daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient...

12

Click here to load reader

Transcript of daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient...

Page 1: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

Danique LeendersReflectie verslag Semester 22011-2012Pabo O1A

Page 2: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

Digitaal portfolio pabo 1 - 2011-2012

In pabo 1 zal dit jaar gestart worden met het werken met een digitaal portfolio. De eerste gegevens zullen er gezamenlijk ingezet worden, zodat je ervaart hoe je met het digitaal portfolio om moet gaan.

Aan het eind van semester 2 schrijf je een stagereflectieverslag. Dit wordt in het portfolio geplaatst, samen met het summatieve WPA. Hieronder vind je richtlijnen voor het schrijven van je verslag.

Functie van het reflectieverslag:

- Afronding van de stageperiode onderbouw d.m.v. reflectie- Doelen formuleren voor volgende periode (opstellen Persoonlijk

OntwikkelingsPlan)- Input voor functioneringsgesprek met SLC- Signaleringsmoment voor schrijfvaardigheid student

Input voor het reflectieverslag:

- Stagemap = map met alle lesvoorbereidingen, evaluaties en de aftekenlijst. Deze map ziet de stagebegeleider (en Oids) in tijdens stagebezoeken. Doel: alle opdrachten zitten overzichtelijk in één map en evaluaties worden structureel bijgehouden;

- Intervisiemomenten (en daaruit voortkomend verslag);- Docentcoachuren; - Beoordelingen (regelmatige afname WPA-algemeen: over hele

stageperiode zes keer)

Beoordelingscriteria: zie hieronder in het beoordelingsformulier.

Beoordelaar: de stagebegeleider leest het verslag en beoordeelt met een cijfer.

Praktische opzet van het reflectieverslag:

- Trebuchet 11- Maximaal zes A4- Correcte spelling en formulering

Page 3: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

- Inleverdatum: donderdag na de laatste stageweek staat het in het digitaal portfolio.

Inhoud/richtlijnen reflectieverslag:

Om een verslag te schrijven waarin je reflecteert op de gehele stageperiode, moet je met een helikopterview kunnen terugkijken op je stage. Het gaat in dit verslag dus niet om het weergeven van je lessen, maar het gaat om verbanden leggen, meer inzicht krijgen in het grotere geheel.

In je tweede reflectieverslag ga je antwoord geven op een aantal vragen. Deze vragen hebben betrekking op wat je voor de verschillende cursussen in de stage uitgevoerd hebt. Kijk goed naar de beoordelingscriteria, dan weet je wat er in het verslag van je verwacht wordt.

Page 4: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

Bouwcursus CU03598:

Beschrijf in je verslag wat je hebt gedaan aan onderstaande punten in de opdrachten vanuit de bouwcursus. Zorg ervoor dat tenminste een van de vakken beeldende vorming, drama of muziek aan de orde komt. Geef met voorbeelden aan wat al goed ging en wat nog beter kan.

1. Wat heb je gedaan om een veilige en betrouwbare leeromgeving voor oudere kinderen voor te bereiden, in te richten en te onderhouden? Wat ging al goed? Waarom ging het goed? Wat kan nog beter?

2. In hoeverre is het je gelukt om binnen die leeromgeving activiteiten veilig, ordelijk en boeiend te presenteren en instrueren? Wat ging al goed? Waarom ging het goed? Wat kan nog beter?

3. In hoeverre is het je gelukt om de kinderen te observeren en te begeleiden? Wat ging al goed? Waarom ging het goed? Wat vind je nog moeilijk?

Bouwcursus CU03545:

Beschrijf in je verslag wat je hebt gedaan aan onderstaande punten in de opdrachten vanuit de bouwcursus. Zorg ervoor dat tenminste een van de vakken aardrijkskunde, geschiedenis of ICT aan de orde komt. Geef met voorbeelden aan wat al goed ging en wat nog beter kan.

4. In hoeverre is het je gelukt om een methodeles te verrijken? Heb je materialen gekozen die passen bij de belevings- en leefwereld van de kinderen en bij de doelen van het vak? Wat lukte goed? Wat vind je nog moeilijk?

