Opdrachtblok 1

opdracht 1

5 fonteinen

1

2

3

4

5

a. We zijn een groepje van Emma Speekenbrink, Dana Hoogeboom en Lisanne Donkervoort

b. Fontein 1 en 4 horen bij elkaar en fontein 2, 3 en 5 horen bij elkaar

c. Alle fonteinen met natuurlijke omgeving (fontein 1 en fontein 4). Alle fonteinen met beelden (fontein 2, fontein 3 en fontein 5)

d. Bij alle fonteinen met een natuurlijke omgeving hebben we opgelet dat er veel groen aanwezig was en dat het groen en de natuur ook echt bij de fontein betrokken zijn.Bij alle fonteinen met beelden hebben we erop gelet dat er veel beelden bij de fonteinen zitten.

e. Een fontein in de blookervijver in huis ter heide. Wij vinden deze fontein niet zo speciaal maar wel leuk dat hij er is. Hij is nogal gewoontjes en zijn eigenlijk gewoon een paar straaltjes water. Hij past wel goed in zijn omgeving

f. Een fontein is zowel beeldhouwend kunst als design. Dit ligt ook aan de fontein zelf. Een fontein met veel beelden is meer beeldhouwend kunst. Maar een fontein waar het echt gaat om hoe de waterstralen lopen is meer design.

Opdracht 2

Mijn voorkeur heeft de fontein van de triton want deze gaat niet echt de breedte in maar wel de hoogte en is van alle kanten te bewonderen. Niet alleen van de voorkant zoals bij de trevi fontein. Ook is de beeldhouwende kunst heel mooi.

Opdracht 3

a. Het thema van het bouwwerk is de oceaan. Met de majestueuze zeegod Oceanus op een schelpvormige strijdwagen die door gevleugelde paarden en jonge zeegoden naar de zee wordt getrokken. Het ene paard is rustig en het andere paard steigert, dit symboliseert de zee. Twee nissen staan links en rechts, zij zijn de uitbeeldingen van overvloed en gezondheid.

b. Als mensen 1 muntje in de fontein gooien, dan zullen ze ooit terug keren naar Rome. Als ze 2 muntjes in de fontein gooien, dan zullen ze hun geliefde vinden. En als ze drie muntjes in de fontein gooien, dan zal dit lijden tot een huwelijk of een scheiding.

c. Nee, hij gaat niet uit van de mythe. Hij geeft er juist zijn eigen draai aan.

Opdracht 4

a. Triton is de zoon van Poseidon en Amphitrite maar is ook de eerst ontdekte en grootste maan van neptunus en is toen vernoemd naar de zoon van Poseidon en Amphitrite.

b. De vissen en de schelpen de meerman en de schelp op z’n hoofd. Dus eigenlijk heeft alles met water te maken.

c. Impressionisme: Impressionisme is een zeer zintuiglijke kunst, de schrijver gebruikt typisch grote hoeveelheden zintuiglijke indrukken om een bepaalde stemming weer te geven. Schrijvers gebruikten bepaalde stijlmiddelen om het zo nauwkeurig mogelijk uitbeelden van nuances, indrukken en gevoelens. Terwijl schilders kleuren gebruikten om een bepaalde sfeer weer te geven, gebruikten schrijvers bepalingen en vooral bijvoeglijke naamwoorden. Ook verzonnen impressionistische schrijvers nieuwe woorden (neologismen) zoals ‘schreeuwmonden’, ‘fladderdalen’, ‘donderratelen’, of gebruikten juist ouderwetse woorden, zoals ‘zwerk’ of ‘struweel’ (archaïsmen), om bepaalde nuances weer te geven. Verder worden impressionistische teksten gekenmerkt door synesthesie, alliteraties en enjambementen.

Symfonisch: is een muzikaal werk voor orkest, waarbij de componist een buitenmuzikaal thema met muzikale middelen beschrijft. Dat thema kan bijvoorbeeld een (deel van een) sage of legende zijn, een schilderij of een landschap. Deze vorm van programmamuziek speelt een belangrijke rol in de romantische muziek in de 19e eeuw. Ook voor het ontstaan van de nationalistische school in de muziek is het symfonisch gedicht van belang geweest.

d. Ik kon deze muziekstukken niet vinden.

e. Zien D dus kan deze ook niet doen.

Opdrachtblok 2

Opdracht 3

a. Ontwerp cafe omgeving cafeRamen WegSteen FietspadLicht BoomHout LantaarnpaalStaal Andere gebouwenStoelBloemenTafelsLampenDeurBalie

b. De stoelen, het zijn heel speciale stoelen in bijzondere kleuren en vormen.De vloer, het is niet de kleur die een normale vloer zou hebben.

c. Afbeelding 1, omdat de lichten niet te fel maar ook niet te donker zijn en je ziet nog iets van natuur (boom). Het ziet er gezellig uit.

Opdrachtblok 3

Opdracht 3a. gedaan

b. Dogtroep: het gaat over een voorstelling over het menselijk leven.Vis-a-Vis: hoe ze over de wereld denken.

c. Het verschil is dat het heel ergens anders is en meerdere invloeden heeft.Voor de kunstenaar is het moeilijker want die moet rekening houden met de omgevingJe leeft het veel sterker mee, meer nieuwe dingen om op te nemen.

d. Ze doen het niet in een zaal.

e. Ergens waar wat rotsen zijn en een beetje een open plek.

