WoordWoord

vanvan

LevenLeven

Mei 2009Mei 2009

"Laat ieder van u de gaven die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede

beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt." 1 Petrus 4,10

Edith is vanaf haar geboorte blind en woont in een blindeninstituut met andere mensen met een visuele beperking. De priester van het huis is aan beide benen verlamd geraakt en kan de mis niet meer

opdragen. Om die reden wil men de eucharistieviering daar weghalen.

Edith richt zich tot de bisschop met het verzoek om dat niet te doen. Jezus is het

enige licht in hun duisternis. Ze krijgt

toestemming en mag bovendien de

communie uitreiken.

In haar verlangen zich nuttig te maken krijgt Edith ook gedaan dat ze enkele uren per week gebruik mag maken van een radiozender. Ze gebruikt die om het beste te geven wat ze heeft: waardevolle gedachtes, een heldere kijk op bepaalde

zaken.

Zo steunt ze met haar eigen ervaring anderen die lijden. Dat is Edith. En ik zou nog veel meer van haar kunnen vertellen. Ze is blind, maar haar lijden heeft

haar licht gegeven.

Er zijn veel voorbeelden van zulke mensen die in stilte veel goeds doen. Edith brengt haar christen-zijn in praktijk. Ze weet dat we allemaal gaven hebben

gekregen en ze stelt die van haar in dienst van anderen.

Onder een ‘gave’ (of charisma, zoals het in het Grieks heet) verstaan we niet alleen de genaden waarmee God

mensen verrijkt die de kerk leiden.

En ook niet alleen de buitengewone gaven die Hij aan sommige gelovigen schenkt voor het welzijn van allen, om bijzondere

situaties in de kerk op te lossen of om grote gevaren het hoofd te bieden wanneer kerkelijke instellingen hiertoe uit zichzelf

onvoldoende in staat zijn.

Dergelijke gaven zijn: wijsheid, wetenschap, de gave om wonderen te doen, talen te spreken of om leven te geven

aan een nieuwe spiritualiteit in de kerk en nog veel andere.

Met gaven of charisma’s worden niet alleen bovenstaande dingen bedoeld. Er zijn nog andere, eenvoudiger gaven die veel mensen hebben. Deze

herken je aan het goede dat ze voortbrengen. De Geest werkt in hen.

Ook natuurlijke talenten kunnen we gaven of charisma’s noemen. Iedereen heeft ze. Jij ook.

Maar hoe gebruik je ze? Wat moet je doen om deze vruchtbaar te maken? Ze zijn je immers niet alleen voor jezelf

gegeven, maar ook voor het welzijn van anderen.

"Laat ieder van u de gaven die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede

beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt." 1 Petrus 4,10

Er bestaat een oneindige verscheidenheid aan gaven. Ieder van ons heeft er wel één en krijgt hierdoor binnen de gemeenschap

een specifieke taak toegewezen.

Hoe zit dat met jou? Heb je een diploma? Heb je er dan ooit aan gedacht om eens een paar uurtjes bijles te

geven aan iemand die niet in staat is om te studeren?

Heb je een edelmoedig hart? Heb je er dan ooit aan gedacht om anderen enthousiast te maken om iets te gaan doen voor mensen die

aan de rand van de samenleving staan om hen zodoende hun waardigheid terug te geven?

Heb je misschien een bijzondere gave om mensen te troosten? Of om huishoudelijk werk te doen, te koken, van

een lap stof kleding te maken of om te klussen?

Kijk eens om je heen en ontdek wie jou nodig heeft.

Het doet me pijn te zien dat er mensen zijn die niet weten wat ze moeten doen in hun vrije tijd. Als christenen hebben we geen vrije tijd zolang er op aarde nog één zieke is, één

hongerige, één gevangene, één onwetende, één bedroefde, één drugsverslaafde, één wees en ga zo maar door.

En wat denk je van het gebed? Is dat geen formidabele gave die je op alle momenten kunt

benutten omdat God altijd en overal aanwezig is?

"Laat ieder van u de gaven die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede

beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt." 1 Petrus 4,10

Stel je eens een kerk voor waarin alle christenen – zowel kinderen, jongeren als volwassenen – doen wat ze kunnen

om hun gaven in dienst te stellen van anderen.

Wat zal de wederzijdse liefde dan groeien. Dan wordt die zo zichtbaar dat mensen daaraan zullen herkennen

wie de leerlingen van Christus zijn.En waarom doen we dan niet alles om dat te bereiken?

“Parola di Vita”, pubblicazione mensile del Movimento dei Focolari.Testo di: Chiara Lubich, gennaio 1979.

Grafica di Anna Lollo in collaborazione con don Placido D’Omina (Sicilia - Italia)

"Laat ieder van u de gaven die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals

het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt."