· Web viewvmbo k ader b eroepsgerichte leerweg als onderdeel van het examenreglement 2019-2020...

21
Examenwijzer Dunamare Onderwijsgroep een examenwijzer (school)exame ns vmbo kader beroepsgerich te leerweg als onderdeel van het examenreglement

Transcript of  · Web viewvmbo k ader b eroepsgerichte leerweg als onderdeel van het examenreglement 2019-2020...

een examenwijzer (school)examens vmbo kader beroepsgerichte leerweg

als onderdeel van het examenreglement

2019-2020

ExamenwijzerDunamare Onderwijsgroep

Inhoudsopgave

1. Examenwijzer VMBO (kaderberoepsgerichte leerweg)1.1 Inleiding voor leerlingen en ouders/verzorgers1.2 Begripsbepaling1.3 Het examen1.4 De inhoud van het examen1.5 De organisatie van het examen1.6 Taken en verantwoordelijkheden1.7 Overige afspraken

1.8 Tot slot

2. Examenreglement

3. PTA (zelf toevoegen door de school)

1. Examenwijzer VMBO (kaderberoepsgerichte leerweg)1.1 Toelichting voor leerlingen en ouders/verzorgers

Beste leerlingen en ouders/verzorgers,

Voor een goed verloop van de (school)examens is het noodzakelijk dat jij en je ouders/verzorgers volledig geïnformeerd zijn over de gang van zaken rond de (school)examens.

Het doel van deze examenwijzer is om iedereen de noodzakelijke informatie te verstrekken.

Kortom een handleiding voor iedereen die bij het examen betrokken is. De examenwijzer bestaat uit meerdere delen. De eerste delen gaan over algemene informatie voor de leerlingen en ouders. Het tweede deel bevat het examenreglement. Het derde deel bevat het “programma van toetsing en afsluiting” waarin per vak is aangegeven welke toetsen en opdrachten onderdeel zijn van het schoolexamen. De docent/examinator moet zich houden aan de beschreven leerstof en aan de vermelde toetsen en opdrachten.

In dit boekwerk is geprobeerd alle regels en bestaande afspraken over het (school)examen bij elkaar te brengen. Dit betekent, dat niet alleen de door het ministerie vastgestelde regelgeving is verwerkt, maar ook de door de school gemaakte eigen keuzes zijn opgenomen. Mocht de examenwijzer strijdig zijn met het examenreglement, dan is het examenreglement leidend.

Het is belangrijk dat jij en je ouders/verzorgers deze examenwijzer goed doorlezen. Bewaar dit boekje goed. Je zult het regelmatig nodig hebben.

Veel succes.

M.G. de Vries

Examensecretaris Daaf Gelukschool en Vestiging Gunning op de Daaf Geluk

1.2 Begripsbepaling

Een omschrijving van de binnen de school gehanteerde begrippen:

· Examenreglement-document met de formele regels van het examen

· Examenwijzer-beschrijving van het examen, zoals dat door de school is vormgegeven.

· Examendossier-het overzicht van het door een kandidaat in het kader van het examen gemaakte werk en uitgevoerde opdrachten.

· Examensecretaris-het personeelslid dat belast is met de coördinatie van activiteiten en processen van het examen.

· Afronden van cijfers- afronding op één decimaal: ”.,450”= of hoger, wordt “,5 ; “ ..,449 of lager wordt “,4” afronding op een heel cijfer: bij “..,50” of hoger naar boven; bij “..,49” of lager naar beneden.

· Afvinken- niet alle onderdelen van het schoolexamen worden met een cijfer beoordeeld; indien het resultaat dat toelaat kan de beoordeling “naar

behoren voldaan” of “voldoende” worden gegeven; (bijvoorbeeld bij handelingsopdrachten); dit is “afvinken”; in het PTA, in de kolom “score”, wordt dit aangeduid met “moet voldoende zijn” of “v/o”.

· Antwoordmodel- opsomming van goede, minder goede of foute antwoorden bij open vragen als richtlijn voor de beoordelaar; het is een onderdeel van het correctievoorschrift.

· Beoordelingscriterium - kenmerk waarop de prestaties van de kandidaat worden beoordeeld.

· Beoordelingsinstructie- algemene richtlijnen voor beoordelaars over de wijze waarop prestaties van de kandidaat beoordeeld moeten worden.

· CE = centraal examen- het gedeelte van het examen dat als zodanig in het examenprogramma is aangeduid; het wordt gekenmerkt door landelijke standaardisering van opgaven, afnamecondities en beoordeling;

CSE = Centraal Schriftelijk Examen

CSPE – Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen

· CKV of KV1- culturele en kunstzinnige vorming, een verplicht vak binnen de leerwegen van het vmbo.

