een symposiumworden gepresenteerd.

Na hun maatschappelijke stage bleven CSW-leerlingen Dieuwertje Roelse (l) en Deandra de Loof (r) als vrijwilliger werkzaam in het project Probleemloos Toegankelijk. Zij brachten soms ook hun

vriendin Leanne Gaalswijk (m) mee.

Project Romeins AardenburgNieuwe gegevens aan het licht gebracht

Ten tijde van samenstelling van deze Zeeuws Erfgoed wordt nog hardgewerkt aan de redactie van het wetenschappelijk rapport en het publieks-

boek. Tijdens de redactie blijken vele nieuwevragen op te komen, die soms een nieuwe analyse vergen en belangrijke nieuwe gegevensaan het licht brengen. Daardoor is het nood-zakelijk om stukken tekst geheel te herschrijven.Zo lijkt het kleine Gallo-Romeinse tempeltje in de versterkte nederzetting er minder monumentaal te hebben uitgezien dan altijd

gedacht. Het gebouwtje was hoogstwaarschijnlijk grotendeels uitgevoerdin hout-leembouw, gefundeerd op lage stenen funderingsmuren vanDoornikse kalksteen. De zuilen van de zuilenomgang (porticus) warenvrijwel zeker geen monumentale stenen zuilen, maar gewoon stevige houten palen, die in of op de stenen funderingsmuur waren geplaatst.Gebleken is ook dat Aardenburg niet langer de enige versterking is waareen dergelijk tempeltje in een fort werd gebouwd: inmiddels is ook eendergelijke tempel bekend uit het castellum Vindolanda (Hexham), aan de muur van Hadrianus.Daarnaast worden de contouren van de fasering van de bewonings- of gebruiksperioden van de Romeinse nederzetting Aardenburg steeds duidelijker. Het stenen hoofdgebouw van castellum Aardenburg bijvoorbeeld kan niet eerder zijn gebouwd dan het begin van de derdeeeuw en mogelijk zelfs nog later, terwijl tot nu toe was aangenomen dat het al was gebouwd circa 175-180, tegelijk met de aangenomen eerste aanleg van het fort.

Onderzijde van een bontzandstenen wijaltaar (zonder tekst!), gevonden bij de noordwesthoek van het Gallo-Romeinse tempeltje in het castellum

van Aardenburg.

Page 22: Zeeuws Erfgoed maart 2013

In het najaar van 2012 zijn drie grote fragmenten van natuurstenensarcofaagdeksels vanuit Historisch Museum De Bevelanden in Goesondergebracht in het Zeeuws Archeologisch Depot van de SCEZ.Deze bijzondere objecten zijn afkomstig uit het verdronken Zuid-Bevelandse dorp Westkerke (omgeving Oud-Sabbinge). Het zijn Romaanse zerken uit waarschijnlijk Doornikse ateliers, met kenmerkende decoratie van levensboom- en cirkelmotieven.

De in 1975 opgegraven objecten dateren uit het begin van de dertiendeeeuw. Ze zijn in 1978 overgebracht naar het toenmalige Museum voorZuid- en Noord-Beveland in Goes (nu Historisch Museum De Bevelanden). Daar werden de fragmenten buiten ondergebracht. Om diefstal te voorkomen kregen ze aan de onderzijde een verzwaring van beton. Eerst boorde men aan de onderkant een gat in de steen, waarin een stalen pen werd geschroefd. Vervolgens goot men beton in een gegraven gat, waarin de stenen met pen werden verankerd. Deze behandeling veroorzaakte problemen bij de recente verplaatsing; het kostte bovendien veel moeite om beton en pen te verwijderen zonderde stenen nog meer te beschadigen. Na verdere schoonmaak zijn de fragmenten opgeslagen in het Zeeuws Archeologisch Depot (inv.nr. 1756-6/7 en 1756-8).Ook het ruim dertigjarig verblijf buiten, in alle weersomstandigheden,heeft de kwaliteit van de stenen uiteraard nadelig beïnvloed. Doordat het reliëf van de decoraties inmiddels zo vervlakt was, kon er gelukkig welsteeds minder water op en tussen de motieven achterblijven. Dit voor-kwam vorstschade, waarvan stenen met een dieper reliëf vaak last hebben.

De drie fragmenten behoorden tot twee, maar mogelijk drie zerken of sarcofaagdeksels. Hoewel de motieven van twee van de drie exemplarenovereenkomen (dubbele cirkels), bleek na het aaneenpassen van deze tweetrapeziumvormige fragmenten dat er een wel erg lang geheel zou ontstaan:2,80 meter, bij een gebruikelijke lengte van ongeveer 2,25 meter. Naast verschillen in motief zijn de zijkanten van inv. nr. 1756-7 en 1756-8 gepolijst, in tegenstelling tot 1756-6 dat ruw gekapt is gelaten.

WestkerkeDe vondst van de zerken geschiedde door landbouwer G. de Jager in1975. Bij werkzaamheden op het land trof hij bakstenen funderingen aan en delen van versierde stenen platen. Dat het hier om het verdronkenWestkerke ging was meteen duidelijk: De Jagers boerderij heette niet voor niets het hof Westkerke. Schoolmeester en historisch publicist J. van der Baan schreef al in 1866 dat in de huidige “Westerlandsche polder, bij de hofstede benoorden het haventje de Kulk” een stuk grondlag waar men overal oude fundamenten en ook doodkisten had aangetroffen.Westkerke was een van de dorpen die in Zeeland ontstonden tijdens de ‘massale’ parochiestichtingen tussen ongeveer 1150 en 1250.Westkerke, Sabbinge en Oostkerke (hersticht als Wolphaartsdijk) vormden het eiland Wolphaartsdijk, welke naam al in 1147 wordt vermeld. In 1331 werden werken uitgevoerd aan een hoofd te Muiden (bij De Piet), aan de sluisdijk van Westkerke en aan de dijk van een zekereSchottenpolder. Hieruit blijkt dat er omtrent 1330 een behoorlijke vloedmoet zijn geweest, die echter in geen enkele kroniek is vermeld. Een fatalevloed in november 1377 markeerde het einde voor Westkerke én voor hetkasteel van Muiden. Herdijking vond plaats in de Westerlandpolder(1665) en Westkerkepolder (1698).

Na de melding van de heer De Jager in 1975 vaardigde de Rijksdienstvoor het Oudheidkundig Bodemonderzoek L.J. Abelmann en B. Oele af;de eerste was gemeentearchivaris en museumdirecteur in Goes, de tweedeassistent van de provinciaal archeoloog. Ze legden funderingsresten van de kerk, zerken, sarcofaagdelen en begravingsresten bloot. De bakstenen funderingen bevonden zich op 40 tot 60 centimeter onder het maaiveld.Dat het bij de Westkerkse stenen niet om ‘gewone’ grafplaten maar omsarcofaagdeksels gaat, bleek uit de vondst van enkele bewerkte zijgedeeltenvan sarcofagen uit rode (Wezer) zandsteen. De deksels en sarcofaag-fragmenten behoorden waarschijnlijk bij de oudste kerk van Westkerke,die nog van hout was. Na 1250 is deze vervangen door een bakstenengebouw. Stukken van de stenen sarcofagen zijn toen gebruikt ter

Romaanse zerken uit het verdronken Westkerke

Vondst voor het voetlicht

Zeeuws Erfgoed 22 maart 2013/01 • ARCHEOLOGIE

Dekselfragment van een sarcofaag uit Westkerke, met bovenzijde van de levensboomversiering.

Page 23: Zeeuws Erfgoed maart 2013

versteviging van de funderingen van de nieuwe kerk, zo bleek uit dearcheologische waarnemingen. Een merkwaardig verschijnsel, dat echterniet uniek is. Toen men de bakstenen kerk van Westkerke bouwde, moetmen al niet meer hebben geweten wie in welke sarcofaag ooit ter ruste wasgelegd; dit type grafplaten draagt nooit de naam of andere identiteits-kenmerken van de overledene. De in 1975 eveneens aangetroffen begravingsresten hielden verband met een jongere fase. Het is echter duidelijk dat zij die eens in de sarcofagen rustten, aanzienlijke personenwaren. Mogelijk betreft het geestelijken en/of de oudste heren vanWestkerke.

