woordkaarten bij thema eten.docx

9
de aardappel het bord het briefgeld het broodje/het puntje de broodtrommel de euro

Transcript of woordkaarten bij thema eten.docx

de aardappel het bord het briefgeld

het broodje/het puntje de broodtrommel de euro

de fruitschaal het gebakje het geld

het glas de groenten de hap

de koekenpan de kok de krentenbol

de lepel het mes de vork

het bestek de oliebol de perzik

de pinda de pindakaas de pit

de plant de rups de schil/schillen

het tafelkleed de weegschaal de zeep

doorsnijden kiezen knabbelen

likken tafel dekken wegen

de andijvie de appelflap de balk

de koksmuts de bestelbon het klokhuis

het deeg kneden de deegroller het hoofdgerecht

het keukengerei het meel/ de bloem het beslag

de krop (sla) de maatbeker de mixer

het nagerecht/toetje de ober de serveerster/serveren

de placemat het servet de pollepel

de menukaart het restaurant de prei

de pruim het recept de rozijn

de picknickmand turven