Woorden Groep 6 Vraag 1 Waar zie je een thermoskan? a b c.

19
Woorden Groep 6

Transcript of Woorden Groep 6 Vraag 1 Waar zie je een thermoskan? a b c.

  • Dia 1
  • Dia 2
  • Woorden Groep 6
  • Dia 3
  • Vraag 1 Waar zie je een thermoskan? a b c
  • Dia 4
  • Vraag 2 Wat is een overeenkomst tussen sinterklaas en de kerstman? a.De kleur van de kleding b.De hoed c.De staf d.Het paard Amerigo
  • Dia 5
  • Vraag 3 Waarom volg je een dieet? a.Om de weg te vinden. b.Om af te vallen. c.Om lekker te eten. d.Om slimmer te worden.
  • Dia 6
  • Vraag 4 Wat zie je hier? a.Reclame b.Een advertentie c.Een verhaal d.Een artikel
  • Dia 7
  • Vraag 5 Wat is een verstekeling? a.Iemand die op een boot werkt b.Een soort kapitein c.Iemand die stiekem met een boot mee gaat d.Iemand die stiekem van de boot af gaat
  • Dia 8
  • Vraag 6 Waar hoor je een claxon? a b c
  • Dia 9
  • Vraag 7 Op welk plaatje zie je uitsluitend kersen? a b c
  • Dia 10
  • Vraag 8 Wat is een ander woord voor defect? a.Perfect b.Modern c.Kapot d.Verkeerd
  • Dia 11
  • Vraag 9 Wat kun je niet pakken bij een buffet? a.Gehaktballen b.Hamburgers c.Kussens d.Soesjes
  • Dia 12
  • Vraag 10 Wat doet de rechter jongen op dit plaatje? a.De ander afdansen b.De ander afranselen c.De ander afslaan d.De ander afknokken
  • Dia 13
  • Vraag 11 Op welk plaatje zie je geen zuivel? a b c d e f
  • Dia 14
  • Vraag 12 Wat is een ander woord voor proberen? a.Demonstreren b.Afreageren c.Dirigeren d.Experimenteren
  • Dia 15
  • Vraag 13 Wat kun je al oogsten? a b c
  • Dia 16
  • Vraag 14 Waar vind je een menukaart? a.In een restaurant b.In een supermarkt c.In een winkel d.In een kantoor
  • Dia 17
  • Vraag 15 Welk woord heeft te maken met het klimaat? a.Provincie b.Aquaduct c.Regen d.School
  • Dia 18
  • Vraag 16 Wat kun je gebruiken voor een goede hygine? a b c
  • Dia 19
  • Vraag 17 Welke zin is goed? a.Doe mij maar een broodje met een omheining b.Mijn hond springt over de omheining de tuin van de buren in c.Ik heb een nieuwe omheining voor mijn computer
  • Dia 20
  • Vraag 18 We gaan de antwoorden nu controleren. Dat betekent: a.Inleveren b.Opschrijven c.Nakijken