wk 15 versie 1 - Stal Deb · 2020. 4. 10. · Woezel kan een voetje en een kusje geven, maar hij...
Transcript of wk 15 versie 1 - Stal Deb · 2020. 4. 10. · Woezel kan een voetje en een kusje geven, maar hij...
Blijf wekelijks op de hoogte van alle ins en outs van Stal Deb. De
laatste ontwikkelingen en leerzame onderwerpen komen
aan bod.
wk 15 versie 1
KLEURPLAAT
PONY IN THE
PICTURE
Hoi!
Ik ben Rose-Lynn 13 jaar en ik rijd al ongeveer 5 jaar bij Stal Deb.
Dit verhaaltje gaat natuurlijk niet over mij, maar dit gaat over mijn
topper van Stal Deb. Dat is de kleine zwarte draak Woezel!
Woezel is een zwarte shetlander van 16 jaar oud en is de kleine
draak van Stal Deb. Ik noem hem een draak, omdat hij heel erg
stout en ondeugend kan zijn.
Springen vinden Woezel en ik geweldig om te doen. Bij elke
hindernis vliegt hij er als een unicorn overheen nou ja... niet bij alle
hindernissen.
Woezel kan een voetje en een kusje geven, maar hij doet het
alleen voor wat lekkers. Vooral van paardensnoepjes kan hij geen
genoeg krijgen.
De dressuur vindt hij lastig, vooral het buigen, aan de teugel lopen,
halthouden, wijken en de rechtergalop. Ik rijd Woezel nu met een
slofteugel, want dat helpt voor de buiging en het aan de teugel
lopen. Ook de rechtergalop en het halthouden gaan steeds beter.
Het leuke aan Woezel vind ik dat hij soms eigenwijs en ondeugend
is. Ik vind het ook leuk dat ik Woezel de dingen van de dressuur kan
leren, omdat hij dat heel erg lastig vindt.
PONY IN THE PICTURE
WOEZEL
PONY IN THE PICTURE
WOEZEL
PONY IN THE
PICTURE
Woezel is ook een hele tijd een hele stoute pony geweest. Ik mocht
meehelpen om hem wat braver te maken. Dat vond ik zelf
helemaal geweldig en het lukte na veel vallen en opstaan. Maar
Woezel blijft Woezel ……..
Nog steeds rijden we dressuur- en springlessen. De springlessen
vinden we allebei het leukste. Woezel en ik vliegen over de
hindernissen heen. Ook zijn we al een keer naar het crossbos
geweest. Alleen dat vindt Woezel maar niks!
Hij spring nog liever in de bosjes naast de crosshindernis dan er
overheen.
Woezel vindt het ook altijd heel erg leuk om in een groep op
buitenrit te gaan. Als we dan eenmaal bij een zandpad zijn beland
en de paarden weten dat ze mogen galopperen is Woezel bijna
niet te stoppen. Als hij eenmaal aan het galopperen is over de
zandpaden is het zelfs moeilijk voor de grote paarden om die
kleine shetlander bij te houden.
We hebben ook samen meegedaan aan de Hippische week. Ik
heb in totaal 5 dressuurproefjes gereden en daar zijn we drie keer
1e van geworden.
We hebben ook samen meegedaan aan de herfstfotoshoot. Het
zijn hele leuke foto’s geworden.
Dit was mijn verhaal over Woezel , de kleine zwarte draak.
Liefs Rose-Lynn
en hopelijk tot snel op stal…
Ik nomineer Emma Wellink, om een verhaaltje te schrijven over haar
lievelingspony van Stal Deb.
Hulpen zijn de aanwijzingen die jij aan je paard geeft. Een hulp is
jouw ‘opdracht’ om bijvoorbeeld te versnellen, vertragen, te
wenden of zijwaarts te gaan. Hulpen geef je het liefst zo subtiel
mogelijk. Er zijn verschillende soorten hulpen die je aan een paard kunt geven. Vandaag lees je meer over de gewichtshulp.
Gewichtshulpen De gewichtshulpen zijn hulpen die de steeds subtieler wordende
coördinatie van de been- en teugelhulpen ondersteunen.
Met zijn gewicht kan de ruiter (de rug van) het paard:
• Aan beide kanten belasten
• Aan een kant belasten
• Ontlasten
Hoe rustiger en soepeler je zit, hoe beter het paard op
gewichtshulpen reageert. Je moet in staat zijn tijdens alle
bewegingen je eigen zwaartepunt met dat van het paard in
overeenstemming te houden. Dan ben je voor het paard ook licht
en aangenaam te dragen. De moeilijkheid is echter dat de positie
van het zwaartepunt steeds verandert (dynamisch evenwicht) en je
je daaraan steeds moet aanpassen. Als je niet in evenwicht zit en
niet met de bewegingen van het paard mee kunt gaan, stoor je de
gang en houding van het paard en belemmer je zijn looplust. De
aan beide kanten belastende gewichtshulpen gebruik je als de
achterbenen van het paard geactiveerd moeten worden,
bijvoorbeeld bij alle halve en hele ophoudingen en dus ook bij alle
overgangen. Door de gelijkmatige belasting in combinatie met de
drijvende beeninwerking spoor je beide achterbenen aan om
verder onder het zwaartepunt te treden en duidelijk af te zetten.
RIJTECHTNIEK
HULPEN
Kruis aantrekken Als je in staat bent je ‘kruis aan te trekken’ als dat nodig is, kun je
correct op je paard inwerken. Voor het ‘kruis aantrekken’ worden
buik- en lage rugspieren heel even aangespannen. Door je kruis
aan te trekken spoor je het paard aan om verder onder het
zwaartepunt te treden en meer gewicht te dragen met zijn
achterbenen. Je mag je kruis nooit permanent aantrekken. Doe je
dat wel, dan stompt het paard af en wordt hij eerder in de
voorwaartse beweging geblokkeerd dan dat je hem tot verder
ondertreden brengt. Je kunt dan ook niet meer je bekken
meebewegen, en dat heeft een stijve en onelastische zit tot
gevolg. Deze hulp wordt correct toegepast als hij nauwelijks
zichtbaar wordt uitgevoerd. Zonder de korte impulsen van deze
intensievere gewichtshulp worden bijvoorbeeld ophoudingen – dus
de voorbereidingen op de overgangen en oefeningen – te veel
met de teugels uitgevoerd. De achterbenen van je paard worden
niet genoeg aangespoord om meer onder het zwaartepunt te
komen en meer gewicht te dragen. De controle van de ruiter over
zijn zwaartepuntverplaatsing en zijn evenwicht is daarbij van grote
betekenis. Als je naar achteren gaat met je bovenlichaam, je
bilspieren verkrampt aanspant, je bovenbenen en knieën optrekt
(waardoor automatisch je onderbenen naar voren glijden) maak je
een bekende fout. Deze ruiterfouten belemmeren de werking van
de hulpen.
RIJTECHTNIEK
HULPEN
RIJTECHTNIEK
HULPEN
RIJTECHTNIEK
HULPEN
Aan één kant belastende gewichtshulp De aan één kant belastende gewichtshulp is bij alle oefeningen
waarbij het paard gesteld of gebogen is, een belangrijke
ondersteuning van de teugel- en beenhulpen. Bij het goed
opgeleide paard is dit zelfs de belangrijkste hulp bij het afwenden.
Verplaats je gewicht iets meer naar je binnenzitbeenknobbel. De
heup zakt iets naar beneden en de nog altijd gehoekte knie komt
iets lager te liggen. Door de gewichtshulp wordt het goed gereden
paard aangespoord om, door adequaat af te wenden, het
gemeenschappelijke evenwicht met de ruiter te bewaren. De
vermeerderde druk op jouw binnen zitbeenknobbel ontstaat al
doordat je buitenbeen vanuit de heup wakend naar achteren
gaat. Het te sterk afsteken van de
binnenbeugel veroorzaakt
vaak een doorstrekken van
de binnenknie, waardoor je
je gewicht naar de
verkeerde kant verplaatst.
RIJTECHTNIEK
HULPEN
Ontlastende gewichtshulp De ontlastende gewichtshulp gebruiken we als de rug of de
achterhand van het paard moet worden ontlast. Denk
bijvoorbeeld aan het aanrijden van jonge paarden, bij het
losrijden en bij de eerste oefeningen van het achterwaarts gaan.
