WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES...

40
WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS GROEP B.V., TWELLO MEI, 2015

Transcript of WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES...

Page 1: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNESOMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER

VERSIE: 4.0

H.L. ALBERSKAM-MANAGER TWS GROEP B.V., TWELLOMEI, 2015

Page 2: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

 

Page 3: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  1    

1 Voorwoord  

Deze   scriptie   is   tot   stand   gekomen   als   afsluitende   opdracht   van   de   opleiding   tot   Middelbaar  Veiligheidskundige.  De  opleiding  is  verzorgd  door  het  bedrijf  Kader,  bureau  voor  Kwaliteitszorg  B.V.  te  Almelo.  De  opleiding  is  in  zijn  geheel  gevolgd  in  Zwolle  bij  IT  Performance  House,  gezeteld  in  het  stadion  van  voetbalclub  PEC  Zwolle.  Vanaf  eind  oktober  2014  tot  half  april  2015  zijn  er  14  lesdagen  gegeven  waarbij  alle  facetten  aan  de  orde  zijn  gekomen  van  de  Arbeidsomstandigheden.  

Hierbij  wil  ik  mijn  werkgever  TWS  groep  B.V.  te  Twello  bedanken  voor  het  vertrouwen  wat  zij  in  mij  gesteld  hebben  en  mij  de  mogelijkheid  hebben  gegeven  deze  opleiding   te  volgen.  De  opleiding   tot  MVK   geeft  mij   de   juiste   handvaten   en   inzichten   om  mijn   functie   als   KAM-­‐manager   bij   TWS   groep  beter  te  vervullen.  Het  geeft  een  toegevoegde  waarde  om  als  gesprekspartner  op  te  treden  naar  al  mijn   collega’s   én   onze   relaties   als   het   gaat   om   veiligheidsvraagstukken   en   waar   de  Arbeidsomstandigheden  vragen  om  meer  duidelijkheid.  

 

Hans  Albers  

Mei,  2015        

       

     Auteur:    H.L.  Albers  [email protected]      Opdrachtgever:    TWS  groep  BV  Koppelstraat  24  7391  AK  Twello  www.tws-­‐groep.nl      Opleiding:    Middelbare  veiligheidskunde      Opleidingsinstituut:    Kader  BV    Begeleider:    R.  van  der  Post    Verklaring  van  openbaarheid:  Op  dit  rapport  is  het  auteursrecht  van  toepassing.  Openbaar  maken  is  toegestaan.          

Page 4: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  2     Eindscriptie  opleiding  MVK    

2 Samenvatting  

Deze  scriptie  is  tot  stand  gekomen  omdat  veel  TWS  medewerkers  dagelijks  blootgesteld  worden  aan  radiostraling   van   antennes.   De   probleemstelling   voor   deze   scriptie   is   wat   de   risico’s   zijn   voor  antennebouwers  die  dagelijks  werken  in  de  nabijheid  van  radiostraling  door  antennes.  Onderzocht  is  wat  de  mogelijke   risico’s   zijn   en  welke  maatregelen  er   genomen  kunnen  worden  om  de   risico’s   te  reduceren  of  zelfs  te  vermijden.  

Daarnaast  wordt  onderzocht  wat  vele  nationale  en  internationale  onderzoeken  hebben  gebracht.  Uit  alle  onderzoeken  blijkt  dat  non-­‐ioniserende  straling  zorgt  voor  opwarming  van  materialen  waaronder  het  menselijk  lichaam.  Bij  blootstelling  boven  een  bepaald  niveau  kan  dit  gevolgen  hebben  voor  het  menselijk  lichaam.  Hoofdpijn,  duizeligheid  en  misselijkheid  zijn  bekende  klachten  die  toegeschreven  kunnen   worden   aan   blootstelling   van   radiostraling.   Echter,   met   het   wegnemen   van   de   straling  verdwijnen  de  klachten  vrijwel  direct  en  daardoor  ziet  men  geen  risico’s  aan  deze  vorm  van  straling.  Er  zijn  geen  bewijzen  van  schadelijke  gevolgen  op  de  lange  termijn.  Dit  komt  omdat  de  techniek  nog  te  jong  is.  

Door  de  arbeidshygiënische  strategie  toe  te  passen  zijn  maatregelen  te  bedenken  om  de  werknemer  beter  te  beschermen  tegen  deze  straling.  Als  bronmaatregel  is  er  maar  1  oplossing  en  dat  is  om  alle  aanwezige   zendapparatuur   uit   te   schakelen   ten   tijde   van   de   werkzaamheden.   Daarnaast   zijn   er  collectieve  en  individuele  maatregelen  te  treffen  om  te  voorkomen  dat  de  werknemer  blootgesteld  wordt   aan   radiostraling   van   antennes.   Met   name   het   informeren   van   de   werknemer,   kennis  overdragen   over   de   soorten   antennes   en   de   specifieke   eigenschappen   ervan,   zorgen   voor   meer  bewustzijn  van  de  werknemer.  Per   locatie  zal  meer   informatie  beschikbaar  moeten  zijn  over  welke  antennes   er   staan   opgesteld   en  waar  wel   en  waar   geen   risico’s   zijn   om  de  werkzaamheden   uit   te  voeren.   Ook   zijn   er   apparaten   op   de   markt   die   de   werknemer   tijdig   kan   informeren   als   de  blootstellingslimieten  worden  overschreden.  Tot   slot   is  werkroulatie  een  uitstekende  oplossing  om  de  blootstelling  te  reduceren.  

Kortom,   doordat   de   technologie   nog   zo   nieuw   is,   zijn   er   zorgen   over   de   straling   maar   zijn   er  mogelijkheden   om   de   werknemer   te   beschermen   en   veilig   te   laten  werken   in   de   nabijheid   van  radiostraling  van  antennes.  

 

Page 5: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  3    

3 Inhoudsopgave  1   Voorwoord  ......................................................................................................................................  1  

2   Samenvatting  ..................................................................................................................................  2  

3   Inhoudsopgave  ................................................................................................................................  3  

4   Inleiding  ...........................................................................................................................................  4  

4.1   De  TWS  organisatie  .................................................................................................................  4  

4.2   Opkomst  mobiele  netwerken  ..................................................................................................  5  

4.3   De  kernvraag  ...........................................................................................................................  6  

5   Elektromagnetische  velden  .............................................................................................................  7  

5.1   Basisprincipe  EMV  ...................................................................................................................  7  

5.2   Ioniserende  EMV  .....................................................................................................................  9  

5.3   Non-­‐ioniserende  EMV  .............................................................................................................  9  

5.4   Doordringend  vermogen  radiosignalen  ..................................................................................  9  

6   Onderzoek  naar  gevolgen  radiostraling  ........................................................................................  10  

7   Antennetypen  ...............................................................................................................................  12  

7.1   Omnidirectionele  antennes  ...................................................................................................  13  

7.2   Sector  antennes  ....................................................................................................................  14  

7.3   Richt  antennes  ......................................................................................................................  15  

8   Risico’s  van  antennebouwers  ........................................................................................................  17  

8.1   Interview  onder  antennebouwers  ........................................................................................  18  

8.2   Uitkomsten  interview  ............................................................................................................  19  

8.3   Wet-­‐  en  regelgeving  ..............................................................................................................  19  

9   Arbeidshygiënische  strategie  antennebouwers  ............................................................................  21  

9.1   Bronmaatregelen  ..................................................................................................................  21  

9.2   Collectieve  maatregelen  .......................................................................................................  21  

9.3   Individuele  maatregelen  .......................................................................................................  22  

9.4   Persoonlijke  beschermingsmiddelen  ....................................................................................  23  

9.5   Taak-­‐Risico  Analyse  m.b.v.  Fine  &  Kinney  .............................................................................  23  

10   Afwegingen  en  alternatieven  ....................................................................................................  24  

11   Conclusie  ...................................................................................................................................  25  

12   Aanbevelingen  ...........................................................................................................................  26  

13   Literatuurlijst  .............................................................................................................................  27  

14   Bijlagen  ......................................................................................................................................  28  

14.1   Bijlage  1:  Goedgekeurde  scriptievoorstel  .............................................................................  28  

14.2   Bijlage  2:  Voorlichtingsboekje  van  Monet  .............................................................................  31  

14.3   Bijlage  3:  TRA  m.b.v.  Fine  &  Kinney  .......................................................................................  32  

14.4   Bijlage  4:  Resultaten  interview-­‐vragen  .................................................................................  33  

 

Page 6: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  4     Eindscriptie  opleiding  MVK    

4 Inleiding  

4.1 De  TWS  organisatie  

De  TWS  groep  (kortweg:  TWS)  is  een  organisatie  die  zijn  oorsprong  heeft  in  het  aanleggen,  beheren  en   onderhouden   van   draadloze   datacommunicatie.   Vanuit   haar   ontstaan   in   2002   is   het   bedrijf  gegroeid  en  bestaat  momenteel  uit  4  verschillende  B.V.’s  welke  allen  gevestigd  zijn  in  Twello.  

In   2002   is   TWS   technologies   B.V.   opgericht.   Dit   bedrijf   heeft   zich   vanaf   het   begin   gericht   op   de  draadloze  datacommunicatie  middels  straalverbindingen.  Naast  de  licentievrije  verbindingen  werden  ook  gelicenseerde  straalverbindingen  geleverd,  beheerd  en  onderhouden.  

Verbindingstype   Gebruikte  frequentie  

Licentievrij  2,4  GHz   2400  –  2487,5  MHz  

Licentievrij  5  GHz   5400  –  5725  MHz  

Licentieverbinding  (meest  voorkomend)   7GHz  /  18  GHz  /  23  GHz  /  26  GHz  /  38  GHz    

Tabel  1:  overzicht  frequentiegebieden  straalverbindingen  

In  een  later  stadium  zijn  ook  de  draadloze  netwerken  voor  indoor  en  openbare  ruimtes  toegevoegd  aan  het  productportfolio.  Hiermee  worden  de  WLAN  oplossingen  bedoeld  welke  tegenwoordig  alom  aanwezig  zijn  in  onze  samenleving.  

Doordat  de  straalverbindingen  gekoppeld  werden  aan  de  bestaande  netwerken  van  klanten  bestond  de  vraag  naar  expertise  in  bedrade  netwerken.  TWS  networkconcepts  B.V.  richt  zich  met  name  op  de  bedrade   netwerken   en   is   gespecialiseerd   in   advisering,   beheer   en   onderhoud   van   complexe  netwerken.  Daarnaast  zijn  zij  als  Internet  Service  Provider  (ISP)  in  staat  zakelijke  internetdiensten  te  leveren  middels  DSL-­‐,  glasvezel-­‐  en  draadloze  netwerken.  

TWS  infra  B.V.  is  de  derde  poot  van  de  TWS  groep  en  is  de  installatietak  voor  bekabelingen.  Zij  leggen  de   bekabeling   aan   voor   data,   brandbeveiliging,   camera-­‐netwerken.   Het   is   een   aanvulling   op   de  bestaande  2  B.V.’s.  

In  2007  is  TWS  technologies  B.V.  begonnen  met  het  installeren  van  gelicenseerde  straalverbindingen  voor   de   Telecom-­‐operator   Vodafone.   Dagelijks   werden   straalverbindingen   gerealiseerd   in   heel  Nederland.   Door   de   nodige   kennis   en   ervaring   op   dit   vakgebied   werd   Tele2   in   2013   de   tweede  Telecom-­‐provider  voor  TWS  technologies  B.V.  Tele2  is  met  de  komst  van  het  4G-­‐netwerk  de  jongste  Telecom-­‐provider.   Om   alle   Telecom   activiteiten   samen   te   bundelen   is   in   2013   TWS   telecom   B.V.  opgericht  en  daarmee  de  vierde  B.V.  van  de  TWS  groep.  

 

Page 7: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  5    

Voor  de  Telecom-­‐providers   installeert   TWS  niet   alleen  de   straalverbindingen  maar   zijn   in   staat  om  ook  de  complete  sites  te  bouwen.  Dat  betekent  dat  ook  het  staalwerk,  de  dakconstructies,  masten,  apparatuurkasten,   bekabeling   (zowel   voeding   als   coaxbakels   voor   de   antennes),   aarding   en  uiteindelijk   de   antennes   (langwerpige   antennes   voor   GSM,  UMTS,   3G   en   4G)   als   de   dishes   (ronde  antennes  voor  de  straalverbindingen)  aangelegd  kunnen  worden.  

4.2 Opkomst  mobiele  netwerken  

Draadloze  netwerken  waren  ten  tijde  van  de  oprichting  van  TWS  een  redelijk  onbekend  fenomeen.  Het  vertrouwen  bij  de  klanten  was  gering  door  onbekendheid,   terwijl  de   stabiliteit  ongekend  hoog  was.   De   komst   van   het   glasvezelnetwerk   in   Nederland  was   ook   geen   goede   ontwikkeling   voor   de  ‘straalverbindingmarkt’.   Met   de   ontwikkeling   van   de   GSM-­‐netwerken   werd   de   draadloze  communicatie   beter   bekend.   Het   eerste   GSM   netwerk   kwam   in   de   jaren   90  waarmee   gebeld   kon  worden   en   daarnaast   SMS-­‐berichten   versturen.   Vanaf   dat   moment   is   de   ontwikkeling   razendsnel  gegaan.    

De  mobiele  telefonie  werd  algemeen  gemeengoed  in  Nederland  en  in  de  wereld  en  de  toepassingen  werden  veelzijdiger.  De  datacommunicatie  deed  haar  intrede  in  de  mobiele  telefonie  en  de  opvolger  van  GSM  werd  eerst  HSDPA  en  daarna  UMTS.  Met  HSDPA  en  UMTS  werd  de  bandbreedte  voor  data  van   GSM-­‐mast   naar   telefoon   breder   en   kon   er   meer   data   verstuurd   worden.   Meer   bandbreedte  vereist  een  ander   frequentiegebruik  en  een  krachtiger   radiosignaal.  Hierdoor  werden  meer  masten  geplaatst  en  meer  daklocaties  ingericht  voor  mobiele  telefonie.    