5. Wat heb je gedaan om ervoor te zorgen dat de kinderen betrokken zijn op elkaar? Wat ging al goed en wat kan nog beter?

Leergebiedcursus CU03543:

Beschrijf in je verslag wat je hebt gedaan aan onderstaande punten in de opdrachten vanuit de leergebiedcursus. Geef met voorbeelden aan wat al goed ging en wat nog beter kan.

6. Is het je gelukt een geschikt boek te kiezen voor je boekpromotie? Wat ging goed tijdens de boekpromotie? Wat vind je nog moeilijk?

7. Wat heb je geleerd van het observeren van een rekenles uit de methode van je mentor? Lukt het al om dat zelf ook toe te passen?

8. Beschrijf het verschil tussen een van je eerste methodelessen en je latere methodelessen voor taal of rekenen. Verklaar ook waarom dat zo is.

Algemeen

9. In dit semester werden de stageopdrachten vaker uitgevoerd in de gehele groep en niet meer in een klein groepje. Lukte jou dat? Wat vind je nog moeilijk bij het lesgeven aan de hele groep?

10.Analyseer je WPA’s. Wat is je sterke punt binnen: voorbereiding, interactie, management, didactiek en reflectie? En wat is je zwakke punt?

Page 5: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

11.Hoe kwam het dat bepaalde (delen van) activiteiten lukten of juist niet lukten en is dit te linken aan jouw net genoemde sterke en zwakke punt? Leg verbanden!

12.Past het beroep bij jou, past lesgeven in de bovenbouw bij jou?13.Formuleer drie leerdoelen voor de volgende stageperiode en geef aan wat

je er concreet aan wilt doen om die te bereiken.

Voeg de ingevulde stagekaart (blz. 4 van je Stagedagboek) toe aan dit verslag.

Reflectieverslag pabo-1, p2-fase

Naam:

School: groep:

Stagebegeleider:

Beoordelingsformulier reflectieverslag p2-fase

Algemene structuur en taalgebruik

Opmerkingen/aandachtspunten

1. Stagekaart is bijgevoegd en alle stageopdrachten zijn uitgevoerd

Ja Nee

2. De lay-out is overzichtelijk en verzorgd.

Ja Nee

3. Er is sprake van correcte toepassing van regels op het gebied van spelling, grammatica en interpunctie.

Ja Ne

4. Er is sprake van een heldere formulering, met juiste argumentatie(s).

Ja Nee

Inhoud Ja Nee

1. Er is antwoord gegeven op alle 13 vragen.

2. De student geeft voorbeelden uit alle drie de cursussen.

1 2 3 4 5 Opmerkingen/aandachtspunten

Page 6: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

3. Er is sprake van het leggen van verbanden.

4. De student kan verwoorden op welke punten zijn onderwijs verbeterd zou kunnen worden.

5. In het verslag maakt de student duidelijk wat zijn sterke en minder sterke punten zijn.

6. Er zijn drie SMART-doelen geformuleerd die logisch volgen uit de minder sterke kanten van de student.

Page 7: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

BeoordelingschaalKwalificatie Omschrijving

1 Student laat gedrag, omschreven in beoordelingscriterium, nooit zien

2 Student laat gedrag, omschreven in beoordelingscriterium, soms zien

3 Student laat gedrag, omschreven in beoordelingscriterium, overwegend zien

4 Student laat gedrag, omschreven in beoordelingscriterium, vaak zien

5 Student laat gedrag, omschreven in beoordelingscriterium, altijd zien

Weging bij de beoordeling Om voor een eindcijfer in aanmerking te komen dient aan alle onderdelen

van de algemene structuur en taalgebruik, te zijn ‘voldaan’. Voor inhoud, dient aan vraag 1 en 2 te zijn ‘voldaan’. Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde

score van minstens 3.0 te halen om een voldoende beoordeling te kunnen krijgen.

