Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van...

60
1 Samenvatting Europese en internationale Omgeving Hoofdstuk 1: geschiedenis De crisissen (economische crisis, hongersnood, opbouw infrastructuur..) ten gevolge van de Tweede Wereld hebben als gevolg binnen Europa gehad dat er nood ontstond om de wijze van organiseren te veranderen . De mensen realiseerde zich dat er iets verkeerds zat in de manier van organiseren op beleidsniveau in Europa en mensen waren ook bereid om te veranderen. De centrale vraag om naar oplossingen toe te werken was: “Hoe kan Europa een volgende oorlog voorkomen?” Oplossingen zijn afhankelijk van de oorzaken van de oorlog, de oorzaken van de oorlog: 1) Blame the loser: geef de schuld aan Duitsland, Duitsland was aan de geslachtofferde landen territoriaal grond en financieel steun verschuldigd. 2) Kapitalisme: het kapitalisme was de schuld voor de oorlog. 3) Destrucive nationalisme: nationalistische staten willen enkel dat hun eigen staat groeit. De drie oplossingen voor deze oorzaken waren: 1) Beperk de macht van Duitsland (strip de industrie), Duitsland werd opgesplitst in verschillend zones (Rusland, U.S zone, French zone en British zone) 2) Introduceer communisme als oplossing van het kapitalisme. 3) Het introduceren van Europese integratie: niet de economie integratie was de driveveer, maar vrede, veiligheid en welvaart waren de motiverende factoren. De strijd tussen USA en Brittannië vs. Rusland is de Koude Oorlog. De UK en the USA steunde Europese integratie als de beste manier om het communisme in Europa te bestrijden. De drie landen (USA, UK, Frankrijk en Duitsland) hadden verschillende agenda’s: USA/UK: willen het communisme bestrijden Frankrijk: het voorkomen van de invloed van USA en UK en handelspartner worden met Duitsland. Duitsland: het vestigen van een nieuw Duitsland als normaal land. Eerste stappen van integratie: 1) US Marshallplan Op initiatief van de USA konden Europese landen financiële steun ontvangen, maar dan dienen ze aan bepaalde condities te voldoen: de

Transcript of Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van...

Page 1: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

1

Samenvatting Europese en internationale Omgeving

Hoofdstuk 1: geschiedenisDe crisissen (economische crisis, hongersnood, opbouw infrastructuur..) ten gevolge van de Tweede Wereld hebben als gevolg binnen Europa gehad dat er nood ontstond om de wijze van organiseren te veranderen. De mensen realiseerde zich dat er iets verkeerds zat in de manier van organiseren op beleidsniveau in Europa en mensen waren ook bereid om te veranderen. De centrale vraag om naar oplossingen toe te werken was: “Hoe kan Europa een volgende oorlog voorkomen?”

Oplossingen zijn afhankelijk van de oorzaken van de oorlog, de oorzaken van de oorlog:1) Blame the loser: geef de schuld aan Duitsland, Duitsland was aan de geslachtofferde landen

territoriaal grond en financieel steun verschuldigd. 2) Kapitalisme: het kapitalisme was de schuld voor de oorlog. 3) Destrucive nationalisme: nationalistische staten willen enkel dat hun eigen staat groeit.

De drie oplossingen voor deze oorzaken waren:1) Beperk de macht van Duitsland (strip de industrie), Duitsland werd opgesplitst in verschillend

zones (Rusland, U.S zone, French zone en British zone)2) Introduceer communisme als oplossing van het kapitalisme.3) Het introduceren van Europese integratie: niet de economie integratie was de driveveer,

maar vrede, veiligheid en welvaart waren de motiverende factoren.

De strijd tussen USA en Brittannië vs. Rusland is de Koude Oorlog. De UK en the USA steunde Europese integratie als de beste manier om het communisme in Europa te bestrijden. De drie landen (USA, UK, Frankrijk en Duitsland) hadden verschillende agenda’s:

USA/UK: willen het communisme bestrijden Frankrijk: het voorkomen van de invloed van USA en UK en handelspartner worden met

Duitsland. Duitsland: het vestigen van een nieuw Duitsland als normaal land.

Eerste stappen van integratie: 1) US Marshallplan

Op initiatief van de USA konden Europese landen financiële steun ontvangen, maar dan dienen ze aan bepaalde condities te voldoen: de her constructie van de economie door het reduceren van tradings barrières en het creëren van Europese payments unie om internationale betalingen te faciliteren voor landen die krap bij kas zitten. De organisatie for the economische coördinatie (OEEC) coördineert de steun. Het belangrijkste van het marshallplan is dat handel wordt gestimuleerd, landen kregen economische groei door meer samen te werken. De OEEC is de voorloper op de Europese samenwerking. Beleidsmakers kregen door het Marshallplan inzicht dat door vrije handel (geen barrières) de handel wordt gestimuleerd. De OEEC was een economisch succes maar voorkwam het een volgende oorlog? Twee visies op Europese integratie:

1) Federalisme: structuren die boven landen staan die invloed uitoefenen op individuele landen. Een organisatie staat boven de landen en beslist voor de individuele landen. (anoniem, meerderheid beslist) VB: ESCS en EEC

2) Intergovernmentalisme: een andere visie van Europese integratie is dat de individuele landen hun vetorecht behouden bij het nemen van beslissingen (unaniem beslissingen nemen, iedereen moet akkoord geven). VB: OEEC, EFTA

Page 2: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

2

In de eerste jaren na de Tweede Wereld oorlog, stelde Duitsland en Frankrijk voor om een organisatie op te richten (ECSC) dat beleidsbeslissingen neemt voor de staal en steenkool sector. Andere Europese landen werden uitgenodigd om hiervan lid te worden. België, Luxemburg, Nederland en Italië werden lid van de ESCS. In de loop van de tijd nam het belang van de twee grondstoffen af, maar de spanning tussen het Westen en het Oosten zorgde dat het NAVO (in west Duitsland) en Warsawpact (Oost- Europa) om de defensieve krachten te bundelen.

Verdragen van Rome- European Atomic Energy Agency (Euratom): De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

is een organisatie met als doel het bevorderen van vreedzame toepassingen van kernenergie. - European Economic Community (EEC): de landen van het ECSC gaan nauwer met elkaar

samenwerken. De verlaagde trading barrières zorgde ervoor dat de invoer kosten drastisch verlaagde tussen de deelnemende landen.

Het formeren van de EEC zorgde voor discriminatie in de Europese economische integratie. Als reactie hierop vormde de OEEC een handelsblok de Europese Free trade Association (EFTA). De EFTA is een intergovernmental organisatie.

Domino effectDe omvang van de economie van de EEC club was groter en groeide ook sneller dan die van de EFTA. De EEC club was dan ook interessanter voor exporteurs. De EEC leden waren ook qua handel meer verweven met elkaar dan de EFTA leden. Als de UK overstapt van de EFTA na de EEC, veranderde de houding van de andere EFTA leden om over te stappen na de EEC. Deze ontwikkeling impliceert een domino-effect. Er ontstonden twee kampen in een land (voor/- tegenstanders van de vrijhandelszone). Als één land deelneemt aan de vrijhandelszone, stimuleert dit andere om ook deel te nemen (interessanter).

Europees pessimsme (1975-1986)De Europese integratie stagneerde op een gegeven moment bij een serie van politieke crisissen en economische crisissen. Deze periode staat bekend als Europees Pessisme. Frankrijk weigerde een voorstel te accepteren waarbij ze zelf tegen stemde, vandaar dat het stemsysteem werd veranderd (Luxemburg compromis). Het keuze systeem was in de basis dat bij meerderheid werd besloten, ten zij een land wilde dat er bij unanimiteit werd gestemd. Hoewel de invoertarieven vervielen tussen de Europese landen, werden er nieuwe barrières gecreëerd in de vorm van technische standaarden.

The single Market programme and the EEA.Jacques Delors startte een kick-of van Europese integratie door het stimuleren van het volmaken van de interne markten (single markt programma). Dit betekent dat er legale productstandaarden werden ontwikkelt met wederzijdse aanvaarding tussen deelnemende landen. Zo moest het mogelijk worden om product X geproduceerd in land A, te kunnen verkopen in land B, zonder dat er barrières waren. Daarnaast was ook een belangrijk onderdeel het liberaliseren van kapitaalmarkten (vrijheid van oprichting in de deelnemende landen). De belangrijkste verandering van dit programma werd vastgelegd in het verdrag van Rome (vrijheid van goederen, diensten, personen en kapitaal). EFTA beleidsmakers beslisten dat ze moesten reageren op de single market. Delors stelde een akkoord voor om de single market tot de EFTA economisch te brengen ( Europese Economische Gemeenschap /EEA).

Verdrag van MaastrichtNa de val van de Berlijns muur kwamen er substantieel veranderingen in de EU. In navolging van het succes van het singlemarket programma stelde Delors voor om de Europese integratie binnen de Europese Economische gemeenschap verder te doen toenemen door het formeren van een monetaire unie.

Page 3: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

3

Na lange onderhandelingen werd in 1992 het verdrag van Maastricht opgesteld en getekend en werd in 2002 de monetaire ook daadwerkelijk overgenomen. Het verdrag van Maastricht ging verder dan de verdragen van Rome. Het verdrag van Maastricht creëerde de Europese unie.

De Europese vrijhandelsakkoorden kenmerken zich met een asymmetrische werking: de nieuwe landen krijgen toegang tot Europese landen, maar de landen van de Europese gemeenschap krijgen ook toegang tot de nieuwe landen.

De criteria om lid te worden van de EECIn 1993 werden in Kopenhagen de criteria vastgesteld voor potentiele nieuwe leden van de Europese Economische gemeenschap. De criteria zijn:

- Stabiliteit van instituties die garanderen democratie, de werking van het recht, mensenrechten en respect voor anderen en bescherming van minderheden

- Het bestaan en het functioneren van een markteconomie + capaciteit en concurrentie om te handelen in de gemeenschap. (functioneren markteconomie)

- Acceptance of the ‘acquis communautaire’: alle nationale wetgeving wordt afgestemd met de Europese wetgeving.

Onderwerp Lidmaatschap Turkije:Turkije heeft een douane unie overeenkomst met de Unie, wat betekent dat Turkije eenzelfde externe beleid hanteert als de EU. Turkije wil meer dan alleen douane- unie, ze wil namelijk volwaardig lidmaatschap. De EU is als anker voor Turkije om bijvoorbeeld een markteconomie te vormen. het gevolg van de douane-unie is dat de handel met Turkije is toegenomen. Concurrentie nadeel van douane-unie: Turkse exporteurs kunnen niet tegen een laag tarief exporteren naar Mexico, terwijl Mexico via EU naar Turkije wel voordelig kan transporteren omdat er geen wederzijdse werking is met Turkije. Er is enkel een werking tussen Mexico en de EU, maar zonder wisselwerking met Turkije.

Page 4: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

4

Hoofdstuk 2: Feiten, rechten, instituties en het budgetDe leden van de Europese Unie zijn economisch en politiek geïntegreerd van een ongekende omvang. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de achtergrond van de instituties die essentieel zijn in de Europese integratie.

Economische integratie in de EUDe omvang van de economische EU integratie is onder andere te wijten aan de oprichting van de Europese Economische gemeenschap bij de verdagen van Rome. Begin jaren 60 waren de plannen voor een Europese politieke gemeenschap en een Europees defensie gemeenschap mislukt. Het idee werd verandert om de economische integratie als uitgangspunt te nemen. Het idee was om de zes nationale economie te fuseren in een verenigde economische gebied.

De intentie van het verdrag van Rome was een verenigde Europese omgeving te creëren. Een omgeving waar organisaties en consumenten gelijke kansen hebben om te verkopen/kopen van goederen/diensten, en eigenaren van arbeid en kapitaal vrij zijn om hun hun middelen in elke economische activiteit overal in te zetten. Het verdrag van Rome verwijderde alle handelstarieven en hoeveelheid restricties bij de handel tussen de leden. Ten gevolge van deze maatregelen, diende de leden een geharmoniseerde handelsbeleid te hanteren tegen non-leden (vb USA), om te voorkomen dat leden verschillende tarieven aan de rest van de wereld gingen rekenen. De EU leden diende daarom een commercieel beleid te hanteren: restricties op de import van non-members. De geliberaliseerde handel kan worden ondermijnd door organisaties en consumenten binnen unie. Zo kunnen Franse bedrijven afspraken maken dat ze alleen van elkaars producten afnemen. Om voor eerlijke concurrentie te zorgen zijn er een aantal afspraken noodzakelijk:

- Staatsteun is verboden:Productie subsidie of andere vorm van steun makt het organisaties mogelijk om goedkoper te verkopen en creëert een klimaat van oneerlijke concurrentie.

- Anti-concurrentie verdrag. Het verdrag verbied alle prijs/afzetafspraken - Harmonisering van de wetgeving

De product standaarden en reglementen hebben een enorme impact op concurrentie en indirect op de voorkeur van nationale organisatie. Om afwijkingen te reduceren binnen de verenigde unie, is het volgens het verdrag van Rome standaarden en reglementen verplicht.

- BelastingenBelastingen toegepast door individuele leden kan de concurrente storen direct of indirect door organisaties te bevoordelen.

Integratie arbeid en kapitaalHet verdrag van Rome instudeerde een gemeenschappelijk gebied om te werken en te investeren waarbij barrières zijn afgeschaft voor vrije beweging van arbeiders en kapitaal. De vrije beweging van toepassing voor alle inwoners. Voor de beweging van kapitaal zijn er twee type van vrijheid: de vrijheid om iets op te starten in een ander lid van de gemeenschap en dat alle restricties van kapitaalstromen (over de grenzen investeren in aandelen) worden afgeschaft.

