Wie is de opvoedingsondersteuner? - nji.nl · cijfers gegeven van aantallen...

30
Wie is de opvoedingsondersteuner? Quick scan opvoedingsondersteuners in Nederland

Transcript of Wie is de opvoedingsondersteuner? - nji.nl · cijfers gegeven van aantallen...

Wie is de opvoedingsondersteuner?

Quick scan opvoedingsondersteuners in Nederland

April 2009

Auteurs

Moniek van Dijk

Ingrid Ligtermoet

Dataverzameling

Cecile Chènevert

Deze quick scan is uitgevoerd in opdracht van Movisie Beroepsontwikkeling, in het belang van de Functiegroep

opvoedondersteuning van Phorza. Phorza heeft met ondersteuning van Movisie Beroepsontwikkeling de

Functiegroep Opvoedondersteuning opgericht.

Nederlands Jeugdinstituut

Catharijnesingel 47

Postbus 19221

3501 DE Utrecht

Telefoon (030) 230 63 44

Contactpersoon: Bert Prinsen ([email protected])

Internet www.nji.nl

Wie is de opvoedingsondersteuner?

Inhoudsopgave

1. Inleiding .....................................................................................................5 2. Vraagstelling ..............................................................................................6 3. Werkwijze .................................................................................................. 7 4. Afbakening.................................................................................................8 4.1 Werksoort in ontwikkeling ................................................................................ 8 4.2 Hulp bij het opvoeden....................................................................................... 9 4.3 Vanuit instellingen in het preventieve domein................................................. 9 4.3 Uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteuners..............................10 4.4 Diverse opleidingsachtergronden ....................................................................10 4.5 Op beroepsmatige basis ................................................................................... 11 4.6 Professionals op het terrein van opvoedingsondersteuning die niet direct met ouders werken........................................................................................................ 11 5. Resultaten ................................................................................................ 12 5.1 Uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteuners ..............................12 5.2 Professionals op het terrein van opvoedingsondersteuning die niet direct met ouders werken........................................................................................................15 5.3 Opvoedingsondersteuners in aantallen ...........................................................18 Aantallen opvoedingsondersteuners die specifieke programma’s uitvoeren ....... 20 6. Conclusie en discussie .............................................................................22 6.1 Wil de echte opvoedingsondersteuner opstaan?............................................. 22 6.2 Discussie.......................................................................................................... 23 Literatuur.....................................................................................................25 Bijlage 1 ............................................................................................................... 26 Flyer Functiegroep opvoedondersteuning van Phorza......................................... 26 Bijlage 2 ............................................................................................................... 29 Basismodel Centrum voor Jeugd en Gezin ........................................................... 29

5

1. Inleiding

‘Wie is de opvoedingsondersteuner?’ Deze vraag wil Phorza1 graag beantwoord zien in

het kader van de onlangs met ondersteuning van MOVISIE2 opgerichte Functiegroep

opvoedondersteuning. De Functiegroep opvoedondersteuning biedt professionals

werkzaam binnen het werkveld van de opvoedingsondersteuning een platform om zich

te organiseren en de beroepsuitoefening te versterken en te ondersteunen (zie Bijlage 1

Flyer Functiegroep opvoedondersteuning en www.phorza.nl). Phorza wil in beeld

krijgen welke professionals werkzaam zijn binnen opvoedingsondersteuning, zodat zij

benaderd kunnen worden voor de activiteiten en nieuwsberichten van de functiegroep.

In dit kader heeft MOVISIE het Nederlands Jeugdinstituut gevraagd om een

verkenning te maken van het werkveld waarin beroepskrachten op het gebied van

opvoedingsondersteuning werken. Deze quick scan getiteld ‘Wie is de opvoedingson-

dersteuner?’ is een eerste aanzet om deze beroepsgroep in beeld te krijgen.

Doelstelling van de quick scan is te achterhalen welke en hoeveel beroepskrachten

opvoedingsondersteuning als kerntaak, als één van hun kerntaken of als neventaak

hebben. Phorza wil graag weten bij welke organisaties zij werken en welke functies zij

bekleden. Daarnaast wil Phorza inzicht krijgen in de schil om deze beroepskrachten

heen. Welke beroepskrachten houden zich vanuit een beleids-, management- of

onderzoeksfunctie bezighouden met opvoedingsondersteuning? En welke

beroepskrachten ondersteunen de opvoedingsondersteuners of leiden deze op? Deze

groepen professionals hebben taken op het gebied van opvoedingsondersteuning en

zijn daarom ook relevant voor de beroepsontwikkeling van de opvoedingsondersteu-

ners.

In deze quick scan brengen we op basis van een korte verkenning in beeld waar

bovengenoemde beroepskrachten werkzaam zijn, welke functie zij hebben en welke

relatie zij hebben tot opvoedingsondersteuning. Het accent ligt in deze quick scan op de

uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteuners. Waar mogelijk is dit

cijfermatig onderbouwd. Voor wat betreft de cijfermatige onderbouwing is op voorhand

een waarschuwing op zijn plaats, want overzichten van opvoedingsondersteuners

ontbreken en aantallen worden nauwelijks geregistreerd. We maken voor deze quick

scan gebruik van de weinige beschikbare gegevens en van onderbouwde schattingen.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt de vraagstelling van het onderzoek geëxpliciteerd. Vervolgens

gaan we in hoofdstuk 3 in op de gehanteerde werkwijze. Omdat opvoedingsondersteu-

ning een containerbegrip is, staan we uitgebreid stil bij de afbakening. In hoofdstuk 5

worden de resultaten van de quick scan gepresenteerd en worden de organisaties,

functies en taken van de opvoedingsondersteuners beschreven. Waar mogelijk worden

cijfers gegeven van aantallen opvoedingsondersteuners. We sluiten af met een

conclusie en discussie in hoofdstuk 6.

1 Phorza is de beroepsvereniging voor sociale, (ortho)pedagogische en hulpverlenende functies. 2 De ondersteuning wordt geleverd vanuit de afdeling Beroepsontwikkeling van MOVISIE.

6

2. Vraagstelling

In de Functiegroep opvoedingsondersteuning die door Phorza, met ondersteuning van

MOVISIE is ingesteld, werken opvoedingsondersteuners samen aan de verbetering van

hun beroep en de uitwisseling van kennis. De functiegroep wil graag weten welke

beroepskrachten zich bezighouden met opvoedingsondersteuning. In dit kader heeft

MOVISIE het Nederlands Jeugdinstituut/ NJi gevraagd om een verkenning te maken

van het werkveld waarin beroepskrachten op het gebied van opvoedingsondersteuning

werken. Deze vraag is samen te vatten tot: ‘Wie is de opvoedingsondersteuner?’ Deze

vraag valt uiteen in verschillende deelvragen:

1. Welke beroepskrachten hebben opvoedingsondersteuning als kerntaak, ofwel zijn

hier het grootste deel van hun werktijd mee bezig?

2. Voor welke beroepskrachten behoort opvoedingsondersteuning tot één van de

kerntaken?

3. Voor welke beroepskrachten is opvoedingsondersteuning een (beperkte) neventaak?

4. Bij welke organisaties (en zo mogelijk: op welke afdeling) werken deze

beroepskrachten en welke functies bekleden zij?

5. Welke taken of functie voeren zij uit op het gebied van opvoedingsondersteuning?

6. Hoeveel opvoedingsondersteuners zijn er die opvoedingsondersteuning als

kerntaak, als één van hun kerntaken of als neventaak hebben?

7. Welke beroepskrachten houden zich vanuit beleids-, management-, onderzoeks-,

opleidings- en ondersteuningsfuncties bezig met opvoedingsondersteuning?