Met   de   komst   van   UMTS   in   2004   kwamen   de   eerste   geluiden   over   mogelijke   gevaren   van  radiostraling   of   Elektromagnetische   Velden   (EMV).   Er   werden   nationaal   en   internationaal   veel  onderzoeken  gedaan  naar  EMV  en  de  gevolgen  voor  de  gezondheid.  Echter,  door  de  jonge  techniek  kon   niet   de   lange   termijn   effecten   bepaald   worden.   Desondanks   bleven   de   geruchten   over   het  mogelijke   gevaar   voor   de   radiostraling   aanhouden.   In   hoofdstuk   6  worden   de   onderzoeken   nader  beschreven  en  uitgediept.  

Inmiddels   is  de  mobiele   telefonie  niet  meer  weg   te  denken  uit  de  huidige  samenleving.  Een  aantal  grote  verstoringen  in  het  netwerk  werden  direct  landelijk  nieuws  omdat  grote  delen  van  Nederland  geen  mobiel  netwerk  meer  had.  Denk  aan  het   instorten  van  de  grote  zendmast   in  Hoogersmilde  of  de  grote  brand  in  Rotterdam  bij  het  grootste  knooppunt  van  Vodafone  in  het  Westland.  Ondanks  de,  soms   hardnekkige,   berichten   over   de   gevaren   van   radiostraling   is   het   bijna   ondenkbaar   om   deze  technologie  een  halt  toe  te  roepen  en  de  mobiele  telefonie  in  de  ban  te  doen.    

Anno   2015   zijn   er   3   operators   met   een   (bijna)   volledig  uitgerold  3G-­‐netwerk.  KPN,  Vodafone  en  T-­‐mobile   zijn   in  heel  Nederland  vertegenwoordigd  met  enkele  duizenden  opstelpunten   om   hun   klanten   te   voorzien   van   de   3G-­‐dekking.  Volgens  het  antennebureau1  zijn  er  per   februari  2015,   36.089   opstelpunten   in   heel   Nederland   voor   het  mobiele  netwerk  voor  GSM,  UMTS,  3G  en  4G.    

Tele2   is  de  vierde  operator  die  een  dekkend  netwerk  wil  voor   hun   klanten.   Zij   starten   gelijk   met   de   nieuwste  technologie   4G.   Alle   vier   de   operators   zijn   momenteel  druk   bezig   het   4G   netwerk   uit   te   rollen   over   heel  Nederland.   Dat   betekent   zeer   veel   werk   voor   veel  aannemers  in  de  telecom.  

                                                                                                                         1  www.antennebureau.nl  –  website  van  de  Rijksoverheid  over  antennes.  

Page 8: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  6     Eindscriptie  opleiding  MVK    

4.3 De  kernvraag  Doordat   er   zoveel   bouwactiviteiten   zijn   voor   de   vier   operators   voor   de   uitrol   van   een   landelijk  dekkend  4G  netwerk  per  operator  (er  komen  dus  4  onafhankelijke  4G  netwerken  in  Nederland)  zijn  er   dagelijks   vele   antennebouwers   actief   met   de   aanleg   ervan.   Deze   antennebouwers   werken  dagelijks  op   locaties  waar  vaak  al  bestaande  apparatuur  van  eerdere  netwerken  of  apparatuur  van  andere  operators  actief  signalen  uitzenden.  Deze  antennebouwers  werken  dus  dagelijks  zeer  dicht  bij  in  werking  zijnde  antennes  en  dishes.  Dat  deed  mij  nadenken  over  de  vraag:  

“Wat  is  de  invloed  van  radiostraling  van  antennes  op  het  werken  en  welbevinden  van  antennebouwers?”  

Voor   normale   gebruikers   van   mobiele   netwerken   zijn   de   antennes   ver   genoeg   van   dit   publiek  gepositioneerd.  De  antenne   installaties   staan  op  hoge  daken  of   in  hoge  masten  waar  het  normale  publiek   niet   kan   komen.   Maar   voor   antennebouwers   geldt   dit   niet.   Zij   komen   juist   wèl   op   deze  plaatsen  en  zijn  vaak  werkzaam  vlak  naast  in  werking  zijnde  antennes  en  dishes.  Met  deze  gegevens  en  de  bovengenoemde  vraag  kan  de  probleemstelling  goed  geformuleerd  worden:  

“Wat  zijn  de  risico’s  voor  veiligheid  en  gezondheid  van  antennebouwers  die  werken  in  de  nabijheid  van  radiostraling  van  antennes”  

Om  duidelijkheid  te  geven  op  dit  onderwerp  zal  ik  in  deze  scriptie  eerst  ingaan  op  de  techniek  van  de  radiosignalen.  Vervolgens  zal  in  het  algemeen  de  effecten  die  radiosignalen  hebben  op  het  menselijk  lichaam   beschreven   worden.   Wat   zijn   de   korte   termijn   gevolgen   en   wat   zijn   de   langere   termijn  gevolgen.   Ook   zal   ik   de   antennesoorten   beschrijven   met   hun   karakteristieken   welke   het   meest  voorkomen   in  het  werkgebied   van  de  antennebouwer  en  waar  de   gevaren   liggen   voor  deze   groep  werknemers.   Ik  zal   tevens   ingaan  over  hoe  de  antennebouwers  zelf  denken  over  radiostraling,  hun  gezondheid  en  of  zij  de  gevaren  herkennen  en  erkennen.  Dit  zal  ik  doen  middels  een  interview  die  ik  meerdere  TWS  collega’s  heb  voorgelegd  en  waar  zij  open  en  eerlijk  op  hebben  geantwoord.  Tot  slot  zal  ik  aan  de  hand  van  de  arbeidshygiënische  strategie  oplossingen  benoemen  om  de  antennebouwer  te  beschermen  tegen  de  mogelijke  gevaren.  TWS   is  vanuit  de  arbeidsomstandighedenwet  verplicht  om  de  veiligheid  en  gezondheid  van  haar  werknemers  te  waarborgen.  

 

 

Page 9: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  7    

5 Elektromagnetische  velden  

Elektromagnetische  velden   is   een  natuurlijk   verschijnsel  wat  dagelijks   in  onze  omgeving   voorkomt.  De  aarde  heeft  ook  een  elektromagnetisch  veld  waar  een  kompas  op  reageert.  Andere  vormen  van  elektromagnetische  velden  zijn  het  zichtbare  licht  en  het   infrarode  en  ultraviolette  licht  wat  van  de  zon   afkomstig   is.  Ook   bij   een   elektrische   ontlading   door  middel   van   bliksem   komt   een   grote   dosis  elektromagnetisme   vrij.   Het   zijn   natuurlijke   vormen   van   EMV   wat   door   ons   lichaam   zonder  problemen  kan  worden  opgevangen.  

Een   andere   vorm   van   elektromagnetische   velden   wordt   kunstmatig   opgewekt.   Deze   vorm   wordt  onder  andere  gebruikt  om  informatie  te  verzenden  en  te  ontvangen.  En  ook  dit  gebeurt  dagelijks  om  ons  heen.  Denk  bijvoorbeeld  aan  de  draadloze  DECT  telefoon,  de  babyfoon,  maar  ook  de  WiFi-­‐router  die   iedereen   wel   in   huis   heeft.   Of   de   radio   of   televisie.   Deze   elektromagnetische   velden   (of  radiostraling   in   de   volksmond)   zijn   constant   om   ons   heen.   Andere   voorbeelden   zijn  afstandsbedieningen   voor   een   veelheid   aan   toepassingen,   detectiepoortjes   bij   winkels   of   de  magnetron  in  de  keuken.  Bij  het  laatste  voorbeeld,  de  magnetron,  wordt  een  elektromagnetisch  veld  opgewekt  voor  andere  doeleinden,  behalve  gegevens  verzenden.  De  radiostraling  heeft  namelijk  ook  een  verwarmend  effect.  En  de  magnetron  maakt  hier  gebruik  van  door  producten  te  verwarmen.  

Ook  in  het  ziekenhuis  worden  elektromagnetische  velden  gebruikt.  Denk  aan  röntgen  apparatuur  of  voor  warmtetherapieën.  

5.1 Basisprincipe  EMV  

Een  elektromagnetisch  veld   zijn   radiogolven   zoals   in  onderstaande   figuur.  Het  algemene  gebruik   is  om  gegevens  over  te  zenden  van  zender  naar  ontvanger.  De  golf  is  de  drager  voor  de  informatie  die  als  variatie  in  de  amplitude  (AM)  of  in  de  frequentie  (FM)  aanwezig  is2.    

   

Figuur  1:  basisprincipe  radiogolf  

Middels  de  formule:  

golflengte  (m)  x  frequentie  (Hz)  =  lichtsnelheid  (m/s)    

is  er  een  omgekeerd  evenredige  relatie  tussen  de  frequentie  en  golflengte,  want  de  lichtsnelheid   is  een  vast  gegeven  nl.  300.000  km/s  3.  

                                                                                                                         2  nl.wikipedia.org/wiki/radiogolf  3  Arbo  Catalogus  nr.  39  –  Elektromagnetische  velden  

Page 10: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  8     Eindscriptie  opleiding  MVK    

Met  het  variëren  van  de  golflengte  en  frequentie  zijn  verschillende  toepassingen  mogelijk,  welke  zijn  onderverdeeld  in  tabel  2.  

Naam  Band   Afkorting   Frequentie  Golflengte  

Toepassing  

    <  3  Hz  >  100.000  km  

 

Extremely  Low  Frequency  

ELF   3  -­‐  30  Hz  100.000  -­‐  10.000  km  

 

Super  Low  Frequency  

SLF   30  -­‐  300  Hz  10.000  -­‐  1000  km  

Communicatie  met  onderzeeboten  

Ultra  Low  Frequency  

ULF   300  -­‐  3000  Hz  1000  -­‐  100  km  

 

Very  Low  Frequency  

VLF   3  -­‐  30  kHz  100  -­‐  10  km  

Militaire  communicatie,  communicatie  met  onderzeeboten,  navigatie,  tijdssignalen,  draadloze  hartslagmonitors  

Low  Frequency  (Lange  Golf)  

LF   30  -­‐  300  kHz  10  -­‐  1  km  

Navigatie,  tijdssignalen,  AM-­‐langegolfuitzendingen,  amateurradio  

Medium  Frequency  (Middengolf)  

MF   300  -­‐  3000  kHz  1000  -­‐  100  m  

Navigatie,  AM-­‐langegolfuitzendingen,  amateurradio,  maritieme  communicatie  

High  Frequency  (Korte  Golf)  

HF   3  -­‐  30  MHz  100  -­‐  10  m  

AM-­‐langegolfuitzendingen,  amateurradio,  luchtvaart,  maritieme  en  militaire  communicatie  

Very  High  Frequency  

VHF   300  -­‐  300  MHz  10  -­‐  1  m  

FM  radio-­‐  en  televisie-­‐uitzendingen,  communicatie  en  navigatie  luchtvaart,  amateurradio  

Ultra  High  Frequency  

UHF   300  -­‐  3000  MHz  1000  -­‐  100  mm  

Televisie-­‐uitzendingen,  mobiele  telefonie,  802.11  draadloze  netwerken,  Bluetooth,  magnetrons  

Super  High  Frequency  

SHF   3  -­‐  30  GHz  100  -­‐  10  mm  

Mobiele  telefonie,  802.11  draadloze  netwerken,  radar,  gelicenceerde  straalverbindingen  

Extremely  High  Frequency  

EHF   30  -­‐  300  GHz  10  -­‐  1  mm  

Radioastronomie,  Securityscan  (luchthaven  Schiphol)  

    >  300  GHz  <  1  mm  

 

Tabel  2:  overzicht  frequentie-­‐  en  golflengtegebieden  

Zoals   is   te   zien   zijn   er   vele   soorten   frequenties  met   ieder   hun   eigen   toepassingsgebieden.   In   deze  scriptie   wordt   met   name   gekeken   naar   de   vetgedrukte   toepassingen   zoals   802.11   draadloze  netwerken,  mobiele  telefonie  en  gelicenceerde  straalverbindingen.  

Alle   kunstmatig   veroorzaakte   elektromagnetische   velden   kunnen   onderverdeeld   worden   in   twee  soorten:  

• Ioniserende  EMV  • Non-­‐ioniserende  EMV  

Beide  vormen  worden  in  de  volgende  paragrafen  uitgelegd.  

 

Page 11: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  9    

5.2 Ioniserende  EMV  

Ioniserende  magnetische   velden   ontstaan   bij   hele   hoge   frequenties,   hoger   als   het   zichtbare   licht.  Vanaf  3  PHz  (petahertz)  wordt  de  straling  ioniserend.  Bij  deze  hoge  frequenties  is  de  energie  dermate  hoog   dat   elektronen   zich   los   kunnen   maken   uit   atomen   en   daarmee   ionisaties   veroorzaken.   Het  elektron   verandert   in   een   ion.   Denk   hierbij   aan  UV-­‐licht,   röntgen-­‐   en   gammastraling.   Blootstelling  aan   deze   vorm   van   straling   kan   veranderingen   veroorzaken   in   het   menselijk   DNA   met   als   gevolg  acute  en  chronische  gezondheidsschade,  waaronder  kanker.  

 

Figuur  2:  frequentiespectrum  

5.3 Non-­‐ioniserende  EMV  

Alle   straling   met   een   frequentie   lager   dan   300   GHz   en   een   golflengte   groter   dan   1   mm   is   het  energieniveau   dusdanig   laag   dat   er   geen   ioniserende  werking   optreedt.  We   spreken   dan   van   een  non-­‐ioniserende   EMV.   In   tabel   2   zijn   alle   frequentiegebieden   vermeld   met   hun   specifieke  toepassingen.   Zoals   te   zien   zijn   in   de   UHF   en   SHF   de   toepassingsgebieden   van   het   scriptie-­‐onderwerp.  