Berekening van het eindcijfer :- de scores bij de inhoud van het verslag worden opgeteld en gedeeld door 4waarbij de volgende beslisregels gelden voor de toekenning van een

eindcijfer: 1.00 – <1.75 = 1 1.75 - <2.00= 2 2.00 - <2.40= 3 2.40 - <2.75= 4 2.75 - <3.00= 5 3.00 – <3.40 = 6 3.40 – <3.80 = 7 3.80 - <4.0 = 8 4.00 - <4.50 = 9 4.50 - <10 = 9,5 10 = 10

Eindcijfer:

Page 8: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

Paraaf beoordelende docent:

Datum:

Reflectie verslagBouwcursus CU03598

Bij de vakken beeldende vorming, drama en muziek was ik erg vrij in de opdrachten die ik heb mogen doen. Daardoor kon ik de opdrachten aanpassen aan de kinderen. Deze vakken heb ik ook pas uitgevoerd na een aantal weken, omdat ik zo de klas eerst beter kon leren kennen en dus wist hoe gesloten of open de opdrachten konden worden. Bij het vak drama heb ik vooral opdrachten gebruikt die in mijn eigen lessen werden uitgevoerd. De docent vertelde tijdens die lessen wat eventuele loop- of lukproblemen konden zijn en daar heb ik rekening mee gehouden voor tijdens mijn eigen lessen in mijn stageklas. Ik heb als eerst ook gebruik gemaakt van groepsopdrachten, zodat de kinderen niet alleen voor de klas hoefde staan. Tijdens de lessen zelf heb ik de kinderen proberen te helpen door af en toe voorbeelden te geven of opties door te fluisteren. De eerste les ging niet zo goed als de lessen die daarop volgde. Dit kwam omdat ik de orde had verloren naar mate de activiteit. De andere twee lessen bij het vak drama gingen al stukken beter. Samen met mijn mentor hadden we de eerste les besproken en hier had ik mijn twee volgende lessen op aangepast. Bij deze lessen had ik aan het begin van de les de regels en afspraken met de kinderen doorgenomen, hierdoor wisten ze waar ze aan toe waren en kon ik elke keer als het te druk werd, de kinderen op de regels en afspraken wijzen.Bij het vak beeldende vorming verliepen de lessen eigenlijk wel altijd goed. Ik heb ervoor gekozen om deze twee opdrachten tijdens de laatste twee stageweken te doen. Ik moest iets verzinnen voor het Vaderdagcadeau en dit was uiteindelijk en groot succes. Alle kinderen waren enthousiast en ook waren zij klaar binnen de gestelde tijd. Dat komt omdat ik weer duidelijk had aangegeven wat ik verwachtte van de kinderen.Op mijn stageschool is er een muziek docent. Dit betekent dat de kinderen één keer per week muziek les krijgen. De lessen dat de muziek docent er was, heb ik goed gekeken hoe zijn les in elkaar stak. Ik lette op de kinderen, want hoe reageerde zij op zijn les. Het viel me op dat de kinderen de liedjes de ene week erg leuk vonden en de andere week waren ze niet erg enthousiast tijdens de les. Ik vond het dus er moeilijk om een lied te bedenken die ik de kinderen zou aanleren. Uiteindelijk is zijn deze lessen ook niet soepel verlopen. Er was veel onrust en veel vraagtekens bij de kinderen. Ik heb ook deze stage opdrachten pas in de laatste weken uitgevoerd, omdat ik hier ook erg tegen op keek. Mijn mentor gaf als feedback dat ik beter liedjes kan kiezen die wat makkelijker en korter zijn. Zo sta ik ook met meer zelfvertrouwen voor de klas.

Bouwcursus CU03545

Het was erg leuk om de vakken aardrijkskunde en geschiedenis te geven. Dit kwam omdat je de kinderen zoveel leert en kan uitdagen tijdens zo’n les. Het lukte daarom ook om een methodeles te verrijken. Het gebruik van het digibord was hierbij eigenlijk onmisbaar. Tijdens de lessen geschiedenis vonden de kinderen het erg boeiend om extra beeldmateriaal te zien. Zo kon je een les enorm uitbreiden. Op internet zocht ik afbeeldingen van het onderwerp en deze zette ik dan in een mooi bestand in bijvoorbeeld Powerpoint. Tijdens het doornemen van de informatie uit het tekstboek, liet ik dan tussendoor een afbeelding zien en deze beschreef ik of ik vroeg aan de kinderen of ze wisten wat het was. Wat is wat lastiger vond is de vragen vanuit de kinderen. Er zaten wel eens vragen bij waar ik geen antwoord op wist. De eerste geschiedenis les vond ik dat erg moeilijk, want hoe moest ik nu reageren op die kinderen. Na dat ik de les had besproken met mijn mentor vertelde hij mij hoe ik deze situatie kan oplossen. Als ik iets echt niet weet dan vertel ik dat gewoon tegen de