8. Bij welke organisaties werken deze beroepskrachten en welke functies bekleden zij?

Doel van deze quick scan is niet om een uitputtende weergave van het werkveld van

opvoedingsondersteuning te beschrijven. Daarvoor is een uitgebreider onderzoek

nodig. Het doel is om bovengenoemd werkveld en met name de beroepskrachten die

hierin werkzaam zijn, binnen een zeer korte tijd met behulp van voorhanden zijnde

bronnen zo goed mogelijk te verkennen.

7

3. Werkwijze

Om bovengenoemde vragen te beantwoorden is vanuit het Kenniscentrum van het

Nederlands Jeugdinstituut een literatuursearch uitgevoerd en zijn verschillende

(koepel)organisaties en experts geraadpleegd. Daarnaast is gebruik gemaakt van

beschikbare informatie via het internet.

Geraadpleegde experts van het Nederlands Jeugdinstituut zijn: Geraldien Blokland,

Bert Prinsen en Henk Dries. Daarnaast is Edith Raap, van het Servicebureau

Opvoedingsondersteuning en Training (SO&T) van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie

Amsterdam (BJAA) geraadpleegd.

Geraadpleegde organisaties zijn GGD Nederland, Actiz, MOgroep, de NVO, MEE

Nederland, CMOnet, de Landelijke Beroepsgroep voor Intern Begeleiders (LBib), de

Vereniging Stevig Ouderschap en Landelijk Steunpunt Home–Start. In een poging

inzicht te krijgen in aantallen opvoedingsondersteuners, hebben we een uitgebreide

bel- en raadplegingronde gehouden. Daarnaast zijn gegevens van het Nederlands

Jeugdinstituut gebruikt, als het gaat om aantallen professionals die werken met

bepaalde opvoedprogramma’s.

De werkwijze was erop gericht om in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk

informatie te achterhalen.

8

4. Afbakening

4.1 Werksoort in ontwikkeling

Opvoedingsondersteuning is een containerbegrip, dat op verschillende manieren kan

worden gedefinieerd. Het begrip ‘opvoedingsondersteuning’ wordt in Nederland door

onderzoekers, beleidsmakers en uitvoerders niet eenduidig gebruikt. In de

verschillende publicaties over opvoedingsondersteuning worden ook verschillende

definities gehanteerd.

Hetzelfde geldt in feite voor de uitvoerder van opvoedingsondersteuning. Het is niet

gemakkelijk om de opvoedingsondersteuner eenduidig te beschrijven. Hierover

bestaan ook verschillende meningen, bijvoorbeeld ten aanzien van het opleidingsni-

veau dat een opvoedingsondersteuner minimaal zou moeten hebben. Opvoedingson-

dersteuning kan worden gezien als een werksoort in ontwikkeling (zie kader). Dit

benadrukt het belang van een heldere afbakening van de beroepskrachten die

onderwerp zijn van deze quick scan.

In dit hoofdstuk zal deze afbakening worden gemaakt aan de hand van het type hulp

wat geboden wordt, het type instellingen en het domein waartoe deze instellingen

behoren, de taken die de opvoedingsondersteuners uitvoeren, de opleidingen die zij

hebben gevolgd, de basis van waaruit zij werken en de relatie die zij hebben tot

opvoedingsondersteuning

Werksoort in ontwikkeling

Beroepskrachten die opvoedingsondersteuning verlenen, zijn werkzaam in

verschillende sectoren, hebben verschillende opleidingsachtergronden, behoren

tot verschillende disciplines en bekleden verschillende functies. In aantal nemen

ze de laatste jaren toe. Er bestaan op dit moment nog geen erkende

beroepscompetentieprofielen voor de opvoedingsondersteuner (op MBO, HBO

of universitair niveau) die door sociale partners in zorg en welzijn erkend zijn.

Kortom, opvoedingsondersteuning is een werksoort in ontwikkeling. Doordat

opvoedingsondersteuning een kerntaak is van de Centra voor Jeugd en Gezin,

dragen deze centra in ontwikkeling indirect bij aan de ontwikkeling van de

werksoort. Steeds meer professionals houden zich bezig met opvoedingsonder-

steuning en er komt steeds meer aandacht voor kwaliteit en effectiviteit. Hoewel

er nog geen aparte beroepsvereniging is voor opvoedingsondersteuners en er

geen vastgestelde beroepscompetentieprofielen zijn, is er vanuit verschillende

hoeken aandacht voor de professionalisering van opvoedingsondersteuning.

Opvoedingsondersteuning lijkt meer en meer een zelfstandig vakgebied te

worden.

9

4.2 Hulp bij het opvoeden

Ook al bestaan er verschillende definities van opvoedingsondersteuning, iedereen is het

er wel over eens dat het in ieder geval gaat over het ondersteunen van ouders bij het

opv0edingsproces, om ‘opvoeders helpen opvoeden’, of meer in vaktermen: om het

verbeteren van de opvoedingssituatie van kinderen, waarbij de ouders het

aangrijpingspunt vormen (Prinsen, Verhegge & Thije, 2002). De volgende activiteiten

kunnen hiertoe gerekend worden: informatie en voorlichting; pedagogische advisering

en licht pedagogische hulp; signalering, vroegtijdige onderkenning en verwijzing;

praktische, instrumentele steun, versterken van zelfhulp en sociale ondersteuning en

het bevorderen van een stimulerende pedagogische en fysieke omgeving (Bakker e.a.,

1998; Hermanns, 1992).

Volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gaat het bij opvoed- en

opgroeiondersteuning om: informatie en advies, licht pedagogische hulp, signalering,

toeleiding naar hulp en coördinatie van zorg (Wmo prestatieveld 2). Deze definitie is

breder dan bovengenoemde definitie, het gaat niet alleen om opvoed- maar ook om

opgroeiondersteuning (preventieve hulp en ondersteuning gericht aan jeugdigen) en

activiteiten als coördinatie van zorg vallen ook onder dit concept. Anderzijds worden

informele en sociale steun niet in deze functionele omschrijving van de Wmo genoemd.

In deze quick scan gaan we ervan uit dat ‘opvoedingsondersteuning’ het ondersteunen

van ouders en opvoeders bij de opvoeding omvat3. Dat kan door middel van

verschillende activiteiten vorm krijgen. Om de afbakening nog scherper te maken,

voegen we in de hierop volgende paragrafen nog een aantal onderscheidende

kenmerken toe, die aangeven over welk werkveld en welke beroepskrachten we het dan

precies hebben.

4.3 Vanuit instellingen in het preventieve domein

Het gaat bij opvoedingsondersteuning om ondersteuning van ouders vanuit het

preventieve domein. Dat wil zeggen dat we het hebben over organisaties en instellingen

die vallen onder de lokale voorzieningen, die onder gemeentelijke regie vallen. Deze

organisaties en instellingen hebben een preventieve functie, namelijk het voorkomen

van opvoed- en opgroeiproblemen. Het gaat hierbij om het beantwoorden van vragen

en het bieden van ondersteuning bij alledaagse en lichte opvoedingsvragen. Wanneer

er sprake is van ernstiger opvoed- en opgroeiproblematiek en er een indicatie is voor

jeugdzorg, spreken we niet meer van opvoedingsondersteuning. Ook vanuit de

jeugdzorg kunnen ouders ondersteund worden bij de opvoeding, maar deze vorm van

intensieve ondersteuning rekenen we in deze quick scan niet tot de opvoedingsonder-

steuning. Opvoedingsondersteuning kan worden gezien als een lichte en preventieve

vorm van ondersteuning aan ouders. Intensievere hulp bij de opvoeding, vanuit de

jeugdzorg, wordt pas ingezet wanneer er sprake is van ernstiger problematiek. Beiden

bevinden zich op hetzelfde continuüm van (preventieve tot geïndiceerde) jeugdzorg. De

kunstmatige scheidslijn kan worden getrokken bij de indicatie voor jeugdzorg, welke

3 Voor een nadere omschrijving van wat ‘opvoedingsondersteuning’ allemaal kan omvatten en aan welke activiteiten en interventies gedacht kan worden, verwijzen we naar de ‘Handreiking opvoedingsondersteuning in het Centrum voor Jeugd en Gezin’ (Dijk, M. van & Prinsen, B., 2009 (concept januari 2009))

10

kan worden afgegeven door Bureau Jeugdzorg (BJZ). Waar bij opvoedingsondersteu-

ning sprake is van opvoedingsvragen en soms beginnende opvoedingsspanning, is er

bij ondersteuning vanuit de jeugdzorg meer sprake van opvoedingscrisis en

opvoedingsnood.

