Web viewDe meeste kinderen wonen op het dorp en kennen ... De herders keerden terug en vertelden...

47
Ssdkfsdflks CU06745 - S1-14/15 RK Catechese Naam: Saskia van Waterschoot Klas: Pabo 4 Lint B Docent: M. de Vreese Stageschool: St. Jozef Groep: 1-2-3-4 Mentor: Carolien de Koning Aantal kinderen: 13 Identiteit school: Rooms- Katholiek Mijn adres: Eeckseweg 4, 4588 KH, Walsoorden Telefoonnummer: 0114-682648

Transcript of Web viewDe meeste kinderen wonen op het dorp en kennen ... De herders keerden terug en vertelden...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ssdkfsdflks

CU06745 - S1-14/15 RK Catechese

Naam: Saskia van Waterschoot

Klas: Pabo 4 Lint B

Docent: M. de Vreese

Stageschool: St. Jozef

Groep: 1-2-3-4

Mentor: Carolien de Koning

Aantal kinderen: 13

Identiteit school: Rooms- Katholiek

Mijn adres: Eeckseweg 4, 4588 KH, Walsoorden

Telefoonnummer: 0114-682648

E-mailadres: [email protected]

InhoudHoofdstuk 1............................................................................................................................................2

Hoofdstuk 2............................................................................................................................................4

Hoofdstuk 3............................................................................................................................................9

Hoofdstuk 4..........................................................................................................................................29

Bronnen................................................................................................................................................30

Bijlagen bijbelverhalen.........................................................................................................................31

Hoofdstuk 1

Identiteit Basisschool St. Jozef is een rooms-katholieke school waarop iedere leerling welkom is. De school beschrijft in hun missie en visie dat ze het beste dat de katholieke geloofstraditie bezit willen doorgeven aan ieder die er voor openstaat. Daarnaast gaan ze open en respectvol om met andere levensbeschouwingen.

De katholieke levensbeschouwing komt op de school op verschillende manieren tot uiting: Er worden bijbelverhalen verteld; In schoolverband worden evenementen en vieringen georganiseerd; Op school hechten ze waarde aan de normen en waarden; Ze werken aan een actief burgerschap.

Het is een brede school dit houdt in dat alles onder één dak zit. Kinderen vanaf 0 t/m 12 jaar kunnen op de school terecht. Ze kunnen naar de voor- en naschoolse opvang, de basisschool, de peuterspeelzaal en de kinderopvang. Op school wordt er niet alleen aandacht besteed aan de verstandelijke ontwikkeling. Ook willen ze de sociale, de emotionele, de creatieve, de culturele en de motorische ontwikkeling van kinderen sturen en begeleiden. De kinderen wordt het besef bijgebracht dat ze in een multiculturele samenleving leven. Er is respect voor alle geloofsovertuigingen. Ze leren dat ze met respect en tolerantie om moeten gaan met mensen met een andere huidskleur en of een andere geloofsovertuiging. Op school leren de kinderen dat ze verantwoordelijk zijn voor elkaar en voor de wereld. Om de identiteit van de school gezicht te geven hebben ze gekozen voor het resilence-model. Resilence is het vermogen van een persoon of een gemeenschap om goed te functioneren in moeilijke omstandigheden. Het is een bepaalde manier van kijken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het huis met de vijf kamers. Deze vijf kamers stellen voor: gedragenheid, zingeving, vaardigheden, eigenwaarde en humor. Het team van de St. Jozef vindt het belangrijk om bovengenoemde aspecten tot basis van het pedagogisch handelen te maken. Ze proberen om steeds een goede sfeer, rust, orde en veiligheid te bevorderen. Kinderen moeten zich op school thuis voelen. Ze onderscheiden zich als kleine school waar veel aandacht is voor de individuele kinderen, prestaties, de sfeer en betrokkenheid bij het dorp en de dorpsgemeenschap. De school ligt aan de rand van Nieuw- Namen in een rustige wijk.

Op school hangt er een fijne sfeer waarin kinderen zichzelf kunnen zijn. De meeste kinderen wonen op het dorp en kennen elkaar goed. Ik merk dat er veel wordt samengespeeld met elkaar. Ze spelen niet alleen met kinderen uit hun eigen klas. Er wordt samengespeeld met kinderen van de hele school. De meeste kinderen zijn betrokken bij de school en evenementen die in het dorp worden georganiseerd.De kinderen bidden voordat de les start gezamenlijk in de klas. Ook wordt er een kruisje gemaakt voordat de kinderen beginnen aan het middageten. In de periode voorafgaand aan het kerstfeest wordt er een kerstviering gehouden. De vieringen zijn intiem omdat de school maar ongeveer 45 leerlingen heeft. Elk kind kent elkaar, van de kleuters tot en met groep acht. In de school, en ook in mijn klas, is het zichtbaar dat de visie van de school waarop zij

met kinderen omgaan, bepaald door hun katholieke levensvisie, wordt doorgegeven aan de kinderen. Daarbij hoort ook dat ze respect hebben voor elkaar. Dat zie je terug in het gedrag van de meeste kinderen: ze zijn namelijk heel respectvol en beleefd tegenover elkaar en de leerkrachten. De meerderheid van de leerlingen in mijn klas is Rooms- Katholiek. GodsdienstlesTwee dagen per week wordt er in de ochtend 10 á 15 minuten godsdienstonderwijs gegeven. Ze gebruiken de methode ‘Trefwoord’ hiervoor. Er wordt gebruik gemaakt van de digitale versie op het digibord, waar je de plaat goed kunt laten zien aan alle kinderen. Er wordt eerst gepraat a.d.h.v. de plaat, waarop de activiteit of het verhaal volgt. Daarna worden er vragen over het verhaal gesteld om samen met de kinderen de belangrijkste boodschap van het verhaal te achterhalen. In de methode ‘Trefwoord’ komen verschillende thema’s aan bod. Ik vind het belangrijk dat kinderen de betekenis achter de bijbelverhalen kunnen achterhalen. Ik geef nu elke vrijdag godsdienstonderwijs in de klas. Ik gebruik hiervoor de methode ‘Trefwoord’. Ik bespreek de verhalen die hierin staan beschreven met de leerlingen. En ik laat de leerlingen zelf zoeken naar de betekenis van zo’n verhaal.

Onderwerp lessenserieIk heb gekozen voor het thema kerst. Met Kerstmis wordt de geboorte van Jezus Christus gevierd. Ik vind het belangrijk dat kinderen het kerstverhaal te horen krijgen, dit hoort bij de kerkelijke traditie. Op verschillende stagescholen heb ik kerstvieringen meegemaakt. Op de school waar ik nu stage loop, help ik mee om de kerstviering te organiseren. Ik vind het erg boeiend om de kerstviering een invulling te geven. De meeste kinderen vinden dit onderwerp interessant en zijn elk jaar weer opgetogen over het vieren van het kerstfeest. Zelf vind ik het een feest waar je verbonden bent met elkaar. Tijdens de kerstvieringen die ik heb meegemaakt stond het samenzijn centraal. Ook is het kerstfeest het feest van het licht. Daarom heb ik gekozen om dit onderwerp aan bod te laten komen tijdens mijn lessen godsdienstonderwijs.

In mijn lessen wil ik de volgende doelstellingen aan bod laten komen:

De kinderen kunnen benoemen wat advent inhoudt.

De kinderen kunnen benoemen waarom het kerstfeest ook wel het lichtfeest wordt genoemd.