SymboliekDe Westkerkse stenen vertonen een typologie, waarvan in Europa eenzestigtal voorbeelden bekend zijn. Deze grafstenen zijn in ‘massaproductie’te Doornik (in de huidige Belgische provincie Henegouwen) uitDoornikse kalksteen vervaardigd en daarna uitgevoerd omdat ze erg in trek waren. De Westkerkse objecten zijn tot dusver beschouwd als de meest noordelijke voorbeelden van het decoratietype met levensboomof cirkelmotief; het verspreidingsgebied van grafstenen van Doorniksekalksteen reikt echter tot in Scandinavië. Een bekend voorbeeld van een intacte grafplaat met ‘Doorniks’ levensboommotief is het ‘graf van Sint-Guido’ in de crypte van de Sint-Guidokerk te Anderlecht (B). Sint-Guido is een in 1112 heilig-verklaarde Anderlechtse pelgrim naar het Heilige Land, wiens biografiedoorspekt is van mirakelen. Het ‘graf van Sint-Guido’ is een secundairgebruikte, trapeziumvormige grafsteen met levensboommotief die rust op gemetselde sokkels. Er was een religieuze praktijk mee verbonden: pelgrims kropen onder de steen door met daarop de schrijn van Sint-Guido, zodat zij als het ware fysiek door hem werden beschermd.

Het trapeziumvormig model van de Doornikse zerken zou zijn afgeleidvan Frankische sarcofagen; deze basisvorm bleef voor doodskisten gehandhaafd tot vandaag de dag. De origine van het levensboommotief isvrijwel niet te traceren. De boom als kosmisch symbool vinden we ondermeer terug in Indië, Mesopotamië en Scandinavië. De levensboom alsteken van wedergeboorte is hiervan een eveneens wijd verbreide variant;de meiboom in de moderne Europese folklore is dáárvan weer een nakomeling. Er is zelfs een typologische relatie aan te wijzen met de seculiere vrijheidsboom van de Amerikaanse en Franse Revolutie en onze eigen, in 1795 gestichte Bataafse Republiek. In de bijbel komt de levensboom meermalen voor. God plantte hem samen met de boomvan de kennis van goed en kwaad in de Hof van Eden; na de verbanningvan Adam en Eva uit het paradijs gold Christus als de nieuwe levensboom.

Het motief van de (dubbele) cirkel is veel minder frequent onder deDoornikse zerken; we zien de cirkels verbonden en als afgeleide van het levensboommotief afgebeeld, maar ook los van elkaar.

Jan Kuipers, documentalist archeologie, Henk Hendrikse, depotbeheerderMet dank aan Koen van Rooijen, conservator Historisch Museum De Bevelanden, Goes

LiteratuurJean-Claude Ghislain, ‘Dalles funéraires romanes tournaisiennes en Belgique’, Art & Fact 2, 1985, 53-71.Jan J.B. Kuipers, ‘Sarcofagen uit Westkerke’, Nehalennia afl. 139, 2003, 26-27(rubriek Verdwenen Zeeuwse Gebouwen).

Voorbeelden van grafplaten met levensboommotief uit Doornik (A), Leuven (B), Gent (C) en Brugge (D) (naar Ghislain 1985).

Zeeuws Erfgoed 23 maart 2013/01 • ARCHEOLOGIE

Dekselfragment van een sarcofaag uit Westkerke, met het motief van de dubbele cirkels.

‘De val van de mens’ in de Hof van Eden, met op de voorgrond de boom van kennis van goed

en kwaad en daarachter de levensboom; schilderij van Lucas Cranach de Oudere (1472-1553).

Page 24: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Erfgoededucatie19 november 2012 organiseerde de SCEZ de cursus ‘Visie op educatie binnen het museumbeleidsplan’. De cursus zou anderhalf jaar geleden door ErfgoedNederland uitgevoerd zijn, ware het niet dat direct nade aankondiging ervan het doek viel voor dit landelijkinstituut voor het erfgoed.

Ellen Snoep, die als projectleider erfgoededucatie de cursus vanuit Erfgoed Nederland zou ontwikkelen, heeftop verzoek van de SCEZ de cursus voor de Zeeuwsemusea samengesteld en gegeven. Veertien deelnemersblokten op 19 november een hele ochtend op de diversetheorieën over educatie in het museum, om vervolgens in de middag een en ander toe te passen op de eigenmuseumsituatie. Gastdocente Gundy van Dijk, senioreducatiemedewerker van het Tropenmuseum inAmsterdam, schetste de huidige praktijk van educatie binnen het museum. De aanpak van het Tropenmuseumom rondleidingen met kinderen langs een beperkt aantalvoorwerpen te houden, deze langdurig te bekijken en tebespreken tijdens meerdere vragenrondes, levert een intense ervaring op. De Zeeuwse musea vonden het opvallend dat ook het Tropenmuseum de scholen actiefbenadert om leerlingen naar het museum te krijgen.

Wat is er nodig voor een visie op educatie? Een visiedocument is bedoeld om af en toe te raadplegenom te bekijken of de juiste koers nog steeds gevarenwordt. Het moet een bondig document zijn dat inspireerten enthousiasmeert. De visie moet door de medewerkersvan de instelling gedragen worden. De missie van de instelling moet vertaald worden naar de educatieve visie. Er moet hiervoor kennis zijn van hetonderwijs en van de recente ontwikkelingen in cultuur-educatiebeleid. Theorieën over educatie in het museumzorgen voor een theoretische onderbouwing van de visie.Vervolgens is het een uitdaging om een onderscheidendeducatief aanbod samen te stellen.

Cultuureducatie met KwaliteitHet bijscholen van educatief medewerkers in musea pasthelemaal in de doelstellingen van de nieuwe regelingCultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016 voor het primair onderwijs. De regeling (uitgevoerd door hetFonds voor Cultuurparticipatie) is ontwikkeld om de kwaliteit van cultuureducatie te verbeteren. Een landelijk samenhangende aanpak moet ervoor zorgendat kwalitatief goede cultuureducatie een vaste plaatskrijgt binnen het onderwijs en bij de culturele instellingen. De regeling is gericht op het behalen van de kerndoelen en het werken in een doorgaande leerlijn.Ook worden leerkrachten gestimuleerd zich te bekwamenop het gebied van cultuureducatie en moeten cultureleinstellingen hun aanbod meer afstemmen op de kern-doelen.

Wie betaalt het? De regeling is een matchingsregeling. Dat wil zeggen dathet Fonds voor Cultuurparticipatie maximaal de helft van de begrote kosten subsidieert. De andere helft komt van andere partijen, met namegemeenten en provincies. Ook Zeeland heeft een aanvraaglopen bij dit fonds, waarmee toekomstige projecten enactiviteiten ontwikkeld kunnen gaan worden. Meer informatie over de regeling is te vinden op de website van de SCEZ onder Erfgoededucatie.

Vervolgcursussen in de planningIn april wordt er voor de Zeeuwse musea een vervolg opde cursus ‘Visie op educatie binnen het museum-beleidsplan’ georganiseerd. Het Zeeuws Museum geeft dan een presentatie over de doorgaande leerlijn educatiein het museum.Alleen voor erfgoedhuizen/provinciale steuninstellingen isdoor EDU-ART uit Arnhem een ‘train de trainer’-cursus ‘Van rondleiden naar begeleiden, schoolgroepen in hetmuseum’ georganiseerd op vrijdag 1 februari 2013. Adviseur erfgoededucatie Josien Pootjes heeft deze cursusgevolgd. De SCEZ bezit hierdoor voor Zeeland een licentie voor het vervolgens zelf organiseren van de cursusvoor de Zeeuwse musea. De cursus ‘rondleiden’ staat voorvolgend jaar ingepland.

Terugblik op cursus ‘Visie op educatie’Deskundigheidsbevordering van museumeducatie

Zeeuws Erfgoed 24 maart 2013/01 • ERFGOEDEDUCATIE

Page 25: Zeeuws Erfgoed maart 2013

De SCEZ organiseert in samenwerking met CSW Van de Perre en het Zeeuws Museum jaarlijks een programma voor de gymnasiumklassen. De leerlingen van de tweede klas gymnasium waren 17 en 18 januarieen hele dag aan de slag in het Zeeuws Museum. Het thema was archeologie, Latijnse teksten en mythischefiguren op de wandtapijten. Adviseur archeologie Robert van Dierendonck vertelde in zijn presentatie over de tijd voor en tijdens de Romeinen in Zeeland. In een workshop leerden de leerlingen hoe je een presentatie in elkaar zet; hoe je een spannende interactiemet je publiek bereikt en wat te doen met vragen waar je eigenlijk geen antwoord op weet. ’s Middags werden erdoor leerlingen gratis rondleidingen aan publiek gegevenen battelden zij in groepjes om de beste presentatie tehouden. Door middel van onder andere twitterberichtenwerden ouders, maar ook ander geïnteresseerd publiekhiervoor uitgenodigd. Het publiek mocht als jury de presentaties beoordelen. De entree van het ZeeuwsMuseum was voor deze gelegenheid gratis! Het best presterende groepje leerlingen won uiteindelijkeen mooi aandenken aan deze leerzame dag.