Opdrachtblok 4

Opdracht 1

a.

1. Bijvoorbeeld als het heel slecht weer is, dus als het regent, waait of onweert (of alle drie). Want dan hebben niet veel mensen zin om naar buiten te gaan en te gaan winkelen en dan zal het dus heel stil zijn in een stad.

2. Ook bijvoorbeeld als er een minuut stilte wordt gehouden, bijvoorbeeld toen na de aanslagen in Parijs of met dode herdenking. Dan is iedereen een minuut stil en dan zal het dus ook heel stil zijn in een stad.

3. En bijvoorbeeld als je in een park bent midden in de stad. Meestal ben je dan wel in het midden van de stad, of ergens aan de rand. Maar hier is het toch altijd heel rustig en stil. En zit je dus midden in de stad in stilte. Hier is het dan dus heel stil in de stad.

b. Een situatie waarin ik stilte fijn vind: Als ik bijvoorbeeld moet leren voor een toets of huiswerk maak, dan vind ik het juist fijn als het stil is. Want dan kan ik me beter concentreren en beter nadenken en dan wordt ik niet de hele tijd afgeleid. Op zo’n moment vind ik stilte dus juist fijn. Een situatie waarin ik de stilte juist met geluid wil doorbreken: Als ik bijvoorbeeld een gesprek heb met iemand en je weet beide niet zo goed wat je moet zeggen, waardoor er een ongemakkelijke stilte valt. Zo’n moment zou ik juist met geluid willen doorbreken, omdat het dan heel ongemakkelijk stil is.

c. 5 plaatjes van een stille stad en waarom ik dit een stille stad vind:

1.

Dit noem ik een stille stad, omdat je helemaal niemand ziet en daarom zal er dus ook niemand geluid maken of praten etc. en daarom noem ik dit een stille stad. Omdat er (bijna) geen geluid aanwezig is.

2.

Dit noem ik een stille stad, omdat er op dit moment heel veel mensen bang waren, vanwege de dreigingen en daarom thuis bleven. Waardoor er bijna niemand op straat te vinden was en het daarom heel stil was in de stad.

3.

Dit noem ik een stille stad, omdat je middenin of aan de rand van een stad is. Maar toch is het hier heel rustig en stil en zit je dus in de stilte in een stad.

4.

Dit noem ik een stille stad, omdat op het moment dat een burgemeester/Kamerlid een lintje doorknipt om een nieuw gebouw/monument te openen, iedereen altijd verwachtingsvol zijn adem inhoudt. Waardoor het dus heel stil is op dat moment. En waardoor er dus een stilte is in de stad, omdat iedereen “zijn adem inhoudt”.

5.

Dit noem ik een stille stad, omdat hier de mensen de gevallen bij de terreuraanslagen in Parijs aan het herdenken waren. Op dat moment zijn er dus heel veel mensen middenin de stad, maar iedereen is stil omdat ze een minuut stilte houden om de slachtoffers te herdenken. Het is dus midden in een grote staad, waar heel veel mensen zijn, doodstil. En daarom noem ik dit een stille stad.

Opdracht 2

a. Een beetje een treurige sfeer. En een beetje een sfeer waardoor je terug gaat denken aan iets treurigs wat ooit gebeurd is, of aan iemand die je dierbaar was en is overleden.

b. Gedaan

c. Dat hij zelf, Bløf, nog nergens in de wereld is geweest. Dus niet zo veel van andere steden weet etc en nooit verder weg is geweest dan Nederland. En dat juist zijn vriendin/geliefde (waarschijnlijk) overal is geweest en naar allerlei verschillende steden toe gaat en dus allerlei verschillende plekken in de wereld te zien krijgt.

d. De tegenstelling in de muziek hoor je dat de muziek bij de tweede strofe sneller gaat, dan bij de eerste strofe. En ook dat er “zwaarder” wordt gezongen in de tweede strofe dan in de eerste strofe, waardoor je meer het verlangen terug hoort.

e. Meer bij de tweede strofe, omdat je in de intro dus een beetje een treurige en verlangde sfeer hoort. En dit is in de tweede strofe ook terug te lezen/te horen. Omdat het er hierom gaat dat hij zo verlangt naar de briefen die ze stuurt en hoe erg hij dus naar haar verlangd en haar mist.

Opdracht 5

a. Je hoort op de achtergrond een piano spelen.

b. In de tweede strofe, dus vanaf de tweede keer dat hij zegt ’t is zo stil in Amsterdam. De mensen zijn gaan slapen’. Want vanaf hier gaat het er juist om dat hij zo alleen is en hoopt dat hij iemand tegenkomt, en in de eerste strofe ging het er juist over dat hij een paar mensen tegekomt en liever alleen is.

Opdracht 7Wij hebben a uitgekozen:

Met stille stappen liep ik door. Boven mij hoorde ik een vogel fluiten. Ik voelde de frisse ochtend wind door mijn haren. Nergens om mij heen zag ik een andere ziel.Nergens om mij heen zag ik ze. De mensen die elke dag zo druk waren, die van de ene plaats naar de andere rende. Maar op dit moment… Op dit moment was het stil.