· Eindtermen- omschreven kwaliteiten die een overzicht geven van kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshoudingen waarover de kandidaat na afronding van een opleiding dient te beschikken.

· Handelingsdeel- handelingsopdracht voor de leerling waarbij niet het niveau van presteren telt, maar het opdoen van ervaring; de opdracht wordt afgevinkt.

· Praktijktoets-praktijkopdracht, waarbij het gaat om vaardigheden en/of het vervaardigen van een product.

· Profielwerkstuk-door kandidaten van de gemengde leerweg te maken werkstuk, dat vakoverstijgende thematiek behandelt, die past binnen het profiel of een combinatie van profielen.

· Schoolwerk-een onderdeel van het PTA dat daar als zodanig wordt genoemd; het bestaat uit het gemiddelde van alle cijfermatige beoordelingen, zoals deze plaats vinden tijdens het leerproces (mondelinge/schriftelijke overhoringen, huiswerk, proefwerken en andere opdrachten); het (gemiddeld) cijfer voor schoolwerk kan worden opgenomen in het PTA.

· SE = schoolexamen- het deel van het examen dat als zodanig in het examenprogramma is opgenomen; de invulling en de vaststelling van de onderdelen van het schoolexamen behoren tot de verantwoordelijkheid van de school.

· Studiewijzer-een overzicht waarbij per schoolperiode per vak de te behandelen stof, proefwerken e.d. is opgenomen.

· Toets- een geheel van schriftelijk of mondeling te maken vragen en opdrachten, dat aan een cijfermatige beoordeling is onderworpen en als zodanig is vermeld in het PTA; gezien het belang van het hanteren van eenduidige begrippen dienen termen als proefwerk, repetitie en/of tentamen te worden vermeden.

1.3 Het examen

· De opbouw van het examen -het examen vmbo bestaat per vak of programma uit een schoolexamen en een centraal examen. De volgende vakken kennen uitsluitend een schoolexamen: maatschappijleer-1, lichamelijke opvoeding, de beroepsgerichte keuzevakken en het kunstvak CKV/KV1. Verder is het voor leerlingen van het vmbo verplicht de rekentoets te maken. De uitslag van de rekentoets maakt echter geen deel uit van de zak -slaagregeling.

Het centraal examen bestaat uit -een toets waarbij de kandidaten vragen en opdrachten schriftelijk of met behulp van de computer maken, -een beoordeling aan de hand van een bindend correctievoorschrift of beoordelingsmodel, -tweede correctie door gecommitteerde.

Het CSPE -voor kandidaten in de kaderberoepsgerichte leerweg geldt dat de beroepsgerichte profielvakken worden getoetst met een Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen (CSPE).

Het schoolexamen – dit is een combinatie van schriftelijke en mondelinge toetsen, aan de hand van correctievoorschift met puntenverdeling en praktische opdrachten in de vorm van presentatie of werkstuk conform PTA. .

· Het examendossier - de school verstaat hieronder:

het examendossier geeft inzicht in alle activiteiten van de leerling in het kader van het examen. Het examendossier wordt gespreid over het derde en vierde leerjaar. PTA, overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde opdrachten, overzicht van behaalde resultaten en vorderingen, informatie over handelingsdeel.

· Het eindcijfer - het eindcijfer komt tot stand:

per vak of programma wordt het cijfer voor het schoolexamen gecombineerd met het cijfer voor het centraal examen. Voor alle leerwegen in het vmbo bepalen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen, elk voor de helft, het eindcijfer. De verschillende onderdelen van het PTA dienen een evenwichtige bijdrage te leveren aan het uiteindelijke cijfer voor het schoolexamen. In het PTA legt de school de weging van de verschillende onderdelen vast.

· Uitslagregeling – Eindexamenbesluit VO artikel 49:

1 De kandidaat die het eindexamen van een leerweg in het vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien:

· a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is;

· b. hij voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en de rekentoets heeft afgelegd;

· c. hij onverminderd onderdeel b:

· 1°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald;

· 2°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald; of

· 3°. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald;

· d. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in het derde of vierde lid, lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald;

· e. hij voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald; en

· f. als het een eindexamen gemengde of theoretische leerweg betreft: hij voor het profielwerkstuk de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald.

2 Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, onderdeel c, wordt in de theoretische leerweg het eindcijfer van een profielvak of beroepsgericht keuzevak behorende tot het eindexamen van de gemengde leerweg als bedoeld in artikel 25 niet betrokken, tenzij deze vakken samen tenminste een volledig beroepsgericht programma als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onderdeel d, vormen. In dat geval is het vierde lid van overeenkomstige toepassing.

