What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten)...

16
What Do You Think? Methodieken voor een bevraging van kinderen en jongeren op de vlucht Dat denken wij ervan: kinderen en jongeren op de vlucht praten over hun rechten

Transcript of What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten)...

Page 1: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

What Do You Think?

Methodieken voor een bevraging van kinderen en jongeren op de vlucht

Dat denken wij ervan: kinderen en jongeren op de vlucht praten over hun rechten

Page 2: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

2

Inleiding

Net zoals alle andere kinderen genieten kinderen en jongeren op de vlucht van een samenhangend geheel van rechten die beschreven staan in het Verdrag inzake de rechten van het kind: het recht op een goede gezondheid en ondersteunende sociale diensten, het recht op onderdak, op bescherming in specifieke omstandigheden, het recht op onderwijs en ontspanning en het recht op participatie… De methodieken die in deze nota besproken worden en bedoeld zijn om kinderen en jongeren op de vlucht een stem te geven, werden ontwikkeld in kader van het “What Do You Think?”-project van UNICEF. Met dit project wil UNICEF de meest kwetsbare kinderen en jongeren in België een stem geven. De methodes die in dit rapport aan bod komen zijn ontwikkeld voor professionals die de participatie van migranten- en vluchtelingenkinderen willen ondersteunen. De doelstellingen van het “What Do You Think?”-project:

• het opstellen van een rapport over migranten- en vluchtelingenkinderen voor beleidsmakers in België en voor het VN-Comité voor de Rechten van het Kind;

• het ontwikkelen en implementeren van een werkwijze voor duurzame participatie van kinderen en jongeren in structuren en entiteiten die deel uitmaken van hun leven (bijvoorbeeld: opvangstructuren voor asielzoekers, verenigingen die werken met kinderen en jongeren die in aanraking komen met migratie ...);

• het ontwikkelen van diensten, programma’s en projecten die aangepast zijn aan kinderen en jongeren op de vlucht;

• het bijdragen aan de uitbreiding en implementering van beleidsmaatregelen die rekening houden met de ervaringen en aanbevelingen van kinderen en jongeren die rechtstreeks betrokken zijn bij migratie.

UNICEF engageert zich om de ideeën en aanbevelingen van kinderen en jongeren te bundelen en zowel in België als op internationaal niveau tot bij beleidsmakers van het hoogste niveau te brengen. UNICEF verbindt er zich eveneens toe om het brede publiek en de kinderen en jongeren in België te informeren over wat migranten- en vluchtelingenkinderen denken en voelen. Hun ideeën en voorstellen worden voorgelegd aan de politiek verantwoordelijken en opgenomen in het volgende rapport over de situatie van kinderen en jongeren in België dat aan het VN-Comité voor de rechten van het Kind overgemaakt moet worden. De voorgestelde methodieken inventariseren de belangrijkste vragen die men zich moet stellen bij het opzetten van een participatieproject met kinderen en jongeren. Voor het slagen van een dergelijk participatieproject is de actieve inbreng en medewerking van de kinderen en jongeren zelf nodig. Om hen de nodige ruimte en middelen te geven om op hun tempo en manier hun verhaal te vertellen, zijn de voorgestelde methodieken niet opgevat als statische richtlijnen. Alle methodieken kunnen aangepast worden aan de noden en reacties van de kinderen en jongeren zelf. Het zijn geen vaste richtlijnen, maar suggesties voor hoe de participatie van kinderen en jongeren op de vlucht kan opgezet worden.

Page 3: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

3

Hoe laat je kinderen hun verhaal vertellen Als men de situatie van kinderen en jongeren op de vlucht wil verbeteren is het van essentieel belang dat kinderen en jongeren die in deze situatie leven, gehoord worden. UNICEF wil dat deze kinderen ons zelf vertellen hoe ze leven en wat ze denken. En nog belangrijker: welke oplossingen ze zelf voorstellen voor de vragen, angsten en problemen waarmee ze geconfronteerd worden. Er bestaan verschillende manieren om te praten over ervaringen, emoties en gedachten. We stellen graag enkele methodieken voor die gebruikt kunnen worden om kinderen en jongeren hun verhaal te laten vertellen. Indien je zelf nog andere ideeën heeft, aarzel niet om deze met ons te delen! Het individueel interview Het individueel interview is een gesprekstechniek die vaak gebruikt wordt om te peilen naar de mening van kinderen en jongeren. Het voordeel van deze methode is dat men rechtstreeks en direct een dialoog aangaat met de kinderen en jongeren. In het kader van dit project is een groepsdiscussie echter meer aangeraden. Maar een individueel gesprek kan nuttig zijn voor kinderen die niet zo gemakkelijk praten in een groep. Groepsdiscussie Het voordeel van een groepsdiscussie is dat het de deur opent naar interactie en actieve participatie en er samen een doelstelling wordt bepaald. Via de dialoog met andere kinderen worden de deelnemers ertoe aangezet nieuwe perspectieven te onderzoeken en na te denken over verschillende standpunten. Op die manier ontdekken ze welke punten ze gemeen hebben met elkaar. In de gesprekken delen ze eveneens specifieke ervaringen over vragen en dingen die belangrijk zijn voor hen. Een mogelijk nadeel van deze benadering is dat sommige kinderen en jongeren het moeilijker vinden dan anderen om in groep hun mening te geven. Men moet er dus over waken dat alle kinderen en jongeren aan het woord komen en deelnemen aan de dialoog. Diepgaande discussies over een onderwerp Deze methodiek is een variant op de groepsdiscussie. Voor deze methode wordt 1 thema uitgekozen waarop vervolgens tijdens het hele gesprek dieper ingegaan wordt. Kinderen en jongeren worden bijvoorbeeld gevraagd om specifiek te vertellen en hun mening te geven over de situatie van de kinderen in hun thuisland. Groepsdiscussies kunnen aangevuld worden of voorafgegaan worden door het gebruik van expressieve en creatieve technieken (fotografie, tekenen, schrijven, zingen …). Deze technieken kunnen kinderen en jongeren helpen hun ervaringen, gedachten en emoties onder woorden te brengen. De creatieve werkstukjes kunnen het startpunt vormen van de groepsdiscussie. Creatieve technieken Onder creatieve technieken vallen onder meer fotografie, het maken van audiofragmenten of video’s, het maken van (post)kaarten en een hele reeks expressie-technieken. Met het maken van foto’s en filmpjes kunnen kinderen de plaatsen, personen en situaties laten zien die belangrijk zijn voor hen. Methodieken zoals geleide bezoeken en het maken van kaarten worden gebruikt om kinderen te laten vertellen hoe ze leven en welke voorstellen ze hebben om hun levensomstandigheden te verbeteren.

Page 4: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

4

Het maken van audiofragmenten is een techniek die vooral handig is als kinderen andere kinderen willen interviewen. Methodieken zoals tekenen, graffiti en beeldhouwen geven kinderen dan weer de mogelijkheid hun emoties en toekomstvisie op een visuele manier vorm te geven. Voor sommige kinderen is dit gemakkelijker dan dingen onder woorden te brengen. Bovendien geeft het luisteren naar de toelichting die kinderen en jongeren bij hun tekeningen geven belangrijke indicaties over hoe ze zich voelen en wat ze al hebben meegemaakt. Na de gesprekken en het creatieve proces, moeten de prioriteiten van de kinderen worden neergeschreven. Transcriptie van de prioriteiten van kinderen en jongeren Het neerschrijven van de prioriteiten van kinderen en jongeren is een belangrijke fase in het hele consultatieproces. In deze fase is het belangrijk de gespreksonderwerpen die voor kinderen en jongeren prioritair bleken en de kernvragen die de begeleiders hen stelden, goed te omschrijven. Ook de onderwerpen waarover de kinderen en jongeren het niet met elkaar eens waren zijn belangrijk om op te nemen in de transcripties. Het proces van retransciptie vormt het uitgangspunt voor een samenvatting van de prioriteiten die kinderen en jongeren stellen. Voor elke prioriteit wordt ook een transcriptie van de belangrijkste boodschappen gemaakt. Het is belangrijk dat kinderen en jongeren het doel van dit documentatieproces goed begrijpen en de kans krijgen hun prioriteiten bij te stellen. Naast dit kort overzicht van mogelijke stappen in het participatieproces stellen we graag nog een aantal meer uitgewerkte methodieken voor die voor inspiratie kunnen zorgen.

Page 5: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

5

1. Wat ik wel en niet leuk vind, mijn ideaalbeeld

� In deze eerste methodiek ligt de focus op tijd: geef kinderen jongeren voldoende tijd om na te denken over hun rechten in België en in de wereld