4.3 Uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteu-

ners

Als we het hebben over opvoedingsondersteuners dan zijn dit allereerst de

beroepskrachten die direct met ouders werken en hen ondersteunen bij de opvoeding.

Daarnaast zijn er ook opvoedingsondersteuners in een coördinerende rol. Zij zijn in

staat om – naast het bieden van opvoedingsondersteuning – een ondersteuningsaan-

bod voor ouders te organiseren en te coördineren. De coördinerende opvoedingsonder-

steuner werkt nauw samen met de uitvoerende opvoedingsondersteuner en staat

hierdoor dicht bij de uitvoeringspraktijk. Bij uitvoerende en coördinerende

opvoedingsondersteuners maken we onderscheid tussen professionals die

opvoedingsondersteuning als kerntaak, als één van de kerntaken of als neventaak

hebben.

We nemen in de quick scan alleen die beroepskrachten mee, die expliciete taken

hebben op het gebied van opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning is

onderdeel van hun taakomschrijving. Er zijn namelijk ook beroepskrachten die

opvoedingsondersteuning verlenen, maar bij wie dit geen formele taak is, behorend tot

hun takenpakket. Denk hierbij aan huisartsen, peuterspeelzaalleidsters en

leerkrachten. Uit onderzoek blijkt dat deze professionals voor ouders gemakkelijk

benaderbaar zijn voor opvoedvragen, hoewel dit formeel geen taak is die hoort bij hun

functie. In de wetenschap dat deze groep een belangrijke functie heeft als het gaat om

opvoedingsondersteuning, is deze groep niet opgenomen in deze quick scan, omdat

deze professionals formeel geen opvoedondersteunende taak hebben.

4.4 Diverse opleidingsachtergronden

Vanuit diverse opleidingen kan men in een functie terechtkomen waarin

opvoedingsondersteuning een kerntaak, één van de kerntaken of een neventaak is. Dit

kunnen zowel opleidingen op MBO, HBO, als universitair niveau zijn. Vanuit MBO

opleidingen die opleiden voor opvoedondersteunende functies kan men terechtkomen

in functies als informatiemedewerker, ouderconsulent en oudercontactpersonen.

Vanuit een HBO of universitaire opleiding hebben we het over pedagogen of

pedagogisch adviseurs, ontwikkelingspsychologen, maatschappelijk werkers,

consultatiebureauartsen en jeugdverpleegkundigen.

11

4.5 Op beroepsmatige basis

Opvoedingsondersteuners kunnen zowel vrijwilligers als beroepskrachten zijn. In deze

quick scan beperken we ons tot de opvoedingsondersteuners die opvoedingsondersteu-

ning verlenen op beroepsmatige basis. Dit doen we in de wetenschap dat informele

opvoedingsondersteuning wel een belangrijke vorm van opvoedingsondersteuning is.

Dit valt echter buiten de scoop van dit onderzoek. In overleg met MOVISIE en Phorza

is besloten een uitzondering te maken voor vrijwilligers die werken met een

gestandaardiseerd programma voor opvoedingsondersteuning, zoals Moeders

Informeren Moeders (MIM) en Home Start.

4.6 Professionals op het terrein van opvoedingsonder-

steuning die niet direct met ouders werken

Naast de uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteuners benoemen we in

deze quick scan ook de professionals die wel werkzaam zijn op het terrein van

opvoedingsondersteuning, maar die niet direct met ouders werken. Het gaat om

professionals die zich vanuit beleids-, management-, onderzoeks-, opleidings- en

ondersteuningsfuncties bezighouden met opvoedingsondersteuning.

12

5. Resultaten

5.1 Uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteu-

ners

In verschillende organisaties werken uitvoerende en coördinerende opvoedingsonder-

steuners die opvoedingsondersteuning als kerntaak, als één van de kerntaken of als

neventaak hebben. De indeling van opvoedingsondersteuners die opvoedingsonder-

steuning als kerntaak, als één van hun kerntaken of als neventaak hebben, is een

kunstmatige indeling die is gemaakt om iets te kunnen zeggen over de groep

opvoedingsondersteuners. Het onderscheidende criterium is hier de hoeveelheid tijd

die zij besteden aan opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuners die

opvoedingsondersteuning als kerntaak hebben, zijn het grootste deel van hun tijd bezig

met opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuners die opvoedingsondersteu-

ning als één van hun kerntaken hebben, zijn een groot deel van hun tijd bezig met

opvoedingsondersteuning. Bij opvoedingsondersteuners die opvoedingsondersteuning

als neventaak hebben, is het zo dat zij opvoedingsondersteuning wel als formele taak

hebben, maar dat zij hier slechts een klein deel van hun tijd aan besteden.

Om onderstaande opsomming goed te kunnen interpreteren is het belangrijk te weten

dat Thuiszorgorganisaties en GGD’en beide een afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ)

hebben waar opvoedingsondersteuners werken voor respectievelijk de doelgroep

ouders van 0-4 jarigen en ouders van 4-19 jarigen. In veel gemeenten wordt de JGZ

gezamenlijk aangeboden door thuiszorg en GGD voor de gehele doelgroep 0-19 jarigen

en hun ouders.

Ook is het belangrijk te weten dat organisaties die opvoedingsondersteuning bieden

vaak samenwerkingsverbanden aan gaan. Bijvoorbeeld in de vorm van een Steunpunt

Opvoeding, Opvoedspreekuur of Opvoedwinkel. Deze worden vaak gezamenlijk

georganiseerd door de GGD, de thuiszorgorganisatie en een welzijnsorganisatie.

Tot slot is een belangrijke ontwikkeling dat de afdelingen JGZ van thuiszorgorganisa-

ties en de GGD en het maatschappelijk werk (mogelijk met andere organisaties) de

kernpartners zullen vormen in de nieuwe Centra voor jeugd en Gezin die in alle

gemeenten in ontwikkeling zijn4 (zie bijlage 2 Basismodel Centrum voor Jeugd en

Gezin). Dit betekent dat veel van de hieronder genoemde opvoedingsondersteuners

straks in één centrum zullen samenwerken.

4 Op het moment van het schrijven van deze publicatie zijn er bij het Programmaministerie voor Jeugd en

Gezin 94 Centra voor Jeugd en Gezin bekend (zie: www.invoeringcjg.nl).

13

Professionals met opvoedingsondersteuning als kerntaak

� Bij thuiszorgorganisaties en GGD’en werken bij de afdeling jeugdgezondheids-

zorg (JGZ), pedagogen of pedagogisch adviseurs5 die de opvoedspreekuren

uitvoeren of coördineren, voorlichting geven of deze coördineren en zich

bezighouden met de coördinatie of ondersteuning bij (de invoering van nieuwe)

programma’s en de uitvoering daarvan door jeugdverpleegkundigen. Bij

programma’s valt te denken aan: Home Start, Stevig Ouderschap, MIM, Op Stap,

Triple P, Opvoeden & Zo en VoorZorg. Deze programma’s kunnen ook door

welzijnsorganisaties worden uitgevoerd.

