Westenholte is...

9
zwols historisch tijdschrift 145 W at zou een oer-Westenholtenaar er van vinden dat een heel nummer van het Zwols Historisch Tijdschriſt aan de geschiedenis van zijn woonplek is gewijd? Trots, omdat er toch maar mooi aandacht is voor dit unieke plekje? Bevreemding, omdat Westenholte sinds de opheffing van de gemeente Zwollerker- spel in 1967 weliswaar bestuurlijk onderdeel is van Zwolle, maar om het nu Zwols te noemen? En aandacht in het Zwols Historisch Tijdschriſt? Hoe het ook zij, Westenholte (en Voorst en Frankhuis), de buur(t)schappen ten noordwes- ten van Zwolle, hebben al eeuwenlang van doen met deze stad en andersom. Om maar het meest in het oog springende voorbeeld te noemen: ongeveer de grootste catastrofe die Zwolle ooit is overkomen heeſt zijn oorsprong in Voorst. In 1324 brandde vrijwel de hele stad af door toedoen van de hoofdbewoner van het kasteel van Voorst, kasteelheer Roderik van Voorst. Maar het kan ook vreedzamer: in 1994 werd de honderdduizendste inwoner van Zwolle, Kyra Mepschen, geboren in Westenholte. Hoezeer de bewoners van het gebied de eigenheid van hun buurtschappen ook beleven, er zijn redenen genoeg voor het Zwols Historisch Tijdschriſt om in de geschiedenis van deze drie buurtschappen te duiken. Westenholte was oorspronkelijk het gebied vanaf de Konijnenbelten tot en met de Zalkerdijk; Voorst lag hier ten zuidoosten van en Frankhuis meer richting Zwolle, vroeger bij het Zwartewater, nu aan het Zwolle-IJsselkanaal. De oude buurtschap Voorst is opgegaan in het hui- dige Westenholte. Detail uit de topogra- fische kaart rond 1900 met Westenholte, de Konijnebelten, Voorst en Frankhuis. Onder de (nog zichtbare) let- ters van Westenholte ligt de Zalkerdijk, waar de lagere school staat aangegeven. Duidelijk zichtbaar is ook de Kolk. (Collectie HCO) Westenholte is…? Een geschiedenis in vogelvlucht van Westenholte, Voorst en Frankhuis Frank Inklaar

description

Een geschiedenis in vogelvlucht van Westenholte, Voorst en Frankhuis

Transcript of Westenholte is...

zwols historisch tijdschrift 145144 zwols historisch tijdschrift

Het Historisch Centrum Overijssel heeft in samenwerking met (oud)bewoners een unieke tentoonstelling gemaakt over de

Zwolse buurten Westenholte – Voorst – Frankhuis.De tentoonstelling geeft achtergrondinforma-

tie aan de hand van prachtige door de bewoners ingebrachte foto’s, maar ook de persoonlijke ver-halen en herinneringen hebben een plek gekregen in de tentoonstelling.

Het unieke van de tentoonstelling is dat men-sen tijdens de duur ervan hun eigen foto en verhaal toegevoegen. Hiervoor is een digitaal fotoalbum gemaakt, waar foto’s in worden opgenomen en mensen zelf hun verhaal kunnen plaatsen. Dit album is ook vanuit huis in te zien en reageren op foto’s en verhalen van anderen is mogelijk.

Het Historisch Café is toegankelijk op iedere dinsdagochtend van 10.00 uur tot 12.00 uur zolang de tentoonstelling loopt, een ontmoe-tingspunt voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van deze Zwolse buurten, maar in het bijzonder voor degenen die er wonen of gewoond hebben en samen met anderen herinne-ringen willen ophalen.

Met de expositie, die loopt tot en met 4 januari 2013, wil het Historisch Centrum Over-ijssel mensen betrekken bij hun eigen geschiede-nis. Je eigen verleden bepaalt immers voor een groot deel ook je eigen identiteit. Zo willen wij een bijdrage leveren aan leefbaarheid en welzijn in buurten en wijken. Het project voegt iets belang-rijks toe, namelijk de menselijke dimensie van beleving en ontmoeting. Eerder door het Histo-risch Centrum Overijssel gerealiseerde wijkpro-jecten hebben dit ten volste bewezen!

Dit themanummer van het Zwols Historisch Tijdschrift is het resultaat van al het moois aan materialen en informatie dat het Historisch Cen-trum Overijssel vóór en tijdens de tentoonstelling

Voorwoord

heeft mogen ontvangen. Geweldig dan ook dat de Zwolse Historische Vereniging een themanum-mer over deze prachtige Zwolse buurten heeft willen maken, zodat als de tentoonstelling is afgelopen, naast het digitaal fotoalbum er ook een rijk geïllustreerd tijdschrift ligt als resultaat van hoe samen met bewoners de geschiedenis van hun eigen wijk in beeld is te brengen.

Zo levert een project met bewoners uit een wijk ook weer een mooie samenwerking op met onze aloude partner, de Zwolse Historische Vereniging, waarvoor ik haar van harte wil bedanken.

Bert de VriesDirecteur Historisch Centrum Overijssel

Wat zou een oer-Westenholtenaar er van vinden dat een heel nummer van het Zwols Historisch Tijdschrift aan de

geschiedenis van zijn woonplek is gewijd? Trots, omdat er toch maar mooi aandacht is voor dit unieke plekje? Bevreemding, omdat Westenholte sinds de opheffing van de gemeente Zwollerker-spel in 1967 weliswaar bestuurlijk onderdeel is van Zwolle, maar om het nu Zwols te noemen? En aandacht in het Zwols Historisch Tijdschrift?

Hoe het ook zij, Westenholte (en Voorst en Frankhuis), de buur(t)schappen ten noordwes-ten van Zwolle, hebben al eeuwenlang van doen met deze stad en andersom. Om maar het meest in het oog springende voorbeeld te noemen: ongeveer de grootste catastrofe die Zwolle ooit is overkomen heeft zijn oorsprong in Voorst.

In 1324 brandde vrijwel de hele stad af door toedoen van de hoofdbewoner van het kasteel van Voorst, kasteelheer Roderik van Voorst. Maar het kan ook vreedzamer: in 1994 werd de honderdduizendste inwoner van Zwolle, Kyra Mepschen, geboren in Westenholte. Hoezeer de bewoners van het gebied de eigenheid van hun buurtschappen ook beleven, er zijn redenen genoeg voor het Zwols Historisch Tijdschrift om in de geschiedenis van deze drie buurtschappen te duiken. Westenholte was oorspronkelijk het gebied vanaf de Konijnenbelten tot en met de Zalkerdijk; Voorst lag hier ten zuidoosten van en Frankhuis meer richting Zwolle, vroeger bij het Zwartewater, nu aan het Zwolle-IJsselkanaal. De oude buurtschap Voorst is opgegaan in het hui-dige Westenholte.

Detail uit de topogra-fische kaart rond 1900 met Westenholte, de Konijnebelten, Voorst en Frankhuis. Onder de (nog zichtbare) let-ters van Westenholte ligt de Zalkerdijk, waar de lagere school staat aangegeven. Duidelijk zichtbaar is ook de Kolk. (Collectie HCO)

Westenholte is…?Een geschiedenis in vogelvlucht van Westenholte, Voorst en Frankhuis

Frank Inklaar

146 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 147

Kasteel VoorstHet vroegste begin van de bewoningsgeschiede-nis is niet veel verschillend van andere nederzet-tingen in dit gebied. In een drassige omgeving zoeken mensen een hogere plek op om droog en veilig te kunnen wonen. De in deze buurt gelegen hogere plekken waren rivierduinen. Daar vestig-den zich de oer-Westenholtenaren. Of er sprake was van een Friese nederzetting in een Saksische omgeving, of dat de wortels te zoeken zijn op de Noord-Veluwe is niet bekend. De rivierduinen werden in de loop der eeuwen door de bewoners aangeduid als de ‘Konijnenbelten’. De naam Wes-tenholte komt van Wesderawalde. Dat verwijst naar een bosrijk gebied. In oude archiefstukken komt de naam al voor. Westenholte, eerst alleen en later samen met Voorst, vormde al vroeg een marke. Een marke was een soort middeleeuws collectief van grotere boeren die gezamenlijk het beheer en gebruik van hun gemeenschappelijke gronden regelden. Het centrum van de marke bestond uit cultuurgrond met boerderijen, omge-ven door woeste gronden. De marke Westenhol-te-Voorst werd pas in 1903 opgeheven.

Aan de zuidzijde van de Konijnenbelten stond de burcht van de machtigste heren uit de buurt, de heren van Voorst. In 1224 werd de oude burcht afgebroken en er kwam een nieuw, zeer imposant exemplaar voor in de plaats. Net als alle adellijke families in de Middeleeuwen streefde ook de familie van Voorst naar een zo groot mogelijke onafhankelijkheid. Twee obstakels vonden ze hierbij op hun weg: de landsheer (de bisschop van Utrecht) en de IJsselsteden in de buurt, die andere belangen hadden dan de Van Voorsten. Bij vlagen, als de belangen gelijk liepen, trokken de bisschop van Utrecht en de steden als bondge-noten op. Voor Zwolle had dat in 1324 onaange-name gevolgen. De stad werd toen getroffen door een razendsnel om zich heen slaande brand en werd praktisch geheel verwoest, kerk en stadhuis incluis. Alleen het klooster Bethlehem en vijf burgerhuizen bleven gespaard. Volgens de overle-vering was Roderik van Voorst de aanstichter van het vuur. In 1361 volgde een herhaling van zetten. Zwolle wenste een gracht te graven van de stad

naar de IJssel en dat moest gebeuren over het land van de Van Voorsten. Die waren daar niet blij mee en weer stak een Van Voorst, nu Zweder, een stuk Zwolle in brand. De ‘Nijstad’, de bewoning buiten de Diezerpoort, ging in vlammen op. Het was duidelijk: Zwolle moest zich ontdoen van de burcht van de Van Voorsten om verlost te raken van de machtige arm van deze heren. De stad riep de hulp in van bisschop Jan van Arkel. Met hulp uit Deventer en Kampen werd kasteel Voorst belegerd. Vijftien weken bood de burcht weer-stand, maar toen met blijden ‘drek en vuiligheid’ over de muur werd geworpen waardoor er in het kasteel gebrek aan drinkbaar water en ziekte ont-stond, was het afgelopen. Het kasteel werd met de grond gelijk gemaakt om nooit meer opgebouwd te worden. De ijzeren deur van het kasteel is nog steeds te zien in het oude stadhuis van Kampen. De beste stenen van het kasteel werden in Zwolle hergebruikt bij de bouw van de toren van de Grote Kerk. Nog in het begin van de negentiende eeuw werd het laatste puin aangewend voor de

aanleg van zeeweringen tegen de Zuiderzee en voor de verharding van de weg naar Kampen. Het terrein waar eens het kasteel stond is nu rijks-archeologisch monument: het Stinspark. Een houten speelkasteel is een ludieke herinnering aan de eens zo machtige burcht.