We geven hen drie thema’s om mee te werken: Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten) Thema 3: Wat zou ik graag hebben in België/mijn thuisland (mijn ideaalbeeld) Opmerking: kinderen en jongeren mogen 1 thema kiezen maar mogen ook iets maken waarin ze de drie thema’s combineren Enkele concrete onderwerpen om van te vertrekken: Het vertrek uit mijn land, de aankomst in België, de verschillende periodes in mijn leven (mijn geboorte, mijn kindertijd, mijn vertrek, mijn aankomst). Mijn land, familie, vrienden, de

mensen die mij steunen, het opvangcentrum, mijn school en hobby’s, mijn mening, mijn asielprocedure,

gezondheid, bescherming, toekomst… Vertellen over en bespreken van de creaties Kinderen en jongeren krijgen nadien de tijd om hun creatief werk toe te lichten door er in enkele woorden iets over te vertellen of iets op de achterkant te schrijven. Ze kunnen ook commentaar geven op elkaars creaties. In dit geval kan diegene die verantwoordelijk is voor de omkadering van de kinderen een kleine discussiegroep opzetten waarin de kinderen en jongeren elkaars creatief werk bespreken. De begeleider voegt de reacties en input uit deze groepsdiscussie toe aan de werkstukjes die de kinderen en jongeren gemaakt hebben. Hij of zij kan zijn/haar bevindingen en indrukken ook via een observatiefiche aan ons overmaken. Werkwijze Kinderen kunnen hun verhaal individueel of in groep vertellen. Ze krijgen daarvoor papier of karton ter beschikking. Technieken

� een tekening, een schilderij, een collage gemaakt met krijt, stiften of verf… � een collage gemaakt met foto’s of knipsels (uit magazines, kranten….) � een tekst: een brief, gedicht, tekst … met de hand geschreven of op de computer � een mix van woord en beeld: een strip, een verhaal met illustraties, een tekening met

tekst erbij … Op de achterkant van elke creatie moeten enkele specifieke gegevens staan: de naam en locatie van het opvangcentrum of de organisatie, het nummer van het thema en tot slot de naam, leeftijd en het thuisland van het kind. Deze gegevens zijn nodig omdat sommige creaties eventueel als ondersteunend beeldmateriaal opgenomen worden in het finale rapport over de situatie van kinderen en jongeren in migratie, in hun oorspronkelijke of in verkleinde versie. De identiteit van de deelnemende kinderen en jongeren wordt tijdens het hele project beschermd en wordt in het UNICEF-rapport op geen enkele manier vrijgegeven.

Page 6: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

6

2. De vragenlijst

� Deze tweede methodiek kan gebruikt worden om groepsdiscussies of individuele gesprekken te ondersteunen.

� Kinderen die dit willen kunnen ook de volledige vragenlijst invullen of binnen de vragenlijst 3 thema’s kiezen en de vragen beantwoorden die hen het sterkst interesseren.

Wie ben je? Vooraleer we beginnen willen we je graag beter leren kennen en weten wie je bent. Waar hou je van? Waar hou je niet van? Wat doe je goed en waar heb je het wat moeilijker mee? Wie ben je? Kan je ons vertellen wat je leuk vindt en waar je goed in bent? Kan je ons vertellen wat je niet leuk vindt en wat je moeilijk vindt? Mijn land Van waar ben je afkomstig? Waar hou je van in je eigen land? Waar ben je trots op? Waar hou je niet van in je eigen land? Waar ben je niet trots op? Mijn familie Kan je ons vertellen over je familie? Heb je broers en zussen? Ben je alleen of met je ouders naar België gekomen? Mijn vrienden Met wie breng je graag je tijd door? Zijn vrienden belangrijk voor jou? Heb je veel vrienden in België? Mijn aankomst in België Wat was je eerste indruk van België? Herinner je je nog wat je dacht toen je aankwam? Wat mis je van je thuisland? Waar ben je naar toe gegaan toen je aankwam? (een opvangcentrum, familie…) Wie zorgde toen voor jou? Mijn opvangcentrum Wat vind je van het leven in het opvangcentrum? Welke dingen vind je er prettig? Welke dingen vind je er niet prettig? Mijn school Ging je in je thuisland naar school? Ga je hier graag naar school? Welke zijn je lievelingsvakken? Bots je op problemen op school? Mijn hobby’s