� Bij grote welzijnsorganisaties werken vaak pedagogen of pedagogisch adviseurs

die zich bezighouden met de uitvoering van oudercursussen en themabijeenkom-

sten, opvoedspreekuren en de uitvoering en coördinatie van ander aanbod/andere

programma’s opvoedingsondersteuning, waaronder specifiek aanbod voor ouders in

achterstandssituaties. Voorbeelden van programma’s die door welzijnsorganisaties

worden uitgevoerd zijn: Triple P, Spel aan Huis, Home-Start, oudercursussen en

Opvoeden in beeld.

� Ook in Zorg- en Adviesteams (ZAT’s)6 op scholen en in andere lokale

zorgnetwerken nemen de hierboven genoemde pedagogen vanuit hun kerntaak als

opvoedingsondersteuner vaak deel.

� Binnen MEE-organisaties werken pedagogen die opvoedingsondersteuning

uitvoeren, zowel individueel als in een groepsaanbod. Zij richten zich specifiek op

ouders en kinderen met een beperking en ouders die zelf een beperking hebben. Dit

kunnen zowel lichtere als intensievere vormen van opvoedingsondersteuning zijn.

� In Nederland zijn ook zelfstandige particuliere praktijken waar mensen met

diverse opleidingsachtergronden, waaronder bijvoorbeeld HBO of universitair

geschoolde pedagogen, werken die individuele opvoedingsondersteuning of

opvoedingsondersteuning in de vorm van een groepsaanbod aan ouders aanbieden.

� Bij verschillende media zijn ook pedagogen en ontwikkelingspsychologen

werkzaam die opvoedingsondersteuning als kerntaak hebben. Zij bieden informatie

over opvoeden en beantwoorden vragen van ouders. Denk hierbij aan: het KRO

programma ‘Opvoeden doe je zo’ of aan websites zoals ‘Ouders Online’ en het e-

mailsysteem ‘Hallo Wereld’. Daarnaast zijn er verschillende tijdschriften voor

ouders.

� Bij een tweetal CMO’s, namelijk STAMM en JSO zijn opvoedingsondersteuners in

dienst die opvoedingsondersteuning als kerntaak hebben.

5 Pedagogen of pedagogisch adviseurs zijn HBO of universitair geschoold en meestal werkzaam bij een JGZ

instelling of bij een stedelijke welzijnsorganisatie.

6 Zorg- en adviesteams zijn multidisciplinaire teams waarin instellingen die zorg en ondersteuning bieden

aan jeugdigen en hun ouders, aansluiten bij de zorg die door de school wordt geboden. Meer informatie

hierover is te vinden op: www.zats.nl.

14

� Bij BJAA, afdeling SO&T en Flexus Jeugdplein Rotterdam7 werken naast

indirect opvoedingsondersteuner (zie paragraaf 5.2) ook uitvoerend opvoedingson-

dersteuners.

Professionals met opvoedingsondersteuning als één van hun kerntaken

� Bij thuiszorgorganisaties en GGD’en werken op de afdeling JGZ

jeugdverpleegkundigen die ouders ondersteunen in de vorm van voorlichting,

individuele contacten op spreekuren, tijdens huisbezoeken, in groepen op het

groepsconsultatiebureau en door het geven van oudercursussen, zoals ‘Opvoeden &

Zo’ en de uitvoering van andere programma’s zoals ‘Stevig Ouderschap’, ‘Spel aan

Huis’, ‘Op Stap’, ‘Triple P’ en ‘VoorZorg’.

� In eerder genoemde Zorg- en adviesteams (ZAT’s) op scholen en andere lokale

zorgnetwerken nemen ook vaak jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen deel.

� Bij de GGD’en werken op de afdeling JGZ Voorlichters in eigen taal en cultuur

� (Vetc’ers) die voorlichting en oudercursussen geven aan niet-westerse allochtone

ouders.

� Binnen brede scholen en binnen VVE projecten zoals Spel aan huis, Op Stap,

Kaleidoscoop en Piramide, werken professionals met als aandachtsgebied

opvoedingsondersteuning of ouderbetrokkenheid. Voorbeelden zijn een VVE-

coördinator (functie op HBO niveau) of een functionaris opvoedingsondersteuning

die een oudercursus geeft en individuele contacten met ouders heeft (functie op

MBO niveau). Vaak vinden VVE-projecten plaats in of vanuit brede scholen.

� Grote kinderopvangkoepels hebben soms pedagogen in dienst die

kindobservaties uitvoeren maar daarnaast ook deelnemen aan signaleringsnetwer-

ken en opvoedingsondersteuning aan ouders bieden.

� Bij MEE-organisaties werken professionals met opvoedingsondersteuning als één

van hun kerntaken.

Professionals met opvoedingsondersteuning als neventaak

� Bij thuiszorgorganisaties en GGD’en werken op de afdeling JGZ jeugdartsen

die waar nodig opvoedinformatie of –advies verlenen aan ouders in de individuele

contacten. Opvoedingsondersteuning is voor jeugdartsen een neventaak.

� In eerder genoemde Zorg- en adviesteams (ZAT’s) nemen vaak jeugdartsen van

de GGD deel als het om het voortgezet onderwijs gaat.

� Binnen het algemeen en schoolmaatschappelijk werk wordt door

(school)maatschappelijk werkers soms ook opvoedingsondersteuning geboden. De

algemeen maatschappelijk werker kan dit doen tijdens de individuele contacten met

ouders. Soms verzorgt een maatschappelijk werker ook een cursus voor ouders. De

schoolmaatschappelijk werker biedt ook wel opvoedingsondersteuning aan ouders

7 Flexus Jeugdplein is voortgekomen uit een fusie van Stichting Jeugdplein, Stichting Flexus, de

Oecomenische Stichting en Dak boven je hoofd.

15

bij schoolproblemen van een kind, bijvoorbeeld met behulp van videohometraining.

Voor schoolmaatschappelijk werkers is dit een neventaak.

� Intern begeleiders op scholen hebben leerlingenzorg als hoofdtaak, maar geven

in individuele contacten ouders soms ook opvoedtips.

� Tot slot enkele overige organisaties die soms opvoedingsondersteuning bieden,

maar voor wie dit niet één van de kerntaken is: ROC’s (themabijeenkomsten),

kraamzorg, Bureau HALT, zelforganisaties van migranten, patiënten en andere

belanghebbenden.

Soms specialiseren professionals, zoals jeugdverpleegkundigen en maatschappelijk

werkers, zich zodanig in het geven van opvoedingsondersteuning dat het geen

neventaak of één van de kerntaken meer is, maar dat het hun kerntaak wordt. Een

voorbeeld is een jeugdverpleegkundige die VoorZorg verpleegkundige wordt of een

maatschappelijk werker die zich toespitst op het geven van oudercursussen.

5.2 Professionals op het terrein van opvoedingsonder-

steuning die niet direct met ouders werken

Naast de uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteuners zijn er professionals

die zich vanuit beleids-, management-, onderzoeks-, opleidings- en ondersteunings-

functies bezighouden met opvoedingsondersteuning. Het gaat om een omvangrijke

groep beroepskrachten die niet direct met ouders werkt, maar die wel taken heeft die

betrekking hebben op het thema opvoedingsondersteuning. Zonder uitputtend te zijn,

bieden we in deze paragraaf inzicht in deze groep beroepskrachten. Waar mogelijk

wordt informatie over afdelingen, functies en taken genoemd.

We maken een indeling in:

A. Adviserend/ ondersteunend

B. Bestuur/ beleid (overheid)

C. Koepels/ brancheorganisaties

D. Kennisontwikkeling en training

E. Beroepsverenigingen

F. Opleidingen

A. Adviserend/ ondersteunend

Organisaties die zich met opvoedingsondersteuning bezighouden vanuit een

adviserende of ondersteunende rol, zijn onder andere de Provinciale Centra voor

Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO’s) en Bureaus Jeugdzorg.

