WERKBLAD 1.1 MIJN DOELEN EN VERWACHTINGEN VOOR … · Geef een korte omschrijving van wat jou...

61
WERKBLAD 1.1 MIJN DOELEN EN VERWACHTINGEN VOOR HET OVERWINNEN VAN ANGST EN VREES Gedragsverandering Cognitieve verandering Emotionele verandering Welke gedragingen zou je willen vermeerderen? Welke gedragingen zou je willen verminderen of stoppen? Hoe zou je anders handelen zonder angst of vrees? Welke gedachten en opvattingen zou je willen vermeerderen? Welke gedachten en opvattingen zou je willen verminderen of stoppen? Hoe anders zou je denken zonder angst of vrees? Welke gevoelens of emoties zou je willen vermeerderen? Welke gevoelens zou je willen verminderen of stoppen? Hoe anders zou je je voelen zonder angst of vrees? 1 1 1 2 2 2 3 3 3 4 4 4 5 5 5 Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

Transcript of WERKBLAD 1.1 MIJN DOELEN EN VERWACHTINGEN VOOR … · Geef een korte omschrijving van wat jou...

WERKBLAD 1.1 MIJN DOELEN EN VERWACHTINGEN VOOR HET OVERWINNEN VAN

ANGST EN VREES

Gedragsverandering Cognitieve verandering Emotionele verandering

Welke gedragingen zou je willen vermeerderen? Welke gedragingen zou je willen verminderen of stoppen? Hoe zou je anders handelen zonder angst of vrees?

Welke gedachten en opvattingen zou je willen vermeerderen? Welke gedachten en opvattingen zou je willen verminderen of stoppen? Hoe anders zou je denken zonder angst of vrees?

Welke gevoelens of emoties zou je willen vermeerderen? Welke gevoelens zou je willen verminderen of stoppen? Hoe anders zou je je voelen zonder angst of vrees?

1 1 1

2 2 2

3 3 3

4 4 4

5 5 5

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

AngsttoestandGeef een korte omschrijving van wat jou angstig maakt. Welke situaties of gebeurtenissen wekken jouw angst op? Wanneer is de kans het grootst dat je je angstig voelt? Wat vermijd je omdat je je anders te angstig voelt?

KernvreesProbeer vast te stellen wat de kernvrees is die ten grondslag ligt aan jouw angst. Wat is het ergste dat zou kunnen gebeuren in de angstige situatie? Is er een of andere negatieve afloop of ramp waar je bang voor bent? Wat is de dreiging of het gevaar voor jou of voor degenen van wie je houdt?

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 2.1 ONTDEK DE KERNVREES VAN JOUW ANGST

WERKBLAD 2.2 VERSCHIJNSELEN VAN ANGST

Angstige situatie (Waarvoor voel je je angstig?)

Lichamelijke verschijnselen(Welke lichamelijke verschijnselen voel je wanneer je angstig bent?)

Cognitieve verschijnselen(Welke gedachten gaan er door je hoofd wanneer je angstig bent? Waarover denk je?)

Vormen van gedrag(Hoe gedraag je je wanneer je angstig bent? Wat doe je?)

Emotionele verschijnselen(Hoe voel je je wanneer je angstig bent?)

1

2

3

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 2.3 CHECKLIST ANGSTSTOORNIS

Instructies: Deze checklist bestaat uit een reeks stellingen over angst. Zet een kruisje in het vakje

‘Ja’ of ‘Nee’ om aan te geven of de stelling jouw ervaring van angst beschrijft. Wanneer de meeste

stellingen op jou van toepassing zijn, houd er dan rekening mee dat je te maken hebt met een

angststoornis en professionele hulp moet zoeken, als je niet al met een therapeut samenwerkt.

Stelling Ja Nee

1 Ik ben matig tot ernstig van streek door mijn angstige perioden.

2 Ik ben angstig voor normale, alledaagse situaties of taken die de meeste mensen zonder problemen onder ogen zien.

3 Ik heb dagelijks, of in ieder geval een paar keer per week, last van angstige perioden.

4 Ik heb al maanden of zelfs jaren last van angst.

5 De tijd dat ik angstig ben, duurt langer dan gezien de situatie zou worden verwacht.

6 Ik vermijd bepaalde plekken, situaties, mensen of activiteiten vanwege angst.

7 Angst beïnvloedt mijn werk (school), relatie met mensen en/of mijn band met mijn gezin/familie.

8 Wanneer ik angstig ben, heb ik de neiging te denken dat het allerergste zal gebeuren (worstcasescenario).

9 Een angst- of paniekaanval kan zomaar uit het niets ontstaan.

10 Mijn angst heeft zich uitgebreid zodat ik nu angstig ben voor verschillende situaties, voorwerpen, mensen, taken enzovoort.

11 Ik kan mijn angst niet goed beheersen zonder medicatie.

12 Ik ben bang geworden voor de angstige perioden.

13 Het wordt steeds moeilijker om me rustig of veilig te voelen.

14 Goede vrienden of gezins- of familieleden denken dat ik een angststoornis heb.

15 Ik ben altijd al een angstig of zenuwachtig geweest.

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 3.1 JOUW PROFIEL VAN ‘GEDACHTEN OVER GEVAAR’ WANNEER JE JE

ANGSTIG VOELT

Angstige situatie(Aanleiding)Geef een korte beschrijving van de situatie die de angstige ervaring veroorzaakt. Waardoor voel je je angstig?

Kans overschat

Wat is de negatieve afloop van de angstige ervaring? Wat denk je is de kans dat deze negatieve afloop ook daadwerkelijk optreedt?

Ernst overschat(worstcasescenario)Wat is het worstcasescenario in deze situatie? Welke ramp zou zich volgens jouw gedachten afspelen. Hoe erg kan het worden?

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en

WERKBLAD 3.2 JOUW PROFIEL VAN ‘GEDACHTEN VAN MACHTELOOSHEID, WANNEER

JE JE ANGSTIG VOELTAngstige situatieGeef een korte beschrijving van de situatie die de angstige ervaring veroorzaakt. Waardoor voel je je angstig?

Gedachten van machteloosheidWat doe je in deze situatie als je zwak of machteloos handelt? Hoe wordt je door de situatie overweldigd? Hoe reageer je uiteindelijk? Hoe pak je de situatie uiteindelijk aan? Wat verwacht je in deze situatie van jezelf?

Gewenste reactieHoe zou je op deze situatie willen reageren? Wat zou een sterke, zelfverzekerde manier zijn om hiermee om te gaan? Wat is de meest effectieve manier om met deze angstige situatie om te gaan? Denk je hierbij aan iemand die heel goed met deze situaties kan omgaan?

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 3.3 OPVATTINGEN OVER ANGST

Instructies: Geef met behulp van de 5-puntsschaal boven in de tabel aan in hoeverre je het met elke

stelling over angst eens bent. Probeer je antwoord te baseren op wat jij vindt van je angst, niet wat

je denkt dat je zou moeten vinden.

Opvattingen

Hel

emaa

l on

eens

One

ens

Eens

Ster

k ee

ns

Volle

dig

eens

Ik vind het erg moeilijk het gevoel van angst te verdragen.

Het is belangrijk de angst zo veel mogelijk te beheersen.

Ik probeer mijn perioden van angst zo kort mogelijk te houden.

Ik vermijd regelmatig situaties om niet angstig te worden.

Ik maak me zorgen over de gevolgen van aanhoudende angst voor mijn gezondheid op lange termijn.

Mijn perioden van angst hebben een grotere nadelige invloed op mijn leven dan alle andere dingen die ik heb ervaren.

Het is belangrijk dat ik meer controle krijg over mijn angstige gedachten en gevoelens.

Het is belangrijk dat ik tegenover anderen niet angstig of zenuwachtig lijk.

De lichamelijke verschijnselen van angst maken me bang.

Ik maak me zorgen dat de lichamelijke verschijnselen van angst te maken kunnen hebben met een ernstig medisch probleem.

Als ik mijn angst en gepieker niet beter kan beheersen, zou ik weleens volledig kunnen instorten.

Ik ben kwetsbaarder wanneer ik me onzeker voel.

Ik kan niet goed functioneren wanneer ik twijfel en onzeker ben.

Ik raak van slag door gevoelens van angst en onzekerheid en hierdoor word ik angstig.

Als ik onzeker ben, probeer ik hier zo snel mogelijk iets aan te doen.

Het is belangrijk om het onbekende en onverwachte te vermijden omdat dit me angstiger maakt.

Het is belangrijk om zo veel mogelijk rekening te houden met de toekomst en me voor te bereiden op onverwachte omstandigheden.

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 3.4 VERMIJDINGSPROFIEL

Situaties, externe oorzakenGeef een korte beschrijving van situaties, voorwerpen, personen of andere externe factoren die je regelmatig vermijdt vanwege angst.Maak een lijst van de vermeden situaties waarvan je de meeste hinder ondervindt in het dagelijks leven.

Gedachten, beelden en impulsenMaak een lijst van alle gedachten, beelden of impulsen waaraan je niet probeert te denken omdat je je daardoor angstig voelt. Maak een lijst van de ongewenste gedachten waardoor je het meest van slag raakt of waaraan je niet probeert te denken.

Lichamelijke verschijnselenMaak een lijst van specifieke lichamelijke verschijnselen, ervaringen of verschijnselen die je erg beangstigend vindt. Probeer je te voorkomen dat deze verschijnselen plaatsvinden? Probeer je de verschijnselen meteen te beheersen of te onderdrukken zodra je deze begint te voelen?

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 3.5 MIJN ZORGEN

Instructies: Er kunnen allerlei dingen zijn waar je je zorgen om maakt of je bent misschien bezorgd

om een of twee specifieke onderwerpen. Maak hieronder een voorlopige lijst van de dingen waar je

je zorgen om maakt wanneer je angstig bent.

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 4.1 JOUW OPVATTINGEN OVER ZELFHULPOPDRACHTEN

Instructies: Geef met behulp van de 5-puntsschaal boven in de tabel aan in hoeverre je het met elke stelling over angst eens bent. Probeer je antwoord te baseren op wat jij vindt van je angst, niet wat je denkt dat je zou moeten vinden.

Opvattingen Hel

emaa

l on

eens

One

ens

Eens

Ster

k ee

ns

Mijn angst zal door het maken van deze opdrachten alleen maar toenemen. 1 2 3 4

Proberen heeft geen zin; niets kan me nog helpen.1 2 3 4

Het zou niet nodig moeten zijn om de vaardigheden om mijn angst te overwinnen te moeten oefenen. 1 2 3 4

Ik ben momenteel te angstig om de huiswerkopdrachten te maken.1 2 3 4

Ik beheers mijn angst nu redelijk; ik wil het risico niet lopen dat het weer erger wordt door de zelfhulpoefeningen te maken. 1 2 3 4

Ik denk niet dat je met deze oefeningen angst effectief kunt verminderen. 1 2 3 4

Ik stel altijd alles uit; ik heb altijd moeite mezelf te motiveren om extra werk te doen. 1 2 3 4

Ik word er toch niet beter van, dus waarom zou ik de moeite doen om deze opdrachten te maken. 1 2 3 4

Ik ben te moe of te gespannen om de zelfhulpoefeningen te maken. 1 2 3 4

Ik maak me zorgen dat de lichamelijke verschijnselen van angst te maken kunnen hebben met een ernstig medisch probleem. 1 2 3 4

Als ik mijn angst en gepieker niet beter beheers, zou ik weleens volledig kunnen instorten. 1 2 3 4

Angst is een medische aandoening; ik zou niet zo veel moeite moeten hoeven doen om er vanaf te komen.

1 2 3 4

Opvattingen Hel

emaa

l on

eens

One

ens

Eens

Ster

k ee

ns

Andere mensen overwinnen angst zonder er zo veel voor te moeten doen.

1 2 3 4

Mijn angst is diepgeworteld; ik zie niet in hoe deze oefeningen effectief zouden kunnen zijn.

1 2 3 4

Wat als ik deze oefeningen niet goed doe en mijn angst alleen maar erger maak?

1 2 3 4

Ik heb er een hekel aan om dingen op te schrijven; ik ben nooit iemand geweest die dagboeken of zo bijhield.

1 2 3 4

Ik mis de motivatie en discipline om zo’n soort therapie te doen.1 2 3 4

Dit is te moeilijk; er moet een eenvoudigere manier zijn om angst te overwinnen.

1 2 3 4

Een beetje huiswerk doen is beter dan helemaal niets doen.1 2 3 4

Zelfs als ik de zelfhulpoefeningen niet doen, zou naar therapie gaan of lezen over angst al een beetje moeten helpen.

1 2 3 4

Ik heb altijd al een hekel gehad aan huiswerk, als kind al.1 2 3 4

Ik hou er niet van om een strak programma te volgen; ik doe alles liever op mijn eigen manier.

1 2 3 4

Ik kan mijn angst wel overwinnen zonder deze huiswerkopdrachten te doen.

1 2 3 4

Ik heb in het verleden aan mijn angst gewerkt zonder zelfhulpoefeningen, dus ik hoef ze nu ook niet te doen.

1 2 3 4

Deze oefeningen zijn te veeleisend; ik zie niet in hoe ze mij gaan helpen mijn angst te overwinnen. 1 2 3 4

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 5.1 BEOORDELINGSSCHAAL DAGELIJKSE ANGST

Datum: ____________________

Instructies: Gebruik onderstaande beoordelingsschaal om met een cijfer tussen 0 en 100 aan te

geven wat het gemiddelde angstniveau is dat je gedurende de dag hebt ervaren. Geef in de rechter

kolom een korte omschrijving van de situaties, gebeurtenissen, ervaringen of omstandigheden

waarin je je angstig voelde en die de angstige episode kunnen hebben veroorzaakt.

0 _______________________________________________ 50 ____________________________________________ 100

Absoluut geen angst, volkomen ontspannen

Middelmatig of normaal angstniveau in angstige toestand

Extreme, paniekerige toestand die onver-draaglijk is en levensbedreigend voelt

Dag van de week / Datum Beoordelingscijfer gemiddeld angstniveau(0 – 100)

Oorzaken angstSchrijf de situaties op die je angstig maken gedurende de dag

Zondag

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 5.2 JOUW OORZAKEN VAN ANGST

Instructies: Schrijf alle situaties, gebeurtenissen, omstandigheden, gedachten of lichamelijke

verschijnselen op die een angstige episode veroorzaakt hebben. Geef in de tweede kolom een korte

omschrijving van de situatie. Geef in de derde kolom de intensiteit van de angst aan (0 – 100) en

de duur (in minuten). Beschrijf in de laatste kolom wat je eerste reactie in deze situatie was om de

angst tegen te gaan – hoe je hebt geprobeerd je angst te beheersen of te verminderen.

Datum/Tijd Oorzaken angst(situaties, gedachten, lichamelijke verschijnselen, gebeurtenissen, verwachtingen enzovoort)

Intensiteit(0 – 100)Duur(minuten)

Reactie om angst tegen te gaan

1

2

3

4

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 163). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 5.3 BIJHOUDEN LICHAMELIJKE VERSCHIJNSELEN

Datum: ____________________

Instructies: Schrijf de situaties of ervaringen op die een toename in je angst veroorzaken. Let vooral

op of je tijdens die situatie een van onderstaande lichamelijke verschijnselen ervaart. Geef met een

cijfer aan hoe intens het lichamelijk verschijnsel was op een schaal van 0 – 100, zoals onderaan

het werkblad aangegeven. Geef in de laatste kolom een korte beschrijving van wat je niet leuk

vond aan elk lichamelijk verschijnsel dat je hebt ervaren of waardoor je van slag raakte of wat er

dreigend aan het lichamelijke verschijnsel was. Waarom vond je het lichamelijk verschijnsel zo

vervelend toen je angstig was?

Geef een korte omschrijving van de angstige situatie: _______________________________________

Angstniveau tijdens de episode (0 – 100):_________________________________________________

Checklist lichamelijke verschijnselen tijdens angstige periode

Lichamelijk verschijnsel Intensiteit vanlichamelijk verschijnsel(0 – 100)

Negatieve uitleg van lichamelijk verschijnsel

Pijn of druk op de borst

Snellere hartslag

Beven, trillen

Moeite met ademhalen

Spierspanning

Misselijkheid, maagpijn

Licht in het hoofd, flauw gevoel, duizelig

Zwak, instabiel

Warm, zweterig voelen

Koude rillingen, opvliegers

Moeite met slikken, gevoel dat je stikt

Droge mond

Overige lichamelijke verschijnselen:

Intensiteitsschaal lichamelijke verschijnselen: 0 = Nauwelijks verschijnselen; 50 = Sterke intensiteit van het verschijnsel; 100 = Overheersend gevoel.

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 5.3 (VERVOLG)

Geef een korte omschrijving van de angstige situatie: _______________________________________

Angstniveau tijdens de episode (0 – 100): _________________________________________________

Checklist lichamelijke verschijnselen tijdens angstige periode

Lichamelijk verschijnsel Intensiteit vanlichamelijk verschijnsel(0 – 100)

Negatieve uitleg van lichamelijk verschijnsel

Pijn of druk op de borst

Snellere hartslag

Beven, trillen

Moeite met ademhalen

Spierspanning

Misselijkheid, maagpijn

Licht in het hoofd, flauw gevoel, duizelig

Zwak, instabiel

Warm, zweterig voelen

Koude rillingen, opvliegers

Moeite met slikken, gevoel dat je stikt

Droge mond

Overige lichamelijke verschijnselen:

Intensiteitsschaal lichamelijke verschijnselen: 0 = Nauwelijks verschijnselen; 50 = Sterke intensiteit van het verschijnsel; 100 = Overheersend gevoel.

WERKBLAD 5.3 (VERVOLG)

Geef een korte omschrijving van de angstige situatie: _______________________________________

Angstniveau tijdens de episode (0 – 100): _________________________________________________

Checklist lichamelijke verschijnselen tijdens angstige periode

Lichamelijk verschijnsel Intensiteit vanlichamelijk verschijnsel(0 – 100)

Negatieve uitleg van lichamelijk verschijnsel

Pijn of druk op de borst

Snellere hartslag

Beven, trillen

Moeite met ademhalen

Spierspanning

Misselijkheid, maagpijn

Licht in het hoofd, flauw gevoel, duizelig

Zwak, instabiel

Warm, zweterig voelen

Koude rillingen, opvliegers

Moeite met slikken, gevoel dat je stikt

Droge mond

Overige lichamelijke verschijnselen:

Intensiteitsschaal lichamelijke verschijnselen: 0 = Nauwelijks verschijnselen; 50 = Sterke intensiteit van het verschijnsel; 100 = Overheersend gevoel.

WERKBLAD 5.4 BIJHOUDEN ANGSTIGE GEDACHTEN

Datum: ____________________

Instructies: Schrijf je angstige perioden in de eerste kolom. Beoordeel de intensiteit in de tweede

kolom (0 – 100). Schijf in de derde kolom wat je negatieve of dreigende gedachten waren

tijdens de angstige periode. Geef in de laatste kolom een korte beschrijving van wat, voor jou, de

ergst denkbare afloop of het negatiefste gevolg van deze angstige periode zou zijn. Schrijf deze

‘veronderstelde ramp’ op, ook al denk je dat deze afloop onwaarschijnlijk is. Probeer dit werkblad

tijdens de angstige situatie of zo spoedig mogelijk erna in te vullen.

Angstige periode*(Geef een korte omschrijving van de angstige ervaring: de verschijnselen, situatie en afloop)

Intensiteit van de angst(0 – 100)

Bedreigende gedachten(Aan welke persoonlijke negatieve gevolgen, dreigingen of gevaren denk je wanneer je deze angst ervaart?)

Veronderstelde ramp(Wat is de ergste afloop van deze angstige periode die je je kunt voorstellen?)

1

2

3

4

* Zet een sterretje bij de angstige perioden die echte paniekaanvallen waren.

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 166). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 5.5 DENKFOUTEN IDENTIFICEREN

Datum: ____________________

Instructies: Gebruik dit werkblad om voorbeelden op te schrijven van je denkfouten wanneer je

je angstig voelt. Concentreer je op wat je denkt wanneer je in een angstige situatie verkeert of

een angstige situatie verwacht. Concentreer je ook op de eerste bedreigende gedachten die in je

opkomen in plaats van een heroverweging van de situatie.

Denkfout Voorbeelden van jouw angstige denkfouten

Rampdenken

Overhaast conclusies trekken

Tunnelvisie

Kansoverschatting

Emotioneel redeneren

Zwart-witdenken

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck. Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 5.6 CHECKLIST COPINGGEDRAG

Datum: ____________________

Instructies: Hieronder vind je een checklist met allerlei manieren waarop mensen vaak reageren

op angst. Probeer te schatten hoe vaak je een reactie vertoont wanneer je angstig bent en hoe goed

deze reactie volgens jou helpt bij het verminderen of wegnemen van de angstige gevoelens.

Beschrijving van de schaal: Hoe vaak gebruik je deze reactie volgens jou wanneer je je angstig voelt?

(0 = nooit, 50 = de helft van de tijd, 100 = altijd). Hoe effectief is deze reactie volgens jou voor

het verminderen van je angst? (0 = helemaal niet effectief, 50 = redelijk effectief, 100 = neemt

mijn angst volledig weg).

Gedragsmatige en emotionele reacties Hoe vaak(0 – 100)

Hoe effectief(0 – 100)

1 Probeer lichamelijk te ontspannen (bijvoorbeeld met behulp van spierontspannings- of ademhalingsoefeningen).

2 Vermijd situaties die angst veroorzaken.

3 Verlaat situaties zodra ik me angstig voel.

4 Neem voorgeschreven medicijnen.

5 Zoek geruststelling bij partner, familie of vrienden.

6 Doe compulsief ritueel (bijvoorbeeld steeds controleren, wassen, tellen).

7 Leid mezelf af met activiteiten.

8 Onderdruk mijn gevoelens (houd me bijvoorbeeld in).

9 Gebruik alcohol, drugs of andere rustgevende of verdovende middelen.

10 Word erg emotioneel, moet huilen.

11 Heb een woede-uitbarsting.

12 Word lichamelijk agressief.

13 Praat sneller of doe alles sneller, gehaast.

14 Word stil, trek me terug.

15 Roep medische/professionele hulp in (bel bijvoorbeeld therapeut of huisarts, ga naar spoedeisende hulp in ziekenhuis).

16 Ga chatten met een vriend of ga op zoek naar informatie op internet.

17 Verlaag lichamelijk activiteitenniveau.

18 Ga rusten, doe een dutje.

Gedragsmatige en emotionele reacties Hoe vaak(0 – 100)

Hoe effectief(0 – 100)

19 Probeer oplossing te vinden voor het probleem dat mijn angst veroorzaakt.

20 Bid, mediteer en probeer zo het angstige gevoel te verminderen.

21 Rook een sigaret.

22 Neem een kop koffie.

23 Ga gokken.

24 Ga iets leuks doen.

25 Ga snacken of snoepen.

26 Zoek een plek waar ik me veilig voel, niet angstig.

27 Luister naar rustgevende muziek.

28 Kijk tv of dvd.

29 Doe iets ontspannends (bijvoorbeeld een warm bad of hete douche, massage).

30 Ga naar iemand toe bij wie ik me veilig, niet angstig, voel.

31 Doe niets, laat de angst vanzelf ‘uitdoven’.

32 Ga lichamelijk bewegen (bijvoorbeeld fitnessen, hardlopen).

33 Lees spiritueel, religieus of meditatief materiaal (bijvoorbeeld Bijbel, gedichten, boeken die me inspireren).

34 Ga winkelen (dingen kopen).

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 171-172). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 5.7 CHECKLIST COPINGGEDACHTEN

Datum: ____________________

Instructies: Hieronder vind je een checklist met allerlei manieren waarmee mensen hun angstige

gedachten of gepieker proberen te beheersen. Probeer te schatten hoe vaak je een reactie vertoont

wanneer je angstig bent en hoe goed deze reactie volgens jou helpt bij het verminderen of

wegnemen van de angstige gevoelens.

Beschrijving van de schaal: Hoe vaak gebruik je deze reactie volgens jou wanneer je je angstig voelt?

(0 = nooit, 50 = de helft van de tijd, 100 = altijd). Hoe effectief is deze reactie volgens jou voor

het verminderen van je angst? (0 = helemaal niet effectief, 50 = redelijk effectief, 100 = neemt

mijn angst volledig weg).

Gedachten om angstige gedachten te beheersen Hoe vaak(0 – 100)

Hoe effectief(0 – 100)

1 Probeer bewust niet te denken aan wat me angstig maakt of waardoor ik ga piekeren.

2 Zeg tegen mezelf dat alles goed komt.

3 Probeer de angst te beredeneren; probeer redenen te vinden waarom mijn angst onrealistisch zou kunnen zijn.

4 Probeer mezelf af te leiden door aan iets anders te denken.

5 Probeer de angstige gedachte te vervangen door een positievere of geruststellende gedachte.

6 Maak kritische of negatieve opmerkingen tegen mezelf over het feit dat ik angstig ben.

7 Zeg eenvoudig tegen mezelf ‘hou op zo te denken’.

8 Denk aan een geruststellende uitdrukking of gebed.

9 Ga piekeren over de angstige gedachte of zorg; de gedachten over wat er vroeger is gebeurd of wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren, blijven door mijn hoofd spoken.

10 Wanneer ik me angstig ga voelen, probeer ik die gevoelens te onderdrukken zodat ze niet aan me zien dat ik zenuwachtig of van slag ben.

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 174). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 5.8 VASTSTELLEN WAAROVER JE PIEKERT

Datum: ____________________

Instructies: Schrijf op of je piekert over dingen die verband houden met je angst. Geef in de eerste

kolom een korte omschrijving van de angstige episode. Geef in de tweede kolom aan hoe intens

de angst is op een schaal van 0 – 100. Schrijf in de derde kolom alles op waarover je piekert ten

aanzien van de angstige situatie of de angst zelf. Geef ook aan hoe lang het gepieker duurde.

Angstige episodeGeef een korte omschrijving van de angstige ervaring, de verschijnselen, situatie en afloop ervan.

Intensiteit vande angst(0 – 100)

Inhoud piekerenIs er iets waarover je piekert ten aanzien van de situatie of de gevolgen van angst? Is er een negatief gevolg waarover je piekert? Hoe lang duurde het gepieker?

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 173). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 5.9 ANGSTPROFIEL

Instructies: Vul elk onderdeel in onderstaand stroomschema in op basis van de antwoorden op de

oefeningen in hoofdstuk 3 en 5. Dit wordt gebruikt om behandelingsdoelen vast te stellen en als

leidraad voor je cognitieve therapiesessies.

I. BELANGRIJKSTE OORZAKEN VAN ANGST(Bijvoorbeeld situaties, gedachten, verschijnselen, verwachtingen)

1 ___________________________________________________________________________________

2 ___________________________________________________________________________________

3 ___________________________________________________________________________________

4 ___________________________________________________________________________________

5 ___________________________________________________________________________________

II. BEOORDELING VAN DREIGING EN GEVAARLichamelijke verschijnselen: ____________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Beoordeling lichamelijke verschijnselen: _________________________________________________

____________________________________________________________________________________

Automatische gedachten over dreiging, gevaar en ramp (kernvrees): _________________________

____________________________________________________________________________________

Denkfouten: _________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Opvattingen over angst: ________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

III. BEWUSTE COPINGREACTIESGedachten over machteloosheid (kwetsbaarheid): _________________________________________

____________________________________________________________________________________

Patroon van vermijding: _______________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

Veiligheidsgedrag: ____________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

Overige reacties om angst tegen te gaan: _________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Angstig gepieker: _____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

➞➞

WERKBLAD 6.1 NORMALISATIEFORMULIER

Instructies: Schrijf in de ruimte hieronder bij (1) een voorbeeld van een ervaring van normale

angst en dan bij (2) je belangrijkste angstige situatie. Omschrijf in het kort welke gedachten je

hebt wanneer je normale angst ervaart tegenover de gedachten wanneer je problematische angst

ervaart. We hebben de angstige gedachten onderverdeeld in de onderdelen zoals omschreven in

tabel 6.1.

(1) Voorbeeld van normale angstige ervaring: ___________________________

(2) Mijn belangrijkste angstige situatie is: ___________________________

Soort gedachten Normale angstige gedachten Problematische angstige gedachten

KansHoe groot is de kans op een negatieve afloop?

ErnstHoe ernstig is de negatieve afloop?

MachteloosheidHoe machteloos ben je of in hoeverre vind je dat je niet in staat bent om met de mogelijke negatieve afloop om te gaan?

Onderschatting veiligheidWelke veilige of positieve aspecten heeft deze situatie die ik misschien over het hoofd zie?

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

Ang

stig

e,

drei

ging

sger

elat

eerd

e ge

dach

ten

Scha

ttin

g va

n de

kan

sH

oe g

root

is d

e ka

ns o

p ee

n ne

gatie

ve, d

reig

ende

aflo

op?

Scha

ttin

g va

n de

ern

st

Hoe

ern

stig

is d

e ne

gatie

ve,

drei

gend

e afl

oop?

Mac

htel

oosh

eid

Hoe

mac

htel

oos

voel

je je

of

in h

oeve

rre

ben

je n

iet i

n st

aat o

m m

et d

e m

ogel

ijke

nega

tieve

, dre

igen

de a

floop

om

te g

aan?

Ond

ersc

hatt

e ve

iligh

eid

Wel

ke v

eilig

e of

pos

itiev

e as

pect

en h

eeft

dez

e si

tuat

ie

die

ik m

issc

hien

ove

r he

t ho

ofd

zie?

1 2 3 4WER

KB

LAD

6.2

D

REI

GIN

GSA

NAL

YSE

Uit:

D.A

. Cla

rk &

A.T

. Bec

k, W

erke

n aa

n an

gst e

n pi

eker

en (2

017)

. Kop

ers

van

dit b

oek

kunn

en d

eze

pagi

na d

ownl

oade

n en

pri

nten

.

WERKBLAD 6.3 BEWIJS VERZAMELEN

Datum: ____________________

De angstige gedachte over dreiging of gevaar die ik ga onderzoeken is: ________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Bewijs vóór de gedachte over dreigingWat is het bewijs dat de kans groot is dat de dreiging plaatsvindt? Welk bewijs heb je dat het ergste gaat gebeuren? Wat is het bewijs dat je niet met de negatieve afloop van de situatie kunt omgaan?

Bewijs tegen de gedachte over dreigingWat is het bewijs dat de dreiging niet zo groot is als je denkt? Wat is het bewijs dat de afloop van deze situatie slechts een beetje onprettig is? Is er bewijs dat je misschien kunt omgaan met de negatieve afloop van de situatie? Is er bewijs dat de situatie veiliger is dan je denkt?

1 1

2 2

3 3

4 4

Gebruik extra kopieën om nog meer bewijzen vóór en tegen te noteren of download dit werkblad van de website van Pearson.

Beoordeel op basis van het bewijs dat je hebt verzameld (en niet op basis van hoe je je voelt) hoe

groot de kans is dat de dreiging plaatsvindt op een schaal van 0% (vindt niet plaats) tot 100%

(vindt zeker plaats): _____%

Beoordeel op basis van het bewijs dat je hebt verzameld (en niet op basis van hoe je je voelt) de

ernst van de meest waarschijnlijke afloop op een schaal van 0% (helemaal niet ernstig) tot 100%

(zeer ernstig): _____%

Met toestemming aangepast uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 228). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 6.4 KOSTEN-BATENANALYSE

Datum: ____________________

Geef een korte omschrijving van de angstige gedachte of opvatting: __________________________

_____________________________________________________________________________________

Voordelen op korte en lange termijn Nadelen op korte en lange termijn

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

6 6

Omcirkel de kosten en baten die voor jou het belangrijkst zijn.

Geef een korte omschrijving van een alternatieve gedachte of opvatting: _______________________

____________________________________________________________________________________

Voordelen op korte en lange termijn Nadelen op korte en lange termijn

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

6 6

Omcirkel de kosten en baten die voor jou het belangrijkst zijn.

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 229). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 6.5 ALTERNATIEVE GEDACHTEN

Datum: ____________________

Geef een korte omschrijving van de rampzalige afloop (worstcasescenario) die gepaard gaat met

jouw angst: __________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Geef een korte omschrijving van de meest gewenste, ideale afloop (beste scenario) die gepaard

gaat met jouw angst: __________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Geef een korte omschrijving van de meest realistische (waarschijnlijke) afloop die gepaard gaat

met jouw angst: ______________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Bewijs vóór de gevreesde afloop(rampgedachte)

Bewijs vóór de ideale afloop(meest gewenste doel)

Bewijs vóór de meest waarschijnlijke afloop(alternatieve gedachte)

1 1 1

2 2 2

3 3 3

4 4 4

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 230). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 7.1 DADEN VAN MOED

Instructies: Geef een korte beschrijving van vrij recente ervaringen die kunnen worden beschouwd

als moeilijke en onzekere situaties of omstandigheden in je leven. Dit kunnen ook ingrijpende

levensgebeurtenissen zijn zoals het verlies van een dierbare, maar ook minder ingrijpende situaties

zoals iets zeggen tijdens een vergadering. Geef in de rechterkolom aan wat je deed of hoe je

omging met de situatie en waaruit blijkt dat je doorzettingsvermogen, kracht en vastberadenheid

hebt getoond.

Moeilijke en onzekere omstandigheden en situaties of dagelijkse eisen

Bewijs van kracht en moedHoe ben je met deze situatie omgegaan waaruit blijkt dat je de kracht, vastberadenheid en moed had om deze situatie te overwinnen?

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 7.2 REDENEN OM GEEN BLOOTSTELLING TE DOEN

Instructies: Lees de lijst met redenen waarom je misschien aarzelt om aan blootstelling te doen en

geef bij elke reden aan of deze op jou van toepassing is door een kruisje te zetten onder ‘Ja’ of ‘Nee’.

Redenen Ja Nee

1 De angst wordt nog groter en ik denk niet dat ik dat aankan.

2 De angst blijft toenemen en blijft uren of zelfs dagen achtereen intens.

3 Ik voel me de laatste tijd al minder angstig; blootstelling zal deze relatieve rust alleen maar verstoren.

4 Ik heb mezelf al blootgesteld aan angstige situaties en het werkte niet; ik ben nog steeds angstig.

5 Ik moet mijn angst eerst tot een beheersbaar niveau hebben teruggebracht voordat ik aan blootstelling begin.

6 Ik moet eerst betere methoden leren om mijn angst te beheersen voordat ik aan blootstelling begin.

7 Ik ben al zo lang angstig dat ik niet inzie hoe blootstelling me gaat helpen.

8 Ik zie gewoon niet dat mezelf nog angstiger maken er uiteindelijk toe zal leiden dat ik me minder angstig voel.

9 Mijn angst wordt veroorzaakt door inwendige dingen zoals bepaalde gedachten, beelden, herinneringen of zorgen. Ik zie niet hoe blootstelling me hierbij kan helpen.

10 Blootstelling is misschien effectief bij anderen, maar mijn angst is uniek; ik zie niet hoe ik er iets aan zou kunnen hebben.

11 Ik ben gewoon te angstig om me aan blootstelling te wagen. Ik wacht wel tot de medicatie zijn werk doet voordat ik begin aan blootstelling.

12 Ik heb de moed, de ‘wilskracht’ niet om aan blootstelling te doen.

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 7.3 BLOOTSTELLINGSHIËRARCHIEDatum: ____________________Instructies: Schrijf op een leeg vel papier vijftien tot twintig ervaringen – situaties, voorwerpen,

lichamelijke verschijnselen of indringende gedachten/beelden – die betrekking hebben op jouw

angstige situaties. Kies ervaringen die over het hele bereik vallen: van ervaringen die slechts weinig

angst veroorzaken tot ervaringen die gemiddelde tot ernstige angst en vermijding veroorzaken. Zet

deze ervaringen vervolgens in rangorde van minst tot meest angstig of vermijdend en breng deze

lijst dan over naar de tweede kolom op dit werkblad. Noteer in de eerste kolom het angstniveau dat

je bij elk punt verwacht. Schrijf in de derde kolom de angstige kerngedachte die verband houdt met

elke situatie, voor zover je deze weet.

Minst

Verwacht niveau van angst of vermijding(0 – 100)

ErvaringGeef een korte beschrijving van de angstige/vermeden ervaring (situatie, voorwerp, verschijnsel of indringende gedachten/beelden)

Angstige gedachtenWat is er zo bedreigend aan deze situatie, waardoor raak je zo van slag dat je angstig wordt of de situatie wilt vermijden?

1

2

3

4

5

6

7

8

Meest

Verwacht niveau van angst of vermijding(0 – 100)

ErvaringGeef een korte beschrijving van de angstige/vermeden ervaring (situatie, voorwerp, verschijnsel of indringende gedachten/beelden)

Angstige gedachtenWat is er zo bedreigend aan deze situatie, waardoor raak je zo van slag dat je angstig wordt of de situatie wilt vermijden?

9

10

11

12

13

14

15

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 268). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 7.4 BLOOTSTELLING OEFENEN

Datum: ____________________

Instructies: Houd met behulp van dit werkblad bij hoe je dagelijkse blootstellingstaken zijn

verlopen. Geef een cijfer op een schaal van 0 – 100 voor begin-, midden-, en eindniveau van de

angst die je tijdens deze oefening hebt ervaren en schrijf op wat voor soort blootstellingstaak je

hebt gedaan en hoe lang deze duurde.

Datum en tijd

Blootstellingstaak Duur(minuten)

Angst bij begin taak

Angst bij midden taak

Angst bij einde taak

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 269). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 7.5 GEDRAGSEXPERIMENTEN

Datum: ____________________

Wat is het meest dreigende, ergste dat tijdens deze blootstellingstaak zou kunnen gebeuren?

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Wat is eventueel een realistischer resultaat van deze blootstellingstaak?

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Wat zijn de positieve gevolgen, de voordelen die je verwacht van het doen van deze

blootstellingstaak?

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Beschrijving blootstellingstaak Wat dacht je, voelde je en deed je tijdens de blootstellingstaak?

Het resultaat – Wat gebeurde er echt?

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 231). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 7.6 VEILIGHEIDSGEDRAG BIJ BLOOTSTELLING

Instructies: Gebruik dit werkblad om gedachten of gedragingen op te schrijven die je tijdens

de blootstelling gebruikt om de angst te beheersen of te verminderen. Nadat je gedachten/

gedragingen hebt vastgesteld die (op den duur) niet helpen voor het verminderen van angst, schrijf

dan in de laatste kolom wat je kunt doen om ervoor te zorgen dat je niet terugvalt op het gebruik

van verkeerd veiligheidsgedrag bij het herhalen van deze blootstellingstaak. (Lees je antwoorden

op Deel II van je Angstprofiel nog een keer door (werkblad 5.9) om je te helpen bij het invullen van

dit werkblad.)

Blootstellingstaak Verkeerd veiligheidsgedrag

Verkeerde veiligheidsgedachten

Hoe ik mijn veiligheidsgedrag/veiligheidsgedachten kan verminderen

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 8.1 ACTIEPLAN BIJ ANGST

Instructies: Vul bij wijze van oefening de eerste drie kolommen in voordat je aan je angst begint

te werken. Wanneer je een bepaald verschijnsel van angst hebt aangepakt, geef dan in de laatste

kolom aan of je de zelfhulpoefening effectief vond.

Verschijnsel van angst dat ik heb aangepakt

Zelfhulpoefeningen Schema Resultaat

DEEL I: OORZAKEN ANGST (situaties enzovoort)

Verschijnsel van angst dat ik heb aangepakt

Zelfhulpoefeningen Schema Resultaat

DEEL II: BEOORDELING DREIGING (angstige gedachten)

Verschijnsel van angst dat ik heb aangepakt

Zelfhulpoefeningen Schema Resultaat

DEEL III: COPINGREACTIES (vermijding, veiligheidsgedrag enzovoort)

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 9.1 CHECKLIST ZELFDIAGNOSE PANIEK

Instructies: Lees elke stelling door en beslis of deze op jou van toepassing is. Als je op de meeste

stellingen ja hebt geantwoord is het waarschijnlijk dat de paniekaanvallen een ernstig probleem

voor je zijn.

Stellingen Ja Nee

Ik heb meerdere keren per week een ernstige paniekaanval.

Tijdens mijn paniekaanvallen heb ik last van een aantal van de lichamelijke verschijnselen genoemd op pagina 186).

Ik ben bang paniekaanvallen te krijgen.

Ik vermijd vaak een aantal gewone, alledaagse situaties uit angst voor paniek.

Elke keer dat ik me angstig voel, ben ik bang dat dit uitmondt in een paniekaanval.

Ik merk dat ik de hele tijd mijn lichaam scan op onverwachte lichamelijke verschijnselen en tekenen van angst.

Ik ben steeds afhankelijker van andere mensen voor begeleiding zodat ik me minder angstig voel.

Elke keer dat ik een onverklaarbaar gevoel of verschijnsel heb, is mijn eerste reactie aan te nemen dat er een ramp gaat gebeuren.

Ik vind het erg moeilijk rationeler te denken wanneer ik paniekerig ben.

Ik probeer kalm te blijven zodat ik niet te gestrest en angstig word.

Ik kan het veel minder verdragen dat ik me angstig voel.

Ik lijk minder goed in staat om mijn eerste rampgedachten over onverklaarde lichamelijke verschijnselen te corrigeren.

Het lijkt alsof ik te emotioneel en bezorgd ben om de controle te verliezen.

De angst om een paniekaanval te krijgen verstoort mijn werk, opleiding, vrije tijd en kwaliteit van leven.

Mijn familie en vrienden raken hun geduld kwijt met mijn strijd tegen paniek en het feit dat ik dagelijkse situaties vermijd.

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 9.2 OPVATTINGEN OVER GEVOELIGHEID VOOR ANGST

Instructies: Omcirkel hoeveel elke van onderstaande stellingen op jou van toepassing is. Als je

drie keer of vaker ‘veel’ or ‘zeer veel’ hebt omcirkeld kan het zijn dat je gevoeligheid voor angst

aanzienlijk bijdraagt aan jouw paniekaanvallen.

Stellingen Zeer weinig

Weinig Een beetje

Veel Zeer veel

Ik vind het eng als mijn hart sneller klopt omdat ik dan denk dat er iets helemaal mis zou kunnen zijn. 0 1 2 3 4

Wanneer ik last van mijn maag heb, begin ik me zorgen te maken dat ik misschien moet overgeven. 0 1 2 3 4

Wanneer ik onverwacht druk of pijn op de borst voel, is mijn eerste angstige gedachte of dit een teken van een hartaanval zou kunnen zijn.

0 1 2 3 4

Wanneer ik het gevoel heb dat ik niet goed ademhaal, denk ik dat er iets ernstigs is en dat ik zou kunnen stikken.

0 1 2 3 4

Wanneer het voelt alsof mijn keel wordt samengeknepen, vraag ik me serieus af of ik zou kunnen stikken.

0 1 2 3 4

Het is belangrijk zo veel mogelijk kalm en ontspannen te blijven. 0 1 2 3 4

Ik probeer mijn angst te beheersen zodat ik bij anderen niet zenuwachtig overkom. 0 1 2 3 4

Ik vind het niet prettig om me lichamelijk opgewonden of gestrest te voelen. 0 1 2 3 4

Ik maak me zorgen dat lichamelijke opwinding of stress uit de hand loopt en een paniekaanval veroorzaakt.

0 1 2 3 4

Ik let voortdurend op hoe ik me lichamelijk voel en of ik me angstig begin te voelen. 0 1 2 3 4

Let op: Deze stellingen zijn bedoeld om uit te zoeken of iemand aanleg voor een hoge gevoeligheid

voor angst heeft. Een nauwkeurig onderzoek van de gevoeligheid voor angst kan door een

gekwalificeerde beroepsbeoefenaar in de geestelijke gezondheidszorg worden gedaan met behulp

van gestandaardiseerd meetinstrument voor de gevoeligheid voor angst.38

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 9.3 VERMEDEN SITUATIES EN STRATEGIEËN OM ANGST TE BEHEERSEN

Vermeden situaties Strategieën om angst te beheersen

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

6 6

7 7

8 8

9 9

10 10

11 11

12 12

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 9.4 DAGBOEK PANIEK EN ACUTE ANGST

Datum: Van __________ tot __________

Instructies: Gebruik dit werkblad voor het registeren van paniekaanvallen, beperkte

paniekaanvallen of acute angstaanvallen die je de afgelopen week hebt ervaren. Probeer het

werkblad zo snel mogelijk na de angstaanval in te vullen, dit vergroot namelijk de nauwkeurigheid

van je aantekeningen.

Datum, tijd en duur van de aanval

Situationele oorzaken(VPA of OPA*)

Ernst van de angst(0 – 100; EPA of AAA*)

Belangrijkste lichamelijke of geestelijke verschijnsel dat je vervelend vond

Automatische ramp-gedachten bij het verschijnsel

Mogelijke alternatieve goedaardige uitleg

Pogingen om angst te beheersen en veiligheids-gedrag

* VPA = verwachte paniekaanval in deze situatie; OPA = onverwachte paniekaanval; EPA = ernstige paniekaanval; AAA = acute angstaanval.Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 329). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 9.5 PANIEKPROFIEL

Instructies: Vul elk onderdeel van dit Paniekprofiel in op basis van je dagboek (werkblad 9.4).

I. BELANGRIJKSTE OORZAKEN VAN ANGST DIE VERBAND HOUDEN MET PANIEK(Bijvoorbeeld situaties, gedachten, verschijnselen, verwachtingen)

1 ______________________________________________________________________________________________

2 ______________________________________________________________________________________________

3 ______________________________________________________________________________________________

4 ______________________________________________________________________________________________

II. EERSTE LICHAMELIJKE VERSCHIJNSELEN

Lichamelijke verschijnselen: _______________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________________________

Eerste lichamelijke, geestelijke verschijnselen: ________________________________________________________

_______________________________________________________________________________________________

Belangrijkste lichamelijke, geestelijke verschijnsel (dat je opvalt): ________________________________________

_______________________________________________________________________________________________

III. UITLEG VAN LICHAMELIJKE VERSCHIJNSELEN

Automatische rampgedachten: _____________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________________________

Alternatieve goedaardige uitleg: ____________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________________________

IV. VEILIGHEIDSGEDRAG EN COPINGREACTIES

Veiligheidsgedrag: _______________________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________________________

Overige pogingen om de angst te beheersen of paniekaanvallen te voorkomen: ______________________________

_______________________________________________________________________________________________

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

➞➞

WERKBLAD 9.6 HERBEOORDELING VERSCHIJNSELEN

Datum: ____________________

Instructies: Gebruik dit werkblad om alternatieve verklaringen op te schrijven voor de reden waarom

je de lichamelijke of geestelijke verschijnselen ervaart waardoor je je angstig of paniekerig voelt.

Lichamelijk verschijnsel dat je hebt ervaren(bijvoorbeeld hartkloppingen, naar adem snakken, misselijk)

Schrijf alle alternatieve verklaringen op voor de verschijnselen – anders dan het worstcasescenario (dat wil zeggen de gevreesde ramp)

Beoordeel je geloof in elke verklaring wanneer je niet angstig bent(0 – 100)*

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 10.1 MIJN IDEALE INDRUK TEGENOVER GEVREESDE NEGATIEVE OORDEEL

VAN ANDEREN

Instructies: Geef hieronder een korte omschrijving van de ideale indruk die je op andere mensen

zou willen maken. Wat is de positiefste mening die mensen over jou zouden kunnen hebben?

Hoe wil je dat andere mensen jou zien? Wat voor soort indruk wil je op andere mensen maken

(bijvoorbeeld dat ze je vriendelijk, grappig, intelligent, relaxed, extravert of gezellig vinden)?

Mijn positiefste indruk

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

Instructies: Geef hieronder een korte omschrijving van de negatiefste indruk die je op andere mensen zou kunnen maken. Wat is het negatiefste oordeel dat mensen over jou zouden kunnen hebben? Welk negatief oordeel vrees je het meest (bijvoorbeeld dat ze je stom, zielig, zwak, onzeker, instabiel of een einzelgänger vinden)?____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 10.2 CHECKLIST SOCIALE ANGST

Instructies: Lees elke vraag door en bepaal of deze meestal van toepassing is op de manier waarop je

functioneert in sociale situaties. Als je meer dan vijf vragen met ja hebt beantwoord, dan is sociale

angst waarschijnlijk een groot probleem voor jou.

Vragen Ja Nee

Voel je je bijna altijd angstig in allerlei sociale situaties die je dagelijks meemaakt?

Maak je je vaak ongerust of zorgen om naderende sociale gebeurtenissen?

Vermijd je sociale verplichtingen of verzin je excuses om onder je verplichtingen uit te komen?

Wanneer je een sociale ontmoeting niet kunt vermijden, probeer je dan zo snel mogelijk weg te gaan?

Ga je er meestal vanuit dat je een slechte indruk op mensen maakt of dat ze je op een negatieve manier beoordelen (bijvoorbeeld dat ze je stom, incompetent of gestoord vinden)?

Ben je enorm bang iets pijnlijks of vernederends te zeggen wanneer je met iemand praat?

Doe je erg je best niet angstig over te komen in sociale situaties?

Wanneer je in het bijzijn van anderen bent, probeer je dan zo min mogelijk te zeggen om zo te voorkomen dat je de aandacht op jezelf vestigt?

Ben je in sociale situaties erg bezig met de manier waarop je functioneert; heb je de neiging ‘overdreven te analyseren’ hoe je bij anderen overkomt?

Ben je afhankelijk van copingstrategieën om je angst in het bijzijn van anderen te verminderen, zoals oogcontact vermijden, oefenen wat je gaat zeggen voordat je iets gaat zeggen of diep ademhalen?

Heeft sociale angst je belemmerd in je werk, familierelaties, recreatieve activiteiten of vriendschappen?

Herhaal je na een sociale interactie steeds weer in je hoofd wat je hebt gezegd of hoe je op anderen bent overgekomen?

Lijk je je vooral moeilijke of pijnlijke sociale ontmoetingen in het verleden te kunnen herinneren?

Heb je vaak het gevoel dat je niet weet wat je tegen andere mensen moet zeggen?

Vind je dat je in het bijzijn van anderen extra incompetent en onhandig bent?

Is jezelf voor gek zetten tegenover anderen ongeveer het ergste dat je je zou kunnen voorstellen?

Vind je het moeilijk om assertief te zijn of je mening te geven?

Zouden mensen die jou het best kennen zeggen dat je een verlegen of dat je een angstig persoon bent?

Heb je het gevoel dat iedereen in sociale situaties naar je kijkt?

Denk je dat je in sociale situaties angstiger bent dan de meeste mensen?

Ben je het grootste deel van je leven al angstig of geremd?

Heb je geprobeerd de sociale angst te overwinnen maar ben je hierin maar beperkt geslaagd?

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 10.3 DOELSTELLINGEN VOOR PERSOONLIJKE VERANDERING

Instructies: Kies vier of vijf sociale situaties uit je hiërarchie die matige tot ernstige angst

veroorzaken en toch van essentieel belang zijn voor je kwaliteit van leven. Schrijf deze in de

linkerkolom. Schrijf in de rechterkolom hoe je je zou willen voelen en wat je zou willen doen en

denken in die situaties als je slechts minimale angst zou hebben. Wat zou een realistisch doel zijn

voor jouw functioneren in deze situaties? Dit worden dan jouw therapiedoelen en kunnen worden

gebruikt om te beoordelen hoeveel vooruitgang je boekt met je cognitieve behandelplan.

Sociale situaties Beschrijving van doelen voor sociaal functioneren

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 10.4 ANALYSE VAN JE ANTICIPERENDE SOCIALE ANGST

Situatie waarbij anticiperende angst voorkwamSchrijf ook alles op wat je anticiperende angst heeft veroorzaakt

Ernst van de angst(0 – 100)en duur van de angst(uren, dagen, weken enzovoort)

Verwachte dreigingWat dacht je dat er zou gebeuren?Welke ramp dacht je dat er zou plaatsvinden?

Herbeleefde herinneringenHerbeleef je soortgelijke sociale gebeurtenissen die in het verleden hebben plaatsgevonden en leidden deze tot veel angst of gêne?

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 10.5 DAGBOEK SOCIALE ANGST

Datum: Van __________ tot __________

Instructies: Gebruik dit werkblad voor het registeren van je dagelijkse ervaringen met angstige of

pijnlijke sociale situaties waarin jij een rol speelt, waarin sprake is van een oordeel van anderen en/

of sociale interacties. Probeer het werkblad zo snel mogelijk na de sociale gebeurtenis in te vullen,

dit vergroot namelijk de nauwkeurigheid van je aantekeningen.

Datum Omschrijving moeilijke of angstige sociale situatieWat is er gebeurd, wie was/waren erbij betrokken, waar, wat was jouw rol?

Beoordeel anticiperend angstniveau(0 – 100)*

Beoordeel angstniveau tijdens gebeurtenis(0 – 100)*

Belangrijkste angstige gedachten tijdens sociale ontmoeting(bijvoorbeeld negatieve gedachten over oordeel van anderen, zelfkritische gedachten, rampdenken)

Beoordeel niveau van angst en gêne na gebeurtenis(0 – 100) *

* 0 = geen angst; 50 = matige angst; 100 = extreme angst, panisch. Elke keer dat je een paniekaanval hebt in de anticiperende of blootstellingsfase geef je dit aan met PA (paniekaanval). (Voor de definitie van de term ‘paniekaanval’, zie hoofdstuk 9, PAGINA 186, onder Paniekaanvallen: een ‘tsunami’ van angst.) Noteer in de laatste kolom je beoordeling van het niveau van gêne die achteraf overblijft, waarbij 0 = geen gêne en 100 = de pijnlijkste, meest vernederende ervaring van mijn leven.

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 385). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 10.6 HERBEOORDELING VAN EERDERE ERVARINGEN VAN SOCIALE ANGST

Instructies: Formuleer op basis van werkblad 6.3 (Bewijs verzamelen) en werkblad 6.4 (Kosten-

batenanalyse) evenwichtigere en meer constructieve opvattingen over de eerdere sociale ervaring.

Noteer eerst de eerdere sociale ervaring waarover je nog steeds nadenkt en de automatische,

angstigste manier waarop je hieraan terugdenkt. Formuleer dan alternatieve, meer constructieve

opvattingen over de situatie en schrijf een aantal dingen op die je van deze ervaring kunt leren.

Omschrijving van de eerdere sociale ervaring: _____________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Eerste angstige opvattingen over de situatie: ______________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

Alternatieve, constructieve opvattingen over de situatie: ____________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Welke lessen heb ik uit deze situatie geleerd: ______________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 10.7 BLOOTSTELLINGSPLAN SOCIALE ANGST

Instructies: Vul dit werkblad in door de stappen te volgen voor het opstellen van een

blootstellingsplan zoals beschreven in hoofdstuk 7.

Beschrijving van het blootstellingsplan sociale angst: _______________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Kenmerkende angstige gedachten die veranderd moeten worden: ____________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

Alternatieve gedachten die ik moet aanleren: ______________________________________________

_____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

Onaangepast veiligheidsgedrag dat moet worden afgeleerd: _________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

Nuttige copingstrategieën om toe te passen: _______________________________________________

_____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.1 PIEKEREN OVER LEVENSDOMEINEN

Instructies: Schrijf op waarover je piekert binnen onderstaande belangrijke levensdomeinen. Als je

over een bepaald domein niet piekert, laat dit domein dan leeg.

Gezondheid (eigen):___________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Gezondheid (familie, vrienden):_________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Veiligheid (eigen, kinderen, familie):_____________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Werk of school: _______________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Financiën: ___________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Intieme relatie:_______________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Overige relaties (familie, vrienden, collega’s): _____________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Minder belangrijke aangelegenheden (bijvoorbeeld afspraken maken, dagelijkse huishoudklusjes):

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Maatschappij, wereld (bijvoorbeeld opwarming van de aarde of terroristische aanslagen): _______

_____________________________________________________________________________________

Godsdienstige/geestelijke aangelegenheden: ______________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.2 CHECKLIST: ‘BEN IK EEN PIEKERAAR?’

Instructies: Pak werkblad 11.1 erbij en bekijk over welke domeinen je voornamelijk piekert. Lees

onderstaande stellingen door en bepaal ‘hoe je piekert’ over deze punten. Omcirkel ‘ja’ als de

stelling kenmerkend is voor de manier waarop jij over de punten die je hebt genoemd op werkblad

11.1 piekert. Omcirkel ‘nee’ als de stelling niet op jou van toepassing is. Als je bij de meeste de

stellingen ‘ja’ hebt omcirkeld, ben je waarschijnlijk een onproductieve piekeraar.

Gedragsmatige en emotionele reacties

1. Wanneer ik pieker, blijf ik hangen bij de negatiefste mogelijkheid (‘Wat als-gedachten’) van de situaties. Ja Nee

2. Wanneer ik pieker, denk ik meestal over hoe van slag ik zal zijn als de situatie zich echt voordoet. Ja Nee

3. Wanneer ik pieker, blijf ik proberen uit te vinden wat ik kan doen om het worstcasescenario te vermijden. Ja Nee

4. Wanneer ik pieker, blijf ik mezelf ervan overtuigen dat het worstcasescenario niet zal gebeuren, maar ik ben er nooit gerust op of ervan overtuigd dat alles goed zal komen. Ja Nee

5. Wanneer ik pieker, bedenk ik allerlei antwoorden of oplossingen voor het probleem, maar uiteindelijk wijs ik ze allemaal af omdat ik ze niet goed genoeg vind. Ja Nee

6. Wanneer ik pieker, vind ik het het vervelendst dat ik ‘niet weet wat de toekomst gaat brengen’. Ja Nee

7. Wanneer ik pieker, voel ik me machteloos en slecht voorbereid om de moeilijkheden van het leven aan te pakken. Ja Nee

8. Ondanks mijn inspanningen voel ik me uiteindelijk gefrustreerd en ontmoedigd over het feit dat ik niet kan stoppen met piekeren. Ja Nee

9. Wanneer ik pieker, probeer ik er achter te komen wat de meest waarschijnlijke afloop van deze situatie is, maar ik blijf me er altijd onzeker over voelen. Ja Nee

10. Ik denk er vaak over hoe ellendig mijn leven zal zijn als ik dat gepieker niet uit mijn systeem krijg. Ja Nee

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.3 PERSOONLIJKE AANGELEGENHEDEN EN BINNENDRINGENDE

GEDACHTEN DIE GEPAARD GAAN MET PIEKEREN

Instructies: Schrijf vier of vijf aangelegenheden op die je beschouwt als zeer belangrijke

persoonlijke doelen, waarden of inspanningen. Voorbeelden kunnen zijn: een zeer succesvolle

of productieve carrière, een aantal goede en zorgzame vrienden hebben, je leven delen met een

sterke en liefdevolle partner, in goede gezondheid en welzijn verkeren of een sterk godsdienstig

geloof belijden. Schrijf in de tweede kolom binnendringende, verontrustende gedachten die aan

die persoonlijke aangelegenheden verbonden zijn en die je hebt ervaren of zou kunnen ervaren.

Deze gedachten vallen je op omdat ze het persoonlijk doel of streven bedreigen.

Persoonlijk streven, doel, waarde Voorbeelden van bedreigende binnendringende gedachten

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.4 PIEKERDAGBOEK

Instructies: Noteer in dit werkblad ingrijpende piekerperioden. Probeer het werkblad zo snel

mogelijk na de piekerperiode in te vullen, dit vergroot namelijk de nauwkeurigheid van je

aantekeningen.

Datum en tijd

Eerste oorzaakWat heb je gehoord of wat ging er door je hoofd waardoor je bent gaan piekeren?

Inhoud gepiekerWaar piekerde je over? Geef een korte omschrijving. Zet een sterretje bij aangelegenheden die je ook op werkblad 11.1 hebt opgeschreven.

Duur pieker-periode(minuten of uren)

Niveau van leed/angst tijdens gepieker(0 – 100)

Pogingen om het piekeren tegen te gaan

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 442). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.5 BIJHOUDEN OPVATTINGEN OVER PIEKEREN

Instructies: Dit werkblad moet worden ingevuld tijdens dagelijkse piekerperioden. Probeer

het werkblad zo snel mogelijk na de piekerperiode in te vullen, dit vergroot namelijk de

nauwkeurigheid van je aantekeningen.

Datum en duur piekeren

Eerste piekeraangelegenheidRicht je op de aangelegenheden waarover je piekert die je hebt opgesomd in werkblad 11.1 of een nieuwe versie van werkblad 11.4. Beschrijf wat het piekeren inhoudt, onder andere de ergste afloop die je bedenkt.

Negatieve opvattingen/gedachten over de piekerperiodeWaarom is deze piekerperiode zo vreselijk of slecht voor jou?

Positieve opvattingen/gedachten over de piekerperiodeWaarom zou deze piekerperiode positief of goed voor je kunnen zijn?

Mate van bezorgdheid over het piekeren(0 – 100)*

* 0 = Absoluut niet bezorgd over piekeren, 100 = zeer bezorgd dat ik weer een piekerperiode had.

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 444). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.6 PIEKERPROFIEL

Instructies: Vul dit werkblad in door antwoord te geven op de vier stappen van het piekeronderzoek

dat in deze paragraaf van dit hoofdstuk wordt besproken.

Stap 1: Oorzaken van piekeren

Persoonlijke doelen, waarden en aangelegenheden die gepaard gaan met het piekeren:

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Eerste ongewenste binnendringende gedachten: ___________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Stap 2: Rampdenken (tijdens piekeren) op een schaal van 0 – 100

Geschatte kans: _______________________________________________________________________

Veronderstelde ernst: __________________________________________________________________

Ervaren vermogen om ermee om te gaan: _________________________________________________

Stap 3: Opvattingen over piekeren

Negatieve opvattingen over piekeren: ____________________________________________________

Positieve opvattingen over piekeren: _____________________________________________________

Stap 4: Pogingen om piekeren tegen te gaan en veiligheidsgedrag

Pogingen om piekeren tegen te gaan: ____________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

Veiligheidsgedrag (bijvoorbeeld hoe je kalmte, bevestiging en zekerheid probeert te krijgen):

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.7 GEVOLGEN VAN PIEKEREN

Instructies: Noteer een van je voornaamste aangelegenheden van werkblad 11.1 (Piekeren over

levensdomeinen) of 11.4 (Piekerdagboek) en schrijf dan de positieve en negatieve gevolgen op van

het piekeren over deze aangelegenheden. Nadat je de gevolgen van je piekeren hebt opgeschreven,

lees je ze nog eens door en bepaal je of je piekeren voornamelijk productief of onproductief is.

Maak van dit werkblad kopieën (of download het van de website van Pearson), zodat je deze

oefening kunt herhalen als je meer dan één aangelegenheid hebt waarover je piekert.

1. Voornaamste aangelegenheid waarover ik pieker: _______________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

2. Negatieve gevolgen van het piekeren:_________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

3. Positieve gevolgen van het piekeren:___________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

4. In het algemeen is het piekeren over deze aangelegenheid productief. Ja Nee

5. In het algemeen is het piekeren over deze aangelegenheid onproductief. Ja Nee

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.8 TAARTDIAGRAM INVLOED

Instructies: Kies een aangelegenheid waarover je piekert die acute, realistische negatieve gevolgen

heeft. Noteer vervolgens alle factoren die de afloop van deze situatie kunnen beïnvloeden

(bijvoorbeeld wat anderen doen, wat jij doet, de omgeving of de situatie zelf). Nadat je de

verschillende oorzaken van en invloeden op het probleem hebt vastgesteld, geef je percentages

voor de mate waarin elke factor invloed heeft op de afloop van de situatie. Al deze invloeden

samen moeten uitkomen op 100%. Hoeveel procent invloed heb je aan jezelf toegekend?

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.9 JE ERGSTE ANGST

Instructies: Schrijf zo gedetailleerd mogelijk op (250 – 500 woorden) hoe het zou zijn om de

ergste angst te beleven die verband houdt met de aangelegenheid waarover je piekert. Wat zou

er moeten gebeuren om de ergste afloop te veroorzaken? Hoe zou dit je lichamelijk, emotioneel,

gedragsmatig en sociaal beïnvloeden? Hoe zou je reageren op deze ramp? Hoe zou je ermee

proberen om te gaan? Zou dit effectief zijn? Hoe zou je leven veranderen als je de ramp doorstaat?

Hoe zouden je vrienden en familie je behandelen nadat je de ergste angst hebt ervaren? Zouden ze

je verlaten? Wat zouden de gevolgen van het ervaren van de ramp op lange termijn zijn?

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

(Gebruik extra bladen om je verhaal over jouw ergste ramp af te maken.)

Uit: D.A. Clark & A.T. Beck, Werken aan angst en piekeren (2017). Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.

WERKBLAD 11.10 REGISTRATIEFORMULIER RISICO EN ONZEKERHEID

Datum: Van __________ tot __________

Instructies: Dit werkblad moet worden ingevuld tijdens dagelijkse piekermomenten. Probeer

het werkblad zo snel mogelijk na de piekerperiode in te vullen, dit vergroot namelijk de

nauwkeurigheid van je aantekeningen.

Datum en duur piekeren

Eerste piekeraangelegenheidGeef een korte omschrijving van de aangelegenheden waarover je piekert van werkblad 11.1 en werkblad 11.4, met daarbij de ergste afloop die je kan bedenken

Lijst van ‘wat als- vragen’ Schrijf de ‘wat als-vragen’ op die tijdens de piekerperiode in je op komen.

Mate van onzekerheid(0 – 100)*

Reacties op onzekerheidWat zorgt ervoor dat de onzekerheid van deze piekeraangelegenheid zo onverdraaglijk is? Heb je geprobeerd de onzekerheid te verminderen?

* 0 = Geen gevoel van onzekerheid, 100 = Ik voel me uitermate onzeker over de afloop.

Met toestemming overgenomen uit Cognitive Therapy of Anxiety Disorders van David A. Clark en Aaron T. Beck (p. 445). Copyright 2010. The Guilford Press. Kopers van dit boek kunnen deze pagina downloaden en printen.