3 Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, onderdeel c, wordt in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg het gemiddelde van de eindcijfers van alle beroepsgerichte keuzevakken aangemerkt als het eindcijfer van één vak.

4 De directeur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het derde en vierde lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.

5 In afwijking van het eerste lid, is de kandidaat die het eindexamen vmbo in de basisberoepsgerichte leerweg heeft afgelegd ter afsluiting van een leerwerktraject als bedoeld in artikel 10b1 van de wet geslaagd indien:

· a. hij voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 6 of meer heeft behaald en de rekentoets heeft afgelegd;

· b. hij voor het profielvak als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; en

· c. hij als eindcijfer, bedoeld in het derde lid, 6 of meer heeft behaald.

Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen vormen van de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b van de wet, zijn het eerste en derde lid van overeenkomstige toepassing.

6 Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag zijn vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan de kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid, geen toepassing vindt.

· Herkansingen en inhalen van het centraal schriftelijk examen

Leerlingen kunnen, nadat zij een volledig examen hebben afgelegd, in één vak centraal schriftelijk herexamen doen.

Indien naar het oordeel van de voorzitter van de examencommissie er geldige redenen zijn dat een kandidaat één of meerdere onderdelen van het centraal examen niet heeft kunnen afleggen, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld de niet gemaakte onderdelen in een volgend tijdvak af te leggen.

Wanneer een CSPE opdracht als onvoldoende wordt beoordeeld, stelt de eerste corrector in overleg met de tweede corrector vast wat de leerling alsnog moet doen om te voldoen aan de eisen van de opdracht. Indien dit naar het oordeel van de examencommissie zinvol en haalbaar is, stelt deze de kandidaat in staat om voor het CSPE aan een (gedeeltelijke) herkansing deel te nemen.

Het examenreglement biedt leerlingen ook mogelijkheden onderdelen van het schoolexamen te herkansen. In artikel herkansingen en inhalen van het schoolexamen wordt hier verder op in gegaan, tevens wordt hier de inhaalregeling voor onderdelen van het schoolexamen omschreven.

· Maatwerkdiploma

Wanneer vakken op een hoger niveau worden aangeboden, dient het programma van toetsing en afsluiting aangepast te worden. Op het eindexamendiploma wordt een aanvulling op de titel vermeld ‘met vak(ken) op een hoger niveau’ en vermelding van het aantal vakken. De specifieke vakken die het betreft staan op de cijferlijst.

De school (de directeur) beslist beargumenteerd of een leerling een vak op een hoger niveau mag volgen en afsluiten en doet dit in overleg met betrokken docenten, leerlingen en ouders.

Er is een ‘terugvaloptie’ bij vakken op een hoger niveau van kracht. Dit houdt in dat wanneer een examen op een hoger niveau niet of niet naar tevredenheid gehaald wordt in het eerste tijdvak, een leerling alsnog examen mag afleggen op het eigen niveau in het tweede of derde tijdvak (definitie tijdvakken geldend volgens Examenbesluit VO). Deze mogelijkheid ‘tot terugval’ wordt niet als een herkansing gezien. Als er gekozen is voor het gebruik maken van de terugvaloptie, dan telt dat cijfer mee bij de uitslagbepaling. Het resultaat van het schoolexamen dat behaald is op het hogere niveau blijft staan en wordt onveranderd overgenomen als schoolexamencijfer van het geëigende niveau.

Leerlingen kunnen ook extra vakken volgen op een lager niveau, dan het niveau van de schoolsoort of leerweg waarvoor de leerling staat ingeschreven. Dat kan ook een praktijk- of beroepsgericht zijn. Het vak dient nadrukkelijk bovenop het reguliere programma te worden gevolgd en niet in plaats van een ander vak. Daarnaast kunnen leerlingen examen doen in extra vakken op hun eigen niveau bovenop hun minimale vakkenpakket.

· Geen diploma

Bij uitstroom zonder diploma in de kaderberoepsgerichte leerweg wordt een certificaat en een bijbehorende cijferlijst uitgereikt.

· Onregelmatigheden

Er sprake is van onregelmatigheden als een leerling bijvoorbeeld zonder geldige reden afwezig is geweest bij een examen of heeft afgekeken. De bepalingen hierover zijn opgenomen in het artikel onregelmatigheden in het examenreglement.

· Het examenreglement

Het examenreglement is een algemeen document van de school. Het bevat een algemene beschrijving en de bijbehorende richtlijnen met betrekking tot de organisatie van het examen en het verloop van de toetsing op school. In het reglement zijn ook de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van iedereen die bij het examen betrokken is, opgenomen.