Om een ontlastende gewichtshulp te geven, verplaats je je
gewicht iets naar je bovenbeen en de stijgbeugel. Je zitvlak blijft
in het zadel, terwijl je het bovenlichaam, afhankelijk van de mate
van ontlasting, iets voor de loodlijn plaatst. Je zit dan in de
verlichte zit en ontlast op deze manier de paardenrug. Bij alle
gewichtshulpen die in wendingen en gebogen lijnen worden
gegeven, moet je zowel in de dressuurzit als in de verlichte zit
volledig uitgebalanceerd in evenwicht zitten en je aanpassen
aan de bewegingen van het paard. Daarbij moeten je schouders
en heupen in hun natuurlijke houding blijven. Binnenschouder en –
heup mogen niet naar achteren hangen. Overdreven naar voren
schuiven is ook fout. Als je vanuit een correcte basis ontspannen
te paard zit en je hulpen bewust en tegelijk subtiel geeft, zul je
ook in de wendingen in evenwicht zitten.
Heb je nog vragen over gewichtshulpen
of heb je hier hulp bij nodig?
Vraag dan Debby, Nick, Danique
of de andere meiden om je te helpen.
DOOLHOF
RIJTECHTNIEK
GRONDTEMPO
In deze Glossy vertellen we je meer over het grondtempo, controle
en ritme. Drie essentiële zaken je voor elkaar moet hebben om je
paard gecontroleerd door een parcours te kunnen rijden.
Een goed grondtempo is belangrijk voor het springen.
Galopsprongen moeten met een gelijkmatig ritme worden
gereden en even groot zijn. Door het juiste grondtempo kan je
paard voldoende kracht ontwikkelen voor de afzet, zelfs als de
afzet voor de sprong wat veraf of dichtbij is. Grondtempo is een
ruime gedragen galop waarin jij zonder te veel teugelhulpen en
schokkende bewegingen je paard naar voren kunt rijden (galop
verruimen) en terug kunt nemen (galop verkorten) zonder verlies
van balans en ritme. De aanleuning blijft steeds licht. Je kunt het
grondtempo bevorderen door de wendingen correct door te
rijden. Wanneer je paard grondtempo verliest kun jij dit in de
wendingen herstellen door de tijd te nemen om het paard te
corrigeren. Rijd de wending verder uit en vind zo
het grondtempo terug. Ook het
schakelen in de galop
helpt om het grondtempo
vast te houden.
RIJTECHTNIEK
GRONDTEMPO
Voor een springpaard is een goede galop belangrijk. Bij de
beoordeling van de galop wordt gelet op:
Het makkelijk kunnen verkorten en verruimen van de
galopsprongen. Kunnen schakelen is nodig om passend bij de afzet
te komen.
De galop moet krachtig en voldoende ruim zijn, zodat je paard bij
het springen van een hindernis goed kan afzetten en genoeg
hoogte maakt.
De balans is belangrijk. Daardoor kun je makkelijk wendingen rijden,
beter sturen en het geeft een stabiel gevoel.
Controle en ritme Om in het parcours de juiste lijnen te rijden, moet je controle
hebben over richting en tempo. Kunnen sturen, netjes wendingen
kunnen rijden en je paard over het midden van de hindernis laten
springen is belangrijk. Ritme houden hoort daar ook bij. Ritme
betekent dat de beweging regelmatig
is en dat je paard gelijkmatig en vloeiend
beweegt. Jouw balans is belangrijk om
controle over het ritme te hebben. Als je
in balans zit kan je de hulpen op een
goede wijze en op het juiste moment
geven.
PAASWEEKEND? VERVEEL JE JE??
En houd jij ook zo van koekjes bakken? Verras je familie eens met
deze lekkere hoefijzerkoekjes!