De kinderen kunnen het kerstverhaal navertellen en weten wat het inhoudt.

Hoofdstuk 2 Voor het thema kerst heb ik gekozen voor de bijbelverhalen van Mattheüs ‘Christus’ geboorte’ en ‘Bezoek van de wijzen’. Van Lucas heb ik het verhaal ‘de herders’ uitgekozen. Het verhaal ‘Jezus wordt geboren’ komt uit de ‘Kijkbijbel’

AdventHet woord 'advent' is afgeleid van het Latijn: adventus (komst, er aan komen) en advenire (naartoe komen). Letterlijk betekent Advent: God komt naar ons toe. De Advent heeft in de liturgie een dubbel karakter:

1. Het is de voorbereidingstijd op het Kerstfeest, de geboorte van Jezus Christus in onze mensengeschiedenis ruim 2000 jaar geleden.

2. Eveneens is de Advent de periode van verwachting van Jezus' wederkomst op het einde der tijden, wanneer God alles in allen zal zijn.

Advent begint op zondag vier weken voor Kerstmis, dus de zondag tussen 26 november en 4 december; dit jaar begint de Advent derhalve 30 november 2014.De zondagen van deze tijd heten 1e, 2e, 3e, 4e zondag van de Advent.Zo leven wij in de Advent naar het kerstfeest toe, opdat Jezus, Emmanuel God-met-ons, ook in ons eigen leven geboren mag worden. In deze periode worden wij uitgenodigd een houding van verwachting en openheid aan te nemen. Wij maken ons hart klaar om Hem te ontvangen en opnieuw binnen te laten. De liturgie van vier adventszondagen wil die houding ondersteunen.

In de kerk komt een adventskrans te hangen. Daar staan vier kaarsen op. Iedere zondag van de Advent wordt er een kaars ontstoken. We zien uit naar de komst van Jezus, 'het Licht der wereld'. Hoe meer kaarsen van de adventskrans branden, hoe meer licht er is, dat wil zeggen hoe dichter Jezus, het Licht, nabij is. De adventskrans is gemaakt van dennengroen; groen uit de natuur dat de winter trotseert. Het paarse lint dat doorheen het groen is geslingerd, spoort ons aan tot bezinning en inkeer. De priester draagt in deze adventstijd een paars kazuifel. Paars is de kleur van bezinning, boete en bekering. In de advent wordt het 'Eer aan God' (Gloria) niet gebeden of gezongen. Dit vreugdelied zongen de engelen in Bethlehem bij de geboorte van Jezus. We zingen het in de Advent niet, omdat de Advent een tijd van inkeer is: zo klinkt het met Kerstmis weer als een nieuw lied. Dat nieuwe lied mogen we met Kerstmis met de engelen meezingen, vol blijdschap om de geboorte van Jezus.

De eerste lezingen in de Advent zijn voor het merendeel genomen uit de profeet Jesaja, die Israël op weg zette om de Verlosser te ontvangen. Jesaja schetst verschillende beelden over Diegene die gaat komen. In de Evangelies komen we vaak de laatste grote profeet van het Oude Testament tegen, Johannes de Doper, de voorloper van Jezus. De Advent is liturgisch gezien een 'Mariamaand'. Met Maria zien wij vol verwachting uit naar Jezus die naar ons toekomt.

Kerstmis

Het kerstfeest wordt niet daadwerkelijke op de geboortedag van Jezus gevierd. Het feest zoals wij dat kennen stamt uit het jaar 340 na Christus. De toenmalige Paus Julius de Tweede wilde afrekenen met een hardnekkig gebruik. Op 25 december werd namelijk ieder jaar de zon aanbeden. Door op de deze dag Kerst te gaan vieren werd een einde gemaakt aan de verering van de zon. Niet de zon maar het licht van de wereld, Jezus Christus verdiende aanbidding. Voor christenen betekent kerst de komst van Christus hij was de langverwachte Messias de redder. De diepste betekenis van kerst is dat God de moeite nam om als mens naar deze aarde te komen. Hij koos deze manier om de mensheid te redden van zonde en onrechtvaardigheid. Wanneer we naar het leven van Jezus kijken zien we dit ook terug. Jezus treedt in woorden en daden op tegen de onrechtvaardigheid die er in de samenleving aanwezig is. Daarnaast keek Hij wel om naar de mensen aan de rand van de samenleving. De ultieme manier waarop Hij de overwinnen op zonde onrechtvaardigheid haalde was zijn dood aan het kruis. Kerst is het feest van licht. Jezus noemde zichzelf het licht van de wereld. In een vaak zo donkere wereld bracht Hij licht.

BijbelfigurenJozef: verloofde van Maria een timmermanMaria: de heilige maagd, moeder van JezusJezus: Jezus Christus is God de Zoon, die voor ons mens is gewordenKeizer AugustusDe drie wijzen:Balthasar is 40 jaar, een blanke man uit Azië Melchior is 60 jaar, een blanke bebaarde grijsaard uit EuropaCaspar is 20 jaar, een zwarte man met baard uit Saba (Ethiopië).Koning HerodesDe engel: verheven, onsterfelijke geestDe herders

Evangelie van Lucas

Christus geboorteEr vond een volkstelling plaats voor het hele rijk, dit was een besluit van keizer Augustus. Ieder moest zich in zijn eigen stad laten inschrijven. Jozef en Maria vertrokken naar Bethlehem. Maria bracht daar haar zoon ter wereld. Ze wikkelde hem in doeken en legde hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. 1(Lucas 2: 1-20)

Betekenis:Jozef behoorde tot het huis en geslacht van David, hij ging van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea naar de stad van David, Bethlehem geheten om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn verloofde. Maria kreeg een zoon, genaamd Jezus in Bethlehem. Hij werd

1 Katholieke bijbelstichting Boxtel, 1987

daar geboren in een kribbe, omdat er geen plaats was in de herberg. Jezus was van eenvoudige komaf, omdat hij geboren werd in een kribbe, dit is een voederbak voor dieren.

Evangelie van Matteüs

De herders De herders zagen een engel. En die engel had een boodschap die bestemd was voor het hele volk. Ze vertelden dat de redder, Christus, was geboren in Bethlehem. De herders vervolgden hun tocht naar Bethlehem. Daar zagen ze Maria, Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag. Toen ze dit gezien hadden, maakten ze bekend wat ze over dit kind gehoord hadden. De herders keerden terug en vertelden iedereen die het horen wilde dit verhaal. Het kind kreeg na de besnijdenis de naam Jezus.2 (Lucas 2: 1-20)

Betekenis:In het verhaal komt duidelijk naar voren dat de redder, Jezus is geboren in Bethlehem. En dat Hij een heel bijzonder kind was het kind van God. De herders zijn de, boodschappers, eenvoudigen, de kleinen, zij die verlossing mogen verwachten in dit verhaal.

Geboorte van JezusIn een droom van Jozef verscheen een engel van de heer en die vertelde hem dat hij zijn vrouw Maria tot hem moest nemen. En dat zij een zoon ter wereld zou brengen die ze Jezus moesten noemen. Hij zou het volk redden uit hun zonden. En zo gebeurde het Jozef nam zijn vrouw tot zich en noemen hem Jezus. Matteüs (2: 18- 25)3

Betekenis:In de droom van Jozef sprak een engel dat hij zijn vrouw Maria tot zich moest nemen. En dat zij een kind ter wereld zou brengen dat Jezus genoemd moest worden. Jezus zou het volk redden uit zijn zonden. Hij is de verlosser, de redder.