Het reglement heeft betrekking op zowel het schoolexamen als het centraal examen en wordt vastgesteld door het bevoegd gezag van de school. Voor de aanvang van het examen wordt dit reglement aan zowel de kandidaten als andere bij het examen betrokkenen uitgereikt.

1.4 De inhoud van het examen

· De examenvakken

De twee vakken Nederlands en Engels worden het gemeenschappelijke deel genoemd en Maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en CKV of KV1worden het verplichte deel :

· Nederlands

· Engels

· Maatschappijleer

· Lichamelijke opvoeding

Profielen

Aan het eind van het tweede leerjaar kiest elke leerling binnen het vmbo een profiel. In de kaderberoepsgerichte leerweg kiest de leerling voor één van tien profielen.

· Economie en ondernemen (E&O)

Het profielvak wordt centraal geëxamineerd met een Centraal Schriftelijk Praktisch Examen CSPE).

Profielgebonden AVO-vakken

Elk profiel kent een aantal verplichte vakken, de zogenaamde profielgebonden AVO-vakken:

· EO: economie en keuze uit een moderne vreemde taal (Duits) of wiskunde

Keuzevakken

Bij elk profiel vak is een aantal keuzevakken ontwikkeld. Een leerling in de kaderberoepsgerichte leerweg kiest ten minste vier keuzevakken. Deze keuzedelen sluiten aan bij het profiel, maar kunnen ook bij een ander profiel horen. De keuzedelen van het beroepsgerichte programma worden afgesloten met een schoolexamen.

· Kaderberoepsgerichte leerweg: vier beroepsgerichte keuzevakken

Profiel:

Gemeensch. en verplicht deel

Verplicht vak 1:

Verplicht vak 2:

EO

Ne, En, Ma1, LO, CKV/KV1

Economie

Wiskunde of Duits

Schema: examenvakken

· Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Het PTA is een document van de school, waarin per vak een overzicht wordt gegeven van de toetsen en opdrachten die horen bij het schoolexamen.

In het PTA staat vermeld:

- de toetsen die deel uit maken van het schoolexamen;

- de leerstof die getoetst wordt;

- de eindtermen waarop deze toets betrekking heeft;

- de wijze waarop de toetsing plaatsvindt;

- de tijd die beschikbaar is voor de toets;

- de planning van de toetsen;

- de weging van de verschillende onderdelen voor het bepalen van het eindcijfer van het

schoolexamen.

Naast toetsen van een bepaald vak die meer theoretisch van aard zijn, kunnen er ook praktische opdrachten deel uitmaken van het PTA. Denk bijvoorbeeld aan een practicum, een presentatie of een werkstuk.

1.5 De organisatie van het examen

Door het bevoegd gezag is de verantwoordelijkheid voor het gehele examen gedelegeerd aan de directie van de school. De examensecretaris is verantwoordelijk voor de organisatie van het examen en is aangewezen door de directeur (zie ook Examenreglement artikel verantwoordelijke personen). Zie verder voor een omschrijving van taken en verantwoordelijkheden.

· Planning van de toetsen

De datum waarop een toets wordt afgenomen wordt bepaald door de examinator (vakdocent). Deze draagt de zorg dat de vermelde toetsen in het PTA in de juiste periode worden afgenomen.

Verder is afgesproken , dat leerlingen per dag niet meer dan 2 en per week niet meer dan 5 toetsen krijgen, die in het PTA worden genoemd en die voorbereiding vragen. In een toetsweek kun je natuurlijk meer toetsen per dag en per week hebben.

De planning van de toetsen moet in overeenstemming zijn met het pta en het toetsbeleid van de school.

· Aanvang examenprogramma

Na aanvang van het examenprogramma is een vakwisseling niet zonder meer mogelijk. De start van het derde leerjaar is immers tegelijkertijd het begin van het examen. Afhankelijk van onder andere de persoonlijke situatie en behaalde resultaten kan eventueel een ‘persoonlijk’ schakelprogramma worden vastgesteld door de examencommissie.

Indien daartoe redenen aanwezig zijn, kan de directie in bijzondere situaties van het bovenstaande afwijken en een tussentijdse plaatsing in een examenjaar toestaan. In al deze gevallen moet onderzocht worden welke resultaten kunnen meetellen voor het examen- dossier. Zo nodig kunnen één of meerdere toetsen worden afgenomen ter vervanging van onderdelen van het examendossier vmbo-3. Voorstellen hiertoe moeten ter goedkeuring worden voorgelegd aan de voorzitter van de examencommissie (de directeur). Op dezelfde wijze kan ook gehandeld worden bij verhuisgevallen.

