Zakelijk digi-taal

3

Click here to load reader

Transcript of Zakelijk digi-taal

Page 1: Zakelijk digi-taal

1 Zet de kern voorop Dit advies heb je eerder gehoord! Wat geldt voor de kop, de lead en de tekstblokken, geldt ook voor elke aparte zin: begin met het belangrijkste. Schrijf dus niet: Als gevolg van werkzaamheden die KPN uitvoert aan de website Telefoonrekening Online, welke zullen plaatsvinden van 22 juli tot 1 augustus 20.., kunt u deze site tijdelijk niet bekijken. Maar wel: Helaas kunt u de website Telefoonrekening Online tijdelijk niet bekijken, omdat KPN van 22 juli tot 1 augustus 20.. aan deze site werkt. 2 Schrijf complete zinnen We noemden hem in de inleiding al even: de telegramstijl. Zinnen in deze stijl zijn zo kort dat ze allerlei woorden missen. Een voorbeeld: Deur voortaan dichtlaten. Een dergelijke zin heeft verschillende nadelen. Zo leest hij niet soepel weg en komt hij ook nogal bevelend over. Het belangrijkste nadeel is echter dat hij vragen oproept. Want: Wie moet de deur dichtlaten? Om welke deur gaat het? In welk periode precies? Kortom: de lezer weet niet waar hij aan toe is. Schrijf dus altijd complete zinnen, met onderwerp, persoonsvorm, lidwoorden en voorzetsels. 3 Vermijd te lange zinnen Uit onderzoek blijkt dat zinnen met meer dan twintig woorden als moeilijk worden ervaren. Nu is dat geen wet van Meden en Perzen, maar wel de basis voor een handige vuistregel: als je bang bent dat je zin te lang is, tel dan even de woorden en je hebt een indicatie. Wat nu te doen als een zin te lang is? Kijk dan eerst wat de oorzaak ervan is. Staat er te veel verschillende informatie in de zin, splits de zin dan in twee of meer nieuwe zinnen. Staan er overbodige, nietszeggende woorden of constructies in, schrap deze dan. En is je zin te lang, omdat er een ingewikkelde constructie in staat, probeer de zin dan te herschrijven. Wat die ingewikkelde constructies zijn en hoe je die kunt herschrijven, lees je hieronder.

Page 2: Zakelijk digi-taal

Figuren, tabellen en foto’s Tabellen, grafieken, foto’s, schema’s: ze hebben grote voordelen voor de website. Ten eerste maken ze je teksten aantrekkelijker. Een beeldscherm met alleen maar letters nodigt niet uit tot lezen. Ten tweede zijn beeldschermlezers visueel ingesteld. Hun aandacht gaat dus in eerste instantie uit naar afbeeldingen. Het is goed om daarop in te spelen. In de derde plaats kan je door afbeeldingen soms veel tekst vermijden. Zeker voor webteksten is dat een groot goed. Tot slot verhogen tabellen en grafieken met exacte cijfers en een goede bronvermelding de objectiviteit van je tekst. Geloofwaardigheid is voor internetbezoekers namelijk heel belangrijk; tabellen en grafieken kunnen daaraan bijdragen. Toch betekent dit niet dat je nu te kust en te keur afbeeldingen op je site moet gaan plaatsen. Nutteloze informatie, ook al staat die op een plaatje, zal de beeldschermlezer nooit waarderen. Plaats dus alleen afbeeldingen die werkelijk informatief zijn en iets wezenlijks toevoegen aan je tekst. Maak de afbeeldingen ook niet te ingewikkeld. Kies voor tabellen en grafieken die de lezer in één keer begrijpt. En zorg ervoor dat hij niet eindeloos moet downloaden voor hij alle afbeeldingen binnen heeft. Tot slot nog enkele richtlijnen: • Licht afbeeldingen toe als dat nodig is. Zeker tabellen en grafieken zijn niet voor elke lezer

even makkelijk te doorzien. Geef daarom in de tekst aan wat de afbeelding precies weergeeft en eventueel wat er opvallend aan is.

• Geef de afbeelding bij de invoer een alt-tekst, waarin je kort weergeeft wat er op de afbeelding staat.

• Geef de afbeeldingen een nummer, titel en eventueel een bronvermelding. Zo kun je er makkelijk naar verwijzen in de tekst en bovendien ziet de lezer in een oogopslag wat de afbeelding inhoudt.:

• Kies voor herkenbare foto’s zonder al te veel details. Deze details zijn immers niet op elk

beeldscherm even goed zichtbaar. • Houd bij de keuze van de foto’s en de hoeveelheid ervan steeds de doelgroep voor ogen. Welke

beelden spreken deze doelgroep aan en wat kun je beter niet laten zien? Houden je lezers van veel afwisseling op het scherm of hebben zij liever wat meer tekst? Kunnen zij makkelijk foto’s downloaden of werken ze met oudere systemen? Kortom: ook hierbij staat de behoefte van de lezer voorop!

• Houd bij de plaatsing van foto’s rekening met het copyright en het privacyrecht. Plaats alleen

foto’s als je daarvoor toestemming heeft van de eigenaar. En staan er op de foto’s duidelijk herkenbare personen, vraag hen dan ook om toestemming voordat je de foto’s plaatst.

Page 3: Zakelijk digi-taal

DE STRUCTUUR VAN EEN WEBPAGINA Digitale pagina’s vereisen een speciale structuur, afgestemd op de scannende lezer. In deze hand-out lees je hoe die structuur eruit kan zien. Eerst gaan we in op de pagina als geheel. Daarna bespreken we de aparte onderdelen ervan: de kop en de lead, het middenstuk, de tekstblokken en de afbeeldingen. De pagina als geheel Natuurlijk wordt de structuur van een pagina voor een deel bepaald door de inhoud. Toch heeft een goede paginastructuur altijd een paar vaste onderdelen. Die bespreken we hieronder. Kop Elke pagina begint met een heldere kop: een titel die kernachtig weergeeft waar de pagina over gaat. Deze kop is gelijk aan de navigatienaam, zodat de lezer niet voor verrassingen komt te staan. Wil je een langere titel, dan kun je kiezen voor een subkop. Lead Na de kop volgt de lead: een korte samenvatting met de belangrijkste informatie uit de tekst. Klikbare inhoudsopgave Op pagina’s die langer zijn dan één scherm komt er vervolgens een inhoudsopgave, die bestaat uit interne links naar de verschillende onderdelen van de pagina. Middenstuk Hierna komt de eigenlijke tekst, die natuurlijk op een logische manier is ingedeeld. Deze tekst is verdeeld in korte tekstblokken met tussenkopjes. Daarbij maak je, waar mogelijk, gebruik van opsommingen en illustraties. Interactie en verwijzingen De pagina sluit af met eventuele mogelijkheden tot interactie en/of links naar andere sites, pagina’s of downloads. Daarbij kun je denken aan een oproep om te reageren, een aanmeldformulier of een link naar een pdf-file. Overigens kun je deze links en extra informatie ook aan de rechterkant van de pagina plaatsen, bijvoorbeeld onder het kopje ‘zie ook.