zaterdag, 29 december 2012 Stille SCHREEUW om Nicky · 2015. 5. 23. · Alleen bij Poison van Alice...

1
zaterdag, 29 december 2012 Stille SCHREEUW om Nicky door Claire Van Dyck en Henk Driessen A Ze hebben een loden last van Bauke Vaatstra zien afglijden, nu de moordenaar van zijn dochter Marianne na dertien jaar alsnog is gevonden. Pas dan komt er ruimte voor het werkelijke verlies. Nu zijn zíj aan de beurt, vinden Berthie en Peter Verstappen. Ze willen verlost worden van de kwellende gedachten over de laatste uren van het leven van hun Nicky. Weer doen ze een appèl op de dader. Een ingehouden schreeuw om antwoord. A d tempus Vitae. Levenslang, in het Latijn. De woorden, geta- toeëerd op de pols van Peter Verstappen, behoeven wat hem betreft geen toelichting. Treffender kan zijn gevoel niet worden verwoord. Hij en zijn vrouw Berthie moeten verder zonder zoon Nicky, hun leven lang. Zusje Femke draagt dezelf- de boodschap in grote sierletters als een armband om haar pols. Weer zitten we bij Berthie en Peter Verstap- pen aan de keukentafel. De zoveelste keer de afgelopen veertien jaar. Naarmate de ja- ren verstrijken, wordt de sfeer aan tafel al- leen maar somberder. Je voelt de vreugde- loosheid van hun leven. Dat slijt niet, inte- gendeel, het wordt alleen maar erger. Hun radeloosheid is haast tastbaar. Op geen enke- le manier kunnen ze hun verdriet verwer- ken. Het malen in hun hoofd, de argwaan jegens een ieder die ze tegenkomen, houdt aan zolang ze niet weten wat er met hun Nicky is gebeurd. Een vraag die eindeloos blijft rondspoken en hen van binnenuit ver- teert. Veertien jaar verder, en geen stap dich- terbij de oplossing van de mysterieuze dood van hun zoon. De moordenaar van Nicky loopt nog steeds rond of heeft het geheim mee in zijn graf genomen. Ditmaal klinken Berthie en Peter Verstap- pen anders. Verzachtende woorden vallen voor het eerst weg. De dood van Nicky is zo raadselachtig, dat ze nooit hebben gespro- ken van moord. Mede op advies van politie- profilers. De dader(s) zou(den) wel eens nooit de bedoeling kunnen hebben gehad om Nicky te doden. „Maakt dat het minder erg?” Voor het eerst zeggen ze wat er werkelijk door hen heen gaat, voor het eerst reppen ze van een moor- denaar. „Iemand heeft Nicky meegenomen, met verkeerde bedoelingen. Om een vies spelletje te spelen. Misschien is Nicky zich echt doodgeschrokken, met zijn karakter zou dat best kunnen. Maar dan nog heb je zijn dood wèl op je geweten. Dan ben je een moordenaar.” Berthie klinkt ongemeen fel. En krijgt voor het eerst ruimhartig bijval van de anders zo zwijgzame Peter. Hoe noem je zo iemand? Beest, zoals Bauke Vaatstra de boer noemt die bekend heeft Marianne te hebben ver- moord? Geen enkel woord geeft het gevoel weer, het is allemaal „te weinig”, zegt Peter. „Het is in ieder geval een lafaard. Hoe kan iemand zo ongevoelig en gewetenloos zijn dat hij al veertien jaar zwijgt?” Ook Nicky’s moordenaar moet wroeging kennen, net zo- als Jasper S. die voelde. Daar gaan Peter en Berthie tenminste vanuit. Maar hoe spreek je hem aan? Hoe weet je hem te raken zo- dat de waarheid eindelijk wordt gesproken? Duidelijkheid voor de familie Vaatstra heeft veel losgemaakt bij de Verstappens. Ze heb- ben regelmatig contact met de inmiddels ge- scheiden ouders van Marianne, evenals met andere lotgenoten. Jarenlang verkeerden ze in hetzelfde schuitje als de ouders van Ma- rianne Vaatstra. „Die opluchting nadat er ze- kerheid is, die verdienen wij ook. Ooit krij- gen we antwoord. Maar dat het zo lang moet duren, en je helemaal niets weet, is zo zwaar.” Berthie zucht. Andere