Page 7: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

7

Wat doe je in je vrije tijd? Doe je aan sport? Ga je soms naar de bioscoop? Is er iets dat je graag zou doen maar niet kan doen? Mijn mening Alle kinderen en jongeren hebben een eigen mening. We willen graag weten of jij gemakkelijk zegt wat je denkt en of je de indruk hebt dat volwassenen naar je mening vragen en er rekening mee houden. Kan je tegen de mensen die dichtbij je staan gemakkelijk zeggen wat je denkt (tegen je ouders, je voogd…)? Heb je de indruk dat mensen die dichtbij je staan naar jou luisteren als je hen iets wil vertellen? Kan je in het opvangcentrum je activiteiten zelf kiezen? Heb je de indruk dat de begeleiders in het opvangcentrum de tijd nemen om naar jou te luisteren? Kan je op school je mening geven? Heb je op school de indruk dat de leerkrachten de tijd nemen om naar jou te luisteren? Heb je de indruk dat migranten- en vluchtelingenkinderen en –jongeren net als alle andere jongeren hun mening kunnen geven? Mijn asielprocedure Heb je voldoende informatie gekregen over de asielprocedure? Heb je goed begrepen hoe de asielprocedure werkt? Heb je voldoende informatie gekregen over je rechten? Hebben je ouders antwoord gegeven op je vragen? Of als je hier bent zonder je ouders, heeft je voogd antwoord gegeven op je vragen en je mening gevraagd? Begrijp je wat je voogd vertelt? Heeft je advocaat je voldoende informatie gegeven? Begrijp je wat je advocaat zegt? Als je hulp nodig hebt, weet je aan wie je die kan vragen? Mijn bescherming Of je nu blank bent of een andere huidskleur hebt, in België of ergens anders woont… alle kinderen en jongeren hebben het recht om beschermd te worden. Heb je misschien zelf speciale bescherming of hulp nodig? Denk je dat je meer moet beschermd worden dan andere jongeren? Krijg je hulp? Heb je speciale hulp nodig in het opvangcentrum? Heb je speciale hulp nodig op school? Heb je speciale hulp nodig in de asielprocedure? Krijg je van je voogd of van je ouders de hulp die je nodig hebt? Mijn gezondheid Heb je bepaalde zorg nodig? Moet je medicijnen nemen? Ben je gelukkig? Zijn er dingen die je dwars zitten? Heb je hulp nodig om erover te praten? Mijn toekomst Vraag je je wel eens af waar je zal staan over tien jaar? Of vraag je je af wat er van de wereld wordt en welke toekomst je hebt? Zal de wereld er beter mooier uitzien dan vandaag?

Page 8: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

8

Woon je dan nog steeds op dezelfde plaats? Denk je dan nog op hetzelfde over jezelf? Denken andere mensen dan nog hetzelfde over jou? Wij willen graag van je weten waar je naar toe wil en in welke wereld je wil leven. Denk je vaak aan de toekomst? En wat denk je dan? Welke zijn de dingen waarop je hoopt voor de toekomst? Voor welke dingen in de toekomst ben je bang? Mijn dromen Net zoals alle andere kinderen en jongeren heb je ook dromen, voor jezelf en voor je familie. Misschien droom je wel van een andere wereld. Wij willen graag weten waar je van droomt om je zo beter te leren kennen en begrijpen. Wat is je grootste droom? Als je een toverstokje had en 1 ding kon veranderen in de wereld, wat zou dat dan zijn? Als je minister was voor 1 dag, wat zou je doen voor de kinderen en jongeren in je thuisland? Als je minister was voor 1 dag, wat zou je doen voor de migranten- en vluchtelingenkinderen en –jongeren in België? Hoe ziet de ideale wereld eruit in je dromen? (je mag het ook tekenen als je wil) De transcriptie van de antwoorden en discussies Het is belangrijk dat diegene die de discussies begeleidt een transcriptie maakt van de belangrijkste vragen die gesteld zijn en van de gespreksonderwerpen die de kinderen en jongeren prioritair vonden. Het is eveneens belangrijk dat de gespreksbegeleider de onderwerpen noteert waarover de kinderen/jongeren het onderling niet eens waren. Het proces van transcriptie vormt het uitgangspunt voor een samenvatting van de belangrijkste thematische prioriteiten van kinderen en jongeren (de drie belangrijkste thema’s bijvoorbeeld). Voor elke prioriteit wordt vervolgens een transcriptie gemaakt van de kernpunten en aanbevelingen. Deze transcripties worden verzameld en gebruikt voor het finale rapport over de situatie van kinderen en jongeren op de vlucht in België. Om die reden is het belangrijk dat de gespreksbegeleiders ons de transcripties van de antwoorden of een samenvatting van de belangrijkste prioriteiten, boodschappen en aanbevelingen bezorgen. De identiteit van de deelnemende kinderen en jongeren wordt tijdens het hele project beschermd en wordt in het UNICEF-rapport op geen enkele manier vrijgegeven.