De familie van Voorst bleef overigens niet lang ‘dakloos’, de zonen van Zweder sloten een verzoeningsverdrag met de bisschop van Utrecht en bouwden vervolgens verderop in de toen net omdijkte Mastenbroekerpolder een nieuw kasteel, huize Werkeren. Ruim honderd jaar na de bouw van Werkeren liet de toenmalige bewoner, Johan van Ittersum, ook weer een huis in Westenholte bouwen in de buurt van de plek waar het oude kasteel had gestaan: Huis Voorst. Het gedeelte van de Mastenbroekerpolder waar Werkeren stond is tegenwoordig opgeslokt door Stadsha-gen. Werkeren werd in het begin, Huis Voorst aan het eind van de negentiende eeuw gesloopt.

Negentiende eeuwDe zanderige rivierduinen werden eeuwenlang vooral bewoond door twijgensnijders en landar-beiders, al dan niet met een klein keuterbedrijfje. Het lagergelegen, vruchtbare land daaromheen was het domein van enkele grotere boeren. Een reiziger van Kampen naar Zwolle beschreef in 1819 het landschap als volgt: ‘Er loopen twee wegen van hier naar Zwolle, de een geheel door

Boven: Luchtfoto van het Stinspark in Westenholte. Het Stinspark is gebouwd op de plaats waar ooit de burcht van de heren van Voorst stond. Bij de aanleg van het park is uitgegaan van de contouren van de grachten rond het kasteel. Rechts zijn de velden van voetbalclub WVF zichtbaar. (Aerophoto Eelde)

Onder: Reconstructie van de plattegrond van het kasteel. (Informatiebord Stinspark, foto Jan van de Wetering)

Boven: Tegenwoordig is dit houten speelkasteel in het Stinspark nog een bescheiden herin-nering aan vervlogen tijden. (Foto Jan van de Wetering)

Links: Verbeelding door Teun van der Veen van de belegering van het kasteel in 1362. (Uit: Zwolle 750 jaar stad in woord en beeld gevat, 1980)

148 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 149

de klei, doch te smal voor een gepakt rijtuig met vier paarden. Ik reed dus den anderen, over den Konijnenberg, eerst door lage weilanden, dan heide, wederom weiland, en eindelijk open veld ... Ofschoon de heide hier meestal bedwongen en vruchtbaar gemaakt is, ontmoet men nogtans enkele duintjes. Dan ook deze ontsnappen niet aan dien geest van ontginning, dien ik overal aantrof, en men ziet dat de zandhoop sedert kort kleiner is geworden en nog gedurig wordt.’* Des-alniettemin zou het nog zeker een eeuw duren voor de ‘konijnenbelten’ grotendeels verdwenen waren, ook tegenwoordig vallen er nog rudimen-ten van terug te vinden. Veel van het land was in handen van grootgrondbezitters, die meestal tot de stedelijke elite behoorden. Bij Frankhuis lagen de drie buitens Twistvliet, Ketelkolk en De Bildt.

De lagergelegen gebieden hadden met enige regelmaat te maken met overstromingen. In 1825

verdronken bijvoorbeeld enkele van de toen honderdvijftig inwoners van Westenholte. Toch brachten de overstromingen niet alleen ramp-spoed. De vruchtbaarheid van het land werd er ook door vergroot.

Tot ver in de negentiende eeuw vormden Wes-tenholte en Voorst gesloten gemeenschappen, die niet veel met de buitenwereld van doen hadden. Zelfs niet met elkaar. De omwonende boeren kwamen bijvoorbeeld niet op de volksfeesten in Westenholte. Maar langzaamaan werden de con-tacten met de buitenwereld makkelijker en werd de wereld wat groter, ook voor de buurtschap-pen. Meisjes gingen uit werken als dienstbode in de stad, waar de jongens werk vonden in de opkomende nijverheid. Frankhuis, wat dichter bij Zwolle en aan doorgaande wegen naar Kampen en Hasselt gelegen, kende een wat andere eco-

nomische bedrijvigheid. Tussen Westenholte en Voorst en Frankhuis hadden diverse tuinders en warmoezeniers hun bedrijfjes. Zo vlak onder de rook van de stad Zwolle hadden ze een stabiele afzetmarkt. In Frankhuis woonden wat ambachts-lieden, die vooral gericht waren op het boerenbe-drijf. Zo waren er smederijen en wagenmakerijen. Ook was er verzorgende middenstand: onder meer een melkboer, een bakker, een kleermaker, wat kruideniers en natuurlijk een café-tapperij. Soms werd deze bedrijvigheid gecombineerd met een klein boerenbedrijfje.

Grote bedrijvenGrotere economische bedrijvigheid buiten de landbouw was er in Frankhuis. In de negentiende eeuw ontstonden daar twee bedrijven, die elk voor zo’n vijftig arbeidsplaatsen zorgden. Veel

inwoners uit de buurt vonden er werk. In 1825 vestigde houthandel Eindhoven en Zoon zich in Frankhuis. Het bedrijf kwam uit Blokzijl. Door de aanleg van de Willemsvaart was er een directe verbinding gekomen tussen het Zwartewater en de IJssel. Vlotten hout uit Duitsland konden veel voordeliger via de IJssel naar Zwolle worden getransporteerd dan via de Zuiderzee naar Blok-zijl. Op buitenplaats Twistvliet liet Lambert Eind-hoven een houtzaagmolen bouwen, aangedreven door de wind. Vanaf 1857 werd gebruik gemaakt van een stoommachine. In 1973 werd het fami-liebedrijf overgenomen door een van de grootste Engelse houtimporteurs, The Southern Evans Ltd. In 1989 kwam het bedrijf in handen van Stiho BV te Nieuwegein.