Bezoek van de wijzenToen Jezus was geboren in Bethlehem kwamen de wijzen uit het oosten. Zij vroegen aan koning Herodes waar ze de koning der Joden konden vinden. Ze hadden zijn ster in het oosten gezien. Herodes liet alle hoogpriesters en schriftgeleerden in het land bijeenkomen. En hij stelde hun de vraag waar Jezus geboren moest worden. Zij vertelden dat het kind in Bethlehem te Juda geboren zou worden. En dat het kind de herder zal zijn over het volk van Israël. Herodes stuurde in het geheim de wijzen op onderzoek uit naar Bethlehem. Hij vroeg of ze verslag wilden doen van hun bezoek, zodat ook hij het kind hulde kon brengen. De drie wijzen volgden de ster die zij in het oosten gezien hadden naar de plaats waar Jezus zich bevond. Zij werden vervuld van vreugde. Zij gingen de stal binnen, zagen er jezus en zijn moeder Maria. En betuigden het hun hulde. Zij haalden hun geschenken tevoorschijn en boden ze aan dit waren: goud, wierook en mirre. En na dit bezoek vertrokken zij langs een

2 Katholieke bijbelstichting Boxtel, 19873 Katholieke bijbelstichting Boxtel, 1987

andere weg naar hun land. Ze waren in een droom door God gewaarschuwd om niet meer terug naar Herodes te keren. 4(Matteüs 2: 1-11)

Betekenis:De drie wijzen volgden de ster naar de koning der Joden, Jezus. Ze waren door Herodes gestuurd om op onderzoek uit te gaan. Toen zij in Bethlehem aankwamen, boden zij Jezus geschenken aan en waren ze vervuld van vreugde. Toen zij terugkeerden naar hun eigen land, namen zij een andere weg en keerden niet terug naar Herodes. Zij waren in een droom gewaarschuwd om niet terug te keren. De wijzen hadden de keuze gemaakt om deze raad op te volgen.

Jezus wordt geborenKeizer Augustus gaf een bevel tot een volkstelling. Jozef en Maria gingen op reis naar Bethlehem want dat is de plaats waar de familie van Jozef vandaan kwam. In Bethlehem krijgt Maria een kind in een stal, want er was geen plaats in de herberg. Het kind werd geboren in een voerbak. De herders zijn buiten in het veld. Er staat een engel van de heer in een stralend licht die vertelt het goede nieuws. Jezus is geboren, hij is de redder. Plotseling komen er nog meer engelen. Ze zingen: ‘Geef God in de hemel eer’. De herders gaan op weg naar Bethlehem. En daar vinden ze het kind in de voerbak. Uit een ver land komen de wijze mannen die een bijzondere ster hebben gezien. De ster blijft stilstaan boven Bethlehem, want daar is het kindje geboren. Ze gaan naar binnen en knielen diep voor het kindje neer. Ze hebben kostbare geschenken voor hem meegebracht. 5

Betekenis:Maria kreeg haar kind in Bethlehem. Het is in een voerbak geboren. Er kwamen herders en wijzen bij hem op bezoek. De wijzen volgende de ster en de herders hadden de boodschap van de engel gekregen. Jezus was een bijzonder kind, want hij was de redder. In het verhaal wordt duidelijk gemaakt dat zowel rijke (de wijzen) als arme mensen (de herders) welkom waren in de stal om het kind te bewonderen.

Ik heb de geboorteverhalen uit het nieuwe testament van de bijbel vergeleken met het verhaal uit de ‘Kijkbijbel’. In de bijbel zijn er twee evangelisten die een geboorteverhaal hebben. Dit zijn Matteüs en Lucas. Het verhaal van de herders en het verhaal over de volkstelling zijn van Lucas. Het verhaal van de wijzen en van de geboorte van Jezus (waarin de engel aan Jozef verscheen) is van Matteüs. Ik heb dus gebruik gemaakt van meerdere verhalen. In de kinderbijbel zijn deze verhalen samengevoegd tot één verhaal. Het valt me op dat de auteur niet veel veranderd heeft aan het verhaal. Hij heeft het alleen wat korter opgeschreven. Het taalgebruik is aangepast, zodat kinderen het beter kunnen begrijpen. Er staan afbeeldingen in de ‘Kijkbijbel’ dit maakt het verhaal aantrekkelijker voor de kinderen. Ze krijgen dan een beeld bij het verhaal en kunnen zich beter inleven in het verhaal. Hieronder heb ik een schema gemaakt waarin ik de verhalen heb vergeleken met elkaar.

Bijbel KijkbijbelIn die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus, dat er een volkstelling moest

Iedereen in het Romeinse rijk moet zich laten inschrijven. Dat moet gebeuren in de

4 Katholieke bijbelstichting Boxtel, 19875 Nederlands bijbelgenootschap, 1994

gehouden worden in heel zijn rijk. Allen gingen op reis, ieder naar zijn eigen stad om zich te laten inschrijven. Ook Jozef trok op en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David, ging hij van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea naar de stad van David, Bethlehem geheten om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was.

plaats waar je familie vandaan komt. Dat was voor Maria en Jozef Bethlehem.

Terwijl ze daar verbleven, brak het uur aan waarop zij moeder zou worden; zij bracht haar zoon ter wereld, haar eerstgeborene, wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.

In Bethlehem krijgt Maria haar kind in een stal. Want in de herberg hadden ze geen plaats kunnen krijgen.

In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten. Plotseling stond een engel des Heren voor hen en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door grote vrees werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor heel het volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David.

In het veld buiten de stad zijn herders. In de nacht passen zij op hun schapen.Ineens staat er een engel van de Heer in een stralend licht. Ze schrikken en worden heel erg bang, maar de engel zegt: ‘Wees niet bang, ik heb goed nieuws voor jullie. Vandaag in Bethlehem is een kind geboren: Jezus. Hij is de redder, Christus de Heer

Toen dan Jezus te Bethlehem in Juda geboren was ten tijden van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning der Joden?’ Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om hen hulde te brengen.En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. Op het zien van de ster van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten tevoorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre.

Er komen wijze mannen uit een ver land. Ze hebben daar een bijzondere ster gezien en die ster gaat nu voor hen uit. De ster blijft stilstaan boven Bethlehem. Boven het huis waar het kindje van Maria en Jozef is. De wijzen mannen zijn erg blij. Ze gaan naar binnen. Ze knielen diep voor hem neer. Ze openen hun kistjes met kostbare geschenken. Het is allemaal voor hem: goud, wierook en mirre.

Wat wil ik bereiken met dit verhaal?

Dat de kinderen de boodschap achter dit verhaal begrijpen. Dat voor Jezus iedereen welkom is en belangrijk is. En dat Jezus de verlosser is, hij is het licht.

Er is eerst nergens plaats voor Maria en Jozef maar uiteindelijk krijgen ze toch een verblijfplaats aangeboden in een stal. Ik wil bereiken dat de kinderen gaan nadenken over hoe belangrijk het is om er voor elkaar te zijn, wanneer iemand je nodig heeft. Dit heet ook wel naastenliefde. En om hulp te bieden aan mensen.

In het verhaal komen de herders (de eenvoudigen, de kleinen,jzij die verlossing mogen verwachten) op bezoek na de geboorte van Jezus, maar ook komen de wijzen, de drie koningen, op bezoek. Dit houdt in dat Jezus geen onderscheid maakt tussen rijk of arm.

Doelstellingen:

De kinderen kunnen benoemen wat advent inhoudt.

De kinderen kunnen benoemen waarom het kerstfeest ook wel het lichtfeest wordt genoemd. Dit is omdat Jezus het licht is, daarom worden er kaarsen gebrand in de kerk en thuis.

De kinderen kunnen het kerstverhaal navertellen en weten wat het inhoudt.

De kinderen kunnen verwoorden dat Jezus de Zoon van God is. Ook verwoorden ze dat de geboorte van Jezus erg bijzonder was.

Hoe sta ik zelf in dit verhaal?

De boodschap van het verhaal boeit mij. Maria en Jozef hebben het moeilijk bij het zoeken naar een verblijfplaats. Uiteindelijk is er toch iemand die ze een plaats aanbiedt in een stal. Op deze manier worden ze geholpen en hebben ze onderdak gekregen.

Ik vind het zelf ook belangrijk om hulp te bieden aan mensen die dit nodig hebben. Wanneer je zelf in een situatie zit waarbij je hulp nodig hebt, vind je het ook fijn als mensen hulp aanbieden. In een ideale wereld zou iedereen elkaar helpen en klaarstaan voor elkaar. Natuurlijk is dit soms lastig in de realiteit. Zelf vind ik het wel belangrijk om mijn naasten te helpen wanneer zij in nood zitten.

Ook wordt er verteld in het verhaal dat de herders en de wijzen bij Jezus op bezoek gaan wanneer hij geboren is. Ik vind het een goed voorbeeld dat er verschillende mensen naar de stal komen om Jezus te zien. Dit geeft aan dat voor Jezus alle mensen welkom waren, of je nu rijk of arm was. Jezus was er voor iedereen. Ik vind het een mooie gedachte dat alle mensen geaccepteerd worden zoals ze zijn.

Hoofdstuk 3

Les 1

Opleiding tot leraar Basisonderwijs

Student(e): Saskia van Waterschoot

Stageschool: St. Jozef Groep: 1-2-3-4

Datum: 04-12-2014

Groepsmentor: Carolien de Koning

Wpa-f les ko-fase: Godsdienst lessenserieBeginsituatie:

De kinderen van groep 2-3-4 hebben al eerder een kerstviering meegemaakt op school.De kinderen van groep 1 hebben dit nog niet meegemaakt.Alle kinderen hebben thuis al eens kerst gevierd.De leerlingen hebben een Rooms- Katholieke achtergrond.

10

Doelstellingen Les:

Aan het eind van deze les kunnen de kinderen:Groep1:- Ze kunnen drie symbolen opnoemen die bij het kerstfeest horen.- Ze kunnen de eerste regel van het lied ‘de Verlanglichtjes’ meezingen.Groep 2:- Ze kunnen vijf symbolen opnoemen die bij het kerstfeest horen.- Ze kunnen het refrein meezingen van het lied ‘de Verlanglichtjes’.Groep 3:- Ze kunnen de collage die ze hebben gemaakt toelichten en samenvatten welke voorwerpen er bij het kerstfeest horen.- Ze kunnen het gehele lied meezingen.Groep 4:- Ze kunnen vertellen wat de betekenis is van advent.- Ze kunnen toelichten welke voorwerpen er bij kerst horen.- Ook kunnen ze kort samenvatten waarom het kerstfeest wordt gevierd.- Ze kunnen het gehele lied ‘de Verlanglichtjes’ meezingen.Persoonlijke doelstellingen voor de student:Ik kan de aandacht vangen en richten d.m.v deze les.

Gebruikte bronnen:http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20070901_kerst01/

Wat doen de kinderen? Timing: Wat doe ik? Hoe organiseer ik dat?

Inleiding:

Leefwereld/ ervaren: waarnemen

De kinderen kijken naar het filmpje over kerst.

5 min.Inleiding:

Ik vertel de kinderen dat ik ze een filmpje ga laten zien over het kerstfeest. Ook stel ik voorafgaand aan het filmpje een kijkvraag.

Inleiding:

De kinderen zitten in hun groepje op hun eigen plaats.

Van te voren heb ik het filmpje klaargezet

11

En daarna beantwoorden ze de kijkvraag.

De leerlingen luisteren naar het doel van de les.

Deze kijkvraag is: Welke symbolen/ gebruiken horen er bij kerst?

Daarna laat ik het filmpje aan de kinderen zien. En vervolgens laat ik de kinderen antwoord geven op de vraag die ik heb gesteld.

Ten slotte benoem ik het doel van deze les.

op het digibord.

Kern:

Leerling/ openen: vertellen

De kinderen luisteren naar de uitleg die ik geef.

Leerstof/ bewerken: vragen beantwoorden

Vervolgens beantwoorden ze de controlerende vragen die ik ze stel.

Leerling/ openen: opschrijven

De kinderen maken de collage. Ze knippen plaatjes uit de tijdschriften en schrijven de woorden erbij.

20 min.

Kern:

Ik leg kort uit wat de kinderen vandaag tijdens de les gaan doen.

Ik vertel dat ze een collage gaan maken over kerst. Ik laat ze eerst benoemen wat er allemaal bij kerst hoort.Dan vertel ik dat elk groepje een collage gaat maken over kerst. En dat ze allerlei plaatjes mogen uitknippen uit tijdschriften en deze mogen opplakken in de collage. En dat ze bij deze afbeeldingen mogen gaan schrijven wat het is.

Ik stel nog een aantal controlerende vragen zoals: ´Wat moeten jullie gaan uitknippen?‘

´Kan je al een paar woorden opnoemen die bij kerst horen?‘

Ik spreek met de kinderen nog een aantal regels af.Ik vraag ze wat er belangrijk is tijdens het samenwerken in de klas.

Kern:

De kinderen zitten in groepjes. Ik laat een aantal kinderen de

tijdschriften, plakstiften en scharen uitdelen.

Ik zet het stoplicht op oranje dit houdt in dat ze met fluisterstem met elkaar mogen praten.

De kinderen leggen hun kaartje of steken hun vinger op wanneer ze vragen hebben.

De kinderen die de plakstiften, scharen en tijdschriften hebben uitgedeeld mogen ze ook weer opruimen. De andere kinderen zorgen ervoor dat hun tafel is opgeruimd en er geen papier meer op de grond ligt.

12

De kinderen presenteren hun collage. Ze vertellen wat ze hebben opgeplakt en waarom dit bij kerst hoort.

De kinderen reflecteren op het doel en vertellen wat ze goed vonden gaan tijdens de les. Ook vertellen ze of er nog verbeterpunten waren.

- Ze spreken met elkaar met een fluisterstem.- De tijdschriften worden gedeeld met elkaar.- Wanneer ze vragen hebben steken ze hun vinger op of leggen ze hun oranje kaartje.

Vervolgens laat ik de kinderen de collage even kort presenteren. Ze mogen vertellen wat ze hebben opgeplakt en waarom ze voor die plaatjes hebben gekozen.

Ik laat de kinderen ook even kort reflecteren op het doel. En ik vraag wat er goed ging tijdens de les en wat er verbeterd zou kunnen worden.

Verwerking / afsluiting

Leerstof/ opnemen: luisteren

De kinderen luisteren naar de uitleg die ik geef over Advent.

Leerstof/ bewerken: oefenen

De kinderen luisteren eerst een aantal keer naar het liedje verlanglichtjes. En

10 min.Verwerking / afsluiting:

Ik vertel de leerlingen dat ze de weken voor kerst Advent noemen. Vervolgens vertel ik dat er in de periode voor het kerstfeest iedere

Verwerking / afsluiting:

Ik loop in de klas rond en luister even bij elk groepje.

De kinderen steken in hun vinger in de lucht als ze iets willen vertellen.

Ik differentieer in deze les door groep 1 en 2 alleen het refrein mee te laten zingen en groep 3 en 4 het gehele lied te laten meezingen. Ik stel meer open vragen aan groep 4 . Groep 3 stel ik meer gesloten vragen.

13

vervolgens zingen ze het liedje mee.

zondag een kaars wordt gebrand, dit gebeurt om af te tellen tot de kerst. Maar omdat wij op zondag nooit op school zijn gaan wij tijdens de les godsdienst een kaarsje branden.

Ik leer ze het liedje ‘de Verlanglichtjes’ aan. En vervolgens steek ik een kaarsje aan.

14

Les 2

Opleiding tot leraar Basisonderwijs

Student(e): Saskia van Waterschoot

Stageschool: St. Jozef Groep: 1-2-3-4

Datum: 11-12-2014

Groepsmentor: Carolien de Koning

Wpa-f les ko-fase: Godsdienst lessenserieBeginsituatie:

De kinderen van groep 2-3-4 hebben al eerder een kerstviering meegemaakt op school.De kinderen van groep 1 hebben dit nog niet meegemaakt.Alle kinderen hebben thuis al eens kerst gevierd.De leerlingen hebben een Rooms- Katholieke achtergrond.De leerlingen van groep 1 en 2 weten wat de betekenis is van het kerstfeest.De leerlingen van groep 3 en 4 weten wat advent inhoudt.

15

Doelstellingen Les:

Aan het eind van deze les kunnen de kinderen:Groep 1:- Ze weten wie de hoofdpersonen (Jezus, Maria en Jozef) zijn in het kerstverhaal en wat voor rol deze personen hebben.- Ze kunnen het refrein van het lied ‘de Verlanglichtjes’ meezingen.

Groep 2- Het verhaal navertellen aan de hand van de platen.- Ze kunnen het refrein van het lied ‘de Verlanglichtjes’ meezingen

Groep 3:- Ze kunnen het verhaal kort samenvatten aan de hand van de platen.- Ze kunnen het gehele lied meezingen- Ze kunnen vertellen waarom het kerstfeest het feest van het licht wordt genoemd (Jezus is het licht)- Ze kunnen vernoemen dat Jezus de zoon van God is.

Groep 4:- Ze kunnen het verhaal de hoofdlijnen van het verhaal vertellen.- Ze kunnen vertellen wat de belangrijkste gebeurtenis in het kerstverhaal is.- Ze kunnen het gehele lied meezingen.- Ze kunnen vertellen waarom het kerstfeest het feest van het licht wordt genoemd (Jezus is het licht)- Ze kunnen vernoemen dat Jezus de zoon van God is.

Persoonlijke doelstellingen voor de student:Ik kan de aandacht vangen en richten d.m.v deze les.

Gebruikte bronnen:De Kijkbijbel

16

Wat doen de kinderen? Timing: Wat doe ik? Hoe organiseer ik dat?

Inleiding:

Leerling/ openen: vertellen

De leerlingen vertellen wat ze de vorige les hebben geleerd/ onthouden hebben.

Ook vertellen ze hoe ze thuis en op school kerst vieren.

Ze luisteren naar het doel van de les.

10 min.Inleiding:

Korte terugblik op de vorige les.Ik geef ze aanwijzingen wanneer dit nodig is zoals: ‘Wat hebben jullie in de vorige les gezien?’ ‘Wat hebben jullie toen gemaakt?’

Ik vraag aan de leerlingen hoe zij thuis kerst vieren. En hoe het op school wordt gevierd.

Vervolgens vertel ik het doel van de les. Ik vertel dat ik ze het kerstverhaal ga voorlezen.

Inleiding:

De kinderen zitten in hun groepje op hun eigen plaats.

Van te voren heb ik het filmpje klaargezet op het digibord.

Kern:

Leerstof/opnemen: luisteren

De leerlingen luisteren naar de luistervraag die ik ze stel.

Vervolgens luisteren ze naar het verhaal over Jezus geboorte dat wordt voorgelezen.

De leerlingen beantwoorden de vragen die ik ze stel.

Kern: Kern:

De kinderen zitten in heterogene groepjes.

Ik laat een aantal kinderen de tijdschriften, plakstiften en scharen uitdelen.

Ik zet het stoplicht op oranje dit houdt in dat ze met fluisterstem met elkaar mogen praten.

De kinderen leggen hun kaartje of steken hun vinger op wanneer ze vragen hebben.

17

10 min

5 min.

Ik stel een luistervraag voorafgaand aan het verhaal.

Ik vraag:´Waarom gingen Jezus en Maria naar Bethlehem?’‘Van wie is Jezus de zoon?’

Ik ga het verhaal voorlezen van Jezus zijn geboorte. Ik zorg ervoor dat ik bij het voorlezen mijn mimiek aanpas aan het verhaal. En dat ik intonatie gebruik in mijn stem.

Ik laat de platen in het boek zien aan de leerlingen. Ik stel tussendoor vragen over het verloop van het verhaal en samenvattende vragen.

Na afloop van het verhaal laat ik de kinderen de luistervraag beantwoorden. Ook stel ik nog een aantal andere vragen bijvoorbeeld: ´Wie kwamen er allemaal op bezoek bij Jezus, Jozef en Maria?’‘Waarom moesten ze overnachten in de stal?’‘Hoe konden de drie koningen Jezus vinden?’‘Hoe wisten de herders dat Jezus was geboren?’‘Van wie is Jezus de zoon?’

De kinderen die de plakstiften, scharen en tijdschriften hebben uitgedeeld mogen ze ook weer opruimen. De andere kinderen zorgen ervoor dat hun tafel is opgeruimd en er geen papier meer op de grond ligt.

Verwerking / afsluiting

Leerstof/ bewerken: vragen beantwoorden

De kinderen vertellen

Verwerking / afsluiting:

Vervolgens vraag ik aan de kinderen of ze weten wanneer het kerstfeest wordt gevierd op

Verwerking / afsluiting:

Ik loop in de klas rond en luister even bij elk groepje.

18

wanneer het kerstfeest op school wordt gevierd en wat ze deze dag gaan doen.

Ervaren: beleven

De kinderen vertellen hoeveel weken het nog duurt totdat het kerst is.

Ook kunnen ze vertellen hoeveel kaarsen er al aangestoken zijn en hoeveel er nog aangestoken worden.

Ze vertellen waarom het kerstfeest het feest van het licht wordt genoemd. Ze kijken hoe ik de tweede kaars aansteek.

Leerstof/ bewerken: oefenen

De kinderen zingen het liedje van de ‘Verlanglichtjes’. Eerst oefenen we het lied met de muziek erbij en zingen ze alleen het

5 min.

5 min.

school en wat ze die dag gaan doen. Daarna vraag ik ze of ze weten waarom het

kerstfeest het feest van het licht wordt genoemd.En wat er gebeurt tijdens advent en hoeveel kaarsjes er nu al aangestoken zijn en hoeveel er nog aangestoken moeten worden.

Vervolgens steek ik de tweede kaars aan en vraag ik aan de kinderen hoeveel weken het nog is totdat het kerst is.

Daarna zingen we samen het lied van de ‘Verlanglichtjes’ dit lied hebben ze in de vorige les al geoefend. We oefenen dit lied door eerst alleen het refrein te zingen. Vervolgens zingen ze het refrein en het eerste couplet en daarna wordt ook het tweede couplet meegezongen.

De kinderen steken in hun vinger in de lucht als ze iets willen vertellen.

19

refrein. Vervolgens wordt het

lied nogmaals gezongen maar dan zingen ze het eerste couplet mee. En ten slotte wordt ook het tweede refrein meegezongen. En de tweede keer zingen de kinderen het lied zelf.

20

Les 3.

Opleiding tot leraar Basisonderwijs

Student(e): Saskia van Waterschoot

Stageschool: St. Jozef Groep: 1-2-3-4

Datum: 17-12-2014

Groepsmentor: Carolien de Koning

Wpa-f les ko-fase: Godsdienst lessenserieBeginsituatie:

De kinderen van groep 2-3-4 hebben al eerder een kerstviering meegemaakt op school.De kinderen van groep 1 hebben dit nog niet meegemaakt.Alle kinderen hebben thuis al eens kerst gevierd.De leerlingen hebben een Rooms- Katholieke achtergrond.De leerlingen van groep 1 en 2 weten wat de betekenis is van het kerstfeest.De leerlingen van groep 3 en 4 weten wat advent inhoud.

21

Doelstellingen Les:

Aan het eind van deze les kunnen de kinderen:Groep 1:- Ze kunnen de hoofdpersonen uit het verhaal benoemen.- Ze kunnen een gebeurtenis uit het verhaal die ik benoem natekenen.- Ze kunnen het refrein van het lied ‘de Verlanglichtjes’ meezingen.

Groep 2- Het verhaal navertellen aan de hand van de platen.- Ze kunnen zelf een gebeurtenis uit het verhaal kiezen en deze natekenen.- Ze kunnen het refrein van het lied ‘de Verlanglichtjes’ meezingen

Groep 3:- Ze kunnen het verhaal kort samenvatten aan de hand van de platen.- Ze kunnen samen een verhaal maken doordat ieder kind een gebeurtenis uit het verhaal gaat tekenen.- Ze kunnen het gehele lied meezingen.- Ze kunnen vernoemen dat de geboorte van Jezus bijzonder was en dat Jezus de Zoon van God is.

Groep 4:- Ze kunnen het verhaal de hoofdlijnen van het verhaal vertellen.- Ze kunnen vertellen wat de belangrijkste gebeurtenis in het kerstverhaal is.- Ze kunnen samen een verhaal maken doordat ieder kind een gebeurtenis uit het verhaal gaat tekenen.- Ze kunnen het gehele lied meezingen.- Ze kunnen vertellen hoe advent wordt gevierd en wat de betekenis is van het licht (Jezus is het licht)- Ze kunnen vernoemen dat de geboorte van Jezus bijzonder was en dat Jezus de Zoon van God is.

Persoonlijke doelstellingen voor de student:Ik kan de aandacht vangen en richten d.m.v deze les.

Gebruikte bronnen:‘Kerstmis’ van Dick Bruna

22

Wat doen de kinderen? Timing: Wat doe ik? Hoe organiseer ik dat?

Inleiding:

Leerling/ openen: vertellen

De leerlingen vertellen wat ze de vorige les hebben geleerd/ onthouden hebben.

Ze luisteren naar het doel van de les.

Ze beantwoorden de vragen die ik ze stel over de kerststal.

10 min.Inleiding:

Korte terugblik op de vorige les.Ik geef ze aanwijzingen wanneer dit nodig is zoals: ‘Wat hebben jullie in de vorige les gedaan?’ ‘Welk verhaal heb ik toen voorgelezen?’

Dan vertel ik dat ik de kerststal van mij thuis heb meegenomen. Ik vertel dat ik straks een verhaal ga vertellen waarin deze stal ook voorkomt.

Dan vraag ik: ‘Wie staat er allemaal in de stal?’ ‘Waarom moesten ze in een stal overnachten?’ ‘Wie kwamen er allemaal op bezoek bij Jezus?’

Vervolgens vertel ik het doel van de les. Ik vertel dat ik ze het kerstverhaal ga voorlezen.

Inleiding:

De kinderen zitten in hun groepje op hun eigen plaats.

De kerststal heb ik van te voren al op een tafel gezet die in het midden van de klas staat.

Kern:

Leerstof/opnemen: luisteren

De leerlingen luisteren naar de luistervraag die ik ze stel.

Vervolgens luisteren ze naar het verhaal over

Kern: Kern:

De kinderen zitten in heterogene en heterogene groepjes.

De kinderen bekijken de platen van het boek op het digibord.

Van te voren heb ik het voorblad gemaakt

23

Jezus zijn geboorte dat wordt voorgelezen.

De leerlingen beantwoorden de vragen die ik ze stel over het verhaal.

Elk kind mag een stukje van het verhaal gaan tekenen. Ze zitten in groepjes bij elkaar en spreken af wie er wat gaat tekenen.

10 min

20 min.

Ik stel een luistervraag voorafgaand aan het verhaal.Ik vraag:´Welke geschenken namen de drie koningen mee?´ ‘Van wie is Jezus de zoon?’

Ik ga het verhaal voorlezen van Jezus zijn geboorte. Ik zorg ervoor dat ik bij het voorlezen mijn mimiek aanpas aan het verhaal. En dat ik intonatie gebruik in mijn stem. De platen van het verhaal komen steeds op het digibord te staan.

Ik stel tussendoor vragen over het verloop van het verhaal en samenvattende vragen.

Na afloop van het verhaal laat ik de kinderen de luistervraag beantwoorden. Ook stel ik nog een aantal andere vragen bijvoorbeeld: ´Hoe wisten de herders dat Jezus geboren was?’‘Hoe wisten de drie koningen dat Jezus geboren was?’‘Welke dieren stonden er bij de stal?’

Ik geef de opdracht dat de kinderen het verhaal mogen gaan uittekenen. Ik vertel dat het de bedoeling is dat iedereen uit het groepje een stuk uit het verhaal gaat tekenen. En dat ze zelf mogen kiezen welk stuk ze uit het verhaal willen tekenen. De kinderen spreken met hun groepje af wie er wat gaat tekenen.

Ik laat aan de kinderen het voorblad zien van

voor het verhaal. Ik laat de helper de tekenvellen uitdelen.

24

het verhaal dat ze gaan maken. Ik laat een kind benoemen van wie Jezus de zoon is.

Ik vertel de kinderen dat we in januari (na de kerstvakantie) de boekjes gaan nabespreken.

Verwerking / afsluiting

Ervaren: beleven

De kinderen vertellen hoeveel weken het nog duurt totdat het kerst is.

Ook kunnen ze vertellen hoeveel kaarsen er al aangestoken zijn en hoeveel er nog aangestoken worden.Ze kijken hoe ik de derde en vierde kaars aansteek.

Leerstof/ bewerken: oefenen

De kinderen zingen het liedje van de ‘Verlanglichtjes’. Eerst oefenen we het lied met de muziek erbij en zingen ze alleen het refrein.

5 min.

Verwerking / afsluiting:

Daarna vraag ik ze of ze weten waarom het kerstfeest het feest van het licht wordt

genoemd.En wat er gebeurt tijdens advent en hoeveel kaarsjes er nu al aangestoken zijn en hoeveel er nog aangestoken moeten worden.

