· Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt...

124
SAMENVATTING FILOSOFIE HOOFDSTUK 1: KENNIS, WETENSCHAP EN WIJSBEGEERTE 1. WIJSBEGEERTE ALS WETENSCHAPPELIJKE DISCIPLINE -Wijsbegeerte is de rationele studie van die problemen waarvor we nog geen wetenschappelijke oplossingsmethode hebben. Ieder filosofisch werk is tendentieus. -Zelfs op de vraag van wat filo is en hoe we die moeten beoefenen zijn verschillende filosofen het oneens. -Dogmatisme: opvattingen als waarheid aanvaarden zonder ernstige argumentatie (argumentatie overbodig) -Relativisme: alle houvast is zoek. ‘U hebt deze mening, ik een andere we hebben allebei evenveel ongelijk’. (argumentatie onmogelijk) --> leiden tot afstand doen van het redelijk denken, van de rationele argumentatie 2. KENNIS, WETENSCHAP EN DE INDELING VAN DE WETENSCHAPPEN -> Kennis = elke voorsteling, elk denkbeeld, of elke overtuiging waarvan we aannemen dat die met een zekere werkelijkheid overeenkomt. Het stelt ons in staat goede voorspellingen te maken over wat zal gebeuren en dus kunnen we met succes onze handelingen plannen. -> Wetenschap = een menselijke activiteit die erop gericht is tot gesystematiseerde en betrouwbare kennis te komen. Een wetenschap is een geheel van uitspraken, wetten of theorieën betreffende een enigszins samenhangend probleemgebied, die aan de volgende eisen beantwoorden: 1. men kan ze mededelen aan andere mensen 1

Transcript of  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt...

Page 1:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

SAMENVATTING FILOSOFIE

HOOFDSTUK 1: KENNIS, WETENSCHAP EN WIJSBEGEERTE

1. WIJSBEGEERTE ALS WETENSCHAPPELIJKE DISCIPLINE

-Wijsbegeerte is de rationele studie van die problemen waarvor we nog geen wetenschappelijke oplossingsmethode hebben. Ieder filosofisch werk is tendentieus.

-Zelfs op de vraag van wat filo is en hoe we die moeten beoefenen zijn verschillende filosofen het oneens.

-Dogmatisme: opvattingen als waarheid aanvaarden zonder ernstige argumentatie (argumentatie overbodig)

-Relativisme: alle houvast is zoek. ‘U hebt deze mening, ik een andere we hebben allebei evenveel ongelijk’. (argumentatie onmogelijk)

--> leiden tot afstand doen van het redelijk denken, van de rationele argumentatie

2. KENNIS, WETENSCHAP EN DE INDELING VAN DE WETENSCHAPPEN

-> Kennis = elke voorsteling, elk denkbeeld, of elke overtuiging waarvan we aannemen dat die met een zekere werkelijkheid overeenkomt. Het stelt ons in staat goede voorspellingen te maken over wat zal gebeuren en dus kunnen we met succes onze handelingen plannen.

-> Wetenschap = een menselijke activiteit die erop gericht is tot gesystematiseerde en betrouwbare kennis te komen. Een wetenschap is een geheel van uitspraken, wetten of theorieën betreffende een enigszins samenhangend probleemgebied, die aan de volgende eisen beantwoorden:

1. men kan ze mededelen aan andere mensen

2. ze vertonen een systematisch geordend karakter

3. er bestaat een controle op de betrouwbaarheid ervan

Kennis die niet vatbaar is voor deze drie criteria maakt geen kans op het statuut wetenschap. Niet elke vorm van kennis is wetenschap. Een landbouwer kan een behoorlijke kennis hebben van ons klimaat zonder die ooit uit te spreken of te systematiseren.

1

Page 2:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Twee groepen wetenschappen (onderscheid op basis van methode):

1. deductieve of formelea. zonder ervating. Men vertrekt van axioma’s en door logische

afleiding(deductie) komt men tot stellingen

bv. wiskunde

2. ervarings-a. empirische of inductieve wetenschappen. Men onderzoekt hoe de

werkelijkheid, de totaliteit van alle dingen, in elkaar zit.

bv. natuurwetenschappen, gedragswetenschappen, cultuurwetenschappen

3. NATUUR-, GEDRAGS-, EN CULTUURWETENSCHAPPEN

Zuivere (op kennis gebaseerd) wetenschappen vs toegepaste (wetenschappelijke gegevens en methodes om praktische problemen op te lossen) wetenschappen

Positieve wetenschappen: wetenschappen die op gegevens -feiten- berusten

4. WAAROM ZOEKEN WIJ KENNIS, INZICHT?

Het opdoen en verwerken van info uit de buitenwereld komt vaak voor bij diersoorten. De uitbreiding van het kenvermogen heeft grote voordelen voor het plannen en coordineren van activiteiten, maar ook nadelen bv. angst. De mens voelt vaak de nood aan inzicht en samenhang, aan cognitieve inhouden met betrekking tot zingeving en aan richtsnoeren voor het handelen die het onbehagen en de angst moeten reduceren.

We proberen de info orde en structuur te geven. Lukt dit niet, dan is er kans op foutieve interpretaties. Bv herkennen van figuren in de wolken.

5. OORSPRONKELIJKE VORMEN VAN KENNIS EN GEDRAGSREGELS: TABOE, MAGIE, WIJSHEIDSSPREUKEN EN MYTHEN

Die objecten zijn taboe die door een associatie met gevaar, of door hun vreemd en uitzonderlijk karakter, onrust of angst verwekken, en dié handelingen welke de basisstructuur van de maatschappij aantasten

Magie = een geheel van stereotiepe handelingen of uitspraken waarmee men bepaalde doeleinden wenst te realiseren, steunend op wetmatigheden die volgens de rationeel denkende mens totaal onbestaand zijn.

2

Page 3:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Riten = stereotype handelingen

Bezweringen = formules

Drie functies:

1. de afweermagie (gevaren afwenden, vooral die dat met taboe overtreding te maken hebben)

2. de productieve magie (menselijke noden bevredigen, regen maken, liefdesdrankjes,..)

3. de destructieve magie (kwaad berokkenen aan de vijand, vloek uitspreken bv)

6. MAGISCH EN MYTHISCH DENKEN

Magisch denken = een geheel van opvattingen over de werkelijkheid waarbij men gelooft in wetmatigheden die via riten en bezweringen te beheersen zijn, maar die zich volgens de huidige wetenschappelijke inzichten niet voordoen. Kenmerk: simpel vertrouwen in associaties. Komt veel voor in prewetenschappelijke en niet-geïndustrialiseerde maatschappijen.

-Bv de wortel van een dragora plant lijkt op een menselijk gestalte. Dan schreef de mens een magische (bv geneeskrachtig) vermogen toe aan deze plant)

-Verband tussen taboe-magie: getaboeeerde voorwerpen en handelingen zijn angstwekkend. Dus de magisch denkende mens concludeert dat ze machtig zijn. Wie de moet heeft om een taboe te doorbreken verwerft op die manier macht. Daarom getaboeeerde objecten zoals haar nagels bloed van slangen,... in toverboeken.

Niet echt een moraal.

Wijsheidsspreuken (eerste vorm van bewust moraal) = geven een soort raadgevingen voor het handelen en komen vooral voor in geletterde culturen.

Mythen = verhalen die aan de menselijke fantasie ontspruiten, waaraan de toehoorders of lezers een zeker geloof hechten en die de volgende functies kunnen hebben:

1. ordenen de wereld of een gedeelte ervan tot een samenhangend geheel

2. bieden een verklaring voor vreesaanjagende fenomenen of pijnlijke en revolterende toestanden

3. door te verklaren, rechtvaardigen en consolideren ze bepaalde individuele

3

Page 4:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

menselijke of maatschappelijke situaties

Ze hebben als doel duidelijk maken hoe dingen ontstaan zijn.

7. MYTHEN, VOLKSVERTELLINGEN EN LEGENDEN

Alledrie hebben ze een fictief karakter.

Mythen: religieus karakter, geven antwoord op grote problemen, staan in relatie met een godsdienstig ritueel, en drukken een waarheid uit. Ze kunnen ook instaan voor het bevorderen van de groepscohesie. Men hecht er belang aan omdat ze angst en onzekerheid bedwingen.

Volksvertellingen: eerder het verhalende aspect, minder verheven karakter dan mythen, beschouwd als fictie.

Legenden: fictieve gebeurtenissen in verband met min of meer historische figuren.

8. DE GROTE WERELDGODSDIENSTEN

Ontstaan van grote cultuurgebieden waardoor er openbaringsgodsdiensten ontstaan. Kenmerken:

1. Universaliteitsaanspraak: alle mensen

2. Openbaring: oorsprong bij God (profeten of de verlichtte)

3. Dogmatisme: basis van de geloofswaarheden liggen vast. De stellingen moeten we aannemen als gelovige van die godsdienst.

4. Verlossing: de mens bevindt zich in een droevige positie op aarde en kan via openbaringsgodsdiensten ontsnappen (=verlossingsgodsdiensten).

9. ONTSTAAN EN VERKLARING

Er ontstonden cultuurgebieden waarin de verklaring adhv mythen enzo niet genoeg was, daardoor ontstonden er wetten, rechtsregels, morele normen en idealen,... "Gulden regel (vindt men terug in de meeste grote culturen)": doe een ander niet aan wat je niet wenst dat jou zou worden aangedaan. Er ontstond bijgevolg een nood aan een diepere fundering van dergelijke normen. (aansporing tot verdraagzaamheid, respect voor armen en zwakken en ook algemene naastenliefde). De openbaringsgodsdiensten moeten een antwoord brengen op de vraag naar het fundament van een esthetische wereld- en maatschappijordening.

4

Page 5:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Het probleem van 'het fundament voor een genereuze moraal' en het knelpunt van het geluk van de bozen zou een oplossing kunnen vinden in de opvatting dat het ware geluk op aarde niets anders is dan het beoefenen zelf van de deugd en dat bijgevolg het succes van de bozen slechts schijn is (Socrates, Plato, Lao Tse, Confucius, stoïcisme). -> Slechts enkelingen hebben deze conceptie consequent kunnen beleven. (omdat deze visie veronderstelde dat het een vorm van geluksbeleving is die je slechts kan bereiken via een volgehouden intellectuele en ascetische training.)

Men veronderstelt dat er leven na de dood is, twee vormen:

1. De westerse visie

-ontwikkeld door Zarathoestra (persische profeet)

-dualistisch wereldbeeld: bron van het goede vs bron van het kwade

-ook mazdeïsme genoemd. Over genomen hiervan.

-Judaïsme, Christendom, Islam,... zijn beïnvloed door deze visie

-principe van de onsterfelijke ziel

-manicheïsme = goed is het geestelijke, slecht is het aardse of materiële. Leer van Mani, persische profeet. In ruimere betekenis gebruikt men het om te verwijzen naar opvattingen die de wereld of de maatschappij vooral in zwart-wit stellingen te zien.

2. De indische visie

-onstaan in India

-leer van de 'zielsverhuizing'

-voor het eerst ontmoet bij de Upanishaden (worden later in het Hindoeïsme, Boeddhisme, Jainisme verspreid)

-later: Hindoeïsme, Boeddhisme, Jainisme

-basisgedachte: er bestaat een ziel die na de dood verder bestaat en leidt tot een wedergeboorte in een ander levend wezen. Je kan aan deze cyclus ontkomen door de vereniging met Brahman te bereiken. Men kan overgaan tot de toestand van Nirvana.

-ook gevonden in Griekenland, Pythagoras, het orfisme, Plato, kerkvaders

5

Page 6:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Nadelen:

-visies werden nooit door een of andere argumentering ondersteund.

1. Excommunicatie = afvalligheid van het geloof. Wie het geloof niet (volledig) aanhangt is afvallig. Het al dan niet behoren tot een groep.

Abnegatie = wie een afwijkend inzicht heeft, kan uit vrees voor excommunicatie zijn eigen mening verloochenen en zich onderwerpen

Huichelen = hypocrisie, naar buiten toe de indruk geven dat men zich aan het geloof houdt.

2. Ketters = groepen samen met een tegengestelde, afvallige visies

ook: godsdienstoorlogen als de twee groepen even machtig zijn

3. Dualistische mazdeïstische visie: God zal op het einde der tijden de goeden van de kwaden scheiden

-De grote massa van mensen liggen ongeveer rond het midden, en de extremen (in positieve of negatieve zin) vormen een heel klein aantal. Daarmee is het onrechtvaardig om een drastiche scheiding tussen ‘eeuwig gelukkig’ of ‘eeuwig gepijnigd’ te maken.

10. DOGMATISME

Dogmatische denkhouding = een geesteshouding waarbij men een reeks opvattingen als onwrikbare waarheid hanteert en daarom nooit aan kritiek of controle onderwerpt.

Dogma = een formulering van een geloofswaarheid die bindend is, dat wil zeggen dat er een institutionele bevestiging van bestaat.

Negatief: het heeft nadelig effect op het verwerven van betrouwbare kennis. Positief: groepsverbondenheid biedt een zekerheid,steun,..

Open houding: vergt heel erg veel energie om zich telkens weer aan te passen aan alle omstandigheden. Ook een verlies van tijd.

Gesloten houding (dogma’s): snelheid van reactie en een grote cohesie (Iedereen volgde blindelings hitler) maar anderzijds kunnen bij onaangepastheid van nieuwe situaties de gevolgen catastrofaal worden (bv Hitlers keuzes in het tweede deel van de oorlog)

Open society vs closed society

6

Page 7:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

11. SEKTARISCHE BEWEGINGEN

Karakteristieken:

1. inpalming: leven door de wereldbeschouwing laten bepalen

2. groepsvorming: controle van de groepsleden op elkaar (bv gezin op mekaar in huis)

3. hiërarchie: mate van macht uitgeoefend door de leider

4. charismatische leider: soort Messias, Verlichtte. Macht volledig in handen van deze figuur

5. afzondering van de wereld: mate waarin handelingen en gebruiken afwijken van de omgeving en of van het eigen verleden.

6. uitverkiezing: leden denken dingen te weten die buitenstaanders niet weten

7. geslotenheid voor informatie: contact met media en en kritische of alternatieve info wordt verbroken

8. irrationalisme en geloofsovertuigingen: leden gaan niet meer akkoord met algemeen geweten opvattingen. (bv geloof in buitenlandse wezens)

9. proselytisme: leden doen hun best om zoveel mogelijk nieuwe leden aan te werven

Brain washing (in sekten)!

12. HET PROBLEEM VAN HET LIJDEN VAN DE GOEDE MENS

Waarom moet de mens lijden?

Het lijden heeft in sommige gevallen een nuttige functie en in andere gevallen niet. Codex van Hammurabi zegt dat er voor elk vergrijp een specifieke straf is. De maatschappijordening streeft naar gerechtheid door de bozen te straffen, doet de wens ontstaan dat ook de wereldordening zo’n intrinsieke rechtvaardigheid zou kennen.

Wie de gedachte aan een niet-rechtvaardige wereldorde ondraagelijk vindt, kan op fantasie een beroep doen en zich laten inspireren door de reincarnatie gedachte of de gedachte aan eeuwige belonging en straf.

7

Page 8:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

13. DE WETENSCHAPPELIJKE KENNISVERWERVING

Herakleitos: "de mensen die slapen hebben elk hun eigen wereld, de mensen die wakker zijn, hebben een gemeenschappelijke wereld. Indien de mensen wel willen ontwaken moeten ze een methode vinden om betrouwbare kennis te bereiien die effectief, door zuivere overreding, oder dwang, haar universaliteitsaanspraak kan laten gelden"

-> 6e eeuw v.o.t.: Thales van Milete: methode van de wiskunde, eigenschappen van wiskundige objecten formuleren en die bewijzen.

-> Gallilei: wetten van de val en de worp (mechanica): onstaan van de wiskundige methode om modellen te formuleren, en van het experiment om de modellen te testen. Hiervoor geen algemene methode en enkel met betrekking tot kleine eenvoudige problemen.

-> 17e eeuw: natuurkunde (0ntstaan doordat Newton de mechanica van Galilei synthiseerde en de plantentheorie van Kepler), 18e eeuw: scheikunde, 19e eeuw: natuurwetenschappen (fysiologie, geologie, biologie) en mens en cultuurwetenschappen. Toegepaste wetenschappen werd uitgebouwd

-> Het universiteitsideaal is niet bereikt, mensen leven niet 'wakker' samen in eenzelfde wereld zoals gehoopt.

14. DE WIJSGERIGE KENNISVREWERVING

Wijsbegeerte is die vorm van kennisverwerving die ontstaat wanneer men geen vrede neemt met de mythische, magische of dogmatische aanpak; wanneer men de eis van betrouwbaarheid stelt en dus kritsch wordt. De wijgerige houding is ontstaan in Griekenland vanaf de 6e eeuw v.o.t.

Thales van Milete: erste wiskundige en eerste wijsheer. Wiskunde leek niet te volstaan om de ervaarbare wereld te beschrijven.

Filosofen blijven telkens opnieuw de totaliteit van de vragen stellen. Wijsbegeerte is het streven naar rationaliteit

Wat filosofen van wetenschapsmensen onderscheidt is dat ze zich deze vragen blijven stellen:

1. factische vraag naar de aard van de werkelijkheid

8

Page 9:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

2. etisch politieke vraag naar het reguleren van het menselijk handelen3. epistemologische of kerntheoretische vraag: kunnen we de eerste twee vragen

beantwoorden, of we betrouwbare kennis kunnen verwerven en zo ja, hoe?

Om de benaderingswijze van de wijsbegeerte te omschrijven kan men haar wellicht een streven noemen naar rationaliteit en rationeel denken.

Rationaliteit=

- enge zin van het woord: het rationele denken valt samen met het wetenschappelijke denken, dat wil zeggen, een denken waarbij men door een onophoudelijke interactie tussen nauwkerig geformuleerde theorieën en onbetwijfelbaar vastgelegde empirische feiten, tot betrouwbare kennis komt.

- brede, wijsgerige zin van het woord: de rationele benadering is gekenmerkt door de eis om betrouwbare antwoorden te zoeke op alle vragen.

Streven naar een zo groot mogelijke helderheid in de begrippen en uitspraken zoveel mogelijk controleren

15. WETENSCHAP EN WIJSBEGEERTE

Wanneer men de term wetesnschap in de brede zin interpreteert, dan is wijsbegeerte eveneens een wetenschap. Als men zegt dat wetenschap op ervaring berust meot zijn, dan valt een groot deel van wijsbegeerte hier buiten. Wijsbegeerte, rationaliteit in de brede zin, heeft het dus voor op de wetenschappen dat men de totaliteit van de grote vragen stelt, maar heeft als nadeel dat de betrouwbaarheid van de antwoorden enigszins in het gedrang komt. Filosifie heeft altijd nood aan verdere kritiek en verbetering.

16. RATIONALITEIT

Naarmate men de eisen van de bewijsvoering strenger maakt, in dezelfde mate zal men ook minder vragen kunnen beantwoorden, maar naarmate men de eisen soepeler maakt, in dezelfde mate zal de betrouwbaarheid van de antwoorden eronder lijden.

-het probleem van de mededeelbaarheid

-het probleem van de eenheid en coherentie

-het probleem van de emprische verificatie

17. IRRATIONEEL EN A-RATIONEEL

9

Page 10:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Irrationaliteit: denkers die ideeën naar voren brengen die of interne contradicties bevatten, of manifest in strijd zijn met de alledaagse ervaring of algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten afwijzen.

bv. getuigen van Jehova, moslims (verzetten zich tegen de evolutietheorie), astrologen,... inzichten die ingaan tegen het rationele.

A-rationaliteit: de leerstellingen die niet voor rationele of wetenschappelijke argumentatie vatbaar zijn, maar evenmin duidelijk strijdig met de logica of de wetenschappelijke gegevens. Denksystemen of gedachten en ideeen, zijn niet per se irrationeel maar die toch niet voldoen aan mededeelbaarheid, systematiseerbaarheid en controleerbaarheid. Veel van de dingen die wij belangerijk vinden zijn a-rationeel. Ben ik verliefd op die persoon? Waarom? Dit is a-rationeel. Gevoelens.

bv. protestantse & katholieke theologie

18. TRADITIONELE INDELING VAN DE WIJSBEGEERTE

1. de factische, of metafysische problemen

metafysica = de leer over de grondslagen van alles wat bestaat, van al het zijnde. De leer over de meest fundamentele vragen in deze gebieden.

o ontologie: men zoekt algemene beginselen van het zijnde als het zijndeo bijzondere metafysica: men onderzoekt de beginselen of grondslagen van

de voornaamste soorten zijnden rationele kosmologie (bestudeert basisstructuur van wereld) rationele psychologie (algemene leer over de mens) rationele theologie (de wijsgerige leer over god, waarin me

ondermeer problemen over het bestaan van godmw ijn wezen en godsbewijzen bestudeert)

2. de ethisch-politieke (of normatieve) problemen

a) ethica: bestudeert de normen van het handelen en de waarden

b) politiek: bestudeert de vraag hoe men de maatschappij moet organiseren

c) esthetica: bestudeert het schone en de kunst

3. de kennistheoretische problemen

10

Page 11:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Kunnen we waarheid en schijnwaarheid van elkaar onderscheiden? Zo ja, op welke manier?

a) logica: de theorie van de geldige redenering (Aristoteles) via deductie (theorie over taal en redeneerwijze van de wiskunde)

b) kennisleer of epistemologie: wat is kennis, kunnen we geldige kennis bereiken en hoe?