Leerlingen van het winnende team met hun prijs.

De winnende leerlingen wisten tijdens hun rondleidinghet publiek goed bij hun verhaal te betrekken. Zo werdmet heldere, duidelijke stem en op humoristische wijze de aandacht vastgehouden bij het wandtapijt met hetZeeuwse wapen Luctor et Emergo. Leerling Harmen weeshierbij op de twee vertalingen: ‘ik worstel en kom boven’,over de strijd tegen de Spanjaarden en ‘ik worstel moedigen ontzwem’, over de strijd tegen het water, zoals in hetZeeuwse volkslied.

Leerlingen battelen 17-18 januari voor beste rondleidingGymnasiumdagen CSW, SCEZ en Zeeuws Museum rond archeologie

Zeeuws Erfgoed 25

foto’s Juul Roijackers

Page 26: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Streektalen

Zeeuws Erfgoed 26 maart 2013/01 • STREEKTALEN

14 juni 2013

UutgesprokenZ e e u w s

Vorig jaar besliste De Zeeuwse Taele niet enkelaandacht te besteden aan de

gezongen vorm van hetZeeuws. Zeeland heeft immers

ook een rijke traditie wat vertellers betreft, al dan nietverenigd in vertelgroepen.

Om mensen die niet kunnen of willen zingen ook de kans tegeven hun dialect te gebruiken,is beslist om in de oneven jaren

een vertelwedstrijd te organiseren.

Vanaf februari tot 1 mei kaniedereen een verhaal opsturendat hij of zij op de finaleavondwil komen vertellen. Verhalen

van ongeveer tweeduizendwoorden (vertelduur ongeveer

tien minuten) kunnen tot 1 mei via de mail

ingestuurd worden naar [email protected]

of per post naar SCEZ,

In ’t Zeêuws, postbus 49,

4330 AA Middelburg.

De tien genomineerde verhalen zullen ook digitaal

beschikbaar worden gesteld opdiverse websites of op cd-rom.

Een jury selecteert uit alle inzendingen de tien

verhalen die op de wedstrijd-avond op 14 juni 2013 zullen

worden verteld.De wedstrijdavond vindt plaats

op het eiland Tholen.Er zijn drie geldprijzen

beschikbaar: 250, 150 en 100 euro.

Deze wedstrijd is net zoals Zing Zeeuws mogelijk gemaakt

door financiële steun van de Provincie Zeeland en het Delta Zeeland Fonds.

16 november lijkt al weer ver weg, maar in de vorigeZeeuws Erfgoed kon u nog niet lezen wie de winnaar was van dit tweejaarlijkse evenement. Ondertussen hebt u in de pers wellicht al gehoord of gelezen dat de winnaarvoor de tweede keer Ries de Vuyst werd met het prachtigenummer Deuhroeisteên. De avond in een vol Porgy enBess in Terneuzen vloog voorbij. Veertien nummers volgden elkaar in snel tempo op en de sfeer zat er goed in.Tonny Dieleman zorgde voor een goede opvolging van de verschillende nummers. Ellen Shae bracht een eigennummer en zong de tekst van Johnny Contant die dooromstandigheden had moeten afhaken. Ook twee niet-Zeeuwen waagden zich dit jaar aan Zing Zeeuws.Ram-On probeerde het Wasschappelse dialect onder deknie te krijgen en Sven van Rijswijk zong over de Zeeuwsetaal met haar typische kenmerken voor niet-Zeeuwen.Oude (de Deurdouwers, Stikhewoon, Ries de Vuyst) enminder oude (Blauw, Krapuul, Pier en Co) rotten in hetvak, maar ook nieuwkomers zoals Jilles (zie verderop bij MonuMENTaal) brachten prachtige nummers. Jan Lauret schreef een tekst en liet die uitvoeren door Knock on Wood. De vier dames zorgden voor een kippenvelmoment bij vele toehoorders. De tekst van Rens IJzelenberg werd uitgevoerd door Krapuul.

De winnaar kiezen was een moeilijke beslissing voor de jury. Er was helaas slechts één prijs beschikbaar. Uiteindelijk liep Ries de Vuyst net als vorig jaar weg met de hoofdprijs. We vragen ons nu al af wie hem over twee jaar buitenspel zet. Of misschien krijgt hij dan wel een plaats in de jury!

Het is de bedoeling in 2014 een nieuwe Zing Zeeuws teorganiseren. Als het kan, gaan we dan in het noordelijkedeel van Zeeland de finalewedstrijdavond organiseren.Wie zin heeft om mee te helpen aan de voorbereiding van dit evenement, kan zich altijd melden bij de adviseurstreektalen, Veronique De Tier ([email protected]).Een mooi sfeerbeeld van Zing Zeeuws 2012 vindt u op de website van Omroep Zeeland, waar een filmpje van de avond te zien is. Via www.scez.nl/zingzeeuws2012 komtu op de juiste pagina terecht. Omroep Zeeland bracht inde week voor het evenement elke ochtend een radio-interview met een deelnemer of iemand van de organisatieen op maandag kwam het evenement uitgebreid op tv aanbod in ‘Editie 2012’. Het evenement werd mogelijkgemaakt door de Provincie Zeeland en het Delta ZeelandFonds.

De vierde editie van Zing Zeeuws werd een zeer gezelligeavond in Porgy en Bess in Terneuzen.

In ’t Zeêuws: Zing Zeeuws

Ries de Vuyst, voor de tweede keer winnaar van Zing Zeeuws.

Knock on Wood bracht een tekst van Jan Lauret. De jury gaf hen een eervolle vermelding.

Krapuul stond twee keer op het podium, met een eigen nummer en met de tekst van Rens IJzelenberg.

Ook Ellen Shae kreeg van de jury een eervolle vermelding(foto’s Joop van den Bremen).

Page 27: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Vrijwilligerswerking

In 2013 wil de SCEZ in samenwerking met diverse streektaalorganisaties,zoals De Zeeuwse Taele en de Zeeuwse Dialect Vereniging, de vrijwilligerswerking rond streektaal verder uitbouwen. Zoals u de vorigemaanden al kon lezen in Zeeuws Erfgoed houden enkele vrijwilligers zichnu intensief bezig met de digitalisering van de Zeeuwse woordenboeken.Dat gaat in een redelijk tempo vooruit. Op dit ogenblik is er al een demo-werkversie te zien op www.zeeuwsewoordenbank.nl. In 2013 willen we ook inzetten op streektaal in de zorg. In het kader

daarvan kan met een subsidie die De Zeeuwse Taele heeft verworven bij het Fonds voor Cultuurparticipatie opnameapparatuur aangekocht worden om dialectopnames te maken bij goede dialectsprekers. We zoeken dus vrijwilligers die in 2013 willen meewerken aan dit project,waarbij aan de hand van voorwerpen, verhalen en oude foto’s leuke ofminder leuke verhalen kunnen worden opgetekend van oudere dialect-sprekers. In Zeeuws-Vlaanderen kunnen ook nog gerichte dialectvragen-lijsten worden opgevraagd in het kader van het Woordenboek van deVlaamse dialecten (zie ook verderop). Als een van deze onderwerpen uinteresseert, stuur dan een mail of brief naar de adviseur streektalen.