CMO’s

Bij CMO’s werken adviseurs en beleidsmedewerkers die zich bezighouden met

beleidsvoorbereiding, advisering aan gemeenten, uitvoering van (implementa-

tie)trajecten, werkontwikkeling en deskundigheidsbevordering van professionals. De

16

CMO’s die erg actief zijn op het terrein van opvoedingsondersteuning zijn onder

andere: JSO, Spectrum en K2.

Bureaus Jeugdzorg

Als het gaat om de adviserende en ondersteunende rol van Bureaus Jeugdzorg moet

opgemerkt worden dat veel Bureaus Jeugdzorg deze functie hebben afgebouwd of

verzelfstandigd in een aparte setting. Een voorbeeld hiervan is Jeugdplein Rotterdam.

Er zijn daarnaast professionals, zowel adviseurs als beleidsmedewerkers, in deze rol

werkzaam bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam (afdeling SO&T) en Bureaus Jeugdzorg in

Noord-Holland, Utrecht (alleen trainingen) Groningen en Drenthe. Zij werken vaak op

een afdeling preventie en houden zich bezig met aansluitingstaken8 zoals

deskundigheidsbevordering en lokale opvoedingsondersteuning.

B. Bestuur/ beleid

Als het gaat om professionals die zich vanuit bestuur en beleid (overheid) bezighouden

met opvoedingsondersteuning, denken we aan bestuurders en beleidsmedewerkers die

werkzaam zijn bij gemeenten, provincies, ministeries (Programmaministerie voor

Jeugd en Gezin, Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Ministerie

voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)), aan de Vereniging van Nederlandse

Gemeenten (VNG) en aan de gemeenten. Deze beleidsmedewerkers werken veelal op

een afdeling jeugd, welzijn of sociaal beleid. Vaak hebben zij meerdere beleidsvelden in

hun takenpakket. Beleidsmedewerkers jeugdbeleid bij gemeenten hebben vaak een

breed takenpakket en in veel gevallen hebben zijn ook andere beleidsvelden onder hun

hoede. Een aanzienlijke hoeveelheid van hun tijd besteden zij aan regietaken (Van Dijk,

Verhaar, e.a. 2006).

C. Koepels/ brancheorganisaties

Koepels en brancheorganisaties die met opvoedingsondersteuning te maken hebben

zijn: Actiz (organisatie van zorgondernemers), GGD Nederland (landelijke vereniging

voor GGD’en), MO groep (Brancheorganisatie voor Welzijn en Maatschappelijke

Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang) en CMOnet (Landelijk netwerk voor

provinciale centra voor maatschappelijke ontwikkeling). Bij Actiz en GGD Nederland

gaat het om beleidsmedewerkers en andere professionals die werkzaam zijn bij de

afdeling jeugdgezondheidszorg. Bij de MO groep gaat het om medewerkers werkzaam

op de afdelingen Jeugdzorg en Maatschappelijke Dienstverlening en Welzijn.

D. Kennisontwikkeling en training

Als het gaat om kennisontwikkeling en training op het gebied van opvoedingsonder-

steuning zijn veel verschillende organisaties en instituten actief. Denk hierbij onder

andere aan: het Nederlands Jeugdinstituut (Kenniscentrum, de afdeling Jeugd &

Opvoeding, de afdeling Jeugdzorg en Opvoedhulp en de afdeling Programma-

8 Met aansluitingstaken wordt bedoeld: taken op het gebied van de aansluiting tussen de preventieve lokale

voorzieningen en de geïndiceerde provinciale zorgaanbieders.

17

implementatie & Training), het Trimbos-instituut, Pharos, het RIVM, Stichting De

Meeuw en TOPPUNT9.

E. Beroepsverenigingen

In het kader van deze quick scan zijn o.a. de volgende beroepsverenigingen relevant:

Nederlandse Vereniging voor Preventie en Gezondheidsbevordering (NVPG),

Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO), Nederlandse

Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW), Phorza (beroepsvereniging voor

sociale, (ortho)pedagogische en hulpverlenende functies), Artsen Jeugdgezondheids-

zorg Nederland (AJN) en de Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN).

F. Opleidingen

Opleidingen die opleiden tot de verschillende typen opvoedingsondersteuner zijn

MBO’s, ROC’s, Hogescholen en Universiteiten. Hogescholen met opleidingen

pedagogiek zijn o.a.: Hogeschool Utrecht, Den Haag, Rotterdam, HVA Amsterdam,

Fontys Eindhoven, Saxion, Windesheim en Leiden. Bij universiteiten is

opvoedingsondersteuning vaak ondergebracht bij faculteiten pedagogiek en

ontwikkelingspsychologie en bijvoorbeeld bij vakgroepen maatschappelijke

vraagstukken.

G. Onderzoek (not for profit)

Als het gaat om not for profit onderzoek op het gebied van opvoedingsondersteuning

denken we aan instituten en organisaties zoals: SCO-Kohnstamm Instituut, CBS,

ZONMw, TNO, Universiteiten (inclusief medische centra als AMC en UMC), Verwey-

Jonker Instituut, Nederlands Jeugdinstituut, Trimbos- instituut, E-quality, GGD’en,

provincies en CMO’s.

H. Onderzoek en advies (profit)

Als het gaat om commerciële organisaties die onderzoek verrichten op het gebied van

opvoedingsondersteuning denken we onder andere aan bureaus zoals BMC, Research

voor beleid, Adviesbureau van Montfoort, Practicon, Pi-research en Sardes. Daarnaast

zijn er talloze kleine onderzoek- en adviesbureaus en eenmansbedrijfjes.

9 TOPPUNT is een samenwerkingsverband van vier organisaties, namelijk JSO, K2 en Spectrum en Bureau

Jeugdzorg Amsterdam.

18

5.3 Opvoedingsondersteuners in aantallen

Landelijk, regionaal en lokaal wordt nauwelijks geregistreerd hoeveel professionals

opvoedingsondersteuning als kerntaak, als één van de kerntaken of als neventaak

hebben. Dit maakt het onmogelijk om op basis van een quick scan een betrouwbaar

beeld te geven van aantallen opvoedingsondersteuners in Nederland. De aantallen die

wel beschikbaar waren en de aantallen die op basis van onderbouwde schattingen zijn

verkregen staan hieronder weergegeven.

De hieronder genoemde aantallen moeten om een aantal redenen met voorzichtigheid

geïnterpreteerd worden. Allereerst is het overzicht is niet compleet – alleen

beschikbare aantallen zijn hier weergegeven. Vanwege de beperkte tijd die beschikbaar

was voor deze quick scan, zijn niet alle organisaties die genoemd zijn in 5. 2 benaderd.

Van de organisaties die benaderd zijn, waren bovendien niet alle organisaties in staat

om in een zeer korte tijd de gevraagde informatie te leveren. De cijfers hieronder geven

dus alleen de snel beschikbare aantallen weer van opvoedingsondersteuners in.

Daarnaast zit er overlap tussen verschillende aantallen. We noemen eerst de aantallen

die bekend zijn bij organisaties en daarna de aantallen die bekend zijn bij beheerders

en ontwikkelaars van programma’s. Dit zorgt voor overlap, bijvoorbeeld bij de

verpleegkundigen; VoorZorg en Stevig Ouderschap verpleegkundigen worden namelijk

ook genoemd onder de jeugdverpleegkundigen. Over de betrouwbaarheid van de

geleverde aantallen kunnen we geen uitspraken doen. In veel gevallen betreffen het

schattingen. Volledig is het overzicht zeker niet.

Thuiszorgorganisaties

Van pedagogen, jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen zijn de volgende aantallen en

formaties (fte’s) bekend:

1087 jeugdartsen (445 fte)

1990 jeugdverpleegkundigen (1273 fte)

Van pedagogen zijn geen cijfers of fte’s bekend.