Page 9: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

kinderen en als het een dringende vraag is kan ik het altijd opzoeken. Dit gaf veel geruststelling voor de volgende les, want nu wist ik wat voor vragen ze konden gaan stellen en ook wat ik moest doen als ik een antwoord niet wist. Als de kinderen hoorden of zagen dat we het vak aardrijkskunde gingen doen, dan waren de kinderen niet echt positief. Ik kreeg de opdracht van mijn mentor om een opdracht te verzinnen over het hoofdstuk. Ik hab gezorgd voor een groepsopdracht, zodat de kinderen gingen samenwerken. Ze gingen aan de slag met het maken van een eigen product. De kinderen mochten gebruik maken van de computer, maar moesten vooral met elkaar aan de slag. Mijn instructie over deze opdracht was erg goed, dus de kinderen konden meteen aan de slag. Het paste erg in de belevings- en leefwereld van de kinderen. Aan het einde van de stage periode heb ik zelf ook gemerkt dat de lessen steeds beter gingen. Ik wist steeds beter wat de kinderen konden vragen, wat ik kon verwachten tijdens een les ( qua stof), wat de doelstellingen waren van een les en hoe ik dit allemaal kon overbrengen naar de kinderen.

Leergebiedcursus CU03543

Bij deze cursus was het gunstig dat het veel verschillende lessen waren die je moest uitvoeren tijdens de stage. Bij het vak Nederlands in het algemeen had je veel verschillende opdrachten. Eén opdracht daarvan was de boekpromotie. Voor ik deze opdracht had uitgevoerd, had ik eerst rondgevraagd in de klas van wat voor boeken ze houden. Uiteindelijk is het me gelukt om een geschikt boek te kiezen. Een boek dat voor de jongens en meisjes even leuk zou zijn. (De flat van Fatima – Janneke Schotveld)Ik heb een aantal kinderen zeker enthousiast gemaakt om dit boek uiteindelijk te gaan lezen. Het boek heeft een aantal weken in de klas gelegen en 2 kinderen hebben het boek in die tussentijd gelezen. Wat ik moeilijk vond was de voorbereiding, want ik wist niet goed hoe ik dit moest aanpakken. Ik was bang dat het geen boekpromotie werd, maar meer een boekenbeurt en dat was niet de bedoeling. Uiteindelijk vond mijn mentor het hartstikke goed gaan en ook vanuit de kinderen bleek dat ze het een leuk boek vonden.In het begin van mijn stage in de bovenbouw lette ik vooral op de verschillen tussen de bovenbouw en onderbouw. Ook bij het vak rekenen. Het niveau ligt in de bovenbouw stukken hoger en ook de instructie en uitleg van de sommen is een groot verschil. Tijdens de instructie in de bovenbouw zijn er kinderen die het snappen en kinderen die het niet snappen. Ik heb geleerd hoe je hier mee om kan gaan. Tijdens de uitleg van de sommen merk je dat er kinderen zijn die het snappen en zij gaan zich vervelen, omdat het tempo van de kinderen die het niet snappen te laag ligt. De kinderen die al wat verder zijn met rekenen en de nieuwe (of oude) som door hebben, kunnen zelfstandig aan de slag gaan. De eerste lessen is dit nog niet gelukt om dit toe te passen. Ik was meer bezig om de som door de hele klas te laten snappen. Uiteindelijk werkte dit niet en liep de les niet. Bij mijn laatste methode les heb ik hier extra op gelet en nu ging het ook een stuk beter. De les was minder rommeliger. Na een tijd snapte veel kinderen de som nog steeds niet en heb ik aangegeven dat we hier de volgende keer gewoon weer mee verder gaan. Zo raken de kinderen niet in paniek en kan de les ook stop gezet worden na een (gestelde) tijd.