ouders die hetzelfde lot trof, weten vaak wel wie de da- der is. „Dan heb je nog een hele hoop ellen- de, maar ook antwoorden en misschien krijg je rust in je hoofd. Ik weet dat de kans bestaat dat het antwoord op onze vraag al- leen maar meer pijn doet, maar we moeten tòch weten wat er gebeurd is. We zijn dood- moe van het malen.” De woede, frustratie en machteloosheid heeft zich diep van binnen genesteld, maar kent geen uitlaatklep. „Je ontploft bijna. Alsof je een fles water met koolzuur flink schudt, maar de dop kan er niet af.” „En Peetje zit zo vol haat. Zo erg, dat Femke zich weer zorgen om haar vader maakt. Hij slaapt slecht, ligt te schoppen in bed”, zegt Berthie. Peter vertelt dat hij zich in zijn dro- men ziet rondlopen met een geweer, klaar om de dader iets aan te doen. Ruim veertien jaar geleden, op 11 augustus 1998, stokt hun leven. Het gaat wel door, maar wordt niet meer geleefd. „Peetje eet omdat het hem wordt voorgezet, maar als het afgelopen zou zijn, vond hij het ook goed. Een verlossing. Maar dat kan niet, we moeten door. Als we Fem niet hadden…” Omwille van hun dochter, èn de belofte die Peetje maakte aan Nicky toen ze hem von- den - dat ze niet rusten voordat duidelijk is wat er is gebeurd en wie daarvoor verant- woordelijk is - gaan ze door. Maar hun le- ven heeft voorgoed glans verloren. Feestda- gen worden niet gevierd, met uitzondering van eerste kerstdag, Femkes verjaardag. „We werden uitgenodigd door vrienden om nu met oud-op-nieuw bij hun te komen. Heel lief, maar we hebben bedankt. Laat ons maar samen thuis. Er valt niks te vieren.” Het diepst denkbare leed treft Berthie en Peter Verstappen als hun zoon levenloos wordt aangetroffen op de Brunssummerhei, op amper een kilometer van het tenten- kamp van het Jeugdwerk Heibloem, waar hij anderhalve dag eerder zo raadselachtig uit een tent verdween. Ook daarna blijft hen weinig bespaard. ‘Misschien komt de dader wel bij ons over de vloer’ Een duidelijke doodsoorzaak is er niet, wel aanwijzingen dat Nicky gedrogeerd is en seksueel misbruikt, al valt ook dat niet met zekerheid vast te stellen. De enige zekerheid die ze tot op de dag van vandaag hebben, is dat hij blootsvoets verdween en amper 40 uur later dood werd teruggevonden. Na de begrafenis beginnen de speculaties, gevoed door uitspraken van de politie dat de dader onder de kampleiding moet wor- den gezocht. Veel dorpsgenoten keren hen daarop de rug toe. Het hechte dorp scheurt, het jeugdwerk zwijgt. „Op drie jongens na zijn ze nooit bij ons geweest om uit te spre- ken dat ze het vreselijk vonden dat ze zon- der uzze Nick zijn teruggekomen. Nooit een woord van compassie. Ook al zijn ze niet schuldig, ze zijn wèl verantwoordelijk. Ons wordt de zoektocht naar de dader kwalijk genomen. Maar wíj zijn ons kind kwijtge- raakt”, zegt Berthie. Ook een monument in Heibloem ter nage- dachtenis aan het overleden voetballertje roept in het dorp grote weerstand op. Het komt er uiteindelijk toch. Het monumentje op de hei waar Nicky is gevonden, wordt keer op keer vernield. Zo vaak, dat de ouders herstel opgeven. Berthie en Peter voelen zich gedwongen met Femke te vertrekken en verhuizen naar Meijel, vijf kilometer verderop. Nicky’s slaapkamer verhuist mee, compleet met alle Ajaxattributen. Zelfs familieban- den breken. Feestdagen worden immers niet gevierd en de draad van het leven op- pakken, lukt niet. Een second opinion naar het politieonder- zoek brengt veel fouten aan het licht. Fou- ten die desastreus zijn voor het verloop van het onderzoek. Wel wijst het onder- zoek uit - aan de hand van toxicologisch on- derzoek en sporen op het lichaam - dat Nicky uren langer heeft geleefd dan werd aangenomen. Een kwellende gedachte: wat heeft Nicky nog moeten doorstaan? Met het verstrijken van de jaren, sterven ook enkele mensen die de politie nadrukke- lijk in het vizier had moeten krijgen. De kok van het priesterkamp van Rolduc, dat tegelijkertijd met het Jeugdwerk Heibloem op de hei verbleef, heeft een verleden als misbruiker. Later sterft ook kampoudste Joos Barten, oprichter van het jeugdwerk Heibloem, in de jaren vijftig veroordeeld voor het misbruiken van kinderen. De man die onterecht niet als verdachte is aange- merkt in het eerste politieonderzoek, zoals de korpsleiding nadien bekent. Dankzij nieuwe technieken wordt een DNA-spoor gevonden op de pyjamabroek van Nicky. Maar een DNA-onderzoek on- der ruim 100 mannen, van vooral Jeugd- werk Heibloem, het priesterkamp en beken- den en familie, levert niets op. Behalve de wetenschap dat drie mannen weigeren, maar voor de ouders is onbekend wie dat zijn. Het graf van de overleden Barten wordt geopend, maar zijn DNA vertoont geen match met het gevonden spoor. In Friesland wordt een verwantschapson- derzoek gestart in de hoop via DNA van fa- milie bij de dader van de moord op Marian- ne Vaatstra uit te komen. Dat biedt nieuwe hoop voor Berthie en Peter Verstappen. Ze vragen justitie om een vergelijkbaar onder- zoek, maar het DNA-spoor bij Nicky blijkt net niet sterk genoeg. Nog niet, houdt Berthie moed. De techniek ontwikkelt zich snel. Het moment nadert dat dit wel kan. „Wij rusten niet voordat wij weten wat met Nicky is gebeurd en de dader is gepakt.” Hun leven wordt beheerst door die alles omvattende zoektocht. Het laat diepe spo- ren na. Peter kan geen voetbal meer zien. Er is geen radio meer in huis. Muziek die op de begrafenis werd gedraaid of num- mers die Nicky graag luisterde, verdragen ze niet. Alleen bij Poison van Alice Cooper, een favoriet van Nicky, kan het niet hard genoeg. De kracht van het nummer laat het toe dat ook Berthie de emoties laat gaan, dan schreeuwt ze het uit. Ze zijn zoveel vrienden kwijtgeraakt, dat ze geen nieuwe vriendschappen meer durven aan te gaan uit angst weer teleurgesteld te worden. Dat geldt ook voor Femke, die har- der en afstandelijker is geworden. „Zij is haar grote broer kwijtgeraakt, tegenwoor- dig zegt ze broertje. Nick is altijd elf geble- ven, Fem is al twee keer zo oud.” Jarenlang voelen ze zich tegengewerkt door het openbaar ministerie, dat tot voor kort weigerde het politiedossier te geven, vanwe- ge privacy van getuigen. Noch aan steun en toeverlaat Peter R. de Vries , noch aan hun advocate Benedicte Ficq. Zij heeft nu de toe- zegging dat ze het komend jaar krijgt, als het cold-caseteam klaar is met een nieuwe review. Negentig ordners vol. Berthie en Peter zijn hun vertrouwen in mensen kwijt. „Wie zegt dat wij niet met de dader praten? Of onze Fem? Je weet het niet. Wie weet komt hij hier wel eens over de vloer. Je bent zo achterdochtig gewor- den. Het kan iedereen zijn, al geloven wij niet zo in de grote onbekende. Onze Nick was veel te bang om weg te lopen of met een vreemde mee te gaan.” „Maar als het wel die onbekende is, van bui- ten Heibloem, dan ben ik nóg bozer op al die mensen in dat dorp die ons hebben la- ten vallen. Waarom in hemelsnaam, als ze er niets mee te maken hebben?” Schamper: „Ik denk niet dat ze in Heibloem de vlag- gen uithangen als de dader wordt gepakt, zoals in het dorp van Marianne.” Portret van Nicky Verstappen met op de achtergrond een detail van het monumentje op de Brunssummerhei. beeldbewerking Robert Muts