Woordenboek van de Vlaamse Dialecten gered

De Vlaamse overheid en de Nederlandse Taalunie investeren samen800.000 euro in dialectonderzoek aan de Universiteit Gent. Daarmee kanhet bedreigde Woordenboek van de Vlaamse dialecten (WVD) toch wordenafgewerkt en gedigitaliseerd. Ook de Provincie Oost-Vlaanderen en deProvincie Zeeland doen hun duit in het zakje om dit project te kunnenvoltooien. Het WVD behandelt immers ook het Zeeuws-Vlaamse dialect. De Zeeuws-Vlaamse informanten komen enkele keren per jaar samenonder de bezielende leiding van Rinus Willemsen. Het is de bedoeling omop termijn de drie grote regionale woordenboeken aan elkaar te koppelenen daarbij ook de gegevens van het Woordenboek der Zeeuwse dialecten

(WZD) toe te voegen. Het laatste is in tegenstelling tot de andere driealfabetisch. De drie grote regionale woordenboeken werken per thema. Omdat het Zeeuwse woordenboek ook plaatsinformatie geeft, is het welmogelijk om ook het WZD en het supplement te gebruiken bij het tekenen van overzichtskaarten van het zuidelijk-Nederlandse taalgebied. Een mooi voorbeeld is de kaart van de schommel, waarbij de gegevens van alle zuidelijke provincies op een kaart werden gevisualiseerd. Na hetafwerken van het Woordenboek van de Vlaamse dialecten zal het mogelijk zijn om dergelijke taalkaarten te maken op basis van het jarenlange wetenschappelijke werk dat door vele mensen is verricht met de hulp vanvele vrijwilligers. Bent u Zeeuws-Vlaming en wilt u meehelpen aan ditproject door uw dialect of dat van uw dorpsgenoten vast te leggen op eenvragenlijst, neem dan contact op met [email protected].

Vragenlijsten op internet

Naar het voorbeeld van Groningen en Drenthe hopen we in het najaarook in Zeeland vragenlijsten via digitale weg aan te bieden en op dezemanier informatie te verzamelen. Wilt u al zien hoe dat in zijn werk gaat,kijk dan eens op de site van de Rijksuniversiteit Groningen: www.rug.nl/ research/groningertaalencultuur/vraog-en-antwoord.

Nederlandse Dialectendag 2013

De Nederlandse Dialectendag vindt dit jaar plaats in Belgisch-Limburg op 28 september (en niet in maart zoals dat vroeger het geval was). Het thema is dit jaar ‘streektaal en digitalisering’. Plaats van gebeuren is Hasselt. Meer nieuws hierover in het volgende nummer van Zeeuws Erfgoed.

Streektaal Varia

Gezocht:

Voor een filmopname zoeken we niet-Zeeuwen die in Zeeland wonen en hun oorspronkelijke dialect nog goed spreken. Bent u een Fries, een Drent, een Groninger, een Limburger, komt u uit Leiden of Den Haag enzovoort en kunt u zich enkele uren vrijmaken voor hetinspreken van een vijftiental zinnetjes in uw eigen oorspronkelijke dialect,geef dan uw naam en telefoonnummer door aan de adviseur streektalen

([email protected]). De opnames staan gepland voor eind maart of beginapril. De adviseur zal u ook meer informatie geven over de eisen diegesteld worden.Bent u een echte Zeeuw en wilt u ook meedoen? Ook voor Zeeuwen voorzien we een opname waarbij een dertigtal woorden in het dialect moeten worden uitgesproken. U kunt zich ook hiervoor kandidaat stellen.We zoeken een spreker voor elk van de dialectregio’s. Ook u kunt zich aanmelden bij de adviseur, Veronique De Tier.

Page 28: Zeeuws Erfgoed maart 2013

ErfgoedAllerleiPUBLICATIESSCEZ kan geen aanvullende informatie verstrekken over de verkoop van verschenen publicaties.

• Boeken en eenmalige uitgaven

C. van den Bovenkamp, Uitgebeeldverleden van Aagtekerke (Waarde: Vanden Bovenkamp, 2012) 108 pag.; ill.,foto’s, grav.; ISBN 978-90-70697-32-7.Foto- en prentbriefkaartenboek vanAagtekerke in de twintigste eeuw. De vele illustraties zijn rijkelijk voorzien van uitleg en verhalen.

J.R. Bruijn, e.a., Zeeuwse zeehelden uit de zestiende en zeventiende eeuw(Vlissingen: Den Boer/de Ruiter,2012), 160 pag.; ill., foto’s, krt., tek.,grav.; ISBN 978-90-79875-39-9. Vijf maritieme (waarvan vier Zeeuwse)historici (Jaap Bruijn, Johan Francke,Tobias van Gent, Ruud Paesie enDoeke Roos) geven een biografie vanacht Zeeuwse admiralen en een tientalminder bekende Zeeuwse kapiteins envlootvoogden die op de Zeeuwse,Europese en Atlantische wateren strijdleverden tegen de vijanden van deZeven Verenigde Provinciën, waarinonder meer de slag op het Slaak, dezeeslagen bij Duins, Beachy Head,Kaap la Hogue, Sluis, Chatham enKijkduin de revue passeren. Het geheelis chronologisch opgezet en voorzienvan vele fraaie afbeeldingen (van onderandere Jan de Quelerie) van zeeslagenen portretten van de besproken zeehelden. Met bronnen- en literatuur-lijst, glossarium van gebeurtenissen en historische zaken, en register vanscheepsnamen.

Paul Brusse en Peter Henderikx(red.), Geschiedenis van Zeeland. Deel 1.Prehistorie-1550 (Zwolle: WBooks,2012) 388 pag.; ill., foto’s, krt., tek.;ISBN 978-90-400-0752-1. Na‘Zeeland door de eeuwen heen’ (tweedelen, 1935-1959) door Van Empel enPieters, een nieuw standaardwerk overde Zeeuwse geschiedenis. Aandachtvoor de onderwerpen land en water,demografische en sociale, economische,politieke en institutionele, culturele enreligieuze geschiedenis. Eerdere publi-caties gingen vooral in op politieke enmilitaire geschiedenis. De onderwerpenzijn weer onderverdeeld in een matrixdie voor alle delen geldt en waaringekeken wordt naar natuur en de mens,beeld en zelfbeeld, stad en platteland,centrum en periferie, arm en rijk enopen- en geslotenheid. In deel 1 zijnhiervoor vier ijkpunten opgenomen.Het boek is voorzien van vele mooie,unieke illustraties. Bevat uitgebreideinleiding, eindnoten, bronnen-

en literatuurlijst en index op plaats- enpersoonsnamen.

Paul Brusse en Wijnand Mijnhardt(red.), Geschiedenis van Zeeland. Deel 2.1550-1700 (Zwolle: WBooks, 2012)340 pag.; ill., foto’s, krt., tek.; ISBN978-90-400-0753-8. Tweede deel vanhet nieuw te vormen standaardwerkover de provinciale geschiedenis in denieuwe tijd. De matrix komt in dit deeltot zijn recht in de hoofdstukken Landen water, Economie, Bevolking ensociale verhoudingen, Politieke verhou-dingen, Religie en cultuur en IJkpunt1700. Het geheel is voorzien van velekleurenillustraties die in veel gevallennog niet eerder in dit verband te zienwaren. Bevat notenapparaat, geraad-pleegde bronnen en literatuur, index opaardrijkskundige namen en persoonsna-men en colofon.

Willem van Dam, Jan Jansen en Ben Seelt, Er zit geen brood meer in.Zeeuwse zaakjes die er bijna niet meerzijn (Goes: Paard van Troje, 2012) 96pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-71937-12-5. Bevat bijdragen over allerleiambachten en winkels die inmiddelsgeheel verdwenen zijn of dreigen te verdwijnen van het Zeeuwse platteland.

C.L. van Dijke, De visserij vanArnemuiden. De schepen en hun bemanning (Arnemuiden: C.L. vanDijke, 2012) 340 pag.; ill., foto’s, tek.;ISBN 978-90-9027257-3. Op 3december 2012 werd op de HistorischeScheepswerf C.A. Meerman inArnemuiden ‘De visserij vanArnemuiden’ gepresenteerd. Het boekgeeft een vrijwel compleet beeld vanhet wel en wee van de Arnemuider vissersgemeenschap gedurende de laatste honderd jaar. In 340 pagina’skomen naast de honderden schepen enhun bemanning ook onderwerpen aan bod als visserijmethoden, scheepstypen en -motoren, vissoorten en visgronden.

Ook de persoonlijke ervaringen vanvissers en hun familie staan erin.Daarbij is het volledig in kleur uitgevoerde boek rijk voorzien van aansprekend beeldmateriaal. De publicatie is te bestellen bij deauteur, via 0118-603161 [email protected].