Een  ander  bijkomend  verschijnsel  van  non-­‐ioniserende  EMV  is  dat  objecten  die  in  aanraking  komen  met   deze   vorm   van   radiostraling   opgewarmd   worden.   Afhankelijk   van   de   frequentie   en   het  uitgestraald   vermogen  wordt   een  object  meer   of  minder   verwarmd.  Deze   toepassing  wordt   onder  andere  gebruikt  bij  magnetrons.  Door  radiogolven  op  te  wekken   in  magnetrons  en  het  uitgestraald  vermogen   in  Watt   te   variëren  worden   de  moleculen   in   het   voedsel   in   de  magnetron   in   beweging  gezet.   Door   het   wrijven   van   de   moleculen   langs   elkaar   heen   wordt   het   eten   opgewarmd.   Het  energieniveau   blijft   echter   te   laag   om   de   moleculen   van   structuur   te   veranderen,   zoals   dat   wel  gebeurt  met  ioniserende  EMV.  

In   het   volgende   hoofdstuk   wordt   nader   ingegaan   op   de   radiostraling   en   de   gevolgen   voor   het  menselijk  lichaam.  

5.4 Doordringend  vermogen  radiosignalen  

Lage   frequenties   met   lange   golflengten   hebben   de   eigenschap   dat   zij   doordringbaar   zijn   door  voorwerpen   als   glas,   hout,   water   en   zelfs   beton.   Hoe   hoger   de   frequenties   worden,   hoe   minder  doordringbaar   de   radiosignalen  worden.   Zo   kan   een  WIFI-­‐signaal  met   een   frequentie   van   2,4   GHz  (802.11   draadloze   netwerken)   door   glas,   hout   en   beton   waardoor   één   WIFI-­‐Router   een   dekkend  WLAN   netwerk   kan   creëren   door   het   hele   huis.   Hoge   frequenties   als   gelicenceerde  straalverbindingen   (SHF)   zijn   niet   doordringbaar.   Er   mag   zich   dan   geen   obstakel   bevinden   tussen  zender  en  ontvanger  anders  wordt  het  radiosignaal  geblokkeerd.  

 

Page 12: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  10     Eindscriptie  opleiding  MVK    

6 Onderzoek  naar  gevolgen  radiostraling  

Zoal  al   in  de   inleiding   is  beschreven  werden  met  de  komst  van  UMTS  de  eerste  geluiden  hoorbaar  over   radiostraling  en  de  schade  aan  het  menselijk   lichaam  als  gevolg  van  de  blootstelling  aan  deze  radiostraling.  Het   gaat   dan  met   name  over   de   non-­‐ioniserende   straling   door   de   enorme   groei   aan  opstelpunten   met   de   daarbij   behorende   antennes.   Nederland   werd   overstelpt   met   telecom-­‐sites  voor  UMTS  en  de  bevolking  werd  bang  voor  de  mogelijke  gevolgen.  

Nationaal  en  internationaal  zijn  er  vele  onderzoeken  geweest  naar  de  mogelijk  schadelijke  gevolgen  van   radiostraling  op  het  menselijk   lichaam.   In  2006  verscheen  het   rapport   van  het  Ministerie   voor  Sociale   Zaken   en  Werkgelegenheid   waarin   de   elektromagnetische   velden   in   arbeidssituaties   werd  behandeld.  Daarin  werden  de  gevolgen  voor  EMV  voor  het  menselijk  lichaam  besproken.  In  dit  lijvige  rapport   wordt   melding   gemaakt   van   het   CENELEC   (Comité   Européen   de   Normalisation  Electrotechnique;   oftewel   het   Europese   Standaardisatiecommissie   voor   Elektrotechnische  Standaarden)   dat   zij   nog   geen   Europese   Normen   hebben   vastgelegd   voor   deze   vorm   van   fysieke  belasting.  

Het   ICNIRP   (International   Commission   for  Non-­‐Ionizing   Radiation   Protection)   houdt   zich   bezig  met  allerlei   onderzoeken   naar   EMV   en   de   gevolgen   voor   het   menselijk   lichaam.   Ook   de  WHO   (World  Health   Organization)4   heeft   onafhankelijke   onderzoeken   verricht   naar   de   gevolgen   van   de  radiostraling.  

Al  deze  onderzoeken  hebben  geleid  tot  nieuwe  Richtlijnen  van  de  Europese  Commissie  betreffende  de  minimumvoorschriften   inzake   gezondheid   en   veiligheid  met   betrekking   tot   de   blootstelling   van  werknemers   aan   de   risico’s   van   fysische   agentia   (Elektromagnetische   Velden).   Het   gaat   om   de  richtlijn  2004/40/EG  welke  in  2013  is  vervangen  voor  Richtlijn  2013/35/EU  van  29  juni  20135.  

Ook   in   Nederland   zijn   er   onderzoeken   verricht.   Het   Antennebureau6,   hét   informatieloket   voor  informatie  en  vragen  over  antennes,  laat  zich  leiden  door  o.a.  het  WHO  en  de  Gezondheidsraad,  een  onafhankelijk   adviesorgaan   van   de   Nederlandse   regering.   Het   Antennebureau   geeft   middels  brochures   informatie   over   antennes,   hun   werking,   doel   en   beantwoorden   vragen   over   de  gezondheid.   Tot   slot   heeft   ook   de   Arbeidsinspectie   een   Arbeidscatalogus   uit   gebracht,   speciaal  gericht  op  de  Elektromagnetische  Velden.  

Uit   al   deze   nationale   en   internationale   onderzoeken   is   naar   voren   gekomen   dat   radiosignalen  weldegelijk   invloed   hebben   op   het  menselijk   lichaam.   Elektromagnetische   velden   zijn   in   staat   om  objecten,  en  dus  ook  het  menselijk  lichaam,  op  te  warmen.  Kijk  naar  de  werking  van  een  magnetron,  maar   ook   naar   de   zon.   De   zon   zendt   ook   elektromagnetische   velden   uit   en   het  menselijk   lichaam  wordt  hierdoor  opgewarmd.  

Het  menselijk  lichaam  wordt  opgewarmd  indien  het  wordt  blootgesteld  aan  non-­‐ioniserende  straling.  Dat  opwarmen  gebeurt  echter  pas  bij  een  voldoende  hoge  veldsterkte  en  frequentie.  Het  menselijk  lichaam  heeft  geen  last  van  opwarming  bij  de  elektromagnetische  velden  die  dagelijks   in  de  natuur  voorkomen.   Het   menselijk   lichaam   kan   wel   opwarmen,   maar   de   natuur   zorgt   ervoor   dat   het  menselijk  lichaam  ook  weer  afkoelt  als  de  stralingsbron  wordt  weggenomen.  Het  proces  herstelt  zich  zonder  nadelige  gevolgen.  

Een   toename  van  de   lichaamstemperatuur  door   langdurige  blootstelling  aan   radiosignalen  kan  wel  tot  vervelende  bijwerkingen  zoals  misselijkheid,  hoofdpijn,  braakneigingen  tot  moeilijkheden  met  het  uitvoeren  van  fysieke  en  mentale  taken.  Deze  symptomen  verdwijnen  wel  met  het  wegnemen  van  de  

                                                                                                                         4  Fact  sheet  Nr.  304  WHO  –  Elektromagnetische  Velden  en  Volksgezondheid  5  Publicatieblad  van  de  Europese  Unie:  Richtlijn  2013/35/EU  6  Brochure  Antennebureau:  Alles  over  antennes  voor  draadloze  communicatie  

Page 13: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  11    

stralingsbron,  of  de  afstand  vergroten  tot  de  stralingsbron,  maar  het  zorgt  wel  voor  een  onbehaaglijk  welbevinden.    

De   gezondheidseffecten   op   korte   termijn   zijn   dus   wel   inzichtelijk.   Op   lange   termijn   kunnen   alle  onderzoekscommissies  geen  antwoord  geven.  Dit  komt  omdat  de  laatste  technieken  als  UMTS,  3G  en  4G  nog  zo  nieuw  zijn,  dat  de  gevolgen  gewoonweg  nog  niet  te  meten  zijn.    

Aan   de   hand   van   deze   onderzoeken   heeft   het   ICNIRP   blootstellingslimieten   vastgesteld   in   het  frequentiegebied   van   0   Hz   tot   300   GHz.   Hierbinnen   vallen   ook   de   frequenties   voor   mobiele  telecommunicatie  en  WIFI  technieken.  In  1999  heeft  de  Raad  van  de  Europese  Unie  de  richtlijnen  van  ICNIRP   aanbevolen   aan   haar   lidstaten.   Ook   Nederland   hanteert   deze   limieten.   Deze  blootstellingslimieten   zijn   gepubliceerd   door   het   Antennebureau7.   De   eenheid   van   elektrische  veldsterkte   is  het  aantal  Volt  per  meter,   kortweg  V/m.  De   limieten  voor  het  algemeen  publiek   zijn  waarden   die   voor   24   uur   per   dag   gelden.   Voor   werknemers   die   werken   in   de   buurt   van  zendinstallaties  geld  een  ander  maximum,  gemeten  over  6  minuten,  voor  een  maximale  duur  van  8  werkuren.  

Frequentie   Algemeen  publiek   Werknemers  

10-­‐400  MHz   28  V/m      61  V/m  

800  MHz   39  V/m      85  V/m  

900  MHz   41  V/m      90  V/m  

1800  MHz   58  V/m   127  V/m  

2000  MHz  en  hoger   61  V/m   137  V/m  

Tabel  3:  Blootstellingslimieten  

In   het   Antenneconvenant8,   waarin   afspraken   zijn   vastgelegd   tussen   de   vier   Telecom-­‐operators   in  Nederland,   de   Vereniging   van   Nederlandse   Gemeenten   (VNG)   en   de  Ministeries   van   Economische  Zaken   (EZ)   en   Volkshuisvesting,   Ruimtelijke   Ordening   en   Milieu   (VROM)   over   de   plaatsing   van  antenne-­‐installaties,   is   ook   een   bijlage   toegevoegd   over   de   blootstellingslimieten.   In   deze   bijlage  worden  de  blootstellingslimieten  van  het  ICNIRP  overgenomen.  

Deze  richtlijnen  stammen  al  uit  1999  en  er  is  sindsdien  niets  aan  gewijzigd.  Recente  ontwikkelingen  in   Frankrijk   geven  echter   aan  dat   er   nog   steeds  bezorgdheid   is   over  de   gezondheid.  Op  29   januari  2015   heeft   Frankrijk   een   wetswijziging   aangenomen   die   de   blootstelling   verder   beperkt9.   In   het  aangenomen  wetsvoorstel  van  mevr.  Abeille  worden  wijzigingen  doorgevoerd  als:    

• WIFI   netwerken   worden   verboden   in   ruimten   die   geschikt   zijn   voor   kinderen   <   3   jaar.   In  ruimtes  voor  kinderen  ouder  dan  3   jaar  moet  deze  apparatuur  uitgeschakeld  worden  als  ze  niet  ondersteunend  zijn  voor  de  lessen;  

• Bij   de   koop   van   een   mobiele   telefoon   moet   de   gebruiker   geadviseerd   worden   over   het  gebruik  van  een  oortje  om  de  blootstelling  te  verlagen.  Reclame  die  het  gebruik  van  mobiele  telefoons  zonder  deze  hulpmiddelen  aanmoedigt,  wordt  verboden;  

• Gebouwen  waar  WIFI  wordt  toegepast,  moet  dit  bij  de  ingang  vermeld  worden;  • Vóór   plaatsing   of   wijziging   aan   een   zendinstallatie   moeten   omwonenden   geïnformeerd  

worden  en  de  gelegenheid  krijgen  reacties  in  te  dienen;  

Het  moge  duidelijk  zijn  dat  de  huidige   limieten  aan  veranderingen  onderhevig  kunnen  zijn.  Middels  publicaties  van  o.a.  het  Antennebureau  kunnen  de  ontwikkelingen  gevolgd  worden.  

                                                                                                                         7www.antennebureau.nl/onderwerpen/gezondheid-­‐veiligheid/blootstellingslimieten-­‐voor-­‐elektromagnetische-­‐velden  8  Antenneconvenant  d.d.  28  september  2010  9  http://stralingsbewustzijn.nl/tag/wet-­‐abeille/  

Page 14: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  12     Eindscriptie  opleiding  MVK    

7 Antennetypen  

Voor   het   opwekken   van   radiostraling   welke   tot   doel   hebben   het   verzenden   en   ontvangen   van  informatie   is   apparatuur   nodig   die   geschikt   zijn   voor   deze   doeleinden.     Globaal   bestaat   een  zendinstallatie  uit  de  volgende  onderdelen:  

1) Apparatuur   voor   het   opwekken   van   radiosignalen.   Deze   apparaten   staan   vaak   in   een  besloten  ruimte  in  de  buurt  van  de  plaats  waar  de  radiosignalen  verzonden  moeten  worden.  Dat   kan   zijn   vlak   bij   een   zendmast   of   in   de   buurt   van   een   daklocatie   waar   vanaf   de  radiosignalen   verzonden   worden.   Deze   Indoor   Units   (IDU)   krijgen   een   signaal   vanuit  bijvoorbeeld  een  telefooncentrale  (PABX)  of  een  LAN-­‐netwerk  en  genereren  een  radiogolf  in  de  juiste  frequentie  en  golflengte  en  op  deze  drager  wordt  de  informatie  gezet.    

2) Coaxiale   kabel.   De   coaxiale   kabel   (coaxkabel)   is   geschikt   voor   het   transporteren   van   het    juiste  radiosignaal  met  de  juiste  frequentie  en  golflengte  naar  de  actuele  zender.  Er  zijn  vele  soorten  coaxkabel,  ieder  met  hun  eigen  karakteristieken  zoals  demping  en  weerstand  om  de  specifieke  radiosignalen  te  transporteren.  