Dit heb je nodig: voor ongeveer 40 koekjes
100 gram boter (op kamertemperatuur)
125 gram tarwebloem
1 mespuntje bakpoeder
60 gram gemalen amandelen
60 gram fijne kristalsuiker ½ zakje vanillesuiker
2 eierdooiers
1 eiwit
60 gram amandelschaafsel
100 gram pure chocolade
Versiering (optioneel) bloem voor het bestuiven
HOEFIJZERKOEKJES
BAKKEN
Zet dit vast klaar:
keukenweegschaal – mes – kom – mixer – bakplaat – bakpapier
– schaaltje – vork – keukenkwastje – ovenwanten – taartrooster – spatel – pan
Aan de slag:
1.Verwarm de over voor op 200 °C. Snijd de boter in stukjes. Doe die
met de bloem, het bakpoeder, de amandelen, suiker, vanillesuiker
en de eierdooiers in een kom. Kneed alles eerst met de deeghaken
van de mixer en dan met je handen tot een glad deeg.
2.Bekleed een bakplaat met bakpapier. Rol slierten zo dik als een
potlood van het deeg. Snijd ze in stukjes van 9 cm lang. Leg de
stukjes deeg in de vorm van een hoefijzer op het bakpapier op de
bakplaat en druk iets plat.
3.Klop het eiwit met een vork. Bestrijk de deeghoefijzertjes met het
eiwit en strooi hier het amandelschaafsel op. Druk de amandelen
voorzichtig aan. Bak de koekjes ongeveer 10 minuten in het midden
van de oven tot ze licht bruin gekleurd zijn. Laat de koekjes afkoelen
op het taartrooster.
4.Smelt de chocolade au bain-marie. Dit doe je door een kom in
een pan met heet water te zetten, of een kleinere pan in een grote
pan met heet water te hangen. Vraag een volwassene om je hier
even mee te helpen. Blijf roeren totdat de chocolade helemaal
gesmolten is, let erop dat er geen water bij de chocolade komt.
5.Doop de punten van de boogjes in de chocolade. Je kunt de
uiteinden vervolgens bestrooien met wat versiering. Wij hebben
voor sterretjes gekozen voor een extra feestelijk effect. Laat de
chocolade goed afkoelen, dit kan eventueel in de koelkast.
En daarna: Smullen maar!
LEREN PAARDRIJDEN
OP LATERE LEEFTIJD
Je bent 43 en altijd een beetje bang geweest voor paarden, en
dan wil je dochter ineens op paardrijden. Na een half jaar onze
dochter afzetten bij de poort en daarna heel voorzichtig op de
tuinbank zitten bij Debby, toch maar eens een proefles
aangevraagd. Eerst samen poetsen, daarna wandelen met het
paardje en uiteindelijk er op zitten. “Pff wat een overwinning.”
Debby vraagt hoe het gaat nadat ze een paar rondjes heeft mee
gelopen. " Prima, leuk.“ “Oké, dan laat ik je nu los." HELP wat heb
ik nu weer gezegd. Maar ik vind het eigenlijk best leuk. Al snel
hadden we een gezellig groepje volwassen dames die een
ochtend in de week gingen paardrijden en koffie drinken, ook
belangrijk. Soms denk je echt; ik ga dit nooit leren of waar ben ik
mee bezig, waarom wil ik dit? Nu 7 jaar later vindt ik het een super
sport. Ik kan echt genieten van het poetsen en zadelen, ben
inmiddels best vertrouwd met de paarden en natuurlijk de
fanatieke lessen van Debby. Ik hou van de uitdagingen die Debby
ons geeft. Ik ga ze bijna altijd aan. Stappen, draven of galopperen,
buitenrit, dressuur of springen, alles doen we in de les. Het een
liever dan het ander. Hahaha… soms denk je teveel na, en dan
wordt je bang voor wat er zou kunnen gebeuren. Maar dan ga ik
meestal op mijn gevoel af. Voelt het goed, dan ga ik er voor,
anders niet. En dan is het dubbel genieten als iets lukt. Dankzij het
enthousiasme en de kunde van Debby en haar super lieve
paarden heb ik er op latere leeftijd een nieuwe hobby/verslaving
bij gekregen!! Op naar nog veel meer sportieve jaren met mijn
paardrij vriendinnetjes en de paarden!