Vervolgens steek ik de derde en vierde kaars aan en vraag ik aan de kinderen wanneer het kerst is.

Daarna zingen we samen het lied van de ‘Verlanglichtjes’ dit lied hebben ze in de vorige les al geoefend. We oefenen dit lied door eerst alleen het refrein te zingen. Vervolgens zingen ze het refrein en het eerste couplet en daarna wordt ook het tweede, derde en vierde couplet meegezongen.

Verwerking / afsluiting:

De kinderen steken in hun vinger op als ze iets willen vertellen.

Van te voren heb ik de kaarsjes klaargezet.

De tekst wordt uitgedeeld door de helper.

25

Vervolgens wordt het lied nogmaals gezongen maar dan zingen ze het eerste couplet mee. En ten slotte wordt ook het tweede refrein meegezongen. En de tweede keer zingen de kinderen het lied zelf.

5 min.

26

27

Reflectie van mijn lessenserie algemeen

De lessenserie verliep goed, omdat ik aan het begin van mijn lessenserie een duidelijke introductie heb gegeven. De kinderen zagen in het filmpje wat het onderwerp van mijn lessenserie was. Ze hebben daarna een collage gemaakt over kerst. De symbolen rondom kerst zijn besproken. In de tweede les heb ik het kerstverhaal aan de kinderen voorgelezen. En aan het einde van de les heb ik net als in de eerste les weer een kaarsje aangestoken voor advent. Ik heb dus een ritueel gebruikt in mijn lessen. En in de laatste les heb ik het kerstverhaal nogmaals voorgelezen maar deze keer had ik het verhaal van Dick Bruna voorgelezen. En de platen heb ik op het digibord laten zien, zodat het voor de kinderen boeiender werd. Daarna heb ik de kinderen een tekening laten maken over het verhaal. Deze tekening hebben we later gebundeld zodat er een verhaal van gemaakt kon worden. Ik heb voor afwisseling tijdens de lessen gezorgd. In de inleiding konden ze in de eerste les naar het filmpje kijken, in de tweede les werd er teruggeblikt op de eerste les. En in de derde les is de kerststal besproken en konden ze zien wie er allemaal in de kerststal stond. En tijdens de kern van de les hebben ze in de eerste les een collage gemaakt, in de tweede les hebben ze geluisterd naar een verhaal en in de derde les hebben ze een tekening gemaakt over een stukje van het verhaal. Als afsluiting hebben we steeds het lied van de verlanglichtjes gezongen. Dit ritueel voerden we altijd aan het einde van de les uit. Er werd dan ook steeds een kaarsje of meerdere aangestoken. De kinderen waren geïnteresseerd tijdens de lessen en ze waren actief bezig.

Reflectie a.d.h.v. de aandachtspunten van het WPA

Een leerpunt dat duidelijk naar voren kwam was het punt: beschrijft gedifferentieerde lesdoelstellingen van de lesactiviteit op drie niveaus (zwak, gemiddeld, sterk) naar gedrag, inhoud en didactische component of s.m.a.r.t.

Ik heb deze lessenserie gegeven aan de groepen 1 t/m 4. Ik vond het lastig om de doelstellingen te beschrijven, omdat er tussen deze groepen niveauverschillen zitten. Mijn mentor gaf na de eerste les aan dat ik deze moest aanpassen aan de verschillende niveaus van de klas. Dit heb ik daarna aangepast, zodat ze wel aansloten.

In de lessenserie moest ook omschreven worden op welke manier ik de verschillen tussen leerlingen op het gebied van niveau, interesse en tempo tegemoet zou komen. Ik heb geprobeerd om hier rekening mee te houden. Tijdens het maken van de collages heb ik ervoor gekozen om de kinderen van groep 3 en 4 bij een kin van groep 1/ 2 te laten zitten. Dit heb ik gedaan, zodat ze de kans kregen om samen te werken met elkaar. De kinderen uit groep 1/ 2 mochten de plaatjes scheuren of knippen. En de kinderen van groep 3/ 4 mochten er eventueel tekst bij schrijven en er een collage van maken. Zij hebben ook de collage gepresenteerd. Tijdens het vertellen van het verhaal heb ik gelet op mijn stemvolume en intonatie. Ook heb ik het verschil proberen te maken door het stellen van open en gesloten vragen. De kinderen uit groep 3 en 4 stelde ik meer open vragen dan de

kinderen uit groep 1 en 2. Dit is een verschil op het gebied van niveau. Tijdens de laatste les heb ik groep 3 en 4 een gestructureerde opdracht gegeven ieder kind moest een deel van het verhaal gaan uittekenen. Groep 1/ 2 heb ik zelf laten kiezen welk stuk van het verhaal ze wilden tekenen.

Ook vond ik het lastig om de problemen die kinderen konden ervaren tijdens deze lessen te beschrijven en de mogelijke leerhulp hierbij te bedenken.Bij een godsdienstlessenserie vind ik niet dat bepaalde antwoorden echt ‘goed’ of ‘fout’ kunnen zien. Ik vind dat er in deze lessenserie niets ‘fout’ of ‘goed’ is.

De individuele leerhulp waarvoor ik heb gekozen heeft niet direct iets te maken met godsdienst. Ik heb voorafgaand aan de lessen bedacht wat de kinderen nodig zouden hebben, bijvoorbeeld: een complimentje, Bijvoorbeeld : een complimentje, een time timer om te weten hoe lang ze nog aan de opdracht mogen werken, een loopronde enz.

Hoofdstuk 4

Visie op levensbeschouwing/godsdienst en identiteit van onderwijs

Mijn ouders hebben mij een Rooms- Katholieke opvoeding gegeven. Ik ben in de kerk gedoopt en heb daar mijn Communie en Vormsel gedaan. Op de basisschool kreeg ik godsdienstles. Daar heb ik goede herinneringen aan. De verhalen uit de bijbel vond ik boeiend. De leerkracht bracht de lessen op een aantrekkelijke manier. Ze maakte tijdens het vertellen van de verhalen gebruik van haar mimiek, stemvolume en intonatie. Het gebeurde regelmatig dat we een film over een van de bijbelverhalen kregen te zien, dat maakte de les visueel. Met het gezin gaan wij meestal 2 keer op een jaar naar de kerk. Door het volgen van deze lessen ben ik het geloof gaan waarderen. En ben ik meer te weten gekomen over het Rooms- Katholieke geloof. In de eerste jaren van de basisschool ging ik geregeld naar de kindernevendienst in de kerk. Met het gezin gaan wij meestal 2 keer op een jaar naar de kerk. Dit is tijdens Kerstmis en Pasen.

De vieringen op de basisschool zoals de paasviering en de kerstviering geven mij een prettig gevoel. Ik zat op een kleine basisschool, de vieringen werden met de hele school gevierd. Dit vond ik altijd erg leuk. Je voelde je dan verbonden met elkaar. Dit zie ik nu terug op mijn eigen stageschool. Dit is ook een kleine school en de vieringen worden ook met de hele school gezamenlijk gevierd. Tijdens de kerstviering hebben we een kerstverhaal uitgespeeld in de kerk. Elke leerling had een rol in dit verhaal, dat vond ik erg mooi. Op die manier was iedereen bij het verhaal betrokken. Er werd toen nauw samengewerkt met de vrijwilligers van de kerk. Zij gaven aan dat ze het fijn vonden dat wij ons kerstverhaal wilden uitspelen in de kerk. Er is toen afgesproken dat we met Pasen nogmaals een deel van de kerkdienst zouden verzorgen. Ik vind het bijzonder dat de kerk en basisschool op die manier samenwerken. De opkomst tijdens de kerkdienst was groot, hier waren beide partijen erg blij mee.