Transcript of zaterdag, 29 december 2012 Stille SCHREEUW om Nicky · 2015. 5. 23. · Alleen bij Poison van Alice...

Page 1: zaterdag, 29 december 2012 Stille SCHREEUW om Nicky · 2015. 5. 23. · Alleen bij Poison van Alice Cooper, een favoriet van Nicky, kan het niet hard genoeg. De kracht van het nummer

zaterdag, 29 december 2012

Stille SCHREEUW om Nickydoor Claire Van Dyck en Henk Driessen

AZe hebben een loden last

van Bauke Vaatstra zienafglijden, nu de moordenaar

van zijn dochter Mariannena dertien jaar alsnog is

gevonden. Pas dan komt erruimte voor het werkelijkeverlies. Nu zijn zíj aan debeurt, vinden Berthie en

Peter Verstappen.Ze willen verlost worden

van de kwellende gedachtenover de laatste uren van het

leven van hun Nicky.Weer doen ze een appèl opde dader. Een ingehouden

schreeuw om antwoord.

A d tempus Vitae. Levenslang, inhet Latijn. De woorden, geta-toeëerd op de pols van PeterVerstappen, behoeven wathem betreft geen toelichting.Treffender kan zijn gevoel

niet worden verwoord. Hij en zijn vrouwBerthie moeten verder zonder zoon Nicky,hun leven lang. Zusje Femke draagt dezelf-de boodschap in grote sierletters als eenarmband om haar pols.

Weer zitten we bij Berthie en Peter Verstap-pen aan de keukentafel. De zoveelste keerde afgelopen veertien jaar. Naarmate de ja-ren verstrijken, wordt de sfeer aan tafel al-leen maar somberder. Je voelt de vreugde-loosheid van hun leven. Dat slijt niet, inte-gendeel, het wordt alleen maar erger. Hunradeloosheid is haast tastbaar. Op geen enke-le manier kunnen ze hun verdriet verwer-ken. Het malen in hun hoofd, de argwaanjegens een ieder die ze tegenkomen, houdtaan zolang ze niet weten wat er met hunNicky is gebeurd. Een vraag die eindeloosblijft rondspoken en hen van binnenuit ver-teert. Veertien jaar verder, en geen stap dich-terbij de oplossing van de mysterieuze doodvan hun zoon. De moordenaar van Nickyloopt nog steeds rond of heeft het geheimmee in zijn graf genomen.Ditmaal klinken Berthie en Peter Verstap-pen anders. Verzachtende woorden vallenvoor het eerst weg. De dood van Nicky is zoraadselachtig, dat ze nooit hebben gespro-ken van moord. Mede op advies van politie-profilers. De dader(s) zou(den) wel eensnooit de bedoeling kunnen hebben gehadom Nicky te doden.„Maakt dat het minder erg?” Voor het eerstzeggen ze wat er werkelijk door hen heengaat, voor het eerst reppen ze van een moor-denaar. „Iemand heeft Nicky meegenomen,met verkeerde bedoelingen. Om een viesspelletje te spelen. Misschien is Nicky zichecht doodgeschrokken, met zijn karakterzou dat best kunnen. Maar dan nog heb jezijn dood wèl op je geweten. Dan ben jeeen moordenaar.”Berthie klinkt ongemeen fel. En krijgt voorhet eerst ruimhartig bijval van de anders zozwijgzame Peter. Hoe noem je zo iemand?Beest, zoals Bauke Vaatstra de boer noemtdie bekend heeft Marianne te hebben ver-moord? Geen enkel woord geeft het gevoelweer, het is allemaal „te weinig”, zegt Peter.„Het is in ieder geval een lafaard. Hoe kaniemand zo ongevoelig en gewetenloos zijndat hij al veertien jaar zwijgt?” Ook Nicky’smoordenaar moet wroeging kennen, net zo-als Jasper S. die voelde. Daar gaan Peter enBerthie tenminste vanuit. Maar hoe spreekje hem aan? Hoe weet je hem te raken zo-dat de waarheid eindelijk wordt gesproken?Duidelijkheid voor de familie Vaatstra heeftveel losgemaakt bij de Verstappens. Ze heb-ben regelmatig contact met de inmiddels ge-scheiden ouders van Marianne, evenals metandere lotgenoten. Jarenlang verkeerden zein hetzelfde schuitje als de ouders van Ma-rianne Vaatstra. „Die opluchting nadat er ze-kerheid is, die verdienen wij ook. Ooit krij-gen we antwoord. Maar dat het zo langmoet duren, en je helemaal niets weet, is zo