· Het toets -en examenrooster

In het PTA staan de periodes vermeld, waarin een bepaalde toets wordt afgenomen of waarin een bepaalde opdracht dient te zijn afgerond. Aanvullende, meer exacte afspraken moeten vroegtijdig (tenminste twee weken) door de docent worden gemaakt.

Voor de toetsweken en het centraal examen wordt een rooster opgesteld. Dit rooster dient elke leerling tenminste 5 dagen voor de aanvang van de toetsweek of het centraal examen te ontvangen. In dit rooster moet worden vermeld:

· welke toets wordt afgenomen;

· wat de aard van de toets is (schriftelijk, mondeling of praktijk);

· op welke dag de afname plaatsvindt; onder vermelding van begin- en eindtijd;

· voor welke leerlingen of groep(en) leerlingen deze toets is bestemd;

· in welke ruimte de toets wordt afgenomen;

· Herkansingen en inhalen van het schoolexamen

In het hoofdstuk ‘Het examen’ zijn de regels voor de herkansing van het centraal examen vmbo weergegeven. Het examenreglement biedt leerlingen ook de mogelijkheid om onderdelen van het schoolexamen in te halen.

De uitgangspunten voor een herkansing zijn.

· In het PTA wordt aangegeven welke toetsen herkansbaar zijn.

· Het hoogste resultaat telt.

· in het PTA is aangegeven welke toetsen dan wel welke onderdelen herkansbaar zijn.

· Inhaalregeling

· Het inhalen van toetsen na verzuim wegens ziekte of andere geldige reden kan. Dit gebeurt z.s.m. na een afspraak met de examinator (vakdocent) op de daarvoor bestemde middag in het inhaallokaal. Wanneer een leerling meerdere toetsen in een kort tijdsbestek heeft gemist coördineert de examensecretaris het inhaalprogramma i.o.m. de mentor.

· Bij ongeoorloofd verzuim op het moment van toetsen wordt conform het examenreglement (artikel 9) het cijfer één (1) toegekend aan het werk.

· Overgangsregeling

· Een leerling wordt bevorderd naar klas 4 als het gemiddelde van alle cijfers een 5.5 is,

· voor Economie en Ondernemen geldt daarbij het volgende:

· Voor de aangeboden vakonderdelen van het profiel behalen de leerlingen 1 doorlopend gemiddelde cijfer.

· Voor de aangeboden keuzevakken van het profiel behalen de leerlingen 1 doorlopend gemiddelde cijfer. Deze tellen dus beide 1 keer mee voor het gemiddelde dat minimaal 5,5 moet zijn), voor het vak Nederlands het cijfer een 5 of hoger is en als hij/zij alle toetsen, praktische opdrachten en opdrachten “Naar behoren” volgens het PTA heeft gedaan en

• alle eindcijfers een 6 of meer zijn; of

• één eindcijfer een 5 is en alle andere eindcijfers een 6 of meer; of

• één eindcijfer een 4 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger; of

• voor twee vakken een eindcijfer 5 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger.

Verder moet voor Kunstvakken 1 en Lichamelijke Opvoeding minimaal een voldoende worden gehaald.

1.6 Taken en verantwoordelijkheden

Het bevoegd gezag.

Het College van Bestuur van Dunamare Onderwijsgroep is eindverantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de regels van het Examenreglement en het Programma van toetsing en afsluiting. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor het centraal examen. In de praktijk delegeert het bevoegd gezag deze taken aan de schoolleiding. Het bevoegd gezag hoe toezicht op de uitvoering van het examen o.a. door middel van het agenderen van dit onderwerp bij voortgangsgesprekken met de schoolleider en middels evaluatie en meldingen van examensecretarissen. De inspecteur heeft een toezichthoudende taak en treedt zo nodig corrigerend op.

De directie

De directeur en de examinatoren van de school nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. De directeur is tevens de voorzitter van de examencommissie. De directeur volgt en analyseert overheid -en schoolregelingen inzake het examen. De directeur van de school wijst voor het Vmbo een van de teamleden aan tot secretaris van het eindexamen.