God heeft een plaats in mijn leven. Van jongs af aan ben ik betrokken bij het katholieke geloof. De verhalen in de bijbel vind ik interessant. Deze verhalen ervaar ik als zeer waardevol. Ik vind het fijn om de verhalen uit de bijbel aan anderen te vertellen en door te geven. Samen met de kinderen uit mijn stageklas zoeken we de achterliggende gedachten van het verhaal. Het is van belang dat kinderen zelf gaan nadenken over de verhalen en wat de achterliggende boodschap is. Ik wil de kinderen het gevoel van verbondenheid meegeven, zoals ik dat zelf ook ervaar tijdens vieringen op school.

Bronnen

Boeken

Bruna D, 1991, Kerstmis, Amsterdam, Mercis Publishing bv.

Nederlands bijbelgenootschap, 4e druk 1994, Kijkbijbel, Utrecht, Stichting Docete

Katholieke bijbelstichting Boxtel, 1987,Tielt, uitgever Lannoo

Internet sites

Advent in de Katholieke Kerk. (2011, december 2). Opgeroepen op januari 20, 2015, van Advent in de Katholiek Kerk: http://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/87812-advent-in-de-katholieke-kerk.html

Hydrangeo online. (sd). Opgeroepen op januari 20, 2015, van Hydrangeo online: http://www.hydrangeaonline.nl/index.php?pagina=showpagina&subcategorieid=103&categorieid=25

Schepper, B. d. (sd). St. Jozef School. Opgeroepen op januari 19, 2015, van St. Jozef School: http://www.bs-nn.nl/onderwijs/missie-en-visie/

Bijlagen bijbelverhalen

Voor het thema kerst heb ik gekozen voor de bijbelverhalen van Mattheüs ‘Christus’ geboorte’ en ‘Bezoek van de wijzen’. En het verhaal van Lucas ‘de herders’ uitgekozen.

Christus’ geboorteIn die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus, dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk. Deze volkstelling had voor het eerst plaats toen Quirinius landvoogd van Syrië was. Allen gingen op reis, ieder naar zijn eigen stad om zich te laten inschrijven. Ook Jozef trok op en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David, ging van Galilea uit de stad Nazaret naar Judea, naar de stad van David, Bethlehem geheten, om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was. Terwijl zij daar verbleven, brak het uur aan waarop zij moeder zou worden; zij bracht haar zoon ter wereld, haar eerstgeborene, wikkelde hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. (Lucas 2: 1-20)

Geboorte van JezusDe geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze. Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef, bleek zij, voordat ze gingen samenwonen, zwanger van de heilige geest. Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, dacht hij er over in stilte van haar te scheiden. Terwijl hij dit overwoog verscheen hem in een droom een engel van de Heer die tot hem sprak: Jozef, zoon van David, weest niet bevreesd, Maria, uw vrouw: tot u te nemen; het kind in haar schoot is van de heilige Geest. Zij zal een zon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden. Dit alles geschied, opdat vervuld zou worden wat de Heer gesproken heeft door de profeet, die zegt: Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen en men zal Hem de naam Immanuel geven. Dat is in vertaling: God met ons. Ontwaakt uit de slaap deed Jozef zoals de engel van de Heer hem bevolen had en nam zijn vrouw tot zich. Toch had hij geen gemeenschap met haar, totdat zij een zoon ter wereld bracht; en hij noemde Hem Jezus (Matteüs 2: 18-25).

De herders In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten. Plotseling stond een engel des Heren voor hen, en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door grote vrees werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor heel het volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe. Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare; zij verheerlijkten God met de woorden: Eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft. Zodra de engelen weer van hen waren heengegaan naar de hemel,

zeiden de herders tot elkaar: Kom, laten we naar Bethlehem gaan om te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons heeft bekend gemaakt. Ze haastten zich er heen en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag. Toen ze dit gezien hadden, maakten ze bekend wat hun over dit kind gezegd was. Allen die het hoorden stonden verwonderd over hetgeen de herders hun verhaalden. Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf. De herders keerden terug, terwijl zij God verheerlijkten en loofden om alles wat zij gehoord en gezien hadden; het was juist zoals hun gezegd was. Nadat de acht dagen voorbij waren en men Hem moest besnijden, ontving Hij de naam Jezus, zoals Hij door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen. (Lucas 2: 1-20)

Bezoek van de wijzenToen dan Jezus te Bethlehem in Juda geboren was ten tijde van Koning Herodus, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen: Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen. Toen koning Herodus dit hoorde, werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hoogpriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor, waar de Christus moest geboren worden. Zij antwoordden hem: Te Bethlehem in Juda. Zo immers staat er geschreven bij de profeet: En gij, Bethlehem, landsstreek van Juda, gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman tevoorschijn treden, die herder zal zijn over mijn volk Israël.Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Daarop zond hij hen naar Bethlehem met de opdracht: Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar dat Kind, en wanneer gij het gevonden hebt, bericht mij dan, opdat ook ik het hulde kan brengen.

Na de koning aanhoord te hebben vertrokken zij. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten tevoorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land. (Matteüs 2: 1-11)

Jezus wordt geborenKeizer Augustus in Rome geeft het bevel tot een volkstelling: ‘Iedereen in het Romeinse rijk moet zich laten inschrijven!’ Dat moet gebeuren in de plaats waar je familie vandaan komt. Zo moeten Maria en haar man Jozef op reis. Helemaal naar Bethlehem, want daar komt de familie van Jozef vandaan: daar is zijn verre voorvader, koning David, geboren!

In Bethlehem krijgt Maria haar kind in een stal, want in de herberg hadden ze geen plaats kunnen krijgen. Ze doet haar kind doeken om en legt het in een voerbak. In het veld buiten de stad zijn herders. In de nacht passen zij op hun schapen.

Ineens staat er een engel van de Heer in een stralend licht. Ze schrikken en worden heel erg bang, maar de engel zegt: ‘Wees niet bang, ik heb goed nieuws voor jullie. Vandaag in Bethlehem is een kind geboren: Jezus. Hij is de redder, Christus de Heer. Ga naar hem toe, hij ligt in een voerbak en is in doeken gewikkeld.’Plotseling zijn er nog veel meer engelen. Ze zingen: ‘Geef God in de hemel eer. De mensen op aarde geeft hij zijn vrede. Want hij heeft ze lief.’Dan zijn de engelen weg. ‘Kom’ zeggen de herders tegen elkaar. ‘Laten we naar Bethlehem gaan. Kijken wat er gebeurd is.’ Vlug lopen ze naar de stad.Ze vinden Maria en Jozef en het kind, dat in de voerbak ligt. Ze vertellen als wat de engel gezegd heeft. Er komen ook wijze mannen, uit een ver land. Ze hebben een bijzondere ster gezien en die ster gaat nu voor hen uit. De ster blijf stil staan boven Bethlehem. Boven het huis waar het kindje van Maria en Jozef is. De wijze mannen zijn erg blij. Ze gaan naar binnen. Daar zien ze het kind en Maria zijn moeder. Ze knielen diep voor hem neer. Ze openen hun kistjes met kostbare geschenken. Het is allemaal voor hem: goud, wierook en mirre. (Nederlands bijbelgenootschap, 1994)