Het andere grote bedrijf was de Blokmelk-fabriek. In 1895 verleende de gemeente Zwolle

Uitsnede van het gebied Zwolle, Zwartsluis en Kampen met de Mas-tenbroekerpolder uit de kaart ‘Transisalania Provincia vulgo Over-yssel’ uit 1743. De kaart is gebaseerd op de in 1648 ver-vaardigde kaart door Nicolaas ten Have. Zichtbaar zijn (op de rode lijn) Westenholte, Voorst en Frankhuis. (Facsimile bij ‘Een perfecte Lantcaerte van Overijssel’ 2012)

Rechts: Boerderij met hooiberg in Frankhuis. Anoniem, achttiende eeuw. (Collectie SMZ)

Frankhuis eind negen-tiende eeuw. Tekening door J.W. Meijer. (Col-lectie SMZ)

150 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 151

een vergunning aan de Stoomzuivelfabriek Mas-tenbroek VOF voor de bouw van een roombo-terfabriek. In 1926 werd de stoomzuivelfabriek overgenomen door NV Nederlandse Gruyère Blokmelkfabriek uit Den Haag. De Blokmelk-fabriek verwerkte melk van boeren uit de verre omgeving tot blokmelk. Blokmelk was een meng-sel van melk en suiker, dat na afkoeling stijf werd en in blokvorm in kisten werd verpakt voor verzending naar Zwitserland. Daar diende het als grondstof voor chocolade. In 1977 werd het bedrijf onderdeel van Coberco Isoco BV. Sinds 1999 is het onder de naam Sensus Operations een producent en groothandel in voedingsmiddelen en voedingsmiddeleningrediënten.

Frankhuis was inmiddels door de aanleg van het Zwolle-IJsselkanaal in het begin van de jaren zestig van de twintigste eeuw compleet veranderd. Het was de directe verbinding met Zwolle verlo-ren. Een fiets-voetgangerspontje moest dit gemis compenseren. In 1985 kwam er weer een vaste verbinding in de vorm van een voetgangersbrug op de hoogte van zo’n negen meter boven het kanaal. Het kanaal bracht ook aan de zuidrand van Westenholte en in Voorst grote veranderin-gen. Langs het kanaal kwamen insteekhavens en industrieterreinen, die tot op heden het beeld bepalen van wat nu bekend staat als het industrie-gebied Voorst.

Het personeel van de firma Eindhoven in 1905. (Particuliere collectie)

Het personeel van de firma Eindhoven in 1938. De foto werd gemaakt op 14 maart, ter gelegenheid van het vijftig jaar in dienst zijn van Egbert Drost. Staand achterste rij vlnr.: Jo Drost, Jan Willem ten Hove, Jan Huizen, Gerrit Drost, Dorus Heres, Reindert Drost, Sip Heres, Albert van Rijssen, Jan Lubbers, Berent Jan Brinkman, Berent Kluinhaar, Wiechert Bastiaan, Rinus van Duuren, Gait Jan Hultink, Jan Bastiaannet, Frederik Drost, Hein van Leiden, Jaap Schinkel, Roelof Lemstra, Reize Lemstra, Kees van der Molen, Derk Drost, Mannes Heideveld, Bert Borst, Coen Nijmeijer, Jacob Palm, Albert Dijkslag, Jo Wever. Voorste rij: Jochem Ammer, Herman Drost, Bos, Wiechert Korpershoek, Henzen, Arend Zijlstra, Van Buren, Herman Halfwerk, Van Hall, Van Hall, ? , Jannes Drost, Gijs Kloot, Derk Voeten, Jo Korpershoek, Eikelboom. Zittend de jubilaris Egbert Drost. (Particuliere collectie)

Links: Luchtfoto uit 1948 van de hout-handel Eindhoven in Frankhuis. Het water op de voorgrond is de Trekvaart, op de achtergrond is de Blok-melk-fabriek zichtbaar. (Foto Aviodrome)

De Gasthuisdijk richting Frankhuis. Rechts zijn de graafwerkzaamheden voor het Zwolle-IJsselkanaal zichtbaar. Op de voorgrond staan Tonnie en Marja Hullen, begin jaren zestig (Particuliere collectie)

152 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 153

Keren we terug naar Westenholte rond 1900. Ook daar drong de moderne tijd steeds meer door. Niet alleen gingen Westenholtenaren werken in Frankhuis, of zelfs in de stad, maar ook kwamen geschoolde arbeiders uit Zwolle in Westen-holte wonen. Op kleine schaal werden er nieuwe woningen gebouwd, oude verhoudingen verdwe-nen. Het accent van de nieuwbouw lag vooral in Voorst. Met name langs de Voorsterweg was wat middenstand (bijvoorbeeld rijwielhandel Schutte en kruidenier Kluin) en nijverheid in de vorm van een smederij, een timmermansbedrijf en een houtzagerij. Houtzagerij Van Dijk groeide na de oorlog uit tot een bloeiend bedrijf. Aan dezelfde Voorsterweg kwam ook het klompenbedrijf van de gebroeders Van Vilsteren, GeVaVi. Tussen 1962 en 1978 groeide dit bedrijf uit tot een grote werkgever voor maar liefst zo’n honderd man personeel. In 1993 werd de productie overgehe-veld naar de firma Nijhuis in Beltrum. GeVaVi is anno 2012 een groothandel in de verkoop van klompen, klompschoenen, veiligheidssneakers en trendy slippers. Ook werkkleding en bescher-mingsmiddelen behoren tot het assortiment.