3) Vlak  bij  de  zender  van  het  radiosignaal  wordt  soms  een  omvormer  gebruikt.  Deze  omvormer  van  het   radiosignaal  verandert  het  signaal  naar  de   juiste   frequentie.   In  veel  gevallen  wordt  een  andere  (lagere)  frequentie  en  golflengte  gebruikt  door  de  coaxkabel.  Voordeel  is  dat  de  coaxkabel   langer  kan  zijn  omdat  er  door  de   lagere  frequentie  minder  verlies  optreedt   in  de  kabel  en  er  minder  zendvermogen  nodig  is  van  de  IDU.  Dit  signaal  moet  dan  in  de  omvormer  omgezet  worden  in  de  juiste  (vaak  hogere)  frequentie  en  golflengte.  

4) De  laatste  stap  is  de  uiteindelijke  zender,  oftewel  de  antenne.  Deze  antenne  is  geschikt  voor  de   juiste   frequentie   en   golflengte   en   kan   het   signaal   nog   extra   versterken.   Deze  versterkingsfactor   wordt   de   “gain”   genoemd.   De   antenne   is   speciaal   gemaakt   voor   het  verzenden  van  de  gewenste  informatie  in  een  gewenste  richting.  

Schematisch  ziet  dit  er  als  volgt  uit:  

 

 

 

 

 

 

Figuur  5:  schematische  opbouw  radiosignaal  

Uit  deze  opstelling  blijkt  al  dat  een  antenne  niets  meer  is  als  een  “doorgever”  en  versterker  van  een  radiosignaal.  Zonder  een  IDU,  coaxkabel  en  eventueel  een  ODU  is  een  antenne  maar  een  stuk  plastic  en  metaal,  heeft  het  geen  functie  en  stuurt  geen  radiosignalen  uit.  

Er  zijn  3  soorten  antennes:  

1) Omnidirectionele  antennes  2) Sector  antennes  3) Richt  antennes  

Deze  3  soorten  worden  in  de  volgende  paragrafen  uitgelegd.  

 

PABX  

IDU  

 LAN  

ODU

Antenna  

1000baseT  

E1  

Page 15: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  13    

7.1 Omnidirectionele  antennes  

Omnidirectionele   antennes   zijn   antennes   die   naar   alle  richtingen   een   zelfde   signaalsterkte   uitzenden.     Dergelijke  antennes  worden  gebruikt  als  niet  bekend  is  waar  de  ontvanger  zich   bevindt   of   dat   een   ontvanger   zich   vrij   kan   of   moet  bewegen   in   een   bepaalde   ruimte   of   omgeving.   Denk  bijvoorbeeld  aan  het  C2000-­‐systeem  van  de  politie,  brandweer  en   ambulancediensten.   De   hulpverlenende   diensten   bewegen  in   een   bepaalde   omgeving   en   moeten   te   allen   tijde   het   signaal   kunnen   ontvangen   voor  communicatie.  Om  een  groot  gebied  te  bestrijken  zijn  deze  antennes   in  hoge  masten  opgesteld  en  zenden  een  zeer  krachtig  signaal  uit  om  een  grote  afstand  te  kunnen  overbruggen.  

Een   ander   voorbeeld,   en   zeker   ook   zeer   herkenbaar,   zijn   de   kleine   antennes   die   op   iedere  WIFI-­‐router  zijn  aangebracht  om  thuis  een  draadloos  WIFI  netwerk  te  creëren.  De  gebruiker  kan  zich  vrij  bewegen  in  en  om  het  huis  en  heeft  overal  een  goed  ontvangst.  

Het  radiopatroon  wat  de  antennes  uitzend  ziet  eruit  als  een  donut:  

 

Figuur  6:  het  radiopatroon  van  een  omnidirectionele  antenne  

Het  radiopatroon  wordt  ook  op  een  andere  manier  weergegeven:  

   

Figuur  7:  De  Elevation  (verticale)  en  Azimuth  (horizontale)  pattern  

Page 16: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  14     Eindscriptie  opleiding  MVK    

De  Elevation  Pattern  Gain  Display  is  een  dwarsdoorsnede  in  het  verticale  vlak  en  geeft  de  versterking  van  het  signaal  weer.  Bijzonder   is  dat   tegen  de  antenne  aan  het  signaal  minimaal   is,  maar  dat  een  paar   centimeter   van   de   antenne   af,   het   signaal  maximaal   wordt   waarna   het   signaal   afzwakt   naar  mate  de  afstand  ten  opzichte  van  de  antenne  groter  wordt.  

De   Azimuth   Pattern   Gain   Display   is   een   dwarsdoorsnede   in   het   horizontale   vlak.   Hieruit   wordt  zichtbaar   dat   het   radiosignaal   360o   rondom   wordt   uitgezonden.   Het   signaal   wordt   dus   ook   in   de  richting   gezonden   waar   mogelijk   helemaal   geen   ontvangers   zijn.   Er   gaat   dus   veel   radiosignaal  verloren   en   er   worden   radiosignalen   uitgezonden   welke   niet   gebruikt   wordt.   Doordat   veel  zendvermogen  wordt  gebruikt  om  rondom  te  kunnen  uitzenden,  is  het  bereik  van  dit  soort  antennes  beperkt  ten  opzichte  van  de  andere  2  antennesoorten.  

7.2 Sector  antennes  Sector  antennes  zenden  in  radiosignalen  in  een  deel  van  de  360o.  Ieder  deel  wordt  een   sector     genoemd.  Alle   sector  antennes   in  de   telecom   zijn   antennes   die   een   uitgestraalde   hoek   hebben  van120o.   Daarom  heeft   iedere   provider   per   frequentiegebied   3  antennes.  Met  deze  3  sector  antennes  wordt  ook  een  bereik  van  360o   bereikt.   Het   grote   voordeel   is   dat   er   per   sector   antenne  meer  vermogen  gebundeld  naar  1  gebied  gezonden  kan  worden.  Het   signaal   wordt   daardoor   sterker   en   er   is   minder   vermogen  nodig   per   antenne   voor   een   bepaald   gebied.   Er   kan   zelfs   een  sector  niet  voorzien  worden  van  een  sector  antenne  als  blijkt  dat  daar  geen  ontvangers  komen.  

In  de  afgebeelde  foto  hiernaast  is  de  standaard  opstelling  van  de  sector   antennes   van   een   telecom-­‐provider   weergegeven.   Per  mastbeen   is   één   sector   antenne   gemonteerd.   De   3   antennes  samen  bestrijken  het  hele  gebied  rondom  de  mast.  

 

     

Figuur  8:  de  verticale  en  horizontale  patroon  van  een  standaard  secor  antenne  van  de  Telecom  

Duidelijk  is  te  zien  in  de  horizontale  (azimuth)  patroon  dat  de  antenne  een  bredere  hoek  heeft  als  de  120o.  Er  wordt  zelfs  tot  215o  uitgezonden  vlak  bij  de  antenne.  De  sterkte  van  dit  signaal   is  zwak  en  het   bereik   is   ook   niet   ver,   maar   als   monteurs   naast   de   antennes   staan,   komt   deze   monteur   in  aanraking  met  de  uitgezonden  radiosignalen.  

Page 17: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  15    

Een  andere  vorm  van  sector  antenne  wordt  gebruikt  voor  de  FM-­‐radio  ontvangst.   Deze   antennes   hebben   een   speciale   vorm   en   zenden   het  radiosignaal   met   een   zeer   krachtig   signaal   uit.   Eigenlijk   zijn   het   2  omnidirectionele  antennes.  Het  signaal  wordt  echter  door  het  metalen  rooster  aan  de  achterzijde  gereflecteerd  en  het  signaal  wordt  daarmee  

gebundeld  tot  een  bepaalde  hoek.  Het  metalen  rooster  met   de   grote   openingen   werkt   als   een  schild.  Er  komt  bijna  geen   radiosignaal  door  dit  rooster.  

Deze   antennes   hebben   een   grote   uitgestraalde   hoek.   Ze   zijn   vaak   op   grote  masten   gemonteerd   en   vaak   op   het   hoogste   punt.   Het   signaal   dat   deze  antennes   uitzenden   is   dermate   krachtig   dat   het   een   groot   bereik   heeft.  Nadeel   is   dat   antennebouwers   niet   aan   de   vookant   van   van   deze   antennes  moet  komen.  Het   signaal   is  dusdanig  sterk  dat  het  een  directe   invloed  heeft  op   het   welbevinden   van   de   monteur   indien   deze   in   contact   komt   met   de  radiosignalen.  

Deze   antennes   worden   veel   gemonteerd   in   de   grote   zendmasten   in  Nederland,   zoals   bijvoorbeeld   op   alle   zendmasten   van   Alticom.   Vaak   zijn   er  meerdere   antennes   van   dit   type   gemonteerd   op   dezelfde  mast.   Zo   worden  meerdere   frequenties   gebruikt   voor   het   uitzenden   van   verschillende   FM-­‐zenders  voor  een  groot  gebied  rondom  deergelijke  zendmasten.  

 

 

7.3 Richt  antennes  Richtantennes  zijn   ronde  antennes  die  maar  één  ontvanger  hebben.  Alle   radiosignalen  kunnen  dus  gebundeld  worden  tot  een  smalle  baan  naar  de  ontvanger.  Daarmee  kan  het  uitgestraalde  vermogen  beperkt  worden   omdat   er  maar   een   smalle   baan   uitgezonden   hoeft   te  worden.   Of   alle   vermogen  gebruiken  om  een  grote  afstand  te  kunnen  overbruggen.  Het  is  niet  ongebruikelijk  om  afstanden  tot  100   km   te   overbruggen.   De   gebruikte   frequentie   voor   deze   toepassing   begint   op   7   GHz   en   kan  oplopen  tot  38  GHz.  In  Tabel  2  wordt  gesproken  over  Super  High  Frequency,  SHF.  

Dit   soort   antennes   kunnen   als   verzender   maar   ook   tegelijkertijd   als   ontvanger   fungeren.   Dit   zijn  speciale  antennes  die  tegenover  elkaar  worden  geplaatst  en  als  “Point-­‐to-­‐Point”  verbinding  gegevens  kan   transporteren   tussen   2   opstelpunten.  Deze   antennes   zijn   in   staat   één   frequentie   te   gebruiken  

voor   het   verzenden   maar   een   andere  frequentie  gebruiken  om  te  ontvangen.  

In  de  foto  hiernaast  is  goed  te  zien  dat  de  coaxkabel   is   verbonden   aan   de   ODU,  welke   is   bevestigd   tegen   de   ronde  antenne.  Deze  opstelling  wordt  zeer  veel  toegepast   in   de   telecom  om  de   signalen  van   het   een   opstelpunt   naar   het   andere  opstelpunt   te   transporteren.   Op   deze  manier   kan   een   heel   netwerk   gebouwd  worden   met   P-­‐t-­‐P   verbindingen   om   alle  telecom-­‐locaties  met  elkaar  te  verbinden.  

Page 18: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  16     Eindscriptie  opleiding  MVK    

 

Figuur  9:  de  verticale  en  horizontale  patroon  van  een  richt  antenne  

Dergelijke   richtantennes   worden   ook   wel   microwave   dishes   genoemd.   Ze   hebben   een   uniek  uitgezonden   patroon   van   radiosignalen.   Volgens   de   specificaties   van   dergelijke   antennes   is   de  uitgestraalde  hoek  tussen  de  1  en  4o.  Echter,  dat  geldt  alleen  voor  de  grote  radiobaan.  Daarnaast  zijn  er  ook  “zijlobben”.  Echter,  deze  zijlobben  hebben  een  dusdanig  laag  uitgestraald  vermogen  dat  deze  geen  grote  afstanden  kunnen  overbruggen.  Sterker,  deze  afstanden  zijn  beperkt  tot  enkele  meters.  De   “main   lob”   is   wel   zeer   krachtig   en   kan   dus   vele   kilometers   overbruggen,   afhankelijke   van   de  grootte  van  de  antenne,  de  gebruikte  frequentie  en  de  versterking  van  de  antenne.  En  uiteraard  van  de  mogelijke   obstakels   welke   zich   in   het   radiopad   kunnen   bevinden.   In   de   foto   hieronder   kan   de  verbinding  tot  wel  80  km  ver  zijn!  

 

 

Page 19: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  17    

8 Risico’s  van  antennebouwers  

De  antennebouwers  van  TWS  zijn  monteurs  die  dagelijks  in  de  weer  zijn  met  het  realiseren  van  een  Telecom-­‐netwerk.  De  monteurs  werken  dagelijks  op  daken  of   in  telecom-­‐masten.  De  monteurs  zijn  getraind  in  het  werken  op  hoogte  en  worden  jaarlijks  bijgeschoold   in  het  werken  op  hoogte  en  het  redden  van  personen  van  hoogte.  Zij  zijn  allen  in  het  bezig  van  een  VCA-­‐Basis  of  VCA-­‐VOL  diploma.  Zij  zijn  zich  goed  bewust  van  de  gevaren  die  werken  op  hoogte  met  zich  meebrengt.  De  risico’s  hiervan  zijn  bekend,  en  middels  nascholing  en  regelmatige  toolboxmeetingen  is  de  bewustwording  groot  en  gaan   zij   verantwoord   om   met   deze   risico’s.   Alle   monteurs   zijn   in   het   bezit   van   goedgekeurde  valbeveiligingsmiddelen,  werkschoenen  en  helmen.  Voor   aanvang   van  de  werkzaamheden  doen   zij  vanzelfsprekend   eerst   de   LMRA   (Laatste   Minuut   Risico   Analyse)   en   tekenen   zij   het   V&G   plan  (Veiligheid  &  Gezondheidsplan).  In  hun  werk  worden  ze  regelmatig  bijgestaan  door  hoogwerkers  en  telekranen  om  de  materialen  omhoog  te  hijsen  of  om  in  een  werkbak  op  hoogte  te  kunnen  werken  als  klimmen  niet  mogelijk  is.  