Bron: raadpleging Actiz (2009)

Algemeen en Schoolmaatschappelijk werk

Uit het adressenbestand van de functiegroep schoolmaatschappelijk werk kan worden

afgeleid dat er ongeveer 1890 schoolmaatschappelijk werkers zijn. Bron: Nieuwsbrief

van de NVMW (18 oktober 2008). De NVMW is niet in staat om hier aanvullende

informatie over te verstrekken. Ook de MO groep heeft geen goed zicht op aantallen

maatschappelijk werkers die zich bezighouden met opvoedingsondersteuning.

Intern begeleiders

Er zijn 7500 scholen voor primair onderwijs. Ervan uitgaande dat iedere school een

intern begeleider heeft, zijn er dus evenveel intern begeleiders in Nederland, voor wat

betreft het primair onderwijs.

Bron: raadpleging LBib (2009)

19

Orthopedagogen

De NVO heeft geen goed zicht op het aantal (ortho)pedagogen dat actief is in de

preventieve sector en in het bijzonder in de opvoedingsondersteuning. Vanuit de aard

van het beroep zijn orthopedagogen meer gericht op de klinische praktijk. In hoeverre

er aandacht is voor het specifieke werkveld van de preventieve opvoedingsondersteu-

ning is niet helder.

Bron: raadpleging NVO (2009)

GGD Nederland

Op basis van de Algemene benchmark GGD’en van 2007 heeft GGD Nederland op

verzoek een schatting gemaakt van het aantal JGZ artsen en verpleegkundigen:

JGZ artsen 4-19: 350 à 380 fte

Verpleegkundigen: 400 à 455 fte

Bron: raadpleging GGD Nederland (2009)

MEE-organisaties

Op basis van gegevens van enkele MEE organisaties heeft MEE Nederland een

schatting gemaakt van het aantal medewerkers dat zich bezighoudt met

opvoedingsondersteuning:

1. uitvoerend: 480

2. coördinerend: 84

3. beleidsmatig: 54

Er is geen onderscheid gemaakt in preventieve opvoedingsondersteuning en

intensievere ondersteuning bij problemen. Deze medewerkers zijn werkzaam in de

basisteams of op een afdeling jeugd.

Bron: raadpleging MEE Nederland (2009)

CMOnet

Uit een mailronde door CMOnet onder CMO’s komt het volgende naar voren:

� PRIMO nh (Noord-Holland) heeft geen uitvoerend opvoedingsondersteuners in

dienst, maar wel een aantal adviseurs die gezamenlijk voor 1fte werken aan

opvoedingsondersteuning. Zij zitten in het team jeugd.

� STAMM (Drenthe) heeft 6 adviseurs die werken in de uitvoering van

opvoedingsondersteuning en 10 adviseurs die zich bezighouden met CJG

ontwikkeling, ouderbeleid op scholen, mentorprojecten en armoedebeleid.

� CMO Groningen heeft geen uitvoerende opvoedingsondersteuners in dienst. Op de

afdeling jeugd & onderwijs werken adviseurs, die zich ook bezighouden met

opvoedingsondersteuning (als één van de gemeentelijke taken lokaal preventief

jeugdbeleid)

� K2 (Brabant) heeft geen uitvoerend opvoedingsondersteuners in dienst. Er zijn vijf

adviseurs die zich bezighouden met opvoedingsondersteuning, zij adviseren op het

gebied van: deskundigheidsbevordering en het Centrum voor Jeugd en Gezin.

� Alleato (Utrecht) heeft geen uitvoerend opvoedingsondersteuners in dienst. Er zijn

3 a 4 adviseurs die zich regelmatig met opvoedingsondersteuning bezighouden

20

(inrichting Centra voor Jeugd en Gezin, ouderbetrokkenheid bij VVE en onderwijs

en opvoeden en opgroeien tussen twee culturen).

� JSO (Zuid-Holland) heeft 29 uitvoerend opvoedingsondersteuners (15,5 fte) (incl.

JIP) in dienst. Zij zijn werkzaam op de afdeling uitvoering en signalering. Op de

afdeling advisering en methodiekontwikkeling werken 36 personen (24 fte) die zicht

met opvoedingsondersteuning bezighouden. Dit is opvoedingsondersteuning in

brede zin gedefinieerd (inclusief brede school, kinderopvang, etc.). Op de afdeling

training gaat het om nog 15 personen (8,8 fte).

Aantallen opvoedingsondersteuners die specifieke

programma’s uitvoeren

Professionals die (alleen) werken met specifieke programma’s, staan vaak geregistreerd

bij de beheerder of ontwikkelaar van dat programma. Zo weten we hoeveel

professionals bepaalde programma’s uitvoeren. Deze aantallen kunnen niet worden

opgeteld bij de eerder genoemde aantallen, omdat daar overlap tussen zit.

Home-Start

1540 Home-Start vrijwilligers

80 Home-Start coördinatoren

15 ondersteuners van coördinatoren

Aantal locaties /gemeenten in Nederland die Home-Start aanbieden: 105

Bron: Landelijk Steunpunt Home-Start Nederland (conceptcijfers 2008)

Moeders Informeren Moeders (MIM)

362 MIM bezoekmoeders

26 MIM-coördinatoren

Aantal locaties in Nederland waar MIM wordt aangeboden: 19

Bron: Nederlands Jeugdinstituut (cijfers over 2007)

Triple P

Het aantal getrainde Triple P professionals op niveau 2 en 3 was in december 2008:

Individueel niveau 2: 400 professionals

Lezingen niveau 2: 100 professionals

Primary Care niveau 2/3: 780 professionals

Bron: Nederlands Jeugdinstituut

Opvoeden & Zo

Op dit moment hebben 326 cursusleiders Opvoeden & Zo zich ingeschreven voor het

besloten deel voor cursusleiders op de website Opvoeden & Zo. In totaal zijn er in

Nederland meer cursusleiders Opvoeden & Zo want niet alle cursusleiders hebben zich

21

ingeschreven op de website. Er zijn in Nederland 23 trainers Opvoeden & Zo die

cursusleiders kunnen opleiden om de cursus aan ouders te geven

Bron: Nederlands Jeugdinstituut

Stevig Ouderschap

In totaal zijn er in Nederland momenteel circa 185 Stevig Ouderschap verpleegkundi-

gen werkzaam.

Bron: Vereniging Stevig Ouderschap

Voorzorg

Op dit moment zijn er 27 VoorZorg verpleegkundigen werkzaam in Nederland.

Bron: Nederlands Jeugdinstituut

Om een indicatie te geven van aantallen opvoedingsondersteuners in een

grootstedelijke situatie geven we hieronder ook de beschikbare cijfers van de stadsregio

Amsterdam (zie kader).

Opvoedingsondersteuners in Amsterdam

Om een beeld te geven van hoeveel opvoedingsondersteuners er in een grote

stad werkzaam kunnen zijn, geven we een overzicht van beschikbare cijfers in

Amsterdam. De stadsregio Amsterdam heeft ervoor gekozen om Triple P

stadsbreed in te voeren. Een groot aantal opvoedingsondersteuners zijn

inmiddels getraind om Triple P uit te kunnen voeren. Doordat deze

professionals geregistreerd staan, wordt ook duidelijk hoeveel opvoedingson-

dersteuners er globaal in Amsterdam werkzaam zijn. Het gaat om:

� 44 pedagogisch adviseurs, in dienst van welzijnsinstellingen

� 20 coördinatoren opvoedingsondersteuning (in dienst van BJAA (SO&T))

� 16 schoolmaatschappelijk werkers, in dienst van het ABC Onderwijsadvi-

seurs

� 25 algemeen maatschappelijk werkers, bij instellingen voor

maatschappelijk werk

� 114 jeugdverpleegkundigen, in dienst van de GGD

� jeugdverpleegkundigen, in dienst van de thuiszorg

Daarnaast zijn er bij SO&T nog 35 professionals werkzaam op het terrein van

opvoedingsondersteuning in beleid, uitvoering en als programmacoördinator

voor bijvoorbeeld Home-Start.