De teamleider

· is samen met de examensecretaris verantwoordelijk voor de organisatie en de uitvoering van het examen;

· begeleidt docenten en mentoren bij de uitvoering van hun taken;

· doet voorstellen aan de secretaris van de examencommissie voor vervangende onderdelen

van het schoolexamen bij tussentijdse instroom van kandidaten;

· meldt nalatigheden en niet correct handelen van alle betrokkenen, zowel docenten, mentoren

als leerlingen bij de directie;

· draagt samen met de examensecretaris zorg voor de verslaggeving van de afsluitende toetsen;

· draagt samen met de examensecretaris zorg voor de kwaliteitsbewaking van de schoolexamens;

De examensecretaris

· is samen met de teamleider verantwoordelijk voor de organisatie en de uitvoering van het examen;

· volgt en analyseert van overheid -en schoolregelingen inzake het examen;

· draagt samen met de teamleider zorg voor de kwaliteitsbewaking van de schoolexamens;

· onderhoudt contact met relevante externe organisaties, zoals de inspectie voor het onderwijs en het examenloket;

· is lid van PLEX;

Het vakgroephoofd

· stelt het programma van toetsing en afsluiting op;

· stelt de te maken toetsen en opdrachten vast, alsmede schaduwtoetsen;

· stelt een correctievoorschrift op bij elke te maken toets of opdracht;

· stelt de normering vast bij elke te maken toets of opdracht;

· is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de schoolexamens, scores en normering.

De docent

· begeleidt de leerlingen bij hun voorbereiding op de te maken toetsen;

· zorgt voor een correcte gang van zaken bij het afnemen van toetsen tijdens de eigen lessen;

· corrigeert het werk zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 2 weken nadat het gemaakt is;

· maakt nadat het werk gecorrigeerd is de cijfers zo snel mogelijk bekend;

· bespreekt het gemaakte werk met de leerlingen, waarbij het de leerlingen duidelijk moet worden wat er goed / fout is;

· levert een bijdrage aan de leerlingenbespreking en bespreking van de onderwijsresultaten;

· informeert de mentor nadrukkelijk over tegenvallende resultaten;

· zorgt in geval van herkansing voor een schaduwtoets;

· zorgt in geval van herkansing en het inhalen van toetsen dat de behaalde resultaten worden doorgegeven aan de administratie;

· voert administratie van de behaalde resultaten en het gemaakte werk.

De mentor

· zorgt voor een goede introductie van de leerling in de groep, de leerweg en het profiel;

· is verantwoordelijk voor het verstrekken van de juiste informatie aan leerlingen en ouders

over alle zaken rond het examen;

· bespreekt adviezen van het docententeam met ouders en leerling;

· volgt de ontwikkelingen van de leerling en maakt zo snel mogelijk melding van zorgelijke

ontwikkelingen: bij leerling, zorgteam, teamleider, ouder(s)/verzorger(s) en vakdocenten.

1.7 Overige afspraken

· Bewaren

BEWAREN VAN HET PTA-materiaal.

Alle schriftelijke opgaven, beoordelingsnormen, gemaakt werk en praktische opdrachten met betrekking tot het schoolexamen worden door de examinator bewaard tot zes maanden, na vaststelling van de uitslag van het eindexamen.

Het examendossier wordt in ieder geval vernietigd zodra zes maanden zijn verstreken na vaststelling van de uitslag van het eindexamen.

BEWAREN VAN HET EXAMENWERK

Alle schriftelijke opgaven, beoordelingsnormen, gemaakte werk en de voor het werk toegekende cijfers worden bewaard, en zijn ter inzage voor belanghebbende.

a. De opgaven en het gemaakte werk van het schoolexamen dat in het laatste examenjaar gemaakt is, worden 6 maanden bewaard volgend op het met goed gevolg afleggen van het centraal examen.

b. De opgaven en het gemaakte werk van het centraal examen worden gedurende 6 maanden bewaard.

· Toezicht houden bij het examen

Elke docent, die belast is met onderwijs aan examengroepen, heeft zo nu en dan tot taak toezicht te houden bij de afname van toetsen in het kader van het examen. Soms geldt dit voor het eigen vak en eigen examengroepen, soms wordt hij ook ingezet bij andere vakken en groepen.

Docenten, die tijdens het afnemen van een toets van het schoolexamen toezicht moeten houden, dienen zich aan de volgende richtlijnen te houden.

· De toezichthouder dient tenminste 15 minuten voor aanvang aanwezig te zijn in de examenruimte; hij zorgt er voor dat opgaven, antwoordbladen en andere materialen en middelen, die door de school voor dit examenonderdeel beschikbaar wordt gesteld in voldoende mate aanwezig zijn.

· Tijdens de hele zittingsduur wijdt de toezichthouder zijn volle aandacht aan zijn taak als toezichthouder. Er mogen geen andere dingen worden gedaan.

· Voor het begin van de zitting worden de aanwezigen gecontroleerd. Afwezigen worden direct gemeld bij de secretaris van de eindexamencommissie.