❤ Liefs Yoka ❤
LEREN PAARDRIJDEN
OP LATERE LEEFTIJD
❤ Yoka & Dancer ❤
❤ Yoka & Ravel ❤
❤ Y
ok
a &
De
len
a ❤
STAL DEBS GLOSSY
ZELF EEN INTERESSAN ONDERWERP
LAAT HET ONS WETEN VIA:
REDACTIE@ STALDEB
ZELF EEN INTERESSANT ONDERWERP?
LAAT HET ONS WETEN VIA:
DOOLHOF
1. DAT ROMME EEN WIT VOETJE HEEFT.
2. ROMME, RINSKE EN VERRO DEZELFDE VADER HEBBEN.
3. RINSKE EEN WRAT OP HAAR OOR HEEFT.
4. SANTO EEN LITTEKEN HEEFT AAN ZN RECHTER VOORVOETJE. ZIJN MOEDER IS KORT NA DE GEBOORTE OP
ZIJN VOETJE GAAN STAAN.
5. TRISTAN UIT STILSTAND OVER DE WEIDEDRADEN KAN
SPRINGEN.
6. BIJNA ALLE PAARDEN VAN STAL DEB IN DE MAAND MEI
GEBOREN ZIJN.
7. SANTO VOETJE KAN GEVEN.
8. VERRO HIER GEBOREN IS.
9. BEAU DE MEESTE MEDAILLES EN TITELS HEEFT GEWONNEN.
10. BLUE EN HOT VERLIEFD ZIJN OP ELKAAR.
WIST JE DAT ???
ZOEKPLAATJE
VERZORGING
STIJGBEUGELS Hoofdstuk 3 - 1a
De Stijgbeugels en Stijgbeugelriemen
Stijgbeugels hangen aan de beugelriemen, daar steunen je
voeten in tijdens het
rijden. Er zijn heel veel verschillende soort stijgbeugels. Zo zijn er
beugels waarvan het voetbed kan bewegen, beugels die veren,
beugels die open kunnen klappen, veiligheidsbeugels die aan 1
kant open zijn etc. etc. Het is net wat je zelf prettig vindt. Het is in
ieder geval belangrijk dat de beugels breed genoeg zijn en
voorzien van een antislipzooltje. Dit voorkomt dat je voet
doorschiet en vast komt te zitten bij een val.
Draag daarom ook veilige schoenen. Beugelriemen zijn de riemen
waar de stijgbeugels aan hangen. Ze zijn meestal van leer
gemaakt, maar ze zijn er ook van kunststof. Wissel de linker- en de
rechterriem regelmatig om, dat voorkomt verschil in lengte. De
linker rekt namelijk vaak meer uit dan de rechter door het
opstijgen. Controleer de beugelriemen regelmatig op losse stiksels
en uitdroging, een beugelriem die breekt kan vervelende
ongelukken geven.
De gesp van de beugelriem kan aan de bovenkant zitten, onder
het zadelrokje, waarbij het losse uiteinde schuin naar achter door
een lusje op het zadel gestoken wordt. Niet iedereen vindt dit
echter prettig zitten, met behulp van een beugelriemhoesje dat
de riemen aan de onderkant bij elkaar houdt kan de gesp ook
aan de onderkant gedragen worden.
Dit zie je vooral veel bij dressuurruiters.
VERZORGING
STIJGBEUGELS
Beugelriemen op maat maken:
• Controleer de lengte van beugelriemen.
De lengte van beugelriem met beugel is ongeveer gelijk aan de
lengte je arm, van je vingertop tot je oksel. Voordat je opstapt
controleer je met je arm of de beugellengte nog veranderd moet
worden.
• Trek de "opgestoken" beugel naar beneden.
• Je haalt het uiteinde van de beugelriem los en trekt aan de
beugelriem de gesp naar beneden. Je laat de beugelriem in de
stijgbeugelhaak zitten.
• Maak de gesp los en maak de riem korter of langer.
• Trek de gesp aan de riem weer op zijn plaats. Zorg dat de gesp
goed ligt anders drukt hij tegen je dijbeen met rijden.
• Steek het uiteinde van de riem weer op zijn plaats.
• Doe hetzelfde met de beugelriem aan de andere zijde.
HETZELFDE INKLEUREN
KLEURPUZZEL