vanderveeke.net  · Web view2012. 1. 2. · Inleiding. In 2011 hebben we ‘de groene ronde van...

77
Inleiding In 2011 hebben we ‘de groene ronde van Ierland’ gefietst. Van Dublin, met de klok mee, rondom naar Belfast. Daar zijn we overgestoken naar Schotland en via de fietsroute langs Hadrians Wall zijn we naar Newcastle gefietst waar we de veerboot naar Nederland hebben genomen. In totaal 1901 kilometer waarvan 1430 in Ierland, 388 in Schotland en Engeland en 82 in Nederland. Het was een tocht met ups en downs. Letterlijk en figuurlijk. Men gaf de indruk dat het een zware tocht was maar, eigenwijs als we zijn, dachten dat na de Alpen van vorige jaar dit een eitje moest zijn. We konden er niet verder naast zitten. Het landschap van Ierland golft continu op en neer als een golfslagbad. Het gaat niet hoog, maar het gaat wel vaak. En steil. Percentages van 20% zijn normaal. We waren dan ook de eerste dagen kapot. Een andere uitdaging was het weer. Ierland heeft al de neiging erg nat te zijn maar in heel Europa was het slecht en in Ierland nog slechter. Er is zelden een dag geweest zonder dat het regenpak uit de tas kwam. Toch hebben we genoten van het land. De mensen zijn vriendelijk en het landschap is fantastisch en gevarieerd. Elke dag was weer genieten ondanks de vermoeidheid en het weer. Als ik aan deze vakantie terugdenkt heb ik alleen maar goede herinneringen. En die herinneringen heb ik geprobeerd vast te leggen in dit boek. Hans van der Veeke September 2011

Transcript of vanderveeke.net  · Web view2012. 1. 2. · Inleiding. In 2011 hebben we ‘de groene ronde van...

Inleiding

In 2011 hebben we ‘de groene ronde van Ierland’ gefietst. Van Dublin, met de klok mee, rondom naar Belfast. Daar zijn we overgestoken naar Schotland en via de fietsroute langs Hadrians Wall zijn we naar Newcastle gefietst waar we de veerboot naar Nederland hebben genomen. In totaal 1901 kilometer waarvan 1430 in Ierland, 388 in Schotland en Engeland en 82 in Nederland.

Het was een tocht met ups en downs. Letterlijk en figuurlijk. Men gaf de indruk dat het een zware tocht was maar, eigenwijs als we zijn, dachten dat na de Alpen van vorige jaar dit een eitje moest zijn. We konden er niet verder naast zitten. Het landschap van Ierland golft continu op en neer als een golfslagbad. Het gaat niet hoog, maar het gaat wel vaak. En steil. Percentages van 20% zijn normaal. We waren dan ook de eerste dagen kapot. Een andere uitdaging was het weer. Ierland heeft al de neiging erg nat te zijn maar in heel Europa was het slecht en in Ierland nog slechter. Er is zelden een dag geweest zonder dat het regenpak uit de tas kwam.

Toch hebben we genoten van het land. De mensen zijn vriendelijk en het landschap is fantastisch en gevarieerd. Elke dag was weer genieten ondanks de vermoeidheid en het weer. Als ik aan deze vakantie terugdenkt heb ik alleen maar goede herinneringen. En die herinneringen heb ik geprobeerd vast te leggen in dit boek.

Hans van der Veeke

September 2011

Summer in Ireland

I’m glad I remembered my stout mackintosh

as well as my swimsuit – for wind and the slosh.

The sky is leaden, the lawn sopping wet

and rain keeps a-lashing…how wet can it get?

We’ve done it before and we’ll do it again

summer in Ireland despite all the rain.

We’ll d’on our sou’westers and what do we care

if weather be foul or weather be fair?

We’ll put on our thermals, scarfs and thick socks

and great heavy wellies – to skid over the rocks.

We care not a fig for the storm or the flood

we’ll summer in Ireland in spite of the mud.

I’m dripping all over from head to my toe

in thunder and lightning we’ll merrily go.

We laugh as the hailstones come hammering down

and batter the bathers…wearing only a frown.

While weak-hearted folk will head for the sun

we’ll summer in Ireland and drown in the fun.

De voorbereiding

De vakantie was nog niet begonnen en toen begonnen de dilemma’s al. We willen gaan fietsen in Ierland volgens route van Benjamins. Deze begint officieel in Belfast en gaat dan tegen de klok in naar Dublin. Maar…

We gaan het liefst met de bus erheen (we houden niet van vliegen met de fiets) en doen dan het rondje. Aan het einde van het rondje vinden we het leuk om naar huis terug te fietsen, door Engeland, dan de boot naar Nederland, en dan het laatste stukje ook naar huis te fietsen. Afgelopen jaar ging Cycletours ook nog naar Ierland maar dit jaar (2011) niet meer. Maar in Duitsland zit Sausewind en die heeft een busreis naar Dublin in het programma. 

Dan komt het tweede dilemma: Gaan we eerst naar Belfast en eindigen in Dublin? Of starten we in Dublin en eindigen we in Belfast? De route is eenzijdig beschreven. Van Belfast naar Dublin. Je kunt van Dublin naar Belfast fietsen. Dit is ongeveer 200 kilometer. Maar er gaat ook een bus en een trein. Wat eigenlijk belangrijker is, is de vraag welke mogelijkheden je in Belfast en Dublin hebt om naar Engeland te komen. En hoe je dan verder gaat naar de oostkust? In Engeland is het leuk om een route te volgen. Er zijn er twee die aardig bij ons in de buurt komen. De Coast-to-Coast route en een route langs Hadrians wall. 

Na wat wikken en wegen kom ik op het volgende plan: We boeken de bus naar Dublin. Daar kijken we natuurlijk een dagje rond. En dan gaan we tegen de klok in de route van Benjaminse doen. Dit kan goed omdat ik de track op de GPS heb en daardoor minder afhankelijk ben van de aanwijzingen in het boekje. Vanuit Belfast of Larne nemen we dan de boot naar Stranraer. Stukje door Schotland fietsen en dan aanhaken op de route van’ Hadrians wall’. Die eindigt in Newcastle en daar kunnen we de boot naar Nederland nemen.

Dus… alles leek geregeld totdat Sausewind de busrit annuleert. ‘Te weinig deelnemers’ is de toelichting. Daar zit je dan met je goede gedrag en je voorbereidingen. Wat nu? We kunnen met de auto (en fietsen) naar Engeland, die daar laten staan en dan oversteken naar Ierland, rondje fietsen en weer terug. Nadeel daarvan is dat dit nogal prijzig is. Met de boot en auto naar Engeland is zeker € 800,= of meer voor een retour. Met de fiets is dit een stuk goedkoper, maar we hebben niet de tijd om twee keer door Engeland te fietsen. Met de trein is nogal omslachtig en kost ook veel tijd.

Dan maar met het vliegtuig, ondanks mijn weerzin tegen vliegen met de fiets. Ik heb niks tegen vliegen, maar de doemscenario’s die ik lees van de ‘vliegende fietsen’ hebben me alle lust ontnomen. Daar zet ik me overheen en ik boek een ticket vanaf Eindhoven naar Dublin. Het voordeel is dat we gewoon ons originele voorbereide plan aan kunnen houden. En het is nog goedkoper ook dan de bus. Het tarief van Ryanair is wat ondoorzichtig. Ik betaal de volgende posten: €53.98 voor de basistickets, €66.98 voor belastingen en toeslagen, €4.00 CANX (wat het ook moge zijn), €12.00 web inchecktarief, €60.00 voor de bagage (2x20 kg), €80.00 voor de fietsen en €12.00 administratiekosten. Gezamenlijk is dit €289.96. Bij de fietsenmaker heb ik twee dozen geregeld. Die maak ik op maat en verstevig ik voor onze fietsen. Bij Ryanair mag je maar één stuk bagage meenemen. Dus we hebben een ‘flightbag’ gekocht. Dit is een soort van zak waar zeker 4 fietstassen in passen.

Denk je dat je alles goed geregeld hebt en dan merk je dat dit (nog) niet zo is. Ik kom er namelijk achter dat mijn geboekte ticket bij Ryanair mogelijk niet geldig is. Hoe zit dat?Ryanair boek je via een website. Het is allemaal goedkoop, dus je moet veel zelf doen. Als om mijn voornaam gevraagd wordt, vul ik natuurlijk "Hans" in. Later lees ik dat dit natuurlijk de eerste voornaam in je paspoort moet zijn. En daar staat bij mij "Johannes" en geen "Hans". Wat nu?Er zijn twee keuzes; laten wijzigen of het erop aan laten komen. In eerste instantie kies ik voor het laatste maar op het fietsersforum is toch de algemene tendens dat dit niet handig is. En eerlijk gezegd voel ik me daar ook niet prettig bij. Dan maar wijzigen dus...

Inloggen op de website bij Ryanair, mijn ticket opzoeken, wijzen naam en... WTF... Dat kost dus €100,=! Dat heb ik er niet voor over, over naar plan B. Maar dat plan is er niet. Toch maar weer even op het fietsforum kijken wat men daarvan zegt. Via een van de reacties kom ik bij het forum van het Tros Radar programma. Daar is een apart topic van zeven(!) pagina's gewijd aan de naamswijziging bij Ryanair. Een tijdje lezen geeft de tip om te bellen met de klantenservice. Hierbij zijn de volgende ervaringen:- Soms lukt het om de wijziging kosteloos te laten doorvoeren.- Soms moet je een tientje ervoor betalen (wat ik redelijk vind)- Soms wordt je gewoon bot afgewezen- En soms, als je voor de tweede, derde of vierde keer belt, dan lukt het wel.

Ik ga voor de laatste tactiek en bedenk een zielig verhaal over onkunde, de eerste keer vliegen en onnozelheid over namen. Na een tijdje in de wacht te zijn, waarin ik mijn verhaal kan oefenen, krijg ik een Ierse dame aan de lijn. Zakelijk vraagt ze mijn gegevens en schakelt meteen over naar "What is your problem, sir?". Zo, gelijk naar de punt. Ik doe mijn gerepeteerde verhaal en eigenlijk zonder moeite stelt ze voor mijn naam aan te passen. Er wordt nog wel even gezucht, maar dan schakelen we meteen over op de juiste spelling van "Johannes". Ik stel nog wat andere vragen, bedankt haar vriendelijk en wens haar een "Nice day".

Het valt dus allemaal wel mee met Ryanair? Of heb ik gewoon geluk gehad? Ik weet inmiddels wel dat ze heel scherp zijn op het toegelaten gewicht en de grootte van de handbagage. Met de boetes die ze daar heffen, verdienen ze eigenlijk hun geld. Ik wil daar niet weer instinken, dus van te voren pakken we vast alles en wegen dan de tassen. Geen verrassingen meer voor mij!

Zaterdag 23 juli (1) Dromen zijn bedrog

Baflo – Eindhoven – Dublin airport -centrum Dublin

Dublin International Hostel (€ 45)

Het is nog erger dan ik in mijn worst-case doemscenario had kunnen bedenken. De helft van de doos is verdwenen en daarmee ook een helft van mijn fiets. Waarschijnlijk hebben ze lootjes getrokken wie mij het slechte nieuws moest brengen want de man die mij het restant overhandigt kijkt ook niet echt gelukkig. "I am so sorry" brengt hij nog uit. "I will get the rest for you". Het deel wat ik nu krijg ziet er zielig uit. Spaken steken uit de Rohloff omhoog. De achtervork staat krom en als ware het een gewond beest drupt de gel uit mijn zadel. Het voorwiel wat ik even later krijg had ook uit de wokkel fabriek kunnen komen en de voorvork heeft een vorm die hij nooit heeft gehad en ook nooit meer zal krijgen. Ik kan wel janken en dan... word ik wakker. Het was namelijk mijn droom van gisterenavond.

In werkelijkheid is het allemaal prima gegaan. Om kwart over tien uit Baflo vertrokken, een paar kleine files deden me nog wel even zweten. Ik heb een hekel aan deadlines als ik geen invloed op de uitkomst heb. Maar om kwart over een komen we aan bij het vliegveld, laden de tassen op en rijden naar binnen. Steven volgt ons met de twee dozen en dat geeft wel wat bekijks. "Ik ga op reis en neem mee...twee dozen" lachen twee dames hem toe. In de hoek zetten we de dozen in elkaar en pakken alles in. Alle tassen gaan in een flight-bag per persoon omdat je maar één tas mag meenemen. Bij de fiets doen we ook nog wat extra spullen om het gewicht van de tas te verminderen. Dan in de rij voor de check-in. Onze bagage is samen ongeveer 30 kilo en een van de fietsen moet ook gewogen worden; 24,3 kg. Allemaal binnen de limieten. De bagage verdwijnt en bij de 'afwijkende bagage' balie kunnen we de fietsen kwijt. Helaas moeten onze zorgvuldig dichtgeplakte dozen weer open. De man wil graag zien wat erin zit. Geduldig snij ik de zaak weer open, hij kijkt, alles ok, en ik plak de zaak weer dicht. Daarna door de douane en wachten op het vliegtuig.

Eindhoven is geen Eelde. Ik had een kneuterig provinciaals vliegveldje verwacht maar het is nog aardig groot met verschillende gates. Om half vier is er nog geen vliegtuig te zien. Maar alles komt goed. Om tien over vier gaan we de lucht in. Vanuit het vliegtuig zien we dat ze netjes omgaan met de dozen.

Ryanair is goedkoop maar het is allemaal wel krap en je moet overal voor betalen. Het zou me niet verbazen als er een schoteltje staat in het toilet waar je geld achter moet laten. Toch was het een prima vlucht.

In Dublin worden de fietsen netjes overhandigd. Er zit zelfs geen krasje op de doos. We pakken de fietsen uit, zetten de boel weer in elkaar, laden de tassen op en fietsen zomaar ineens in Ierland. En, in tegenstelling tot Nederland, is het hier geen herfst. We fietsen heerlijk in het zonnetje. Met de GPS is de route goed te vinden naar het Dublin International Youth Hostel. Het is wel erg druk en ook het links fietsen is wennen. Ik weet steeds niet welke kant ik op moet kijken. We krijgen een kamer op de tweede verdieping. Met zes bedden, maar wel privé. Vier bedden blijven dus leeg. Douche en wc op de gang dus het is net als kamperen. En het is niet zo duur.

Het is inmiddels een uur of zeven en we hebben honger en dorst als een Ier. In ongeveer 15 minuten lopen we naar het centrum. Het is daar druk en gezellig. In het “Temple bar” gebied vinden we een Iers eethuis. Saskia neemt een Irish stew en ik de mosselen in cider. We spoelen het weg met wijn en Guinness. Heerlijk.

Daarna slenteren we nog even door de stad. Het is gezellig druk. We zien een knokpartij van dichtbij en er lopen heel wat vreemde figuren rond. Op de terugweg naar huis duiken we nog even een pub in. Ik tik nog een pint "stout" weg en Saskia kan eindelijk aan de cider. Daarna is het elf uur. In Nederlandse tijd twaalf uur. Genoeg voor vandaag. In het hostel moeten we nog wel even de bedden op maken en dan duik ik in mijn mandje. Morgen gaan we Dublin wat beter onderzoeken.

Zondag 24 juli (2) Dublin

Dublin

Dublin International Hostel (€ 45)

Ik weet niet wat zwaarder is; een dag door Dublin slenteren of over de Alpen fietsen. Wel weet ik dat we vandaag ontzettend genoten hebben en veel plezier gehad hebben.

Als we opstaan is het grijs buiten. We slapen een beetje uit maar om acht uur sta ik toch onder de douche. Met campinggevoel want naast mij staan ook mensen te douchen. Het ontbijt is in de kerk. In de kerk? Ja, in de kerk. Het hostel is gevestigd in een "boy's convent" en die heeft er ook een kerk bij. En daar ontbijten we. Waar vroeger de priester stond te preken wordt nu de koffie en de thee gemaakt. Veel nationaliteiten hier en we worden ingesloten door een Franse schoolklas.

Daarna naar de stad. Saskia heeft een lijstje gemaakt van de dingen die we gaan doen. Veel dingen doen we ook niet. We gaan niet op een bus door de stad heen. Te duur. En we gaan ook niet naar de Guiness brouwerij. Daar ben ik al eerder geweest en het uitzicht wordt overgewaardeerd.

Via O'Connell street lopen we, in een beetje drizzle regen, weer naar de Liffy. Ons hostel zit ver ten noorden van deze rivier en dat maakt het meteen de slechte buurt. Veel Tokkie's op straat en je ziet mensen letterlijk en figuurlijk omvallen van de drank. Onder de Liffy zitten de goede buurten zoals Temple Bar en de Viking/Medieval area. In dit gedeelte zijn de Vikingen voor het eerst aan land gegaan en zo is Dublin ontstaan. Op zoek naar een andere tentoonstelling lopen we per ongeluk bij Dublinea binnen. En dat is geen straf want de Ieren kunnen een saai stuk geschiedenis tot een interessante tentoonstelling verwerken. We lopen door de Viking nederzetting heen, langs een Middeleeuwse winkelstraat en zien hoe de zwarte pest de bevolking decimeerde.

Daarna kijken we nog wat rond in in de huidige versie van Middeleeuws Dublin. De zon schijnt inmiddels weer uitbundig en om één uur kunnen we de Chester Beatty library binnen. Deze man heeft een prachtige verzameling manuscripten, iconen en miniaturen verzameld van allerlei religies uit alle delen van de wereld. En het is nog gratis ook!

De volgende missie is om een gasblikje te scoren want die mochten we niet meenemen met het vliegtuig. En nu zijn de winkels open. We lopen weer door Temple Bar heen en kopen er een "pasty" om de honger te stillen.

Over Temple Bar wil ik nog wel het een en ander kwijt. Je zou het niet van de Ieren verwachten maar in het 's avonds feesten zijn zij de kampioenen. Ik heb ik Spanje heel wat meegemaakt want ze leven daar 's avonds op straat, maar dit slaat alles. Tegen de avond trekt alles wat oud genoeg is (of oud genoeg denkt te zijn) om te drinken richting deze wijk die vol met kroegen zit. De mannen in trainingspak of spijkerbroek en de vrouwen opgedirkt als stoephoeren. Ja, je leest het goed. De kledingkeus is dusdanig dat ik als boertje uit Baflo geschokt ben. Stiletto hakken, fluisterbroeken die je toeschreeuwen en doorkijkbloesjes die het label op de BH laten lezen. Maar ook minirokjes en paarse rubber kaplaarzen zijn heel gewoon. En dan zuipen tot je erbij neervalt. Na twaalven begint het zo sterk naar pis en kots te ruiken dat ze het ook wel "Temple Barf" noemen. In de ochtend wordt alles schoongespoten, inclusief de Ieren die nog in de goot liggen en dan kunnen ze weer van voren af aan beginnen. Maar het is dan ook heel gezellig in de vele kroegen. Overal live muziek en bandjes op straat.

Met onze pasty zoeken we een plekje langs de Liffy. Naast ons komt een man zitten die gisteren nog uit de goot gespoeld werd. Hij vraagt waar we vandaan komen. "Amsterdam" roept Saskia. Korsakov is duidelijk familie van hem want vijf minuten later vraagt hij weer waar we vandaan komen. Aha, Amsterdam. Daar is hij een "prostitute" geweest. Saskia schatert het uit want met zijn uiterlijk zal hij niet klanten gehad hebben. Hij snapt het allemaal niet zo goed en wijdt zich weer aan zijn bier. Zonder spijt nemen we afscheid van hem.

Ik heb thuis al de adressen van twee outdoor winkels opgezocht maar beide hebben ze niet de gasblikjes die we zoeken. Net uitverkocht. Gelukkig heb ik een adapter voor de blauwe Campinggaz blikjes, dus dan nemen we maar een van die soort. Hebben we morgen in elk geval koffie onderweg. Daarna gaan we richting Trinity college waar het beroemde "Book of Kells" ligt. Dit is een heel oud, prachtig geïllustreerd boek waarvan je achter glas twee pagina's kunt zien. Als je veel geld betaalt, dan mag je er even langs hollen. Wel achteraan sluiten in de rij hiervoor. Dat doen we dus niet maar we genieten in het zonnetje wel van de atmosfeer en de prachtige gebouwen.

Het loopt tegen het einde van de middag en we hebben nog een laatste missie: Grafton Street en het aanpalende St. Stephens Green. Door Grafton Street lopen is een feest. Mooie winkels, gezellig druk en om de 50 meter een straat artiest of een bandje. We staan een tijdje te luisteren bij een man die prachtig gitaar speelt op een olieblik. Het park is ook mooi en door het zonnige weer zitten overal mensen in het gras. Zo'n gezellige stad hier!

Terug in de winkelstraat zoeken we een terrasje op. Bij een Italiaans restaurant "Kitchen" zitten we te pimpelen in de zon en gaan naadloos over in het avondeten. Saskia heeft een Ceasar salad met kip en ik heb verse pasta met garnalen in roomsaus. Ik heb zelden zo lekker gegeten. Hierna wil Saskia nog één keer door Temple Bar en daar is het weer zo gezellig dat we maar aan de koffie gaan. Irish coffee om in stijl te blijven. Naast ons treedt een (best wel goede) band op en in de laatste zonnestralen constateren we dat vandaag een mooie "Dublin Experience" was.

Maandag 25 juli (3) De eerste dag

Dublin – Rathdrum (69 km)

Hidden Valley Holiday Park (€ 24)

Vandaag op de fiets. Om zeven uur gaat de wekker en om half acht zitten we aan het ontbijt. Helaas weer "continental breakfast" dus een sapje, brood en koffie of thee. Als beleg kun je kiezen tussen jam en jam. En ze hebben ook nog jam. Maar goed, het is genoeg om mee op pad te gaan. We sjouwen de hele bagage van de tweede verdieping naar beneden en laden op. En op dat moment begint het licht te regenen.

"The city is a jungle" zeggen ze wel eens en dat klopt hier aardig. We vechten ons een weg tussen het drukke verkeer door en ook het links rijden helpt niet mee. Ondanks dat het een universiteitsstad is, zijn er weinig andere fietsers. En misschien daarom zijn er ook weinig voorzieningen voor fietsers. We delen onze rijstrook met de bus. En dan niet van die kinderachtige dinky-toys zoals we in Nederland kennen, maar huizenhoge dubbeldekkers. We navigeren ons een weg de stad uit en het wordt steeds rustiger. Met uitzicht op de Ierse zee nemen we de eerste koffie. De regenjas kan ondertussen uit. Daarna gaat het meer het binnenland in en komen we in de Wicklow mountains. Dit betekent dat hier ook het klimmen begint. Het zijn geen Alpen maar korte gemene klimmetjes. En 15% is hier niks In Eniskerry maken we de tweede koffie op het centrale plein. Daarna gaat het verder. Voornamelijk omhoog. De wegen worden steeds smaller en rustiger. Uiteindelijk rijden we op single-track roads zoals we die kennen van ons eerdere bezoek aan Ierland. Stenen muurtjes aan weerszijde en ongemaaide bermen met brandnetels, distels en varens. Af en toe passeert een auto en dan is het snel reageren. Het links rijden gaat wel beter maar in een schrikreactie trek ik nog steeds naar rechts. Laragh is een gat waar ze wel chocolade verkopen. Hierdoor staat het op de kaart van Saskia. Uiteindelijk komen we na 68 km in Rathdrum, ons eindpunt van de dag. We zijn moe. Moe van het klimmen en moe omdat het de eerste dag is.

De camping is een grote camping. De BBQ's staan al te roken en het staat vol met lawaaierige families. Het is net alsof we weer in Temple bar zijn. We betalen €24 voor een plaatsje, wat ik best veel vind. Douches kosten €1 en dat is een goede investering. Een goed plaatsje is wel even zoeken. De randen van het veld zijn allemaal vol. Ik zie nog een mooi vrijstaand plekje midden op het veld maar dat is onder een elektriciteitmast. Dat wil Saskia niet want ze is haar aluminium hoedje vergeten. Dan maar naast een conglomeratie van tenten die van één stel blijkt te zijn. Van de man leen ik een hamer om de haringen de grond in te krijgen.

Het dorp ligt op een heuvel en ondanks de vermoeidheid lopen we er toch heen. We doen even boodschappen voor het ontbijt morgen en duiken dan de pub in. Even bijtanken. Op de weg terug komen we langs de Chinees en daar scoren we een curry met rijst voor €8,80. Eén portie is ruim voldoende voor ons. Bij de tent smikkelen we die op. Onze buurman studeert voor disk-jockey en is nu met de les van de volume knop bezig. Ik denk dat hij zijn diploma niet krijgt en ik wilde dat ik de hamer nog niet teruggegeven had. Na de koffie gaan we in de tent en onder de, nogal harde, klanken van zijn muzieksmaak vallen we in slaap. Het is maar voor één nacht want morgen weer lekker verder.

Dinsdag 26 juli (4) Fietsreizigers

Rathdrum – New Ross (99 km)

MacMurrough farm hostel (€ 40)

Het was een enerverende dag. En nacht eigenlijk ook. De buurman, die DJ, bleef tot zeker twee uur buiten zitten, samen met zijn twee vrouwen die giechelden voor vier. Achter mij lag het Chinese leger te snurken en dat alles deed me besluiten om de oordoppen maar in te doen. Dat ging goed tot een uur of zes. In het gebouw naast de camping gaat dan een autoalarm af en er komt niemand om het uit te doen. Om zeven uur gaan we er maar uit. Er is al veel leven op de camping. De Chinezen staan te badmintonnen en de DJ bereidt zich voor op weer een dagje draaien. Als ik de tent inpak begint het weer te drizzelen, maar dat is gelukkig de enige regen die we vandaag zien. We ontbijten bij een picknickbank op de camping en fietsen dan weg. Langzaam wordt het geluid van het autoalarm minder als we de eerste helling omhoog fietsen.

En hellingen omhoog fietsen doen we veel vandaag. Want het gaat de hele dag op en neer, heel erg vermoeiend en we worden er gedurende de dag soms ook wel een beetje moedeloos van. We zullen er wel aan moeten wennen.

Maar onderweg zijn er ook veel leuke dingen. We fietsen even langs Avondale house maar dat stelt niet veel voor. En daarna komen we bij 'The meeting of the waters". Op deze plek komen twee riviertjes bij elkaar en dit heeft de dichter Thomas Moore geïnspireerd tot de volgende woorden:

There is not in the wide world a valley so sweet

As that vale in whose bosom the bright waters meet

Oh, the last rays of feeling and life must depart

Ere the bloom of that valley shall fade from my heart

Het is inderdaad een mooi plekje en omdat we zo vroeg zijn, is er verder niemand. Er ligt ook een cache die we snel vinden en er is een “Ballaun Stone”. Dat is een steen met een natuurlijk uitgeholde kom. Saskia voelt er ook nog positieve energie, dus het is helemaal goed daar. Met spijt in het hart gaan we weg, ook omdat de weg daarna weer steil omhoog gaat.

Een stukje verder komen we in Aughrim. Dat is al jaren het schoonste dorpje van Ierland maar dat kan ook gemakkelijk want de meeste Ieren gooien, volgens mij, alles op straat. Hier is het in elk geval heerlijk schoon en we genieten van een koffie langs het water.

Daarna gaat het verder en door het vele klimmen gaat het verschrikkelijk langzaam. Als we klimmen in de laagste versnelling, fietsen we maar zes kilometer per uur. En dat schiet niet echt op. Om twaalf uur hebben we nog maar 23 kilometer gedaan. En we moeten er 89 vandaag. Moeten? Ja, we moeten want ik heb een MacMurrough Farm Hostel geboekt en ik vind het lullig om daar niet op te komen dagen. Als ik extrapoleer, dan komen we daar na negenen aan. Best laat.

Gelukkig volgt er een redelijk vlak stuk waardoor we wat kilometers kunnen maken. Ze verdubbelen we onze afstand in anderhalf uur. Maar daarna begint het klimmen en dalen weer. Het wordt toch nog laat.

Het landschap maakt veel goed. Omdat we hoger komen zijn de uitzichten prachtig. Het is inmiddels volop zon, dus dat zit ook goed. Maar het wordt wel steeds later en later. Ook omdat we nog twee andere caches doen en natuurlijk regelmatig pauzeren. Want anders is het helemaal niet vol te houden.

Uiteindelijk komen we tegen zevenen in de buurt van het hostel. Thuis heb ik geprobeerd het hostel te lokaliseren. Dat brengt ons op een plek waar het hostel niet is. Ik vraag het aan een jongen. Die stuurt me de verkeerde kant op. Gelukkig merkt Saskia dat met haar mensenkennis. We vragen iemand anders en die stuurt ons een steenslag pad op. Hier staat ook een bordje met de naam van het hostel. Het blijkt aan het einde van een steenslagpad in "The middle of nowhere" te liggen. Een prachtig plekje maar beide zijn we wel ontzettend moe. We komen op 99 kilometer voor vandaag. Dat maakt van ons meer fietsreizigers dan vakantiegangers.

Het hostel bestaat uit een paar huisjes bij een boerderij. We betalen € 40 voor onze kamer met eigen douche en toilet. Ontbijt zit er niet bij maar de vrouw des huizes gaat apart nog even wat voor ons halen. We hadden op ontbijt gerekend en hebben niets meegenomen. Om ons morgenochtend te laten verhongeren wil ze ons niet aandoen.

We hebben een biertje en een cider meegenomen en die drinken we buiten, in de zon, in het gezelschap van een Franse fietster op. Daarna maken we ons eten. Het is een pasta opwarm maaltijd met een saus van gehakt en champignons. Bah, ook dat nog.

In de hostel komen nog meer Fransen en ook Israëliërs aan. Het is een gemengd gezelschap. Het weer is nog steeds heerlijk dus we zitten lang buiten. Ondanks de benen die het wel even gehad hebben vandaag. Zo lekker slapen en morgen weer met frisse moed ertegenaan. Zal wel weer zwaar worden temeer het de beruchte derde dag is. Afijn, we zien wel...

Woensdag 27 juli (5) Vakantiegangers

New Ross - Clonmel (69 km)

McCarthys B&B (€ 70,=)

Ik schrijf dit op de sofa van een kamer in bed and breakfast McCarthys. Ja, je leest het goed. Deze laffe tekkels zitten weer luxueus in plaats van in een tentje op de camping. Als ik naar buiten kijk, lopen de mensen met paraplu's voorbij. Het druppelt gestaag door en dat terwijl het vanmorgen zo prachtig begon.

We slapen heerlijk in onze cottage en als we om zeven uur naar buiten kijken schijnt de zon en zien we blauwe lucht. Van Jenny, onze landlady, hebben we eigen gemaakt brood, twee eitjes, melk en jam gekregen. Ik bak de eitjes en we ontbijten buiten in de zon. Om kwart voor negen fietsen we weg. Eerst weer het hobbelpad af en daarna meteen een kilometer klimmen om in New Ross te komen. Het zweet gutst gelijk al weer van mijn hoofd en ik ben meteen opgewarmd. Het is druk in New Ross, we laten het centrum dan ook maar links liggen.

Langs de route heb ik een aantal caches gelokaliseerd. Dit zijn vaak mooie plekjes waar een 'schat' ligt. Dit is een doosje met een logboek en wat snuisterijen. Je mag wat ruilen maar dat doe ik zelden want het is meestal rotzooi wat erin zit. En eigenlijk gaat het ook niet om de schat, maar om het plekje. Ook nu komen we hierdoor weer op bijzondere plaatsen.

Deze keer brengt het geocaching ons op twee verlaten kerkhoven. Het is iets van de route, maar ook al waren we er langs gefietst, dan hadden we het nog niet herkend. De graven zijn behoorlijk overgroeid en geven een bijzonder sfeer. Anders dan Nederlandse kerkhoven. Bij de tweede moet een kerk hebben gestaan. Ik vermoed dat er soms nog diensten in de open lucht zijn. In elk geval mooie plekjes.

Iets verderop komen we langs een ander soort cache. Het is een monument voor het zoveel jaar achter elkaar winnen van het “hurling” kampioenschap. “Hurwling” is een combinatie van hockey, rugby en voetbal. Interessant om naar te kijken. Het team van deze county heeft de kleuren geel en zwart, vandaar dat de cache “Tired of black and amber heet”. Dit alles horen we van een voorbijganger.

Daarna komen we in Mullinavat. Daar doen we meteen wat boodschappen voor de lunch.

De weg gaat steeds op en neer. Eigenlijk is er nauwelijks een vlak stuk bij. Het is weer veel zwoegen in de laagste versnelling en naar beneden haal ik vaak snelheden van boven de 50 km/u. De weggetjes zijn prachtig en hebben nauwelijks autoverkeer. Inmiddels is het zweethemd uit en zijn de pijpen gelost, zo warm is het in de zon. Zo ploeteren we door naar Carrick-on-Suir, waar donkere wolken zich samen hebben gepakt. Saskia doet boodschappen in de super en ik sta buiten in de drup te wachten. Deze drup gaat over in een gestage regen, dus het pak gaat maar aan. Echt droog blijf ik er niet in want bij het klimmen kan ik mijn transpiratie vocht niet kwijt. Lastig, die dilemma's. Pak uitdoen en nat worden van de regen of pak aanhouden en nat worden van het zweet?

We moeten toch wat eten, dus staande onder een paar bomen maken we brood en een soepje. Die laatste komt bijna niet leeg want hij druppelt steeds weer vol met regen.

Daarna de laatste 20 kilometer richting Clonmel. Negen kilometer buiten dit dorp zit een camping. Boven op een heuvel. Da's een uur extra fietsen. In de regen. En morgen ook weer een uur extra. En er is ook nog een omleiding. We kiezen voor de gemakkelijke weg en gaan door naar Clonmel. Dit is een grotere stad dus daar moet wel een B&B te vinden zijn.

Nou, dat valt nog niet mee. Ik had verwacht te struikelen over de bordjes, maar we zien er geen. Via een dame horen we van McCarthys en daar bellen we uiteindelijk aan met 69 kilometer op de teller. Ik vind het niet goedkoop, maar we hebben een enorme kamer met twee tweepersoons bedden, een sofa en een grote badkamer met een douche als een waterval. En dat alles voor de somma van €70,=. En morgen een uitgebreid Iers ontbijt. Vlak dat ook niet uit. Daar kunnen we zeker 20 kilometer op verder. Helaas zitten we wel weer op de tweede verdieping. Blijkbaar schatten ze ons als fitte mensen in want met al die tassen omhoog en omlaag valt niet mee

Vanochtend hadden we er nog discussie over; hoeveel hebben we per dag nodig om rond te komen. Ik ga uit van € 50 per dag. Voor het eten € 25 en voor de camping ook zo iets. Saskia zit op € 100 en voor vandaag krijgt ze daar gelijk in. Maar dan heb je ook wat luxe extra. We besparen wel weer wat op het eten want we hebben diepvriesmaaltjes rijst met saus gekocht. Die mag in de magnetron in de ontbijtruimte en daar kunnen we het ook opeten.

Na het eten lopen we even door Clonmel. Nu de winkels dicht zijn en de regen gestaag naar beneden komt, ziet het er een stuk minder gezellig uit. We zijn moe en hebben zelfs geen zin in een pub. Bij een winkel kopen we wat te drinken en gaan dan naar onze kamer terug. Lekker luxe gaan we daar nog wat lezen. Vandaag een beetje vakantieganger in plaats van fietsreiziger. Morgen is de weersvoorspelling beter. Ik hoop dat we dan weer kunnen kamperen.

Donderdag 28 juli (6) Fish and Chips

Clonmel - Youghal (84 km)

Camping Clonvilla (€ 70,=)

Kamperen vind ik heerlijk. Lekker knus in het kleine tentje. Het liggen op de luchtbedjes, het gevoel alsof je buiten ligt. Genieten... Maar niet als het regent. We hebben gisteren de juiste keus gemaakt om een B&B te nemen. Het heeft volgens mij de hele nacht door geregend en als ik naar buiten kijk drizzelt het nog steeds door. En wij liggen in een kamer zo ruim, dat ik de tent uit heb kunnen spreiden om te drogen. Het moet natuurlijk wel een beetje vakantie blijven.Saskia neemt het full Irish breakfast. Dus een eitje, twee worstjes, black and white pudding (bloedworst), bonen, een tomaat en spek. Ik ben wat bescheidener en neem alleen scrambled eggs en bacon. Met de buik vol laden we de fietsen op, trekken het regenpak aan en vertrekken. Het is spitsuur in Clonmel maar al snel zitten we weer op een rustige weg. Ik rijd op de GPS en daar heb ik een track op. Dit is een soort van kruimeltjesspoor wat ik volg. Deze heb ik van de Benjaminse gekregen bij het routeboekje dat we gebruiken. Alleen klopt de track hier niet. Dat vermoeden had ik thuis al bij de voorbereiding en de werkelijkheid bevestigt dit. Gelukkig zijn de bordjes prima, dus we komen er wel. Inmiddels is de drizzle opgehouden, dus de regenbroek kan wel uit. En ondanks dat het nog erg grijs is, heeft het landschap wel zijn charme. Prachtige uitzichten op de bergen.In Newcastle kopen we een beker koffie in een supermarkt. En dat is niet normaal voor ons want normaal gesproken maken we het zelf. De koffie smaakt prima, maar nu weten we wel wat we elke keer besparen door het zelf te maken. Op het stoepje voor de kerk drinken we het op. De lokale bevolking komt langs, bekijkt ons even en groet vriendelijk. Aardige mensen, die Ieren.Na Newcastle zie ik in het hoogteprofiel van de route een cup D liggen. Dat betekent in het algemeen weer klimmen. Maar deze keer valt het mee. Het gaat wel naar 300 meter hoog, maar zeer geleidelijk. En het is een mooie rustige weg, door een woest gebied heen. Er komen nauwelijks auto's langs. De Ieren rijden overigens netjes. Ze blijven rustig achter je tot ze zicht hebben en gaan dan voorzichtig langs je. En ze zwaaien bijna allemaal.De uitzichten zijn mooi. In de 'echte' bergen staat er meestal een andere hoge berg voor maar dat is hier niet het geval. Je kunt verschrikkelijk ver kijken. Het trekt ook steeds verder open en dat geeft een mooi licht op het groene landschap. Door de regenval is het extra groen en ook de spinnenwebben komen heel mooi uit nu.Vlak voor de top komen we andere fietsers tegen. Zij doen ook 'de groene ronde van Ierland’ maar dan andersom. We wisselen wat ervaringen uit. Jan en Agnes hebben dezelfde route door Engeland genomen op hun heenweg, als wij op de terugweg gaan doen. Ik leen een kaart van hun route met de belofte hem thuis terug te sturen. De afdaling weer naar beneden is lang. Ik hoef gedurende een kwartier niet te trappen. En daarbij hebben we ook nog wind mee. Onderweg doen we nog wat caches en maken we een koffie in de zon. De regenjas kan nu ook uit.In Capoquin is weinig te doen. Iets verderop in Lismore is het wat drukker. Een typisch Iers (Engels) plaatsje. Brede hoofdstraat, winkels aan beide kanten en veel geparkeerd blik. Daarna door naar Youghal (spreek uit: 'jal'). Benjaminse heeft mooie weggetjes uitgezocht. Het lijkt wel of we in Finland fietsen, zo rustig is het. Er zit nog een kleine klim in de route naar 200 meter hoogte maar het gaat allemaal gemakkelijk vandaag. Voor Youghal komen we langs het Ballynatray estate. Je mag er gratis in en dat kan met de fiets, dus we gaan even kijken bij de ruïnes van Molana Abbey. Mooi om te zien hoe de natuur deze gebouwen aan terug claimen is.In Youghal besluiten we een fish and chips te doen. Je kunt niet in Ierland zijn geweest zonder deze lekkernij te proeven. In het stadje is het druk. De weg door de winkelstraat is volledig geconstipeerd en omdat het eenrichtingsverkeer is, gaan we lopen, met de fiets, op zoek naar een patatbakker. Na wat vragen vinden we er een en voor het astronomische bedrag van € 20 kopen we elk een 'cod' (Cod is the common name for genus Gadus, belonging to the family Gadidae, and is also used in the common name for various other fishes. Cod is a popular food with a mild flavor, low fat content and a dense, flaky white flesh) , een medium patat, een bakje mayonaise en een blikje drinken. Op een bankje gaan we deze gastronomische lekkernij opeten. De werkelijkheid is anders. De patat is slap en druipt van het vet. De ‘cod’ heeft een deegkorst erom als een autoband. De mayonaise maakt nog wat goed, maar op mayonaise kun je niet leven. We peuteren de vis uit zijn jasje en eten de minste vette patatten op. De rest kan in de vuilnisbak. Daarna nog negen kilometer naar de camping. Hiervoor moeten we wel wat van de route afwijken en dat brengt het totaal van vandaag op 83.

Camping Clonvilla is erg klein met wat sta-caravans en er is één andere (Spaanse) fietser en hij heeft nog geen tent staan. De camping wordt gerund door opa Jut en oma Jul. We betalen € 10 per persoon en dan krijgen we beide ook een ‘token’ om te douchen. Ik wil morgenochtend ook graag douchen en dat brengt hem duidelijk in verwarring. Hij weet niet wat hij daarvoor moet vragen en komt na een innerlijke strijd op twee euro. Het zij zo. Maar de herendouche heeft helemaal geen ‘tokens’ nodig. Als je aan het touwtje trekt, dan doet de douche het gewoon!

De herendouche grenst aan hun huis en ik heb het vermoeden dat ze in de gaten houden hoe lang ik douche want na een tijdje krijg ik de eerste waarschuwing met een verminderde en koudere waterstroom. Even daarna de tweede, dus ik stop maar.Bij de tent brengen we een rustige avond door. We hebben wat cider gekocht en ik maak nog een bakje noedels om over de ervaring van de fish and chips heen te komen. Oma Jul komt nog even langs in staat van totale ontreddering want ze weet niet hoe ze haar telefoon moet unlocken en ze moet ineens bellen.

Daarna gaan we vroeg naar bed. Morgen hebben we een korte dag naar Cork. Maar 50 kilometer en aangezien er geen camping in de buurt is heb ik via internet een hostel geboekt. En ze beloven voor morgen weer goed weer. Wat wil je nog meer?

Vrijdag 29 juli (7) The Cork experience

Youghal - Cork (52 km)

Kinlay House (€ 48,=)

Het was een heerlijk rustige nacht in het tentje. De lucht is nog steeds flink bewolkt maar alles is helemaal droog gebleven. We hebben zelf geen last van condensvocht. De Spaanse fietser heeft buiten in zijn slaapzak gelegen. Hij heeft geen tent bij zich omdat "hij dacht dat het in de zomer in Ierland niet zou regen".

Om negen uur zitten we op de fiets. We moeten eerst weer op de route zien te komen maar op weg daarheen zien we weinig verschil met de geplande routes. Wat dat betreft is het in bijna heel Ierland mooi fietsen. Uiteindelijk bereiken we de route weer in Ladysbridge, waar we ook wat boodschapjes doen. Dan door naar Midleton. Dat is een vrij grote plaats en dat merk je aan het feit dat de wegen veel drukker worden. In al deze plaatsen wordt het verkeer er dwars doorheen geleid waardoor het altijd volledig vast staat. Zo ook hier, maar met de fiets lukt het om toch door te kunnen rijden. Van Midleton naar Cork is nog drukker. Je moet je voorstellen dat we op de provinciale weg fietsen terwijl de auto's langs ons heen razen. Iets minder leuk.

Ierland zit nog vol met oude monumenten. Komen we een brug over, staat daar zo nog een oude toren waar eens Belvelly Castle geweest moet zijn. Bij de monding van deze rivier reguleerde deze heerser het verkeer op de rivier.

Voor we bij Cork komen moeten we met een pontje over Lough Mahon. Deze staat in verbinding met de zee. Het is eb en dat ruik je. Een geur van verrotting, zilt en oud roest hangt in de lucht zoals in elke vissersplaats. Ik vind het heerlijk nostalgisch ruiken. Na de pont (€1 per persoon) komen we op een prachtig fietspad. Vroeger lag hier een spoorlijn, nu ligt er asfalt. Dit pad brengt ons haast midden in Cork zonder dat we last hebben van de auto's. Het is maar 53 kilometers vandaag en bijna helemaal vlak, dus we zijn iets na tweeën bij de hostel waar ik voor €48 een kamer geboekt heb. Pipo de clown zit achter de receptie. Tenminste, zo ziet hij eruit maar hij heeft alleen een pak aan omdat het ‘suit-day’ is en hij maakt veel grapjes. De fietsen mogen via de receptie op de binnenplaats gezet worden. Dan douchen en de stad in.

Cork is leuk. We krijgen bij de receptie een prachtige kaart met allerlei alternatieve tips om te doen in Cork. Vlak naast de hostel staat een kerk met een toren waar je naar boven kunt klimmen. Maar €5 per persoon vind ik veel te duur. In plaats daarvan gaan we naar het centrum. Daar is een hoge parkeergarage. We nemen de lift naar boven en hebben een prachtig uitzicht. Tegen de eerste honger en dorst nemen we een pizzastuk en een bier. Daarbij horen we steeds een echo, maar dat is de (bejaarde) krantenjongen die "the Echo" probeert te verkopen. Dit is de plaatselijke krant.

Het is gezellig druk en er zijn veel winkelstraten. Saskia kijkt haar ogen uit. In de folder lezen we ook van een parkeerterrein met prachtige graffiti. Daar gaan we even kijken. Erg kleurrijk.

Op de weg naar de kathedraal komen we langs het graf van Nano Nagle. Een feministe voordat het feminisme was uitgevonden. Ze deed veel goed werk en ligt in de binnenplaats van een nonnenklooster. De kathedraal is een flink stuk lopen en blijkt ook nog dicht te zijn. Jammer. Van buiten ziet het er wel mooi uit.

Na een aantal dagen opwarmmaaltijden met noedels, rijst en pasta willen we wel weer eens uitgebreid eten. In de folder wordt een romantisch restaurant genoemd. Je moet wel goed in de slappe was zitten. Het lijkt me niks en dat wordt bevestigd als we ervoor staan. Veel zilver en linnen en ik vraag me af of ze ons wel binnen laten met onze outdoor kleding. Op het kaartje zie ik ook nog een 'trendy restaurant'. We lopen erheen en dat is een schot in de roos. "Market Lane" zit gezellig vol, het eten is voortreffelijk en de bediening super. Ik zit met verbazing te kijken en te luisteren naar een oudere heer die niet iets van de kaart wil hebben, maar zo zijn eigen menu wil samenstellen. De ober gaat hier fantastisch mee om. Als je ooit in Cork bent, dan is dit restaurant een aanrader.

We slenteren nog wat door het centrum waar Saskia winkel in, winkel uit gaat. En dan komen langs een terrasje waar vier muzikanten Ierse muziek zitten te maken. Ik heb "de piep'n" al aardig vol maar ze wil ook hier nog even wat drinken. Zucht, dan nog maar een bier. Maar het is een goed idee, want de muziek is leuk en het uitzicht verrassend. Al die mensen die langs komen lopen. In al die stijlen en al die vormen. Best wel genieten. In de schemer lopen we naar het hostel. Morgen heb ik een rustdag gepland, maar we stappen toch op de fiets. Naar Balleylickey en dat kan allerlei associaties oproepen, maar daar wil ik niet op ingaan.

Zaterdag 30 juli (8) Push bike

Cork - Balleylickey (83 km)

Camping Eagle point (€ 24,=)

Het is prima vertoeven in de Kinlay House in Cork. Zo'n jeugdherberg heeft wel wat. En het is goedkoper dan een B&B of een hotel. Ook nu is een simpel ontbijt inclusief. Ze hebben een prachtige broodrooster met een lopende band waarop je je brood legt. Aan het einde schuift het via een glijbaan op je bord. Om half negen fietsen we door Cork naar het westen. Het is uitgestorven alsof het zondagochtend is. Het fietst wel lekker door lege straten. De rest van de dag is niet bijzonder.

We fietsen voornamelijk over de R585 en dat is een drukke weg. Het is ook de enige grote weg naar het westen toe dus al het verkeer moet hier langs. Ze mogen hier 100 rijden en dat doen ze ook. De weg is net wat breder dan twee auto's en als er ook nog fietsers rijden, dan is dat een probleem. De meeste automobilisten houden hier rekening mee maar die paar die dat niet doen maken het knap vervelend. Een betonwagen rijdt mij bijna van de weg. Daarom hebben we een helm mee en hebben we die ook op bij dit soort wegen.

Het weer houdt zich redelijk. De lucht is grijs als lood maar slechts een enkel spettertje valt er af en toe uit. En het landschap maakt veel goed. Het wordt steeds ruiger en leger. Je strooit wat bergen rond. Morst met een handvol grote stenen. Zet er wat varen, gras en bomen tussen. En laat wat schapen en paarden los. Zo ziet het er hier ongeveer uit. Zagen we oostelijk van Cork nog eigenlijk overal huizen en dorpjes, hier is het gewoon leeg.

In Kealkill zijn we bijna aan het eindpunt van de etappe van vandaag. Hier is een stenen cirkel die we graag willen zien. En er is ook een cache bij. En het is maar 900 meter van onze route af. Klinkt goed totdat we zien dat het meer 9000 meter omhoog dan opzij is. In de laagste versnelling zwoegen we omhoog maar het is te steil. Voor het eerst in mijn leven moet ook ik afstappen en de fiets lopend omhoog duwen. Daarom noemen ze dit in Engeland ook wel een "push-bike". Hijgend komen we boven maar het is alle inspanning waard. Een prachtige cirkel van stenen, een man-steen en een vrouw-steen staan op ons te wachten. En het uitzicht is ook magnifiek. Een heel bijzonder plekje.

Een paar kilometer verderop is camping Eagle-point. Met er tegenover een grote super waar ik denk een biertje te kunnen scoren. Jammer maar helaas. Ze hebben wel 100 soorten wijn, maar voor bier heb je weer een andere "licence" nodig. Dan maar aan de frisdrank.

Het is een gigantisch grote camping. En het is erg druk omdat het maandag een bank-holiday is. Dan zijn veel mensen vrij. De ligging van de camping is prachtig. Aan de ene kant ruige bergen en aan de andere kant de Atlantische Oceaan. We vinden een mooi rustig plekje om de tent op te zetten en hiervoor betalen we € 24. Het enige nadeel is dat we vijf minuten lopen van de wc af zitte. Inmiddels is het zachtjes begonnen met regenen. En dat blijft het af en aan doen terwijl we bijkomen van de 83 kilometers van vandaag. In de drizzle kook ik buiten een pasta maaltje met vis. En een yoghurt na. Dan douchen en wat was doen.

Wassen is een heel ritueel. Natuurlijk heb ik niet zoveel kleren bij me en moet er regelmatig gewassen worden. Mijn hoofd-zweet-band en mijn onderbroek was ik elke dag. Gewoon onder de douche meenemen. Mijn sokken en thermo-hemd gaan elke twee dagen in het sop. Mijn T-shirt elke drie dagen en mijn broek elke vijf dagen. Het is allemaal "technisch" materiaal, dus het droogt snel. En als het niet droog wordt, dan gaat het de volgende dag op de bagagedrager.

In de loop van de avond gaat het harder regenen. We kruipen lekker in de tent. Op het doek tikt de regen. We staan vlak naast de oceaan, dus die ruiken en horen we ook. Het is niet optimaal met dit weer maar het heeft zo zijn charmes. Morgen gaan we nog verder de woeste omgeving in. We beginnen met een forse klim over een hoofdweg, maar ik hoop dat op zondagochtend alle Ieren dan nog slapen.

Zondag 31 juli (9) The Climbers Inn

Balleylickey – Glencar (78 km)

The Climbers Inn (kamperen) (€ 5,=)

Het heeft de hele nacht af en aan geregend. Soms hard, maar meestal zachtjes. Als de wekker om zeven uur gaat is het droog. Zoals gebruikelijk sta ik weer als enige onder de douche. Ik droog de tent af terwijl Saskia binnen opruimt. We ontbijten uitgebreid naast de tent. Achter de tent maak ik nog wat foto’s van de Atlantische oceaan. Pas om kwart over negen, laat voor ons doen, rijden we weg. We hebben een kleine 80 kilometers voor de boeg maar wel twee passen.

Het is een klein stukje naar Glengariff maar wel indrukwekkend. Deze kust lijkt veel op de Scandinavische. Stenen, bossen en water. Het is zondagochtend en lekker rustig. Er is een kleine klim maar die geeft wel een prachtig uitzicht over Bantry Bay.

Glengariff is een toeristisch dorp met erg kleurige huisjes. Omdat het weer meestal zo grijs is, zullen de huisjes daarom wel kleurig maken. We merken er weinig van het toeristische want iedereen ligt nog op een oor. Aan de vlaggen en auto’s te zien moet het hier normaal gesproken wel druk zijn.

Na Glengariff begint de klim naar de Caha pas. Deze gaat tot boven de 300 meter. Geen indrukwekkend getal maar inspannend genoeg. Terwijl we omhoog gaan worden langzaam de uitzichten mooier en mooier. Halverwege de klim is er een bordje van "The Ewe sculpture garden"(www.theewe.com) en daar besluiten we even te stoppen. Een juweeltje. Een kunstenaars echtpaar heeft een stuk land tot een groot museum omgebouwd. Het is moeilijk met woorden te omschrijven maar alleen het feit al dat ik daar wel 100 foto's maak, moet genoeg zeggen. Mooie beelden, soms gebruikmakend van afval. En prachtige teksten en verhaaltjes erbij.

De verdere klim is niet moeilijk. Gewoon blijven trappen en je komt vanzelf boven. We doen bovenop nog een koffie met uitzicht. Dat is het voordeel van zelf koffie maken onderweg je doet het op de mooiste plekjes. We komen veel (race) fietsers tegen. Jong en oud. Als we stoppen bij een museum spreek ik er een paar aan. Ze rijden een tocht ter nagedachtenis aan iemand die wegens een of andere vreselijke ziekte overleden is. De meeste rijden ongetraind maar ze hebben een hoop plezier. De lucht is weer grijs maar het grootste deel van de dag blijft het droog.

Na de afdaling komen we in Kenmare. Daar is het een gekkenhuis. Je kunt over de (toeristen)koppen lopen en alle winkels zijn gewoon open ondanks dat het zondag is. Snel weg hier. Via een drukke weg gaan we westwaarts. Helaas wind tegen en dit is wel een vervelend stuk.

Via kleine binnenweggetjes gaan we naar Ballaghbeama Gap. Het is een singletrack weg en er is nauwelijks verkeer. Door de eerdere klimmen zit ik al behoorlijk stuk. En ook hier is het loeisteil, dus het is erg afzien. Saskia klimt anders dan ik. Zij begint onderaan te trappen, laag tempo en stug doorgaan. Ik rij een veel hoger tempo maar moet onderweg vaak even stoppen om bij te komen. Uiteindelijk komen we meestal tegelijk boven, dus beide methodes zijn bruikbaar. Een voordeel is dat het hier prachtig is. We genieten zo van het landschap dat de vermoeidheid hierdoor op de achtergrond raak. Elke kilometer is een plaatje en ik fotografeer me dan ook suf.

Het is een lange dag. Pas na zes uur zijn we op de pas en dan moeten we nog een stukje. De beloning van al dat klimmen is een mooie afdaling. De wegen zijn hier vaak niet al te best. Vaak grote gaten in de weg dus als je met 50 km/u naar beneden suist moet je goed op blijven letten. We hebben geluk. Een deel van de afdaling is nieuw asfalt.

In Glencar is "The Climber’s Inn". Eigenlijk willen we vragen of de camping verderop nog wel bestaat (ik kon hem niet vinden op Internet) maar het blijkt dat we hier ook kunnen kamperen. Achter de kroeg is een ongemaaid veldje waar we de tent kunnen opzetten. Het is niet veel en we zijn de enigen maar we zijn erg moe en fantaseren al tijden over een pub op de camping. En het kost maar € 5. Er is een douche en een wc. De douche zet je aan met € 1 munten. Het lijkt allemaal te mooi om waar te zijn...

...En dat is het ook. Voor € 1 krijgt je maar één minuut water. En alleen maar in de koude variant. Saskia vraagt nog even na. Je moet er een paar euro ingooien en dan zou hij warm moeten worden. Niet dus. We douchen voor € 5 met steenkoud water.

Verder stikt het er van de midgets. Met honderden vallen deze ellendelingen aan als je je buiten vertoont. Zelf als je zoveel mogelijk bedekt, wordt je nog lek gestoken. Zo veel mogelijk in de tent blijven dus. Maar we moeten ook nog eten en dat kunnen we niet in de tent maken. Ik ben de pineut en warm de maaltijd op. Buiten, tussen de midgets. Onze karige maaltijd, waar we twee passen op fietsen, bestaat uit een maaltijdsoep, brood met kaas, een wortel en een yoghurtje.

De rest van de avond zitten we in de pub. Ik vraag, en krijg, mijn € 5 douchegeld terug. Het is hier wat oud en uitgeleefd maar aardig druk. Oma staat achter de bar en zorgt, in haar tempo, dat iedereen wat te drinken krijgt. De TV staat te tetteren. Ze spelen hier een combinatie van voetbal en handbal wat prominent vertoond wordt. Het is leuk om naar de Ieren te kijken. Het lijkt alsof ze volop genieten van het leven. Er wordt veel en hardop gelachen. Het is hier prettig vertoeven en we kletsen wat met andere pubgasten. Het is lekker warm, voor mij staat een Guiness en er zijn geen muggen. Een mooie afsluiting van een prachtige dag.

Maandag 1 augustus (10) Moe

Glencar - Tarbert (108 km)

Keldun House B&B (€ 70,=)

Het was gisteren een vermoeiende dag. Ik merk dat aan mijn lichaam als ik wakker wordt. Wel heerlijk geslapen maar de benen zeggen dat ze nog wel wat meer kunnen gebruiken. Helaas. We hebben vandaag een lange dag voor de boeg. De langste etappe van de vakantie. Meer dan 100 kilometer met een paar klimmetjes. Dit kon niet anders omdat we door een gebied rijden waar geen campings zijn en ook maar weinig B&B's. Een paar dagen geleden heb ik, langs de weg, een overnachting in Tarbert geboekt. Langs de weg? Ja, langs de weg. Via de iPad die de telefoon als draadloze router gebruikt. Allemaal high-tech maar o zo gemakkelijk.

De midgets slapen helaas niet uit dus we ontbijten in de tent. Het opruimen van de tent gaat met veel gebaren. Gek wordt ik van die beestjes. Waaide het maar een beetje, dan heb je er minder last van. Om half negen rijden we weg. Geen douche deze morgen.

Voor dat het tien uur is hebben we al drie toeristische attracties achter de kiezen:

1. We fietsen langs een meertje dat als een spiegel is. Met de bergen op de achtergrond is dit adembenemend mooi om te zien.

2. We komen langs een weiland waar een schaapherder met zijn honden bezig is zijn kudde op te drijven. Prachtig om te zien hoe de honden op zijn fluitsignalen reageren en hoeveel plezier ze erin hebben.

3. Bij Beaufort hebben ze een aantal "Ogham" stenen verzameld. Heel oud en heel bijzonder.

En dan fietsen we ook nog eens langs de hoogste berg van Ierland. Welke dat precies is weten we niet maar in de pub spraken we gisteren mensen die deze gaan beklimmen.

De "Gap of Dunloe" laten we deze keer links liggen. Daar zijn we 20 jaar geleden al geweest.

Het brood is op en ze hebben hier alleen kleine dorpswinkeltjes. Zo eindigen we, in plaats van brood, met een heerlijke koek waar ook Guiness in verwerkt zit. Dat moet wel goed zijn om op te fietsen.

Het schiereiland Dingle slaan we ook over. Deels omdat het niet in ons reisschema past, maar ook omdat er erg toeristisch (en dus druk) is. Er loopt eigenlijk maar één weg heen en iedereen moet daar langs. Daar hebben we geen zin in. Daarnaast zijn we er al eerder geweest. Bij Lisardboulla hebben we weer een flinke klim op het programma. We hebben er al meer gehad vandaag, maar deze staat echt in het profiel. Hij valt niet mee maar ik heb inmiddels benen waar Zoetemelk jaloers op zou zijn en die van Saskia zijn nog gespierder, dus ook hier komen we weer boven. En daarna is er altijd een heerlijke afdaling die ons deze keer in Tralee brengt. Ondanks de vrolijke klank, is dit een deprimerende stad. Veel winkels zijn opgedoekt, de mensen zijn meer met het dagelijks leven bezig dan met de toeristen en volgens de Lonely Planet worden de sociaal zwakkeren hierheen gestuurd als ze in andere steden niet meer passen. Je voelt het en je ziet het om je heen. We hebben niet de neiging om hier te blijven hangen. Als we door het land fietsen zien we trouwens veel huizen leeg staan. Vaak net afgebouwd en dan al onbewoond. Door de recessie hebben de mensen er nu geen geld meer voor. Soms worden we op het verkeerde been gezet omdat de huizen leeg lijken. Tuinen zijn kaal en als je in de kamers naar binnen kijkt ziet het er leeg en ongezellig uit. Terwijl de mensen er toch wonen. Een schilderijtje aan de muur of wat foto’s zouden het wat aangenamer maken, maar dat doen ze niet. In de B&B waar we komen, is de gastenkamer meestal erg gezellig maar als je in hun eigen kamers binnen kijkt is het leeg en kaal.

Inmiddels hebben we de ruigere streek achter ons gelaten. Het landschap wordt liefelijker, er zijn weer overal boerderijen en huizen en het land is gecultiveerd. Het weer is best lekker vandaag. Licht bewolkt en soms zien we zelfs de zon even doorkomen. De route loopt soms over vlakker land en dat is wel lekker want we moeten nog een behoorlijk stuk. We persen er kilometer na kilometer uit maar eigenlijk zijn we gewoon moe. Elke gelegenheid om te stoppen grijpen we aan. Zo kijken we een tijdje naar de Rattoo toren die, jammer genoeg, in de steigers staat. Van afstand want om erbij te komen moeten we zeker 7 kilometer omrijden en dat zit er nu even niet in. En de klimmetjes blijven komen. Het zijn steeds korte klimmetjes, maar het is telkens wel weer zwoegen. We hebben het helemaal gehad voor vandaag. Na de laatste klim, op papier, komen we in Ballylongford. Nog negen kilometer naar Tarbert. We slepen ons voort en de weg blijft op en neer gaan. Gelukkig kunnen we nog even kijken bij de ruïnes van Lislaughtin Abbey. Even weer rust. Maar dan verder. Bij elke klim gaat het moeizamer. Benen protesteren. Alles doet zeer. Zo rollen we Tarbert binnen om zeven uur met 108 kilometer op de teller.

Ik stop om te kijken waar Keldun House is, maar we staan ervoor. Gelukkig. We worden hartelijk ontvangen, de fietsen kunnen achterom en we hebben een mooie kamer. Snel douchen en dan eten. Verderop zit een klein restaurantje (Enrights) volgens onze hospita. Je kunt er lekker vis eten voor weinig geld. En dat klopt. Saskia heeft gerookte zalm vooraf en ik een garnalen cocktail. Als hoofdgerecht hebben we gebakken scholfilet, patatjes, broccoli, wortels en een kleine salade. Het geheel spoelen we met een emmer wijn weg en zijn voor € 42 klaar. Één meneer bedient en kookt. Hij loopt in een hemd en een spijkerbroek en lijkt meer een timmerman dan een kok. Ruwe bolster, blanke pit. Maar hij kookt voortreffelijk en daar gaat het om. Met de buik vol willen we eigenlijk alleen nog maar slapen. Morgen een korte dag en dan maar eens een rustdag nemen. Ik ben bang dat als we dat niet doen, dat het lichaam dan in staking gaat. En dat is niet de bedoeling.

Dinsdag 2 augustus (11) Hostels rule!

Tarbert – Lisdoornvarna (68 km)

Sleepzone The Burren (€ 50,=)

Vannacht geheel in coma gelegen na de vermoeienissen van gisteren. We blijven een half uurtje langer liggen want we 'zouden' een gemakkelijke korte dag moeten hebben. Deze keer opteer ik wel voor het "full Irish breakfast". Ik krijg twee worstjes, een black and white pudding, gebakken tomaatje, spek en, op verzoek, één scrambled egg. Het smaakt me goed en hierop kan ik tot de lunch fietsen.

Eigenlijk hebben we vandaag maar 57 kilometer op het programma staan naar Ennistimon, maar na wikken en wegen hebben we besloten naar Lisdoornvarna door te fietsen. Dat is maar 12 kilometer extra maar veel aantrekkelijker. Ik heb daar een kamer in "The sleep zone" geboekt. Het is prachtig weer, de zon schijnt en we zien veel blauwe lucht. We moeten eerst de pont over de Shannon hebben en die gaat om half tien. We zijn op tijd, dus in het zonnetje (hoera, er is eindelijk zon!) zien we hem aankomen. En op de pont is wifi dus ik kan mooi het verslag van gisteren nog even posten.

Aan de andere kant fietsen we eerst dwars over een begraafplaats. Huh?! Ja, ze hebben de weg door de begraafplaats heen gelegd. Tenminste, links en rechts van ons is het kerkhof. Bijzonder. Ook komen we in een andere county. We zijn nu in Clare en toen de grote maker dit landschap ontwierp was hij duidelijk in de ban van de sinus figuren. De weg gaat als een rollercoaster op en neer. Toen ik naar het hoogteprofiel keek leek het een vlakke etappe te worden. Dat was een leugen en ik moet toegeven dat ik wel erg graag voorgelogen wilde worden. De praktijk is dat we eigenlijk continu aan het klimmen zijn want de energie op de ene top is niet genoeg om op de volgende top te komen. Telkens moeten we het laatste stukje terugschakelen en bijtrappen en daar worden we (weer) erg moe van. Ik ben wel blij met mijn Rohloff want we kunnen op elk punt schakelen.

Bij een klein postkantoortje gooien we de kaartjes op de bus. De gelukkigen kunnen die de komende dagen verwachten. Iets verderop komen we Jeanette en Martin tegen. Zij doen dezelfde route. We wisselen weer even tips uit en dan verder. We komen elke dag wel (Nederlandse) fietsers tegen die deze route doen, maar altijd in de andere richting.

We weten inmiddels ook dat begraafplaatsen goede koffiestops zijn want je zit meestal lekker in de luwte en er is een bankje. Zo ook in Kilmihill waar we lekker, in rust, genieten van de koffie.

Het landschap is landelijk. Veel boerderijen. Overal huizen en overal vee. We komen ook langs gebieden waar mensen turf staan te steken en waar torentjes van turf staan te drogen. En aan sommige huisjes te zien denk ik ook dat het daar de gebruikte brandstof is. Sterker, we ruiken het soms ook. Verbrande turf geeft een bijzondere geur af. Niet onaangenaam. Met name in afgelegen gebieden is er niets anders om te stoken. Wel raar om te zien dat deze turfstekers onder gigantische windmolens staan te werken. Oude en nieuwe energie naast elkaar. De windmolens staan overigens wel stil want er is weer geen wind vandaag. Wat me verder opvalt is dat in Nederland de infrastructuur grotendeels onder de grond zit. Hier is alles boven de grond, dus er is nauwelijks een foto te maken zonder dat er draden op komen van elektriciteit- of telefoonpalen.

Ondanks de korte route zijn we wel moe als we in Ennistimon aankomen. Met name Saskia heeft het wel gehad vandaag. Toch is het nu nog twaalf kilometer met weer wat klimmetjes. Tegen half vijf en na 68 kilometer rollen we Lisdoornavarna binnen. Het is even zoeken naar de hostel maar die is ook de moeite waard.

Hij is gevestigd in een oud hotel. We hebben een mooie kamer met bad/douche en wc. Als we aankomen is er nog weinig te doen. De student achter de receptie geeft ons een complete rondleiding. We kunnen gebruik maken van de wasmachine en dat doen we ook. Voor € 4 stoppen we een wasmachine vol. We wassen af en toe wel met de hand maar als we een winkel binnen gaan dan zie je mensen denken "What's that smell?". De was kan buiten aan de lijn in het zonnetje waar zojuist de tent nog hing te drogen. Die was nog nat van de ochtenddauw tijdens het kamperen in The Climber’s Inn. Dat lijkt alweer een eeuwigheid geleden.

Daarna gaan we Lisdoornvarna in. Het is een klein dorpje wat vroeger bekend was van de "miniral springs". In 2007 waren er grote plannen voor "improvements" en sindsdien ligt het stil. Ze komen er maar niet uit. Jammer voor het dorp maar ze hebben er wat op gevonden. In het dorp is ook het jaarlijkse “match-maker” festival. Van heinde en verre komen mensen om feest te vieren en een partner te vinden. Hiervoor zijn veel kroegen. Bij een ervan drinken we een pint. Daarna halen we bij de take-away weer voor een tientje een curry met rijst en daarmee gaan we naar het hostel terug.

Daar is het inmiddels volgelopen met mensen. Allerlei nationaliteiten staan gezamenlijk te koken en af te wassen in de voormalige hotelkeuken, want je mag hier gebruik maken van de faciliteiten. Om me heen hoor ik Frans, Duits, Spaans en Engels. We zaten vroeger nooit in hostels maar eigenlijk is dat heel gezellig. En heel betaalbaar. We betalen € 50 voor onze kamer voor een nacht, er is gratis koffie en thee en natuurlijk wifi. Hostels rule!

We hebben besloten morgen een semi-rustdag te nemen en hebben de kamer voor twee nachten geboekt. Morgen fietsen we naar de "Cliffs of Moher". Dé toeristische trekpleister van Ierland. Zal we weer een rondje van 50 km worden maar dan zonder de extra ballast. En natuurlijk uitslapen, bijkomen, lezen en genieten. Volgens mij hebben we dat wel verdiend.

Woensdag 3 augustus (12) Rustdag

Lisdoornvarna – Cliffs of Moher v.v. (30 km)

Sleepzone The Burren (€ 50,=)

Vandaag een rustdag dus. We beginnen met uitslapen. Het is een stapelbed met onderin een soort van twijfelaar en bovenin een eenpersoons bed. Natuurlijk slapen we samen onderin maar 's nachts wordt er af en toe, door onze slaperige alter-ego's, gevochten om de deken die wat klein is. We houden het toch nog tot negen uur uit. Deze hostel doet geen ontbijt, dus we eten onze eigen spulletjes op in de eetzaal.

Ondanks de slechte voorspellingen is het weer goed. We besluiten dan ook maar eerst naar de "Cliffs of Moher" te gaan. We fietsen via de grote weg erheen omdat dit weinig klimmen betekent. Het is tenslotte een rustdag. De afstand valt mee. Het is maar 11 kilometer. En de weg is niet druk. Daar aangekomen zien we een grote parkeerplaats, veel auto's en bussen en heel veel mensen. Auto's betalen acht euro voor het parkeren. Fietsers fietsen gratis door.

De kliffen zijn mooi. Vanaf boven zie je ze honderd meter loodrecht vanuit de zee oprijzen. En het is prachtig aangelegd. Je kunt wat heen en weer lopen zodat je ze uit verschillende gezichtspunten kunt bekijken. Met busladingen komen de toeristen hier aan. Veel Amerikanen, omdat hun voorouders hier waarschijnlijk vandaan kwamen en veel Fransen, omdat het voor hun gemakkelijk is om hier te komen. Het is ook mooi om al die mensen te zien. De een loopt in winterkleding en de ander in een korte broek en een bloesje. Het is fris. Niet warmer dan 12 graden. Saskia heeft haar handschoenen aan gedaan. Ja, die heeft ze mee. Ook op zomervakantie. We verbazen ons over de mensen die zomaar het boord voorbij lopen dat je niet verder mag. Uiteindelijk doen wij het ook want het geeft toch weer een ander beeld op de kliffen.

Terwijl we daar lopen begint het te regenen en het trekt dicht. Tijd om even een koffie te doen. Het bezoekerscentrum is mooi opgezet. Helemaal verweven in de omgeving en een mooie tentoonstelling. Saskia had graag de Puffin gezien maar ze zijn er niet. Ze moet het met een foto doen op de tentoonstelling.

Daarna fietsen we langs de kust naar Doolin toe. Daar vertrekt de boot naar de Arran eilanden. Dit is een van de alternatieve routes die je kunt volgen. We doen dat niet want het gaat allemaal met kleine bootjes. Wel kijken we even in het haventje. De rotsformaties zijn mooi. Helemaal uit geërodeerd, net als de kliffen en, naar het schijnt, de vele grotten hier. Dan terug naar huis. Er waait een harde wind aan de kust en we moeten toch weer een stukje klimmen. Onderweg loopt de ketting van Saskia er ook nog af. Hij staat veel te slap en ik kan hem zo weer erom leggen. Slordig, dat achterstallige onderhoud. Thuis gekomen los ik het meteen op. En uiteindelijk komen we toch weer op 30 kilometer. Zelfs op de rustdag.

Het relaxen gaat verder. Om mijn spieren wat te verwennen laat ik een heet bad vollopen en zak daarin weg. Maar net als alle andere keren voelt het wat doelloos dus ik houd het maar een kwartiertje uit.

Daarna vullen we de tijd met lezen totdat het tijd is om te eten. In de supermarkt hebben we een salade, twee pizza's en een toetje gekocht. Pizza maken tijdens het kamperen lukt niet maar hier hebben ze een oven die we kunnen gebruiken. Het smaakt ons alweer goed.

Na het eten val ik bijna in slaap. Het lijkt wel een rustdag. Tijd om een wandelingetje te maken. Er schijnen hier twee bronnen te zijn. Een bevat jodium en de andere zwavel. We vinden en lopen het pad erheen maar het ziet er niet uit. Achter een hek met een gat erin lekt er wat water uit een rots in een oud blikje. Het ruikt wel heel zwavelachtig, een beetje naar scheten. Ik proef een druppel maar het smaakt gewoon naar water. Ongelofelijk dat ze zoveel moeite doen om een pad en trappetjes aan te leggen en dat je dan in zo'n verlopen toestand komt. De jodium bron kunnen we niet vinden. Er loopt wel een stroompje met heel veel mossige stenen. Waarschijnlijk is dat de andere bron. Dit is het ene hoogtepunt van Lisdoornvarna. Het andere is het match-maker festival in september. Een soort van boer-zoekt-vrouw maar dan op dorps-schaal. Ik heb al een vrouw, dus ik hoef hier niet op te wachten. Morgen dan maar weer op de fiets en dan gaan we door naar Galway. Het schiet al lekker op.