HOOFDSTUK TWEE: DE PIJLERS VAN HET WESTERSE DENKEN IN DE OUDHEID EN DE MIDDELEEUWEN

1. HET ONTSTAAN VAN DE WISKUNDE

Westerse wiskundeo Apart statuuto Alleen deze wiskunde is gekenmerkt door bewijsvoering en door het

streven naar systematisering, dwz het in een samenhangend systeem onderbrengen van de resultaten

o Grote politieke verdeeldheid/ onafhankelijke stadsstaten Ruime culturele uitwisseling

o Geen priesterklasse, macht lag bij vloksvergadering Traditie van vrijheid van denken en spreken en een tendens van

discussieo Door de handel was er een klasse ontstaan van welvarende burgers die

veel werk door slaven lieten uitvoeren Beschikten over veel vrije tijd om te denken en te filosoferen

2. HET WISKUNDIG BEWIJS IN WORDING

Thaleso Eerste griekse wiskundigeo Men schrijft hem dit bewijs toe

In een gelijjkbenige driehoek zijn de basishoeken gelijk, twee driekhoeken zijn gelijk als ze een zijde met twee aanliggende hoeen gelijk hebben, en de diameter van een circel verdeelt die in twee gelijke delen

o Als eerste een rechthoekige driehoek in een circel geconstrueerd

11

Page 12:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

De eerste vorm van bewijsvoering lijkt dan ook te berusten op het evidente feit dat dingen die kunnen samenvallen bv lijnen, vlakken en hoeken, aan elkaar gelijk zijn, en op de mogelijkheden die een circeloppervlak in dit opzicht biedt.

De volgende stap: figureren die men tekent ook definiëren Ten slotte: resultaten neerschrijven om ze bij volgende bewijzen als vaststaand

te kunnen gebruiken Wanneer men het met een tegenstander oneens is, zal men de grondslag van die

onenigheid zoeken door na te gaan over welke definities en beweringen men het wel eens is, om, daarvak uitgaande, het eigen standpunt te bewijzen of dit van de tegenstrever te weerleggen.

Grote belang van definitieso In een def wordt een term altijd uitgelegd met een andere def

Basistermen voor samenhangend systeem Basistermen zijn rechte en cirkel

Men vond maar geen oplossing voor de drie beroemde constructieproblemen uit de Oudheid

o de driedeling van een hoeko de verdubeling van de kubus o de kwadratuur van de circel

na het verwerven dan deze basisinzichten werden in snel temp de volgende stappen vooruit gezet

o het bestaan can irrationele getalleno de leer van verhoudingen en evenredighedeno het samenbrengen van samenhangende stellingen tot steeds grotere

geheleno leidde tot opbouw van Euclides van een enkel axiomastelsel in zijn

Elementa een bewijs door mathematische inductie is een methode om eigenschappen te

bewijzen voor een onberperkte rij objecten die gerangschikt zijn zoals de natuurlijke getallen (1,2,3....n, n+1, ...)

o dit wordt toegeschreven aan Francesco Maurolyco

3. KENMERKEN VAN HET GRIEKSE WISKUNDIGE BEWIJS

Waarom zijn de bewijzen voertuigend?o Alle figuren zijn samengesteld uit rechten en cirkelso Alleen het beantwoorden aan de definities telto door zich te beperken tot deze gedifinieerde volmaakte vormen,

12

Page 13:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

kan men hierover intuitief evidente inzichten krijgen en die in postulaten en algemene noties formuleren

o men kan kettingen vormen van gelijkheden of gelijke verhoudingen en op die manier nieuwe stellingen bewijzen

o iedere bewering die tot een contradictie leidt, is onwaar; het tegendeel erval moet dus waar zijn. Zo kan men bewijzen leveren door reductio ad absurdum (bewijs uit het ongerijmde).

o Kennis in de meetkunde is zoveel zekerder dan gewone zintuigelijke kennis omdat ze constructies betreft waarvan men de basiseigenschappen eerst zelf heeft vastgelegd

o Leren de constructies van ons denkvermogen ons ook iets over de werkelijke ruimte rondom ons?

Twee voorwaarden: De postulaten mogen over de constructiemogelijkheid van

de rechte en cirkel niet onderling tegenstrijdig zijn. De constructie mag niet tot een onsamenhangende wereld leiden

de figuren die we in de zintuigelijke wereld tekenen minstens bij benadering de eigenschappen van onze meetkundige constructies bezitten.

4. HET ONTSTAAN VAN DE WIJSBEGEERTE

Ontstaan in ionie, geheel van de griekse stadstaten op de westkust van Anatolie

Visie werd initieel bepaald door mytheno Visie van homerus schepper van illias en odysseeo Goden die tussenbeide komen in menselijke aangelegenheden,

zonder dat de mensen dat kunnen begrijpen of ingrijpen Ontstaan van de filosofie betekent het begin van het einde van de naieve

visie van de myhten en van het besef van onmacht tegenover de willekeur van de goddelijke ingrepen

Er zijn wetmatigheden die de natuurlijke orde verzekeren. o De eerste filosofen stelden zich nu tot taak deze wetmatigheden

of natuurwetten te doorgronden

13

Page 14:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

5. NATUURFILOSOFEN Thales van Milete

o Eerste wiskundige en eerste wijsgeero Hij streefde naar een theorie over de wereld die vatbaar was voor

argumentatie want er waren heel erg veel verschillende volkeren met verschillende mythen

o Gefascineerd door het besef dat de werkeljkheid voortdurend verandert

Zij dachten: ‘als er verandering is dan moet er iets zijn dat verandert en dus zelf onveranderlijk blijft: dat wat ten grondslag ligt aan alle verandering.

o Volgens Thalens Was het beginsel dat de diversiteit en veranderlijkheid van

de werkelijkheid kon verklaren ‘water’. Water kennen we in drie toestanden

o Vasto Vloeibaaro Gasvormigo Dat kan de gedachtenis suggereren en nog

andere toestanden ervan en hun onderlinge conbinaties, aan de grondslag liggen van alles wat bestaat en dat de wijziging van toestand aan de basis ligt van verandering.

5.2

Anaximandero Leerling van Thalens o Dacht dat de arche een onzichtbare oerstof was die hij to apeiron

noemde: het onbepaalde, onbegrensde Daaruit onstaan en daartoe verdergaan weer de concrete

objecten die we kennen

5.3

Anaximeneso Derde Milesische natuurfilosoofo Lucht is de oerstof van de werkelijkheid.

14

Page 15:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o De concrete objecten zijn het resutlaat van verdunning of verlichting

5.5

Heraclituso De zoektoch naar het duurzame is het onveranderlijke is tevergeefso Maar vuur ligt aan de grondslag van alles

Het is zelf ook iets vluchtigs o Panta rei

Alles vloeit Niets blijft hetzelfde Men kan geen twee keer in dezelfde rivier stappen

Men kan twee keer in dezelfde rivier stappen maar ook geen twee keer in dezelfde rivier stappen

o Het is dezelfde rivier maar telkens anders

5.6

Parmenideso Ontkende verandering o Het niet-zijnde bestaat neit volgens hem

Wanneer we bijvoorbeeld een stuk marmer omvormen tot een beeldhouwerk, dan is de verandering slechts schijn, in werkelijkheid hebben we nog steeds met hetzelfde stuk marmer te maken

o Onze zintuigen zijn bedriegelijk De veranderingen die we waatnemen bestaan niet echt

o Tijd bestaat niet Alles wat in de toekomst kan bestaanm bestaat eigenlijk reeds nu

al. Zeno

o Leerling van Parmenideso Beweging bestaat nieto Verhaal over wedren van Achilles en de schildpad

Schildpad krijgt vorsprong, maar blijft die voorsprong altijd behouden.

15

Page 16:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Beiden minimaliseerden ze de rol die ervaring speelt

5.7

Leucippus en Democrituso Nemen het Idee van eenheid, ondeelbaarheud en overanderlijkheid van

het zijnde overo Maar bevestigen ook het bestaan van niet zijnde als lege ruimteo Binnen die ruimte zweven ontelbaar aantal zijnden die ze atomoi

noemden: Ondeelbare dingen

o Die atomen zweven rond in de lege ruimte en komen nu en dan met elkaar in botsing. Uit deze botsingen ontstaan de objecten die we zintuigelijk kunnen waarnemen en die verwijnen wanneer de atomen opnieuw uit elkaar gaan.

o Onveranderlijkheid van de atomoio Verandering die ontstaat door samenklontering of uiteenvalling

Geldt voor menselijk lichaam en mentale vermogenso Anatomisme was inspiratiebron voor meeste vormen van materialisme

6. DE SOFISTEN EN SOCRATES (VIJFDE EEUW)

6.1

De sofisten waren rondreizende leraars voor de zonen van rijke burgers Maatschappij toendertijd was heel ruimdenkend en er was plaats voor vrije

meningsuiting onder staatsman Pericles Bereidden de zonen voor op het poitieke leven

o debatcultuur ontstaat Focus op studie van mens en de samenleving (ethiek en politiek) Men trekt de mythen in twijfel en de traditionele normen en waarden Introductie van relativisme Een veel besproken thema was onderscheid tussen fusis en nomos

o Dat van wat nature is en wat door de mens gemaakt is (door wetten,..) Protagoras

o De mens is de maat van alles Iedere mens en elke maatschappij heeft zijn eigen waarheid en

waarden

16

Page 17:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

De opinie die het meeste succes blijkt te hebben, krijgt de voorkeur, het filosofisch accent verschuift van van waarheid naar bruikbaarheid

Gorgiaso De zwakke uitspraak of redenering sterk makeno ‘Niets bestaat, mocht er toch iets bestaan, dan kunnen we het niet

meedelen’o iedereen heeft zijn eigen subjectieve waarheid

6.2: SOCRATES

Hij kon relativisme moeilijk aanvaardeno de waarheid en het goede bestaan

hij besefte wel dat de oude opvattingen over moraal en maatscahppij gebaseerd op mythen niet meer volstond

De scoratische methodeo Dialoog en discussieo Ondervraagt opponent naar defenities van zijn begrippen en grondslag

van zijn redeneringen Tot hij zwakheid moet toegeven

o Centraal staan helderheid en consistentieo Aantasten van zelfzekerheid van tegenstander

Kennis van socrates te danken aan dialogen van Plato Hij beweerde zelf ‘te weten dat hij niets weet’

o Toch was hij ervan overtuigd dat een rationlele fundering van moraal en politiek mogelijk was.

Plato was hier ook van overtuigd De gedachte dat het goede objectief bestaat en objectief kenbaar

is Recht in tegen relativisme

Werd ter dood veroordeeld wegens abesia (goddeloosheid) Wordt evan beschuldigd de jeugd op het verkeerde pad te brengen

7. PLATO

Blijft trouw aan socrates ideel van het zoeken naar het goede en de waarheido Komt tot de overtuiging dat hij slechts kan kennen als hij een totaalvisie

heeft over de mens en over de wereld waarin de mens leeft.

17

Page 18:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

7.1

Plato’s kennisleer liet hij inspireren door het succes van de meetkundeo Alleen hier zekerheid over

Muziektheorie, sterrenkundeo Hoop dat men de zintuigelijke wereld erdoor in haar meest wezenlijke

aspecten zou kunnen begrijpen Echte kennis is de kennis van de volmaakte vormen een lijn heft een dikte en is nooit volkomen recht, een cirkel is niet echt rond,...

(niet volmaakt) wanneer men nu aanneemt dat alle aspecten van de ervaarbare wereld slechts

via volmaakte vormen echt kenbaar zijn, moet met besluiten dat er een vormenwereld bestaat waarin het basismodel, het prototype, van alle dingen op volmaakte wijze bestaat.

Onze ervaarbare wereld vertoont slechts benaderde realisaties van deze vormen.

7.2

Platonisme op natuurwetenschappelijk gebiedo De wereld heeft een wiskundige structuur, die je met wiskundige

methode kunt benaderen De grieken meenden dat de hemel volmaakt was en dat de bewegingen van de

hemellichamen bijgevolg een volmaakte vorm moesten hebben.o Volmaaktheid interpreteren als eenparige bewegingen.

Bewegingen die niet versnellen of vertragen en zich cirkelvormig voortdoen

Bewegingen van de planeten en sterren moestn dus cirkelvormig en eenparig zijn

o Voor sterren vlug gerealiseerd: hemelkoepel als een bol beschouwen waarop de sterren vaststaan

o Voor de aarde: onbeweegelijk in het centrum van de hemelbolo Beweging van de planeten: problematischer om een goede uitleg te

vinden Wat voor de waarnemer bewegingen zijn die onregelmatig lijken,

zijn in feite objectief volmaakte cirkelbewegingen = Sozein ta fainomena (fenomenen redden/behouden)

Als de sterren goddelijk zijn, dan moeten ze de Vormenwereld nauwkeurig volgen, er moet dus een volmaakte wiskundige vorm voor te vinden zijn

18

Page 19:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

7.3

Eerste model: Eudoxus van cniduso Het heelal bestaat uit een reeks van concentrische kristalen bollen die

door assen met elkaar verbonden zijn en draaien met eenparige bewegingen

Tweede model: Hipparchuso Men stelt zich een punt voor dat zich cirkelvormig en eenparig rond de

aarde beweegt, daaromheen beweegt zich op dezelfde manier een ander punt dat een planeet voorstelt.

Terwijl alles van buitenaf cirkelvormig en eenparig ronddraait, zal de waarnemer op aarde die planeet in lussen zien bewegen

Systeem van Ptolemaeus verdere uitwerking van tweede modelo Aanvaardt tot in zestiende eeuwo Kon posities van planeten goed voorspellen

Copernicuso Heliocentrisch systeem (zon in het centrum)o Nog steeds volmaakte cirkelbewegingen en eenparigheid

Platonische idee dat hemel volmaakt is blijft leidinggevend Kepler

o Ellipsvormige bewegingen Volmaakte beweging die het dichts bij dat van een cirkel aansloot Eenparigheid blijft gegarandeerd door de beroemde perkenwet

Platonisten nemen aan dat wiskundige objecten zoals parabolen,... onafhankelijk bestaan van de mens (alleen bedacht door mens, niet ontdekt door mens)

o Probleem: hoe interpreteert men dan het feit dat men kan bewijzen dat er priemgetallen bestaan die groter zijn dan welke tot nu toe geconstrueerd?

7.4

Plato heeft de gedachte dat deze wereld onvolmaakte realisatie is van volmaakte vormen ook op de moraal en de politiek toegepast

Voor plato is een object goed of mooi wanneer het een meer dan gewone gelijkenis met Vormen vertoont

Het is mogelijk door rationeel onderziek een moraal op te bouwen en een staatsordening te ontwerpen die het ideaal meer en meer benadert.

o Door middel van rede kunnen we een betere samenleving verkrijgen.

19

Page 20:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

7.5

Lichamelijk deel van de mens komt van aardse wereld en onze ziel is afkomstg van de Vormenwereld

o Onze ziel verblijft tijdelijk in ons lichaam ‘de kerker van de ziel’. o Zintuigelijke gegevens zijn een vage afspiegeling van de Vormen

De ziel heeft in de Vormenwereld kennis genomen van de volmaakte vormen en kan zich tijdens het aarde bestaan die vormen herinnneren

Stelt ons in staat wiskunde te doen, het mooie en goede van het lelijke kwade te onderscheiden.

Dualistische visie met onderscheid tussen lichaam en ziel

8. ARISTOTELES

Plato’s belangerijkste leerling Systematicus van de wijsbegeerte

8.1

Aanvaardt de hele Vormen theorieo Maar volgens hem leiden ze een afzonderlijk bestaan, vormen bestaan

alleen in de dingen zelf Geringer vertrouwen in de wiskundige methode Beroep doen op ervaring

o Niet door constructie-ervaring maar door abstractieprocede De noodzaak om het denkproces via strenge regels te laten verlopen

o Ontstaan van de logica

8.2

na aristoteles dubbele tendens theoretische aanpak

o creatieve rol van menselijke geest bij kennisverwerving o platonischo algemene uitspraeno eenvoudige deductieve logicao probleem: men kan al gauw te ver afwijken van de werkelijke wereld

empirische aanpako alleen door ervaring decisieve resultaten

20

Page 21:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o strenge ervaringsgegevens niet duidelijk hoe men hieruit tot algemene wetten kan komen?

o Probleem: om tot een logca te komen van inductie Inductie= het trekken van een algemeen besluit uit een bepaald

aantal bijzondere gevallen

8.3

Aristoteles is niet de grondlegger van de huidige wetenschappelijke methodeo Hij zal ervaring eerder als ondervinding

Inzichten krijgen door ouder te worden en veel te hebben beleefd Jonge mensen zijn niet geschikt om natuurwetenschap te

beoefenen

8.4

Wereldvisie van A is teleologischo Klemtoon ligt op doelgerichtheid die ogenschijnlijk in de wereld aanwezig

is Je kan de wereld met zijn afzonderlijke dingen slechts verklaren

door het doel aan te wijze waarnaar alles streeft. Niet de platonische Vormen, maar de doeleinden die de stuwkracht veroorzaken

naar een meer volmaakte realisatieo In een zaadje zit een stuwkracht die er een boom doet uit ontstaan.

Oorzakelijke verklaring (causale) heeft zich ook steeds sterker doorgezeto Men verwijst niet meer naar het doel van bv de zon maar strikt de

causale processen die zich op nucleair niveau in het inwendige van de zon voordoen

8.5

A is meer pragmatisch gericht op gebied van ethica en politiek De jusite inzichten uit de refelctie over de menselijke activiteit moeten zelf

groeieno Een jonge mens kan dus moeilijk ethica en politiek opbouweno Er bestaat geen ideaaltype van een maatschappijo revolutionair

De meer platonisch gerichte filosofen een ontwerp van een ideaal maatschappij waarin hoge morele waarden zou zijn gerealiseerd

o Conservatief

21

Page 22:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

9. Hellenistische en Romeinse filosofie (derde eeuw tot vijfde eeuw)

Alexander autonomie van stadsstaten gaan verloren demokratia ooko Desintresse in politiek en gevoel van onmachto Niet meer het gevoel dat rationeel inzicht in de wereld kan bijdragen tot

een betere maatschappijvormo Alles wordt door veldheren beslist

Filosofie werd meer een middel dat het machteloze individu toeliet zichzelf een plaats te vinden in een politiek onherbergzame en onstabiele werld.

o Individuele moraal Hoe kan een indivdu zich in deze wereld in stand houden en

gelukkig worden? Antwoord hierop van verschillende scholen

o Zetten elk o hun manier voorbeeld van Socrates verder Iemands leefwijze toont zijn relatie tot de waarheid

Verschillende stromingen worden in de volgende stukken toegelicht

9.1 CYNISME

Antistheneso Leerling van Gorgias en daarna van Socrateso Ethiek en die had als doel de eudaimonia (welzijn, geluk), maar die was

slechts te bereiken door de deugd Aardse goederen zijn waardeloos

Diogenes Van Sinopeo Vertrok vanuit Antisthenes’ ideeo Had aan doel en macht geen boodschapo Leefde op straat en had aan zichzelf genoego Leefde met het strikte minimum en had geen behoefte aan goedkeuring

van anderen

9.2 DE STOA

De stoicijnse schoolo Vroege, midden en late Stoa

Vroege:o Zeno gevolgd door Cleanthes, maar de voornaamste is Chrysippus

22

Page 23:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Weinig verschillen met de cynici Midden:

o Panaetius en Posidoniuso Overwinnen van het louter op zichzelf gerichte standpunt

Late: o Lucius Annaeus Seneca, Epictetus, Marcus Aurelius

De wereld de kosmos vormt een geheel, dat weliswaar materieel is, maar samenhangt door een soort vurige wind die ze pnuema noemen (later de heilige geest bij de christeren). Dat geheel (dat ook goddelijk is) wordt geordend door Logos

o Rede, ratio De geordende wereld is een voorbeeld van wat de mens zou moeten zijn.

o De mens is immers een microkosmos in de macrokosmoso De logos in de mens is zijn rede en daardoor is hij beter en beter in staat

de logos van de wereld te leren kenneno De mens beseft dat de wereld zich volgen een noodwendigheid

ontwikkelt, die je ook voorzienigheid kunt noemen: pronoia de mens kan geen beter doel hebben dan zich naar deze wet van de kosmos te

schikkeno met de natuur als gids zullen we nooit dwalen (cicero)

juist handelen is volgens hun handelen overeenkomstig aan de natuur, onderwerpen aan de wetten van de kosmos

ontwikkelen van een houding waarin de negatieve dingen ons zo min mogelijk raken

o alleen zo wordt men gelukkigo toestand van apathei na te streven (apathie), onberoerdheid

vier deugdeno Prudentia (praktische wijsheid)o Justitia (rechtvaardigheid)o Fortitudo (moed)o Temperantia (zelfbeheersing) o Zo leef je volgens de wetten van de Kosmos

9.3 EPICURISME

een zekere voorloper bij de volgelingen van Socrateso Aristippus van cyrene en de Cyreneische school

Grondleggers van hedonistische filosofie

23

Page 24:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

=nastreven van lust is het hoogste doel van het leven tegenhanger van stoicijnse leer in fundamenten, maar wel overeenkomsten in

praktische toepassing Epicurus

o Grondlegger van atomismeo Volgers zonderden zich af van de anderen en filosofeerdeno Filosofie voor hem is de activiteit die door argumenten en discussie tot

het gelukkige leven leidto Ontkende het bestaan van een ordenende intelligentie in de wereld

goddeloos bestaan (god heeft alle intelligentie)o Niet helemaal waar

Hij dacht dat er een intermundia bestond. Een tussenwereld waarin de goden verbleven zonder zich iets aan te trekken van de mensen

o Fysica was opstap naar ethieko Ene keer is het hoogse goed hedone (lust) en de andere keer ataraxia

(onverstoordheid), een meer doordachte vorm van het streven naar genot, want men kan immers zo intenst naar lust streven dan men nadien onlust ondervindt.

o Geluk is het hoogst mogelijke genot bereiken maar zonder overdaad want dat doet het genot teniet.

o Onderscheidde drie soorten Natuurlijke noodzakelijke (voedsel, beschutting)

Gemakkelijk te bevredigen, begrensd en brengt veel genot Niet natuurlijke noodzakelijke (luxevoeding)

onbegrensd Ijdele (macht, faam)

Onbegrensdo De ataraxie ontstaat wanneer de behoeften tot een minimum worden

beperkt, op een niveau waar ze makkelijk bevredigd wordeno Epicureische fysica

Bewerking van atomisme van Democritus Hoe mensen zich voelen is een fysiologisch proces en houdt geen

wrok of boosheid of welke emotie dan ook van de goden achter. De dood is natuurlijk en onsterfelijkheid bestaat niet

Lucretiuso Epicurus heeft de mensen van bijgeloof en vrees voor de goden bevrijdo

24

Page 25:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

9.4 SCEPTICISME

In de oudheid: geluksleer met als hoogste doel ataraxie Stichter is Pyrrho van elis

o Soms ook pyrronisme ipv scepticisme Er is geen enkele methode om met zekerheid tot kennis te komen

o Voor om het even welke uitspraak geldt dat er even sterke argumenten pro als contra gelden

Als je geluk of ongeluk hebt kan je nooit zeker weten of het geluk of ongeluk is. Epicurus

o Het is onmogelijk om al scepticus te leven Wie gelooft dat hij niets weet, kan nooit eenr eden hebben om

eerder zus dan zo te handelen Een consequent scepticus zou dus niets doen en sterven

9.5 NEOPLATONISME

Tweede eeuw Stichter is Ammonius Saccas

o Weinig bekend over hem Inhoudelijke ontwikkeling

o Plotinus Wou een stad stichten Platonopolis waar alleen maar wijsgeren

zich vestigden Dit plan is echter nooit uitgevoerd

Zijn leerling Porphyrus bundelde zijn 54 geschriften. Uitgegeven in 9 teksteno Onderwerpen van alle negen teksten:

Gaan over Ethiek, de wereld, de ziel, de geest, de platonische Ideeen, het hoogste beginstel van het Goede

God is het eerste, het ene, het hoogste, het eeuwige, het opperste goede en in zichzelfvolmaakt en in eeuwige rust.

Wereld niet tot stand gekomen door wil van god, maar het is een emanatie, een uitstorting van God.

Einddoel het bereiken van een extase

10 CHRISTENDOM

25

Page 26:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

10.1 ALGEMENE KARAKTERISERING

Christendom is een opebaringsgodsdienst en verlossingsgodsdienst Voorgekomen uit het judaisme (het jodendom)

o Uit israelo Aanvankelijk polytheisme (meerdere godeno Dan henotheisme (vereren van 1 god (jaweh), maar niet verwerpen van

de andere goden)o 6eeuw: monotheisme (Jaweh als enige bestaande god)

Laatste eeuwen: o Overtuiging van uitverkoren volk die een koning mocht verwachten, die

hen zou bevrijden van dwingelandijo Messias

Mazadeistische ideeen binnengedrongeno Strijd tussen God en Satan over eindgericht en de verrijzenis van de

doden Priesters verwierpen deze ideeen, waren onbijbels

Besissende gebeurtenis in het ontstaan van christendom is de kruisdood van Jezus

o Leerlingen waren er van overtuigd dat hij was opgestaan uit de dood

10.2 HISTORISCHE GEGEVENS

Over het leven van Jezus bestaan geen enkele historische bron Broer van Jezus, Jacobus, speelde belangerijke rol in de Kerk van Jeruzalem Oudste christelijke teksten

o Brieven van Pauluso Evangelien en de handelingeno Overige teksten van het Nieuwe testament

Paulus komt duidelijk naar voren met het feit dat zijn christendom niet de leer van Jezus is, maar de leer over de ood en de verrijzenis van jezus.

Oudste materiaal o Marcus en de niet bewaarde Quelle (bron) van gezegden van Jezuso Mattheus en Lucas hebben die quelle uitgeput

Latere datumo Johannes

Theologische verwerking Velen zijn geneigd de parables te geloven maar die zijn nauwelijks te bereiken

26

Page 27:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

10.3 DE CHRISTELIJKE LEER

a)

De boodschap van de apostelen was dat Jezus de Messias was Paulus: men wordt niet meer gerechtvaardigd door de wet, maar door je het

gelood in Jezus Christus Onenigheid tussen beiden

o In de discussies verwijst men niet naar Jezus’ uitspraken maar naar oude testament zelf

Grikse invloeden dringen dooro Verzwakking van de messiasgedachteo Jezus wordt nu beschouwd als de heelo Maagdelijke geboorteo Verlosser

Loskoppelen van joodse weto Uitblijven van de wederkeer van jezus

men heeeft morele schrijften nodig de evangelien bevoorrechte positie van armen en kleinen in gods rijk

vader, heer en zijn geesto na veel discussie drie goddelijke personen en toch 1 godo drie eenheid gefromuleerd in concilie van Constantinopel

eeuwige leven, onsterfelijkheid van de ziel derde vierde eeuw:

o hierachie overwicht naar bischoppen in Antiochie, Alexandrie, Byzantium,

Rome Dogmatiseringstendens als gevolg

o Doopsel en geloof in de heer was aanvankelijk genoego Door vele discussies en ketterijen

Grotere nadruk te liggen op de belijdenis van het jusite credo Wie hier zijn voeten aan veegt verliest het eeuwig leven

Griekse invloed vemengd met geloofselementeno Naar middeleeuwen toe een filosofisch-theologisch systeemo Introduceren een nieuwe wijsgerige en wetenschappelijke hypothesen

achterdocht oproept en soms tot vervolging aanleiding geeft

11.2 MIDDELEEUWSE EN ARABISCHE WIJSBEGEERTE

27

Page 28:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Belangerijkste denkers uit de periode tussen ruwweg 400-1400 beschouwden zichzelf niet als filosofen, maar veeleer als theologen

De filosofen wren de griekse filosofeno Plato en aristoteles

Twee bronneno De grieken o Godgegeven openbaring

Overkoepelend project in de middeleeuwen:o De vruchten van de rede zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen

met datgene wat het geloof voorhieldo Sommige filosofische opvattingen konden zich gemakkelijker verzoenen

met de christerlijke overtuiging Plato bijvoorbeeld Zijn vormenwereld werd het hiernamaals

b)

Aurelius Augustinus o De eerste die christelijke doctrine bevestig zag in de werken van Plato en

van neoplatonische auteurso Civitate Dei

Enkel god kan het onderscheid maken tussen enerzijds zij die in de stad van god wonenen de hemel voor ogen blijven houden en anderzijds zij die veeleer in de stad van de mensen wonen en zich laten afleiden en bekoren door de materiele wereld

o Filosofie blijft ondergeschikt aan theologie volgens hemo Streefde naar het rationeel doordenken en beargumenteren van het

geloof Alle mensen worden geboren in zonde maar goede daden en

boetedoening bieden geen garantie op verlossing daaruitc)

Boethius o Worstelde met probleem van vrije wil

Hoe kunnen we ervoor kiezen het goede te doen en het slechte te laten indien god voorkennis heeft en ons hele doen en laten bijgevolg op voorhand lijkt vast te liggen?

o De consolatione Philosophiae

28

Page 29:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

d)

Godsbewijzeno Pogingen om het bestaan van God niet zomaar aan te nemen op basis

van de openbaring, maar zuiver rationeel te beredenereno Beroemste poging door Anselmus

Aartsbisschop van Canterburry God is het grootste dat gedacht kan worden. Nu kan het

zijn dat God louter als denkobject in onze geest bestaat, ofwel reeel ook bestaat. God kan niet louter als denkobject bestaan want dat wou hij niet het grootste denkobject zijn: iets dat als denkobject en als reeel object bestaat is immers groter dan iets dat louter als denkobject bestaat. God, het grootste wat gedacht kan worden, bestaat dus niet alleen als denkobject maar ook als reeel object.

Hij dankt heer voor zijn verstand zodat hij het geloof kan doordenken

o Problemen met deze theorie Monnik Gaunilo van Marmoutiers gaf een tegenvoorbeeld

Het volmaakste eiland is niet alleen denkbaar maar bestaat ook reeel. Want als het niet reeel zou zijn, zou het ook niet denkbaar zijn

De definitie van het volmaakte eiland bevat niet alle volmaaktheden, terwijl de definite van god naar alle denkbare eigenschappen verwijst, dus ook naar de eigenschap bestaan. Daarom kan deze redenering alleen van toepaseen zijn op ‘het toaal volmaakte wezen’, namelijk god.

e)

Petrus Abealardus wou eerst begrijpen en dan pas geloven Sic et non (ja en neen)

o Behandelde theologische kwesties door gezaghebbende teksten lijnrecht tegenover elkaar de plaatsen

o Belangerijk omdat hij het geloofsovertuiging op basis van teksten

29

Page 30:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

waarvan het gezag algemeen wordt aanvaard, aan de consistentie-eis van de rede onderwerpt

Confict met Bernardus van Clairvaux Toch goed want stelde problemen aan de orde en werden aangepakt Anselmus wordt beschouwd als de vader en abaelardus als de eerste

belangerijke vertegenwoordiger van scholastiek, de bloeiperiode van de middeleeuwse wijsbegeerte

o Binnen scholastiek Problemen die ontstaan, wanneer men denkwijzen van filosofen

zoals plato en aristoteles wil verzoenen met christelijke geloofsovertuigingen, volgens een schools thema tot in de puntjes uitzoeken

Belangerijkste impuls van voor de opbloei van de wijsbegeerte kwam echter van de islamitische geleerden

f)

400-1100o middeleeuwse filosofen hadden maar met mondjesmaat toegang tot de

werken van Plato en aristoteles indirect via arabische vertalingen en commentaren op de werken zo komt de westerse wijsbegeerte volop in contact met

belangerijke bronteksten interpretaties ervan

Ibn Rushdo Zette arestotelianen zoals Thomas van Aquino en Siger van Brabant aan

tot de verhouding tussen rede en geloof (filosofie en theologie) te herzien.

o Zei dat theologie geen wetenschap is en filosofie wel. Thomas van Aquino (scholast)

o Wist de geverstigde houding ‘filosofie als dienstmagd van de theologie’ nog min of meer in stand te houden

Door theologie op te vatten als de wetenschap waarop alle andere wetenschappen ultiem teruggevoerd kunnen worden.

Siger van Brabant (scholast)o Trok drastischere conclusies uit de argumentatie van Ibn Rushd

Ontwikkelde en verdedigde een theorie van de dubbele waarheid Wat waar is in de filosofie, kan onwaar zijn in de theologie

30

Page 31:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

en omgekeerd. In geval van conflict tussen rede en geloof hoeft men dus

geenszins de rationele inzichten te plooien naaar de geloofswaaheden.

Hele reeks leerlingen van gematigde en radicale aristotelianen werd in 1270 en 1277 veroordeeld door Tempier, bisschop van parijs (geloof tegen de filosofie)

o Werkte averechts: hij legde de kiem voor de ontvoogding van de moderne wijsbegeerte en volgens sommige historici zelfs voor het ontstaan van de moderne wijsbegeertes

g)

Thomas van Aquinoo Werken vormen hoogtepunt van scholastieko Summa Theologiae

Hij benadert de hele christelijke leer vanuit de rede Besteed niet alleen aandacht aan eigen vraagstellingen en

antwoord maar ook aan de rivaliserende opvatting en tegenargumenten

Roept geen bonvennatuurlijke krachten in om de werking van de menselijke kennis te verklaren

Baanbrekend Aanzet tot naturalistische epistemologie en

cognitiefilosofie

h)

Willem van Ockhamo Theorie: scheermes van Ockham

Entiteiten mogen niet zonder noodzaak vermenigvuldigd worden Als twee theorieen evenveel fenomenen evengoed

verklaren dan moet je opteren voor de theorie die het minst aantal entiteiten inroept, met andere woorden de theorie die onthologisch gezien het zuiverst, het eenvoudigst of het meest economisch is.

Waar het ook mogelijk is, gebruik constructies op basis van bekende entiteiten in plaats van het verwijzen naar onbekende entiteiten.

o Hij herleide de ontologie van Aristoteles duchtig

31

Page 32:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Er zjn alleen maar individuen nodig, geen universaliao Concepten zoals ‘rood’ die op meerdere individuen toepasbaar lijken te

zijn, verwijsen niet naar iets in de wereld. Ze bestaan slechts in ons denken en laten alleen maar toe de complexe wereld wat de vereenvoudigen door verschillende individuen in groepjes onder te brengen

o Werkte het naturalistische project van Thomas van Aquino verder uit. o Volgens hem heeft zintuigelijke kennis een even groot zekerheidskarakter

als analytische kennis. Je kan net zo zeker zijn dat je naar een boom staat te kijken dat

van het feit dat een cirkel rond is.

Conclusie 400-1400

o meer wijsgerige problemen werden aangepakt en aangekaart binnen het theologische kader

o filosofen in verschillende domeinen gaven de aanzet tot een meer onafhankelijke behandeling van de grote vragen en bouwden een begrippenarsenaal op dat nog eeuwenlang de filosofische debatten zowel mogelijk als complexer zou maken.

HOOFDSTUK 3: ONTSTAAN VAN DE NATUURWETENSCHAP EN VAN HET NIEUWE WERELDBEELD

1. WETENSCHAP EN WETENSCHAPPELIJKE METHODE IN DE OUDHEID EN DE MIDDELEEUWEN

Na verklaringspogingen van de wereld via mythologie was er de rationeel getinte filosofie van de grieken

Toch niet genoego Een wetenschappelijke methode was nodigo Doorbraak in 17e eeuw in de natuurkunde

1.1

Aristoteleso Nadruk op ervaring als bron van kennis

Hij geeft een heel andere term aan het woord ervaring dan wij

32

Page 33:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

doen. Ervaring voor hem doe je op door lang te leven. Zien het nu niet van opzettelijk geplande ervaring.

o Maar niet zijn methodologie die tot de experimentele methode heeft geleid

In Middeleeuwen, oudheid,...o Ernstig onderschatten van complexiteit van problemeno Men onderwierp ervaring niet aan een nauwkeurige controle (bv door

het uitvoeren van kunstmatige experimenten)

1.2

Technieko Op dit gebied heeft met sinds de middeleeuwen blijvende resultaten

geboekto Resultaten bereikt na trial and error

Men probeert iets te maken tot het lukt. Dit is realisatie maar geen kennis of wetenschap

o Sommigen denken ten onrechte dat de grondslag van de experimentele psy bij in de technologie te vinden is.

o Geen omstandige beschrijving Geen wetenschap betekenis

o Mensen die aan techniek deden (slaven) en aan wetenschap (rijken) kwamen van andere klassen en hadden helemaal geen communicatie of belangstelling voor elkaars werk.

1.3

Sommigen zien het onstaan van de wetenschappelijke methode in de experimenten van de alchemie en de magie

Resultaten te vergelijken met die van de technologie

1.4

De info van hierboven sugereert dus dat de mensen van de 17e niet veel belang hechten aan wat ze van de oudheid konden leren

Maar dit is een ondeschatting van wat de Grieken hebben geleverdo Nl. de ontdekking van de systematische wiskundeo Geleid tot ontstaan van exacte theorieen van natuurwetenschappelijke

aardo In deze theorieen worden op nauwkeurige manier wetten geformuleerd

33

Page 34:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Theorieen hadden beperkingo Boekten weinig vooruitgang

Arabische en westerse wiskundigen legden zich toe op statica, konden resultaten van Archimedes (wet dat om het even welk lichaam dat men in vloeistof onderdompelt voorspelt exact hoeveel gewicht het zal verliezen) niet aanzienlijk uitbreiden

Statica vorme gesloten gebieden, geen aanleiding voor verder expansie van natuurwetenschap

2. ONTSTAAN VAN DE EXPERIMENTELE METHODE Ontwikkeling van natuurwetenschappen in de 17e eeuw vertoon wel explosief

karakter Ontstaan van de nieuwe experimentele methode

2.1 HOE IS DE NIEUWE AANPAK VAN WETENSCHAP ER GEKOMEN? Tot stand gekomen na refelctie over de nieuwe wetenschap Grondslag ligt bij archimedische werkwijze

o Neiging van wiskundigen om hun wiskundige werkwijze toe te passen op fysische problemen (analoge problemen) die zich daartoe lenen

o Eind 16 eeuw neiging om via wiskunde de mechanica, de studie van de worp

en de val, te bestudereno Deze pogingen leiden tot succes in het werk van Galilei en legt

hiermee de grondslag van de moderne natuurkunde Men constateert dat men het mathematisch model niet meer intiutief

kunnen gebruiken bij de problemen van de mechanica. Alledaagse kennis voldeed voordien

o Fenomenen zijn te complex Men komt tot de constatering dat het experimenteel aspect van het

onderzoek even belangerijk is als het wiskundig aspecto Om feiten te kennen moet men waarnemen constateerden zeo De weg lag dus open om alle natuurwetenschappelijke problemen op

dezelfde manier te benadereno Sinsdien explosie van natuurwetenschap

2.2 WAAROM IS DEZE METHODE SLECHTS IN DE 17 DE EEUW ONTWORPEN? 2.2.a

34

Page 35:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Twee factoreno De technologische factor

Grieken vonden altijd een basis in de alledaagse werkelijkheid Hun milieu bracht hen maar weinig in contact met de

mechanica Kloof tussen technici en geleerden

o De wiskundige factor Huiver tegenover alegbra en rekenkunde Bemoeilijkt door moeiljike schrijfwijze voor getallen Aanwezige mathematische apparaat was dus niet zeer gunstig

voor het oplossen van de moeilijke problemen van de mechanica

2.2.b

In 16 eeuw: technologie op een heel hoog stadiumo Onder invloed van het vroege kapitalismeo Mijnbouwo Metallurgie (ijzer, staal, koper)o Weefnijverheido Glasindustrieo Slijpen van lenzen (brillen in 1300)o Men keert terug naar romeinse bouwstijlo Kanalisatie, draineren,...o Boekdrukkunst !

2.2.c

Kloof tussen wetenschappers en technici wordt kleiner want belang van technologische problemen wordt groter dat de gewone ambachtsman ze neit meer aankan

o Bv Leonardo Davinci- geboeid door kunst en wetenschap

2.2.d

Nieuwe bloeiperiode van de wiskunde in de 16 eeuwo Verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de experimentele periodeo Betere mathematische apparatuur

Kon wel toegepast worden op de mechanica Grondlegger van de moderne mechanica

35

Page 36:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Galilei Kon nieuwe invloeden in zich opnemen en door zijn studie van

de valwet

3. KENNISTHEORETISCHE REFELCTIE OP DE NIEUWE METHODE

Analyse van Galilei’s methodeo Het aspect wiskunde valt op

Stelt formules op die uitdrukken welke relaties tussen bepaalde grootheden in de werkelijkheid bestaan

Vergelijkbaar met archimedes maar nu komt het aspect experiment er bij

Hij voert metingen uit waarbij de uitkomst bij bendaring moet kloppen met voorspelde waardes

Vaak discussie over wat nu het essentiele is van de nieuwe methodeo Galilei: wsiskundig aspecto Boyle: rol van experiment

Waarin ligt nu de overtuigingskracht van de nieuwe methode vergeleken bij de oudere filosofische benaderingen?

o Stellingen die men uit de axioma’s afleidt, zijn even betrouwbaar als de stellingen zelf

o Wanneer de axioma’s relaties uitdrukken die in werkelijkheid ook bestaan, dan kunnen we nieuwe wetten afleiden en en dus voorspellingen doen over de feiten

Galileio Ook in zijn mechanica maakt de theorie nauwkeurige voorspellingen

mogelijk over de relaties tussen grootheden, en de experimentele situatie garandeert dat een afwijking ervan bij metingen aan het licht komt.

4. EEN NIEUWE MENTALITEIT EN EEN NIEUW WERELDBEELD

Moderne wijsbegeerte ook tot stand gekomen door een reflectie op de nieuwe bloei van de wetenschappen

o Op de wiskunde en experimentele natuurkunde Zullen pogen de totaliteit van de problemen op dezelfde wijze te benaderen

4.1

36

Page 37:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Begin 17e eeuw: nieuwe mentaliteito Door successen in technologie en wiskundeo Door ontdekking van nieuwe werelddeleno Boekdrukkunsto Socio-economische wijzigingen

Deze mentaliteit kristalliseert zich bij aantal geleerden uit tot de overtuiging dat ze een nieuwe methode hebben gevonden om kennis te verwerven

o Groot vertrouwen in Redeo Alleen bezig houden met ervaarbare wereld

Niet bv met geslacht van de engelen

4.2

Nieuwe denkwijze voor het eerst verwoord door Francis Bacon (1561-1626)o Novum organumo Actualisering van Aristoteles’ werko Op dat moment nog geen sprake van ontwikkelde mechanica

4.3

Dubbele verandering in wereldvisieo Van een gesloten naar een open wereldbeeld en Mechanisering van het

wereldbeeld Heelal was een bol met andere bollen erond. In centrum aarde

met daarond kristallen bollen die de maan, zon en planeten droegen. Alles had dus zijn vaste plaats

De mens bevond zich in het centrum van het heelal en was als het ware opgesloten in het ondermaanse.

Dit loopt parallel met mens-en maatschappij beeld van toen Gebeurtenissen in wereld vaak nog verklaard aan de hand

van mythen Engelen bewogen de hemellichamen Wisselvalligheden in het ondermaanse waren te wijten

aan de strijd tussen goed en kwaad, tussen engelen en duivels.

Ziekten, rampen, .. ingreep van deze machten Ook de goede en slechte daden van de individuele mens

Wereldbeeld wordt opener met boek van Copernicus

37

Page 38:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

De revolutionibu orbium caelstium 1543o Aarde beweegt rond de zon

Gesloten wereldbeeld werd stukgeslagen door Dano Bruno De l’infinito universo e mondi 1584 Heelal oneindig met oneindig veel zonnestelsels Mens die zich voorheen middelpunt voelde van heelal is

slechts een stipje Oneindigheid, vrijheid en veranderlijkheid wordt voor het

eerst als positief aanvoeld Open wereld werd gedemythiseerd en gemechaniseerd door

nieuwe fysica van Galilei en zijn volgenlingen Isaac Newton

Kon zowel aardse als hemelse verschijnselen met dezelfde wetten verklaren. Zelfde krachten zijn verantwoordelijk voor de beweging van voorwerpen zowel in het heelal als op aarde

4.4

Nieuwe wereldbeel bevorderd eook een nieuwe mensenvisieo Menselijk lichaam als behorende tot de mechanische wereld

Vesalius o De humani corporis fabricao 1543

Mirandolao De hominis dignitate oratioo 1486o Menselijke geest is in staat om op eigen kracht de wereld te begrijpen,

waardoor men erop kan inwerken en er veranderingen in kan aanbrengen

Grond van mateloos vertrouwen in menselijk rede

HOOFSTUK 4: MODERNE FILOSOFIE

1. POLITIEKE FILOSFIE

Seculariseringstendens

38

Page 39:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o De reductie van religie tot het private terrein en de afname van de maatschappelijke invloed van religie

Einde van middeleeuweno Behoefte aan vernieuwde staatsinstelling en aan een duidelijke scheiding

tussen het aardse en het godsdienstige

1.1 NICCOLO MACHIAVELLI

1469-1527 Boek Il Principe (de vorst)

o Nadruk op efficientieo Moet niet blijk geven van christelijke deugden, maar moet daden stellen

die hem de kans bieden zijn doeleinden efficient te realiseren Is beloning het efficietste? Dan moet hij ze belonen. Is terreur

succesvoller, dan moet hij ze terrorisereno Immorele daden kunnen in bepaalde situaties meer geschikt zijn, als men

er meer mee kan bereiken1.2 HUGO DE GROOT

1583-1645 De iure belli ac pacis (over het recht van oorlog en vrede)

o Basis van internationaal rechto Maakte onderscheid tussen goddelijk recht

Toepasbaar op kerko En tussen menselijk recht

Toepasbaar op alle mensen, ongeacht hun godsdienst Onderscheid

1. Het natuurrechto komt uit de natuur van de mens voorto bindend voor individuen en staten en zelfs voor

God 2. Het burgerlijk recht

o kan verschillen van staat tot staat maar mag niet tegen het natuurrecht ingaan

o we vinden dus een basis om op een volstrekt rationele wijze, dat wil zeggen zonder theologische interventie, het recht te funderen

1.3 THOMAS HOBBES

39

Page 40:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

1855-1679 Radicaliseert de seculariserende tendens

o baseert staatsconceptie op een mechanistische mensvisieo alle verschijnselen (handelen, bewustzijn, perceptie,..) wou hij verklaren

in termen van beweging van materieo lichamen zijn voortduren in beweging

Menselijke geesto machine die voortdurend beweegt

Materialistisch en mechanistisch mensbeeld Leviathan

o Verdedigde absoluut koningsschap op basis van sociaal contract (Grotius) In de natuurstaat waarin de mens zich bevindt VOOR de

maatschappij is gevormd vechten de mensen een strijd uit van allen tegen allen. Om aan die ellendige situatie te komen sluit men contracten af, en om die te verzekeren is er sterke autoriteit nodig (absoluut koningschap). Ontleend macht niet aan God.

2. HET RATIONALISME: DESCARTES, SPINOZA EN LEIBNIZ

2.1 RENE DESCARTES

a)

Als men over de totaliteit van de wereld ware kennis wil verwerven dan moet men beroep doen op de methode van de wiskundigen (hij was de grondlegger van de analystische meetkunde)

Men moet op deductieve wijze tot stellingen komeno Het moet onbetwijfelbaar zijn

Methodologische twijfelo Hij twijfelt aan alles. Maar wanneer met twijfelt, kan met niet

twijfelen aan het feit dat met twijfelt. JE PENSE DONC JE SUIS. Hij twijfelt niet aan het bestaan van God als volmaakt wezen

o ‘Ik kan in mijn denken het begrip vormen van een volmaakt wezen: een wezen dat alle potitieve eigenschappen op volmaakte wijze bezit. Dat wezen moet bestaan, want als het niet zou bestaaan zou er iets ontbreken -namelijk het bestaan- en bijgevolg zou het niet volmaakt zijn; wat ongerijmd is.

40

Page 41:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Je kunt een wijze met alle positieve eigenschappen indenken en daarnaast kan dat wezen ook bestaan; dat is geen suplementaire eigenschap, men gaat over van de denkorde naar de zijnsorde.

Hij is dus zeker van twee dingen: het denkende ik en God Maar als wiskundige weet hij dat we over de ruimtelijke wereld ‘het

uitgebreide’ de res extensa heldere ideeen hebben. (vinden we in de meethunde, statica,...). Dit is echter nog geen bewijs van bestaan.

o Een boosaardige geest (Malin Genie) zou ons dat kunnen voorspiegelen.

o Hier tegenover staat God Die ons inzichten heeft ingeprent en ons dus niet zal

bedriegen Ideeen (getal-meetkunde, beweging-mechanica, ruimte-

meetkunde) zijn echt toepasbaar op de wereld, en voldoende om de wereld te verklaren

Materiele wereld =reeel en volledig mechanistisch verklaarbaar

b)

Zijn denkwijze is rationalistischo Eerste grote rationalistische denkero rationalisme o Alleen beroep doen op klare en duidelijke begrippen vastgelegd in

axioma’s waar al de rest is uit afgeleid Rationalisme gaat gepaard met nativisme

o Menselijke geest beschikt over aangeboren ideeën Het inzicht in axioma’s is dus aangeboren

Dualisme o Mens bestaat uit twee delen, lichaam en geest ( monisme)

Hij aanvaarde drie substantieso Materiëleo Godo Het denken

Cartesiaans (=’van Descartes’) Mechanicismeo Alles in de stoffelijke wereld is volgens mechanische wetten verklaarbaar

Thomas Hobbe De la mettrie (!!) in zijn werk L’homme machine

Problemen met Cartesiaans mechanicisme

41

Page 42:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Verschil natuurkunde-wiskundeo In metafysica was het dualisme moeilijk houdbaar

Hoe kan de een inwerken op de ander als ze twee verschillende zijnsvormen zijn? Hoe kan men met geest lichaam controleren?

2.2 BENEDICTUS DE SPINOZA

a)

Tweede grote rationalistische denker Geboren 1632 Gefascineerd door cartesianisme Net zoals bij descartes speelde de overtuiging dat de rede in de mens datgene is

waardoor men het dichtst bij god komt te staan is.

b) Rede en geloof

Tractacus Theologico-Politicus in 1670o Rede over traditie dat bijbelse openbaring een hogere vorm van kennis

geefto Bijbel is een verzameling van historisch gesitueerde teksten

Spinoza scheidt rede en geloof Onderwerpt bijbel aan kritische-historisch analyse

o Vond hoop tegenstrijdigheden

c)

Liefde staat nog steeds centraal maar die moet men tot redelijk inzicht realiseren Zijn conceptie van God wordt door rede bepaald Descartes nam het ‘ik’ als uitgangspunt, neemt Spinoza God als uitganspunt en

het vertrekpunt van ons denkeno Hij noemt deze God de substantieo Uit de def van substantie ons denken over de werkelijkeheid afleiden (net

zoals met de axioma’s waaruit ook alles afgeleid wordt)o Substantie = causa sui

Is niet voorgevloeid uit iets anders. Vertrekpunt van ons denken. Bestaat op zichzelf.

Substantie drukt zich uit op oneindig aantal zinswijzen, die Spinoza de attributen noemt

42

Page 43:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Wij kennen er twee van Denken En het uitgebreide (materiele wereld)

Modi o Wijzigingen van de attributen (zon, maan, lichamen, bomen, concrete

denkende wezens = menselijke zielen) Alle modi vloeien voort uit de substantie (God)

d) Parallelisme

Spinoza verdedigt parallellisme tussen denken en materieo Bv tussen geest en lichaam

Oplossing voor mind body probleem van descarteso Het parallellisme vloeit voort uit het feit dat het denken en de

uitgebreidheid noodzakelijke uitingen zijn van dezelfde substantie, zij het in twee verschillende attributen.

e) Spinoza’s God

De wereld en god vormen een eenheid aangezien alles uit de substantie groeit Pantheisme

o God kon niet kiezen tussen scheppen of niet scheppen, zoals de christelijke God dat kon

o Zonder schepping is God niet volledig God en natuur zijn synomienen Spinoza’s God is geen persoon, kan geen beslissingen maken uit vrije wil want

kan niet anders doen dan wat uit noodzakelijkheid uit zijn wezen voortvloeit Christenen zagen dit als atheisme

f) De wil

Bestaat niet in Spinoza’s wereld Mentale processen zijn gedetermineerd Vind hij niet negatief

o Het denken is bepaald door zijn strikte regels van de logica anders zou het te verwarrend zijn als God weer eens zus en dan weer zo schept

Vrijheid als willekeur is dus te verwerpen Alternatief van Spinoza

o Vrijheid als autonomieo Alleen God is volkomen autonoom

43

Page 44:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Geen enkel ander wezen, maar de mens is een wezen met een verhoogde graad van autonomie

Dieren in wisselende mate minder door zichzelg gedetermineerd Levensloze objecten al helemaal niet

g) Ethisch ideaal

Het etisch ideaal van de mens is dichter bij god komeno En zo zijn autonomie verhogen

Die autnomie betekent ook verhoogde activiteito Passiviteit= men is onderworpen aan factoren die niet tot ons centraal

wezen behoren Passie

o Die persoon wordt dan niet door zijn werkelijke persoonlijkheid gedetermineerd

o Anders zou hij het niet als dwang ervaren Hoogste vorm van autonomie

o Redelijk denken Hoogste etische waarde

o Inzicht in het feit dat God de noodakelijke oorzaak van alles is Wij zijn leven kan leiden volgens dit ideaal en zich niet door zijn ideaal laat

beheersen, kent de einige vorm van autonomie Zo’n persoon kent het ware geluk, omdat alles wat gebeurt (ook angst, dood,...)

voortvloeit uit God en en dus positief is Ultieme geluk bestaat in de liefde tot de eeuwige onveranderlijke God, veeleer

dan in de passie voor de tijdelijke eindige modi Dus ons ethisch ideaal is het zuivere egoisme, het maximaliseren van onze

autonomie en machto Deze macht vindt haar hoogste realisatie in het heldere denken in de

kennis van god en dus in de liefde tot god.

h) Liefde voor de medemens en staatsvisie

Liefde tot de medemenso Relativering van het lijden, de aanvaarding van de dood en het afwijzen

van persoonlijke onsterfelijkheid Spinoza’s staatsvisie is zoals die van Hobbes

o Mechanicistischo Maar hobbes laat de natuurstaan ophouden zodra de sociale contracten

44

Page 45:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

zijn gesloteno Spinoza stelt dat deze natuurtoestand onveranderlijk blijft voortbestaano Mensen blijven egoistische wezens dus het is dom om de macht in de

handen van 1 persoon te geven oppert een democratie

3. Het emirisme: Locke en Hume

Rationalisme vooral op het vaste land Tegenhanger hiervan is empirisme

o Ook mechanisa maar vertrouwen op ervaring

3.1 John Locke 1632-1704

De ziel bestaat niet uit aangeboren ideeën Onze ziel is een tabula rasa, een onbeschreven blad Voorstellingen opdoen via zintuigen Primaire kwaliteiten

o Sommige voorstelling hebben betrekking op de mathematische en mechanistische aspecten van de werkelijkheid

o Bv beweging, rust, aantal, vorm,... Secundaire kwaliteiten

o Indrukken van primaire kwaliteiten kunnen bij ons secundaire kwaliteiten teweeg brengen

Geur, kleur, smaak, ... We hebben geen reden om te veronderstellen dat primaire kwaliteiten niet in de

werkelijkheid voorkomen maar dit geldt niet voor de secundaire kwaliteiteno Als we een voetbal met een ronde vorm (primair) zien mogen we

aannemen dat er in werkelijkheid een ding met ronde vorm bestaat dat wij voetbal noemen. Maar dat de bal witte en zwarte vlekken heeft en naar leder ruikt, zijn reacties van het menslijk brein op aspecten van de bal.

Zonder de menselijke waarneming heeft de bal deze eigenschappen niet

We schrijven wetmatigheden aan de natuur toe We leggen associaties tussen die wetmatigheden

o Bv tussen het loslaten en het vallen van een steeno Vuur en rook

45

Page 46:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Associatieproces door vroegere ervaringen

3.2 David Hume 1711-1776

a)

Voornaamste empirische denker A treatise of human nature (1737) Ondezoek van de mens, de basis is niet God Bewustzijnsverschijnselen in twee categorieën

o Impressions Gewaarwording, gevoelens, emoties

o Ideas Enkelvoudige ideas

Als ze refereren aan 1 bepaald ding in de wereld. Bv rood, hitte, koude,...

Ontstaan automatisch (passief) bij waarnemingen van 1 zintuig

Impressie gaat eraan vooraf Aangeboren ideeen waaraan geen impressie wou vooraf

gaan bestaat niet. Complex ideas

Actief Samenstellen van enkelvoudige ideas Bv oneindig, dronkenschap

o Associeren met mekaar onder bepaalde voorwaarden Als ze herhaaldelijk op elkaar volgen, of op elkaar gelijken

b) Redeneren

Redeneren is volgens Hume het ontdekken van relaties, het leggen van associaties

Drie plus drie is zeso De redenering is a priori waar, dwz voor elke ervaringo De conclusie van bovenstaande stelling zit reeds vervat in de betekenis

van de eerste helft van de redenering Analytisch redeneren a priori

o Uitspraken die a priori geldig zijn, zijn analytisch Syntetisch redeneren a priori

o Kunnen nooit a priori geldig zijn

46

Page 47:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Relaties tussen waargenomen feiten zijn synthetischo Men voegt dingen samen

Bv lood is zwaarder dan aluminium Relatie (zwaarder dan) tussen objecten (lood en

aluminium)o De waarheid van de uitspraken moet uit ervaring blijkeno Hun ontkenning houdt geen contradictie in, maar ze kunnen wel vals zijno Geen enkele synthetische uitspraak kan volgens Hume a priori zijno Alle synthetische uitspraken zijn empirische hypothesen, die, met alle

variaties van waarschijnlijkheid, waar of onwaar kunnen zijn

c) Causale relaties

Oorzaak-gevolg A is oorzaak van B

o Noodzakelijk verband o Kunnen we door ervaring –impressions- nooit vaststelleno Wat we waarnemen is dat B herhaaldelijk volgt op A, niet de causaliteit

als een apart gegeven Er is geen aangeboren idee van oorzakelijkheid en evenmin een impression

ervano oorzakelijkheid bestaat niet als echt idee maar als neiging van ons

psychisme om na herhaalde vaststellingen te besluiten tot een oorzakelijk verband

inductie (het formuleren van algemene wetten op basis van reeksen waargenomen verbanden) is volgens Hume geen logische procedure

o beweringen zoals ‘als ik twee flessen cognac drink ben ik dronken’ zijn waarschijnlijk waar, maar het tegendeel beweren blijft logisch houdbaar

d) Mogelijkheden van kennisverwerving

We kunnen ons geen ideeën vormen over zaken die totaal losstaan van het ervarene

o we kunnen ons wel complexe voorstellingen maken zoals bv van een zeemeermin maar alleen omdat vooraf reeds de indruk van een vrouwenlichaam en een vissenstaart aanwezig waren

niet zo bij logica en wiskunde

47

Page 48:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

e) Denkend ‘ik’

Van het ‘ik’ hebben we geen enkele indruk Het ik

o Ketting van samenhangende bewustzijnsverschijnseleno Kunnen we niet als aparte entiteit ervaren

Metafysische uitspraken die betrekking hebben op het onstaan van de wereld, op god, op ontsterfelijke zielen, en op alles wat de ervaring overstijgt hebben niets te maken met ervaringen en zijn eigenlijk zinledig

f)

Sceptisme o Er is altijd een fundamentele twijfel die we niet kunne opheffen

Toch blijven we het causaliteitsbeginsel toepasseno Het vormt een aspect van onze psychische natuur

Begrippen absolute tijd en absolute ruimte van Newton waren ook niet houdbaar

g) Ethica

Ethische uitspraken drukken geen eigenschap van feiten uit, mar een goedkeuring of afkeuring van bepaalde feiten door ons psychisme.

Dat goed of afkeuren is zelf gebaseerd op en associatie die vroeger gevormd is door zulke feiten en een ervaring van lust of onlust

4. DE VERLICHTING

18e eeuw engels empirisme was grote inspiratiebron 1. Een groot vertrouwen in de rede en een eis om voor alles redelijke

grondslagen te zoekeno streven naar een natuurlijke godsdiensto een god zonder mytische en immorele trekken

2. Een geloof dat men met rede de wereld kan veranderen, geloof in een vooruitgang

48

Page 49:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

3. Vertrekt van feiten. Een ware honger naar feiten 4. Streven naar een natuurlijke godsdienst (deisme). Aanvallen op bepaalde

kerken (slaat bij sommigen soms om in atheisme) 5. Sterven naar natuurlijke moraal uit zich bij de ene in strenge plichtsmoraal, bij

de andere in moraal op basis van nutsoverwegingen, maar leidt ook tot het afvreken van bestaande taboes en dsu tot een libertijnse houding

6. Maatschappij men streeft naar rationalisatie en ordening 7. Groot belang aan opvoeding zo komt de nieuwe mens tot stand ieder mens had als taak zich op alle gebieden te verrijken met kennis

o aufklarung van kant zich van de onmondigheid ontdoen

5. IMMANUEL KANT 1712-1778 5.1 INVLOED VAN ROUSSEAU

Onafhankelijk van metafysische uitgangspunten of nutsoverwegingen, bestaat er een autonome moraal een plichtsbewustzijn in iedereen

o Hij voelde zich met deze opvatting bevestigd door Rousseau 1712-1778 Rousseau dacht in tegenstelling tot Hobbes dat de mens het beste kon leven in

een natuurtoestand (een leven waarin nog geen maatschappelijke structuur bestaat)

Rousseau denkt dat de ontwikkeling en de het gebruik van rede de mens tot ontaard wezen maakt, dat permanent zijn gevoelens moet onderdrukken, zijn natuurlijke vrijheid verloren heeft en alles nodeloos gecompliceerd maakt

Factors waardoor de mens van zijn natuurlijke toestand vervreemd iso 1. Het ontstaan van eigendom heeft een einde gemaakt aan de

eenvoudige paradijselijke toestand waarin de mens leefde o 2. Ontwikkeling van overheidsinstellingen

verschil tussen rijken en armen, machtshebbers en onderdrukten ontstond

o zijn oplossing is niet om de staat af te schaffen maar doet pleidooi voor een meer natuurlijke vorm van leven met gevoelsmatige aspecten zodat mensen op basis van vrije instemming een maatschappelijk verdrag kunnen stellen

o de mens is van nature goed maar de samenleving corrumpeert hemo kinderen op natuurlijke wijze opvoeden

plaag ze niet op jonge leeftijd met scholen of boeken de postitieve kwaliteiten die ze van nature in zich hebben kunnen

49

Page 50:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

zich ten volle ontplooiien dan

5.2 OMWENTELING IN DE KENNISLEER

kant was oorspronkelijk van overtuigd van Newton’s opvattingen over de aard van het universum en Rousseaus ideeën over morele ontwikkeling terdege fefundeerd waren

begon toch meer respect te krijgen voor Hume’s ideeeëno ons gevoel van zekerheid is slechts gebaseerd op neigingen van ons

psychisme kant stelt zich tot taak de zekerheid van het newtoniaanse fysica en van de

autonome moraal te redden, en niettemin maximaal rekening te houden met de kritiek van Hume

Hume: concepten zoals ruimte, causaliteit, ... niet aan ervaring ontlenen Toch vindt Kant dat ze zich met noodwendigheid aan ons opdringen De enige oplossing is dat de zekerheden hierover in het kennend subject te

vinden zijno = de copernicaanse omwenteling o de grond van zekerheden ligt niet in de ervaringsgegevens of in de

oorsprong ervan (het ding zelf) maar in het subject kennis door empirie, kennis wordt geordend door vormen (die we a priori,

vooraf dus in onze geest hebben) kennis van de wereld bestaat dan ook uit de synthese van de inhouden van de

empirie en de ordeningsvormen van het denkeno Ordeningsvormen structureren zintuigelijke gegevens

We kunnen niet anders dan op die ordeningsvormen vertrouwen Vormen zijn aan ons ‘gegeven’ en zijn dus a priori vormen Drie verschillende onderdelen

o Analytische onderdelen die a priori waar zijn voor alle ervaring ‘een vrijgezel is ongehuwd’

o synthetische oordelen waarbij het predikaat iets nieuws aan het onderwerp toevoegt = a posteriori

deze vrijgezel heeft een baardo de synthetische oordelen a priori

resultaat van een analyse van de a-priorivormen van de zintuigelijkheid me name ruimte en tijd

zintuigelijke indrukken die op ons afkomen ordenen in

50

Page 51:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

ruimte en tijd. Ons apparaat doet dat spontaan analyse van ruimte en tijd permiteert ons om de meetkunde en de

getallentheorie te ontwikkeleno dit verklaart waarom we aan wiskunde doen zonder ervaring

kant is het eens met Hume dat metafysica onmogelijk iso de vormen hebben als functie de ervaringsgegevens te ordenen.

Begrippen ik, wereld, god zijn geen ervaringsgegeven we kunnen over relaties tussen verschijnselen praten, maar niet over de ‘dingen

op zichzelf’ (ding an sich) die de oorzaak van de verschijnselen zouden zijn, oorzaken zijn immers geen waarneembare dingen

5.3 DE PRAKTISCHE VERNUNFT De legitimiteit van het moreleplichtsbewustzijn dat we in ons ervaren Ons lichaam behoort tot de natuurlijke wereld der verschijnselen en die zien we

volgens de vormen van het verstand als causaal geregeld. Maar wanneer onze handelingen causaal bepaald zijn is er van moraal gee sprake.

o Moraal heeft niets met causaliteit te maken, met wat noodwendig gebeurt

Zijn overtuiging dat iedere mens geroepen is een zedelijke wet te volgen, was zo diepgaand dat hij het menselijk handelen meende te moeten onttrekken aan de natuurwetenschappelijke benadering

Kritik der praktischen vernuft 1788o Probeerde een autonome theorie over de moraal te ontwikkelen

Hypotetische imperatief o Een morele eis die op zichzelf staat zonder dat er een doel van de mens

aan vast hangt ‘bemin je naaste’

o hebben karakter van autonomie De mens kan door rede autonoom inzien wat zijn plicht is en zich daarnaar

richten Twee inhoudelijke formuleringen van de categorische imperatief (maximes)

o 1. Handel zo alsof door uw wil de leidraad van uw handelen een algemene wet zou worden

o 2.Handel zo dat je waardigheid van de mensheid zowel in jouw persoon als in die van elke andere persoon altijd hoogacht, en dat je die persoon altijd als doel (van zichzelf) erkent en nooit louter als middel gebruikt

5.4 WAARDIGHEID VAN DE MENS

51

Page 52:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Kant benadrukt het doel van zichzelf zijn, het persoonskader

5.5 KANTS GODSGELOOF

Kants Eerste kririk: De mens zit als lichaam in een ketting van verschijnelen opgesloten die elkaar causaal bepalen (kennend ik)

Kants Tweede kritik: beklemtonen van de menselijke mogelijkheid om in vrijheid te handelen (handelend ik)

contradicterend subtiele pogingen om die contradictie weg te werken je kunt zijn positie alleen begrijpen als je beseft dat voor hem de zekerheid

van de morele plicht en van de onvermijdelijke vrijheid die daarmee gepaard gaat heel erg vast staat

hij zoekt de grondslag van die zekerheid in een transcendentale benadering als de metafysics onmogelijk ism dan is er geen rationele grond meer op het

bestaan van God, van het vrije ik en van de onsterfeljke ziel aan te nemen buitenzinnelijke wereld als terrein van ons handelen Niet door een ketting van logische besluiten, maar door een ketting van

geloofsacten, komen de regulatieve ideeën: wereld, ziel en God via een achterpoort weer binnen...

5.6 KRITIK DER URTEILSKRAFT

Derde kritik: beoordelende iko Dimensie waarin de dingen zich voor ons als meer of minder

aangenaam voordoeno De dimensie waarin wij aspecten van de wereld, meer bepaald het

levende, als doelgercht ervaren Hoopt zo via deze studie van het ethische en het theologiesche iets

belangerijks over mens en wereld mede te delen.

HOOFDSTUK 5: HET DUITS IDEALISME

Men onderzoekt niet de wetten van de natuur, maar in tegendeel die van het subject, wat to de zogenaamde ‘dialectische methode’ leidt

1.1

Volgens Kant ding an sich als oorzaak van de fenomenen. Maar volgens

52

Page 53:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

zijn eigen theorie kan je oorzaak-gevolgrelatie slechts gebruiken om relaties tussen fenomenen onderling de leggen.

hier tegenover staat dat de praktische rede wel het spreken over de wereld en het ding an sich, het ik, god toestaat. Niet als kennis maar als prostulaten van het handelende ik

Als men nu beseft dat alles waar het volgens Kant in dit leven werkelijk op aankomt (vrij handelen), onder de praktische rede valt, dan is de stap naar idealisme vlug gezet

1.2

Eerste factor voor bepalen van idealisme:

Volgens kant is het Ik helemaaal vrij en is die vrijheid onbetwistbaar, maar zijn eerste kritik stelt dat het lichaam aan een volkomen determinisme onderworpen is

Kant wou dit oplossing door het begrip theologie in te lassen, maar dit was niet overtuigend

Oplossingeno Men kan het ik met zijn vrije wil en zelfbewustzijn reduceren tot een

activiteit van een materieel lichamelijk systeem; maar dat was voor Kant ondenkbaar

o Of het ik als enig uitgangspunt van alle denken en kennis =het idealisme

2

Tweede factor voor bepalen van idealisme:

Ommekeer in alegemeen geestesklimaat, waarvan de eerste fase de Goerhezeit noemt en de tweede fase de romantiek

o Beschouwen de aufklarung beide als te exclusief rationeel Goethezeit zet enigszins de verlichting verder. Bevat werk van kant, maat ook

een aanloop naar nieuwe stromingen Aufklarung had God kerk en staat in het gedrang gebracht. In plaats daarvan

stelde ze de autnome rede centraal. Zo ontstond een behoefte aan een filosofie die verder gaat dan juist filosofische rede

Men krijgt oog voor cultuuro Valt samen onder de term Geist

Bij Goethe is godsdienst nog niet echt belangerijk, breekt wel ten volle door in de Romantiek

53

Page 54:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

3

Belangstelling voor Franse revolutie in Duitsland Aspect vooruitgang interesseerde hen. Hoe en waarom de menseljke

maatschappij zich vanuit primitieve stadia ontwikkelde tot steeds hogere niveau’s en de rol van rede hierin

4

Concluderend kunnen we stellen dat het duitse idealisme ontstaan is uit een synthese van idealistische elementen in het denken van Kant. Uit de belangstelling van de cultuur, de Geist in de Goethezeit en uit de behoefte om de bijdrage van het christendom als een wezenlijke factor in het toenemen van redelijkheid te interpreteren

Hoofdfiguren van het Duits Idealisme

1. Johann Gottlieb Fichte (1762-1814)

De mens is in de essentie een persoon die het ethisch handelen als opgave heeft en dus ook tot vrij handelen in staat is

Vindt dat de mens de tweede Kritik als basis moet nemen o Vertrekken vanuit het handelend ik en daarop de transcendentale

analyse toepassen hij onderzoekt de voorwaarden die met het poneren (stellen) van het

handelend IK samenhangen 3 grondstellingen

o Het ik poneert zichzeld, zo intstaat het ik. Niet zoals bij descartes een passieve vaststellen (je pense conc je suis)

o Het ik proneer tegenover zichzelf een niet-ik Het ik is volgens Fichte een het zelfbewustzijn maar ook het

handelen Bewustzijn staan tegenover een object. Aangezien het object

tegenover het ik staat, is het iets anders dan een ik, dus een niet-ik

Oorspronkelijk is alleen het ik geponeerd, het niet ik komt uit het Ik voort

Beiden zijn dus geponeerd contradicitisch want het ik en niet ik zouden mejaar met opheffen (stelling drie lost dit op, het ik en

54

Page 55:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

niet ik beperken elkaar)o Het ik poneert zicht opnieuw, maar nu als een ik dat het niet ik-bepaald

en door het niet ik-bepaald wordt. Het ik staat bepalend tegenover het niet ik en dat is de grondslag

van de prakitische dimensie (het handelen) Onderscheid tussen theoritische wissenschafte (wetenschap) en

praktische wetenschafte Theoretische: onderzoekt wat de noodzaklijke

voorwaarden zijn opdat de zintuigelijke wereld zich aan ons zou voordoen zoals ze zich voordoet

o het ik heeft een productief inbeeldingsvermogen (onbewust) die het niet ik tot stand brengt, zonder dat dit op een weerstand stuit. Dit maakt reflectie erop onmogelijk maajt en dat verklaart waarom wij de indruk hebben dat zintuigelijke gegeven van buiten af te komen (basisprobleem van elk idealisme)

o Voorstellingen en kennis van de objecten ontstaan in een tweede productie die dan wel bewust is, omdat ze de weerstand ervaart van het reeds geproduceerde object

Praktische: wat zijn de basisstructuren van het menselijk handelen

o Het ik is een handelend ik, maar handelen is het overwinnen van weestanden. Het absolute ik heeft geen weerstand en moet dus het niet ik genereren (doen ontstaan) om een moreel handelen mogelijk te maken

o Fichte vindt dat hij zo het probleem van het bovenstaande dualisme (stelling twee overwint)

2. Friedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854)

Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het

gaat eerder om een onbewust intellect dat aande grondslag ligt van de ontwikkeling van de natuur en tot bewustzijn komt in de mens

Hierdoor bestaan een typisch romatisch besef van de eenheid van natuur en mens

55

Page 56:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Hoogste act is niet meer ethisch handelen maat het scheppen van de kunstenaar

3. Friedrich Ernst Daniel Scheiermacher (1768-1834)

Godsdienstfilosoof Grondslag van godsdienst is niet de rede maar ons gevoel Daarom kan de kunst de weg openen naar godsdienst Slaagde erin om godsdienst (christendom in het bijzonder) te immuniseren

tegen de kritiek van de verlichting

4. Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831) 4.1 Algemene karakteristieken van Hegels leer

A) Speculatief metafysisch denker Wil inzicht krijgen in de totale werkelijkheid=hoofddoel

B) De wereld is essentieel in ontwikkeling. Zijn aandacht is op de eerste plaats gericht op de mens

Hij breidt de vooruitgangsidee van de Aufklarung uit tot de totale werkelijkheid die aan onomkeerbare verandering onderhevig is

C) ontplooiing van de werkelijkheid is die van het bewustzijn, het denken, de Geist

D) Alleen de dialectische methode kan deze evoluerende Geest adequaat vatten. De begrippen, met hun contradicties en hun samenhang op een hoger plan, bieden de weergave van de evolutie van de werkelijkheid zelf

4.2 Basisintuities

a) Prioriteit van de rede

o Met die rede wil hij een systeem opbouwen waarin de waardevolle elementen, zowel van de verlichting als van de Romantiek; zowel van atheisme als van Godsdienst, alle een zinvolle plaats krijgen

56

Page 57:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Tegenstrijdige ideeën kunnen niet tegelijk waar en waardevol zijn. Hij kan alleen hun zinvolheid garanderen door ze voor te stellen als noodzakelijke elementen van een evolutie

Zo wordt zijn systeem vanzelf een geschiedenistheorie met dialectiek

b)

Het systeem moet dus in de eerste plaats rationeel zijn De waarheid kan alleen bestaan als wetenschappelijk systeem

o Die eis kent drie aspecten Alleen een tendens tot eenheid kan een totaalsysteem de

waarheid verschaffeno Het ware weten is een weten door begrippen

Hierbij verzet hij zich tegen de intuitieo Het belang van het intersubjectieve

Slechts wat volkomen bepaald is, is tevens exoterisch (algemeen) begrijpelijk en in staat geleerd te worden en eigendom van allen ten zijn

c)

Het ware moet de enorme diversiteit van de werkelijkheid weergeven Het ware kunne we niet als statische substantie beschrijven dus

beschrijven we ze als subject, omdat alleen het subject de intrinsieke beweging mogelijk maakt van het zichzelf poneren en het anders worden

Subject vormt een splitsing in zicho Het is een ogenblik later niet meer hetzelfde als daarvoor maar in

een daaropvolgend stadium komt de aufhebung, de opheffing van deze tegenstellingen zodat ze ergens toch weer hetzelfde zijn

Hegel: het ware doet zich dus nooit als onmiddelijk gegeven voor, het is altijd bemiddeld, door de werking van de negatie

d)

Het poneren en negeren van oordelen verloopt niet alleen analoog met het poneren en negeren in de werkelijkheid maar er is een wezenlijke uitdrukking van

57

Page 58:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

4.3 Hegels denkproces

Ontpooiing van de geest doorheen de wereldgeschiedenis Hij ontwijkt de contrale problemen van het idealisme niet

4.4 Geschiedenisfilosofie

Geschiedenis is een rationeel gebeuren voor Hegel Door het feit dat God in de mensheid is en de mensheid in Gid, zijn wij

deelgenoot aan de macht die onze vrijheid zou kunnen beperken, en zo bepalen we dus zelf deze vrijheid

Hegel: het verlichtingsideaal in het wezen het vrijheidsideaal van het christendom

HOOFDSTUK 6: NEGENTIENDE EEUWSE FILOSOFIE IN DE BAN VAN HEGEL

1. DE PARADOX VAN DE HEGELIANEN 1.1 HEGEL ZIJN VOLGERS NIET ZO TROUW

De denkers die door Hegel beinvloedt worden slaan een hele andere weg in dan Hegel

Toch vertrekken ze van zijn inzichten maar radicaliseren ze zodanign dat afbraak het gevolg is

o Door de Jonh-hegelianen of links-hegelianen Oorzaak: verandering in tijdsomstandigheden

1.2

de wijzigingen in de maatschappij waren zo diepgaan dat ideologie geen wensdroom blijft

de kritiek op staat betekent voor hen niet alleen een vernieuwing in het denken maar ook een omvorming van de maatschappij zelf

het moest de massa kunnen bereiken religie en maatschappij vorming staan centraal in Hegels belangstelling. Hij

meende tevens een filosofie te hebben opgebouwd die een greep had op de werkelijkheid. Hierop zullen de jongheglianen hem aanvallen met het verwijt dat zijn begrippenspel helemaal geen voeding heeft met de ware religieuze mens of de werkelijke maatschappij

58

Page 59:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Hegel meende ook een synthese van staat en religie te brengen door aan te toen dat beide op dezelfde idee van vrijheid teruggaan

De jongeren zullen de jong-hegelianen hun aanvallen vooral richten tegen Hegels maatschappijvisie en zijn verdediging van het christendom

2. DE AANVALLEN OP HEGELS CHRISTENDOM 2.1 LUDWIG ANDREAS FEUERBACH (1804-1872)

Stelde hegels godsdienstige visie in vraag De fout van de hegeliaanse filosofie is dat die uitgaan van de theologie Hegel zegt dat de realiteit door de Geest wordt geopend

o = de rationele uitdrukking van de theologische leer dat de natuur door God is geschapen

o = de laatste rationele steun voor de theologie Theologie ombuigen tot antropologie De mens die zich als man of vrouw ervaart, niet een gedachtenloos ik Hij stelt antropologie voor als de eigenlijke kern van de godsdienst De mens moet zichzelf stellen als hoogste voorwerp van inzet en verering Het geheim van de religie is dat van de antropologie God is een projectie van de mens God is een mens maar ontdaan van al zijn beperkingen Hij kan zoals de mens denken en voelen maar hij kan anders dan de mens

oneindig denken en voelen Feurerbach’s historische visie doet denken aan Hegel

o Bestaan en ontwikkeling van religie positief waarderen, ze vormt een opeenvolging van noodzakelijke stadia in de groei van mens tot zelfkennis

Grote invloed op Marx Vrijheidsdenkers vonden hierin bevestiging dat zij dit atheisme als humanisme

konden beleven2.2 DAVID FRIEDRICH STRAUSS (1808-1874) EN BRUNO BAUER (1809-1882)

Straus Stelde hegels godsdienstige visie in vraag Hegel sprak zich niet uit over de zin van de concrete verhalen over Jezus Strauss wilde dat probleem ophelderen en een historische studie over het leven

van Jezus maken vanuit het oogpunt van een rationeel, in casus hegeliaans denker

59

Page 60:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Mirakels en bovennatuurlijke verschijnselen verwerpt hijo Blijft er wel bij dat legendarische en mythologische verhalen een

geestelijke waarheid bevatten Volgens strauss moest men een onderscheid gaan maken tussen mythe en

gedachte die onder de myhte verborgen gaat In zijn werk Das Leben Jezu waarin hij de hegeliaanse geschiedenisvisie

consequent uitwerkte werd hij massaal bekritiseerdo Dit toont aan dat Hegel door zijn tijdgenoten tot dan toe niet op deze

wijze was begrepen en dat men hem eerder als een handhaver van het bestaande had beschouwd

Bauer Destructieve aanval op de traditionele jezusopvattingen Het evangelie bevat niet alleen mythen het is een hele mythe op zich

2.3 SOREN KIERKEGAARD (1813-1855)

Hij dacht dat er een vloek op zijn gezin rustte Studeerde theologie Interesse in filosofie Bestudeerde hegel

o Was erdoor geboeid maar had ook de neiging zich ervan te ontrukken, omdat hij niet gegrepen wilde worden in dat totaalsysteem

Volgens hem is de mens niet in staat volkomen etisch te leven Hij ziet in dat het, wat hij ook doet niet meer gaat

o in deze vertwijfeling vindt hij God Zijn denken is een poging tot contact met de realiteit, met het echte concrete

leveno Hij reageert daarom tegen de objectieve wetenschap van de 18e -19e

eeuw, tegen hegel die het concrete bestaan oplost in Het systeem en het tot het object van filosofie maakt, en tegen de hele tijdsgeest waarbij men streeft naar actueel ‘bij’ te zijn, dan naar werkelijk een individueel mens te zijn.

Werkelijkheid is voor hem een religieuze werkelijkeheid Hij voert een existentiele of subjectieve denker in, tegengesteld aan een

objectieve denker In het objectieve denken streeft men naar kennis van het object zals het bestaat

onafhankelijk van de kenner

60

Page 61:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

In de subjectieve kennis daarentegen ligt de waarheid in de relatie subject-object De existerende denker is een noodzakelijk compliment van het objectieve

denken, in drie mogelijke relaties tot de realiteito De kennisrelatie wordt in het objectieve denken zo abstract dat ze elk

contact met de realiteit verliest. De existerende denker wijst dan op de subjectieve dimentie van het kennen, en op de intieme relatie van het object met het subject

o Ook het gevoel kan zo op hol slaan dat het geen contact met de werkelijkheid onderhoudt

o De plannen en projecten van de wil kunnen zich totaal los van het concrete gaan ontwikkelen

Hij wil terug naar de werkelijkheid Men bemint niet men gelooft niet maar met weet wat geloof en liefde zijn en

vraagt slechts naar hun plaats in Het Systeem

a) Het estetische stadium

Realiteit wordt beleefd in het nu. Momentaan genieten, zinnelijk of meer spiritueel

Toch leidt het estetisch leven niet tot bevrediging. Integendeel, het brengt vertwijfeling mee. Het ik gaat op in steeds verschillende nu-momenten; het staat passief tegenover de werkelijkheid, het is verstrooid en verliest zich als permanent ik

b) Het etische stadium

Zelfwording In plaats van zich steeds in verschillende belevingen te verliezen en steeds een

ander te zijn, wil het ik nu zichzelf worden Samenhang en orde brengen door te leven volgens ethische regels (bv het

huwelijk ipv verleiding) De mens kan deze oneindige geinteresseerdheid immers niet volhouden

o Het etische vertoont immers een paradoxo Het is een zelfwording die tegelijk een identificatie met het algemeen

menselijke betekent, met de maatschappelijke etische regelso Als men daarin te sterk opgaat, verliest men weer zichzelf

De zonde is het bewijs van een niet bevredigend karakter van die stadium

61

Page 62:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

In een existentiele bewustwording van deze zonde, van het niet realiseerbare van het etisch bestaan, vervalt het individu in de wanhoop

c) Het religieuze stadium

Door de mislukking van het etisch leven belandt de mens in de uiterste vertwijfeling, en uit die vertwijfeling komt hij tot God

God is niet via sociaal gangbare levenswijze toegankelijk, enkel wie op strikt persoonlijke, existentiele manier god ervaren heeft, is echt gelovig

God is absoluut en oversteigt alle categorieëno Ethisce categorieo Theoretische categorie

Volgens Kierkegaard herleidt de theologie de godsdienst tot een theoretisch syteem en neemt de theologie een objectieve neutrale houding in, terwijl voor het religieuze leven het engagement primair moet zijn

De nadruk op de inzet, het existeren en de afkeer van levensvreemd denken liggen aan de grondslag van de diepe invloed die Kierkegsaard heeft uitgeoefend

2.4 DE AANVAL OP HEGELS MAATSCHAPPIJ: KARL MARX 1818-1883

Wat de staatsfilosofie betreft, heeft hij slechts minachting voor de opvatting van de eindtijd, waarin de vrijheid gerealiseerd zou zijn

Er gaapt een afgrond tussen de vrijheid waarover het idealistisch systee, spreekt en de reële situatie van de grote massa van de mensen

Marx komt tot de bevinding dat de staat de machtspositie van de sterken handhaaft

1848o publiceert samen met Engels het beroemde manifest der

kommunistischen partei FRIEDRICH ENGELS

o Legt een veel sterkere nadruk op metafysische apsecten van het dialectisch materialisme als algemene grondslag van de filosofie; hij past dit op uitvoerige wijze toe op fenomenen van de natuur, daar waar Marx’ hoofdintresse de mensheid is

Algemeen overzicht van de leer

a) filosofie als praxis

filosfie mag geen theorie blijven, ze moet bijdrage leveren

62

Page 63:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

b) dialectisch materialisme

Marx ziet de wereld in ontwikkeling niet als de ontplooiing van de geest, maar als de evolutie van materie

De werkelijkheid kent niet een continue ontwikkeling maar maakt discontinue overgangen mee die het resultaat zijn van de conflictwerking tussen tegenstrijdige krachten

Kwantitatieve veranderingen geven vaak aanleiding tot kwalitatieve sprongen

Dialectisch materialist

c) Het historisch materialisme

Betere benaming zou geweest zijn ‘de economische theorie van de geschiedenis’

Basisprincipe: verandering en ontwikkeling van de maatschappij gebeurt op de grond van objectieve wetten

Lees fluo pagina 195 Infrastructuur (onderbouw) en superstructuur (bovenbouw) Het essentiele wat de mens van de dieren onderscheidt, is het feit dat hij zijn

bestaansmiddelen produceerto Door de wijze waarop dit gebeurt ontstaan bepaalde sociale relaties,

zoals de arbeidsverdeling Hieruit moet men nochtans niet besluiten dat Marx de relatie tussen

onderbouw en bovenbouw als uitsluitend 1 richtingsverkeer ziet

d) Economische theorie

Een goed heeft waarde als het menselijke behoeften bevredigd Goederen met een dergelijke gebruikswaarde behoren pas tot het

economisch proces wanneer ze ook ruilwaarde hebben (lucht bv heeft geen ruilwaarde)

Arbeidswaardetheorie o Een goed heeft enkel economische waarde omdat er menselijke

63

Page 64:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

arbeid in belichaamd is. Als kwantitatieve maatstaf voor de waarde van het economisch goed arbeidstijd om het te maken

o Als de productiviteit toeneemt in de loop der tijden, dan wordt ook de waarde van dit goed kleiner, aangezien de arbeidstijd korter wordt

Waarde van de arbeid ligt in de arbeidstijd die nodig is om deze bestaansmiddelen de produceren

Uitbuitingstheorie o De kapitalist slaagt erin om de arbeider een grote aantal uren per dag

te laten werkeno Zo realiseert de arbeider meerwaarde die de kapitalist in beslag

neemt Accumulatieproces

o Minder sterke kapitalisten worden opgeslorpt door de sterkeren Zo ontstaat er een proletariaat

o Na die te overwinnen ontstaat er socialisme waarbij de productiemiddelen worden beheerd door de staat

Uiteindelijk mondt dit uit in een klassenloze communistische maatschappij, waarin samenwerkende gemeenschappen en de productiemiddelen beheren

e) De humanitaire ondertoon

Marx keurt de ellende van het proletariaat ook op morele gronden af Theorie van de vervreemding

o Vervreemding met betrekking tot de arbeid Product dat de arbeider voortbrengt komt voor hem te staan

als een vreemd wezeno Vervreemding van de arbeid

Ipv zelfrealistatie, gedwongen tot arbeid wat leidt tot fysieke uitputting

o Vervreemding van de medemens Arbeid als grondlegger voor de innige band tussen mensen. In

de vervreemde situatie blijft de relatie tussen arbeider en verdrukker slechts over

o Religieuze vervreemding Feuerbach godsdienst is het zelfbewustzijn van de mens di

zichzelf nog niet gevonden heeft Marx is het hiermee eens, maar ziet de mens niet als abstract

onceranderlijk wezen; de mens is voor hem lid van een

64

Page 65:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

bepaalde maatschappij en deze maatschappij brengt de godsdienst voort, als een verkeerd wereldbewustzijn omdat zij een verkeerde wereld is.

2.5 HET NIHILISME VAN STIRNER Grondlegger van het nihilisme In een typische links-hegeliaanse poging om alle zelfvervreemding van de mens

af te breken, komt hij ertoe ongeveer alle traditionele waarden van de geschiedenis op de helling te zetten en alleen het eigen Ik als laatste waarde te poneren

‘de eerste werkelijkheid waarmee ik geconfronteerd ben dat ben ik zelf en dus kan de eerste waarde die ik mij te poneren heb niets anders zijn dan mijzelf

Hij richt zich vooral tegen de andere links-heglianen die, na hun afbraak van de godsidee als vervreemding, een ander waanbeeld in de plaats hebben gezet

Feuerbach de mens is voor de mens de hoogste waarde. Stirner voor elke mens is zijn ik de hoogste waarde

Niet slechts God maar ook de mens moet dus overwonnen worden, opdat alleen het ik als waarde zou overblijven

HOOFDSTUK 9: FILOSOFIE IN DE NEGENTIENDE EEUW

1.ARTHUR SCHOPENHAUER (1788-1860)

Radicale tegenstander van Hegel, en de Duitse idealisten in het algemeeno Bewonderde Kant, Plato, Spinoza, Hume

Pessimistische visie

1.1BIOGRAFIE

Grote culturele opvoeding Zijn oeuvre werd pas ontdekt in 1953, hij was wereld beroemd toen hij stierf in

1960

1.2 DE WERELD ALS WIL EN VOORSTELLING

Hij ziet zichzelf als de man die de filosofie van Kant voltooid Onderscheid tussen zintuiglijke verschijnselen en de ‘dingen op zichzelf’: het ding an

sich. o Termen Phenomena (het verschijdene) en Noumena (het dieper gekende)

worden ook gebruikt Hij verwijt kant dat Kant het ding an sich de oorzaak van de fenomenen noemt,

hoewel de categorie ‘oorzaak’ alleen op fenomenen onderling van toepassingen is Hij rekent niet allen de zintuiglijke indrukken als toegankelijk voor de mens.

65

Page 66:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Ons brein past immers ordeningsvormen toe op die zintuiglijke ordeningsvormen, zodat we de wereld rondom ons zien in de vorm van objecten (tafels, bomen, lichamen,...)

Hij neemt tweedeling van Kant over, maar Ding an sich is voor hem niet zoiets als een boom (object dus), maar iets dat helemaal niet voor onze kennis toegankelijk is

o Voorbeeld van ons lichaam. We kennen ons lichaam als object en zien het handelingen uitvoeren; daarnaast hebben we een directe toegang tot het innerlijk bewustzijn van de wil (gepaard gaand met emoties) die deze handelingen begeleidt

o Deze interactie is nochtans niet causaal, maar (geinspireerd door Spinoza) hij vindt dat er ook tussen de lichaamsactiveiten en de wilsacten een parallellisme bestaat

Dus: naast de totale, waarneembare werkelijkheid is er een andere, diepere werkelijkheid die in wezen Wil is; onze individuele wil is daar maar een beperkte manifestatie van. Vandaar: de wereld als Wil en Voorstelling

o Wereldwil komt overeen met het echte ding an sich, het noumenon Die wil die op zichzelf één en ongedifferentieerd is, komt in de ervaarbare

wereld gedifferentieerd tot uiting in individuele objecten, waaronder ook ons lichaam

De onderstroom van die wereld is doelloos en elk wezen wordt voortgestuwd door een bestaansdrift die gericht is op zelfbehoud

o Gevolg is dat de werkelijkheid een gevecht van alles tegen alles is Op het hoogste niveau van de natuurorde, in de mens, ontstaat de rede. De rede is

gesteld op overleven (vele filosofen zijn het hiermee oneens)o Rede wordt beïnvloedt door onbewuste gevoelens en motieven (kennis en

perceptie ook)o De hersenen zijn geobjectiveerde wil en dus ontwikkeld om het leven te

laten duren Theorie van het onbewuste:

o Wil opereert onafhankelijk van bewustzijn, en dus kan het subject ‘gevoelens, strevingen en doelen’ hebben die hem niet bekend zijn, maar wel het gedrag sturen

1.3 DE MENSELIJKE EXISTENTIE

De Wil die de diepere werkelijkheid uitmaakt, is niets anders dan een onuitputtelijke bestaansdrift

Maar door het feit dat er geen doel is, kan er ook nooit de bevrediging van het bereikte doel zijn. Een wil die alleen maar kan willen is een eeuwig onbevredigde wil en dus een ononderbroken onlust

o Eeuwig pessimisme van Schoppenhauero De enige beperkte vorm van bevrediging is het reduceren van het lijden

We leven in het slechtste van alle mogelijke werelden Verzet zich tegen het vooruitgansgeloof van de Verlichting

o In plaats van vooruitgang is er alleen zinloze herhaling van ellende

1.4 VERLOSSING UIT DE HEL?

De wil kan niet worden ontkent door een andere wil, alleen door kennis Hier ziet hij enige mogelijkheid om aan de wil te ontsnappen

66

Page 67:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Het komt erop neer de begeerte te reduceren Twee mogelijkheden

o De esthetische beleving Het belangloos aanschouwen van de natuur en kunst

o Kennisverwerving In de wetenschap

In beide gevallen bevrijden we ons van de gerichtheid op individuele fenomenen en objecten, om ons te richten op het algemene en wetmatige dat daarin tot uiting komt (vergelijk met de vormen van Plato)

Door ons los te maken van het individuele, het aardse, waar de strijd van ieder tegen ieder geleverd wordt, komen we dichter tot de diepe grond der dingen waar alles één en ongedifferentieerd is

Uitgesproken atheist We zijn slechts de uiting van een algemene Wil. Het lijden die we anderen

toebrengen, brengen we dus eigenlijk ook onszelf toe

2. HET POSITIVISME

= alle cognitieve problemen die de mens kan stellen zijn enkel en alleen op te lossen met methodes van de positieve wetenschappen, met andere woorden door een beroep te doen op ervaringsgegevens die aan de vereiste controles onderworpen zijn

o wanneer de problemen niet voor die methodes toegankelijk zijn, dan bestaat er geen oplossing voor

Metafysica of theologie is dus te verwerpen

2.1 HET POSITIVISME VAN AUGUST COMPTE

In de strikte zin van het woord is het positivisme de leer van August Compte Cours de philosophie positive

2.1.1 DRIE STADIA IN DE GESCHIEDENIS

A) theologisch stadiumo Mens probeert problemen op te lossen adhv bovennatuurlijke krachteno Fetisjitische fase vage natuurkrachten, magische voorwerpen, geesteno Polytheistische fase ingreep van aantal godeno Monotheistische fase toegeschreven aan 1 machtige god

B) metafysische stadiumo Begint bij de griekeno Men verklaart verschijnselen adhv abstracte principes zoals substantie,

vorm, levensbeginsel, einddoel,... o Karakter van het Absolute verdwijnt

C) positieve stadiumo Verklaren door middel van wetenschapo Compte ervan overtuigd dat in zijn tijd dit stadium alleen genoeg is om alle

problemen op te losseno Theologie en metafysica nutteloos

2.1.2 CLASSIFICATIE VAN DE WETENSCHAPPEN

67

Page 68:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Wiskunde Astronomie Fysica Chemie Biologie Sociale fysica Sociologie geordend naar stijgende complexiteit en dalende algemeenheid Elk van de wetenschappen is gebaseerd op die boven hun in de lijst En de drie stadia spelen ook rol

o Iedere wetenschap kan het positieve stadium slechts bereiken wanneer de voorafgaande wetenschappen dat al bereikt hebben (bio pas mogelijk na positieve fysica)

2.1.3 SOCIOLOGIE

Laagste Studie van de maatschappij en menselijk denken Door de toepassing van het positivisme op sociologie vindt hij dat de

wetenschappen een afgesloten geheel vormen Niet alleen van theologische aard: Hij hoopt via de wetenschap de maatschappelijke

orde te herstellen

2.1.4 GODSDIENST VAN DE MENSHEID

Uiteindelijk werkte Compte zijn systeem uit tot een soort godsdienst van de mensheid

Kreeg een concrete organisatie

2.2 BRITS POSITIVISME

John Stuart Mill

a) hij beschouwde de psychologie als de basiswetenschap: daarop moet men alle andere disciplines funderen, ook de wijsbegeerte

de psychologie bestudeert onze bewustzijnsinhouden, onze ervaringen en de verbindingen daartussen. De logica is het instrument om de eigenschappen van die verbindingen te onderzoeken

Mill wijdde een van zijn hoofdwerken hieraan o A system of logic

b) zijn bespreking van het paternalisme =gedragsregels waarbij men tegen de uitdrukkelijke wil van iemand ingaat, ter wille

van diens eigen welzijn Aanvaardbaar tegen onmondige kinderen en gestoorden. Tegenover wilsbekwame

volwassen wees hij deze houding af Argumentatie

o Niemand weet beter dan het betrokken individu of en ik welke mate hij onder een paternalistische beslissing lijdt

o Niemand is meer dan het individu bij dat lijden betrokken Hij ligt aan de basis van het informed consent

68

Page 69:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

c) Steunt de gelijkheid tussen man en vrouw

2.2.2 ETHIEK

Beinvloedt door zijn leermeester Jeremy Benthamo ontwikkelde het utilitarimse. Brengt als fundament de bevordering van het

geluk naar voren Anders dan kant die zocht naar morele principes die men plichtmatig te volgen

heeft, was bentham van mening dat ethiek zich enkel moest oriënteren op de vermeerdering van geluk, en de vermindering van het lijden

Consequentialismeo Niet algemene beginselen zijn belangrijk, maar wel de gevolgen van de

handelingen met betrekking tot geluk en lijdeno Maakt geen onderscheid tussen zwart blank jong oud dier of mens

Voorstander van recht op vrije meningsuiting, gelijkheid van rassen, gelijkheid van man en vrouw, tolerantie tegenover een ander zijn ideeën

2.2.3 HERBERT SPENCER 1820-1903

Publiceerde boeken die analoog waren aan de ideeën van Darwin, maar paste dit evolutionaire denken toe op alle wetenschappen (dus ook sociale en politieke geschiedenis)

Filosofie moet zich niet bezighouden met onoplosbare problemen, maar moet pogen datgene wat we wel kunnen kennen, zo goed mogelijk te ordenen

De wet van de evolutie maakt de ordening mogelijk en overzichtelijk. Lees fluo pagina 265 (niet veel Luie Marie)

Stelde recht op vrijheid van individu voorop Sociaal darwinisme kan met het sociaal-spencerimse noemen

o Stelde dat ongebreidelde economische competitie in the long run vooruitgang en meer welvaart breng voor iedereen

3. RELATIVISME

Door opkomst van mens- en cultuurwetenschappen Op cognitieve vlak

o Er is geen absoluut zekere kennis mogelijko Kennis wordt beinvloedt door allerlei factoren. Opvoeding, cultuur,..o We kunnen dus niet weten of we vanuit een absoluut ongedetermineerd

standpunt weten Op ethisch moreel vlak

o Er bestaan geen absolute morele normeno Ons normensysteem wordt beïnvloedt (ook door opvoeding en heel da

zooitje) Historisch relativisme

o Kennis en moraal hangen af van het tijdperk waarin het behoort Cultureel relativisme

o Denkwijzen en normen hangen af van cultuur

69

Page 70:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Heeft aanzienlijke invloed gehad op verspreiding van nieuwe opvattingen in verband met seksualiteit

Sociologische relativismeo Opvattingen van een individu wordt in sterke mate bepaald door de sociale

klasse of sociale groep waartoe hij behoorto Eerste belangerijke vorm was het historisch materialisme

Eerst door Marx Dan door Lukacs Dan door Goldman

o Tweede belangrijke richting werd ingeslagen door Durkheim Uitgewerkt door Karl Mannheim De waarde van het individu bij het ontstaan van kennis wordt hier

sterk gereduceerd: alleen de maatschappij levert een test voor de geldigheid van overtuigingen. Wegens het feit dat er verschillende maatschappijstructuren zijn die evengoed kunnen functioneren, is de waarheid dus een maatschappelijke conventie

o Derde groep poneert dat vooral de waardeschalen door de maatschappij bepaald worden. Zij stellen bijvoorbeeld dat in de wetenschap, de keuze van het object van onderzoek relatief is, het onderzoek zou dan wel objectief kunnen verlopen

Weber Scheler

o Ten slotte ziet men in de meer recente sociologie van de wetenschappen ook geregeld de neiging tot relativisme opduiken: in die context ligt de klemtoon op de wijze waarop denkbeelden maar ook normen binnen een bepaalde cultuur of maatschappij tot stand kwamen

Psychologisme of psychologisch relativismeo Wil met psychologische middelen de wording en de structuur van de kennis

achterhaleno Voor het eerst bij Fries en Benekeo Enige middel tot ernstig onderzoek is de introspectieo Er is geen absoluut standpunt nodig aangezien de onderzoeker zelf eveneens

is bepaald door zijn eigen psychische stuctuuro Stonden in contradictie met kant die een uitgangspunt had dat alles absoluut

zeker iso Volgens Mill is de psychologische introspectie de grondslag van de wiskunde

en de logische axioma’s Betkent dat wiskunde en logica een spel van onze geest zijn en dat de

wiskundige entiteiten geen objectief bestaan hebben

4. OVERGANGSFILOSOFEN

Geen nieuwe filosofische ontwikkeling maar reacties op situatie die ontstaan is door opkomst van de nieuwe wetenschappen

Gemeenschappelijke kenmerk is antipositivismeo Ze aanvaarden niet dat de werkelijkheid kan gekend zijn door 1 enkele

wetenschappelijke methode

4.1 GEESTESWETENSCHAPPELIJKE FILOSOFIE: WILHEM DILTHEY 1833-1911

70

Page 71:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Problemen die de mens en zijn levenswijze stellen kunnen niet door de natuurwetenschappelijke methode opgelost worden, het menselijk leven moet uit zichzelf verklaard worden

a) de natuurwetenschappen doen een beroep op ervaring, experiment en op mathematisch apparaat. Hun einddoel is erklaren

b) Uit de geesteswetenschappen (literatuur, kunst, geschiedenis, psychologie...) moet men verstehen

o verbanden leggen, taal van auteur begrijpen,o ziet analoge aanpak in de psychologie: de Einfuhlung voor menselijke

gedragingen. Dat onderscheid tussen de natuur- en geesteswetenschappen is in de 20e eeuw bijna klassiek geworden en heeft in grote mate bijgedragen aan de antipositivistische maatschappij. Positivisme had minachting voor de geesteswetenschappen en tot gevolg een afkeer bij vele natuurwetenschappers

o Volgens Snow zou de groep van wetenschapsmensen uiteindelijk uiteenvallen in de zogenaamde ‘two cultures’

4.2 HET NEOKANTIANISME VAN WINDELBAND en RICKERT en MARBURG

a) Windelband

Opvatting dat er eveneens twee soorten wetenschappen zijn Toch verschil met Dilthey

o Dilthey: sociologie en psychologie behoren tot geesteswetenschappeno Winderlband: sociologie en psychologie behoren tot de

natuurwetenschappen Hij hanteert ander indelingscriterium

o Natuurwetenschappen = nomothetisch De bedoeling om algemene wetten op te stellen die alle particuliere

fenomenen beheersen. Dit heeft tot gevolg dat wij kunnen verklaren en voorspellen

o Geesteswetenschappen = idiografisch Men is niet geinteresseerd in algemene wetten, maar in individuele

fenomenen, men beschrijft het particuliere, het eigene van de dingen of de gebeurtenissen

Wanneer men het werk van Shakespeare bekijkt, is het niet de bedoeling algemene wetten over zijn schrijftechniek op te stellen, maar een bepaald werk als individueel object te benaderen

b) Rickert

Vervangt term geesteswetenschap door cultuurwetenschap De nieuwe term verwijst ook ondubbelzinnig naar de producten van menselijke

activiteit in de loop der tijden Hij wil aantonen waarom men in cultuurwetenschappen ideografisch te werk gaan

o In cultuur heeft men waarden, het gaat niet alleen om objectieve beschrijving van fenomenen, men is geïnteresseerd in dit of dat fenomeen omdat men het waardeert

c) Marburg

71

Page 72:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

De problemen die door de natuurwetenschappen gesteld worden pogen zij op te lossen door de starre kantiaanse a-priorivormen te vervangen door een dynamisch denk proces dat door telken vernieuwde constructies van concepten de werkelijkheid poogt te vatten

4.3 VITALISME, BERGON, DRIESCH

a) Bergson

Opponent van het positivisme Vertrok vanuit biologie Geboeid door evolutietheorie, maar hij kon het mechanistisch karakter ervan niet

aanvaarden Voerde een dualisme in. Dualisme tussen dode materie en leven

o Dode materie is wat men in de natuurwetenschappen bestudeerd. Ze heeft de volgende eigenschappen

Statisch Als er beweging is gaat het om een continue en omkeerbare

beweging die je kunt voorspellen Beweging gebeurt in fysische tijd, die men meet met instrumenten

zoals uurwerken In de materie heerst bovendien een volstrekt mechanisme en

determinisme Alles ligt vooraf vast, geen vrijheid

o Levende wereld Er zijn een hele reeks fenomenen die men niet met

natuurwetenschappen kan vatten L’elan vitale

Een soort scheppingsgedrag, die een niet deterministische, volkomen spontane, vrije beweging veroorzaakt, die niet voorspelbaar is en die men niet kan meten in de fysische tijd

Ook nog twee wijzen van denkeno Het intellect

Aangepast aan het deterministisch aspect van de natuuro L’intuition

Zou in staat zijn l’elan vital te achterhalen

b)

Men kon Bergson ongetwijfeld een vitalist noemen, omdat het een van zijn basisopties is dat je het leven niet kan verklaren op grond van fysische en chemische wetmatigheden (hij gaf die term niet aan zichzelf)

Driesch daarentegen poneerde zichzelf duidelijk als vitalisto Was er van overtuigd geraakt dat de levende wezens zekere ‘emergente’

eigenschappen bezitten dat wil zeggen nieuwe hogere kenmerken waarvan het ontstaan niet causaal verklaarbaar is. Daardoor verschillen de levende wezens radicaal van de gewone fysische objecten

5. WETENSCHAP EN ETHICA. FRIEDRICH NIETZCHE (1844-1900)

72

Page 73:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Eerste wetenschapper die tot volle bewustzijn kwam over de implicaties van de wetenschappelijke ontdekking

5.1 AFBRAAK

a) Afbraak van God

Eerste belangerijk gegeven van de materialistische zienswijze (karakteristiek voor de natuurwetenschappelijke benadering) is het einde van het godsgeloof

De wereld heeft geen doel meer, er is alleen een toevallig gebeuren

b)

Twee grote revoluties in natuurwetenschappeno Copernicus

Aarde samen met mens werd uit het centrum van heelal weggerukto Darwin

Er zijn al veel soorten van dieren verdewenen, moest mens ook verwijnen, dan zou er in de wereld niets ontbreken

Mens is kortstondig fenomeen Noch in god, noch in de wetten van de kosmos is er dus enige grond voor waarden,

normen, doel, zin, verantwoordelijke, enzovoort

c)

Ten slotte schakelt Nietzsche ook de mogelijkheid uit dat de mens in zichzelf en hoger principe zou vinden dat hem een bijzondere waardigheid zou garanderen: het dualisme van geest en lichaam wordt door de moderne wetenschap geëlimineerd

De mens is niets meer dan lichaam

d)

Er is geen God, de mens is geen geprivilegieerd wezen en de mens is niets meer dan lichaam

Geen normen en waarden, geen plichten of verantwoordelijkheden, geen hoop op een gouden toekomst voor de mensheid en geen verwachting van een bevrediging uit het hiernamaals

Hieruit volgt het Nihilisme van Nietzsche Godsdienst is voor degenen die het leven niet aankunnen

o Zwakken en laffen

e)

Het positivistisch vertrouwen van Nietzsche in de resultaten van de wetenschappen slaat op den duur om, zoals bij velen in de negentiende eeuw, in een vorm van relativisme

Kennis slechts een overlevingsmechanisme

5.2 POSITIEVE BIJDRAGE

a)

73

Page 74:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Hoewel Nietzsche objectief gezien geen criterium vindt om de mens boven de dieren te stellen, merkt hij toch op dat hij een speciaal soort dier is met enkele karakteristieke eigenschappen.

Dieren hebben aanpassingsvermogen aan hun omgeving Mens treft die zekere aangepastheid niet, hij is ‘het nog niet vastgelegde dier’. Het probleem van de mens is dat hij alle richtingen uitkan (veranderlijk), hij is een

op de toekomst gericht dier

b)

De mens kan zichzelf tot een nieuw wezen herscheppen door zijn eigen machtsdrang

Een hoger wezen als wijzelf zijn te scheppen Dat hoger wezen is de Uebermensch, niet een wezen dat men als zodanig kan

bereiken, ook niet een eindstadium van de evolutie, maar een opgave die men zich stelt. Het is de mens die volledig ja zou zeggen tegen het leven zoals het is, met al zijn tegenstrijdigheid, zijn zinloosheid en doelloosheid, en die alleen in zichzelf zijn rechtvaarding vindt

c)

Dat nietzsche na de destructie van alle waarden, die het gevolg is van zijn inzicht in de natuurwetenschappen, toch nog een middel vindt om aan het leven een positieve betekenis te geven, is mede te danken aan de cultuurwetenschappelijke pool van zijn persoonlijkheid en enorme bewondering voor de scheppingsdrang van de kunstenaar

5.3 INVLOED

Hij heeft grote invloed gehad op literatoren en enkele filosofen en op figuren zoals Freud

Kijk voor voornaamste werken pagina 283

74

Page 75:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

HOOFDSTUK 10: DE TWINTIGSTE EEUW TOT DE GOLDEN SIXTIES

De wetenschappelijke en technologische ontdekkingen van de 19e eeuw breidden zich steeds in een sneller tempo uit

o Stimulans om zich aan te sluiten bij het wetenschappelijk-technologisch optimisme (WTO)

o Dat is de overtuiging dat alle menselijke problemen, zowel individuele als maatschappelijke, door de wisselwerking tussen wetenschap en technologie kunnen en zullen opgelost worden. Die welke onoplosbaar lijken, zoals de dood, zouden toch, onder andere door de verlenging van de levensduur, een beetje terrein moeten prijsgeven.

o Twee grote stromingen in die zoektocht naar hoe wetenschap zich verder kon en moest ontwikkelen

Anglisaksische wijsbegeerteo Analytische filosofie

Continentale wijsbegeerteo Fenomenologisch-historisch getint

Binnen die twee stromingen zijn er twee die een belangerijke invloed ebben gehado Logisch empirisme en fenomenologie

1. HET LOGISCH EMPIRISME

Verdiepte voortzetting van het positivisme Soms noemt men stroming ook logisch positivisme

2. HISTORISCH OVERZICHT

Directe oorspongo In Weense discussiegroep onder leiding van Moritz Schlicko Heette de Wiener Kreis (weense kring)o Voornaamste leden

Rudolf Carnap Otto Neurath Herbert Feigl Hans Hahn Kurt Godel Ook buitenlanders zoals Philippe Frank en E. Kaila

Naast Weense kring, ook een groep in Berlijn met analoge interesses met voornaamste vertegenwoordiger Hans Reichenbach

Groepen vielen uiteen met opkomst Nazi’s Leden weken uit naar Amerika

o Zo kreeg het empirisme, dat van oosternrijks-duitse oorsprong was later een amerikaans signatuur

De positivisten beschikten over onvoldoende gegevens om de wetenschap zelf te analyseren (en om een duidelijke omschrijfbare methode te bepalen). Het is vooral op dit terrein dat de logisch positivisten hen bijspringen

75

Page 76:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Het doel van de Wiener Kring was om de wetenschappelijke methode nauwkeurig te analyseren

1.2 WEGBEREIDERS

De hieronder besproken voorlopers behoren zelfs nog niet tot het empirisme

Gottlob Fregeo Indirecte invloed op Wiener Kreiso Taal en wiskunde als twee autonome systemen bestudereno Wiskunde reduceerbaar tot logica

Je kan wiskunde opbouwen vertrekkend vanuit axioma’s van de logica

o Onmiskenbaar aanwezig in de werken van Russel

Bertrand Russel o Poging om logische paradoxen op te lossen via zijn typentheorieo In plaats van iets gewoon vals of waar te noemen, komt hier ook de dimensie

van het zinledige bij (meaningless), de schijnoordelen Dus nu waar, vals, zinledig

o Tweede grote bijdrage Op basis van eenvoudige logische taal, de wiskunde als

samenhangend systeem op te bouwen Het werd snel duidelijk dat die aanpak eigenlijk een nieuwe

toepassing was van het principe van economie Wanneer we geconfronteerd worden met nieuwe complexe

begrippen of entiteiten, moeten we niet direct denken dat we te maken hebben met nieuwe fenomenen, maar dat men alles in werk moet stellen om aan te tonen dat het nieuwe in werkelijkheid herleidbaar is tot gegevens die we al kennen

Verklaren is herleiden tot het al bekende

Ludwig Wittgenstein (1889-1951) o Wittgenstein 1 en Wittgenstein 2 want hij verschilt heel erg van gedacht

tussen zijn eerste en tweede periodeo Russel heeft Wittgenstein blijkbaar op de gedachte gebracht dat alle

oordelen uiteindelijk opgebouwd zijn uit atomaire oordeleno Iedere (samengestelde) propositie is een ‘waarheidsfunctie’ van elementaire

proposities Dit wil zeggen dat de waarheid geheel afhangt van de wijze van

combineren van de atomaire oordelen, en die dan van het waar of vals zijn ervan

o Er zijn samengestelde oordelen die altijd waar zijn Zijn de logische waarheden of de tautologieën

Zeggen ons niets over de wereld, hun waarheid staat a priori vast

Ze zijn zinloos (sinnlos) en hebben geen empirische betekenis. (zinledig van bij Russel)

76

Page 77:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o En er zijn de samengestelde oordelen waarvan de waarde wel afhangt van die van hun samenstellende delen

Oordelen (zinnen) met betekenis, ze zeggen iets over de wereld Een zin heeft dus slechts betekenis als die waar of onwaar kan zijn

o Verzameling van alle ware zinnen, is de natuurwetenschapo Aangezien alle zinnen met betekenis samengesteld zijn uit atomaire zinnen,

kan de waarheid van elke wetenschappelijke propositie onderzocht worden door na te gaan of de atomaire proposities waarin ze uiteenvalt al dan niet waar zijn

Dit gebeurt als volgt:o Elementaire oordelen zijn een aaneenschakeling van namen; die namen

verwijzen naar dingeno Met andere woorden een atomaire zin is een afbeelding (bild) van een

toestand (Sacheverhalt), omdat een aaneenschakeling van namen een aaneenschakeling van dingen beschrijft

Een atomair oordeel heeft betekenis als het de afbeelding is van een (mogelijke) Sacheberhalt, toestand

Een feit (tatsache) bestaat in het zich effectief voordoen van een of meer sachverhalte

De wereld is een verzameling van feiten, niet van dingen Conclusies

1. Er zijn twee soorten oordelen: die waarbij men uit de structuren zelf kan opmaken dat ze waar zijn, tautologieën (analytische zinnen) en die waarbij dat niet het geval is (synthetische zinnen)

2. Het onderzoeken van de betekenis en van de waarheid van oordelen berust in laatste instantie op en tonen, een wijzen: de betekenis van de namen in een atomair oordeel kan slechts getoond worden. Aangezien je het atomaire oordeel niet verder in niewe oordelen kunt splitsen, is het onmogelijk de betekenis ervan in oordelen ut te leggen

i. Het enige wat overblijft is te wijzen naar een koe als we het woord koe gebruiken en naar een stier bij het woord stier en dan kijken of die twee inderdaad met elkaar verbonden zijn op de wijze oals het oordeel uitdrukt

ii. Het zich voordoen van een toestand (Sacheverhalt), kan dus eveneens alleen getoond worden

3. Een combinatie van namen die niet naar een ding verwijzen is en scheinsatz ( schijnoordeel), zulk een uitdrukking is onzinnig

i. Eigenlijk moet je onderscheid maken tusseni. Zinnige uitsprakenii. Uitspraken die empirisch sinnlos zijn (zinledig) omdat ze altijd

waar of vals zijniii. Uitspraken die empirisch zinvol zijn, omdat ze naar een

mogelijke toestand verwijzen4. Aangenzien men alle Sachverhalte (toestanden) in een oordeel kan uitdrukken

zodra we namen voor de dingen vastgelegd hebben, kan alles wat gedacht kan worden (de toestanden), gezegd worden, en wat gezegd kan worden, kan klaar gezegd worden. Doel van filo is betekenis van zinnen verhelderen

5. Relatie tussen zinnen (namen) en toestanden (dingen) kan niet gezegd, maar alleen getoond worden.

77

Page 78:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

6. Wat hij de wereld noemt, is dat waarover men helder kan spreken7. Het werkt eindigt met de opmerking dat het zelf onzinnig is. Waarover met niet

spreken kan, daarover moet men zwijgen Citaten pagina 294-295

1. 5 DE BRITSTE TAALANALYTISCHE FILOSOFIE

Moeilijk naam te geven aan deze vorm van filosoferen Beoefenaars noemden het Linguistic Analysis Men wil filosofische probleemstellingen verhelderen

a) De tweede Wittgenstein

Inleiding

Kritiek op eigen tractacus Belangerijk werk die hij zelf als boek heeft opgesteld tijdens zijn periode als docent

in camebridge (tweede periode II) o Philosophical Inverstigations (PI)o Geen duidelijk afgelijnd werk. Moeilijk werk!

Afbraak van de Tractacus

Wittgenstein Io 1 enkel basismodelo één enkele taalo alles wat werkelijk zegbaar is kan ook helder gezegd worden, omdat het

principieel in een dergelijke modeltaal vertaalbaar is Wittgenstein II

o Breekt zijn vorige opvatting volledig afo Er zijn verschillende talen, maar ze zijn zeker niet vanuit hetzelfde

basisschema herleidbaaro De ideale taal in de tractacus had een mooie hiërarchische structuur, waaruit

complexe uitdrukkingen op basis van vaste regels uit atomaire uitdrukkingen waren samengesteld

Dit verwerpt Wittgenstein II: de begrippen eenvoud en complexitieit zijn veelzinnig

Er is geen enkel criterium waarom bepaalde beschrijvingen van toestanden atomair zouden zijn en andere complex: alles hangt ervan af welke normen voor ‘eenvoud’ men op een bepaald moment wil gebruiken

o Hij laat zijn abbildungstheorie vallen Abbildungstheorie = hij veronderstelde dat de atomaire oordelen

een afbeelding (bild) vormen van een sachverhalt: de namen die erin voorkomen verwijzen naar dingen en de samenstelling van de namen in het oordeel is een weergave van de overeenkomstige situatie in werkelijkheid

o We gebruiken veel woorden die verwijzen naar dingen die niet bestaan

78

Page 79:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Bv ‘Ik ben hier’. Dit beschrijft niet exact te toestand tenzij men de extralinguïstische context kent

Nieuwe opvatting over de taal

Taalspelen, Sprachspielo Zoals er een veelvoud van spelen bestaat, zo is er een veelvoud van talen.

Dat wil zeggen een veelvoud van contexten of situaties waarbij het taalgebruik alleen kan begrepen worden door iemand die erin thuis is

o Familiegelijkenis : overeenkomst tussen taal en spel in het feit dat er voor beide geen overkoepelende definitie kan gegeven worden. Er zijn wel gedeeltelijke gelijkenissen tussen sommige spelen maar die overlappen niet altijd. Men kan ‘families’ van spelen opstellen (spelen A B C kunnen onderling gemeenschappelijke trekken hebben, C D E eveneens enzovoort)

Families zijn dus geen disjunctie, maar wel gedeeltelijk overlappende deelverzamelingen. Een overkoepelende deelverzameling van het spel is er niet, hetzelfde geldt voor taalspelen

o Alleen mensen die het spel kennen kunne het spelen, ook bij taal zo: mensen die de situatie kennen kunnen de taal verstaan

Bv iemand die een mop interpreteert als een informatiemededeling begrijp niks van wat er gezegd wordt, ook al zijn de woorden en zinnen verstaanbaar!

o Beheersen van DE taal is dus onmogelijk aangezien je niet ingewijd kan zijn in alle taalspelen

o The meaning of a wordt and its use (slogan in Engeland)

Filosofie als taalanalyse

‘De taal gaat met vakantie’ als men woorden buiten hun eigen taalspel gebruikt. Zo ontstaan filosofische problemen

Taak van filosofie: Wittgenstein heeft hier geen concrete theorie over maar een filosoof moet de oorzaak van verkeerd woordgebruik opzoeken en aantonen. Ons wijzen op het misleidende van onze gewone taalopvattingen

b) De Linguistische filosofie

1. Gilbert Ryle

Maakt analyse van gebruik van mentale concepten (wil, denken, verbeelding, gewaarwording, weten, begrijpen,...)

We gebruiken het redelijk veel in ons dagelijks taalgebruik Maar vanaf we het als ‘categorie’ willen onderzoeken, geraken we in de

moeilijkhedeno Een van de meest bekende ontsporingen van het cartesiaans dualisme

Gaat ervan uit dat deze termen activiteiten beschrijven van een bepaalde entiteit: de geest

Hier gebeurt er een category mistake: ‘de taal gaat met vakantie’. Men gebruikt normaal die termen om menselijk gedrag te

79

Page 80:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

beschrijven en het is naast de kwestie als men ze voorstelt als kenmerken van een entiteit. Zo komt men tot onoplosbare problemen, zoals het mind-body probleem

Het ontrukken van een concept aan zijn eigen taalspel Ryle komt ertoe om ze onder meer te beschrijven als verwijzende naar

disposities, om onder zekere omstandigheden op een bepaalde wijze te handelen

2. John Austin

Voor hem is het een filosofisch probleem. Zolang het in een toestand van verwarring en onduidelijkheid is. Van zodra we het helder kunnen formuleren wordt het een wetenschappelijk probleem

Onderscheid tussen constaterende (gewone) taaluitdrukkingen en performatieve uitdrukkingen

o Perfomatieve: Kan niet waar of vals zijn met zo’n uitspraak verander je de wereld Bv ‘ik veroordeel je tot 10 jaar cel’ Geen beschrijving van de wereld Maar wel verandering van de wereld, er veranderd iemand,

gewone burger wordt gevangene ‘Doe de deur divht’

Wereld is veranderd Als de rechter de bevoegdheid niet heeft om zo’n uitspraak te

doen is de uitspraak nietig Hij komt tot overkoepelende visie door in allerlei uitspraken een locutionaire

act te onderscheiden van een illocutionaire en een perlocutionaireo Locutionaire: heeft betrekking op inhoud van de uitspraako Illocutionaire: betrekking op hetgene wat de uitspraak realiseert (bv een

veroordeling)o Perlocutionaire: wat men van de luisteraar wil realiseren

2. FENOMENELOGIE EN EXISTENTIALISME

2.1 HISTORISCH OVERZICHT

A)

Brentano en Frege droegen bij aan het ontstaan van de Femenologie Geschiedenis vangt aan bij Edmund Hussrl

o Logische Untersuchungen (publicatie van boek) 1900-1901o Hierin stond Femenologie besproken

Komt in contact met Heidegger

B)

80

Page 81:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Nieuw stadium in ingetreden in de evolutie van de fenomenologie door de publicatie van Martin Hiedeggers Sein und Zeit

Hussrl sterft in 1938 Heidegger is opvolger Maar verkeerde interpretaties

C)

Nieuwe denkrichting van Heideggero Komt tot uiting in zijn werk van 1942: Platons Lehre von der Wahrheit

La nauseé roman van Sartre, zijn eerste aanloop tot zijn existentialistische versie van de fenomenologie, die hij uitgewerkt in L’être et le neant

Merleau-ponty 1942 : La structure du comportement. 1945: La phénoménologie de la perception

D)

Begin van de teruggang van het existentialisme kunnen we situeren rond 1950 Verschillende oorzaken

o Sartre interesseerde zich uiteindelijk meer voor het marxismeo Merleau-Ponty zijn werk was vooral van methodologische aard

Met zijn dood ook het einde van existentialisme (1961)

2.2 EDMUND HUSSERL (1859-1938)

A)

De epistemologische inzichten van Kant leken niet meer houdbaar Confrontatie van filosofie met de nieuwe situatie in de wetenschappen sinds het einde

van de 19e eeuw Welk standpunt moest men innemen tegenover het positivisme en het relativisme Hij is zowel

o Antirelativist Overtuiging van de onhoudbaarheid van het psychologisme

Reactie op het feit dat men dacht dat wiskundige entiteiten (bol, cirkel,....) een spel zijn

Je moet kijken naar volledige bewustzijn van mens Kennis moet hierin geworteld zijn De basis van elke femenologische benadering bestaat erin dat men het

bewustzijn onderzoekt Eerste kenmerkt van de bewustzijnsact

Intentionaliteit: gerichtheid van elke bewustzijnsact op een bepaald object

o Als men bewust is, is met zich van iets bewust (men denkt aan iets, men ziet iets, men voelt iets, men wil iets)

o Bewustzijn kan ook gericht worden op de entiteiten die men in de wiskunde bestuderen (beantwoorden ook aan een intentionele act)

o Hun bestaan is dus absoluut zeker want ze beantwoorden aan een bepaald type van noodzakelijke

81

Page 82:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

gerichtheden van het bewustzijn. Hiermee meent Husserl het relativisme te kunnen weerleggen

o Antipositivsist Als men nu die intentionele acten analyseert (= femenologie), kan men

tot een Wesensschau komen Een inzicht in de essentie van de dingen

o Bv een kat: Een kato Bewustzijn van die kat o Gerichtheid op die kat essentie van de kan ontdekken

Geldt ook voor de inhouden die men in de wetenschappen bestudeert Er is bijvoorbeeld een intrinsiek verschil tussen biologie en

fysica (gerichtheid op het levende of op het ruimtelijke) Hier ligt uiteraard het fundament van zijn antipositivisme

o 1. Er bestaan verschillende soorten wetenschappen o 2. Er is ook een wijsbegeerte mogelijk met een eigen

object: het zoeken naar de diepere eenheid van die verschillen in de femenologische analyse van de intentionele akten

B) Reductionisme

Grootste deel van levenswerk Husserl bestond erin de intentionele acten te onderzoeken

We moeten afstand doen van wat we geleerd hebben in de wiskundeo We moeten reducties toepassen: afstand doen van wat we weten en alleen het

wezenlijke zien =reductionalisme Bv:

o Stel we willen weten wat intentioneel tot het wezen van kleur behoort, dan moeten we (desnoods in de verbeelding) allerlei variaties op kleuren toepassen en dan zullen we merken dat kleuren altijd het kenmerkt ‘uitgebreidheid’ hebben

Een zuiver punt kan geen kleur hebben o Als we muziek beluisteren zullen we als essentie vaststellen dat die altijd in de

tijd verloopt Reductionisme is echter een aartsmoeilijke opgave

o Hij vraagt ook dat we ons empirisch ik, onze persoonskernmerken tussen haakjes zouden zetten en alleen rekening houden met het ik als kennend of meer algemeen intentioneel gericht subject, een transcendentaal ego dus

C)

In zijn laatste werk deed hij een poging om niet alleen voor de wiskunde, maar voor alle wetenschappen een gemeenschappelijk femenologische basis te vinden

o Hiertoe heeft hij de eis van de reductie verzwakt: we moeten niet van al het culturele verworvene afstand doen. We moeten pogen om die intentionele acten te vinden die typisch waren voor de ‘oorspronkelijke mens’, die nog niet met wetenschap of technologie behept waren

o Wetenschappen moeten terug spreken over hoe de mens preweteschappelijk in het levens stonden

82

Page 83:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o De wetenschap moet terug aan reductie doen want 1. Men is het ware uitgangspunt van de wetenschappen vergeten. Dit

geeft aanleiding tot allerlei paradoxen 2. De wetenschappelijke evolutie is op drift geslagen. Niemand weet nog

wat de eigenlijke motivering of drijfkracht was Oorzaak van dit alles volgens H: de wetenschappen hebben zich losgemaakt van het

ervaringsgebied waarzin ze alle hun gemeenschappelijke grons vonden: De lebenswelt (leefwereld)

o Het is de wereld zoals we ze beleefden in een voowetenschappelijk stadium; het is de wereld die de mens nog niet met wetenschappelijke entiteiten bevolkt had

o In die wereld, en in de verhouding met de mens ermee, vonden de wetenschappen hun oorspronkelijke eenheid en hun basisgegevens

Oplossing volgens Husselr femenologische reductie Hij wil een wetenschap opbouwen die een synthese van de wetenschap en ee grondslag

ervoor kan biedeno Hij is dus een echte rationalisto ‘de mens heeft zich laten vormen op basis van het verstand alleen’

femenologie moest de wetenschappelijke basis van alles biedeno mislukt, maar we moeten er toch grote verwondering voor opbrengen

2.3 MARTIN HEIDEGGER (1889-1976) a) Basisinzichten

1)

In 1927 werd aan de fenomenologie een belangerijke wending gegeven door zijn werk Zein und Zeit

Fundamentele verschillen met Husserlo Husserl: belang voor de wetenschap staat centraal. Hij zoekt een fundament

voor de wiskunde en later stelt hij zich tot doel met de femenologie een filosofie te ontwerpen die een grondslag zou bieden voor de wetenschap en die zouden verklaren waarom men in de wetenschap tot zekerheden kan komen

o Heidegger: geen belangstellig voor de weteschap, zelf niet voor het probleem van de kennis

Hij is meer geinteresseerd in het bestaan van de menso Hiermee gaf hij dus een grondige ommekeer aan het interessegebied van de

wijsbegeerte Hij vind, net zoals Hussrl, dat men niet over het subject en zijn objecten kan praten,

zonder de intentionele relatie er bij te betrekken. Husserl ziet die relatie meer als kenact, Heidegger daarentegen wil het over de totale contactname tussen mens en wereld hebben, niet meer over kennend subject en gekend object alleen. Hij onderzoekt Mens-wereld relaties en omgekeerd

2)

83

Page 84:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Hij spitst de principiele vraagstelling nog meer toe op de intentionaliteitsrelatie zelf (Husserl meer aan de subject-pool relatie)

Hij ziet de object-subject relatie niet meer als louter kennis, maar als veel meer omvattend: de inhoud ervan komt slechts ten volle tot uiting in de vraag nar het ‘zjn van het zijnde’.

Het onderzoek van dit zijn, dal toch gebeuren vanuit het onderzoek naar het ‘Dasein’ (het subject)

Het subject is niet meer het kennend subject, maar de totale mens De subject-object relatie wordt hier in de relatie van de mens met zijn wereld (het

dasein is een in der wereld sein)

3)

Het voornaamste kenmerk waardoor Sein und Zeit radicaal verschilt van de gewone wijsbegeerte is de affectieve en praxisgerichte toon die de meeste woorden hebben; een gevoelstoon die het gevolg is van het verbreden van de intentionaliteitsrelatie

Voorbeeld: o Denk aan de verhouding die men kan hebben ten aanzien van een groot huis

waarin men sinds zijn knderjaren geleefd heeft. Mijn relatie ertegenover is niet een loutere kennisrelatie. Ik ben er met heel mijn wezen in geinteresseerd; het is een voorwerp van Sorge, die dingen hebben daar niet de koude tonaliteit van ‘alleen maar dingen’; ze zijn niet alleen vorhanden, maar ook zuhande, ze betekenen iets voor mij zowel praktisch als affectief. In dit huis ben ik onderhevig aan allerlei stimmungen; die geven de basisrelatie weer die ik ervaar tegenover het huis in zijn geheel. In dit huis kunnen we tochten maken, steeds nieuwe ontdekkingen doen en plannen maken. Die verschaffen ons op hun beurt een grotere rijkdom van relaties met het huis: Verstehen, en staan ons toe te ordenen: rede.

o We zijn zomaar in dit huis geworpen, ongevraagd. We hangen eraan vast, en kunnen het niet zomaar ongedaan maken. Het had er ook allemaal niet kunnen zijn. We weten dus dat er eens een definitief afscheid zal komen. Hieruit ontstaat de grondstemming angst. Dat ‘zijn’ is immers een Sein zum Tode

4)

Sls men dit eenvoudig beeld van het huis vervangt door de wereld, vallen de centrale begrippen op hun plaats (met enige goede wil)

Geen toeval het in der welt sein heeft bij hem een aanzienlijke affectieve betekenis Hij maakt geen onderscheid tussen het kenaspect, de gevoelsindruk en het praxisaspect

van ons omgaan met de wereld Hij meent zelf dat de wereld zich in zijn eigen ‘zijn’ veel zuiverder laat ervaren via de

Stimmungen dan door het loutere kennen Het gaat om uitingen van de wereld tegenover ons ; het zijn niet privegevoelens die

zomaar ontstaan: ze geven onze fundamentele relatie met de wereld mee Het is een ontologie (studie van het zijn) en geen antropologie (studie van de mens)

B) Aanval op de wetenschap

1)

84

Page 85:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Na Sein und Zeit is Heidegger een tweede periode ingegaan Hij zei zelf van niet maar er zijn toch enkele tekenen

o Belangstelling voor teksten van andereno Hij legt minder nadruk op het dasein

Het zijn is er nu nabij en kenbaar, we moeten het niet meer zoeken, we mogen het alleen niet ontvluchten: we leven in de lichtung (licht) van het zijn

2)

Ondercheid tussen twee wijzen van denkeno Het andenkende denken

Waar de dingen slechts als vorhanden gekend wordto Het rechnende deknen

Waar de dingen slechts als zuhanden gekend wordt Er gebeurt een splitsing tussen het subject een object: men bestudeert wel de zijnden,

maar men vergeet het ‘zijn van zijnden’. In het ‘eigenlijke’ denken is juist dir ‘zijn van zijnde’ het hoofdthema. Maar we zijn aan dat echte denken nog niet toe

C) Heidegger en de hermeuntiek

1)

Heidegger meent dat de zintuigelijke gegevens zoals ze zich aan ons voordoen, en door de wetenschap worden geconstrueerd, slechts een oppervlakkig aspect van de werkelijkheid geven. Achter die fenomenen is een zin verborgen die we moeten leren ontdekken: we moeten de fenomenen ‘duiden’.

o Vergelijk met iemand die hiërogliefen tekts moet ontcijferen: we weten dat de tekst zin heeft, , maar allerlei dingen bemoeilijken het ontcijferen

o = het sein kan zich aan het dasein openbaren maar daar is auslegung (uitleg) voor nodig

= Hermeneutiek: de methode van het interpreteren van teksten Hoe we in de wereld staan moeten we gaan lezen, gaan traceren.

Alsof je de bedoelingen van een auteur wil kennen Literaire teksten wat willen ze hun lezers meedelen? Bijbelteksten welke openbaring van god gaar erachter schuil? Juridische teksten wat kunnen we in die huidige omstandigheden met die wettekst

doen? Probleem met hermeuntiek: er is geen criterium denkbaar om de betrouwbaarheid van

die hermeuntiek te beoordeleno Heidegger neemt traditie over van Schleiermacher en Dilthey

Subjectief geladen en historisch en cultureel gebonden karakter van het interpreteren van teksten sterk beklemtonen. Hier voegt hij visie van Husserl aan toe subject centraal zetten

2.4 EXISTENTIALISME EN SARTE

a)

85

Page 86:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Geen duidelijk omschrijfbare filosofische theorie, eerder een conglomeraat van ideeën die we bij een aantal auteurs vinden

Ook literatuur en theologie werden erdoor beïnvloedt

b)

aan de basis van de problematiek van het existentialisme ligt de antinomie (=tegenspraak die geen paradox is) tussen de tendensen naar universaliteit en de particulariteit waarop we, mede in verband met Hegel, hebben gewezen

 Existentialisme benadrukken de individualiteito 1. De cognitieve houding van de mens tegenover de wereld tendeert naar

universaliteit. Maar de mens ervaart ook een individueel beleven (lijden, genot, verantwoordelijkheid)

o 2. Benadrukken de individualiteit en zijn daarom geneigd de universaliteitaanspraken te bestrijden

o 3. Iemand die de prioriteit van het individu poneert in verband met zijn verstaan hoeft daarom de waarde van een universele wetenschap nog niet aan te tasten. Toch is het zo dat vooral in het existentialisme de nadruk ligt op de existentie en dit veelal gepaard gaat met een aanval op het objectieve denken

o 4. Voornaamste thema’s:

De mens staat in de wereld als het enig wezen dat met zichzelf bezig is - het enige wezen voor wie het bestaan alles betekent omdat hij de enige is die zich geconfronteerd voelt met de mogelijkheid niet te bestaan.

Eens in de wereld, blijft de mens niets anders over dan dit bestaan te bevestigen als hij werkelijk als mens wil leven. Bestaan (‘existeren’) is dus iets actiefs.

Het bestaan van de mens is een opeenvolging van ontwerpen: hij op de toekomst gericht; die ontwerpen maken hem tot wat hij wordt. De mens is onvermijdelijk in ontwikkeling.

Buiten die historiciteit is de mens niet bepaald. Er bestaat geen ‘menselijke natuur’ die het gedrag zou determineren of die een bepaald gedrag zou opleggen. De mens is absoluut vrij

Hoofstuk 11: Filosofie in de tweede helft van de twintigste eeuw en het begin van de

eenentwinstigste eeuw

1 WIJSBEGEERTE EN MAATSCHAPPIJKRITIEK

1.1 ALGEMENE BESCHOUWINGEN

a) Antinomieën en filosofische problematiek

86

Page 87:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Tussen cognitieve en emotief-praktische instelling  Verlichting: overtuiging dat men met de rede de menselijke samenleving in betere

banen kon leiden – maar problemen: • Het economisch liberalisme met zijn‘onzichtbare hand’faalt • ook het utopische socialisme faalt

Technologie: Maar wanneer de moderne technologie de concretisering is van de heerschappij van de rede over de natuur en deze techniek ons maatschappelijk leven grondig beïnvloedt, dan is het ideaal van de Aufklarung (verlichting) toch nog werkelijkheid aan het worden.

 Probleem: de technologie en maatschappijstructuren leveren niet de resultaten die men van de rede had mogen verwachten.

 We evolueren eerder in de richting van zelfvervreemding en eventueel zelfs de uiteindelijke vernietiging van de mens.

1.2 NEGATIVE DIALECTIEK. DE SCHOOL VAN FRANKFURT

De bovenstaande problematiek vormt de basismotivering van de kritische theorie of negatieve dialectiek die door de zogenaamde school van Frankfurt (de Frankfurter Schule) werd ontwikkeld

Centraal staat de vraag of de rede die haar aan het werk is, en die de verlichting zo ophemelde, geen autodestructieve aspecten bevat

a) Theodor W. Adorno (1903-1970)

Adorno & Horkheimer: Dialektik der Aufklarung (‘44) Basisideeën: De oorsprong van de evolutie die ons tot het huidig stadium bracht is de idee van de

Aufklarung. Maar dat ideal is tegelijk een idée van Herrschaft: heerschappij van de mens over de

natuur. Door zijn rede, dat wil zeggen, door het veralgemenend en identificerend kennen, heeft de mens zijn heerschappij over de natuur kunnen vestigen; wetenschap en techniek zijn niets anders dan de concrete realisaties daarvan.

De rede bevat haar eigen negatie- is autodestructief. Om vrij te komen van de natuur heeft de mens die tot object van heerschappij gemaakt, maar dat arsenaal van middelen tot natuurbeheersing heeft zijn eigen wetmatigheid, en die keert zich tegen de mens zelf. De mens is slaaf van zijn eigen kennis en werktuigen geworden

De heerschappij –idee is zo dominant dat de mens zelf tot object ervan gemaakt is. De huidige kapitalistische maatschappij met haar technostructuur is de belichaming van het streven naar Herrschaft.

Het optimisme van de Verlichting is daarom in onze tijd niet meer vol te houden.

b) Herbert Marcuse (1898-1979)

One-dimensional Man (1974) Elke rationele bijdrage van het individu resulteert in een verhoogde irrationaliteit van

het geheel: • De technologische structuur ontplooit bij haar ontwikkeling meer en meer beheersingsmiddelen • Zo wordt elke bijdrage tot die ontwikkeling een versteviging van de repressieve heerschappij.

87

Page 88:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

Maatschappij is totalitair en repressief: o De is mens vervreemd omdat hij niet in dienst staat van de doeleinden die hij

zelf creatief ontworpen heeft maar alleen in die van de geïndustrialiseerde maatschappij.

o De mens wordt‘unidimensioneel’: de waarden en doeleinden gericht zijn op aanvaarding van de normen van het systeem, en ook het denken wordt aan de gevestigde categorieën wordt aangepast.

 We ervaren het niet als een repressie. Manipulatie en conditionering van consumptiegedrag: gelukkig bewustzijn. (we nemen vrede met onze toestand)

Op dit ogenblik neemt men afstand van het ideel van mens zijn: vrij zijn Twijfel aan het ‘revolutionaire proletariaat’ (revolutionaire kracht van het westerse

proletariaat) – maar toch oproep tot revolutie (cf studentenopstanden).

c) Jurgen Habermans

Argumenteert voor een ‘andere rationaliteit’ die naast en misschien boven de wetenschappelijke moet staan. Problemen met ‘wetenschappelijke rationaliteit’:

Het is een fictie is dat de wetenschappelijke theorieën dé waarheid uitdrukken. De criteria van ‘wetenschappelijkheid’ zijn zelf geen resultaat van wetenschappelijk

onderzoek. Er is geen enkele ‘bron’ van wetenschappelijke kennis die op rechtstreekse

evidentie aanspraak kan maken – zelfs de zintuiglijk ervaring niet (elke wetenschappelijke waarneming veronderstelt reeds een theorie).

Criteria voor betrouwbaarheid zijn pragmatisch bepaald door hun bijdrage aan succesvol handelen. De wetenschappelijke methodologie is gericht op technische bruikbaarheid en kan daarom geen rationele methode verschaffen om over de algemeen menselijke problemen (ethiek & politiek) na te denken en aan kritiek te doen.

herrschaftsfreier Diskurs Habermas meent dat in de dialoog die als doel een consensus heeft zo een bruikbare ethische en politiek rationaliteit kan gevonden worden. Theorie des kommunikativen Handelns (1981)

 Voorwaarden: De discussie moet herrschaftsfrei zijn – zonder dwang onder elkaar of van

buitenaf, bijdragen moeten authentiek zijn. Binnen die discussie moeten(1) descriptieve gegevens aan bod kunnen

komen (wetenschappelijke gegevens), (2) moet men akkoorden zoeken over gedragsregels op allerlei gebieden en (3) moet het kritisch afwegen mogelijk zijn, waarbij de deelnemers de argumenten beoordelen.

 De waarheidsvraag of de vraag naar wenselijkheid op een bepaald terrein, wetenschappelijk, ethisch, esthetisch of politiek, hangt af van de vraag of binnen die herrschafsfreie discussie een consensus kan worden bereikt

2: STRUCTURALISME

Franse denkers geinspireerd door structurele taalkunde In de Praagse school grondslag van Fonologie

88

Page 89:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

o Bv in nederlands zijn b en v verschillende fonemen Wijzigingen in de fonemen kunnen zich niet afzonderlijk voortdoen, het zal doorheen

het hele fonemensysteem gaan, tot zich een nieuwe structuur heeft ontwikkeld (bv y werd ij in Nederlands en u werd ui)

Wezenlijke inzicht van fonologen was dat het juiste gebruik van de fonemen afhangt van de onderlinge relaties ertussen en niet van de wijzigingen in bijvoorbeeld de woorden waarin ze voorkomen

Relaties tussen woorden onderling meer belang dan de betekenissen ervan

2.2Michel Foucault (1926-1984)

We kunnen hem slechts in de brede betekenis van het woord een structuralist noemen, echte structuren komen bij hem weinig voor

Werkte met geestesziekeno Ontwikkeling van hun conceptuele indeling

Les mots et les choses (boek)o Geeft zijn opvatting over de waarheid weero Waarheid is een constructie die het denken en de intenties van de individuen

overstijgt. Het zijn niet zozeer de individuele mensen die denksystemen creëren, veeleer wordt het individuele subject opgenomen in de contingente ‘discursieve formaties’ van de plaats en de tijd waarin het leeft

Geschiedenis kent geen vooruitgang maar het kent een discontinu verloop en de zelfbewust mens is een historisch bepaalde uitvinden

verwerpt hiermee de humanistische antropologie, die stelt dat de mens in principe vrij en verantwoordelijk aan zinsgeving kan doen

De moderne mens mag denken dat hij functioneert als autonoom en rationeel denken wezen, in werkelijkheid is hij ingekapseld in de dynamiek van de machtsstructuren van zijn tijd en omgeving

3. HET POSTMODERNISME

Verwerpen de opvatting dat men een visie op de werkelijkheid kan ontwikkelen die samenhang, inzichtelijkheid en zingeving vertoont.

Kernopvatting: streven naar rationaliteit als methode om betrouwbare kennis te bereiken heeft nog weinig zin.

Jean-Francois Lyotard (1924-1998) - La condition postmoderne: rapport sur le savoir (1979)

Door technologische ontwikkelingen zijnde‘ grote verhalen’ (= vertrouwen in Rede, wetenschap en vooruitgang) uiteengevallen en versplinterd zijn in meerdere ‘taalspelen’

Die taal spelen, gekoppeld aan subculturen, vertellen elk hun eigen ‘klein verhaal’, waarbij ze elk hun eigen ‘waarheden’ genereren.

Gelooft niet in de mogelijkheid van universele waarden en objectieve kennis – maar geen pessimisme. Jacques Derrida (1930- 2004): ‘deconstructie’.

Methode om via close-reading van teksten de contradicties, blinde vlekken en onopgeloste spanningen erin blootlegt.

Opvatting dat uiteindelijk alles in de taal en in teksten vast ligt– externe criteria om kennis of argumenten te beoordelen zijn er niet.

89

Page 90:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

3.3 Richard Rorty (1931-2007)

De waarheid van de filosofie ligt in het belang van originaliteit en creativiteit, niet in het nastreven van rationele kennis of objectiviteit

Dat maakt filosofie tot een taalspel, zoals onder meer ook wetenschap, politiek en kunst Het heeft geen zin om te onderzoeken welke taalspelen meer waarheid of objectiviteit

bevatten dan andere , of meer ‘kloppen’ dan de andere; er is immers geen taalspel van waaruit we alle andere taalspelen neutraal kunnen beschouwen

Filosofische argumenten zijn onderling niet echt vergelijkbaar, ze functioneren binnen het taalspel waarin ze zich bevinden, maar niet noodzakelijk in andere taalspelen

Waarheid is niet iets wat op de werkelijkheid slaat, maar op de taal, op taalspelen en teksten

Zelfde idee rond het goede. Wat wij goed vinden is goed voor de groep waar we ons mee kunnen identificeren

90

Page 91:  · Web viewFriedrich Wilhelm von Schelling (1775-1854) Filosoof van de romantiek De geest wordt veel minder aan het begrip ik gekoppeld als bij Fichte, het gaat eerder om een onbewust

91