Na de aanleg van het Zwolle-IJsselkanaal begin jaren zestig was Frankhuis afgesneden van Zwolle. Een fiets-voetgangerspontje vormde toen de directe verbinding. Deze foto dateert uit 1985, het pontje werd een jaar later vervangen door een voetgangersbrug. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)

De werkplaats en het woonhuis van Jan Hen-drik Schutte, rijwiel-handelaar en -herstel-ler aan de Voorsterweg. Het rijmpje: ‘N fietse van SkutteEn loop...’n det dutte Met de wind in ’e rugge Over d’Iesselbrugge’was van deze familie Schutte afkomstig. De familie Schutte die de autobusmaatschap-pij ging exploiteren maakte daar later de veel bekender geworden variant ‘De busse van Skutte’ op. (Particuliere collectie)

De Essopomp aan de Voorsterweg van Schutte, begin jaren zestig. (Particuliere collectie)

Kapsalon Tielenburg aan de Voorsterweg, jaren veertig. (Particuliere collectie)

Gerrit van Dijk, met sigaar in de hand, met al zijn zonen, omstreeks 1950. De houthandel werd opge-richt in 1924 en was gevestigd aan Voorster-weg 60. (Particuliere collectie)

Links: Houthandel van Dijk, omstreeks 1960. (Particuliere collectie)

Rechts: GeVaVi in 1982. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)

154 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 155

Een eigenstandig dorpNa de Tweede Wereldoorlog werd Westenholte onbetwist de grootste bevolkingskern. In de jaren vijftig kwamen er nieuwe huizen, eerst als opvul-ling tussen de bestaande bebouwing (bijvoorbeeld langs de Westenholterweg, maar ook in het stukje van de Korenbloemweg en de Anjerweg tot aan de Rozenweg) en later op verworven terreinen op de Konijnenbelten. Er werd gebouwd van de Lupi-neweg tot aan het Petuniaplein en later tussen de Ridder Zwederweg en de Papaverweg. Westen-holte begon meer en meer op een eigenstandig dorp te lijken en daar horen ook meer voorzienin-

gen bij. In 1965 kwam er een echt winkelcentrum op het Petuniaplein. Kruidenier Kluin opende daar een Centra en er kwam ondermeer een slage-rij, een textielwinkel en een sigarenwinkel annex postagentschap. Ook de bibliotheek kreeg een vestiging aan het Petuniaplein. Vlakbij werd ook in 1961 de Stinskerk in gebruik genomen. Deze kerk was de opvolger van het Eben Haëzergebouw aan de Westenholterweg. Dit gebouw dat door de weeks in gebruik was voor vergaderingen en voorstellingen, bood Westenholtenaren op zon-dagavond en vanaf 1958 ook op zondagochtend gelegenheid ter kerke te gaan. De Stinskerk maak-te het gebruik van Eben Haëzer voor kerkdiensten echter overbodig.

Bij een eigenstandig dorp hoort ook een gemeenschapshuis, zeker in een dorp als Westen-holte waar het bruiste van het verenigingsleven. De verwevenheid van het verenigingsleven en het gemeenschapshuis blijkt uit de ontstaansgeschie-denis van De Ark. Dit gebouw komt rechtstreeks voort uit de organisatie van schaatswedstrijden op De Kolk aan de noordwestkant van Westenholte bij de Zalkerdijk. In 1939 was de ijsvereniging WVF opgericht. Tot 1947 werden de schaatswed-strijden op De Kolk gehouden. Hierna kwam er een ijsbaan, die door de Westenholtenaren zelf was aangelegd. De baan werd in 1968 zodanig ver-

groot dat er een wedstrijdbaan van vierhonderd meter kon worden uitgezet. Bij een ijsbaan hoort een koek-en-zopie tent. Ook deze werd door de leden van de ijsvereniging in 1953 zelf gebouwd. Door het groeiend aantal leden werd dit bouwsel al snel te klein. Opvolger werd De Ark die in 1959 gereed kwam. Naast de ijsvereniging vond ook de volleybalclub hier zijn onderkomen. Vergaderin-gen, voorstellingen, bruiloften, feesten en partijen zorgden ervoor dat De Ark als een echt gemeen-schapshuis voor Westenholte diende.

De Ark werd aanvankelijk geëxploiteerd door de leden van de ijsvereniging, maar dit werd juist door het succes en de hoge bezettingsgraad van het gemeenschapshuis voor deze vereniging een veel te zware belasting. In 1973 werd De Ark vervan-gen door het moderne ontmoetingscentrum Het Anker. Dit jaar, 2012, worden plannen ontwikkeld voor Het Nieuwe Anker, dat moet worden onder-gebracht in het nieuwe zorgcentrum Westenhage.

Naoorlogse nieuw-bouw, de Lupineweg en Papaverweg in 1965. (Particuliere collectie)

In 1961 werd de nieuwe Stinskerk in gebruik genomen. Op de foto staat de lei-ding van de zondagschool ‘Waakt en bidt’. Staand vlnr.: Rince Pasen, Jan Bos, Gerrit Zwakenberg, Henk Dol. Zittend de dames: Jennie Bredewout, Dienie van Voorst, Riek van Weeghel , Anneke Docter en Klaasje Riezebos . (Particu-liere collectie)

Gasten op het veertigjarig huwelijksfeest van Geurt Borst (1899-1976) en Marie Knol (1898-1981). Zij waren op 23 juli 1925 in het gemeentehuis van Zwollerkerspel getrouwd. Het huwelijk bleef kinderloos. Het feest werd in 1965 gevierd in hun boerderij aan de Zalkerdijk nr. 16. (Particuliere collectie)

Bouw van De Ark, 1959. (Particuliere collectie)

De Ark. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)

Opening van het nieuwe wijkcentrum Het Anker, door wet-houder Ter Bekke, jaren zeventig. (Collec-tie HCO, Redactiear-chief Zwolse Courant)

156 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 157

De Kolk was niet alleen de oorsprong van de ijspret in Westenholte. ’s Zomers was het de plek om te zwemmen, te vissen, of bootje te varen. Een ideale plek voor een echte recreatieplas zou je zeg-gen. Al in 1959 waren er plannen in deze richting. Ook de wijkvereniging WVF spande zich in voor

dit idee. Maar er waren ook andere, economische, belangen. In 1970 bleek dat houthandel Van Dijk De Kolk nog steeds mocht gebruiken om boom-

stammen te laten wateren. De wijkvereniging zag af van verdere plannen tot het maken van een recreatieplas.