zwaar.” Berthie zucht. Andere ouders diehetzelfde lot trof, weten vaak wel wie de da-der is. „Dan heb je nog een hele hoop ellen-de, maar ook antwoorden en misschienkrijg je rust in je hoofd. Ik weet dat de kansbestaat dat het antwoord op onze vraag al-leen maar meer pijn doet, maar we moetentòch weten wat er gebeurd is. We zijn dood-moe van het malen.”De woede, frustratie en machteloosheidheeft zich diep van binnen genesteld, maarkent geen uitlaatklep. „Je ontploft bijna.Alsof je een fles water met koolzuur flinkschudt, maar de dop kan er niet af.”„En Peetje zit zo vol haat. Zo erg, dat Femkezich weer zorgen om haar vader maakt. Hijslaapt slecht, ligt te schoppen in bed”, zegtBerthie. Peter vertelt dat hij zich in zijn dro-men ziet rondlopen met een geweer, klaarom de dader iets aan te doen.Ruim veertien jaar geleden, op 11 augustus

1998, stokt hun leven. Het gaat wel door,maar wordt niet meer geleefd. „Peetje eetomdat het hem wordt voorgezet, maar alshet afgelopen zou zijn, vond hij het ookgoed. Een verlossing. Maar dat kan niet, wemoeten door. Als we Fem niet hadden…”Omwille van hun dochter, èn de belofte diePeetje maakte aan Nicky toen ze hem von-den - dat ze niet rusten voordat duidelijk iswat er is gebeurd en wie daarvoor verant-woordelijk is - gaan ze door. Maar hun le-ven heeft voorgoed glans verloren. Feestda-gen worden niet gevierd, met uitzonderingvan eerste kerstdag, Femkes verjaardag. „Wewerden uitgenodigd door vrienden om numet oud-op-nieuw bij hun te komen. Heellief, maar we hebben bedankt. Laat onsmaar samen thuis. Er valt niks te vieren.”Het diepst denkbare leed treft Berthie enPeter Verstappen als hun zoon levenlooswordt aangetroffen op de Brunssummerhei,

op amper een kilometer van het tenten-kamp van het Jeugdwerk Heibloem, waarhij anderhalve dag eerder zo raadselachtiguit een tent verdween. Ook daarna blijfthen weinig bespaard.

‘Misschien komt dedader wel bij onsover de vloer’Een duidelijke doodsoorzaak is er niet, welaanwijzingen dat Nicky gedrogeerd is enseksueel misbruikt, al valt ook dat niet metzekerheid vast te stellen. De enige zekerheiddie ze tot op de dag van vandaag hebben, isdat hij blootsvoets verdween en amper40 uur later dood werd teruggevonden.Na de begrafenis beginnen de speculaties,

over de vloer’

gevoed door uitspraken van de politie datde dader onder de kampleiding moet wor-den gezocht. Veel dorpsgenoten keren hendaarop de rug toe. Het hechte dorp scheurt,het jeugdwerk zwijgt. „Op drie jongens nazijn ze nooit bij ons geweest om uit te spre-ken dat ze het vreselijk vonden dat ze zon-der uzze Nick zijn teruggekomen. Nooit eenwoord van compassie. Ook al zijn ze nietschuldig, ze zijn wèl verantwoordelijk. Onswordt de zoektocht naar de dader kwalijkgenomen. Maar wíj zijn ons kind kwijtge-raakt”, zegt Berthie.Ook een monument in Heibloem ter nage-dachtenis aan het overleden voetballertjeroept in het dorp grote weerstand op. Hetkomt er uiteindelijk toch. Het monumentjeop de hei waar Nicky is gevonden, wordtkeer op keer vernield. Zo vaak, dat deouders herstel opgeven.Berthie en Peter voelen zich gedwongen