Roelof van Gelder, Naar het aardsparadijs. Het rusteloze leven van JacobRoggeveen, ontdekker van Paaseiland(1659-1729) (Amsterdam: Balans,2012) 395 pag.; ill., grav.; ISBN 978-94-6003573-9. Roggeveen,de ontdekker van Paaseiland, was geenzeeman maar een gepromoveerd jurist.Na een opleiding tot kaartenmakerwerd Roggeveen notaris en werkte hij zeven jaar in Batavia als Raad vanJustitie. Hij raakte onder invloed vanSpinoza verwikkeld in een langdurigconflict met de gereformeerde kerk.Verbannen uit zijn geboortestadMiddelburg organiseerde hij in 1721 -hij was toen al in de zestig - zijn groteexpeditie naar het OnbekendeZuidland, die de vroegste beschrijvingen opleverde van bewonersvan Paaseiland, Samoa en andere eilanden in Polynesië. Het boek schetsteen beeld van een ongewoon en grilligleven tegen de achtergrond van deRadicale Verlichting en de toenmaligeobsessie van Europese ondernemersmet de Stille Oceaan.

Tobias van Gent en Pieter Ippel(red.), Zeeland en de wijde wereld. Liber Amicorum voor Willem van den Broeke (Middelburg: RooseveltAcademy, 2012) ISBN 978-90-70174-68-2. Dit vriendenboek voor (de nogniet met emeritaat gegane) prof. dr. Van den Broeke bevat een elftal bijdragen van diverse wetenschappelijkecollegae en invalshoeken, zoals de rector Barbara Oomen (over onder-wijs), Paul Brusse (periferie), Maarten Prak (kathedralenbouwers),Jan Zwemer (sociale geschiedenis) en vele anderen. Bevat tevens een interview, lijst van auteurs, en lijst van publicaties van Van den Broeke.

Tobias van Gent, Admiraal Louis deBoisot (ca. 1530-1576). Bedwinger vanMiddelburg en Redder van Leiden(Leiden: Kopwit, 2012) 28 pag.; ill.,tek., grav. Beknopt biografisch portretwaarin Van Gent in een chronologischtijdpad een biografisch portret geeft datten behoeve van de dieslezing op 5november 2011 werd uitgegeven doorde Historische Vereniging Oud Leidenen de auteur zelf, en later weer werdgebruikt in het boek ‘Zeeuwse zeehel-den’ (zie hierboven). De roemruchtetelg uit een voornaam geslacht uitBourgondië was onder andere actief inde zeeslag bij Bergen op Zoom en laterhet ontzet van Leiden op deSpanjaarden in september/oktober1574. Bevat onder meer een kortebronnenlijst en een uitgebreidere lijstvan gebruikte literatuur.

Cor Heijkoop, S.O.S. - in de Wielingen. Scheepscalamiteiten in het Vlaamse kustgebied (Aardenburg:Durenkamp, 2012) 144 pag.; ill.,foto’s, tek., krt.; ISBN 978-94-91528-04-0. In elf hoofdstukken wordenchronologisch alle strandingen in de Wielingen besproken. Het eerstehoofdstuk gaat over de vaarweg deWielingen. De drie laatste hoofdstuk-ken belichten het buiten de Wielingengelegen vaargebied de Wandelaar, reddingstations, en de sleepvaart en het bergingswezen. De middelstehoofdstukken behandelen steeds een periode van circa 5 t/m 25 jaar.Voorzien van uitgebreide illustraties.Bevat literatuuropgave en bronnenlijsten een register van scheeps- en per-soonsnamen.

Anneriek van Heugten (tekst) enDanker Jan Oreel (illustraties), Twee gouden ringen. De tijd van pruikenen revoluties 1700-1800: buitenhuizen(Drunen: Delubas, 2012) 93 pag.; ill.,tek.; ISBN 978-90-5300-402-9.Leesboek met informatie over buiten-huizen; vanaf circa 8 tot 12 jaar. Rogier reist met zijn pleegvader doorhet land. Hij is in het bezit van een bijzondere ring die met zijn afkomst te maken heeft. Als zijn pleegvaderoverlijdt, staat Rogier er alleen voor.Hij gaat voorlopig wonen op de buitenplaats Lammerenburg bijVlissingen. Over de pruikentijd wordt - ofschoon in de titel genoemd -niets vermeld.

Martin R. Howard, Walcheren 1809.The scandalous destruction of a BritishArmy (Barnsley: Pen & sword military,2012) 224 pag.; ill., foto’s, krt., grav.,tek.; ISBN 978-1-84884-468-1.Howard, die zowel medisch als militair-historisch is gespecialiseerd, beschrijftde Britse landing op Walcheren in1809 in zestien hoofdstukken vanuitEngels perspectief over onder andere:generaals en admiraals, de soldaten enzeelieden, de landing, verblijf in Zuid-Beveland, het bombardement van Vlissingen en de inname van andere plaatsen, de terugtrekking en de Zeeuwse koortsen. Bevat tevens lijstvan illustraties, kaarten, zes bijlagen,een bibliografie en index.

A.P. de Klerk (tekst), Leo Adriaanse,Marco Evenhuis (red.) en MiekeWijnen (omslagfoto), Varen overWalcherse watergangen, van schuitvlotnaar schuitvlot. Een vrijwel vergetenvorm van vervoer (Middelburg: SCEZ,2012) 84 pag.; ill., foto’s, krt., tek.,grav.; ISBN 978-90-77567-00-5. De vestiging van de SCEZ aan het Armeniaans Schuitvlot (/hoekLooierssingel) in Middelburg was de aanleiding tot dit boekje. De Klerk verdiepte zich in de tijd dat het voorWalcherse boeren normaal was zich met schuiten te verplaatsen. De lezer krijgt deze geschiedenis voorgeschoteld in hoofdstukken

Zeeuws Erfgoed 28 maart 2013/01 • ERFGOED ALLERLEI

Page 29: Zeeuws Erfgoed maart 2013

Zeeuws Erfgoed 29 maart 2013/01 • ERFGOED ALLERLEI

over het waterwegennet, vaartuigen, deschuitvlotten en het systeem van varen.Met noten, illustratieverantwoordingen afkortingen.

Marjolein Innemée, Van d’EÉ totHontenisse - pentekeningen van Zeeuws-Vlaanderen (Amsterdam: MarjoleinInnemée, 2012) 132 pag.; ill., tek.,foto’s; ISBN 978-90-9027085-2.Bevat een honderdtal pentekeningenvan bekende en minder bekende plaatsen, gebouwen en landschappen in Zeeuws-Vlaanderen. Oorspronkelijkverschenen onder de rubriek ‘Wat tekende Marjolein Innemée?’ inhet Zeeuws-Vlaams Advertentiebladtussen 2008 en 2012. Achterin hetboekje bevinden zich foto’s en enigekrantenartikelen van en over de auteur.Bevat tevens tekst van Zeeuws-Vlaamsvolkslied.

Jan Jansen en Peter Oggel,Zeeuwlingen. Levensverhalen vanZeeuwse honderdplussers (Vlissingen:Den Boer/de Ruiter, 2012) 160 pag.;ill., foto’s; ISBN 978-90-79875-38-2.Het verslag van een honderdste verjaardag vormt de inleiding tot verslagen van gesprekken met tienandere Zeeuwse honderdjarigen, op eenna ook in Zeeland geboren tussen 1906en 1912, onder wie de oudste inwoon-ster van de provincie. De teksten zijngemiddeld tien bladzijden lang. Het zijn vlot geschreven journalistiekereportages, verlucht met zwart-witfoto’svan de betrokkenen nu alsook uit verscheidene vroegere levensperiodes.Aangezien het op twee na om vrouwengaat, komen we veel foto’s van opgroeiende meisjes in de mode van de jaren na 1920 tegen. Ook enkeleverzorgers komen aan het woord.

Ruud Paesie (bezorgd en ingeleid),Voor zilver en Zeeuws belang. De rampzalige Zuidzee expeditie van de Middelburgse Commercie Compagnie,1724-1727 (Zutphen: Walburg Pers,2012) 239 pag.; ill., foto’s, krt.; ISBN978-90-5730-845-1. Deel 111 in dewerken uitgegeven door de LinschotenVereeniging. Paesie geeft een uitgebreide inleiding en toelichting op de journalen, waaronder dat vanHubregt Kempe (1724-1727), een van de weinige overlevenden van de rampzalige handelsexpeditie van deMiddelburgse Commercie Compagnienaar de Stille Zuidzee. In zijn reis-verslag beschrijft onderstuurmanKempe het verloop van de expeditie vol tegenslagen en ontberingen. Hij geeft een goed beeld van het harde zeemansbestaan, de oplopendespanningen en het dagelijkse gevechtom te overleven in een onbekend enverafgelegen gebied op de wereld. Met literatuur opgave en index.