Westenholte was (en is) een gemeenschap met veel reuring. De ijsvereniging WVF en de volleybalclub kwamen al ter sprake. Op sportgebied is er verder de voetbalvereniging WVF. Dit jaar bestaat deze vereniging vijfenzeventig jaar. De club werd opge-richt door vijf twaalf- en dertienjarige schooljon-gens die graag een balletje trapten op het grasveld naast de openbare school. Binnen een maand had-den ze een voetbalclub met de naam Quick gere-geld. En wat is een voetbalclub zonder wedstrijden? De eerste wedstrijd was tegen het Kampense KHC. Helaas was het resultaat niet positief... De club sloot zich aan bij de KNVB en met ingang van het seizoen 1941-1942 kon het aan de competitie meedoen. Nog wel een mits: de Duitse bezetter stelde de eis dat de naam veranderd moest worden. Zo kwam de naam WVF, naar de buurtschappen Westenholte, Voorst en Frankhuis. De club kreeg een nieuw voetbalveld bij boer Jacobs, waar nu het ontmoetingscentrum Het Anker is. In 1979 verhuisde WVF naar het nieuwe sportcomplex De Weide Steen. En WVF is nog steeds springlevend, getuige de 850 leden in 2012.

Ook muzikaal laat Westenholte van zich horen. De oudste nog bestaande vereniging in Westenholte is het gemengde koor Zang en Vriendschap, dat al van 1918 dateert. Maar vlak daarna, in 1920, is de oprichtingsdatum van muziekvereniging Excelsior. Weliswaar opgericht als fanfarekorps in ’s-Heerenbroek, was het toch al snel een Westenholtense vereniging. Pas bij het veertigjarig jubileum in 1960 kregen de muzikan-ten voor het eerst een uniform. Nu is Excelsior een volwaardige muziekvereniging die heel actief is. Geregeld worden concerten gegeven en neemt men deel aan concoursen, festivals en optochten. De naam Excelsior heeft in Westenholte nog een muzikale invulling gehad: de Christelijke mond-harmonicavereniging Excelsior. Dit Excelsior werd als onderafdeling van de Christelijke Jonge-mannenvereniging in 1929 opgericht. Een paar decennia zat er muziek in de mondharmonica, maar rond 1960 viel het doek.

Roeien op De Kolk, Eva Zwakenberg en Janna ter Stege, jaren dertig. (Particuliere collectie)

Rechts: Zwemmen in De Kolk, Eva Zwa-kenberg en Willem en Janna ter Stege, jaren dertig. (Particuliere collectie)

Schaatsen op de baan van ijsvereniging WVF in 1995. IJsvereniging WVF werd in 1939 opgericht. Dankzij de belangeloze inzet van veel vrijwilligers leidt de ver-eniging al jaren een bloeiend bestaan. In de beginjaren werd er geschaatst op De Kolk. Omdat het ijs daar lang niet altijd betrouwbaar was werd er na de oorlog een eigen ijsbaan gerealiseerd. De opening vond plaats in december 1946. Eind jaren zestig kon met medewerking van de gemeente en de eigenaar van een aan-grenzend perceel de baan vergroot worden tot een 400 meter baan, deze werd in jan. 1970 in gebruik genomen. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)

Meisjes van de ijsvereniging omstreeks 1950. (Particuliere collectie)

Kortebaanwedstrijd op de ijsbaan Westenholte op 4 januari 1993. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant, foto Freddy Schinkel)

Het gemengde koor Zang en Vriendschap in de jaren twintig. Het vaandel dateert uit 1926, misschien werd toen deze foto gemaakt. Het koor werd in 1918 opgericht. Initiatiefnemers waren drie jongemannen, Van Zuthem, Heddema en Breunis, leden van de christelijke jongemannenvereniging. Zij wilden echter een gemengd koor oprichten. Zang en Vriendschap ging van start met achttien dames en vijftien heren. In 1924 ging men voor het eerst op concours. Het koor heeft in de loop der jaren veel prijzen in de wacht gesleept. Er werd en wordt allerlei soorten muziek gezongen, zoals geestelijk, opera, ope-rette, klassiek en musical. (Particuliere collectie)

In 1995 bestond de vol-leybalvereniging Wes-tenholte veertig jaar. Daarom werd er een stratenvolleybaleve-nement georganiseerd met 120 teams. Burge-meester Jan Franssen opende het toernooi met het oplaten van ballonnen. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)

158 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 159

En dan is er nog de actieve buurtvereniging. Sinds 1954 kende Westenholte de vereniging voor Plaatselijk Belang die de belangen behartigde van de buurtschappen Westenholte, Voorst en Frank-huis. Zo maakte men het zwemmen in De Kolk mogelijk en regelde men de eerste telefooncel. De vereniging stond aan de wieg van de bejaarden-sociëteit en van de speeltuinvereniging. En men richtte een buurtvereniging op, speciaal bestemd voor het organiseren van jeugdactiviteiten, bin-go’s, droppings en de jaarlijkse bejaardentocht. Men koos hiervoor de originele naam WVF... maar nu in de betekenis van Wij Vieren Feest. In 1972 fuseerden Plaatselijk Belang, de speel-tuinvereniging en Wij Vieren Feest. De krachten werden gebundeld in de Wijkvereniging WVF. In 1974 verscheen het eerste exemplaar van het wijk-blad De Stins. De wijkvereniging kent tegenwoor-dig een groot aantal werkgroepen, zoals de werk-groep Badminton, de werkgroep Dierenweide, de werkgroep Huttendorp, de werkgroep Jeugdland, de werkgroep Kinderactiviteiten, de werkgroep Volkstuinen en de Vrouwenwerkgroep. De werk-groep Toneel gaf haar eerste voorstelling in 1984.