Bron: Servicebureau Opvoedingsondersteuning & Trainingen (SO&T),

Amsterdam (2009)

22

6. Conclusie en discussie

6.1 Wil de echte opvoedingsondersteuner opstaan?

De resultaten van deze quick scan schetsen een beeld van de diversiteit aan

opvoedingsondersteuners in Nederland. Deze opvoedingsondersteuners zijn werkzaam

in verschillende functies en in verschillende organisaties. Om toch iets te kunnen

zeggen over de groep uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteuners is de

indeling gemaakt in opvoedingsondersteuners die opvoedingsondersteuning als

kerntaak, als één van hun kerntaken of als neventaak hebben.

Over het algemeen kunnen we concluderen dat de opvoedingsondersteuners met

opvoedingsondersteuning als kerntaak meestal pedagoog (ook wel pedagogisch

adviseur genoemd) zijn en werken bij thuiszorgorganisaties of GGD’en (JGZ), bij grote

welzijnsorganisaties, bij MEE-organisaties, in particuliere praktijken en bij de media.

Het kan daarbij zo zijn dat de GGD, de thuiszorgorganisatie en/ of welzijnsorganisatie

samen de opvoedingsondersteuning organiseren vanuit een Steunpunt Opvoeding,

Opvoedspreekuur of Opvoedwinkel. Het samenwerkingsverband wat nu in alle

gemeenten wordt ontwikkeld is het Centrum voor Jeugd en Gezin10. Dit betekent dat

veel opvoedingsondersteuners, wanneer dat nu nog niet het geval is, in de toekomst in

het Centrum voor Jeugd en Gezin zullen gaan samenwerken.

De tweede groep opvoedingsondersteuners zijn de opvoedingsondersteuners met

opvoedingsondersteuning als één van hun kerntaken. Jeugdverpleegkundigen van de

JGZ hebben opvoedingsondersteuning meestal als één van hun kerntaken. Het kan

voorkomen dat zij zich zodanig specialiseren dat opvoedingsondersteuning hun

kerntaak wordt, maar in de meeste gevallen zal het gaan om één van de kerntaken. Dit

laatste geldt ook voor maatschappelijk werkers. Andere professionals die

opvoedingsondersteuning als één van hun kerntaken hebben zijn jeugdverpleegkundi-

gen, Vetc’ers, VVE coördinatoren, functionarissen opvoedingsondersteuning,

pedagogen in dienst van de kinderopvang en opvoedingsondersteuners bij MEE-

organisaties. Professionals met opvoedingsondersteuning als neventaak zijn

jeugdartsen en algemeen en schoolmaatschappelijk werkers.

Op basis van de resultaten van de quick scan kunnen we geen eenduidig beeld schetsen

van het werkveld van de uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteuners. Dit

beeld is niet eenduidig omdat het gaat over:

� verschillende beroepen (onder andere JGZ verpleegkundigen,

(school)maatschappelijk werkers, pedagogen/ pedagogisch adviseurs);

� verschillende organisaties (onder andere GGD, thuiszorg, welzijnsinstellingen en

kinderopvang);

� verschillende activiteiten (onder andere informatie en advies, oudercursussen en

één-op-één pedagogisch advies).

10 In de praktijk zien we dat Steunpunten Opvoeding, Opvoedingspreekuren en Opvoedwinkels veelal worden

doorontwikkeld tot een Centrum voor Jeugd en Gezin.

23

Naast de uitvoerende en coördinerende opvoedingsondersteuners zijn er ook

professionals die zich indirect vanuit beleids-, management-, onderzoeks-, opleidings-

en ondersteuningsfuncties bezighouden met opvoedingsondersteuning. Ook dit is een

omvangrijke groep beroepskrachten werkzaam in zeer uiteenlopende organisaties en

functies.

De resultaten van de quick scan bieden niet voldoende betrouwbare informatie om

gedegen uitspraken te doen over het aantal professionals dat zich in Nederland

bezighoudt met opvoedingsondersteuning. Dit komt doordat opvoedingsondersteuners

niet systematisch en centraal worden geregistreerd. Wat opvalt, is dat opvoedingson-

dersteuners die een specifiek programma uitvoeren of coördineren vaak wel worden

geregistreerd. Deze registraties worden bijgehouden door de ontwikkelaars en

beheerders van de programma’s.

Wat dit onderzoek oplevert, is een verkenning van het werkveld van de

opvoedingsondersteuners in Nederland. Deze verkenning levert inzicht op in wat we al

wél en wat we nog niet weten over opvoedingsondersteuning in Nederland. In de

context van de Centra voor Jeugd en Gezin ontwikkeling is dit niet alleen relevante

informatie voor Phorza, maar ook voor andere belanghebbenden.

Hoewel dé opvoedingsondersteuner op dit moment nog niet bestaat, kunnen de

activiteiten van de Functiegroep opvoedondersteuning in het kader van de

beroepsontwikkeling van opvoedingsondersteuners eraan bijdragen dat

opvoedingsondersteuning zich in de toekomst ontwikkelt tot een afgebakend

vakgebied. Mogelijk kunnen we in de toekomst dan een eenduidig antwoord geven op

de vraag: ‘Wie is de echte opvoedingsondersteuner?’

6.2 Discussie

Zoals aangegeven in de discussie is de vraag: ‘Wie is de opvoedingsondersteuner?’ op

basis van deze quick scan niet eenduidig te beantwoorden. Om toch iets te kunnen

zeggen over de groep opvoedingsondersteuners is de indeling gemaakt in

opvoedingsondersteuners die opvoedingsondersteuning als kerntaak, als één van hun

kerntaken of als neventaak hebben. Deze indeling en de plaatsing van de professionals

in deze categorieën is gemaakt op basis van inschattingen van experts en geraadpleegde

organisaties. Het zou interessant zijn om deze indeling in een breder verband te

bediscussiëren. Dit zou ertoe kunnen leiden dat het overzicht wordt aangevuld of

aangepast. Ook zou het interessant zijn om indelingen te maken op basis van andere

onderscheidende criteria, zoals: competenties, vaardigheden en kennis van

opvoedingsondersteuning.

Daarnaast dient over deze indeling te worden opgemerkt dat het per stad of regio kan

verschillen bij welke organisatie(s) of professional(s) het zwaartepunt ligt qua

tijdsinvestering die in opvoedingsondersteuning wordt gestoken. Waar in de ene stad

de jeugdgezondheidszorg de belangrijkste uitvoerder is van opvoedingsondersteuning,

kan dit in een andere stad het maatschappelijk werk zijn. De mate waarin verschillende

regio’s, steden of dorpen zich in deze quick scan zullen herkennen, zal hierdoor

verschillen.

24

Wat niet in deze quick scan is opgenomen, is de mate waarin deze professionals zich

opvoedingsondersteuner voelen. Deze vraag is voor Phorza, de Functiegroep

opvoedondersteuning en iedereen die zich met opvoedingsondersteuning bezighoudt

echter wel relevant. Voor de functiegroep is het van belang dat zij een groep gaan

aanspreken die zich ook daadwerkelijk ‘opvoedingsondersteuner’ voelt, zodat zij ook

gemotiveerd zijn om via de Functiegroep opvoedondersteuning bij te dragen aan en op

de hoogte gehouden te worden over de beroepsontwikkeling van opvoedingsonder-

steuners. Ook voor beleidsmakers is het relevant te weten wie zich opvoedingsonder-

steuner voelt, zodat zij gericht beleid kunnen ontwikkelen. Tot slot is deze vraag voor

managers in uitvoerende organisaties relevant, in het kader van het personeelsbeleid.