Page 9: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

9

3. Van mijn land van herkomst naar België; mijn migratieverhaal

� Met de derde methodiek creëert men een symbolische ‘ruimte’ waarin plaats is

voor dialoog en het uitwisselen van ervaringen over het migratieproces Kinderen en jongeren maken hun eigen ‘migratiekaart’ waarop ze de reis afbeelden die ze in kader van hun migratie afgelegd hebben. Ze gebruiken daarvoor een bestaande wereldkaart of een kaart die ze zelf maken. De kinderen en jongeren kunnen ook een kaart met verschillende dimensies maken om zo de verschillende lagen van de reis aan bod te laten komen; de geografische regio’s, de mensen die ze op hun route zijn tegengekomen, de transportmiddelen die ze gebruikt hebben, het vertrek- en het aankomstpunt…

Symboolobjecten om de migratie te reconstrueren Kinderen vullen de kaart aan op basis van hun ervaringen en gesprekken en discussies met andere kinderen en jongeren. Ze krijgen daarvoor symboolobjecten (figuurtjes, vlaggetjes, knutselmateriaal …) die ze op de kaart zetten om zo hun verhaal te vertellen. Voorbeelden van zo’n symbolische elementen en objecten zijn

• een persoon die hen vertegenwoordigt, andere personages (familie, vrienden …)

• een huis dat hun eigen huis in hun thuisland voorstelt

• een huis of opvangcentrum op de weg naar België

• vlaggetjes om aan te duiden waar hun thuislang ligt en welke landen ze doorkruist hebben

• een valies als symbool waar wat de kinderen met zich mee dragen (materiële en niet-materiële dingen zoals souvenirs, emoties, angst …)

• een boot of een vliegtuig als symbool voor de reis/de verplaatsing

• gelukkige ☺ en verdrietige � gezichtjes om emoties uit te drukken (daar waar ze zich goed of slecht voelen)

Kinderen en jongeren kunnen ook extra tekeningen en boodschappen op hun kaart zetten of postkaarten maken voor verschillende personen (mensen die in hun thuisland dichtbij hen stonden). Het merendeel van deze elementen en objecten moet niet vastgezet worden op de kaart; de kinderen plaatsen ze op verschillende delen van de kaart en verplaatsen ze doorheen de gesprekken.

Page 10: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

10

Wat kan je doen met een migratiekaart; enkele mogelijke activiteiten Deze activiteiten moeten niet op dezelfde dag plaats vinden. Ze kunnen verspreid worden over verschillende dagen.

1. Voorstelling van de kaart De migratiekaart wordt aan kinderen en jongeren voorgesteld als een symbolische ruimte waarin ze hun reis kunnen reconstrueren. De kaart vormt zo een weerspiegeling van de verschillende fasen van de reis, hun emoties en ervaringen, de mensen die ze onderweg ontmoet hebben, de landen en locaties waar ze geweest zijn … De begeleider legt uit dat een deel van de kaart hun thuisland voorstelt en een tweede deel van de kaart de landen die ze doorkruist hebben op weg naar België en België zelf. Ook de verschillende elementen en objecten die de kinderen en jongeren aan de kaart moeten toevoegen (personages, transportmiddelen…. zie de lijst hierboven) worden toegelicht.

2. Kinderen en jongeren maken hun eigen kaart Kinderen en jongeren mogen vertrekken van een bestaande kaart of zelf een eigen kaart maken. Op die kaart laten ze met behulp van verschillende elementen en objecten hun vroegere huis zien, locaties in hun thuisland die belangrijk waren voor hen (school, park) ... Daarnaast zetten ze ook dingen op de kaart die kenmerkend en/of belangrijk zijn in het leven hier in België: hun woning, de omgeving waarin ze nu leven (opvangcentrum, vereniging …), hun school ... Tijdens de activiteit plaatsen de kinderen de elementen en objecten op bepaalde delen van de kaart. Elk kind en elke jongeren vertelt zo over de omstandigheden tijdens hun reis: De kinderen en jongeren kunnen bijvoorbeeld:

� de landen en plaatsen aanduiden waar ze tijdens hun reis geweest zijn � de transportmiddelen weergeven die ze onderweg gebruikt hebben � kleine figuurtjes op de kaart zetten die symbool staan voor personen met wie ze

gereisd hebben of die ze op hun weg zijn tegengekomen. Deze figuurtjes kunnen ook symbool staan voor mensen die ze achtergelaten hebben en die belangrijk zijn voor hen

Mogelijke vragen om het gesprek te starten en te stimuleren:

� Waarom laten sommige kinderen hun huis achter? � Waarom proberen sommige kinderen naar een ander land te gaan? � Hoe kiezen ze waar ze naar toe gaan? � Wie beschermt hen? � Wie zijn de mensen die ze ontmoeten op hun weg? � Wat is er voor kinderen en jongeren belangrijk tijdens de reis?

3. Een migratiekaart als instrument om over ervaringen te vertellen In deze fase ligt de focus nog steeds op hoe kinderen en jongeren de migratie ervaren hebben. We kijken dus nog steeds naar migratie vanuit het perspectief van de kinderen en jongeren. Er wordt nu speciale aandacht besteedt aan de risico’s en gevaren waaraan ze werden blootgesteld tijdens de reis en op de bescherming en ondersteuning die ze nodig hebben.