De toneeluitvoeringen zijn nu een vast jaarlijks evenement.

Westenholte-StinsHet is duidelijk dat Westenholte een actief vereni-gingsleven kent en dat men veel samen doet. Dat zelfs nadat eind jaren zeventig, begin jaren tachtig het dorp naar verhouding explosief is gegroeid en er veel nieuwe bewoners bij heeft gekregen. ‘Nieuw-Westenholte’, het deel ten zuidwesten van de Steenboerweg tot aan de Stinsweg heet offi-cieel Westenholte-Stins. De uitbreiding was een voortvloeisel van de gemeentelijke herindeling van 1967, waarbij de gemeente Zwollerkerspel werd opgeheven. Westenholte, Voorst en Frank-huis kwamen bij de gemeente Zwolle. Onder de vleugels van Zwolle kreeg Westenholte zijn eigen variant van de bouwmode uit de jaren zeventig. Ook hier onder meer een bloemkoolwijk met woonerven, maar wel op de schaal van Westen-holte. Tussen 1978 toen de eerste steen voor de woning Akkerhoornweg 1 werd gelegd en 1985 verdubbelde in Westenholte het aantal woningen. Overigens was het niet allemaal steen wat de klok sloeg. Zoals dat betaamt in een nieuwe wijk kreeg Westenholte ook een open recreatieruimte, het Stinspark. Precies op de plek waar eens het mach-tige kasteel van de heren van Voorst stond.

Net als in de groeiperiode in de jaren vijftig bete-kende meer inwoners meer voorzieningen. De Stinskerk werd te klein en er kwam een nieuwe, die in 1992 met een speciale eredienst in gebruik

Zang en Vriendschap tijdens een optreden in maart 1993. (Particu-liere collectie)

Duivenvereniging ‘De Vriendenkring’ in de jaren dertig. (Particuliere collectie)

werd genomen. Na een reconstructie breidde het winkelcentrum Petuniaplein zich in 1983 uit met een cafetaria, een drogisterij en een bloemen-winkel. Dat oud-Westenholte nog niet helemaal gewend was aan al die nieuwkomers kreeg een symbolische vertaling in de paaltjes die werden geplaatst tussen het Petuniaplein en de Arnicaweg

Links: De kinderboer-derij in het Stinspark, 1993. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)

Rechts: De volkstui-nen Westenholte aan de Zalkerdijk, 1983. (Collectie HCO, Redac-tiearchief Zwolse Cou-rant)

In 1979 werden de eerste huurwoningen aan de Arnicaweg in Westenholte-Stins opgeleverd. Op de foto een van de twee inge-richte modelwonin-gen. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)

De scheiding tussen oud en nieuw Wes-tenholte kreeg een symbolische vertaling in de paaltjes die wer-den geplaatst tussen het Petuniaplein en de Arnicaweg om het doorgaande verkeer te voorkomen. In 1992 werd het plein opnieuw heringericht en ver-dween deze barrière die in de volksmond de ‘Berlijnse muur’ was gedoopt. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)

160 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 161

om het doorgaande verkeer te voorkomen. In 1992 werd het plein opnieuw heringericht en ver-dween deze locale variant van de Berlijnse muur. Westenholte was nu echt één.

Ook voor het onderwijs had de grote uitbrei-ding gevolgen. In 1979 werd in Westenholte-Stins een nieuw scholencomplex geopend waar de open-bare school en de christelijke school een plekje kregen. Al op de kadastrale kaart van 1832 staat een openbare school vermeld aan de Zalkerdijk. In de jaren zestig van de twintigste eeuw kwamen er een openbare kleuterschool en lagere school, de prof. Kohnstammschool en de Knienenbelt aan de Papaverweg. In 1979 verenigde het hele openbare onderwijs zich in De Ridderspoor in het nieuwe schoolcomplex aan het Korianderplein. De geschiedenis van de christelijke school begon in 1922 toen aan de Westenholterweg een drieklas-sige lagere school kwam te staan. In 1963 werd het gebouw zodanig vergroot dat er wel van een nieuwe school kon worden gesproken. Het bood huisvesting aan De Wiekslag, zoals de school was gaan heten. Door het toegenomen aantal leerlin-gen verhuisde de naastgelegen kleuterschool Het Hummeltjeshonk naar de Rozenweg en betrok De

Wiekslag de vrijgekomen lokalen. In 1979 opende een nieuwe christelijke school, De Akker, op het Korianderplein de deuren. De fusiegolf in het onderwijs ging ook Westenholte niet voorbij. In 1995 gingen De Wiekslag en De Akker op in De Morgenster. Waar de openbare en de christelijke basisschool hun plek hebben gevonden aan het Korianderplein is de katholieke basisschool geves-tigd aan de Papaverweg. De geschiedenis van het katholieke lager onderwijs in Westenholte is kort. Pas in 1962 startte men in De Ark. In 1965 nam De Kerspel een nieuw houten noodgebouw aan de Korenbloemweg in gebruik. Daar bleef men tot de verhuizing in 1979 naar het oude schoolgebouw van de openbare lagere school aan de Papaverweg. In 1998 ging De Kerspel op in een grote katholieke basisschool, De Vlieger, die de hoofdvestiging in Stadshagen heeft.