· Kandidaten die te laat zijn mogen tot een half uur na het begin van de toets worden toegelaten. De tijd om de toets te maken wordt echter niet verlengd.

· Al het gemaakte werk wordt per kandidaat gecontroleerd (is al het werk ingeleverd, zijn alle vragen beantwoord, zijn de juiste bladen ingeleverd en zijn deze allemaal voorzien van naam, klas, eventueel examennummer en zo nodig/gewenst de aanduiding “klad” of “net”).

· De kandidaat verlaat de examenruimte niet eerder dan nadat zijn werk is gecontroleerd.

· Indien er sprake is van een toets, die wordt afgenomen binnen het normale lesverband, verlaat de kandidaat de examenruimte niet voor het einde van de les. Indien de toets plaats vindt buiten de reguliere lessen mogen de kandidaten na toestemming van de toezichthouder na het 1e uur van de zitting de examenruimte verlaten. Tijdens de laatste 15 minuten van een zitting mogen kandidaten de examenruimte niet meer verlaten.

Aan het einde van de zitting mogen de (nog aanwezige) kandidaten de examenruimte pas verlaten, nadat al het examenwerk is gecontroleerd en verzameld.

· Examenopgaven mogen tijdens de zitting niet buiten de examenruimte worden gebracht. De examenopgaven worden met het gemaakte werk door de toezichthouder ingenomen en ingeleverd.

· Tassen, jassen, etuis, agenda, mobiele telefoon of andere niet uitdrukkelijk toegestane materialen of hulpmiddelen worden in de examenruimte NIET toegelaten. De regeling toegestane hulpmiddelen wordt jaarlijks gepubliceerd via www.examenblad.nl

· Indien een kandidaat genoodzaakt is het lokaal te verlaten, onwel wordt, of indien zich andere bijzonderheden voordoen, handelt de toezichthouder naar bevind van zaken. Zo nodig wordt assistentie ingeroepen.

· Indien zich bijzonderheden hebben voorgedaan, stelt de toezichthouder hiervan een verslag op. Met name indien zich onregelmatigheden hebben voorgedaan. De gang van zaken, de aard van de onregelmatigheden, alsmede de genomen maatregelen worden nauwkeurig door de toezichthouder in een verslag vastgelegd.

Dit verslag wordt aan de secretaris van de examencommissie gegeven..

· Wat leerlingen moeten weten

Hieronder staat puntsgewijs aangegeven wat noodzakelijke informatie is voor alle leerlingen.

het examenreglement

In het examenreglement staan de belangrijkste regels, die bij het examen gelden. Het gaat om regels, waaraan de school zich moet houden, regels, waar leerkrachten zich aan moeten houden, maar ook regels, die voor jullie gelden.

het PTA

Dat is het “programma van toetsing en afsluiting”. Hierin worden alle toetsen en opdrachten genoemd die je voor het schoolexamen moet maken. Ook staat erin in welke periode je die toetsen moet maken. Daarnaast heb je het normale schoolwerk: kleinere proefwerken, schriftelijke overhoringen, huiswerk en andere opdrachten, waarvoor je ook cijfers op kunt halen.

voorbereiden

De meeste voorbereiding van een PTA onderdeel vindt plaats tijdens de lessen en het maken van je huiswerk: dan leer en train je de stof die later gevraagd wordt bij een toets. Besteed aandacht en zorg aan die voorbereiding. Zonder training wordt niemand een goed sporter. Dus: zorg dat je de lessen bijwoont, let op tijdens de les, maak je huiswerk, enz. Een goede voorbereiding is het halve werk. Sommige toetsen kun je leren. Belangrijk daarbij is dat je een planning maakt! Ook voor werkstukken, verslagen en andere opdrachten geldt: stel het niet uit tot het laatste moment! Maar: neem ook de tijd voor ontspanning en plezier!

het aantal toetsen

Met de docenten hebben we afgesproken, dat leerlingen per dag niet meer dan 2 en per week niet meer dan 5 toetsen krijgen, die in het PTA worden genoemd en die voorbereiding vragen. In een toetsweek kun je natuurlijk meer toetsen per dag en per week hebben.

hulpmiddelen en andere materialen.

Zorg dat je bij een schriftelijke toets een goede pen( en extra pen) bij je hebt. Soms heb je ook een potlood nodig.

Bij een toets voor het PTA vertelt de docent van tevoren wat je mag/moet gebruiken:

woordenboek, liniaal, rekenmachine, enz.

Wat je bij je examen mag gebruiken wordt ieder jaar gepubliceerd op de site www.examenblad.nl

aanwezig zijn.