Wellicht ten overvloede willen we opmerken dat het onderhavige onderzoek een quick

scan is. Dit betekent dat er geen systematisch onderzoek is verricht, maar dat er

gebruik is gemaakt van beschikbare informatie en raadplegingen bij organisaties en

experts. De resultaten van het onderzoek dienen geïnterpreteerd te worden als een

verkenning het werkveld van de opvoedingsondersteuners.

Het zou interessant zijn om aan deze quick scan kwantitatieve en kwalitatieve

vervolgonderzoek(en) te koppelen. Dan zouden meer variabelen in het onderzoek

opgenomen kunnen worden. Denk hierbij aan: taak- en functieomschrijvingen,

beroepsprofielen en ontwikkelingen ten aanzien van professionalisering,

daadwerkelijke tijdsinvestering in opvoedingsondersteuning, interventies en methoden

die worden toegepast, beleving van professionals ten aanzien van hun taak en functie,

etc. Op basis van aanvullend kwantitatief en kwalitatief onderzoek zou dan een

vollediger beeld geschetst kunnen worden van het werkveld van de opvoedingsonder-

steuners.

25

Literatuur

Bakker, I. & Bakker, K. (1998). O & O in perspectief. Utrecht: NIZW Jeugd

Dijk, M. van, Verhaar, K. & Westering, Y. van (2006). Investeringen in Jong : quick

scan naar de meerkosten die zijn verbonden aan een actieve invulling van de vijf

gemeentelijke functies van opvoed- en opgroeihulp voorafgaand aan de

jeugdzorg. Den Haag: SGBO.

Dijk, M. van & Prinsen, B. (2009). Handreiking opvoedingsondersteuning in het

Centrum voor Jeugd en Gezin. Conceptversie 21-02-2009. Utrecht: Nederlands

Jeugdinstituut.

Hermanns, J. M. A. (1992). Het sociale kapitaal van jonge kinderen. Jonge kinderen,

opvoeders en opvoedingsondersteuning. Utrecht: SWP.

Ligtermoet, I. & Pennings, T. (2005). Registratie van opvoedingsondersteuning: een

begin: Enkele landelijke cijfers uit 2002-2003. Utrecht: NIZW Jeugd.

Prinsen, B., Verhegge, K. & Thije, I. ten (2002). Met ouders samen. Opvoedingsonder-

steuning in de preventieve zorg in Nederland en Vlaanderen. Utrecht: NIZW

Jeugd.

Programmaministerie voor Jeugd en Gezin (2007). Het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Factsheet van het basismodel CJG, opgesteld i.s.m. VNG, IPO, GGD Nederland,

Actiz en MO groep. Den Haag: Programmaministerie voor Jeugd en Gezin.

26

Bijlage 1

Flyer Functiegroep opvoedondersteuning van Phorza

27

Functiegroep opvoedondersteuning

Beroepsvereniging Phorza biedt professionals werkzaam binnen de

opvoedondersteuning een platform om zich te organiseren en de

beroepsuitoefening te versterken en ondersteunen. Hiervoor stelt zij de

functiegroep opvoedondersteuning in.

Steeds meer professionals houden zich bezig met opvoedondersteuning.

Opvoedondersteuning is een verzamelnaam voor alle activiteiten die tot doel hebben de

opvoedingssituatie van kinderen te verbeteren. Deze activiteiten richten zich niet op

het kind, maar op de opvoeders en op de context waarin wordt opgevoed; het gezin, de

kinderopvang, de media, enzovoort. Ouders en verzorgers kunnen opvoedondersteu-

ning krijgen in de vorm van online advies, bijeenkomsten over een opvoedkundig

thema, oudercursussen etc.

Professionals

Professionals in de opvoedondersteuning werken in allerlei functies. Bijvoorbeeld als

pedagogisch adviseur, coördinator van het programma Home-Start, adviseur

opvoedingsondersteuning, coördinator opvoedsteunpunt etc. Behalve als hoofdtaak

wordt opvoedondersteuning vaak als deeltaak uitgevoerd. Een maatschappelijk werker

die voor een aantal uur per week pedagogische adviesgesprekken voert of een

consultatiebureau verpleegkundige die een oudercursus geeft, doet ook aan

opvoedondersteuning. Het is dus niet voorbehouden aan een specifieke werksoort. Dit

komt omdat het uitgangspunt van opvoedondersteuning is, dat het toegankelijk en

beschikbaar moet zijn en gedifferentieerd naar doelgroep en problematiek.

Zelfstandig vakgebied

De afgelopen tijd neemt zowel het aantal beroepskrachten, hun werktijd binnen de

opvoedondersteuning als het aantal ingezette programma’s toe. Ook op

wetenschappelijk gebied is er inmiddels veel kennis verzameld over opvoedondersteu-

ning. Met het opnemen van opvoedondersteuning als specifieke functie in de landelijke

Centra voor Jeugd en Gezin, wordt duidelijk dat opvoedondersteuning een zelfstandig

vakgebied is geworden en niet langer alleen een onderdeel van het bredere takenpakket

van beroepskrachten in de (preventieve) jeugdzorg is.

28

Een dergelijk zelfstandig vakgebied vereist natuurlijk ook een duidelijke profilering van

beroepskrachten die binnen het vakgebied opereren en zich nadrukkelijker gaan

onderscheiden als opvoedondersteuners. Er moet meer eenduidigheid komen op het

gebied van functie-eisen, vooropleiding, bijscholing, en andere zaken waar het

opvoedondersteuning betreft.

Functiegroep

Om die eenduidigheid te creëren en vast te houden, is het opzetten van een

functiegroep voor opvoedondersteuners een belangrijk instrument. Het doel van een

functiegroep is het bieden van een platform, waarin professionals die werkzaam zijn

binnen de opvoedondersteuning zich organiseren en daarmee de beroepsuitoefening

op dit terrein kunnen versterken en ondersteunen.

Wat levert de functiegroep op?

� Belangenbehartiging van opvoedondersteuners. Een stem hebben in het

politiek/strategisch speelveld en tegenover ketenpartners, beleidsmakers,

organisaties en opdrachtgevers.

� Profilering van de beroepsuitoefening opvoedondersteuning en herkenbaar te

zijn voor buitenstaanders.

� Versterken van de beroepsuitoefening opvoedondersteuning door inhoudelijke,

organisatorische thema’s en thema’s met betrekking tot kwaliteit te bespreken.

� Het delen van kennis en het werken aan de eigen professionaliteit.

� Het opzetten van de functiegroep is een initiatief van de beroepsvereniging

Phorza. Als beroepsvereniging behartigt Phorza de beroepsbelangen van

sociale, (ortho)pedagogische en hulpverlenende functies op een algemeen

niveau. Om functiespecifieke of domeinspecifieke beroepsontwikkeling te

ondersteunen, maakt Phorza gebruik van functiegroepen. Bij het opzetten van

de functiegroep opvoedondersteuning wordt zij ondersteund door MOVISIE

Beroepsontwikkeling.

Aanmelden

U kunt zich aanmelden voor de functiegroep door lid te worden van Phorza, zie

www.phorza.nl.

Voor meer informatie over de functiegroep kunt u terecht bij Edith Raap

([email protected]).

29

Bijlage 2

Basismodel Centrum voor Jeugd en Gezin

30

Programmaministerie voor Jeugd en Gezin (2007)

Basismodel CJG

Om de naam CJG te mogen gebruiken moet het volgende worden gebundeld:

A. Jeugdgezondheidszorg

Consultatiebureau en GGD

B. 5 Wmo functies

Informatie en advies

Signalering

Toeleiding naar hulp

Licht pedagogische hulp

Coördinatie van zorg

C. Schakel met Bureau Jeugdzorg

D. Schakel met Zorg- en Adviesteams.