Met het noemen van Stadshagen is wellicht de grootste recente verandering genoemd. In een mum van tijd heeft Westenholte een grote Vinex-buurwijk gekregen. Frankhuis is zelfs grotendeels door deze wijk opgeslokt. Westenholte is verder ontsloten met een futuristische fietsbrug en een fietstunnel naar Stadshagen. In het buitengebied tussen dorp en IJssel is een prachtig natuurgebied ontstaan, de Vreugderijkerwaard. De nieuwste aanwinsten voor Westenholte zijn het woonzorg-centrum Westenhage aan de Voorsterweg en de biologische schapenboerderij De Vreugdehoeve aan de Zalkerdijk. Binnenkort zal er een begin worden gemaakt met de bouw van het nieuwe ontmoetingscentrum.

Er is veel veranderd, maar ondanks alle veran-deringen bestaat het oude dorpsgevoel nog steeds. Er is een grote betrokkenheid van de gemeen-schap bij alles wat er in Westenholte gebeurt, wat zich uit in het bloeiende verenigingsleven. De wijkvereniging is buitengewoon actief en er wordt van alles in Westenholte georganiseerd. Als de vraag in de titel van dit artikel moet worden beantwoord, dan is misschien wel het beste ant-woord: Westenholte is een Zwols dorp.

* Uit: Mr. C.W. van der Pot, Zwolle’s omgeving omstreeks 1900, Zwolle z.j.

Koninginnedag in Westenholte, 1970. (Particuliere collectie)

Tante SienDan regelde Klaas chocolademelk via de Blokmelkfabriek. Die verkocht Sien voor de ijsclub, aanvankelijk gewoon op het ijs, later vanuit een schuurtje en nog later vanuit De Ark. Sien en Klaas konden erg boos worden als anderen de chocolademelk met water verdunden om zo meer te kunnen verkopen. Sien hield zelf ook erg van schaatsen. Dochter Klaasje: ‘Een paar zwarte gympen aan, een rok en een zwart alpinopetje op en rijden maar. Mijn ouders schaatsten altijd kruislings. Heel vroeger deed mijn vader met wedstrijden mee op de sokken op de schaats.’ In de tijd dat de ijsvereniging De Ark exploiteerde, hielp Sien ook altijd volop mee bij bruiloften en partijen.

Tante Sien was ondermeer een actief lid van de Plat-telandsvrouwen Zwollerkerspel. Zij en Klaas werden medio jaren negentig door carnavalsvereniging ‘De Knienebelters’ gehuldigd omdat ze zoveel voor Westenholte hadden gedaan. Bij de viering van hun 50-jarige en 55-jarige bruiloft in res-pectievelijk Wientjes en Het Anker kwam muziekvereniging Excelsior hen ook huldigen. Klaas overleed op 13 augustus 1995. Sien woonde daarna alleen op de Tippe. Ze vierde haar negentigste verjaardag nog uitgebreid bij Krisman in het Engelse Werk. Ze was toen onder de indruk van alle mensen die speciaal voor haar daar naar toe gekomen waren. Tante Sien overleed op 5 januari 2004 op 93-jarige leeftijd. Ze was op dat moment de oudste inwoner van Westenholte.

Sien en Klaas Riezebos -de Haan met hun twee dochtertjes Gerrie en Klaasje, eind jaren veertig. (Particuliere collectie)

De Tippe aan de voet van de Zalkerdijk omstreeks 1980. Vanaf de Tippe kon je vroeger, voor de bouw van Stadshagen, Hasselt zien liggen. (Particuliere collectie)

Gesiena (Sien) Blommetje Riezebos-de Haan werd op 25 okto-ber 1910 in Amsterdam geboren. Toen Sien acht jaar was ver-huisden haar ouders naar Overijssel. Het gezin woonde eerst in ’s-Heerenbroek en vestigde zich vervolgens in Westenholte. Sien trouwde op 30 april 1937 met Klaas Riezebos (geb. 25 oktober 1909), de jongste zoon uit het gezin Riezebos-Slende-broek (zie pagina 175). Het jonge stel ging wonen op het boer-derijtje van de familie Riezebos, de Tippe, aan de voet van de Zalkerdijk. Klaas werd overigens geen boer, hij begon in 1926 als gewoon arbeider te werken bij de Blokmelkfabriek en bleef daar zijn hele werkzame leven. In 1951 ontving hij, samen met zes andere jubilarissen, een koninklijke onderscheiding bij zijn 25-jarig jubileum. Sien en Klaas kregen twee dochters, Klaasje in 1940 en Gerrie in 1946. Volgens dochter Klaasje Jongman-Riezebos ‘verstonden’ haar ouders elkaar goed, ‘wij komen uit een warm nest.’ Dat er maar twee kinderen waren had een praktische reden: ‘Onze ouders gebruikten hun verstand.’

Sien en Klaas waren centrale en graag geziene figuren in Westenholte, hartelijk, sociaal voelend en zeer actief in het dorpsleven. Ze stonden bekend als tante Sien en ome Klaas. Vooral Sien was open, vrolijk, opgewekt en pittig, ze liet niet over zich lopen. Klaas was wat gemoedelijker. Hij was met name actief in de schaatsvereniging WVF, hij was jarenlang bestuurslid en werd daarvoor tot erelid benoemd. Dochter Klaasje: ‘Hij “kon” nooit vrij krijgen, behalve als er ijs lag.’