 

Maar   ondanks   alle   veiligheidsmaatregelen,   trainingen,   V&G   plannen   en   LMRA   blijft   er   steeds   één  deel  onderbelicht.  En  dat  is  het  gevaar  voor  blootstelling  aan  radiostraling.  De  monteurs  installeren  deze   antennes   zelf,   maar   werken   daarbij   regelmatig   naast   reeds   geïnstalleerde,   in   werking   zijnde  antennes   van   andere   operators.   In   het   gestandaardiseerde   V&G-­‐document   van  Monet   staat   zelfs  maar  1  regel  over  EMV,  en  daar  staan  geen  beheersmaatregelen  vermeld.  

Monet10   is   een   vereniging   die   namens   alle   operators   informatie   verstrekt   over   plaatsing   van  antennes,   voorlichting   geeft   over   antenne-­‐installaties   en   ook   leiding   neemt   in   Veiligheid   en  Gezondheid   voor   antennebouwers.   In   bijlage   2   is   een   informatieboekje   weergegeven   voor  antennebouwers  die  werken  in  de  nabijheid  van  antennes.  

Indien  een  monteur  in  een  mast  aan  het  werk  is,  zijn  de  risico’s  kleiner  dan  als  hij  op  een  dak  staat.  In  een  mast  beweegt  de  monteur  achter  de  antennes  langs.  In  hoofdstuk  7  wordt  beschreven  dat  met  name  de  sector  antennes  en   richtantennes  al  hun  radiosignalen  van  de  mast  af   zenden.  Het   is  dus  

                                                                                                                         10  www.monet-­‐info.nl  

Page 20: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  18     Eindscriptie  opleiding  MVK    

relatief   ongevaarlijk   om   achter   de   antennes   te   zijn.   Echter,   in   masten   worden   ook   wel   eens  omnidirectionele   antennes   geplaatst.   Meestal   worden   deze   in   de   top   geplaatst,   zoals   bij   C2000-­‐systemen.   In   dat   geval   komt   een  monteur   niet   in   de   buurt.   Indien   een   omnidirectionele   antenne  halverwege  de  mast   is  geplaatst  en  de  monteur  zal  erlangs  moeten  klimmen  dan  geldt  de  stelregel  dat  je  binnen  1  minuut  langs  de  antenne  moet  kunnen  komen.  

Op  daken  is  het  risico  groter.  Het  dak  is  vaak  een  groot  oppervlak  en  regelmatig  staan  de  antennes  niet   langs  de  dakrand  maar  zijn  midden  op  het  dak  opgesteld.  Het   is  dan  zeer  goed  mogelijk  om  in  het   “straalpad”   van   de   antenne   te   komen.   Bij   iedere   daklocatie   wordt   de   antennebouwer  gewaarschuwd  vóór  hij  het  dak  betreedt.  De  telecom-­‐operator  heeft  dan  een  bordje  geplaatst  zoals  hieronder  is  weergegeven.  

 

Figuur  10:  pictogrammen  met  waarschuwingen  voor  antennebouwers  

Uit  deze  pictogrammen  blijkt  dat  de  risico’s  groot  zijn  als  de  monteur  binnen  2  meter  van  de  antenne  staat  op  een  positie  waar  de  antenne  ook  haar   radiosignalen   richt.    Blijf   je  buiten  de  grensafstand  dan   is   de  monteur   veilig   en   wordt   de   grenswaarde   voor   de   blootstelling   niet   overschreden.   Voor  omnidirectionele   antennes   wordt   de   afstand   teruggebracht   tot   20   cm.   Dit   zijn   de   gegevens   die  gebruikt  worden  door  een  Risico   Inventarisatie  &  Evaluatie   (RIE)   in   te  vullen  van  Monet.  Dit   is  een  web-­‐based  RIE11.  

8.1 Interview  onder  antennebouwers  

Om  meer  helderheid  te  krijgen  hoe  de  engineers  en  monteurs  van  TWS  denken  over  de  risico’s  van  blootstelling  aan  de  Elektromagnetische  Velden  veroorzaakt  door  antennes  zijn  een  aantal  collega’s  gevraagd   een   paar   vragen   te   beantwoorden.   De   ondervraagde   collega’s   waren   een   willekeurige  greep  uit  een  groep  engineers  en  monteurs  van  TWS.  De  engineers  zijn  medewerkers  welke  vaak  als  eerste  de  daken  en  masten  betreden  voor  de  eerste  bezichtiging  van  de  situatie.  Aan  de  hand  van  de  bevindingen   van   de   engineer   wordt   een   ontwerp   gemaakt   voor   de   installatie.   Dit   wordt   ter  goedkeuring   aan   de   klanten   voorgelegd   (de   telecom-­‐operators)   en   uiteindelijk   gaan   de   monteurs  naar  de  locatie  voor  de  uiteindelijke  installatie.  Het  zijn  de  2  groepen  medewerkers  welke  het  meest  werken   in  de  nabijheid  van  bestaande  antenne-­‐installaties  op  daken  en   in  masten  en  die  daarmee  het  meest  in  aanraking  komen  van  de  radiogolven  van  antennes.  

                                                                                                                         11  www.webrie.nl  –  Web-­‐based  RIE  van  Monet  voor  het  bepalen  van  de  risico’s  bij  antenne-­‐installaties  

Page 21: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  19    

Ik  heb  ze  ook  gevraagd  eerlijk  hun  mening  te  geven.  Ze  waren  niet  verplicht  hun  namen  in  te  vullen  en   ik   heb   ze   aangegeven   dat   ik   hun   namen   niet   zou   vrijgeven.   Niet   in   de   scriptie   en   niet   richting  directie.  Ondanks  dat   TWS  een  open   cultuur  heeft   en  alles  met   respect  met  elkaar  besproken  kan  worden,  wilde  ik  de  ondervraagden  gerust  stellen  dat  hun  antwoorden  anoniem  zouden  blijven  zodat  ze  open  en  eerlijk  konden  reageren.  En  dat  is  naar  mijn  mening  ook  gebeurd.  

In  Bijlage  4   zijn   alle   vragen  en  antwoorden   zonder  bewerking  weergegeven.  Bij   iedere   vraag   zijn  6  antwoorden   gegeven   van   de   6   ondervraagden.   Ieder   antwoord   met   nummer   1   behoort   bij  ondervraagde  1,  ieder  antwoord  met  nummer  2  behoort  bij  ondervraagde  2,  enzovoort.  

8.2 Uitkomsten  interview  

Uit   dit   korte   onderzoek   blijkt   dat   er   een   tegenspraak   is   in   hun   antwoorden.   En   deze   tegenspraak  merk   ik   ook   als   ik   in   gesprek   ben   met   collega’s.   Als   er   gevraagd   wordt   naar   de   mening   over   de  verhalen  over  straling,  is  over  het  algemeen  het  antwoord  dat  het  overtrokken  is,  “broodje  aap”,  er  worden   hierover   niet   zoveel   zorgen   gemaakt.   Maar   met   de   vraag   of   ze   zelf   wel   eens   hinder  ondervonden  als  gevolg  van  straling  wordt  hier  positief  op  gereageerd.  Men  heeft  dit  zelf  ervaren  of  kennen   de   verhalen   hierover.   Specifieke   klachten   waren   hoofdpijn,   duizeligheid   en   misselijkheid.  Maar  men  maakt  zich  hier  klaarblijkelijk  niet  te  veel  zorgen  over.  

En   dit   is   misschien   wel   het   meest   zorgelijk   van   de   situatie.   Men   is   zich   terdege   bewust   van   de  aanwezigheid   van   straling,  men   ondervindt   ook   de   gevolgen   van   deze   stralingsbronnen  maar   zien  daarin  geen  gevaren  voor  de  gezondheid.  

De  grootste  oorzaak  van  deze  houding  is  eigenlijk  vrij  eenvoudig.  Op  het  moment  dat  de  bron  wordt  weggenomen   (antennes   uitschakelen   of   weglopen   van   de   bron)   zijn   direct   de   misselijkheid   en  duizeligheid  weg.  De  hoofdpijn  zal  nog  wel  iets  blijven  maar  zakt  ook  redelijk  snel  weg.  En  omdat  uit  de  nationale  en  internationale  onderzoeken  niet  is  gebleken  dat  er  schadelijke  gevolgen  zijn  gemeten  op   langere   termijn,   worden   deze   symptomen   van   fysiek   onbehagen   als   vervelend   maar   niet  schadelijk  ervaren.  

Maar   uit   het   interview   komt   toch   ook   wel   de   twijfel   naar   voren.   Men   is   zich   bewust   van   de  stralingsbronnen  bij  het  betreden  van  een  locatie,  men  leest  aandachtig  de  instructies  (als  ze  er  zijn)  en   handelt   daarnaar,   maar  men   uit   toch   ook   de   zorgen   over   de   straling.   En   deze   zorgen   worden  voornamelijk   geuit   omdat  er  nog   zo  weinig  bekend   is   over  de   gevolgen   van  deze   stralingsvorm  op  lange  termijn.  Dat  is  ook  de  reden  dat  er,  ondanks  de  “luchtigheid”  over  straling  er  behoefte  is  aan  meer  informatie  en  training  bij  de  direct  betrokkenen.  

8.3 Wet-­‐  en  regelgeving  

Alvorens   in   te   gaan   op   de   arbeidshygiënische   strategie,   wordt   eerst   gekeken  wat   de   Nederlandse  wet-­‐  en  regelgeving  zegt  over  deze  situatie.  

In  de  Arbowet  zijn  3  artikelen  belangrijk,  welke  algemeen  gelden  voor  alle  werkgevers:  

• Artikel  3:  De  werkgever  zorgt  voor  de  veiligheid  en  gezondheid  van  haar  werknemers  inzake  alle  met  de  arbeid  verbonden  aspecten  en  voert  daartoe  een  beleid  dat  is  gericht  op  een  zo  goed  mogelijke  arbeidsomstandigheden.  

• Artikel  5:  De  werkgever  legt  schriftelijk  vast  welke  risico’s  de  arbeid  voor  de  werknemers  met  zich  mee  brengt.  Deze   risico’s  worden  geïnventariseerd  en  geëvalueerd.  Uit  deze  RIE   komt  een  Plan  van  Aanpak  om  deze  risico’s  weg  te  nemen.  

Page 22: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  20     Eindscriptie  opleiding  MVK    

• Artikel   8:   De   werkgever   dient   de   werknemer   voor   te   lichten   over   de   te   verrichten  werkzaamheden  en  de  daaraan   verbonden   risico’s,   alsmede  over   de  maatregelen  die   erop  gericht  zijn  deze  risico’s  te  voorkomen  of  te  beperken.  

Dit  zijn  algemene  bewoordingen  voor  alle  soorten  van  werkzaamheden.  De  werkgever  heeft  dus  een  grote  plicht  jegens  de  werknemers.  

In   de   Arbeidscatalogus   nr.   39   “Elektromagnetische   velden”   wordt   gesproken   over   een   EMV-­‐specifieke  RIE.  Deze  RIE  bepaalt  middels  een  aantal  vragen  hoe  hoog  het  risico  is  en  uit  de  Plan  van  Aanpak    komen  handreikingen  om  de  risico’s  in  te  dammen.  De  acties  uit  de  PvA  komen  terug  in  de  arbeidshygiënische  strategie.    

 

Page 23: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  21    

9 Arbeidshygiënische  strategie  antennebouwers  

Nu  duidelijk  is  uit  welke  hoek  de  specifieke  gevaren  komen  voor  antennebouwers,  is  het  zaak  om  de  risico’s  te  reduceren  tot  een  niveau  die  aanvaardbaar  is.  Aanvaardbaar  betekent  dat  de  radiogolven  die   van   de   antennes   komen   beneden   de   grenswaarden   moeten   zijn   die   volgens   de   Europese  richtlijnen  zijn  voorgeschreven.  Zie  ook  hoofdstuk  6,  tabel  3  met  de  blootstellingslimieten.  Hiervoor  wordt  de  arbeidshygiënische  strategie  toegepast.  

 

Figuur  11:  de  achtereenvolgende  stappen  volgens  de  arbeidshygiënische  strategie  

9.1 Bronmaatregelen  

Uit   de   voorgaande  hoofdstukken   is   besproken  dat  de   gevolgen  op   lange   termijn   voor  blootstelling  aan  radiosignalen  onbekend  zijn.  De  bronmaatregel  is  dan  om  voor  aanvang  van  de  werkzaamheden  alle   aanwezige   bronnen   voor   radiostraling   uit   te   (laten)   zetten.   Op   dat   moment   zijn   alle   risico’s  weggenomen   en   kan   de   antennebouwer   zonder   gevaar   voor   de   gezondheid   de   werkzaamheden  uitvoeren.  De  praktijk  is  echter  weerbarstiger.  

Uitschakelen  van  bestaande  antenne-­‐installaties  gaat  niet  zomaar.  De  eigenaren  van  deze  antenne-­‐installaties   zullen   geen   medewerking   verlenen   aan   het   verzoek   van   de   werkgever   van   de  antennebouwer.  Eén  vraag  zal  eerst  beantwoord  moeten  worden:  is  het  wel  nodig?  

Er   zijn   talloze   locaties   waar   meerdere   antennes   staan   opgesteld   maar   waarvan   het   totale  stralingsniveau   beneden   de   blootstellingslimiet   is.   In   deze   gevallen   zijn   geen   verdere  maatregelen  nodig   en   kan   er  met   een   gerust   hart   gewerkt  worden.  Metingen  met   speciale  meetapparatuur   zal  eerst   moeten   uitwijzen   of   de   blootstellingslimiet   wordt   overschreden.   Indien   de   limieten  overschreden   worden   zullen   de   bronnen   uitgeschakeld   moeten   worden   of   gereduceerd   in  uitgestraald  vermogen.  