Gemeenschappelijk beleid in agrarische sectorIn de jaren 50 was de Europese agrarische industrie economisch veel belangrijker dan vandaag de dag. National beleid in de sector was erg belangrijk en verschillende ook erg tussen de landen. Het concurrentievermogen van de oprichtingslanden varieerde zeer sterk. Deze grote verschillen in concurrentievermogen resulteerde dat vrije handel grote effecten had op de agrarische organisaties. De auteurs van de verdragen van Rome, begonnen bij het samenstellen van doelstellingen en principes voor het Gemeenschappelijke agrarische beleid.

Page 5: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

5

Het verdrag van Rome was ambitieus met betrekking tot economische integratie, maar het had geen rekening op twee politiek gevoelige gebieden die wel nodig zijn voor een verenigde economische unie: harmonisatie op sociaal beleid en Harmonisatie van belastingen

Sociaal beleidSociaal harmonisatie is zeer moeilijk, gezien de EEC verschillende meningen heeft op sociaal beleid. De centrale vraag is dan ook Europese economische integratie vraagt om geharmoniseerd sociaal beleid.Deze centrale vraag kent twee argumenten ( voor en tegen liberalisering)

Voor liberalisering: Internationale verschillen in lonen en sociale condities presenteren een niet eerlijk voordeel tot controle. Als landen grote verschillen hebben in sociaal beleid, dan geven lage barrières landen met lage sociale standaarden een on gebalanceerd voordeel, rekeninghouden met de situatie waarbij handelstarieven en lonen zich niet aanpassen. Vandaar dat ook sociaal beleid geharmoniseerd wordt.

Tegen harmoniseringDeze aanhangers stellen dat lonen en sociaal beleid reflecties zijn van de verschillen in productiviteit en sociale voorkeuren.

Belasting beleidEvenals sociaal beleid treft het belastingbeleid het leven van de meeste burgers. Dit betekent dat belastingbeleid het resultaat is van compromissen gesloten tussen groep burgers, organisaties en nationale vakbonden.

EU structuur en pre- and post LisbonVoor het verdrag van Maastricht was de structuur simpel (er was de EEC en andere community steenkool, staal en atoomgenootschap). Het verdrag van Maastricht nam een grote stap in de economische integratie met de monetaire unie (één munteenheid) en het verbrede de Europese integratie ambities. De meeste integratie initiatieven werden gestemd bij meerderheid en deze supranationaliteit creëerde twee gerelateerde problemen:

De eerste splitsing tussen federalist en intergovernmental. Er ontstond tussen landen ook groepen twijfelaars en voorstanders van verdere Europese integratie. De twijfelaars waren bezorgd dat de invloed van EU in landen toeneemt, met als gevolg dat landen geforceerd moeten integreren zonder dat ze dat eigenlijk willen.

Probleem wat zich ontwikkelde buiten de EU structuurAls gevolg van de splitsing in twijfelaars en voorstanders, werden sommige initiatieven vertraagd in het proces naar implementatie toe. Het verdrag van Rome regelde niet de volgende zaken:

- Er ontstond een tegenstelling tussen landen over de mate van integratie, maar er was geen invulling hoe dit aangepakt diende te worden.

- Aansluitend op dit probleem gingen landen die zich belemmerd in de EU voelen buiten de EU initiatieven opzetten (zie vb Schengen).

VB het Schengen akkoord: EU leden tekenden een overeenkomst waarbij bij de interne grenscontroles werden afgeschaft. Dit werd onder de EU gebracht maar zonder dat alle leden hiertoe toe werden gedwongen deel te nemen. Het Schengen akkoord werd buiten de EU structuur gesloten en ondermijnde de vereniging van de single markt en bevorderde de spanningen tussen de EU leden.

Page 6: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

6

Maastricht en de drie pilarenHet verdrag van Maastricht creëerde een duidelijke lijn tussen het superationale (beslissingen worden op een hoger niveau genomen) en intergovermentale beleid omgeving bij drie pilaren. De EU is de overkoepelende instantie die zowel suprationeel als intergovermentaal handelt. De drie pilaren structuur loste dan ook de twee problemen die hierboven zijn gedefinieerd op. Het verdrag van Lissabon heeft effect gehad op de structuur. In dit verdrag werd vastgelegd dat de economische integratie, recht en binnenlandse zaken op een supranationale manier werd behandeld. Het veiligheidsbeleid en het gemeenschappelijke buitenland beleid wordt op een intergovernmental manier georganiseerd.

Europees rechtHet meest ongebruikelijke en belangrijk van de EU is het superrationaal rechtssysteem. Zelfs de hoogste rechts instituties in de EU landen moeten uitspraken worden overruled door het Europese hof van justitie. De meeste rechtssystemen zijn gebaseerd op de grondwet. De EU heeft geen grondwet, dus op welke basis zijn de principes gebaseerd?

In het verdrag van Rome is het recht en rechtssysteem inclusief de principes gecreëerd. Het verdrag was echter niet specifiek genoeg om het rechtssysteem te doen functioneren. Het recht reageerde hierop door het gemeenschappelijk op basis van case law te doen functioneren. Beslissingen zijn gerealiseerd aan praktijk cases en zo ontstonden de gerealiseerde principes van het Europees recht. Het Europese recht bestaat uit een enorme hoeveelheid of wetten, regels en praktijken die zijn gevestigd bij verdragen (primary law), EU (laws) en beslissingen van het hof (case law). De verdragen (primaire wetgeving) bevatten de basis- of grondregels voor alle EU-activiteiten. De secundaire wetgeving (verordeningen, richtlijnen en besluiten) is gebaseerd op de uitgangspunten en doelstellingen van de verdragen. Link voor meer op de wetgeving: http://europa.eu/eu-law/index_nl.htm

De drie kenmerken van het Europees wetgeving zijn: directe werking, voorrang op nationale wetgeving en de autonomie van het Europees rechtssysteem.

Direct effectHet directe effect is eenvoudig te definieren: het betekent dat verdragen of andere vormen van Europese wetgeving directe werking hebben, iedere Europese burger kan zich beroepen op het Europees recht. Zelfs als een EU lid tegen stemt tegen een wet, de wet heeft automatisch werking zo dat de nationale rechtbanken deze wet moeten overnemen.

Voorrang van Europese wetgeving op nationale wetgevingDit principe betekent dat het gemeenschappelijk recht het laatste woord heeft. Als een wet op nationaal niveau botst met de Europese wetgeving, dan overruled de Europese wetgeving de nationale wetgeving.

AutonomiteitDe meeste EU landen kennen verschillen lagen van rechtsniveaus (lokaal, regionaal en nationaal). De lage rechtscolleges zijn zelfstandig en niet afhankelijk van hogere rechtsniveaus. De EC rechtssysteem is onafhankelijk van de lidstaten rechtsstelsels volgens het principe van de autonomie.

Page 7: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

7

De vijf grote instituties De vijf grote Europese instituties zijn:

- De Europese Raad ( de top van Europa)- De raad van de Europese unie (raad van ministers)- De Europese commissie- Het Europese parlement- Hof van Justitie van de Europese Unie.

De Europese centrale bank en gerelateerde instituties zijn evenzeer belangrijk. De raad van de EU, de Europese commissie en het parlement zijn de drie hoofdinstellingen van de EU.

De Europese RaadDe Europese raad bestaat uit de nationale leiders van de lidstaten en is dan ook het hoogste politieke orgaan in de EU. De Europese raad biedt politieke leiding aan de EU als geheel, speciaal aan de Europese commissie. Alle strategische keuzes worden gemaakt door de Europese Raad, soms in samenwerking met de Europese commissie. De Europese raad stippelt weliswaar de koers uit voor het EU-beleid, maar heeft geen wetgevende macht. De beslissingen worden vertaald in wetgeving door de standaard wetgevingsprocedures te volgen.

De raad van de Europese unie (raad van ministers)De Raad van de Europese unie is een belangrijk beslissingsorgaan in de EU. De raad van de Europese Unie is waar de lidstaten direct invloed kunnen uiten. De raad van de EU bestaat uit de ministers van de lidstaten van de verschillende beleidsterreinen (als het over financiën gaat, komen alle ministers van financiën bij elkaar). De raad van de EU heeft geen vaste leden. De raad van de EU is verantwoordelijk voor onderdelen van de eerste pilaar en heeft de volgende machten:

- Onderhandelt met het Europees parlement over EU-wetgeving en stelt deze vast- Coördineert het geheel van economisch beleid van de leden in de context van de monetaire

unie op basis van de richtlijnen van de Europese Raad. - Het goedkeuren van het eindoordeel van internationale overeenkomsten tussen de EU en

andere landen/internationale organisaties (dit deelt ze met het Europees parlement)- Goedkeuren van het EU budget, gezamenlijk met het Europees parlement

Samen met het Europees Parlement vormt de Raad van de EU de wetgevende macht van de EU. De raad maakt beslissingen gerelateerd aan het gemeenschappelijk buitenlandse beleid en veiligheidsbeleid. De beslissingen worden op twee wijzen genomen:

- Bij belangrijke onderwerpen (verandering verdragen, toetreding van nieuwe leden en het opstellen van het meer jaren budgetplan) moet er bij unanimiteit gestemd worden.

- Qualified majority voting (QMV): er wordt bijvoorbeeld met een meerderheid van 60% besloten.

De Europese commissieDe Europese commissie is het uitvoerende orgaan van de EU (regering van de EU). De Europese commissie bestaat uit commissarissen van elk lidstaat (dit zijn geen volksvertegenwoordigers). Ze dienen enkel het beleid uit te voeren. Het is dan ook verboden om instructies van nationale overheden op te volgen, ze opereren onafhankelijk van hun thuisland. De commissarissen worden benoemd om een periode van vijf jaar te dienen (gekozen bij de nationale overheid en aangenomen bij het Europees parlement). De Europese Commissie is verantwoordelijk voor het voorbereiden van nieuwe voorstellen aan de Raad van de EU en parlement (intiatiefrecht). Dit maakt de commissie de poortwachter van de Europese integratie (ze is de drijvende kracht achter diepere of bredere Europese integratie). Daarnaast beheert de commissie het EU-beleid en wijst EU-financiering toe, ziet ze samen met de Hof van justitie toe op de handhaving van de EU-wetgeving en is ze de

Page 8: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

8

spreekbuis van de EU in de wereld. De Europese commissie heeft de meeste voor de hand liggende macht in het mededing beleid (ze beoordeelt of fusies al dan niet door mogen gaan). De commissie wordt indirect gestuurd door de Europese raad, gezien deze de koers uitstippelt. De commissie beslist doorgaans bij een eenvoudige meerderheid, maar wel vaak met consensus omdat de acties goedgekeurd worden door de Raad van de EU en het Europees parlement.

Europees parlementHet parlement treedt op als medewetgever en is samen met de Raad van de EU bevoegd om wetgevingsvoorstellen aan te nemen en te wijzigen en om over de Eu-begroting te besluiten. Het parlement houdt ook toezicht op de werkzaamheden van de Europese commissie en andere EU organen. Het parlement bestaat uit 750 leden en worden direct gekozen door de Europese burgers. Het aantal leden per land is afhankelijk van het aantal inwoners. De leden zijn verenigd in verschillende politieke partijen (fracties). De leden vertegenwoordigen hun lokale kiesdistricten. De voorzitter van het parlement vertegenwoordigt het parlement naar buiten toe en in de betrekking met andere Europese instellingen. De voorzitter ondertekend de begroting van de Europese Unie nadat zij door het parlement is goedgekeurd, waardoor de begroting in werking treedt. Het parlement beslist bij meerderheid (meer dan 50%).

Hof van justitieDe rol van het hof van justitie is het beslechten van geschillen, geschillen tussen lidstaten, tussen de EU en lidstaten, tussen instituties van de EU en tussen individuele EU burgers. Het hof is het hoogste orgaan in de toepassing van de Europese wet, en heeft dan ook veel impact op de Europese integratie. Het hof is gevestigd in Luxembourg, bestaat uit rechters van 1 van elke lidstaat en het acht advocate generale die de rechters helpen bij het onderbouwen van conclusies. Het hof bereikt beslissingen bij eenvoudige meerderheid stemming.

Wetgevend procesDe Europese commissie heeft bijna een monopolypositie in het beslissingsmakingsproces. De meeste EU wetgeving vereist goedkeuring van het Europees Parlement. De Europese commissie stelt een wetsvoorstel op en zend het naar het Europees parlement. Het Europees parlement kan het wetsvoorstel goedkeuren of verbeteren. Als vervolgens de raad het accepteert is het wettig en kan het uitgevoerd worden. Als de Europese raad aanvullingen heeft gaat het terug naar de Commissie en vervolgens weer naar het de Europese raad. Zie onderstaand plaatje voor het verloop:

Page 9: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

9

Een aantal belangrijke feitenEU lidstaten zijn erg verschillend van elkaar. Vandaar dat de feiten belangrijk zijn.

Inwoners en inkomenDe totale populatie van zes landen bevat 70% van de totale EU inwoners.

Page 10: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

10

Het budgetDe EU geeft 130 biljoen euro uit, 270 euro per EU inwoner. De EU geeft het meest geld uit aan de agrarische sector, onder ontwikkelde regio’s en overige zaken (innovatie, administratie etc).

Het meeste voordeel van EU lidmaatschap is de economische integratie. Ter vergelijking de ontvangsten uit EU gelden zijn niet groot. Het budget moet elkaar in evenwicht zijn, de EU heeft geen toegang tot de financiële markten. De opbrengsten van de EU komen van de gelden (contributies) van de lidstaten. Er zijn vier type opbrengsten van de EU:

- Een groot deel van de invoerheffingen op producten van buiten de EU- Een klein percentage van de btw inkomsten van elk land- Een klein percentage van het bruto binnenlandsproduct van de EU leden (grootste

inkomstenbron)- Invoerheffingen op agrarische producten die worden geïmporteerd van niet lidstaten.

Onderwerp BrexitDe geschiedenis van het a.s. referendum is dat het Verenigd Koninkrijk vooral economische belangen in de EU en hecht veel waarde aan soeveraniteit. De Uk wil namelijk weinig regels vanuit de EU opgelegd krijgen. De UK is aan het heronderhandelen over voorwaarden van het lidmaatschap, de EU geeft met onderhandelingen toe aan EU want ze wil de UK wel bij de club houden. Agendapunten van de heronderhandeling zijn:

- inwoners van andere EU-landen die in de UK komen werken, krijgen niet automatisch alle sociale rechten van de Britten. In andere EU landen hebben Europeanen wel toegang tot het sociale zekerheidstelsel, maar andere EU landen kunnen dit ook vanaf 2020 regelen

- Hoewel de UK geen euro gebruikt als betaalmiddel, wil ze wel lid worden van de Eurozone (besluiten van deze Eurozone hebben namelijk wel impact op The city in Londen)

Kosten van een uittreding UK:- de EU is ook voor de UK economisch markt. Als de UK uitreed hebben ze geen positie meer

aan de onderhandelingstafel van de EU met andere landen om verdragen.- Economische grote komt buiten de EU- Wat betekent soevereiniteit in een globaliserende wereld (er zijn in de wereld veel

instituties. De UK kan misschien strenger migratie beleid voeren.- De UK kan uit elkaar vallen, omdat Schotland pro EU is - Een exit duurt lang en is onzeker (juridisch geregel) en wat wordt de nieuwe handelsrelatie

tussen de UK en de EU?

Het is ook wel goed om de UK in de EU te hebben, want je hebt als EU een partij die kritisch is over verdere integratie?

Uitreden betekent dat alle voorwaarden stopt en dat de UK opnieuw moet onderhandelen met de EU. De EU zal zich hier hard in opstellen, om zo te voorkomen dat andere landen ook een exit gaan doen.

Page 11: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

11

Hoofdstuk 3 Decision makingHet grote debat wat voor veel spanning zorg in de EU is hoever de integratie van de EU moet gaan. Zo heeft Britse president grote zorg dat de EU teveel macht heeft. De spanning sinds de centralisering is dan ook de grootste zorg van de EU. De twee vragen waar dit hoofdstuk om heen is gebouwd zijn:

- Welke beslissingen dienen op EU-niveau gemaakt te worden en welke op nationaal of sub nationaal niveau?

- Zijn de beslissingen die op EU-niveau gemaakt worden efficiënt en legitiem ?

3.1 task allocation: EU practice and principlesIn de meeste Europese landen is beleid op drie niveaus ingedeeld (nationaal, provinciaal en lokaal) en EU lidstaten hebben een 4e niveau namelijk de Europese Unie. Hoewel er wel verschil zit in welke mate beleid is gecentraliseerd, is er wel sprake van allocatie (militaire zaken worden op nationaal niveau besloten, maar rijsnelheden op de autowegen worden op lokaal niveau besloten). De vraag die hieruit voortvloeit: Wat is de logica van het allocatie (Verdelen) van taken?

De EU heeft enkel beleidsbevoegdheden op de lidstaten. De lidstaten hebben hun beleidsbevoegdheid overgedragen aan de EU. In EU jargon de taak allocatie, wordt de vraag om ‘competences’ (beleidsdomeinen) genoemd. Beleidsdomeinen waar alleen de EU alleen op kan beslissen, de verantwoordelijkheid tussen de EU en de EU lidstaten ligt en een derde ondersteunde, coördinatie en complementaire beleidsdomein (landen kunnen naast EU Beleid ook eigen beleid voeren). In onderstaande tabel staan de beleidsdomeinen gegroepeerd naar type:

Exclusief op EU niveau

Gedeeltelijk zowel Eu niveau als op nationaal niveau

Ondersteunend, coördinerend of aanvullend

Exclusief als de EU beleid maakt

Non exclusief

Douane-unie Interne markt R&D beleid IndustrieConcurrentiebeleid Sociaal beleid Ruimte beleid CultuurEurozone monetaire beleid

Cohesie beleid Ontwikkeling coöperatie

Toerisme

Gesprekken van marine middelen

Agricultuur en visserij Humanitaire hulp Onderwijs en training

Gemeenschappelijk commercial beleid

Milieu - Burger bescherming en voorkomen rampen

Consumenten bescherming

Administratieve coöperatie

Transport Coördinatie van economisch, werknemers en sociaal beleid

Energie Gemeenschappelijk buitenland, veiligheid en defensiebeleid

Derde Pilar : vrijheid, veiligheid en gerechtigheidPubliek gezondheidsbeleid

Page 12: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

12

Het principe dat subsidiariteit (principe dat een centrale of hogere instantie niet doet wat door lagere instantie gedaan kan worden) streeft twee doelstellingen na: het toestaan van de EU om te acteren als het probleem niet geadresseerd kan worden aan één land en twee het bewaken van nationaal soevereiniteit in die beleidsdomeinen niet effectief op EU niveau is.

3.2 understanding the task allocatie theory of fiscal federelismOm antwoord te kunnen geven op de vraag welke beslissingen op EU niveau en welke op (sub)-nationaal niveau genomen moeten worden, is er een theoretisch kader ontwikkelt met vijf trading -offs (afwegingen):

1) Diversiteit en lokale informatieve voordelen:Mensen hebben tegenwoordig sterk verschillende voorkeuren, met als gevolg dat er inefficiëntie wordt gecreëerd door centraal beslissingen te nemen. Zo is de vraag van mensen op het platteland naar openbaar vervoer anders dan stadmensen. De lokale overheden beschikken over informatie om de voorkeur in te schatten met als gevolg dat sommige beslissingen efficiënter op lokaal niveau gemaakt kunnen worden.

D1: vraag platteland ov, D2: is vraag stad, D avg: aanbod bij nationale beslissing (Teveel voor t platteland, te weinig stad)

Schaalvoordelen

Er zijn veel situaties denkbaar dat er schaalvoordelen optreden wanneer er een gecentraliseerd beleid wordt gevoerd. De marginale kost zal bij een nationaal bedrijf (spoorwegen) lager zijn dan dat een markpartij dit doet.

Toelichting op grafiek: wanneer er een gecentraliseerd beleid is, dan ligt het evenwicht lager (de overheid is bereid tegen een lagere prijs product te kunnen aanbieden)

2) Spillovers (wel of niet op hoger niveau beslissen)Spillovers zijn economische effecten die positief en negatief kunnen zijn. Een positieve spillover is een beleidsvorm dat wanneer er publieke diensten in 1 regio gefaciliteerd zijn dit ook voordelen heeft voor andere regio’s. Vb: De defensie is op landelijk niveau geregeld, wat betekent dat in sommige regio’s militaire instellingen gevestigd zijn ter verdediging van heel het land. Zodat niet elke stad/regio een eigen defensiemacht moet organiseren.

Negatieve spillovers gaan over dat regionaal beleid een negatieve impact heeft op andere regio’s. Als elke stad eigen belastingtarieven zou gaan hanteren, krijg je een “race to the bottum” waarbij de tarieven naar nul gaan (negatief effect). Daarom worden de belasting over toegevoegde waarde op nationaal niveau vastgelegd, al is er binnen de EU landen wel veel verschil hierin. Het bestaan van negatieve spillovers suggereren om beslissingen te nemen op een hoger niveau(welvaartwinstboeken)

Page 13: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

13

3) Democracy as a control mechanismGezien de afwijking van interesse tussen stemmers en beleidsmakers, bijna alle Europese lidstaten hebben een systeem dat de politici en het beleid dicht bij de interesse van de mens staat. Democratie is een sterk mechanisme. Het controle mechanisme is dat om de zoveel jaar mensen kunnen stemmen op hun favoriete beleidsmakers, zodat de partijen hun beloftes kunnen realiseren.

4) Jurisdictional compettionStemmers kunnen invloed uitoefenen in de samenstelling van de overheid op twee manieren: ‘voice’ en ‘exit’. De voice is het stemmen (democratie als controle mechanisme). De ‘exit’ gaat over het verhuizen van burgers naar een andere gemeente wat zorgt voor minder inkomsten voorde gemeente.

3.3 Economic view of decision makingDeze paragraaf gaat antwoord geven op de vraag of het op het EU niveau beslissen wel efficiënt of legitiem is. De vraag is namelijk op welke wijze de EU beslissingen dient te maken. Zodat de EU het vermogen heeft, de macht verdeeld word over de EU lidstaten en dat het legitiem gebeurt. Het Europees parlement stemt bij een eenvoudige meerderheid (50% + 1 stem), maar de Raad van de Europese Unie dient bij gekwalificeerde meerderheid te stemmen.

Verdrag van NiceIn dit verdrag werd vastgelegd bij een stemming waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan er wordt ingestemd:

- Ongeveer 74% van de raad moet instemmen- En deze vertegenwoordigen 50% van de lidstaten- En deze lidstaten vertegenwoordigen 62% van de EU-inwoners.

Het probleem hierbij is dat groot bevolkte landen meer stemmen hebben in de raad.

In het wetgevingsproces spelen de Europese commissie en het Europees Parlement een kritische rol. De commissie stelt een eerste wetgevingsvoorstel op. Als de raad van ministers het goedkeurt zal ook wel door het Europees parlement worden goedgekeurd. De raad van ministers beslist een verdrag bij unanimiteit maar overige onderwerpen worden bij gekwalificeerde meerderheid besloten. Een kwalificeerde meerderheid heeft als gevolg dat er minder opties zijn om meerderheid coalities te vormen.

3.4 The disbritbution of power among EU membersDe budgetverdeling is een maatstaf van macht dat zichtbaar en kwantificeerbaar is. Het jaarlijkse budget wordt goedgekeurd bij de raad van de Europese Unie en het Europees parlement. De raad van de Europese Unie beslist op kwalificeerde meerderheid, terwijl het parlement op basis van een eenvoudige meerderheid (50%). Succesvolle politici antwoorden de verlangen van de burgers. Wanneer het aantal stemmen een maatstaf zijn voor de beslissingsmacht ontstaat er een probleem. In een situatie waar twee landen nodig zijn voor een winnende coalitie, is het ook mogelijk dat deze coalitie een voorstel blokkeert als ze er niet mee eens zijn. Een derde partij heeft zo geen enkele invloed op de uitslag. Wanneer de meerderheidsdrempel wordt verhoogd (in termen van % aantal voorstemmers) neemt het aantal coalities af, maar ook het aantal kritische spelers.

Page 14: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

14

Na het verdrag van Lissabon deden de nieuwe stemmingsregels hun intreden. Het gevolg van de verandering in de regels is dat Duitsland machtiger is geworden en dat de macht van kleine landen is toegenomen, maar de macht van de tussenliggende is licht afgenomen.

De nieuwe criteria voor een meerderheid zijn:- 72% stemmen van de raad van de Europese Unie;- Dit vertegenwoordigd 50% van de lidstaten van de EU;- Dit vertegenwoordigd eveneens 62% van de EU inwoners.

3.5 legitimacy in EU decision makingNergens in de wereld hebben landen hun nationale soevereiniteit overgedragen aan een super rationeel orgaan. Een overweging is het vermogen van de EU, maar ook of d het beslissingsproces van de EU wettig is. Wat is legitiem? dit gaat over wat rechtvaardig is of juist niet?

- Illegitiem is dat alleen grondbezitters besluiten mogen nemen, onrechtvaardig.

Dat burgers gelijke machten hebben is een belangrijk principe om te bepalen of iets wettig is ja de nee. Wie vormen de burgers van de EU? Er zijn hier twee antwoorden mogelijk:

- Landen - Personen

De Eu is een unie van landen, zo elk land is een “burger” en zo ook elke inwoner van dat land dient over evenveel macht te beschikken. Voor het perspectief om de EU als unie van personen te zien, heeft elke burger evenveel macht ongeacht zijn nationaliteit.

Page 15: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

15

Hoofdstuk 4: essential micro-economisch toolsIn dit hoofdstuk worden ‘tools’ uitgelegd om in hoofdstuk 5 de Europese economische integratie toe te lichten. Voordat de tools worden toegelicht, worden de volgende assumpties gemaakt:

- Een individueel bedrijf heeft geen invloed op de marktprijs: perfecte concurrentie. De keuze voor een bepaalde output van een individueel bedrijf heeft dus geen impact op de marktprijs.

- Er is sprake van constante schaalvoordelen (output wijzigt proportioneel evenredig met wijziging productiefactoren)

4.1 preliminaries 1: vraag en aanbod curveDe vraagcurve presenteert de vraag van consumenten naar een bepaald goed tegen een bepaald prijs. Consumenten proberen met hun consumptie het maximale nut realiseren. De marginale nut curve laat de hoeveelheid goederen zien die één consument tegen een prijs wil afnemen (vraagcurve voor 1 consument). De aanbodcurve laat zien hoeveel de producenten bereid zijn te produceren tegen een prijs. Marginale kost curve: de extra kost als één eenheid extra wordt geproduceerd.

De vraag en aanbod curve laten zien hoe veranderingen in de prijs het gedrag van consumenten/producenten beïnvloedt.

Welvaart= consumenten + producenten surplusConsumenten consumeren op dat punt dat het marginaal nut gelijk is aan de prijs. Dit betekent dat de consumeren meer hebben geconsumeerd (in termen van nut) dan dat ze bereid waren om ervoor te betalen (consumentensurplus.) Hoe lager de evenwichtsprijs hoe groter het consumentensurplus. De gemarkeerde driehoek drukt het consumentensurplus uit. Het consumentensurplus ligt altijd onder de vraag curve.

Vraagcurve = marginale nut curve

Producente surplus laat het verschil zien wat de producenten ontvangen (P) en de marginale kosten van een unit. De marginale kostcurve laat zien hoe de producenten welvaart beïnvloed wordt door prijsveranderingen. Het producente surplus is het groen gemarkeerde boven vraagcurve (voordeel), het gebied onder de vraagcurve zijn de marginale kosten.

Aanbodcurve (S) = Marginale kost curve

Het verschil tussen de marginale nutcurve en marginale kost curve is de nettowinst van het land bij een productie van één extra eenheid.

Page 16: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

16

4.2 Prelimaries 2: introductie to open-economy vraag en aanbod analyseImport vraag curveIn het evenwicht tussen vraag en aanbod op de “thuismarkt” is de import uit het buitenland nul.

Maar wat is de import als de prijs lager is dan het evenwicht?Als een land gaat importeren, is de prijs die ze wil betalen maximaal de prijs die ze op de binnenlandse markt dient te betalen (consumenten zijn namelijk niet bereid meer te betalen). Een hoge import prijs impliceert dat de prijs op de markt toeneemt met eenzelfde omvang. Een prijsverandering heeft invloed op de consumptie, productie en import. Bij een prijsverlaging zijn consumenten meer te consumeren dan producenten aanbieden (vraagoverschot/aanbodtekort). Dit betekent dat het verschil tussen de vraag en het aanbod geïmporteerd wordt om aan de vraag te kunnen voldoen. De logica van een extra eenheid import is een combinatie van een hogere consumptie en een lage binnenlandse productie, dit leidt tot een combinatie van hoger nut en lagere kosten. De import vraag curve laat de hoogte van deze combinatie zien. De prijs die een importeur aan de grens moet betalen om de goederen invoeren (border price) geeft een indicatie van de marginale voordelen van het importeren.

De export aanbod curveEvenals bij de import curve is in het evenwicht tussen de buitenlandse vraag en aanbodcurve de export gelijk aan nul.

Maar hoe hoog is de export voor een willekeurige prijs?Buitenlandse firma’s produceren voor hun binnenlandse markt, maar als daar een vraagoverschot/aanbodtekort is kijkt men naar het buiteland. Het thuisland kan haar overschot van eenheden exporteren naar de buitenlandse markt om aan dit vraagoverschot/aanbodtekort te kunnen voldoen. In deze setting bepaald de exporterende markt de prijs in het buitenland.

Het belangrijkste van de import aanbodcurve en importvraagcurve is dat het toestaat om een evenwichtsprijs en de kwaliteit van de importgoederen te vinden.

Evenwichtsprijs kan gevonden door de import vraag en aanbodcurve in een grafiek te combineren. De import is datgene wat in het gebied tot aan de evenwichtsprijs valt (daarna wordt import te duur).

Page 17: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

17

Z: productie binnenland C: consumptie binnenland.

4.3 MFN Tariff Analysis Om de handel situatie verder te analyseren dient de impact van handelstarieven geanalyseerd te worden in de vraag/aanbod analyse. De invoering van een handelstarief creëert een verschil tussen wat de buitenlandse producent ontvangt (border price) en wat de binnenlandse consument betaald (domestic price). Dit verschil gaat naar de lokale overheid. De invoering van een handelstarief heeft de volgende gevolgen:

- De prijs van binnenlandse organisaties en consumenten stijgt als er geïmporteerd wordt.- De border price (prijs aan grens die betaald wordt aan het buitenland) die de verkopende

producent ontvangt neemt af met T.- De binnenlandse import hoeveelheid daalt - Binnenlandse productie stijgt (door prijsstijging zijn producenten meer bereid te produceren)- Binnenlandse consumptie daalt (door prijsstijging zijn consumenten minder bereid te

consumeren)

Welvaarteffecten van handelstariefWanneer een handelstarief de binnenlandse prijs stijgt naar (P’) en de border price daalt (P’-T) verliezen binnenlandse consumenten A, binnenlandse producenten verliezen B en de lokale overheid ontvangt belasting over het gebied A+B. Het netto welvaart effect voor de binnenlandse markt is: -A+A+B-C = B-C. Dit effect is afhankelijk van de omvang van het tarief.

De invoering van een handelstarief heeft de gevolgen voor de welvaart:- Het tarief vermindert de buitenlandse welvaart (ze ontvangen minder aan de grens tegen

minder hoeveelheden)- Het tarief creëert winnaars (binnenlandse producenten) en verliezers (consumenten). De

consumenten verliezen meer dan de producenten winnen (welvaartsverlies)- Het netto welvaartseffect kan positief/negatief, de hellingen van MD en MS zijn afhankelijk

van het tarief- De globale impact van het tarief (binnenlandse welvaart + buitenlands welvaart) is negatief.

Tarieven als een manier om “buitenlanders” te belasten Het producenten surplus en consumentensurplus hebben allebei op hun eigen manier invloed op de welvaart op de binnenlandse markt.

(1) Producenten surplus: het ‘border price effect’, het voordeel om minder te betalen voor importDe gedachte dat het verhoogde tarief ten koste gaat van de winst van de producenten is fout. De tariefinvoering, wordt via prijsverhoging aan de consument doorberekend.

(2)Consumentensurplus: het handels hoeveelheid effect, de impact van lagere importDe MD curve laat het marginale nut van de binnenlandse markt ten gevolge van import zien. Te zien is dat het consumentensurplus afneemt ten gevolge van de import.

(3) compensatie welvaartsverliesAls gevolg van het tarief stijgt de binnenlandse welvaart alleen in een situatie waarin de opbrengsten van de handelstarieven door de lokale overheden worden geïnvesteerd in de binnenlandse economie. Op deze manier kan het welvaartsverlies ten gevolge van de tarieven gecompenseerd worden.

Page 18: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

18

4.4 Typologie voor handel barrièresHandelstarieven is een vorm van handelsbarrières dat de Europees integratie belemmerde. Er zijn drie categorieën handelsbarrière te onderscheiden:

DCR barrièresDit zijn barrières waarbij het “thuisland” de handels opbrengsten krijgt ten gevolge van handel met “buitenland”. De bekendste vorm van deze barrière zijn handelstarieven, maar ook vormen van quota’s (limiet van hoeveelheden dat geïmporteerd kan worden per jaar).

FCR barrières Een voorbeeld van FCR barriere is de invoering van een anti-dumping tarief (minimumprijsafspraak). Ten gevolge van dit invoering van een anti-dumping tarief is dat de welvaart op de binnenlandse markt schaad, omdat consumenten niet tegen deze dumping prijs.

Frictional barrières (Technische barrières)Een andere vorm van barrière is dat goederen in de binnenlandse markt aan technische restricties moeten voldoen. Dit had als effect dat buitenlandse goederen aan deze strenge eisen diende te voldoen.

Onderwerp van artikelen:

Page 19: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

19

Hoofdstuk 5: the essential economics of preferential liberalizationIn dit hoofdstuk wordt een analyse gegeven van de belangrijkste economische aspecten die de voorkeur genieten bij liberaliseren. Twee assumpties zijn dat er volmaakte concurrentie is en dat er geen toenemende opbrengsten zijn.

5.1 Analysis of unilateral discriminatory liberalizationHet eerste onderdeel om te analyseren is de eenzijdige vorm van liberalisatie. Dit betekent dat er onderzocht wat er gebeurt als een land voor een handelspartner in het buitenland de handels import tarieven verwijdert. Er zijn drie effecten ten gevolge van deze verwijdering:

- Smiths zekerheid (Adam Smith)In een wereld waar twee producenten uit twee verschillende lande concurreren in een derde land (Home). Home hanteert zelfde tarieven voor Partner and ROW. Home verwijdert de tarieven voor de partner maar niet voor ROW. Home consumenten willen lagere prijzen zien, exporteurs uit partner willen meer ontvangen. De hogere border price stimuleert de partners om meer te verkopen aan home.

- Landen die uitgesloten werden van voorrechten, verliezen (‘Haberler’s spillover’)Blijvend bij het voorbeeld van hierboven, de organisaties uit ROW moeten een lagere prijs accepteren voor de export omdat de Partner voordeel heeft. De export van ROW neemt hiermee af. Het afschaffen van tarieven voor de partner(Smith zekerheid), benadeeld de positie van ROW (‘Habeler’s spillover’).

- Viner’s dubbelzinnigheidJacob viner beweerde dat het wegwerken van handelsbarrières de welvaart zowel positief als negatief kan beinvloeden. Enerzijds stijgt de welvaart wel door de lagere prijs (trade creation), anderzijds dalen de tariefopbrengsten die een negatief effect hebben op de welvaart.

The RTA (regional trade arregement) diagramOm de economische principes van bevoorrechte liberalisatie te begrijpen dienen de grafieken aangepast worden in de analyse van (Home, partner en Rest of the world)

Vrije handels evenwichtWe willen de evenwicht hoeveelheid en prijs bepalen wanneer home geen tarief opgelegd. De binnenlandse vraag is minder stijl dan dat van het buitenland. De evenwichtsprijs die de ROW ontvangt dient gecorrigeerd te worden met de tarief kosten. De prijs P’ is de prijs die de ROW netto ontvangt die gelijk is aan het evenwichtsprijs. De import (M) is de som van aanbod ROW en Partner.

Page 20: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

20

Page 21: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

21

MFN tarief met twee import leveranciersIn het voorgaande heeft er een prijs discriminatie plaatsgevonden, nu analyseren we een situatie waarin Home een tarief hanteert voor de Partner en ROW.

Het tarief heeft voor de aanbod curve effect dat deze evenwijdig naar boven verschuift met de hoogte van het tarief. De binnenlandse prijs wordt p’ .De border prijs is P’-T.

De binnenlandse prijs veranderd en het conflict met border price veranderingen Ten gevolge van prijsdiscriminatie daalt op de binnenlandse markt de evenwichtsprijs. Immers organisaties uit Partner land kunnen zonder tarief verkopen. Dit heeft effect op de organisaties uit ROW, want ze zien hun borderprijs dalen (P”-T0) en de organisaties uit Partner kunnen meer vragen.

Supply switchingDe combinatie van hogere verkopen voor Partner en lagere verkopen van ROW staat bekend als supply switching. Het Home land importeert meer van leveranciers wie voordeel hebben van geen handelstarief dan van de organisaties die wel dienen af te staan voor het handelstarief.

Samengevat zijn de prijs en hoeveelheidseffecten:- De Home binnenlandse prijs daalt van P’ naar P”- De border price daalt van P’-T naar P”-T voor de Row imports- De border prce stijgt form P’-T naar P” voor Partner imports.- RoW export daalt- Partner export stijgt- Totaal Home import stijgt van M’ naar M”.

Welvaart effecten voor Home, Partner en ROw De welvaarteffecten voor het buitenland zijn duidelijk te verklaren vanuit de prijs en hoeveelheidseffecten. Organisaties uit Partner ervaren een positief border price effect en een positief effect op de hoeveelheid (het gebied D). Organisaties uit E ontvangen lagere prijzen en verkopen minder (het gebied in E). Voor Home is het netto welvaartseffect de som van consumentensurplus (A)+ tarief opbrengsten (B) –het verschil tussen P’’- P’-T (verlies ten gevolge van stijgende prijzen van partner is gebied C). Gebied A laat de extra import in extra hoeveelheden zien.

Samengevat zijn de welvaart effecten:- Partner winst gebied D (Smit’s certitude)- RoW loses area E ( Haberlers spillover)- Home’s welvaart kan zowel positief als negatief veranderen (viner’S dubbelzinnigheid)

Page 22: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

22

5.2 Analysis of a custom unionCustom unie: een vrijhandelsverdrag met een gemeenschappelijk extern handelstarief.

Om het simpel te houden kunnen we kijken naar de formatie of a CU tussen home en partner, met de assumptie dat de drie landen dezelfde tarieven hanteren op import en hetzelfde handelspatroon hebben.

De CU elimineert het handelstarief tussen Home en Partner, en ze hanteren een zelfde tarief ten aanzien van RoW.

Het effect dat Home zijn tarief ten aanzien van Partner elimineert is het zelfde als het effect wat ontstaat ten gevolge van dat de Partner het tarief ten aanzien van Home wegneemt. Voor RoW verandert er niks aan zijn binnenlandse prijzen, maar ze ontvangt minder als border price voor de export naar Partner.

Home export naar Partner stijgt van Xf’ naar Xf”

ROws export daalt

Welvaart effectenHet welvaart effect voor Home en Partner zijn identiek. Het home land verliest haar tariefopbrengsten (C1+C2) van de import afkomstig van Partner.C1 = hoeveel er wordt betaald aan partner voor de import. C2 impliceert de kosten van supply switching die niet gecompenseerd worden door de export (dit gaat ten koste van de welvaart).

De netto welvaart van de CU is meer positief (minder negatief) dan de welvaart bij eenzijdige discriminatie in de liberalisatie met de Partner. Het verlies van ROw is twee keer zo groot als voorheen, omdat ze verliest heeft tegenover Home (good 1) maar ook tegenover Partner (Good 2).

Generaliserende evenwichtseffecten:RoW ervaart een vermindering in de exportopbrengsten, maar heeft niet haar import waarde gereduceerd naar Home and Partner. In de werkelijke wereld is er sprake van een reële depreciatie van zijn valuta: RoW export wordt goedkoper voor Home and partner, en import van Row wordt duurder. Dit heeft een positief welvaartseffect voor Home en partner (ontvangen meer en betalen minder). Dit is wel een verder negatief voor welvaart van RoW.

Page 23: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

23

Custom unions versus free trade agreementsFree trade agreement: tussen de leden vrij van handelstareiven, en naar geen leden toe mag ieder lid een eigen handels tarrief rekenen.

Verschil custom union en free trade agreement: de handhaving van een gemeenschappelijk tarief naar leden die niet deel uit maken van het bondgenootschap.

Wel gemeenschappelijk tarief: custom union Geen gemeenschappelijk tarief: free trade agreement

Stopping tarief valspelen: afbuiging handel en regels van origineWanneer twee landen, binnen een free trade agreement, verschillende tarieven hanteren voor import uit het buitenland, is het voor import organisaties aantrekkelijk om via het land te importeren waar het tarief het laagst is en dan het te transporteren naar hun oorspronkelijke land. Het probleem wat hiermee optreed zijn de regels van origine: waar is het product gemaakt?(door huidige globaliserende markt is dat moeilijk te bepalen).

De kosten van rules of orgineDe EU basis regel van oorpsrong dat een bepaald percentage van products toegevoegde waarde moet uitgevoerd zijn in de exporterende land.

Vb: een Zwitserse bedrijf exporteert pc naar duitsland, maar importeert uit Azie. De Zwitser kan alleen het zero-tarief hanteren met Duitsland als de final price van het goed meer dan 50%^van de importwaarde uit Azië bedraagt.

Het voornaamste probleem is dat het moeilijk en duur is om te beheren vooral omdat de wereld steeds meer geïntegreerd raakt. Een ander probleem is dat non-expert niet kunnen beoordelen waar de goederen van afkomstig zijn

In de wereld krijgt de free trade agreements de voorkeur boven een custom unie. De reden is eenvoudig het tijd kost om als unie een gemeenschappelijk tarrief te hanteren. In de eu heeft de Europese commissie de macht om tarieven naar derde landen te hanteren. Oplossing hiervoor kan zijn:

- Een handelsblok vormen waarmee o.b.v free trade agreement- Het dominanste lid van de CU laten beslissen over de tarieven.

5.3 frictional barries: the 1992 programmaFrictionale handelsbarrières zijn barrières die niet de opbrengsten verhogen ( technische barriers). De situatie is als volgt: Home en Partner onderling hun frictional barrière ten aanzien van elkaar wegnemen maar de barrière ten aanzien van RoW behouden. Ten gevolge hiervan verandert alleen de border prijs. De import grens is hoger (buitenlandse producenten moeten investeringen doen om aan de voorwaarde voldoen) dan de export prijs (in het buitenland zijn de technische specifieke onderdlene niet vereist). De prijsgevolgen zijn:

- Lagere Home binnenlnadse prijs van P’ naar P’’- Lagere Home’s border price from P’ naar P’’- Toename van ontvangsten exporteur Partner P”-T to P”- Lager prijs ontvangsten exporteur RoW van P’-T naar P”-T

Hoeveelheidseffecten: Home import neemt toe van M’ naar M”

Page 24: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

24

Partner export neemt toe van Xp’ naar Xp” ROw export neemt af van Xr” naar Xr”

Het netto welvaartseffect voor Home is hetzelfde als voor Partner : A+D+F. Alleen RoW verliest . 5.5 deep regionalism, the Eurozone and soft preferecense

Handelseffecten van de EuroHet gevolg van een gemeenschappelijke munt is dat dit kostend besparend is voor organisaties ( geen twee bankrekening aanhouden, geen rekening te houden met wisselkoersen).Ook voor het buitenland bied de euro voordelen, zo is het makelijker om handel te drijven met en in eu landen (je hoeft niet in de verschillende landen aparte rekeningen aan te houden omwille van andere valuta’s )

Handels effecten Pollitiek beleid kan zachte bevoorrechte en harde (analyseert in 5.1 )bevoorrechte barrières hanteren. Zachte bevoorrechte: twee landen (EU en VS) bepalen onderling één productstandaard om zo de toegangskosten tot elkaars te doen afnemen. Landen die niet lid zijn van dit blok hebben maar een beperkt voordeel in de toegang tot de markt (ze hoeveel immers niet voor alle landen afzonderlijk producten aan te passen, anderzijds ze moeten het wel aanpassen)

5.6 WTO rulesHet wereld handels systeem beheerst een set van regels van de Wereld handels organisatie (WTO). Meest belangrijke principe is dat en geen discriminitatie plaats vind in het handelsbeleid. De CU en de free trade agreements gaan hiermee in strijd.

Page 25: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

25

Hoofdstuk 9 The common agricultural policyHet gemeenschap agrarisch beid (CAP) is een beleid dat gericht is om de inkomens van landbouwers doen toenemen in de EU. Het gemeenschappelijk beleid leidt tot veel ruzies tussen EU lidstaten en tussen de EU en niet-lidstaten.

Het CAP is in 1962 opgericht met als doel een rechtdoorzee beleid te hanteren om de prijzen stabiel en hoog te houden. In die tijd was de agrarische sector een belangrijke sector voor werkgelegenheid en het bruto binnenlands product. Op dit moment neemt de agrarische sector een minder grote rol in de economie. De technische ontwikkelingen in de agrarische sector hadden als gevolg dat de situatie veranderde naar een situatie waar Europese organisatie als exporteur optreden. De hervorming van het beleid zorgen ervoor dat de uitbetalingen (ter compensatie) niet gebonden werd aan voedselproductie maar gebonden werd aan sociale wenselijke doelstellingen (zoals dieren welzijn en plattelandsontwikkeling). Het agrarische beleid is een politiek gevoelig onderwerp voor de lidstaten, waardoor de hervorming heel langzaam gaat. Vandaag de dag worden er nog aanpassingen gedaan aan het beleid. Het technische proces gecombineerd met het gegeven dat de voedselconsumptie niet veel toeneemt, heeft als gevolg dat de cijfers in de sector gestaag dalen.

9.1 the old simple logic: price supportsHet eerste beginsel is dat landbouwers een minimumprijs ontvangen voor haar output door een prijs vloer(minimumprijs) te introduceren. De prijs werd zo 50%-100% hoger dan de wereldprijs. Hoe kan de overheid een prijs afdwingen?

- Het introduceren van een prijs en het verbieden om voor minder te verkopen.- De Cap koos voor een marktinterventies ( CAP belooft landbouwers voedsel op te kopen als

er een overschot, zodat de marktprijs nooit onder de drempel kan zijn)

Basic price-floor diagram for a net importerDe invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. In bijgaande grafiek is te zien dat de invoering van een minimumprijs (T) effect het aanbod toeneemt (supply) en dat consumenten minder consumeren. Met vrije handel zien de consumenten dat prijs Pw+T en als de producenten een subsidie ontvangen willen ze produceren tegen PW+T. de overheid ontvangt de belasting ten hoogte van B.

Het consumentensurplus neemt toe met A+C1+B+C2, bij een lagere prijs. De directe uitbetaling om het noodzakelijke verlies van de landbouwers te compenseren is A +C1+B. Het producente surplus is gelijk aan het gebied A.

Het overgrote deel van de landbouwers (ong 70% bewerkt 7% van de landbouwgrond, 3% van de landbouwers bewerkt op 50% van het

Page 26: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

26

land) de macht ligt dus bij de beperkte grote bedrijven. Veel boeren zijn zelf niet eigenaar van de grond, het eigenaarschap ligt bij derden.

De klein-versus grote analyse is van belang voor de prijsvorming van goederen. Kleine landbouwers kunnen niet zo efficiënt produceren als de grote commerciële landbouwbedrijven dat doen. De wereldmarkt prijs is Pw en laat zien dat alleen de grote bedrijven in dat punt produceren, de kleine bedrijven produceren niets als de verkoopprijs onder de marginale cost prijs ligt. Bij de prijs Pw+T produceren beide bedrijven, de Totaal supply curve is de totaal Zsmall+Z big. De knik in de curve ontstaat door de optelling van de Zsmall. De invoering van een prijsvloer geeft in verhouding de grote producenten meer voordeel, want ze kunnen tegen een lage prijs produceren maar krijgen het verschil met de minimum prijs vergoed. Het producente surplus (voordeel van de boeren), is bij de kleine bedrijven vele male kleiner dan bij de grote bedrijven. De prijs vloer helpt alle boeren, maar het meest de grote boeren. Deze oneerlijke verdeling is het kritiekpunt van de minimumprijzen.

Kortom de distributie consequenties van het gebruik van prijsvloer ondersteund de EU farm sector naar een regressieve sector:

- De voordelen van de prijsondersteuning gaan hoofdzakelijk naar de EU grootste landbouw organisaties, omdat zij meer en efficiënter kunnen produceren.

- De prijs vloer wordt betaald door de consument met als gevolg dat voedselconsumptie voor arme gezinnen een groter aandeel in hun budget neemt dan dat het geval is voor rijkere families. De prijsvloer werkt zo als een regressieve consumptie belasting.

9.2 Changed circumstances and CAP problemsHet prijsvloer systeem werd geïntroduceerd als een politieke droom: producenten en consumenten waren gelukkig en het programma werd gefinancierd door zichzelf. Het prijsvloer systeem had nog meer voordelen:

- De prijsvloer gegarandeerde hogere en stabielere prijzen voor de produceneten.- De enorme groei in de jaren 60 werd in de richting van de industrie en steden ingezet, zo de

toename van de inkomens van landbouwers bevorderde de sociale cohesie.- Voedels productie nam toe en stabiliseerde, dit was belangrijke doelstelling gezien de EU uit

de tweede wereldoorlog kwam (met hongersnood etc).- De variabele tarieven genereerde opbrengsten voor he EU budget.

Page 27: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

27

De groene revolutieDe na-oorlogse periode stond in het teken om de agrarische sector te ontwikkelen er ontstond dan ook een agrochemische industrie. De introductie van oogstmachines zorgde ervoor dat er minder arbeidskrachten hoefden ingezet te worden. De chemische, energie en machine intensivering wordt de groene revolutie genoemd. De grote organisaties maakte de switch naar deze intensieve landbouw technieken, met als gevolg dat de productie sterk groeide. Deze groei was zo sterk dat de EU veranderde van een importeur naar een netto voedsel exporteur. Deze toename werd als een supply probleem gezien, omdat de EU prijzen velen malen hoger ligt dan de wereldmarktprijs.

Negatieve consequenties van het supply problemDe combinatie van hoge gefixeerde prijzen en de snel veranderde tehcnische ontwikkelingen zorgde voor een cascade van problemen dat triggerde om de CAP te hervormen. Ten gevolge van de technische ontwikkeling verschuift de aanbod curve naar rechts.

Budgettair probleem:Sinds dat de EU niet langer een importeur was, kan de prijsvloer ook niet gehandhaafd worden met een variabel tarief. De CAP diende direct overschotten tegen de minimumprijs op te kopen (Z’-C). Zo veranderde de CAP in een geld verdiende organisatie naar een geld uitgevende organisatie. Eind jaren 70 koste het CAP meer dan het aandeel in het EU budget.

Het bezit probleem: graan, rundvlees en bergen boterDe productieoverschotten werden gezien als een tijdelijk probleem. De overschotten werden opgeslagen in de hoop dat de consumptie in het volgende seizoen de productie zou overtreffen. De opslag van de overschotten werd als buffervoorraad gezien, maar de werkelijkheid was anders. De hoge en stabiele prijzen samen met de stabiele technische ontwikkelingen maakte het investeren in de agrarische sector aantrekkelijk. De aanbod curve verschuif steeds naar rechts, met als gevolg dat de EU er toe verplicht werd om de overschotten op te kopen. Het meeste voedsel wat opgeslagen verrotten dit zorgde voor negatieve publieke reactie op het beleid. De EU werd zo nogmaals geconfronteerd met het beleid (gezien ze al werden geconfronteerd met de kosten). Om het budget te reduceren verkocht de EU de overschotten tegen gesubsidieerde prijzen als bijvoorbeeld dierenvoedsel. Dit principe werd dumping genoemd, waarbij de buitenlandse markt de hoofdbestemming was. De gesubsidieerde prijzen kunnen gezien worden als negatieve tarieven.De kosten staan in de grafiek gemarkeerd in het gebied dcfe.

Page 28: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

28

Dumping en internationale bezwarenHet verkopen van de EU overschotten in het buitenland tegen een lage prijs zorgde voor een buitenlands handels probleem. De Wereldhandelsorganisatie heeft regels die het verbieden om geproduceerde goederen de dumpen, vooral als de export gedreven wordt door export subsidies. Echter stond er in deze regels niks over restricties van agrarisch voedsel. De EU dumping gebeurde tegen ver onder de wereldprijs. Dit is gunstig voor importeurs maar slecht voor exporteurs (ze kunnen immers eigenlijk meer ontvangen). Als de EU voedsel overschotten toenemen, schaad dit de landbouwers in de non-lidstaten. Veel landen leggen sommige vormen van handels bescherming op, maar de CAP schaadde zo de wereldmarkt aangezien ze geen rekening hield met de realiteit van de rest van de wereld. De subsidiëring van voedsel om te exporteren was meer ongebruikelijk.

Landbouwers inkomen probleemDoor de groene evolutie nam de werkgelegenheid in de agrarische sector sterk af. Het CAP programma faalde om de landbouwers te belonen in lijn met het inkomen van de gemiddelde EU-inwoner. Het inkomen van de landbouwers was gemiddeld 40% lager dan dat van een gemiddelde Europeaan. Dit maakte de agrarische minder attractief, met als gevolg dat veel landbouwers de sector hebben verlaten.

Ongelijkheid over de landbouwers omvangDe grote-klein verdeling werd uitvergroot bij de groene revolutie. De grote landbouwers innoveerde veel meer zodat zij nog meer konden produceren dan de kleine landbouwers. Dit verergerde de ongelijke verdeling van het CAP uitbetaling. Voor startende landbouwers helpt het CAP steunprogramma niet echt. Het overgrote deel van de uitbetalingen gaat hoofdzakelijk naar het beperkte aantal grote organisaties (80 % van de landbouwers ontvangt 15% van de uitbetalingen!!)

Industrialisatie van de agrarische sector: verontreiniging en dierenwelzijnDe industrialisatie van de agrarische sector ten gevolge van de “groene revolutie” heeft een negatieve impact op de milieuzaken en dierenwelzijn. Het CAP schaad milieuzaken door het landbouwers te stimuleren om meer mest te gebruiken en meer koeien te laten grazen op elke hectare land. Deze teelt verstoord de bodem structuur.

Dierenwelzijn en “factory farming”De ontwikkeling van de agrarische sector zorgde dat er meer efficiënt mogelijk dierenproducten geproduceerd werden. Dit betekent dat de het geproduceerde vlees tegen de laagst mogelijke kost gerealiseerd moest worden (meer gebruik van antibiotica om de gezondheid van dieren te beheersen). Dieren worden meer als input middel gezien, en er wordt zo minder naar het welzijn gekeken.

Bezorgdheid van ontwikkelingslandenHet dumpen van producen als suiker en katoen schaad de economie van ontwikkelingslanden. Landbouwers uit ontwikkelingslanden kunnen namelijk producten niet aanbieden tegen zo lage prijs, terwijl ze wel afhankelijk zijn van de export.

Page 29: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

29

9.3 the simple economic logica van de nieuwe CAPDe EU heeft een transactie gemaakt naar een nieuwe CAP beleid. Drie elementen van het nieuwe systeem zijn:

- Steun prijzen die onder de wereldprijs liggen- Landbouwers worden gecompenseerd voor de lagere prijs met ontkoppelde directe

betalingen- Een nieuw link van uitbetaling naar sociale schade zoals milieuzaken, dierenwelzijn en

landschapsontwikkeling

De logica van “price cuts”Overproductie was op zijn beurt te wijten dat de EU prijs boven de wereld prijs is. De eerste oplossing was prijs steun te geven zodat de EU landbouwers ook tegen of onder de wereldmarktprijs konden verkopen of langzaam de prijsvloer te elimineren. De lagere prijs zorgt dat het consumenten surplus toeneemt met A+B, maar het producenten surplus is lager met a+B+C, maar toevoegend de kosten van het negatieve tarief worden geëlimineerd met b+C+D. Het totale welvaartseffect: (A+B)- (B+C+D)+(B+C+D)= B+D. hoewel het elimineren of afbouwen van de prijsvloer een positief welvaartseffect was het politiek niet uitvoerbaar. De EU farm lobby oefent daarmee een sterke invloed uit op het CAP beleid.

Price cuts compensated by ‘decoupled direct payments’de politieke oplossing was de landbouwers te vergoeden (omkopen) waarbij ze instemmen dat de CAP hervormt kon worden. De vergoedingen werden niet gekoppeld aan het outputniveau van voedsel. De price cut werd de consumentenbelasting afgeschaft en vervangt de productie gelinkte subsidie door de ontkoppelde vergoeding. Het gevolg hiervan is dat dat de prijs voor consumenten en producenten lager werd dan de oude prijsvloer en de wereldprijs. De compensatie voor de producenten staat gelijk aan de afname van het producente surplus (A+B+C)

Linking direct payments to environmental and animal welfare goalsDe meeste Europeanen waren het overeen dat de overgang compensatie was bestemd voor de landbouwers. Begin jaren 2000 werd duidelijk dat dat compensatie meer een ongerechtvaardigde vergoeding was. Ten eerste ging veel geld naar de grondeigenaren die niet de landbouwers zijn, ten tweede veel geld ging naar partijen in oost- Europa partijen die zelfs nooit ervaring hadden in de oorspronkelijke situatie. De partijen uit oost Europa werden zo gecompenseerd voor iets wat ze niet hebben geleden. De politieke oplossing was om de betalingen te koppelen aan bescherming van milieuzaken, het promoten van dieren welzijn en het aanmoedigen van landschapsontwikkeling.

9.4 CAP reformDe CAP uitgave namen een klein aan deel in het budget van de EU. Nieuwe lidstaten stonden onwillig tegen het feit dat hun nationale contributie stroomde als subsidie naar de productie van de rijke Noor-Europeanen. Ze wilden liever dat het geld besteed werd aan structurele problemen in arme regionen. De Europese leider leiden geleidelijk het CAP van het oude principe naar de nieuwe logica.

Page 30: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

30

Ad hoc supply control pogingenDe EU reactie op het surplus om hiermee om te gaan zonder fundamenteel de prijsvloer systeem te veranderen. De transitie van de CAP werd zo een zeer complex proces. Het CAP’s aandeel in het budget begon af te nemen, gezien de politiek de noodzaak zag om meer van het EU budget te spenderen aan arme lidstaten.

The MacSharry hervormingenDe hervormingen werd gedreven door druk van handelspartners die hun export geruïneerd zagen door de subsidies. Het probleem kwam onder de aandacht tijdens wereld handel vergaderingen toen de EU weigerde om gefaseerde de export subsidies af te schappen en de agrarische markten open te ma ken. Dit resulteerde in een pakket van hervormingen. Er zijn in hoofdlijnen drie CAP hervormingen. Het eerste resultaat was dat de CAP gereed werd gemaakt voor de uitbreiding voor Oost-Europa en voor een dalend budget aandeel.

The 2003 CAP reform and 2008 Healt Check Ontwikkelingslanden waren onwillig tegenover nieuwe onderhandelingen van de WTO, ze waren enkel overtuigd als de EU-lidstaten en andere rijke landen beloofden de agrarische markt te liberaliseren. Na lange tijd werden er een serie sector-specifieke hervormingen ingevoerd. In 2008, de EU voerde de hervorming verder door, met de naam Healt Check. Deze overeenkomst pushte de markt liberalisatie van de CAP een stap verder maar ondervond veel weerstand van uit bepaalde sectoren.

9.5 today’s CAPVandaag de dag bestaat CAP uit twee pillaren. De eerste pilaar zorgt voor de directe uitbetalingen en de kosten van de overgebleven steun. De tweede pilaar heet landschapsontwikkeling. De precieze implementatie van beide pilaren is gedelegeerd aan de ministeries van landbouw van de lidstaten.

CAP’S eerste pilaar: directe uitbetalingen en markt interventiesHet nieuwe systeem heeft als doel om een gelijke verdeling over de lidstaten en over de landbouwers binnen de lidstaten. Dit betekent dat de compensatie oprecht eerlijk zijn tussen lidstaten maar ook binnen de lidstaten. Lidstaten hanteren een model om uit te betalen per hectare dit gaat van start in 2019. Een andere innovatie is dat directe uitbetalingen duidelijker gekoppeld worden aan doelstellingen van milieuzaken.

Caps tweede pilaar: landschap ontwikkeling De CAPS hervormingen verschuiving van geld van de directe uitbetalingen naar de uitbetalingen van landschapsontwikkelingen. De CAP 2014-2020 programma vereist van lidstaten dat ze een derde uitgeven van geld aan landschapsmanagement en plannen gelinkt aan klimaatverandering.

9.6 maatregelen problemenEr zijn nog een aantal problemen aanwezig binnen het CAP-programma. Zo zorgt het volledig ontkoppelen van de compensatie van het outputniveau ervoor dat het een subsidie wordt voor de grondeigenaar. Gezien er in Europa veel landbouwgrond niet in bezit is van de landbouwers maar juist van de rijke grondeigenaren mist het zijn bestemming. Gezien er hier uit de media veel weerstand op ontstond, heeft de EU besloten meer transparant te zijn over de ontvangers van het geld. Een ander probleem is dat het meeste van het geld niet eindigt bij de landbouwers. Het meeste geld gaat naar de grondeigenaren en de toeleveranciers van de landbouwers.

Page 31: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

31

Hoofdstuk 10 location effects, economic geography and regional policyBij start van de Europese economische integratie begin jaren ’50 was het landelijk Europa erg arm. Dit hoofdstuk kijkt naar de feiten, theorie en politiek van de Europese integratie in link met de locatie van de economische activiteit in Europa.

10. Europa economisch grafisch: de feitenHet regionale inkomen in Europa kenmerkt zich met een vast patroon. De rijke regio’s liggen vlak bij elkaar en vormen de kern van de EU economie. De armen regio’s liggen bij voorkeur in het landelijk gebied. Het economische hart van Europa ligt in de Benelux, West Duitsland en het noordoosten van Frankrijk.

Waarom is de omtrek van belang?Inkomen van burgers die leven in de landelijke omgeving is lager dan het gemiddelde. Hiervoor zijn verschillende redenen:

- De inkomens van de regio’s van de laatste 12 nieuwe lidstaten is sterk onder het gemiddelde van de bestaande lidstaten. De verschillen zijn erg sterk.

- De noordelijke uiterste van de Eu hebben een erg laag inkomen als ze niet enorme inkomsten en speciale programma’s hadden ondertekend door Zweden en Finland. De grote spreiding van ongelijkheid is een sociaal probleem, maar het is ook een probleem vanuit politiek perspectief. De verschillen bevorderen namelijk geschillen die de Europese coöperatie en integratie kunnen hinderen. De nadelen van de arme regio’s rijkt verder dan alleen een laag inkomen, want in deze regio’s is er hoge jeugd werkloosheid, hoge lange termijn werkloosheid en zijn de investeringen het onderwijs van een lager niveau.

Evolutie over tijd: smallere nationale verschillen, wijdere regionale verschillenHoewel de ongelijkheid van inkomen tussen de inkomens van de lidstaten hoog is, het verschil is niet groter geworden. Daarin tegen is de ongelijk tussen regio’s binnen een lidstaten wel toegenomen. Zo zijn de economische activiteiten meer geconcentreerd in regio’s, met als gevolg dat de activiteit in andere regio’s afneemt. De Europese integratie heeft de clustering van productie bij sector aangemoedigd, met als gevolg dat de industriële structuur in een land veranderd is. De meeste Europese landen hebben zich steeds meer gespecialiseerd in een sector.

10.2 Theorie deel 1: Comparatieve voordelen (natuurlijke verschillen)Dat de Europese integratie en de locatie van de economische met elkaar verbonden zijn, verklaren we door te focussen op twee elementen:

- coöperatieve voordelen door specialisatie op internationaal niveau (specialization) - op sub nationaal niveau concentreert de industrie zich steeds meer (agglomomeration)

comparatief voordeel en specialisatieWanneer handel moeilijk is, produceren landen wat ze zelf consumeren. Handel bevordert dat landen produceren waarin ze goed zijn en de rest importeren. De consequentie van liberalisatie heeft belangrijke effecten op de lokalisering van industrie, want het bevordert dat landen zich elk gaan specialiseren.

Page 32: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

32

Een voorbeeld: Arbeid kan onderverdeel worden in hooggeschoold, medium geschoold en laag geschoold. Economieën met veel laaggeschoold werk produceren arbeidsintensief zoals kleding. Zonder handel maken zowel hoog geschoolde als laaggeschoolde afzonderlijk voor ieders eigen economie kleding. Wanneer er open handel is maakt een land als Portugal kleding voor haar eigen economie maar ook voor een economie als Duitsland. In Duitsland wordt er dan weer hoogstaande producten als medicijnen geproduceerd in ruil voor kleding maar ook voor haar eigen markt. Beide landen produceren efficiënt en de producten zijn zo relatief betaalbaar.

10.3 theorie deel twee: agglomeratie en de nieuwe economische geografieHet comparatieve mechanisme heeft laten zien hoe in een land de productiefactoren zich verspreiden over de sectoren binnen een land. De vraag die hierbij nog ontstaat wat is het effect van de Europese economische integratie op de spreiding van economische activiteiten binnen een land. Te zien is dat de verschuiving van economische activiteit ook gepaard gaat met een verhuizing van bevolking, maar waarom gebeurt dit? De logica van de ruimtelijke verdeling van economische activiteit berust op twee pilaren: pro-concentratie (agglomeration) en anti-concentratie (dispersion). De hoofdvraag die wordt beantwoord is : Hoe beïnvloedt de Europese integratie het evenwicht locatie van een industrie?

Anticoncentratie krachten (dispersion) In opkomende populaire vestiging regio’s is de vestigingsprijs hoger dan die in andere regio’s. anticoncentratie krachten werken de concentratie krachten tegen als de minder ontwikkelde regio’s aantrekkelijker zijn om te vestigen. Naast de prijs van vestigingslocatie een overvol gebied heeft nog andere nadelen (geluidsoverlast, slechte luchtkwaliteit). We negeren deze factoren want deze variabelen zijn niet verandert door Europese economische integratie en daarnaast zorgen ze variabelen voor complexiteit in de theorie. De enige anti concentratie kracht die nader bekeken wordt is de lokale concurrentiekracht. Organisaties worden aangetrokken tot markten waar weinig tot geen concurrenten zich in bevinden, het is dan ook aantrekkelijker om ver van je concurrenten te vestigen om ze zo te vermijden.

Pro-concentratie krachten (agglomeration)De presentatie krachten zijn meer in een circulaire definitie te plaatsen. In veel steden is te zien dat dansclubs, banken etc. zich in een gedeelte van de stad bij elkaar vestigen (urban economics). Dit heeft niks met Europese integratie te maken. De twee meest belangrijkste aantrekkingskrachten zijn verbanden met de vraag en kosten.

Vraag en kosten agglomeration krachtenOm deze verbanden toe te lichten nemen we twee eenvoudige assumpties:

- organisaties kiezen voor één vestiging locatie- er zijn maar twee mogelijke locaties “noorden en zuiden”

organisaties wil goederen leveren aan de grootste markt. Vandaar dat bedrijven hun transport kosten zo laag mogelijk willen houden en dan ook in de grootste markt zich gaan vestigen (production shifting). Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

Page 33: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

33

(doordat werknemers zich hiertoe gaan naar verhuizen) en de kleinere markt wordt kleiner (expenditure shifting)

De afbeelding laat twee elementen die aan elkaar gerelateerd zijn: de markt omvang (aandeel zuiden van de totale markt) en de vestigingslocatie ( aandeel van organisaties in zuiden)

De linkse pijl gaat over de logica dat organisaties de laagste transportkosten willen realiseren.De rechtse pijl gaat over de locatie van organisatie beïnvloedt de relatieve marktomvang.

Verder is de logica dat medewerkers haar inkomen lokaal spenderen, dit zou betekenend als er geen anti-concentratiekrachten zijn dat alle economische activiteiten zich verplaatsen naar het Zuiden. dit brengt ons bij het tweede type pro-concentratie kracht (cost linked circular ) en dit werkt hetzelfde als de eerste kracht maar dit impliceert de productiekosten in het zuiden. De kosten gelinkte circular beschrijft de hoe de organisaties aangetrokken door de hoeveelheid leveranciers in de grote markt

De locale effecten van Europese integratieEuropese integratie beïnvloedt de balans tussen de pro-concentratiekrachten en anti-concentratiekrachten op verschillende manieren. Deze logica lichten we toe aan de hand van een aantal assumpties:

- lokale concurrentiede pro-concentratie kracht is dat organisaties de voorkeur kiezen voor de locatie in de grote markt om transport kosten te verminderen.de anti-concentratiekracht is dat organisaties de voorkeur kiezen voor de markt waar het minste aantal concurrenten aanwezig is.

De laatste assumptie is dat we vraag gelinkte pro-concentratiekracht negeren. Om de balans tussen de pro-concentratie en anti-concentratie krachten te analyseren maken we gebruik van onderstaande grafiek.

Op de verticale as staan de kracht van de anti- en pro concentratiekrachten en op de horizontale as staat het aandeel van de organisatie dat gevestigd is in de zuidelijke markt. Hierbij worden de volgende assumpties gesteld:

- de pro-concentratie is horizontaal omdat we de circulaire causaliteit aannemen. (marktomvang verschillen variëren niet met

Page 34: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

34

de omvang van organisaties in het zuiden, vandaar dat de pro-concentratiekracht niet verandert)

- de anti-concentratiekracht is stijgende rechte aangezien het voordeel van een verblijf in de kleine regio stijgt wanneer meer bedrijven verhuizen naar het zuiden.

Punt E: het punt waar het aandeel van organisaties in het zuiden toeneemt naar het punt waar de pro-concentratiekrachten en de anti-concentratiekrachten in balans zijn.Punt A ligt hoger dan punt B wat betekent, de pro-concentratiekrachten domineren. Wat is effect van strakkere Europese integratie op de locatie van industrie binnen een land?Let op dat we spreken van handelskosten tussen regio’s binnen een land. Zulke kosten reducties komen met ontwikkelingen in technologie en transport infrastructuur en concurrentie. Dit betekent dat binnenlandse integratie ook doorgaat zonder verdere Europese integratie. De kosten reductie staat weergeven in onderstaande grafiek:

- de pro-concentratiekracht verandert niet, want deze is gebaseerd op de omvang van de noordelijke markt versus de zuidelijke markt (heeft dus niks met vrijere handel te maken!!)

- vrijere handel heeft wel directe invloed op de anti-concentratiekrachto de anti-concentratiekracht is gebaseerd dat handelskosten organisaties in de kleinere

markt beschermen tegen de concurrentie van de grote markt.

In de regio met de anti-concentratiekrachten is er een lage concurrentie (voordeel dus) maar dit voordeel wordt afgenomen door de afname van de handelskosten. Vandaar dat de anti-concentratie krachten lijn met vrijere handel naar onder verschuift. De vrijere handel stimuleert de pro-concentratiekrachten van economische activiteiten in de “grote regio”.

10.4 theorie deel drie: breng alles samenUit bovenstaande theorie blijkt dat dat Europese integratie vergezeld is met locatie effecten binnen landen met kleine verschillen tussen landen. In de meeste landen zijn de ongelijkheidsverschillen tussen regio’s groter geworden naarmate e er verder economische integratie heeft plaatsgevonden. De arbeidsmobiliteit tussen regio’s binnen een land zijn toegenomen, maar er zijn ook grote verschillen in regionale werkloosheidcijfers. Aspecten als buitenlandse investeringen, en de mobiliteit van studenten suggereert dat de Europese integratie vergezeld bij een convergentie (verschillen worden groter) van nationale technologie.

Regionale werkloosheidVoor verschillende redenen hebben Europese lidstaten besloten dat ze willen vorkomen dat de prijs van loon zo volatiel is als de prijs van olie. Alle arbeidsmarkt instituties hebben baat bij een minimum

Page 35: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

35

loon en bescherming van werkgelegenheid. Sinds organisaties veel makkelijker een regio kunnen verplaatsen dan arbeiders zorgt deze binnenlandse clustering voor hoge werkloosheid in de krimpende regio en lage in de uitbreidende regio.

10.5 EU regional policyDe meeste Europeanen zijn bezorgd om benadeelde regio’s als onderdeel van de sociale cohesie. Het reduceren van de ongelijkheid verschillen is een hoofd doelstelling geworden van de EU. Deze doelstelling vertaald is vertaald naar een langer-termijn plan ter hoogte van 1/3 van het cohesie budget. Elke regio komt in aanraking voor dit budget, maar ruim 80% gaat naar de arme regio’s. in onderstaande tabel staat de verdeling onder de EU-lidstaten:

10.6 Empirisch evidentie Dit hoofdstuk heeft drie variabelen op de locatie van economische activiteit beschreven:

- regionale politiek- Het vergelijkende voordeel (economische kracht)- Pro-concentratiekrachten (economische kracht)

Om deze drie determinanten te evalueren, is het nodig om te verklaren hoe regionale en nationale aandelen (in %) in type van industrie variëren met regionale en nationale karakteristieken.

De werkelijkheid laat zien dat wanneer bepaalde industrieën in sterke mate gevestigd zijn in landen je dan ook veel werkgelegenheid kan verwachten. De theorie toont aan dat de ruimte verdeling van vraag de vestigingslocatie beïnvloedt sinds de trend is om productie te concentreren op 1 locatie (die locatie met de hoogste schaalvoordelen).

Tot slot kan de politiek de organisaties aanmoedigen om in hun regio te gaan vestigingen. De werkgelegenheid die zo ontstaat lijk belangrijker te zijn dan verdere Europese economische integratie.

Page 36: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

36

Hoofdstuk 11 EU competition and state aid policyConcurrentie tussen organisatie is de kern van de economische markt. Verdere Europese economische integratie, samen met de meer geaccepteerde trends van de WTO liberalisatie en globalisering, heeft de Europese industrie meer doen laten samenspannen. Om richtlijnen op te stellen tegen dit samenspannen, werden er verboden opgesteld in het Verdrag van Rome. De schrijvers van het verdrag kwamen erachter dat het Europese concurrentie speciale afspraken nodig had. De lidstaten hebben op het gebied van concurrentie beleid het toezicht hierop overgedragen aan de EU (supranational level).

11.1 the economics of anti-competitive behaviour and state aidHet is belangrijk om te begrijpen dat marktleiders bezighouden met anti-concurrentie gedrag en wat dit voor effect heeft voor de bredere economie voordat we Europese Commissie gereguleerde concurrentie en staatsteun begrijpen.

Toestaan van samenspannen in de BE-COMP framework. Sinds de EU gemeenschapsmarkt minder gefragmenteerd werd, dwong dit organisaties om kostenreductie te realiseren. Vaak betrekken zulke aanpassingen juist een toename van fusies en overnames. Het is verboden dat organisaties in de EU prijsafspraken. Als dit wel werd toegestaan kan het ervoor zorgen dat kleine organisaties een hoge prijs hanteren omdat ze te laks zijn om efficiënt te produceren.Een te hoge prijs kan in een lagere vraag en productie resulteren. De liberalisatie heeft ervoor gezorgd dat de concurrentie is toegenomen en dat industrie flink werd hervormd (de omvang van organisaties nam sterk toe en ze realiseerde kostenreductie).

The BE-comp diagram bestaat uit drie grafieken:- De middelste grafiek presenteert de vraagcurve in een typisch land. De grafiek wordt

gebruikt om het consumentensurplus bij te houden en het verband te houden tussen prijs en de productie (= gelijk aan de consumptie). In een gesloten economie de prijs is P’ en de consumptie C’.

- De linkse grafiek presenteert de gemiddelde en marginale koste voor een organisatie. De grafiek laat zien wanneer organisaties tot de markt toe- of aftreden met als gevolg dat de winst wordt geëlimineerd.

- De rechtse grafiek presenteert twee evenwichten van de relatie tussen de mark-up en het aantal organisaties. De COMP curve laat het evenwicht zien van het verschil tussen mark- up en marginale kosten en het aantal organisaties (n).

Het evenwicht met geen handel is gemarkeerd met punt E; het andere met vrije handel tussen twee handel is gemarkeerd met E’. Er zijn twee onmiddellijke en zeer voor de hand liggende effecten:

- Markt omvang: elke organisatie heeft toegang tot de tweede hands markt van dezelfde omvang

- Concurrentiegraad: elke organisatie kent twee maal zoveel aantal concurrenten.

Marktomvang effect verschuift de BE-curve naar rechts naar punt 1. De concurrentiegraad is te illustreren met het punt 2N’. De toename van concurrentie heeft als effect dat mark-up afneemt en dat de prijs dus afneemt naar punt Pa. Europese integratie stimuleert de concurrentiegraad en dit vereist van de industrie om te consolideren om toenemende schaalvoordelen te realiseren. Het sleutelpunt van concurrentie beleid is dat ze betrokken wordt bij verdere Europese integratie met als gevolg dat het aantal organisaties afneemt.

Page 37: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

37

Dit is belangrijk voor twee redenen:- Europa dient meer waakzamer zijn dat de grote organisaties niet gaan samenspannen.- De afname van organisaties betekent in de verleiding worden gebracht om minder

concurrent zijn en herstructureringen vertragen.

Perfecte samenspanningVoor en na de integratie ze veronderstellen dat organisatie in normale concurrentie van elkaar optreden, wat betekent dat elke organisatie zelfstandig beslist hoeveel we verkopen en tegen welke prijs. Dit is echter niet het gewenste gedrag van organisaties, zij kunnen namelijk door samen te spannen de prijzen verhogen en de aantallen verlagen waarbij de zins alsnog zal toenemen. Het tegenovergestelde is dat organisaties perfect hun verkopen coördineren, alsof we als enige organisatie in de markt optreden. De prijsafspraken waarbij de winst het hoogst is, dat punt wordt de monopolie prijs genoemd. Het moeilijkste van het samenspannen is wel, hoe de verdeling van het monopoly niveau plaats vindt onder de deelnemende organisaties. Elke organisatie wil namelijk wel meer verkopen dan wijn oorspronkelijke aandeel. Hoewel het samenspannen goed is voor de organisaties, het is slecht voor de maatschappij ( de prijs is hoger maar de consumptie en de productie zijn lager). De industrie is minder efficiënt.

Gedeeltelijke samenspanningDe werkelijke graad van samenspanning is minder dan perfecte samenspanning. De gedeeltelijke samenspanning legt restricties op aan verkopen aan alle deelnemende organisatie maar niet allemaal op het monopoly niveau. Dit betekent dat de mark-up lager is dan de monopoly mark-up en dat het eenvoudiger is om de afspraken voor te zetten omdat de winsten minder hoog zijn. De gedeeltelijke samenspanningscurve ligt tussen de COMP curve en de perfecte samenspanning curve. Zelfs als de mark-up hoger is dan in een situatie van normale concurrentie draaien sommige organisaties nog niet break-even met als gevolg dat er alsnog organisaties de markt verlaten. Prijs en hoeveelheidsveranderingen, vergeleken met een situatie van normale concurrentie evenwicht, het evenwicht bij gedeeltelijke samenspanning impliceert dat organisaties kleiner en minder efficiënt zijn.

Horizontale anti-concurrentie gedrag: kartels en exclusieve territoriums. Manieren om de concurrentiegraad tussen organisaties te beperken is het vormen van kartels en het verdelen van de markt naar geografisch territorium. Het gevolg van kartelvorming is dat organisaties de verkoopprijzen gezamenlijk hoger maken. Ten gevolge van de prijsstijging neemt het consumentensurplus af met A+B maar het producente surplus neemt toe met B. Dit illustreert twee problemen: het rip-off effect en het inefficiënte effect.

Het feit dat organisaties profiteren van de consumenten, is gemeenzaam en niet eerlijk. Daarnaast is de winst van de organisaties kleiner dan het verlies van de consumenten. De welvaart neemt met B af.

Een andere beperking van concurrentie is dat organisaties onderling overeenkomen dat iedere organisatie de exclusiviteit krijgt om in een geografische regio actief te zijn. De helling van de vraagcurve geeft de bereidheid om te betalen aan. In een regio waar de markt kleiner is zijn de prijzen meer onelastisch, minder gevoelig voor prijswijzigingen.

Parallel handel: de inkoop van goederen in een land waar de prijs laag ligt en ze vervolgens verschepen en verkopen in een land waar de verkoopprijs hoog ligt (is verboden!)

Page 38: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

38

Pestkoppen in de markt: misbruik van je dominante positieAls een organisatie een dominante positie in de markt heeft, is het verleidelijk om de markt te gaan regelen. Misbruik van de dominante positie is volgens de Europese wet verboden.

Het klassieke voorbeeld is Microsoft: Microsoft standaardiseerde computers zo dat haar producten verkocht worden bij aankoop van een computer (koppelverkoop). Het werd zo voor potentiele toetreders erg lastig om tot deze markt toe treden, gezien de machtige positie van Microsoft.

Fusie (merger) controlein veel Europese industrieën daalt het aantal organisatie door fusies, of doordat organisaties elkaar uitkopen. De concentratie van macht is een natuurlijk resultaat van Europese integratie. Een fusie kan verklaard worden door het kostenvoordeel (bezuinigen van staffuncties) en het laat de gefuseerde organisatie ook toe om een hogere verkoopprijs te hanteren. Het kostenvoordeel is te zien door de prijsverlaging van P naar AC. Ten gevolge van een prijsstijging daalt het consumentensurplus met A+B, maar stijgt het producenten surplus met C+D. de algemene welvaart is C-B.

StaatsteunSinds het voor overheden pijnlijk is om werkgelegenheid te verliezen in hun regio, vinden zij het erg belangrijk om de werkgelegenheid te behouden. Als een organisatie privaat actief is, kan de overheid direct steun verlenen door subsidies te verstrekken die niet terugbetaald hoeven te worden. We bekijken twee scenario’s van staatsteun.

EU-wide subsidies: voorkoming van de belangrijkste bron van winst. Vertrekkend van een situatie waar twee overheden subsidie verstrekken wat de herstructurering afremt. Voor de integratie, de prijzen van goederen/diensten waren hoog met als gevolg dat de consumenten betaalde voor de inefficiëntie. Doordat de subsidie de herstructurering tegenhouden produceerde de gehele industrie nog steeds inefficiënt, ondanks de integratie. Imperfecte concurrentie is inefficiënt aangezien het tot prijzen lijdt die de marginale kost overtreffen. De maatschappij neigt naar een uitbreiding van het aanbod producten wanneer de prijzen de marginale kosten overtreffen (het is namelijk interessant voor bedrijven om te verkopen). Om concurrerend te zijn is vereist dat de industrie zich aanpast aan nieuwe technologieën, nieuwe deelnemende partijen en kansen.

Welvaarteffecten van de liberale- en subsidie beleidAls de economie “bevriest” op punt A, gaan de prijzen dalen naar Pa en stijgt de consumptie. Als we weten dat het aantal organisaties in de markt niet verandert, weten we dat het aantal verkopen per organisatie toeneemt. Het verlies wat de organisaties lijden, wordt gecompenseerd door de subsidie van de overheid.

De hoogte van de subsidie is A-C. Het consumentensurplus neemt toe met A+D. De welvaart is A+D – A-C = D+C

Page 39: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

39

Alleen subsidie: oneerlijke competitieDe overheden van de EU-lidstaten verschillen in hoeveel ieder kan en bereid is aan subsidie te verstrekken aan organisaties. Als overheden organisaties subsidieren, stelt dit vorm van herstructurering uit en het is oneerlijk ten aanzien van organisaties die geen subsidie ontvangen van de overheid. In een situatie waar in twee landen organisaties actief zijn en in het ene land ontvangen de organisaties wel subsidies en de andere niet, vervolgens vindt er integratie plaats met als gevolg dat in het land van de subsidies alle organisaties de liberalisering overleven. In het andere land gaan er juist meer organisaties failliet. Aan de andere kant heeft het ene land minder belastinggeld uitgegeven (land met geen subsidie) en heeft het geen effect voor de welvaart. Twee commentaren op deze analyse:

- De analyse is te simplistisch, want niet met alle factoren rekening gehouden. - Het laat zien dat enkel het economische aspect onderdeel is van het plaatje.

11.2 EU mededingsbeleid. Nu de logica van samenspannen en subsidies is uitgelegd, we gaan nu het EU beleid uitleggen dat die deze twee onderdelen bedwingt met private actoren (anti-concurrentie praktijken) en overheden (subsidies)

De macht van de EU-commissieDe EU-commissie heeft aanzienlijk veel macht in het onderzoeken naar misstanden van EU mededing beleid, inclusief het recht om organisaties te dwingen tot het overdragen van informatie (uitgifte van dwangbevelen). De EU-commissie heeft de macht om anti-concurrentie activiteiten te verbieden en boetes op te leggen als daadwerkelijk blijkt dat organisaties anti-concurrerend opereren. Als het over onterechte subsidies gaat, kan de EU-commissie organisaties dwingen deze subsidie terug te betalen. De beslissingen van de commissie zijn niet onder voorbehoud van de raad van ministers of het Europese parlement. Organisaties kunnen de uitspraak van de EU-commissie aanvechten bij het gerecht van eerste aanleg en vervolgens bij het Europese hof van Justitie.

Horizontale overeenkomst: regelingen zoals kartels en exclusiviteit van territorium.Verticale overeenkomsten: regelingen tussen een organisaties en zijn leveranciers of distributeurs.

Controle van fusiesIn het verdrag van Rome werd er geen aandacht geschonken aan de regelgeving omtrent fusies. Hoewel de EU-commissie vond dat er wel nood was aan controle over fusies , verschilde de lidstaten sterk van mening (ze vonden dat controle op fusies, op landelijk niveau moest gebeuren en niet op Europees). Het standpunt veranderde in de aanloop naar een gemeenschappelijke markt (single market), en begin jaren 90 trad de EU merger regulation in werking.

The merger regulation definieert anti-concurrerend gedrag: Een concentratie die significant de effectieve concurrentie belemmert in de gehele markt of in een onderdeel hiervan, in het bijzonder door het creëren van een versterkte dominante positie.

De nationale toezichthouders en de Europese Commissie handhaven het mededing recht. Als de fusie een bepaalde drempel overschrijd (omvang groot/multinational) dan onderzoekt de EU-commissie de fusie, in andere gevallen onderzoekt de nationale overheid. In praktijk worden fusies vaak wel toegestaan onder bepaalde voorwaarde, bijvoorbeeld dat een fuserende partij een bedrijfsonderdeel dient te verkopen dit met als doel om de dominante positie in te perken.

Page 40: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

40

EU beleid over staatsteun De oprichters van de EU realiseerde dat de het EU project bedreigt word als lidstaten voelde dat ze werden benadeeld in de economische integratie.

Staatsteun kan de marktwerking ernstig verstoren: een bedrijf uit eigen land zou door overheidssteun een opdracht goedkoper kunnen uitvoeren dan een buitenlandse concurrent. De EU commissie moet daarom goedkeuring verlenen als een bedrijf staatsteun krijgt.

In sommige situaties is het, onder strikte voorwaarden, wel toegestaan om staatsteun te verlenen bijvoorbeeld bij een economische crisis of banken komen in problemen.

Hoofdstuk 12 EU handels beleidDe EU is de werelds grote handelaar, de EU exporteert 1/3 van de totale wereld handel. Daarnaast is de EU ook een belangrijke speler in de wereld handelsorganisatie. Eu is een van de trouwste supporters van de WTO handelsregels, veel waarnemers hebben speciaal aandacht voor het handelsbeleid in het bijzonder voor de agrarische producten. Dit hoofdstuk geeft een aantal basisfeiten van de EU handel weer, beschrijf de internationale EU overeenkomsten en de EU hoe handelsbeleid voert.

12.1 patroon van de handel en tarieven: de feitenDe belangrijkste punten van de grafiek zijn:

- 2/3 van de EU27 export gaat naar de andere EU27 landen, zelfs meer dan 90% van de export is bestemd voor de EU15.

- Als we andere Europese landen toevoegen, neemt de grafiek met ¾ toe. Dit betekent dat ¾ van de export van de EU 27 verdient wordt met verkopen binnen de EU.

- Na Europa, is Azië de grootste handelspartner van de EU27.

- Afrika, Latijns Amerika en het Midden-Oosten zijn niet zo belangrijk als handelspartner.

-

De cijfers laten zien dat 10 lidstaten voor 2/3 van de EU27 export zorgen, maar deze lijst verschilt licht van de import zijde.

Een belangrijk aspect dat het EU handelsbeleid een terugkerend vraag is stak is dat de EU lidstaten sterk verschillende handelspartners hebben. Sommige landen zijn ingesloten bij andere EU lidstaten, terwijl weer andere geografisch dichtbij andere continenten liggen. In onderstaande grafiek de verdeling van import van de lidstaten weergeven (is sterk divergent). De grafiek laat een aantal verbanden zien:

- Iberische landen (Portugal en Spanje) hebben banden met Latijns Amerika en Afrika - De rol van Azië is meer constant, al is het wel groter naarmate een land toegang heeft tot zee

Page 41: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

41

De verdeling van export en import van de EU27. In onderstaande grafiek staat de verdeling weergeven, de hoofdpunten zijn:

- Vervaardigde goederen zorgen voor 90% van de export (machine en transport uitrusting)

- Aan de import zijde is 2/3 bestemd voor de manufactured goederen.

- EU 27 is een grote importeur van brandstof (1/5 van de import)

Het hoofdstuk over het gemeenschappelijke agrarische beleid is flink verstoort door de subsidies van de EU naar landbouwers toe, subsidiering van de export en de hoge import barrières. Als er een vrije handel zou ontstaan zal de EU een netto importeur worden van agrarische producten (buitenland kan namelijk wel goedkoop produceren) .

Wat met wie?De dominante positie van vervaardigde producten heeft ook gevolgen voor het EU handelsbeleid, zo zijn handelsbarrières voor vervaardigde producten anders dan voor agrarische producten. De koopwaar die de EU-lidstaten exporteren vertoont een gelijkwaardig patroon, maar het import patronen van de lidstaten verschilt wel. Hoewel de import van voedsel geen belangrijke aandeel inneemt, komt ongeveer wel van het geïmporteerde voedsel uit Latijns America.

Het EU gemeenschappelijk externe tarief (CET) De EU is een activist in de strijd om het globale handelstarief af te schaffen, met als gevolg dat de EU handelstarieven laag zijn (uitgezonderd van de agrarische producten). De CET is gemiddeld 6%, maar met een zeer ruime spreiding van de tarieven in de verschillende productklassen. Het tarief in de agrarische sector is gemiddeld 16% terwijl hout en papier gemiddeld een tarief van 1% kennen.

12.2 EU institutions for trade policyHet formeren van een klanten unie betekent dat de tarieven tussen landen geëlimineerd worden en dat deze aangepast worden aan een gemeenschappelijk extern tarief. Om dit te faciliteren is er met het verdrag van Rome vastgelegd dat de EU hierover de bevoegdheid krijgt. Het verdrag van Lissabon heeft ervoor gezorgd dat de macht verder werd overgeheveld naar de EU, met als gevolg de drie belangrijkste veranderingen:

- Grote toename van de macht van het Europees parlement op handelsgebiedo Alle handelsovereenkomst moeten goedgekeurd worden door het parlemento Alle EU handelswetgeving moet bij normale procedure verlopen waarbij het

parlement en de raad dezelfde macht hebben.- Toename van macht voor de EU en de soevereiniteit van de lidstaten neemt verder af.

o Buitenlandse investeringen komen onder toezicht van de EU. - Gekwalificeerde meerderheid bij de stemming over handelsvraagstukken.

Page 42: Web viewimporter. De invoering van een minimumprijs heeft een zelfde effect als de invoering van tarieven. ... Wanneer dit gebeurt word de grootste markt groter

42

Het handelsbeleid is een exclusief beleidsdomein van de EU, wat betekent dat de EU de exclusieve macht heeft in de het beleid met derde landen (opzetten handelsverdragen). Bij deze handelsverdragen nemen de handelstarieven een belangrijk onderdelen (belangrijkste barrière). Met het verdrag van Lissabon werd het handelsbeleid uitgebreid naar expliciet handel in diensten, buitenlandse directe investeringen en sommige onderdelen van eigendomsrechten (copyrights, patents).

Bescherming en handhaving van eigendomsrechtenEen belangrijk element in het Europese concurrentievermogen is de bescherming van eigendomsrechten (Parma ham, Champagne). Om dit te beschermen hebben de lidstaten verschillende internationale overeenkomsten die het ontmoedigen om deze producten na te maken in te voeren.

InvestmentVoor vele industrieën is investeren een integraal onderdeel van de handel. Als organisaties willen investeren in productie faciliteiten zijn er duidelijk gelijke regels voor investeerders uit de EU en voor die van buiten de EU.

Verdeling van verantwoordelijkhedenDe Europese commissie neemt het initiatief bij het opzetten van handelsverdragen en is belast met de handhaving en surveillance van het beleid wat bestaat met de Wereldhandelsorganisatie. De EU handels commissaris voor het uitvoeren van handelsonderhandelingen. Deze onderhandelingen vinden in overeenstemming plaats met de raad en het parlement.

Anti-dumping en anti-subsidie maatregelenHet principe van bindende tarieven heeft betrekking op de externe EU tarieven, om zo anti-dumping en anti-subsidie tarieven te hanteren. Een EU kan tarieven opleggen als (dumpende) producten de industrie beschadigen.

Dumpen: het verkopen van producten ver onder de normale prijs.

De Europese commissie is belast met het onderzoeken naar dumping klachten. Als zij vaststellen dat er sprake is van dumping en dit schaad de Europese producent kan het een voorlopige schuld opleggen. Dit beschermt de EU producent, maar schaad de EU consument.

12.3 EU handelsbeleid: brede doelstellingen en middelenHet onderhandelen over het Europees externe handelsbeleid gaat vaak over:

- Wederkerig reductie van tarieven tussen de EU en de non-EU lidstaten.- Wederkerig reductie van tarieven tussen de EU en non-EU rijke landen.- Eenzijdige tarief bij voorkeur voor ontwikkelingslanden.

Dit resulteerde in een meer globale strategie voor het externe handelsbeleid van de EU. De EU startte dan ook een tien jaar strategie gericht op een slimme, duurzame groei.