Zorg dat je altijd op tijd bij een toets aanwezig bent. In de regel geldt dat je tot 30 minuten na het begin van een (school)examen nog naar binnen mag. Je krijgt echter geen extra tijd. De tijd dat je te laat bent gaat af van de tijd dat je aan de toets mag werken.

Als je niet bij een (school)examen aanwezig kunt zijn moet dit vooraf schriftelijk door je ouders worden gemeld. Onverwachte afwezigheid op de dag zelf moet onmiddellijk telefonisch worden gemeld.

Bij ongeoorloofd verzuim op het moment van schoolexamens wordt conform het examenreglement (artikel onregelmatigheden) het cijfer één (1) toegekend aan het werk.

Alleen wanneer er een geldige reden is voor je afwezigheid, mag je het (school)examen inhalen!

herkansingen

In het PTA en het examenreglement is op genomen welke schoolexamens herkansbaar zijn.

afsluiten van het schoolexamen

Om deel te kunnen nemen aan het centraal examen moet het schoolexamen zijn afgesloten.

Je kunt het schoolexamen alleen afsluiten als je alle toetsen en opdrachten hebt gemaakt en alle andere onderdelen op de juiste wijze hebt afgesloten (dit betekent ook een V (voldoende) voor LO en CKV/KV1). Heb je onderdelen gemist, dan kun je geen centraal examen doen.

tijdens de toets.

Let bij het begin van een schoolexamen op bijzondere aanwijzingen die gegeven kunnen worden. Lees eerst een opdracht goed door, voordat je begint. In het algemeen heb je voldoende tijd om een toets te maken. Schrijf altijd direct je naam, klas, en bij het centraal examen ook je examennummer op de antwoordbladen.

cijfers en beoordelingen

Als regel wordt gemaakt werk door de docent besproken, zodat je weet waarom iets goed of fout was. Controleer de cijfers die je terugkrijgt. Ook een docent kan fouten maken. Wanneer je het niet eens bent met een beoordeling kun je zoals in het examenreglement staat (artikel het schoolexamen) vermeld beroep aantekenen bij de voorzitter van de examen commissie. Hoe je dit moet doen kan de teamleider of de examensecretaris vertellen.

· Toelichting format PTA

Leerjaar ….

Periode

Ex.e

Leerstof

Tv

Td

W

Hk

C of Nb

Opmerking

…..

Verklaring van de afkortingen in het PTAprogramma (kolomuitleg)

Periode: In deze kolom staat in welke SE-periode het schoolexamen wordt afgenomen. Noteer in je agenda wanneer het SE is, maar ook wat je moet kennen en/of kunnen.

Exameneenheid (Ex.e): Dit is vooral belangrijk voor de school die alles goed moet vastleggen voor jouw SE. In deze kolom wordt verwezen naar het examenprogramma. De K: betekent dan "Kerndoel" zoals in het examenprogramma staat omschreven. (soms staat de afkorting van het vak nog voor het kerndoel bv WI/K5 = wiskunde kerndoel 5) De examenprogramma's voor alle vakken zijn te vinden op www.examenblad.nl.

Leerstof In deze kolom staat aangegeven wat je moet leren, wat je moet doen of moet kunnen. Het is duidelijk dat dit voor jou een belangrijke kolom is. Kijk hier dus goed naar en/of vraag nadere informatie aan de docent.

Toetsvorm(Tv): In deze kolom kun je zien of een schoolexamen S: schriftelijk, M: mondeling, V: verslag of P: praktisch is.. Doe je dit niet dan kom je in de problemen.

Toetsduur(Td): In deze kolom kun je zien hoeveel tijd je hebt voor een schoolexamen.

Gewicht toets(W): Hier kun je zien hoe zwaar een schoolexamen meetelt in de berekening van het cijfer van je SE. Sommige schoolexamens tellen 1 keer mee, maar er zijn ook schoolexamens die 2 of zelfs nog meer keer meetellen.

Herkansing(Hk): J/N Soms heb je het recht om een schoolexamen in een vak opnieuw te doen. Je kunt hierdoor je cijfer voor het schoolexamen verbeteren. Het hoogste cijfer telt. Alleen de schoolexamens met ‘Ja’ kun je herkansen.

Beoordeling(C of Nb): In deze kolom kun je zien wat voor soort beoordeling je krijgt, bijvoorbeeld een C: een cijfer of een Nb: 'naar behoren/voldoende'.

Opmerkingen In deze kolom staat soms extra informatie die handig is om te weten

1.8 Tot slot

Hierbij zijn we aan het eind gekomen van de examenwijzer voor de kaderberoepsgerichte leerweg van het VMBO.

2

2

17