Algemeen

In dit semester werden de stage opdrachten vaker uitgevoerd in de hele groep. Dit was in het begin wat lastiger, omdat je nu alleen voor een groep beginnende pubers stond. Het lukte me wel, ook al struikelde ik in het begin vaak over mijn woorden. Uiteindelijk was dit alleen maar een goede oefening en ging het na een tijd al stukken beter. Je leert de groep kennen, maar ook de kinderen en hoe zij reageren op situaties. Hetgeen wat ik moeilijk vind is het niveau verschil tussen de kinderen te onderscheiden. Vooral bij vakken als rekenen en Nederlands merk je dat er kinderen zijn die de stof niet doorhebben en kinderen die zich vervelen omdat de stof te makkelijk is. Daardoor weet ik niet goed in te schatten hoe ik dan een les kan voortzetten. Mijn mentor heeft daarbij wel veel instructie gegeven, maar hierin moet ik mezelf nog ontwikkelen.

Page 10: daniqueleenders.files.wordpress.com…  · Web view · 2012-06-18Voor inhoud, vraag 3 t/m 6 dient de student tenminste een gemiddelde score van minstens 3.0 te halen om een voldoende

Als ik kijk naar de WPA’s zie ik een duidelijk verschil in mijn sterke en zwakke punten. Mijn zwakke punt was vooral de voorbereiding. Hiermee bedoel ik niet de voorbereiding van mijn les in het algemeen, maar ik vind het erg lastig om mijn lesdoel goed te formuleren. Ook vind ik het erg lastig om in een lesvoorbereiding aan te geven wat de kinderen doen. Ik schrijf alles op vanuit mijn perspectief, terwijl dit juist vanuit de kinderen moet worden gezien. Wat mijn sterkste punt is de interactie. Ik kan de kinderen gemakkelijk motiveren en gemotiveerd houden. Ik beweeg mezelf veel in de klas en houd iedereen in de gaten tijdens de les. Ik kan goed inspelen op vragen, maar ook vragen uitlokken bij de kinderen. Hierbij heeft mijn mentor wel enorm geholpen. Soms twijfelde ik wel eens wat ik moest vertellen tegen de kinderen als ik iets niet wist. Mijn mentor vertelde mij dat ik dit gewoon kon zeggen tegen de kinderen en uiteindelijk heb ik zelf gemerkt dat dit werkt. Het beroep past absoluut bij mij en ook de bovenbouw is mijn uitdaging. Ik merk dat de manier van omgaan met de leerlingen me erg bevalt. Ook de lessen die ze krijgen en de zelfstandigheid van de kinderen. Ik voelde mezelf erg gemakkelijk in deze groep en kan ook niet wachten op het nieuwe semester in de bovenbouw.

Leerdoelen:

- Ik wil leren omgaan met de nieuwe doelgroep In het nieuwe schooljaar ga ik naar een hele andere soort basisschool toe om stage te lopen. Ik wil hier goed mee kunnen omgaan door mezelf hierin te verdiepen nog voor het schooljaar begint. Hier ben ik al mee bezig door op internet en via de schoolsite informatie te zoeken van een Montessori school.

- Ik wil discipline creëren en dit ook vasthouden tijdens mijn lessen Van mijn mentor heb ik geleerd hoe je dit het best kan aanpakken. Ik wil zien of deze techniek ook werkt in mijn nieuwe stageklas. Als ik zie dat dit niet het geval is, ga ik goed observeren hoe mijn nieuwe mentor dit aanpakt.

- Ik wil goede lesdoelen kunnen koppelen aan mijn lessen Door het lesdoel goed te formuleren, weet je wat de uiteindelijke doel is van de les. Op school gaan we hier nog aan werken en tijdens deze lessen zal ik ook extra hulp vragen, want dit vind ik een lastig onderdeel.