Jan Simonse (fotografie) en Rob van Hese (voorw. en bijschriften),Middelburg, fotoimpressie jaren ’70(Middelburg: de Drvkkery, 2012) 96

pag.; foto’s; ISBN 978-90-79875-42-9. Jan Simonse (fotografie) en AdTramper en Anton Tanghe (voorw. enfotobijschriften) Vlissingen, fotoimpressiejaren ’70 (Middelburg: de Drvkkery,2012) 96 pag.; foto’s; ISBN 978-90-79875-43-6. Twee fotoboeken vanzowel Vlissingen als Middelburg in dejaren zeventig van de 20ste eeuw. Foto’szijn enigszins thematisch gerangschiktop bijvoorbeeld werk, industrie, uit-gaansleven en vrije tijd. Voorzien vanbijschriften door mensen die goed thuiszijn in het tijdvak van het onderwerp.

Jean-Philippe Tondeur, Walcheren1809. L’expédition Anglaise au jour lejour les lettre de Napoléon à ses ministres(Bruxelles: Les Edtions de la BelleAlliance, 2009) 192 pag.; ill., tek.,foto’s, grav., tab., krt.; ISBN 977-13-74-119186. Bevat voorwoord en vervolgens enkele korte hoofdstukkenover de voorbereidingen van de Franseoorlogsexpedities in 1809, de toestandin de Nederlanden, de Engelse invasieselders, de sterkte van de Britse troepenen een geografische schets van hetZeeuwse strijdtoneel. Daarna volgt eenuitgebreide chronologische beschrijvingvan gebeurtenissen, van dag tot dag,van de Engelse invasie vanaf 28 juli tot30 augustus 1809. Tot besluit enkeleslothoofdstukken over het vertrek vande Engelsen en de organisatie van hetFranse leger. Met korte bibliografie.

Kees Uittenhout, Gouden handel.Roman over de slavernij (Schoorl:Conserve, 2012) 431 pag.; ISBN 978-90-5499-339-2. Verhaal over de slavenhandel waarin een Middelburgseweesjongen en een Angolese slaven-jongen vrienden worden en als vijanden uiteengaan en deMiddelburgse jongen daarna de dochter van een Surinaamse suikerplantage-eigenaar tegenkomt.

J.P.B. Zuurdeeg, Zeven eeuwen straat-namen op Tholen en Sint Philipsland(Heemkundekring Stad en Lande vanTholen, 2012) 348 pag.; ill., foto’s krt.,tek.; ISBN 978-90-808651-9-8. Op 20november 2012 werd in het gemeente-huis van Tholen ‘Zeven eeuwen straat-namen op Tholen en Sint-Philipsland’gepresenteerd. In het boek worden1400 nog bestaande, maar ook verdwenen straatnamen in de gemeenteTholen per plaatsnaam besproken.Hierbij wordt, in zoverre bekend, vermeld wanneer de straatnaam voor het eerst genoemd wordt, waar ze geografisch gelegen is en wat zich er heeft afgespeeld. De bespreking vande straatnamen wordt voorafgegaandoor een inleiding met achtergrondin-formatie over straten en straatnamen,een uitleg over de wijze waarop destraatnamen worden besproken, een lijst met gebruikte afkortingen,plattegronden van de gemeente en haar kernen, een overzichtskaart van de Thoolse en Flipse polders en eenbronnenlijst.

De publicatie is te koop bij boekhandelHeijboer in Sint-Annaland, boekhandelDieleman in Tholen of te bestellen viade website van de heemkundekring:www.heemkundetholen.nl.

• Tijdschriften

A.P. de Klerk, ‘Open voor eb en vloed.Tijhavens in Zeeland’, in HistorischGeografisch Tijdschrift jg. 30 (2012) nr.2, pp. 99-103.

Zeeland 21/4 (2012) 121-160. E.E.Abraham verhaalt over de dagboekenvan Kees Oostmans en Arie Jacobse uit1867-1869 toen zij als zeelui door dewoestijn van Algerije en Libië trokkenmet de freule Alexandrine Tinne. Een boekbespreking van het eerste deelvan ‘Geschiedenis van Zeeland’ doorBas van Bavel en een kritisch stuk vanWillem van den Broeke en Tobias vanGent over de vierdelige serie ‘Balanstussen stad en platteland’. De midden-katernen bevatten een bijdrage vanGeorge ter Horst over Poëzie en beel-dende kunst.

Zeeuws Tijdschrift 62 7/8 (2012) 64pag. Centraal in dit nummer staat hetalweer tienjarige jubileum van deZeeuwse Boekenprijs in eveneens tiengrote en kleine bijdragen. Zo wordengroei, jubileum, juryleden, prijzen,genomineerden en sponsoren behan-deld. Verder zijn er gerelateerde onder-werpen zoals de kunstenares EvaCrebolder (ontwerpster van het ZBP-beeldje), de teloorgang van het ZeeuwsPublicatiefonds, het bezoek van CarlosRuiz Zafón aan de provincie, AlbertClement over het muzieklexicon vanReynvaan en er zijn vaste bijdragenzoals de boeksignalementen.

• Heem- en oudheidkundige bladen

Schouwen-DuivelandDe Kroniek van het land van de zee-meermin (Schouwen-Duiveland) 2012,van de Vereniging Stad en Lande,begint met een artikel van W. vanHam: ‘Zierikzees vlagvertoon.Beschouwingen over het paneel “De rede van Zierikzee” (anoniem,

eerste helft zestiende eeuw)’. De opdrachtgever voor het paneel is onbekend, evenals de kunstenaar. Met behulp van de vlaggen is een datering mogelijk tussen 1506 en1520/1530. Het is misschien het oudste gezicht op een rede inNederland, een kunstwerk waarZierikzee trots op mag zijn. J.H. Overbeeke vertelt over ‘De Nieuwerkerkse schoolmeesterMaximiliaan van den Doele en zijnnazaten’, en B. Blikman-Ruiterkampover twee generaties Schürmann, banketbakkers in Zierikzee. ‘De Vereniging van Burgemeesters,Wethouders en Secretarissen op Schouwen-Duiveland en SintPhilipsland’ is een vereniging die in1889 werd opgericht. W. Renden - dieruim tien jaar als lid van het collegevan burgemeesters en wethouders vanMiddenschouwen lid van de verenigingwas - behandelt een aantal bestuurlijkeaspecten die speelden tot het einde vande vereniging zich aandiende in 1997.In de twintigste eeuw werden villawij-ken en landelijk gelegen buitenhuizenontworpen, en die in Westenschouwenuit de jaren 1918-1943 komen aan deorde in het artikel van E.F.G.M.Gelderman. Verder zijn er nog stukkenover de mosselvisserij op Schouwen-Duiveland tussen 1911 en 1947 (A. Otte) en over de motorenfabriekSmit & Bolnes, 1961-1976 (R.C. van Leeuwen).

In het kwartaaltijdschrift van boven-genoemde vereniging, Stad en Lande(november 2012), vertelt H. Doelemanover zijn familielid Zeger Doeleman,die in Leiden studeerde en daarna naarAmerika vertrok. R. van Langeraadbespreekt een aantal tegels uitKerkwerve en B. Blikman een beeldjein de Sint-Nicolaaskerk vanBrouwershaven. S. den Haan heeft alenkele malen zijn oog laten vallen opde buitenplaats van Job Baster inSchuddebeurs; nu richt hij zich op de dieren die op de verschillende buitenplaatsen van Noordgouwe voorkwamen.

Sint-PhilipslandDe Cronicke van den Lande vanPhilippuslandt, uitgave van de heem-kundekring “Philippusland”(november2012), heeft de memoires geplaatst vanPieter van Driel en zijn vrouw Aagje.Het timmergereedschap van Van Drielis in de molen geplaatst om tentoonge-steld te worden op monumenten- enmolendag. Ook herinneringen van J.Boone - een voorstander van hetbehoud van het erfgoed - komen wetegen in dit nummer. M. Wolse schreef‘Het criminele leven op SintPhilipsland tussen 1876 en 1899’. Hetgaat over het dagelijks leven eindnegentiende eeuw en over het wettelijkgezag in Sint-Philipsland. De proces-verbalen uit de periode 1877 tot 1885in Sint-Philipsland worden geanaly-seerd.