met Femke te vertrekken en verhuizennaar Meijel, vijf kilometer verderop.Nicky’s slaapkamer verhuist mee, compleetmet alle Ajaxattributen. Zelfs familieban-den breken. Feestdagen worden immersniet gevierd en de draad van het leven op-pakken, lukt niet.Een second opinion naar het politieonder-zoek brengt veel fouten aan het licht. Fou-ten die desastreus zijn voor het verloopvan het onderzoek. Wel wijst het onder-zoek uit - aan de hand van toxicologisch on-derzoek en sporen op het lichaam - datNicky uren langer heeft geleefd dan werdaangenomen. Een kwellende gedachte: watheeft Nicky nog moeten doorstaan?Met het verstrijken van de jaren, stervenook enkele mensen die de politie nadrukke-lijk in het vizier had moeten krijgen. Dekok van het priesterkamp van Rolduc, dattegelijkertijd met het Jeugdwerk Heibloem

op de hei verbleef, heeft een verleden alsmisbruiker. Later sterft ook kampoudsteJoos Barten, oprichter van het jeugdwerkHeibloem, in de jaren vijftig veroordeeldvoor het misbruiken van kinderen. De mandie onterecht niet als verdachte is aange-merkt in het eerste politieonderzoek, zoalsde korpsleiding nadien bekent.Dankzij nieuwe technieken wordt eenDNA-spoor gevonden op de pyjamabroekvan Nicky. Maar een DNA-onderzoek on-der ruim 100 mannen, van vooral Jeugd-werk Heibloem, het priesterkamp en beken-den en familie, levert niets op. Behalve dewetenschap dat drie mannen weigeren,maar voor de ouders is onbekend wie datzijn. Het graf van de overleden Bartenwordt geopend, maar zijn DNA vertoontgeen match met het gevonden spoor.In Friesland wordt een verwantschapson-derzoek gestart in de hoop via DNA van fa-milie bij de dader van de moord op Marian-ne Vaatstra uit te komen. Dat biedt nieuwehoop voor Berthie en Peter Verstappen. Zevragen justitie om een vergelijkbaar onder-zoek, maar het DNA-spoor bij Nicky blijktnet niet sterk genoeg. Nog niet, houdtBerthie moed. De techniek ontwikkelt zichsnel. Het moment nadert dat dit wel kan.„Wij rusten niet voordat wij weten wat metNicky is gebeurd en de dader is gepakt.”Hun leven wordt beheerst door die allesomvattende zoektocht. Het laat diepe spo-ren na. Peter kan geen voetbal meer zien.Er is geen radio meer in huis. Muziek dieop de begrafenis werd gedraaid of num-mers die Nicky graag luisterde, verdragenze niet. Alleen bij Poison van Alice Cooper,een favoriet van Nicky, kan het niet hardgenoeg. De kracht van het nummer laathet toe dat ook Berthie de emoties laatgaan, dan schreeuwt ze het uit.Ze zijn zoveel vrienden kwijtgeraakt, dat zegeen nieuwe vriendschappen meer durvenaan te gaan uit angst weer teleurgesteld teworden. Dat geldt ook voor Femke, die har-der en afstandelijker is geworden. „Zij ishaar grote broer kwijtgeraakt, tegenwoor-dig zegt ze broertje. Nick is altijd elf geble-ven, Fem is al twee keer zo oud.”Jarenlang voelen ze zich tegengewerkt doorhet openbaar ministerie, dat tot voor kortweigerde het politiedossier te geven, vanwe-ge privacy van getuigen. Noch aan steun entoeverlaat Peter R. de Vries , noch aan hunadvocate Benedicte Ficq. Zij heeft nu de toe-zegging dat ze het komend jaar krijgt, alshet cold-caseteam klaar is met een nieuwereview. Negentig ordners vol.Berthie en Peter zijn hun vertrouwen inmensen kwijt. „Wie zegt dat wij niet metde dader praten? Of onze Fem? Je weet hetniet. Wie weet komt hij hier wel eens overde vloer. Je bent zo achterdochtig gewor-den. Het kan iedereen zijn, al geloven wijniet zo in de grote onbekende. Onze Nickwas veel te bang om weg te lopen of meteen vreemde mee te gaan.”„Maar als het wel die onbekende is, van bui-ten Heibloem, dan ben ik nóg bozer op aldie mensen in dat dorp die ons hebben la-ten vallen. Waarom in hemelsnaam, als zeer niets mee te maken hebben?” Schamper:„Ik denk niet dat ze in Heibloem de vlag-gen uithangen als de dader wordt gepakt,zoals in het dorp van Marianne.”

Portret van Nicky Verstappen met op de achtergrond een detail van het monumentje op de Brunssummerhei. beeldbewerking Robert Muts