9.2 Collectieve  maatregelen  

Er  zijn  meerdere  acties  uit  te  voeren  om  de  collectieve  veiligheid  te  verbeteren  voor  alle  mensen  die  het  dak  of  de  mast  betreden.  Belangrijk   is  dat  er  per   locatie  een  persoon  of  bedrijf   zich  hier  actief  mee  gaat  bezighouden.  Verantwoordelijk  hiervoor  moeten  zijn  de  gebouweigenaren,  of  de  eigenaar  van  de  telecom-­‐mast.  

Wat   als   eerste   moet   gebeuren   is   een   inventarisatie   wat   voor   soort   en   typen   antennes   zijn  gemonteerd.  Niet  meer  in  gebruik  zijnde  antennes  moeten  verwijderd  worden  en  van  antennes  die  wel  in  gebruik  zijn  moet  beschreven  zijn  wat  de  specifieke  kenmerken  zijn.  Bijvoorbeeld  de  gebruikte  frequentie   en   de   uitgestraalde   hoek   per   antenne.   Vervolgens   moeten   deze   gegevens   kenbaar  gemaakt  worden  door  middel  van  een  instructie  aan  iedereen  die  het  dak  of  de  mast  betreedt.  Met  name  bij  daklocaties  kan  middels  een  plattegrond  aangegeven  worden  per  antenne  waar  deze  staat  opgesteld  en  wat  de  uitgestraalde  hoek  is.  En  tot  welke  afstand  van  de  antenne  het  stralingsniveau  

Page 24: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  22     Eindscriptie  opleiding  MVK    

hoger   is   dan   de   blootstellingslimiet.   Op   deze   manier   wordt   eenvoudig   zichtbaar   waar   de  antennebouwer   veilig   kan   lopen   en   werken.   Ook   middels   strepen   op   het   dak   kunnen   gebieden  gemarkeerd  worden  waar  een  monteur  wel  of  niet  veilig  kan  lopen  en  werken.  

Middels   een   bordje   vóórdat   de   locatie   betreden   wordt,   kunnen   deze   gegevens   kenbaar   gemaakt  worden.  Het  verdient  ook  zeker  de  aanbeveling  om  metingen  op  reguliere  basis  te  laten  plaatsvinden  en  dit  te  registreren.  Er  kan  bijv.  op  het  instructiebord  een  datum  of  merkteken  aangebracht  worden  wanneer   de   laatste  meting   heeft   plaatsgevonden.   Valbeveiligingsmiddelen   in  masten   en   op   daken  moeten   jaarlijks   gekeurd   worden.   Daar   wordt   middels   stickers   aangegeven   tot   wanneer   de  valbeveiligingsmaterialen   gekeurd   zijn   en  dus   veilig   te   gebruiken.  Hetzelfde   kan  ook   georganiseerd  worden   voor   radiostraling  meten.   Omdat   de   installaties   van   antennes  wijzigen   of   het   uitgestraald  vermogen  kan  veranderen,  is  een  jaarlijkse  controle  aan  te  bevelen.  

Door   de   toename   van   locaties  met   antenne-­‐installaties   is   de   kans  alleen   maar   groter   dat   de   blootstellingslimieten   overschreven  kunnen  worden.   In  plaats  van   iedere  aannemer  die  werkzaam   is   in  de   antennebouw  op   te   zadelen  met  dure  meetapparatuur,   kan  dit  centraal  geregeld  worden.  Een  voorbeeld  van  een  organisatie  die  dit  zou  kunnen  oppakken  is  Monet.  Zoals  al  in  hoofdstuk  8  besproken  is  Monet   een   overkoepelende   organisatie   voor   de   vier   telecom-­‐operators  en  zich  inzet  voor  de  Veiligheid  en  Gezondheid.  Zij  kunnen  het  voortouw  nemen  hierin.  Echter,  door  de  kosten  die  dit  met  zich  mee   zal   brengen   zit   geen   enkele   aannemer   of   operator   hierop   te  wachten.  Regelgeving  vanuit  de  overheid  zal  hier  nodig  zijn  om  deze  maatregelen   af   te   dwingen.     Artikel   3   van   de   Arbeidsomstandighedenwet   geeft   de   handvaten   om  deze  maatregel  te  kunnen  doorvoeren.  

9.3 Individuele  maatregelen  

Individuele  maatregelen  zijn  gericht  op  één  persoon.   Indien  collectieve  maatregelen  of  bronaanpak  niet  mogelijk  zijn  of  niet  uitgevoerd  zijn,  is  het  aan  de  persoon  zelf  om  zich  goed  te  beschermen.  In  dit  geval  is  kennis  een  grote  speler.  Ieder  persoon  die  werkzaam  is  met  antennes  op  daken  of  masten  kan  zich  goed  beschermen  indien  hij  weet  wat  bepaalde  antennes  doen,  wat  de  kenmerken  zijn  en  waar  het  relatief  veilig  is  om  te  werken.    

Uit   de   resultaten   van   het   interview  bleek   al   dat   er   veel  wordt   vertrouwd  op   de   eigen   ervaring   en  kennis.   Deze   kennis   is   echter   niet   vaak   volledig   en   up-­‐to-­‐date.   Scholing   en   voorlichting   van  antennebouwers  is  daardoor  de  belangrijkste  individuele  maatregel.  

Daarnaast   zijn   er   ook   kleinere   apparaten   die   ook   radiosignalen   kunnen  meten.  Deze  apparaten  kunnen  middels  een  geluidssignaal  of  LED-­‐lampen  aangeven  of,  en   zo   ja,   hoeveel   straling   er   op   een   locatie   aanwezig   is.   Worden   de  blootstellingslimieten   overschreden,   dan   zal   het   apparaat   dit   melden   en   weet  een   werknemer   dat   het   risico   te   hoog   wordt   om   langdurig   op   deze   locatie   te  verblijven.   Het   kan   zijn   dat   op   bepaalde   delen   van   een   daklocatie,   of   bij   een  bepaald   gedeelte   van   de   mast,   de   blootstellingslimieten   overschreden   worden  maar  op  andere  delen  van  het  dak  of  mast  niet.  In  dat  geval  is  het  toegestaan  om  binnen   een   korte   tijd   de   hoge   stralingsbronnen   te   passeren.   Ook   hier   geeft  Monet  aan  dat  er  binnen  1  minuut  een   te  hoge   stralingsbron  gepasseerd  moet  zijn.   Bijvoorbeeld   als   er   op   40   meter   hoogte   in   een   mast   werkzaamheden  uitgevoerd  moeten  worden  maar  dat  er  op  25  meter  een  antenne  is  gemonteerd  die  een  te  hoog  stralingsniveau  heeft.  In  dat  geval  moet  de  antennebouwer  achter  de  antenne  langs  

Page 25: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  23    

klimmen   en   binnen   1   minuut   deze   stralingsbron   ruim   gepasseerd   zijn.     De   foto   hiernaast   is   een  voorbeeld  van  een  apparaat  voor  individuele  bescherming.  

Naast   apparatuur   en   kennis   is   misschien   wel   het   meest   makkelijk   om   vaker   werkroulatie   toe   te  passen.   Op   een   dak   of   in   een   mast   zijn   werknemers   nooit   alleen.   Zij   zijn   altijd   minimaal   met   2  personen.  Dit  is  een  verplichting  uit  veiligheidsoverwegingen.  Een  oplossing  om  de  blootstelling  aan  radiostraling  te  reduceren  is  om  bijvoorbeeld  iedere  2  uur  het  werk  te  rouleren.  Het  werk  op  een  dak  of   in   een   mast   kan   afgewisseld   worden   met   werkzaamheden   welke   niet   op   een   dak   of   mast  uitgevoerd   kunnen   worden.   Denk   bijvoorbeeld   aan   werkzaamheden   in   of   om   de   apparatuurkast.  Deze  kast  staat  vaak  buiten  de  gevarenzone  door  radiostraling.  

9.4 Persoonli jke  beschermingsmiddelen  

Met  persoonlijke  beschermingsmiddelen  (PBM)  worden  beschermingen  bedoeld  die  een  persoon  zelf  draagt.  Denk  aan  veiligheidsschoenen,  een  beschermbril,  helm  of  een  klimharnas.  Voor  radiostraling  is   echter   geen   PBM   beschikbaar.   Radiostraling   kan   van   alle   kanten   komen   en,   afhankelijk   van   de  frequentie,   doordringbaar   door   materialen.   In   ziekenhuizen   wordt   bijvoorbeeld   een   loodschort  gebruikt   voor   radiostraling   door   röntgenapparatuur.   Daar   is   echter   de   bron   bekend   en   van  welke  kant  deze  komt.  Op  een  dak  of  in  een  mast  is  de  straling  constant  rondom  aanwezig.  Aluminium-­‐  of  loodpakken  zijn  niet  beschikbaar  voor  deze  situaties.    

9.5 Taak-­‐Risico  Analyse  m.b.v.  Fine  &  Kinney  

Om  de  risico’s  van  antennebouwers   in  kaart  te  brengen   is  een  Taak-­‐Risico  Analyse  (TRA)  toegepast  met  behulp  van  de  Fine  &  Kinney  methode.  De  methode  van  Fine  &  Kinney  gaat  uit  van  3  aspecten:  

-­‐ W:  waarschijnlijkheid  van  het  risico  -­‐ B:  Blootstelling  aan  het  latente  gevaar  -­‐ E:  Effect  van  het  mogelijk  letsel  

Per  aspect  wordt  een  waarde  toegekend.  Deze  3  waarden  worden  vermenigvuldigd  tot  een  totaal  R.  Dit   totaal   bepaalt   of   er   maatregelen   nodig   zijn   om   de   veiligheid   en   gezondheid   van   de  antennebouwer  te  verbeteren.  

Er  zijn  een  aantal  taken  of  werkzaamheden  te  benoemen  welke  per  stuk  kunnen  worden  beoordeeld  op  gevaren  en  risico’s  en  de  te  nemen  maatregelen  aan  de  hand  van  de  arbeidshygiënische  strategie.  Deze  taken  worden  uitgevoerd  op  2  soorten  locaties  waar  de  antennebouwers  blootgesteld  kunnen  worden  aan  radiostraling  van  antennes,  nl.  op  daken  of  in  vakwerkmasten  (telecom  masten).  Daarbij  kan   gebruik   gemaakt   worden   van   het   zelfstandig   klimmen   of   betreden   van   de   locatie,   óf   gebruik  makend   van   een   hoogwerker   of   kraan   met   manbak.   Er   wordt   geen   onderscheid   gemaakt   in  frequentiebereik   of   uitgestraald   vermogen,   omdat   deze   gegevens   niet   bekend   zijn   bij   de  antennebouwers.  

In   bijlage   3   is   de   TRA   toegevoegd  waarbij   de   taken   zijn   onderverdeeld  met   de   daarbij   behorende  risico’s,  gevolgen  en  reducerende  maatregelen.  Het  Effect  van  het  mogelijk  letsel  is  gesteld  op  1.  De  reden   hiervoor   is   dat   dit   de   laagste   waarde   is   van   het   model.   De   gevolgen   als   misselijkheid   en  duizeligheid  zijn  vervelend  maar  niet  direct  gevaar  voor  de  monteur  omdat  deze  altijd  vast  gezekerd  is   in   masten   en   langs   dakranden   zodat   er   geen   direct   valgevaar   is.   Zonder   deze  valbeveiligingsmiddelen  mag  de  monteur  niet  op  deze  risico  verhogende  locaties  werken  en  worden  daarom   niet   meegenomen   in   de   aard   van   de   gevolgen.   Maatregelen   zijn   middels   de  arbeidshygiënische  strategie  toepasbaar  om  de  risico’s  nog  verder  te  reduceren  of  zelfs  volledig  weg  te  nemen.  

Page 26: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  24     Eindscriptie  opleiding  MVK    

10 Afwegingen  en  alternatieven  

De  bronmaatregel  uit  de  arbeidshygiënische  strategie  is  duidelijk.  Bij  onduidelijkheid  over  de  gevaren  dienen  alle   zendapparatuur  uitgeschakeld   te  worden   tijdens  de  werkzaamheden.   In  dat   geval   is   er  geen   risico   voor   de   antennebouwer.   In   de   praktijk   is   deze   oplossing   niet   of  moeilijk   realiseerbaar.  Eigenaren  van  zendapparatuur  zullen  geen  medewerking  verlenen  om  iedere  keer  de  apparatuur  uit  te  schakelen  omdat  dit  voor  hun  een  inkomstenderving  betekent.  

Als  aanbeveling  zijn  er  wel  een  aantal  alternatieven  en  afwegingen  mogelijk  welke  ook  beschreven  staan  in  de  arbeidshygiënische  strategie.  In  volgorde  van  belangrijkheid  en  uitvoerbaarheid  zijn  een  aantal  alternatieven  weergegeven.  

1. Een   belangrijke   collectieve   maatregel   is   zorgen   voor   de   juiste   voorlichting   aan   de  antennebouwers   zodat   zij   bewust   zijn   van   de   gevaren   en   eerder   de   risico’s   kunnen  herkennen  en  daarnaar  handelen.  Dit  wordt  ook  vanuit  de  Arbowet,  artikel  8,  vereist  aan  de  werkgever.    

2. Een   goede   individuele  maatregel   is   om   iedere   antennebouwer   te   voorzien   van   apparatuur  die   overschrijding   van   de   blootstellingslimieten   direct   een   waarschuwing   weergeeft.   De  werknemer  wordt  op  dat  moment  direct  gewaarschuwd  en  hij  kan  dan  maatregelen  treffen.  Maatregelen   als   zorgen   dat   het   uitgestraalde   vermogen   van   antennes  wordt   gereduceerd,  extra  metingen  laten  uitvoeren  om  meer  specifieke  details  te  meten,  tot  zelfs  het  stopzetten  van  de  werkzaamheden.      

3. Een  andere  individuele  maatregel  is  om  het  werk  te  rouleren  met  andere  medewerkers  zodat  de  tijdsduur  dat  de  medewerker  wordt  blootgesteld  wordt  verkleind.    

4. Een  andere  collectieve  maatregel  is  niet  uit  te  voeren  door  één  werkgever  alleen.  Dat  heeft  te  maken  met  de   inventarisatie   van  de  actuele   situatie  op  een  dak  of   in  een  mast  waaruit  staat   beschreven  wat   er   aan   antennes   op   de   locatie   zijn   geïnstalleerd   en  welke   specifieke  gevaren  hieraan  verbonden  zijn.  Het  zou  goed  zijn  om  jaarlijks  een  meting  uit  te  voeren  per  locatie   om  de   laatste   stralingswaarden   te  meten.  Met  deze   gegevens   kunnen  maatregelen  genomen  worden  als  afzetten  van  gevaarlijke  gebieden  of  gebieden  markeren  waar  wel  veilig  gewerkt   kan   worden.   Deze   informatie   zal   beschikbaar   moeten   zijn   vóórdat   de   locatie  betreden  wordt  zodat  de  antennebouwer  weet  waar  hij  zonder  risico’s  kan  werken  en  waar  hij  niet  kan  werken  omdat  de  blootstellingslimiet  overschreden  wordt.    

5. Voor  radiostraling  zijn  geen  persoonlijke  beschermingsmiddelen  beschikbaar.    

Page 27: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  25    

11 Conclusie  

Vanuit  de  probleemstelling  “Wat  zijn  de  risico’s  voor  veiligheid  en  gezondheid  van  antennebouwers  die   werken   in   de   nabijheid   van   radiostraling   van   antennes”   is   dit   onderzoek   geschreven.   Uit   dit  onderzoek   is   gebleken   dat   er   risico’s   zijn   voor   antennebouwers   die  werkzaamheden   verrichten   op  daken  en   in  masten.   Indien  de  aanwezige   radiosignalen  boven  de  blootstellingslimiet  komen  en  de  antennebouwer   komt   in   aanraking   met   deze   radiostraling,   zijn   er   gezondheidsrisico’s.   Op   korte  termijn  worden  ze  ervaren  als  misselijkheid,  duizeligheid  en  hoofdpijnklachten.  Met  het  wegnemen  van  de  bron  (uitschakelen  van  de  antennes;  bronaanpak)  verdwijnen  deze  klachten  of  komen  ze  niet  voor.  Op  lange  termijn  zijn  de  gevolgen  van  deze  klachten  niet  aantoonbaar.  De  technieken  zijn  nog  te  nieuw  voor  lange  termijn  klachtenonderzoek.  

Omdat  bij   iedere   locatie  waar  de  antennebouwers   te  werk  worden  gesteld  het  onduidelijk   is  of   er  radiostraling   aanwezig   is   (radiostraling   is   niet   direct   merkbaar   maar   pas   na   een   aantal   uren)   is  uitschakeling  van  alle  aanwezige  apparatuur  en  antennes  de  enige  juiste  oplossing  zodat  er  voldaan  wordt  aan  artikel  3  van  de  Arbowet.  

Omdat  het  uitschakelen  niet  zomaar  gaat,  zijn  er  wel  goede  alternatieve  maatregelen  beschikbaar  die  ervoor   zorgen   dat   de   bewustwording   bij   de   antennebouwer   vergroot   wordt   en   de   risico’s  gereduceerd  worden.  

 

 

Page 28: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  26     Eindscriptie  opleiding  MVK    

12 Aanbevelingen  

Aan   de   hand   van   de   conclusie   van   dit   onderzoek   en   de   afweging   en   alternatieven   zijn   een   aantal  aanbevelingen   te   noemen   die   TWS   kan   oppakken   om   de   veiligheid   van   haar   werknemers   te  verbeteren.  In  het  kort  is  een  opsomming  gegeven  welke  maatregelen  aan  te  bevelen  zijn:  

1) Voorlichting   geven   aan   medewerkers   die   te   maken   hebben   met   radiostraling   op   de  werkvloer.    

2) Uitreiken   van  meetapparatuur   aan   de   antennebouwers   zodat   zij   zelf   kunnen  meten   of   de  blootstellingslimieten  overschreden  worden  en  er  aanvullende  maatregelen  benodigd  zijn.    

3) Breng   de   problematiek   onder   de   aandacht   bij  Monet.   Ga,   samen  met  Monet,   oplossingen  onderzoeken  welke   te   realiseren   zijn.  Dit   kan  alleen   in   samenwerking  met  alle  partijen,   en  Monet  is  daar  de  aangewezen  organisatie  voor.    

4) Blijf   op   de   hoogte   van   alle   huidige   en   toekomstige   onderzoeksresultaten   en   regelgeving  vanuit   de   overheid.   Eventuele  wijzigingen   of   resultaten   die   invloed   hebben   op   het  welzijn  van  de  monteur  kunnen  direct  opgepakt  worden.  

 

 

Page 29: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  27    

13 Literatuurlijst  

De   literatuurlijst   bestaat   uit   een   lijst   van  boeken,   tijdschriften,   brochures   en  website   adressen.  De  onderstaande  volgorde  is  gelijk  aan  de  volgorde  van  voetnoten  in  dit  document:  

 

1. www.antennebureau.nl  –  website  van  de  Rijksoverheid  over  antennes.    

2. nl.wikipedia.org/wiki/radiogolf    

3. AI-­‐blad  39  Arbeidsinspectie  –  Elektromagnetische  velden    

4. Factsheet  Nr.  304  (Mei  2006)  World  Health  Organization  –  Elektromagnetische  velden  en  gezondheid    

5. Publicatieblad  van  de  Europese  Unie:  Richtlijn  2013/35/EU  –  minimumvoorschriften  inzake  gezondheid  en  veiligheid  met  betrekking  tot  de  blootstelling  van  werknemers  aan  de  risico’s  van  fysische  agentia  (Elektromagnetische  Velden)    

6. Brochure  Antennebureau:  Alles  over  antennes  voor  draadloze  communicatie.    

7. www.antennebureau.nl/onderwerpen/gezondheid-­‐veiligheid/blootstellingslimieten-­‐voor-­‐elektromagnetische-­‐velden      

8. Antenneconvenant  d.d.  28  september  2010    

9. stralingsbewustzijn.nl/tag/wet-­‐abeille/    

10. www.monet-­‐info.nl  –  website  van  de  overkoepelende  vereniging  van  de  4  telecom  operators    

11. www.webrie.nl  –  Web-­‐based  RIE  van  Monet  voor  het  bepalen  van  de  risico’s  bij  antenne-­‐installaties    

 

Page 30: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  28     Eindscriptie  opleiding  MVK    

14 Bijlagen  

14.1 Bij lage  1:  Goedgekeurde  scriptievoorstel  Scriptievoorstel  MVK  opleiding  Kader  B.V.   versie  3.0  

Naam:     Hans  Albers  Telefoon:     06-­‐12933771  Email:   [email protected]  

 

Titel    

“Werken  in  de  nabijheid  van  radiostraling  van  antennes”  Aanleiding  

Ik   ben   werkzaam   bij   TWS   technologies   B.V.   te   Twello.   TWS   bestaat   nu   13   jaar   en   installeert   en  onderhoud  draadloze  datacommunicatie.  Door  middel   van   radiosignalen  wordt  data  overgezonden  van  een   zender  naar  een  ontvanger.   Toepassingsgebieden  hiervoor   zijn  WLAN   (draadloos   internet)  op   scholen,   openbare   gebouwen   en   winkelcentra,   Straalverbindingen   voor   het   Point-­‐to-­‐Point  koppelen   van   twee   locaties   middels   richtantennes   en   installaties   voor   Telecom-­‐providers   als  Vodafone   en   Tele2.   Voor   deze   laatste   doelgroep   installeert   TWS   complete   Telecom-­‐locaties   (sites)  zoals   daklocaties   en   mastlocaties.   Hiervoor   installeert   TWS   het   staalwerk,   de   voeding,  coaxbekabeling,  apparatuurkasten  en  de  antennes.  

Het   installeren   van   de   apparatuur,   bekabeling   en   antennes   gebeurt   vaak   op   locaties  waar   andere  providers   al   hun   apparatuur   hebben   staan.   Deze   apparatuur   is   actief   en   in   gebruik.   De   antennes  zenden  en  ontvangen  radiosignalen  terwijl  medewerkers  van  TWS  in  de  nabijheid  van  deze  antennes  hun  eigen  installatie  uitvoert.  

In   het   verleden   is   er   heel   veel   onderzoek   gedaan   naar   radiostraling.   Er   zijn   richtlijnen   opgesteld,  maximale  waarden  bepaald  waaraan  een  mens  blootgesteld  mag  worden  aan   radiostraling  en  nog  veel  meer   is   uitgezocht   en   bepaald.  Maar  wat   is   nu   de   vertaling   naar   de  werkvloer?  Wat   kunnen  Telecommonteurs  met  al  deze  gegevens?  

Probleemstelling  

Wat   zijn   de   risico’s   voor   Telecommonteurs   van   TWS   die   dagelijks   worden   blootgesteld   aan  radiostraling  van  antennes  en  wat  kan  TWS  doen  om  deze  risico’s  of  effecten  te  reduceren  of  weg  te  nemen  en  hoe  kan  TWS  dit  borgen.  

Afbakening  

Er  wordt  veel  gezegd  en  geschreven  over   radiostraling.  Om  mijn  scriptie  af   te  bakenen  ga   ik  alleen  dieper   in   op   de   veiligheid   van   Telecommonteurs   van   TWS   die   dagelijks   in   de   nabijheid   zijn   van  radiostraling.   Wat   kan   het   bedrijf   TWS   doen   die   haar   medewerkers   laat   werken   op   locaties   met  radiostraling,   wat   kunnen   monteurs   zelf   doen   om   de   radiostraling   te   detecteren   en   om   zich   te  beschermen.  

Probleemeigenaar  

De  probleemeigenaar  is  de  werkgever  TWS.  

De  werkgever   is  probleemeigenaar  omdat  zij  als  enige  middelen  en  tijd  beschikbaar  kunnen  stellen  om  de  risico’s  aan  te  pakken.  Daarnaast  zijn  zij  probleemeigenaar  om  niet  achteraf  aansprakelijk  te  

Page 31: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  29    

worden   gesteld   indien   een  medewerker   alsnog   aantoonbaar   gevolgen   ondervindt   door   jarenlange  blootstelling  aan  radiosignalen  zonder  door  de  werkgever  te  zijn  beschermd  of  voorgelicht.  

Commitment  

Vanuit  de  directie  van  TWS  is  commitment  en  goedkeuring  om  deze  scriptie  te  schrijven.  De  directie  van   TWS   is   geïnteresseerd   in   de   uitkomsten   en   zal   zeker   de   uitkomsten   bespreken   en   evt.  aanbevelingen  meenemen  in  toekomstige  besluitvormingen.  

Doelstelling  

Wat  ik  wil  bereiken  met  deze  scriptie   is   in  de  eerste  plaats  meer  duidelijkheid  naar  de  monteurs   in  welke   omgeving   zij   werkzaam   zijn.   Dat   zij   weten   welke   risico’s   er   zijn   met   het   uitvoeren   van  werkzaamheden  in  de  nabijheid  van  straling  van  antennes.      

In  het  verlengde  van  deze  doelstelling  zijn  er  ook  mogelijkheden  om  de  risico’s  te  verminderen  of  in  zijn  geheel  weg  te  nemen.  Zodra  bekend  is  wat  de  risico’s  zijn  en  ze  te  benoemen,  pas  dan  kunnen  er  ook  gerichte  maatregelen  genomen  worden.  

Plan  van  aanpak  

 Mijn  plan    van  aanpak  zal  het  volgende  zijn:  

• Samenvatting  belangrijkste  onderzoeken  • Gevolgen  voor  menselijk  lichaam  • Europese/NL  richtlijnen  • Interviews  afnemen  bij  monteurs  voor  inventarisatie  huidig  kennisniveau  (0-­‐meting)  • Signalerings-­‐  en  herkenningsmethoden  • Advisering  naar  opdrachtgever  

o Bronaanpak  o Collectieve  maatregelen  o Individuele  maatregelen  

• Advisering  naar  telecommonteurs  o Toolbox/voorlichting  o Instructieblad  

Informatiebronnen  

Mijn  informatiebronnen  zullen  onder  andere  zijn:  

• Nationaal  antennebureau  • Agentschap  telecom  • Internationale  onderzoeken,  met  name  het  onderzoek  in  Geneve  • Tegenstanders  van  radiosignalen  waaronder  www.stopumts.nl  voor  meer  

achtergrondinformatie  • “Arbeidscatalogus  -­‐  platte  daken”.  Daarin  wordt  o.a.  gesproken  over  straling  van  GSM-­‐

installaties.  • Arbeidscatalogus  39  –  Elektromagnetische  Velden  

Concept  inhoudsopgave  

Na  de  titelpagina  en  inhoudsopgave  komen:  

1) Voorwoord  2) Samenvatting  3) Scriptie  indeling  4) Inleiding  met  aanleiding,  probleemstelling  en  onderzoeksmethode  

Page 32: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  30     Eindscriptie  opleiding  MVK    

5) Opsomming  verschillende  onderzoeken  met  hun  uitkomsten  6) Overzicht  van  de  gevolgen  voor  het  menselijk  lichaam  op  radiostraling  van  antennes  7) Richtlijnen  welke  zijn  opgesteld  n.a.v.  deze  onderzoeken,  zowel  Europees  als  Nederlands  8) Uitkomst  intern  onderzoek  d.m.v.  interviews  9) Vertaling  van  al  deze  onderzoeken  en  richtlijnen  naar  de  werkvloer  

a. Herkenning  antennes  b. Bronaanpak  tegen  radiostraling  bij  werken  op  “gevaarlijke”  locaties  c. Signalering  van  radiostraling  d. Collectieve  bescherming  tegen  radiosignalen  e. Individuele  bescherming  

10) Conclusies  en  aanbevelingen  richting  werkgever  én  telecommonteurs  11) Bijlagen  

a. Welke  onderzoeken  gebruikt  b. Concept  voorstel  scriptie  

Planning  onderzoek  en  schrijven  scriptie  

• Vanaf  half  januari  tot  eind  februari  op  zoek  via  internet  naar  onderzoeksresultaten  en  verzamelen  relevante  gegevens.  

• Vanaf  half  februari  tot  eind  februari  beginnen  met  de  opmaak  van  de  scriptie  met  inhoudsopgave,  titelpagina  en  eerste  teksten  schrijven  over  de  resultaten  van  alle  onderzoeken  +  vragenlijst  opstellen  voor  klein  onderzoekje  op  eigen  werk.  

• Heel  maart  gebruiken  voor  het  uitwerken  van  de  onderzoeken,  interviewen  van  een  paar  collega’s  die  dagelijks  werken  op  Telecom-­‐sites.  

• In  april  werken  aan  een  opsomming  van  verschillende  vormen  van  hulpmiddelen  om  radiostraling  te  herkennen,  ontdekken  en  hoe  te  gebruiken  op  de  werkvloer.  

• In  mei  de  scriptie  voltooien  met  de  definitieve  teksten  te  maken,  conclusies  en  aanbevelingen  beschrijven,  een  RIE  opstellen  en  de  gehele  scriptie  vormgeven  met  relevante  foto’s,  plaatjes  en  algehele  opmaak.  

Page 33: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  31    

 

14.2 Bij lage  2:  Voorl ichtingsboekje  van  Monet  

 

 

 

Page 34: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  32     Eindscriptie  opleiding  MVK    

 

14.3 Bij lage  3:  TRA  m.b.v.  Fine  &  Kinney  

 

 

Page 35: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  33    

 

14.4 Bij lage  4:  Resultaten  interview-­‐vragen  

Hieronder   zijn   de   6   vragen   en   het   opmerkingsveld   weergegeven   met   daaronder   de  antwoorden  van  de  6  collega’s  van  TWS.  

Wat  vind  je  van  de  verhalen  over  gevaar  door  straling?  

1) Ik  heb  “het  geluk”  om  al  een  hele  tijd  mee  te   lopen   in  de  telecom  en  dus  al   jaren  verhalen  heb  mogen   aanhoren   aangaande   “straling”   in   mijn   optiek   zijn   veel   verhalen   van   het   type  broodje   aap   echter   is   er   in   al   die   tijd   dat   ik   werkzaam   ben   binnen   de   telecom   nog   nooit  duidelijkheid  verschaft,   ik   vrees  dan  ook  dat  dit  een  gevalletje  Asbest  gaat  worden,  pas  na  vele  jaren  komen  de  gevolgen  van  “straling”  naar  voren.  

2) Overtrokken,   zo   ver   ik   weet   valt   de   straling   van   gewone   antennes   best   wel   mee,   zorg   er  gewoon  voor  dat   je  niet  voor  een  straalverbinding  komt   te  staan  en  al  helemaal  niet   in  de  buurt  komen  van  AM  en  FM-­‐antennes,  want  die  verneem  je  direct.  

3) Goed  dat  ze  er  zijn.  Mensen  zijn  zich  er  wel  bewust  van  dat  er  gevaar  kan  zijn.  4) Dat  er  een  hoop  “broodje  aap”  verhalen  in  de  wereld  circuleren.  5) Zorgelijk.  6) Daar  maak  ik  me  niet  zo  druk  over,  straling  heb  je  overal,  tv  ,laptop  ect.  Ik  weet  dat  constante  

blootstelling  niet  goed  voor  je  is  vooral  als  man  zijnde,  ik  zie  het  als  een  magnetron  zolang  ik  er  niet  te  lang  in  sta  gaat  het  goed.  

Heb  je  het  gevoel  dat  je  in  een  gevarenzone  bent  als  je  op  dak  staat  waar  andere  antennes  staan  opgesteld?  Graag  je  antwoord  motiveren,  waarom  wel  of  waarom  niet.  

1) Nee  ik  heb  niet  snel  het  idee  dat  wanneer  ik  een  dak  betreed  of  op  een  dak  sta  ik  mij  in  een  gevarenzone  bevind,  uiteraard  kijk  ik  wel  zorgvuldig  welke  type  antennes  op  het  bewuste  dak  geïnstalleerd  zijn,  panel  antennes  hangen  vaak  dermate  hoog  dat  er  minder  direct  gevaar  is,  bij  rondstralers,  richtantennes  (b.v.  de  oude  airmax  antennes)  of  radio  zend  antennes  blijf  ik  op  gepaste  afstand  (zelf  in  het  verleden  geïnstalleerd  en  dus  ook  bekend  met  de  vermogens  afgifte  van  de  antennes)  

2) Nee,  de  antennes  staan  vrijwel  altijd  aan  de  buitenkant  van  het  pand  en  staan  ze  we  in  het  midden  van  het  dak,  dan  staan  ze  meestal  wel  op  een  paal  en  stralen  ze  over  je  heen,  mocht  het  toch  zo  zijn  dat   je  recht  voor  een  antenne  moet  werken,  dan  weet   je  dat   je  niet   langer  dan  2  minuten  er  recht  voor  moet  gaan  hangen.  

3) Nee,     ik  heb  zelf  meerdere  malen  stralingsmetingen  uit  mogen  voeren  en  kwam  daarbij   tot  de  conclusie  dat,  zo  lang  je  niet  binnen  2  meter  van  de  antenne’s  komt  er  weinig  aan  de  hand  is.  Het  enige  gevaar  is  voor  mij  dat  je  werkt  op  hoogte  en  dat  je  je  dat  moet  realiseren.  

4) Ikzelf   niet.  Met   goede   voorbereiding   en   kennis   is   dit   volgens  mij   ook   niet   nodig.   Van   gsm-­‐antennes   is  de  gevarenzone  bekend.  Bij  onbekende  antennes  geen  risico  nemen  en  meting  laten  uitvoeren.  

5) Als  het  goed  staat  aangegeven  niet,  maar  vaak  is  dit  niet  het  geval.  6) Niet  echt,  in  de  meeste  gevallen  sta  je  achter  de  antennes  waar  de  straling  minimaal  is,  moet  

ik  aan  de  voorkant  van  de  antennes  zijn  zorg  ik  er  wel  voor  dat  ik  tussen  pauzes  neem.  

Heb  je  ooit  last  gehad  van  straling?  Wat  gebeurde  er  dan,  hoe  voelde  je  je?  

1) Geen  idee  of  ik  ooit  last  heb  gehad  van  “straling”  ik  heb  nog  nooit  geen  hoofdpijn  of  andere  lichamelijke  hinder  ondervonden  in  de  nabijheid  van  antennes.  

2) Ja,   dat  waren   FM-­‐antennes   en   ik  werd   per   direct   beroerd   en   je   voelt   je   eten  weer   boven  komen.  

Page 36: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

blz.  34     Eindscriptie  opleiding  MVK    

3) Een  beetje.  Ik  had  een  soort  van  weeïg  gevoel  doordat  ik  vlak  voor  actieve  antennes  aan  het  werk  was.  

4) Ikzelf   nooit.   Ik   ken   alleen   de   verhalen   van   collega’s   over   misselijkheid,   duizeligheid   of  hoofdpijn.  

5) Ja,  Alticom  toren  Ugchelen.  Hoofpijn  en  duizeligheid.  6) Heb  er  wel  eens   last  van  gehad,  dit   in   torens  of  masten  waar  veel   schotels  en   rondstralers  

hangen,  dit  veroorzaakte  misselijkheid  en  hoofdpijn.  

Lees   je  altijd  de  waarschuwingen  als  die  er   zijn  voor  betreden  van  de  mast  of  dak?  Wat  doe  je  met  deze  informatie?  

1) Indien  er  waarschuwingen  staan  aangegeven  lees  ik  deze  en  handel  ik  naar  de  aanwijzingen  welke  vermeld  staan  in  de  waarschuwing.  

2) Ja,  maar  je  vertrouwd  toch  meestal  op  je  ervaring  en  gezonde  verstand  en  zo  gauw  je  op  het  dak  of  bij  de  mast  bent  doe  je  toch  zelf  nog  een  LMRA  en  ga  je  daarmee  verder.  

3) Ja,   Kijk   of   de   klimvoorzieningen   gekeurd   is   etc.   Ga   aan   het   werk   of   bel   met   de   KAM  coördinator.  

4) In  principe  let  ik  hier  altijd  op.  Dan  is  het  verder  aanwijzingen  opvolgen.  5) Zodanig  rekening  mee  houden  dat  mijn  werk  nog  normaal  uitvoerbaar  is.  6) Voor  masten   heb   ik   ze   nooit   gezien   voor   daken   zie   je   ze   regelmatig,   dit   zijn   de   standaard  

waarschuwingen  voor  de  antennes  ,  tenzij  het  waarschuwingen  zijn  die  ik  niet  ken  doe  ik  niks  met  de  informatie.  

Wat  moet  TWS  doen  om  de  risico’s  te  beperken  voor  monteurs  en  engineers  die  op  daken  of  in  masten  werkzaam  zijn?  Uiteraard  gaat  het  om  eventuele  straling  door  antennes.  

1) TWS  dient  haar  medewerkers  voor   te   lichten  aangaande   risico’s   van  “straling”  en   in   twijfel  gevallen  met  de  juiste  apparatuur  en  op  de  juiste  wijze  metingen  verrichten  ten  tijde  van  de  engineering   of   bouw,   dus   niet   voor   die   tijd   gezien   het   om   een   momentopname   gaat  (vermogen  van  antennes  kunnen  fluctueren).  

2) Bij  televisie-­‐torens  een  veldsterkte-­‐meter  meegeven  zo  dat  de  werknemers  zelf  op  locatie  de  veldsterkte  kunnen  meten  en  niet  op  het  woord  van  iemand  hoeven  af  te  gaan  die  zelf  niet  aanwezig  is.  

3) De   meetapparatuur   beschikbaar   stellen.   Bij   de   TSS   deze   eventuele   gevaren   al   in   kaart  brengen  zodat  de  gevaren  bekend  zijn  op  het  moment  dat  de  klus  begint.  

4) Volgens   mij   bestaat   er   een   goedkoper   soort   stralingsmeter   om   door   monteurs   te   laten  dragen.   Dit   is   minimaal   een   goede   gevaren-­‐indicator   voor   personeel   dat   in   de   buurt   van  antennes  moet  werken.  Ook  handig  om  met  een  opname  bij  je  te  hebben,  als  de  meter  alarm  slaat   kan   er  met  meer   uitgebreidere   apparatuur   een  meting   verricht   worden.   Volgens  mij  schuilt   het   gevaar   in   de   onbekende,   niet   door   gsm-­‐providers   gebruikte   antennes   en  apparatuur  omdat  die  met  heel  andere  frequenties  en  vermogens  werken.  

5) Volgens  mij  doet  TWS  al  genoeg  door  voorlichting  e.d.  6) Als   je   de   risico’s   wil   beperken   zal   er   voor  meerder   providers   outage   aangevraagd  moeten  

worden  zodat  je  weet  dat  je  veilig  staat  te  werken.  

Vind  je  het  goed  als  TWS  een  toolbox  organiseert  waar  de  meest  voorkomende  antennes  worden  besproken?  Hoe  te  herkennen,  hoe  stralen  ze  uit,  wat  zijn  de  veilige  gebieden?  

1) Het  organiseren  van  een  toolbox  aangaande  antenne  veiligheid  dient  een  repeterend  iets  te  zijn,   dus   niet   1   keer  maar   tijdens   elke   toolbox   even   de   attentie   hier   op   vestigen   zodat   de  medewerkers  zich  terdege  bewust  blijven  van  de  evt.  gevaren.  

2) Jazeker  

Page 37: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

Eindscriptie  opleiding  MVK     blz.  35    

3) Uitstekend   idee.   Dit   draagt   bij   aan   het   veiligheidsgevoel,   en   zorgt   voor   weer   meer  specialisme  onder  de  werknemers.  

4) Ja.   Dit   zou   minimaal   jaarlijks   als   1   van   de   te   organiseren   toolbox-­‐meetings   terug   kunnen  keren.  

5) Dat  lijkt  mij  een  prima  voorstel.  6) Dit  zou  zeer  welkom  zijn,  hoe  meer  we  erover  weten  hoe  beter.  

Opmerkingen/suggesties:  

1) Er  wordt   gesproken  over   “straling”   terwijl  we  het  hier   feitelijk   hebben  over   radiogolven  of  Elektro   Magnetische   Velden.   Naast   toolboxen   is   een   verplichte   (uitgeklede)   cursus  aangaande  radiogolven/EMV  een  must  zodat  men  weet  wat  radiogolven  zijn  of  EMV  inhoud  en  dus  niet  alleen  maar  het  woord  “straling”  roept  bij  het  minste  of  geringste.  

2) Succes  met  je  scriptie,  Hans!  3) –  4) Goedkopere  meters  voor   iedere  ploeg  aanschaffen  en  voor   iedereen  die  zelfstandig  op  pad  

moet  voor  bijv.  opnames.  En  dit  onderwerp  ieder  jaar  in  een  toolbox  laten  terugkomen.  5) –  6) –  

 

 

Page 38: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS
Page 39: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS
Page 40: WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING …...WERKEN IN DE NABIJHEID VAN RADIOSTRALING VAN ANTENNES OMGAAN MET RADIOSTRALING OP DE WERKVLOER VERSIE: 4.0 H.L. ALBERS KAM-MANAGER TWS

TWS groep Koppelstraat 24 +31 (0) 88 – 5702400 [email protected]

TWS groep Koppelstraat 24 +31 (0) 88 – 5702400 [email protected]