Donderdag 4 augustus (13) Claustrofobisch

Lisdoornvarna – Galway (73 km)

Celtic Tourist Hostel (€ 50,=)

Het heeft eigenlijk de hele nacht geregend en als we opstaan, dan regent het nog steeds. Maar we zijn lekker uitgerust en hebben weer zin om te fietsen. Vandaag gaan we naar Galway en daar zijn twee campings. Toch kiezen we ervoor om een hostel in het centrum te boeken want Galway lijkt ons erg leuk uit de beschrijving van de Lonely Planet en de campings liggen ver buiten het centrum. The Sleepzone heeft ook een hostel in Galway, dus we vragen de receptie om voor ons vanavond een kamer te boeken. Helaas, die is er niet meer. Dan maar even via de iPad zelf kijken. Alle hostels zitten vol. Uiteindelijk vind ik een kleintje die ook in het centrum ligt en rond de € 50 kost. Die boek ik dan maar.

Met het regenpak aan fietsen we weg. We zitten al meteen op kleine weggetjes in een prachtig landschap. Ierland moet je een keer in de mist meegemaakt hebben. Alles krijgt een grijs-groen tint en ziet er spookachtig uit. We fietsen door het gebied dat "The Burren" heet. Vreemde steenformaties met grote kieren erin waar de zachtere gesteenten zijn weggespoeld. Er is geen verkeer op de weg die bestaat uit twee sporen asfalt en een streep gras in het midden. Konijnen schieten weg als we geruisloos aankomen. Zelfs de stenen muurtjes zijn hier anders dan in het zuiden. Ze zijn van grove stenen op een "slordige" manier gestapeld waardoor ze bijdragen aan de ruigheid van het landschap. Er zijn geen dorpjes maar wel hier en daar een boerderij. Alles ademt een "oud-zijn" uit en de mist legt een deken van stilte over ons heen. Dit is ook het gebied van de "dolmen". Een soort hunebedden. Als we goed opletten, dan spotten we er mogelijk een.

Inmiddels is de regen steeds dunner geworden en is er nog maar een lichte nevel overgebleven. De regenbroek gaat uit. De zon probeert door te breken. De route gaat tot nu toe gemakkelijk omdat we weer helemaal fris zijn na de rustdag.

In de route staan pijltjes om aan te geven of het klimmen is of niet. Eén pijltje is matig klimmen. Twee pijltjes is zwaar klimmen. En nu zien we drie pijltjes staan. Als we ervoor staan, dan lijkt het een muur. Zelfs Saskia, met kuiten als (geschoren) heipalen redt het niet hier en moet afstappen. Met uiterste krachtsinspanning lukt het me om te blijven trappen. Ik haal de helling niet in één keer, maar met twee stops lukt het wel. Met mijn blik op oneindig mis ik de prachtige dolmen maar Saskia ziet hem wel tijdens het lopen. Het is een fraai exemplaar en we kunnen hem goed bewonderen. Boven op de top hebben we even discussie over de koffiestop. Na overleg fietsen we iets door omdat er in Carran, het enige dorpje wat we vanochtend tegenkomen, ook koffie te krijgen zou moeten zijn. Er is inderdaad een pub en die is dicht. Maar er is wel een zitje tegenover met een prachtig uitzicht. Daar maken we zelf maar een koffie.

Daarna gaat het verder door "The Burren". De zon heeft het inmiddels gewonnen van de mist. Ook geholpen door de westenwind die flink begint te waaien. Aan de bomen te zien, is dit de heersende windrichting. En dat is goed want dan hebben we hem lekker mee.

Tot Kinvarra is de route mooi. Daar doen we wat boodschapjes en lunchen we bij kasteel Dunguaire. Het meest gefotografeerde kasteel in Ierland. Ik weet zeker dat er een aantal toeristen thuiskomen met op hun foto niet alleen het kasteel, maar ook twee M-gineering fietsjes en twee fietsreizigers. Overigens helpen wij ook om het aantal foto's te verhogen want het is inderdaad een mooi plaatje. En er ligt ook nog een cache die ik even opzoek.

De rest van de route is saai en druk. Via grote wegen rijden we tot in Galway. De wegen staan hier allemaal vol met auto's. Als we bij de "Celtic Tourist Hostel" aankomen moeten we even slikken. Het is een smal pandje maar wel hoog. Een rare man steekt zijn hoofd uit het raam boven want beneden zit een kunst galerij, die overigens leeg is. Saskia gaat even mee kijken naar de kamer. We zitten weer op de bovenste verdieping. Lekker sjouwen met de bagage. Als ze terugkomt zegt ze dat het schoon is, maar herhaalt wel vijf keer dat het klein is. Dat geeft me een bang vermoeden dat bevestigd wordt als ik boven kom. Klein is een understatement. Er staat een stapelbed en als de tassen erbij staan is het vol. Dat doet me denken aan een kippenhok van een collega. Die had twee grote kippen in een mini hokje. Als een van de kippen een ei moest leggen, dan moest de ander even eruit. Anders paste het niet. Dat gevoel heb ik hier ook. Maar het is schoon en we willen graag Galway in, dus het moet maar. Wc en douche zijn op de gang. De fietsen kunnen niet hier staan. Verderop is een parkeergarage waar we ze kunnen stallen. We douchen snel en gaan vóór zes uur de stad in.

Galway is gezellig. Toen we erin fietsten was dat niet zo duidelijk maar er is een centraal parkje en een winkelstraat met even veel pubs en restaurantjes als winkels. Er is veel te doen op straat. Om de tien meter staat er wel een artiest of muzikant. Een groepje blijft me bijzonder bij. Het zijn drie jongens. Een met een banjo, een met een gitaar/trom en een met een fluit. De banjo speelt een solo. De trom/gitaar doet de begeleiding. De jongen met de fluit zien we zijn handen wel bewegen maar we horen niets. Als we een tijdje kijken, zien we dat hij voor spek en bonen meedoet. Hij beweegt zijn vingers niet op de maat en hij doet steeds hetzelfde. Bijzonder.

De terrasjes zitten gezellig vol en de zon schijnt. Dit is een unicum voor Galway waar het zo vaak regent dat ze voorspellen wanneer het droog is. We kijken onze ogen uit en feliciteren elkaar met deze keuze. We slenteren het hele centrum door en willen dan wat eten. Het is hier gebruikelijk dat studenten op straat mensen proberen te lokken naar het restaurant waar ze voor werken. Ik trap er natuurlijk ook weer in als een jonge meid naar me knipoogt en dan een menu tevoorschijn tovert. Het ziet er goed uit bij Kirbys. En het is ook (weer) voortreffelijk. Na het debacle met de fish and chips hebben we eigenlijk alleen maar goed gegeten. Ik heb een chowder met vis vooraf. Dat is een soort van dikke soep. Saskia heeft een gebakken geitenkaasje met salade. Als hoofdgerecht heb ik monk-fish scampi's en patatjes. Saskia heeft zalm en een huisgemaakte ravioli. Twee gangen voor € 22,50 p.p. We nemen een koffie en thee na. Met de buik vol lopen we nog een tijdje rond in het centrum. Nu wat meer op zoek naar de oude gebouwen. En die zien we. In de rivier staan bosjes mannen te vliegvissen.

Het is fris dus tegen tienen gaan we naar de hostel terug. Daar is een lounge waar we nog even zitten. Ook omdat hier internet is en ik het verslag bij kan werken. Daarna gaan we na elkaar de kamer in. Want als we dat tegelijk doen dan wordt ik claustrofobisch. Snel de ogen dicht en morgen door naar Connemara.

Vrijdag 5 augustus (14) Nat en leeg

Galway – Clifden (95 km)

Shanaheever campsite (€ 20,=)

We zijn op tijd eruit. En ik heb prima geslapen in dit kleine kamertje. We pakken de tassen in, sjouwen ze naar beneden en halen de fietsen op. Daar heb ik me wel wat zorgen om gemaakt. Er stonden meerdere gemutileerde en in verregaande staat van ontbinding verkerende fietsen omheen dus wat zou met die van ons gebeuren? Maar ze staan er nog net zo bij als gisteren. Daarna kunnen we ontbijten in het hostel. Er is brood, jam, sapje en thee. Het houdt niet over maar het is voldoende voor de eerste kilometers. Buiten bewonderen we de gevel van het hostel nog eens goed. Gisteren hadden we daar geen tijd voor maar het bevat een aantal mooie figuren uit ‘The Book of Kells’.

Er is maar één weg naar het westen toe en die moeten wij ook hebben. Eerst moeten we Galway uit zien te komen. We wijken wat af van de route om een rustigere weg te hebben. Daarna is het onvermijdelijk. Helm op, hesje aan en net doen of er geen auto's langs je heen razen. Het voordeel van de autoweg is wel dat hij vlak is en mooi asfalt heeft. Je kunt lekker doorfietsen. Vanwege het drukke verkeer fietsen we lepeltje-lepeltje, dus vlak achter elkaar. Heb ik eindelijk een manier gevonden waarop ze mij zonder tegensputteren volgt.

Ondanks de auto's is de route langs Galway Bay mooi. We hebben steeds uitzicht op zee en helemaal in de verte zien we waar we vandaan zijn gekomen. Volgens mij zien we zelfs de kliffen van Moher liggen. Het is ook wel afwisselend want we worden getrakteerd op een mooi kerkje met beelden, een cache en daarna nog een cache in Spiddle, waar we ook een koffie maken. Het weer is wat beroerder. Iers weer. Dit betekent regelmatig fikse buien waarbij we het regenpak aan doen. En daarna weer in de zon fietsen. Er is minder wind dan gisteren en eerst hebben we die mee.

In dit deel van Ierland is Gaelic de voertaal. Niet te verstaan en al helemaal niet te lezen. Geef een aap een typmachine en hij zal op Gaelic gelijkende woorden typen. De bordjes zeggen me dus niets meer maar op de GPS is de route goed te volgen. Er is trouwens ook maar een weg en om de 20 kilometer een afslag. Bij elke afslag worden de auto's minder totdat het helemaal niet meer storend is.

Uiteindelijk verlaten we de baai en gaan we het binnenland in. Bij een supermarkt schuilen we even voor een bui en drinken een koffie. We zijn meteen de 'talk of the town'.

Dan verder Connemara in. Hier moet ik mijn kijk op leeg herzien. Leken de eerdere landschappen leeg, hier is het nog véél leger. Alleen rotsen, turf en bergen in de verte. Geen huizen, geen bomen en geen mensen. De weg is om door dit gebied heen te komen, niet om er in te komen. De woestheid doet me denken aan Schotland en de Hardangervidda in Noorwegen. In de verte zien we de buien aankomen, ze overspoelen ons en dan zien we ze weer verdere trekken richten de bergen, de zeven Bens. De eerste plaats die we tegenkomen is Cashel, maar dat blijkt niet meer dan een verzameling losse huizen te zijn. