Web viewWelke fysische eigenschappen heeft een goedgeformuleerde suspensie? Bespreek de...
Transcript of Web viewWelke fysische eigenschappen heeft een goedgeformuleerde suspensie? Bespreek de...
Academiejaar: 2012-2013Basisopleiding: Bachelor Biomedische LaboratoriumtechnologieAfstudeerrichting: Farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie
Module: Het geneesmiddel in de apotheekPartim: Galenica theorieSemester: 4
VOORBEELDEXAMEN
+ vraagstukken (inclusief berekening isotoniciteit van oogdruppels)
1. Wat is het verschil tussen wolvet en lanoline?
2. Welke drie mogelijkheden heb je om een goede crème te bekomen, hoe kan
je deze galenische vorm langer stabiel houden?
3. Leg uit adhv van onderstaand voorbeeld hoe suppo’s worden bereid?
R/ Promethazine 3mg
Prednisone 4 mg
Dt 10 suppo’s
4. Wat is het verband tussen morfine en naloxon?
5. Wat bedoelt men met een poor metabolizer? Op welke twee wijzen kan die
een invloed hebben op de werking van een geneesmiddel?
6. Bespreek interactie tussen en werking van deze stoffen:
Erytromycine en terfenadine (triludan®)
Morfine en Haloperidol
7. Bespreek de bereiding van een emulsie aan de hand van volgend voorbeeld
en geef de functie van elke stof:
R/ Levertraanemulsie 400
Acaciagom 20
Tragacanth 10
Glycerol 120
Alcohol 30
Water 416,5
Anethol 2
Ether 1
Benzaldehyde 0,5
8. Geef twee mogelijke dissolutiemethoden bij een tablet. Waarvoor kan men
cellulose acetoftalaat gebruiken?
9. Hoe gebeurt de controle bij het bereiden van cytostatica?
10.Bespreek de bereiding aan de hand van volgend voorbeeld en geef de functie
van elke stof:
R/ Tetracycline HCl 4 g
Na3PO4 3 g
Tragacant 1,5 g
Natriumcyclamaat 1 g
Water 40 ml
Glycerine 5 ml
Vanillesiroop NF V ad 100 ml
11.Voor wat staat een verdringingsfactor?
12.Wanneer kan men glycerine suppo’s gebruiken?
13.Welke 3 soorten types aërosolen ken je en schets kort hun werking?
14.Hoe verklaart men het verschijnsel van beginverslechtering bij homeopathie?
15.Welke fysische eigenschappen heeft een goedgeformuleerde suspensie?
16.Bespreek de verschillende zones in een steriel blok voor het bereiden van
cytostatica.
17.Wat zijn de voordelen van zetpillen? Wat zijn de verschillen met ovules?
18.Geef een korte verklaring voor volgende begrippen:
poeders ter reconstitutie
2
Durogesic® TTS
Nitroglycerine sublinguaal
Sirupus simplex
Werking van een carbopolgel
Behandeling van (ontsteking van) van comedonen
Tinctuur
Korsakoff
Verticale LAF-kast
Disulfiram
Thixotrope stof
HLB-waarde
Melk en tetracyclines
19.Wat is acne en wat zijn de mogelijke gevolgen? Bespreek de mogelijke
behandelingen bij ontstekingen van acne.
20.Hoe werkt het Oros principe (Mag ook geschetst worden)?
21.Geef bij elk begrip telkens een verklaring waarom dit wordt toegepast:
nitroglycerine smelttabletten
morfinepleisters
Poeders ter reconstitutie
Insuline subcutaan
22. Welke soorten suspensies worden er gebruikt?
23. Bespreek het verband tussen deze stoffen. Geef ook telkens hun werking (5p):
codeïne, morfine en loperamide
ketoconazol en hismanal® (astemizol)
24. Hoe ontstaan rimpels? Welke stoffen zijn ideaal in een anti-rimpelcrème? Hoe
werkt BOTOX?
25. Waarom geen zuurstofwater of eosine gebruiken als ontsmettingsmiddel?
Waarvoor worden ze dan wel gebruikt?
3
26.Waarvoor gebruikt men desintegratoren en weekmakers bij tabletten?
27.Bereken de isotoniciteit van een 10 ml oogdruppel met 1 % KI en 1% NaI
waarvan de vriespuntsdaling respectievelijk 0,205 °C en 0,223°C bedraagt.
28.Hoeveel ml van een 35% dextrose oplossing moet men mengen met hoeveel ml
7,5% dextrose oplossing om 5,5 kg 15% dextrose oplossing te maken? De
dichtheid bedraagt 1,3.
4