Page 30: Zeeuws Erfgoed maart 2013

H. Quist vertelt in dialect over hetspreekuur van de dokter en de klachtenvan de bezoekers.

WalcherenIn De Wete (2013,1) lezen we over deherinneringen van Adriaan Louwerse,die van 1920 tot 1930 in dienst was alsprivéchauffeur bij de doktersfamilieBlum. De familie bewoonde de buiten-plaats Duinvliet tussen Domburg enOostkapelle. De herinneringen wordendoor zijn zoon Lourus Louwerse aanPeter Blom verteld, die ze voor delezers van De Wete op schrift stelde. A.de Lange vond in de KrantenbankZeeland gegevens over de drenkelingenvan het Russische schip Delphine, datin 1841 schipbreuk leed voor de kustvan Zoutelande. Vier dappere redderskonden elf schipbreukelingen aan walbrengen en kregen hiervoor een zilve-ren medaille. J. Midavaine schetst detoestand in Veere in de Franse tijd aande hand van een oude brief die eenmilitair schreef aan zijn familie inOudenaarde in België in 1811. Eennieuwe rubriek wordt geopend met detitel ‘Walcheren van de kaart’, waarinB. Lever schrijft over Zeeuwse plaatsna-men, die over de hele wereld blijkenvoor te komen.

Den Spiegel, kwartaalblad van deVereniging Vrienden van hetmuZEEum en het GemeentearchiefVlissingen (2013, 1), is gewijd aan FortRammekens. Er is een sprookjesachtigverhaal over een oude dame en eenboswachter (auteur K. Leeftink) en eenaflevering uit de reeks ‘ZichtbaarVerleden’ in ‘Een Zeeburg tegen wil endank’ van P. van Druenen. In opdrachtvan Staatsbosbeheer zijn flinke herstel-lingswerkzaamheden in gang gezet bijFort Rammekens, wat een goede redenwas uitgebreid onderzoek te doen naarde bouwgeschiedenis van het fort (B.Silkens). Tegenover Fort Rammekensligt het Vlakke, een ideale plaats voorgaande of komende schepen om vooranker te liggen. A. Tramper brengt onsop de hoogte over enkele minder pret-tige voorvallen rond het Vlakke.

Het kwartaalblad van de HistorischeVereniging Arnemuiden, Arneklanken(2012,4), biedt als eerste artikel eenverhaal over het gezin en de familie vanG. de Nooijer tijdens de TweedeWereldoorlog. Daarna vervolgt P. Feijzijn verhaal over de burgemeestersBaars en Crucq (1810-1815), ook inoorlogstijd, maar nu in de Franse tijd.L. Schouts vertelt over het zilveren trof-feltje waarmee in 1858 de eerste steenvan de kerk aan de Markt werd gelegd,en dat nu dankzij de heer Geldhof weerin Arnemuiden terug is. J. Adriaanseschrijft over Arnemuiden in de jaren1900-1902, en R. de Ridder over hetmonumentale stadhuis, dat nu muse-um is. ‘De geschiedenis van de telefoonen de post in Arnemuiden enKleverskerke’ is van de hand van P.A.

Baaijens en de geschiedenis van boerde-rij en buitenplaats Brakenburg wordtbehandeld door J.S. Siereveld. Als bijla-ge bij dit nummer van Arneklanken hetslot van de stamboom van de familieVan Belzen en de lidmatenlijst 1796-1811 (A.H.G. Verouden).

Het Polderhuis Blad, informatiebladover Westkapelle (december 2012), ver-meldt een vliegeniersuitrusting uit deTweede Wereldoorlog, geschonkendoor de dochter van piloot Brooks, dietijdens de landing in Dieppe in 1942boven Walcheren verschillende missiesheeft uitgevoerd. Het kunstwerk ‘Odeaan Charley Toorop’ zal gemaakt wor-den door Gijs Assmann, die zijn ont-werp gepresenteerd heeft aan de inwo-ners van Westkapelle. Waarschijnlijkkan het beeld in het najaar van 2013op de dijk geplaatst worden. In deDijkstraat stond tussen 1840 en 1870een katoenweverij; de geschiedeniservan is onderzocht en in boekvormuitgegeven onder de titel De wevers datzijn er geen heren.

De BevelandenIn De Spuije, het tijdschrift van deHeemkundige Kring De Bevelanden ende Vereniging Vrienden van hetHistorisch Museum De Bevelanden(winter 2012), staan drie artikelen diete maken hebben met het jaar 1911.Het was een vreselijk droog jaar, en deblinde amateurdichter uit Kapelle,Dingeman Korstanje, beschreef in eenlang gedicht de moeilijke omstandighe-den die toen voorkwamen. F. de Klerkheeft het leven van de in 1880 geborenKorstanje gereconstrueerd. Dezelfdeauteur vertelt over de waterleiding dieop Zuid-Beveland, ook in 1911, werdaangelegd, maar die pas in 1913 destreek van stromend water kon voor-zien. De bietenoogst had geen last vande droogte in 1911: voor de suikerbie-ten was het een prima jaar. Dit verne-men we uit de levensgeschiedenis vanPieter Lindenbergh (1851-1940),geschreven door G. Lepoeter.Lindenbergh was bestuurslid van eensuikerfabriek, een van de oprichters vande Veilingvereniging Zuid-Beveland, lidvan veel commissies van de ZLM endaarbij vervulde hij ook een belangrijkerol op kerkelijk gebied in zijn woon-plaats Wemeldinge. In het stuk overJan Adam Geill speelt ook het weer eenrol, maar dan de erge kou in de wintervan 1887-1888 (O.W. Hoogerhuis).

Zeeuws-VlaanderenDe Kroniek 2012 van de StichtingHeemkundige Kring Sas van Gentbevat een verslag door A. de Kosterover de mogelijke oorzaken van hetverongelukken van de Gotha GIV bijSas van Gent in 1917. J. de Koningbesteedt aandacht aan een van de pio-niers onder de Zeeuwse architecten:Levinus de Bruijne (1873-1955),oprichter van het eerste architectenbu-reau in Zeeland. Wat er allemaal aan te

pas komt voor maïszetmeel uit maïsgefabriceerd is, leren we van C. Vercoutere. J.G.M. van Heckebeschrijft het wonen en werken in Sasvan Gent gedurende de laatste eeuw.Hij schrijft hoe moeilijk het soms wasom aan arbeidskrachten te komen, overde woningnood, de bestuurlijke proble-men van de burgemeesters Den Boeren Hoefnagels en hun houding tenopzichte van het feest van carnaval. Eenstuk geschiedenis van de kanaalzonekrijgen we van J.P. Winne, waaruit hetenorme belang blijkt van de aanleg vanhet Kanaal van Gent naar Terneuzen.De twee wereldoorlogen zorgden voorstilstand in de ontwikkelingen van dekanaalzone. De auteur schetst voorko-mende moeilijkheden, onder anderedoor de wereldcrisis in de jaren dertigvan de twintigste eeuw, daarna ook deexpansie van de kanaalzone tot 1970.Er volgen nog artikelen over de sluitingvan het rijksmonument deCuyperskerk, de betekenis van degedenksteen het wapen van Karel V eneen uitgebreide fotoreportage met beel-den van vroeger en nu.

Van de Vereniging tot Behoud van deHistorie van Philippine verscheen hetJaarboek 2012. Philippine heeft eenbelangrijke rol gespeeld in de brieven-posterij van Staats-Vlaanderen. D. vander Zalm vertelt over het ongeregeldebriefvervoer, de rol van de koeriers, debeurtschippers en de boden. Ook deextra moeilijkheden in oorlogstijd krij-gen aandacht. Daarna schrijft de auteurover een ‘Bunker aan de Olmendijk’,wat een eenvoudige observatiepost uitde Tweede Wereldoorlog bleek te zijn,die met inzet van velen toegankelijk isgemaakt, evenals de tobroek met eennis voor munitie. 12 augustus 1941 isGwilym Lewis met zijn vliegtuig neer-gestort nabij Philippine. De zoon vande vliegenier is later op zoek gegaannaar de toedracht van het ongeluk, enop 23 juli 2011 is er een herdenkings-ceremonie gehouden bij de onthullingvan het Blenheim gedenkteken. In ‘Deverdwenen vissershaven van Boekhoute’verhaalt W. Verdegem hoe de havenvan Boekhoute door overstromingen enbedijkingen in de veertiende eeuwsteeds verder van de Westerscheldekwam te liggen, tot hij in 1920 inZeeuws-Vlaanderen belandde. In 1952werd de Braakman afgesneden van deWesterschelde, waarna zowel de vissersvan Philippine als van Boekhoute hunthuishaven niet meer konden bereiken.In een aansluitend artikel beschrijft F.Lok de gevolgen voor een dorp alsBoekhoute, na veranderd te zijn vanvissersdorp in vissersdorp zonderhaven.