Page 11: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

11

Elk kind en elke jongere vertelt zijn/haar verhaal De kinderen worden aangemoedigd om de elementen die ze op de kaart gezet hebben te gebruiken om hun migratieproces te reconstrueren. Er wordt aan de kinderen gevraagd te vertellen over 1 dag op de kaart. Als kinderen het verhaal van hun reis willen vertellen met behulp van een deel van de kaart, kunnen er bepaalde vragen gesteld worden om de kinderen op weg te zetten. Mogelijke vragen om het gesprek te starten en te stimuleren:

� Herinner je je de dag van vertrek nog? � Herinner je je nog een dag in een van de landen die je doorkruist hebt? Wat waren je

indrukken? � Hoe ben je de grens over gestoken? � Welke goede of slechte dingen zijn je overkomen onderweg? � Hoe voel je je in België? Welke zijn de positieve en negatieve indrukken? � Zou je op een dag terug willen naar je thuisland?

De positieve en negatieve kanten van de reis De kinderen en jongeren worden aangemoedigd om na te denken over de emoties die ze tijdens de reis voelden. In welke situaties voelden ze zich veilig en gelukkig? In welke situaties waren ze verdrietig en bang? De begeleider vraagt de kinderen om de verschillende plaatsen op de kaart een lachend ☺ of een verdrietig � gezichtje te geven. Extra vragen om het gesprek te starten en te stimuleren:

� Wat is het moeilijkst voor de kinderen tijdens deze reis? � Waar zijn kinderen bang voor tijdens de reis? Wat maakt hen ongerust? � Wat doen ze om met deze situaties om te gaan? � Wie is hun allergrootste steun en toeverlaat? � Wanneer voelen ze zich veilig? � In welke situaties zijn ze gelukkig? Wanneer hebben ze plezier?

4. De rechten van kinderen en jongeren tijdens de migratie In deze fase gaat men op zoek naar hoe kinderen en jongeren het respect voor hen rechten tijdens de reis ervaren en evalueren. Rechten en ondersteuning op de route in kaart gebracht Kinderen en jongeren worden aangemoedigd om na te denken over de bescherming die kinderen en jongeren zoals zij onderweg nodig hebben. Op de kaart plaatsen ze:

� elementen die instellingen en personen symboliseren die hen tijdens het migratieproces geholpen hebben. Ze zetten ook kleine figuurtjes op de kaart die deze instellingen/personen vertegenwoordigen (politieagent, begeleider, opvangcentrum voor asielzoekers, ziekenwagen, sociaal werker, dokter …)

� de gespreksbegeleider moedigt de kinderen en jongeren aan om deze instellingen en personen te beschrijven

Vragen om de dialoog op te starten:

� Wie helpt kinderen tijdens de reis? � Wat is de rol van de politie? Beschermt de politie de kinderen? � Worden kinderen soms geholpen door een sociaal werker? � Zijn er dokters die de kinderen helpen tijdens de reis? Heb je contact gehad met

diensten die medische zorg verlenen? � Hoe waren de verschillende opvangcentra voor asielzoekers? Wat doen kinderen

daar om de tijd te doden?

Page 12: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

12

� Hebben kinderen tijdens de reis contact met andere organisaties? Welke? Hoe helpen deze organisaties de kinderen?

5. De rechten van kinderen en jongeren in België In deze fase gaat men op zoek naar hoe kinderen en jongeren het respect voor hen rechten in België ervaren en evalueren. Postkaart van België Uit alle herinneringen over de verschillende fases van hun aankomst hier in België kiezen de kinderen en jongeren een moment dat ze willen delen met iemand die belangrijk is voor hen. Op een deel van de kaart tekenen ze wat België voor hen is en op een ander deel beschrijven hun indrukken. Het gesprek kan plaatsvinden terwijl de kinderen en jongeren hun postkaarten maken:

� Welke boodschappen willen ze versturen naar de mensen die ze graag zien en achtergebleven zijn in hun thuisland?

� Wat betekenen deze mensen voor hen? � Waarom willen ze hen een kaartje sturen? � Wat betekent België voor hen? � Dit kan een geschikt moment zijn om de kinderen te vragen naar hoe zij hun hele

migratie-ervaring zien en hoe het migratieproces hun leven heeft beïnvloed. Mijn valies: wat neem ik mee? Door na te denken over het verleden, het heden en de toekomst kunnen kinderen en jongeren verschillende dingen tekenen en schrijven op hun kaart:

� Wat hebben ze meegenomen uit hun land toen ze vertrokken? Dit kunnen zowel materiële als immateriële dingen zijn. Bijvoorbeeld: een herinnering aan hun huis

� Zijn er nieuwe dingen die ze hier in België in hun symbolische valies gestoken hebben? Bijvoorbeeld: nieuwe vrienden, nieuwe gewoonten … Ook deze dingen kunnen op de kaart tekenen of schrijven

Vragen om het gesprek te starten en te stimuleren:

� Welke herinneringen aan je thuisland wil je graag vasthouden? � Wat hoop je voor de toekomst? Waar ben je bang voor? � Waar ben je het meest trots op?

De transcriptie van de antwoorden en de postkaarten Het is belangrijk dat diegene die de gesprekken begeleidt een transcriptie maakt van de kernvragen die gesteld zijn en de belangrijkste discussieonderwerpen die de kinderen en jongeren prioritair vonden. Het is eveneens belangrijk de onderwerpen te noteren waarover de kinderen/jongeren het onderling niet eens waren. Het proces van transcriptie vormt het uitgangspunt voor een samenvatting van de belangrijkste thematische prioriteiten van kinderen en jongeren (de drie belangrijkste thema’s bijvoorbeeld). Voor elke prioriteit wordt vervolgens een transcriptie gemaakt van de kernpunten en aanbevelingen. Deze transcripties worden verzameld en gebruikt voor het finale rapport over de situatie van kinderen en jongeren in migratie in België. Om die reden is het belangrijk dat de gespreksbegeleiders ons de transcripties van de antwoorden of een samenvatting van de belangrijkste prioriteiten, boodschappen en aanbevelingen bezorgen. De identiteit van de deelnemende kinderen en jongeren wordt tijdens het hele project beschermd en wordt in het UNICEF-rapport op geen enkele manier vrijgegeven.

Page 13: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

13

Enkele aandachtspunten

Basisprincipes voor de participatie van kinderen en jongeren

• Participatie is een recht, geen verplichting Kinderen en jongeren mogen nooit gedwongen worden om hun mening te uiten en moeten op elk ogenblik voldoende geïnformeerd zijn over het feit dat ze hun deelname op elk moment mogen stopzetten. Dit veronderstelt dat kinderen en jongeren voldoende tijd krijgen om hun deelname aan het What Do You Think-project te overwegen en dat het consultatieproces dusdanig moet opgezet zijn dat kinderen en jongeren op elk ogenblik in en uit het project kunnen stappen.

• Duidelijke doelstellingen Kinderen en jongeren moeten voldoende informatie krijgen over het recht om hun mening te geven en over het feit dat er daadwerkelijk rekening wordt gehouden met hun mening. Ze moeten eveneens geïnformeerd worden over de manier waarop hun inbreng wordt verwerkt en wat het bereik daarvan kan zijn. De kinderen en jongeren moeten weten dat hun mening en aanbevelingen overgemaakt worden aan de hoogste beleidsniveaus (VN-Comité voor de rechten van het Kind en de politieke beleidsmakers in België) met als doel de situatie van alle kinderen en jongeren in migratie te verbeteren.

• Respect

De meningen van alle kinderen en jongeren worden met respect behandeld. De volwassenen die het proces ondersteunen zijn er om de kinderen en jongeren te helpen hun ideeën en meningen onder woorden te brengen en dit in 100% vertrouwen. Deze vertrouwenspersonen kennen de sociale, economische en culturele context waarin de kinderen en jongeren leven goed. Zij zorgen ervoor dat alle kinderen en jongeren - ongeacht leeftijd, afkomst, geslacht … - met respect behandeld worden en ondersteund worden zodat iedereen dezelfde kans krijgt om te participeren.

• Relevantie Kinderen en jongeren krijgen de kans om hun mening te geven over reële vragen over hun leven in België of dat van hun gemeenschap in hun thuisland. Kinderen hebben voldoende ervaring en kennis om te antwoorden op vragen die betrekking hebben op hun eigen leven of dat van hun gemeenschap. Ze zijn dus sleutelfiguren voor verandering. Dit veronderstelt enerzijds dat kinderen en jongeren betrokken worden bij discussies over de thema’s die hen aanbelangen en dit op een ritme dat aangepast is aan hun mogelijkheden en hun interesses. Anderzijds dat volwassenen die met hen samenwerken de tijd willen nemen om hen te ondersteunen.

• Aangepaste omgeving

De participatie van kinderen en jongeren aan gesprekken en discussies dient te gebeuren in een aangepaste omgeving met aangepaste methodieken. Dit veronderstelt dat er tijd en de nodige financiële middelen worden vrijgemaakt om kinderen en jongeren goed voor te bereiden zodat ze het nodige vertrouwen hebben om vrijuit hun mening en visie te geven. UNICEF stelt aangepaste methodieken en bijkomende financiële middelen ter beschikking: een vorming indien nodig en een vergoeding voor kosten gemaakt in kader van het project (inzetten van vertalers, aankoop van materiaal voor de creatieve technieken, transport, maaltijden…)

Page 14: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

14

• Ondersteuning van volwassenen die ervaring hebben in het werken met kinderen

De volwassenen die het participatieproces van kinderen en jongeren op een duurzame manier begeleiden, krijgen zelf ook de nodige ondersteuning. Deze begeleiders zijn vertrouwd met de situatie waarin de kinderen en jongeren in migratie verkeren en werken op dagelijkse basis met ze samen. Ze zijn dus zowel de vertrouwens- en referentiepersonen voor de kinderen en jongeren die deelnemen aan het participatieproject als de meest geschikte procesbegeleiders. UNICEF voorziet een aantal bijkomende middelen voor deze begeleiders: een vorming indien nodig, antwoorden op mogelijke vragen, ontmoetingen, een vergoeding van kosten gemaakt in kader van het project (verplaatsingen, maaltijden) … UNICEF helpt deze begeleiders ook in het beoordelen van de vraag of bepaalde groepen kinderen/jongeren extra ondersteuning nodig hebben om deel te nemen aan het project. Tot slot helpt UNICEF de begeleiders in het ondersteunen van de gesprekken met de kinderen en jongeren in de opvangcentra.

• Veiligheid Een van de meest belangrijke voorwaarden voor het welzijn van kinderen en jongeren die deelnemen aan het project is de garantie dat ze niet blootgesteld worden aan risico’s. Het is dan ook noodzakelijk om alle potentiële risico’s waaraan kinderen en jongeren kunnen blootgesteld worden en die kunnen leiden tot het niet-respecteren van hun rechten, te identificeren. Met risico’s denken we bijvoorbeeld aan risico’s met betrekking tot het privéleven, misbruik, geweld… De anonimiteit van de kinderen en jongeren is gedurende het hele proces gegarandeerd.

• Persoonlijke ontwikkeling Naast de specifieke doelstellingen van What Do You Think? wil UNICEF nog iets anders realiseren met dit project. Door kinderen en jongeren te laten praten en discussiëren over hun ervaringen en zorgen wil men hen instrumenten aanreiken waarmee ze hun beschermingsmechanismen binnen het migratieproces en het participatieproces in de samenleving in het algemeen, kunnen versterken.

De verschillende fasen van het project Het project What Do You Think? wordt uitgerold in 2016 en 2017 en dit in verschillende fasen, zowel binnen de structuren die betrekking hebben op het leven van kinderen en jongeren als daarbuiten. Het project verloopt in vier fasen:

• Lokale consultaties van kinderen en jongeren met een vertrouwenspersoon die voor de nodige omkadering zorgt (in de opvangcentra, hulpverenigingen in open instellingen …). De deelnemende kinderen en jongeren kunnen hun ervaringen en meningen zowel individueel als in groep delen en krijgen daarvoor verschillende methodieken aangereikt.

• Lokale consultaties van kinderen en jongeren met UNICEF op basis van de eerste consultaties die ondersteund werden door vertrouwenspersonen. De deelnemende kinderen en jongeren kunnen hun prioriteiten en andere rechten die hen aanbelangen aankaarten.

• Nationale debatten met kinderen en jongeren onder begeleiding van UNICEF. Bepaalde vertegenwoordigers van de lokale consultatieronde zitten samen om te discussiëren over een specifiek thema (bijvoorbeeld: de rechten van kinderen in het thuisland) of algemene prioriteiten voor kinderen in migratie.

• Op het einde van het proces kunnen kinderen en jongeren die dat zelf wensen opnieuw geconsulteerd worden. Er wordt hen dan gevraagd een finale analyse te

Page 15: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

15

maken van de kernboodschappen en aanbevelingen die de kinderen en jongeren doorheen het hele project geformuleerd hebben. De doelstelling van deze laatste fase is een algemene consensus te bereiken over de prioritaire thema’s die alle kinderen en jongeren gemeen hebben en voor elk thema bepaalde prioriteiten en aanbevelingen te benoemen.

Page 16: What Do You Think?€¦ · Thema 1: Wat vind ik leuk in België/in mijn thuisland (de goede kanten) Thema 2: Wat vind ik niet leuk in België/in mijn thuisland (de slechte kanten)

16

Meer informatie:

UNICEF België “What Do You Think?” Project Keizerinlaan 66 1000 Brussel Maud Dominicy: [email protected] of 02/233.37.74 Charlotte Van den Abeele: [email protected] of 02/233.37.90