De Nieuwsbrief van de HeemkundigeVereniging Terneuzen (december 2012)begint met ‘Van Terneuzen BondedStores tot TBS Shipsupplies’, eengeschiedenis die wordt verteld doorAdri Hamelink uit Terneuzen, op

schrift gesteld door A.R. Koppejan. In1932 werd in Terneuzen ‘TerneuzenWatersupplying Service’ opgericht.Toen de eerste waterboot - de Scheldegeheten - gebouwd werd had Terneuzennog geen aansluiting op een waterlei-dingnet, en was het de bedoeling datTerneuzen door de boot van water uitHansweert werd voorzien; later werdenschepen bevoorraad. Er kwamen meerwaterboten, het bedrijf groeide en gingook accijnsvrije producten leveren; deleiding bestond uit A. Hamelink endiens zoon Peter, nu uit Peter en echt-genote Karin Visscher. In 2000 is TBSCatering Service BV opgericht, diewereldwijd de bevoorrading van pro-viand verzorgt. Een van de eerste fami-lies die in de honderd jaar geledenbedijkte Van Wuijckhuisepolder kwamwonen was de familie Verhelst. A. deJonge schreef een artikel over de fami-lie, aangevuld met een beknopte gene-alogie (samengesteld door S.Hamelink-Muys). P.W. Stuij verteltover een mooi hersteld grenspaaltjewaarop de inscriptie niet juist bleek tezijn, en ene Broeder Leopold heeft ooiteen aandoenlijk historisch verhaalgeschreven over ‘Adriaan deZagenzetter’, wat door P. Wijffels aande redactie werd aangereikt. ‘Zonderwiel en band geen mobiliteit’ van K.Dieleman geeft ons de geschiedenis vande mobiliteit in Nederland, aan dehand van het boek De dolle entree vanautomobiel en velocipee, dat ter gelegen-heid van het negentigjarig bestaan vande ANWB in 1973 is gepresenteerddoor L. de Vries en I. van Amstel.Daarnaast is veel speurwerk door deauteur verricht en heeft hij gesprekkenmet kenners en nabestaanden gevoerd.

In het Tijdschrift van de HeemkundigeKring West-Zeeuws-Vlaanderen(december 2012) geeft J. van denAmeele een vijf eeuwen oude familiege-schiedenis van zijn Vlaamse,Nederlandse, Amerikaanse en overigenakomelingen in ‘Genealogie van Abelvan den Ameela geboren rond 1525’.Het rampjaar 1672, waarin het landradeloos, redeloos en reddeloos was, lietook sporen na in Biervliet. R.Willemsen vertelt onder andere over definanciële schade voor pachters en eige-naren van boerderijen. De T.F.Blankenstraat in Breskens is het onder-werp van de rubriek ‘Straatnamen’ vanA.R. Bauwens. I. van Damme verzorgteen ‘Familieportret: Wadde van Roon-Naeije’. Het gaat volgens de auteurover “drie sterke vrouwen die modelkunnen staan voor alle echtgenotes vankleine boeren en middenstanders in devorige eeuw”.

Zeeuws Erfgoed 30 maart 2013/01 • ERFGOED ALLERLEI

Zeeuws Erfgoed volledig in kleurDoor verbeterde productiemethodenen vernieuwde drukafspraken kunnenwij Zeeuws Erfgoed voortaan in kleuruitgeven, zonder meerkosten.

C M Y K

Page 31: Zeeuws Erfgoed maart 2013

ColofonZeeuws Erfgoed is een uitgave van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten, musea, streektalen en volkscultuur in Zeeland. Zeeuws Erfgoed wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zeeland.Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk via postbus 49 o.v.v. Zeeuws Erfgoed.

Redactie Saskia Buitenkamp, Marinus van Dintel, Jan Kuipers, Veronique De Tier en Janneke de WitEindredactie Leo Adriaanse (gast), Saskia Buitenkamp en Jan Kuipers Foto’s Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, tenzij anders vermeld. De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen met de rechthebbenden.De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voorbeeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust.

Opmaak decreet, Ramon de Nennie, MiddelburgDruk Grafimedia Partners, Middelburg

Contact Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Postbus 49 4330 AA Middelburg Bezoekadres locatie De Burg, Groenmarkt 13T 0118-670870 | F 0118-670880 | E [email protected] SCEZ @erfgoedzeeland

Zeeuws Erfgoedjaargang 12 nr. 1 • maart 2013

Aan dit nummer droegen bij• ARCHEOLOGIE Robert van Dierendonck,

Henk Hendrikse, Jan Kuipers en Catherine Williams• CULTUURHISTORIE Aad de Klerk• ERFGOEDEDUCATIE Josien Pootjes• MONUMENTEN Johanna Boogerd, Aukje-Tjitske Dieleman-

Hovinga, Marinus van Dintel, Cor Heijkoop, Wim Jakobsen, Coert van Spall, Tony Veenstra en Jan van Zon

• MUSEA Leo Adriaanse, Jeanine Dekker en Janneke de Wit• STREEKTALEN Veronique De Tier• MONUMENTAAL Michel de Waard• ALLERLEI Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking• JAARTHEMA Leo Adriaanse

Aanlevering van kopij Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij voorkeur digitaal tot 15 april 2013, [email protected] of via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws Erfgoed.

www.scez.nl

Aad de Klerk, adviseur cultuurhistorie en monumentenOp 1 maart eindigde het dienstverband van dr. Aad de Klerk bij deSCEZ. Sinds 1995 was hij in Zeeland werkzaam als consulentregionale geschiedbeoefening, vanaf 2001 in dienst van de SCEZ,de laatste jaren als adviseur cultuurhistorie en landschap. Daaraanvoorafgaand studeerde en doceerde Aad historische geografie, eerstaan de Vrije Universiteit en vervolgens aan de Universiteit vanAmsterdam. Hij promoveerde in 2003 op het proefschrift HetNederlandse landschap, de dorpen in Zeeland en het water opWalcheren. In de afgelopen jaren wist Aad het cultuurlandschap tepositioneren als wezenlijk onderdeel van het cultureel erfgoed inZeeland. Afgelopen december organiseerde hij nog de themamid-dag ‘Waar eens water was’ (waarover elders in dit blad meer) en ver-scheen bij de SCEZ zijn boek Varen over Walcherse watergangen,van schuitvlot tot schuitvlot. De SCEZ bedankt Aad voor zijn groteinzet tot behoud en ontwikkeling van het Zeeuwse erfgoed enwenst hem toe hier nog jaren van te kunnen genieten.

MonuMENTaal DriejenvuuftigEen natte januaridag, De kouwe ontnam ielke lach.De mèsen bleven ’t liefste in d’r uus.’t Waeter joog á tehen de diek,De brugwachter die riep wat zie’k.’t Scheur oal hlad, verhaere oal je huus.

Refrein: Driejenvuuftig, ’t moment van de sturm.Driejenvuuftig, ’t moment van de zee.Driejenvuuftig, vlieg in de dekgoot.Driejenvuuftig, of vlieg bie ’t waeter mee.

De klokken bin á vee’s te laet,Á’t waeter deur de diek heen slaet.Nam boômen mee, en vloog deur ielke muur.D’r is gin genade in de zee,Nam mannen, vrouwen en kinders mee.En oal ’t vee uut ielke boerenschuur

Refrein, interlude:Je kinders op je rik, en ’t waeter tot je kniejen.Rennen voe je leven wan de dieke lei in driejen.

Solo

Een zwarte februaridag,Nih een overlevingsslag.Meters waeter, oalles wat á’j ziet.Famielje vrienden bin oal doôd,Toch stap jie in die reddingsboôt.Je’n uus en buurte, oalles bin je kwiet.

Refrein

KORTelings | uit dienst

Zeeuws Erfgoed 31

Op indrukwekkende wijze vertolkte de band Jilles (www.jilleszeeland.nl) tijdens de liedjeswedstrijd Zing Zeeuws op 16 november 2012 de rampzalige

watersnoodramp van 1953 in het Zuid-Bevelandse dialect.

Nieuw bezoekadres vanaf april 2013:locatie Het Schuitvlot, Looierssingel 2, Middelburg

A R C H E O L O G I E C U L T U U R H I S T O R I E E R F G O E D E D U C A T I E M O N U M E N T E N M U S E A S T R E E K T A L E N

Page 32: Zeeuws Erfgoed maart 2013

MOnuMENTaal

foto Kloet K

likt Het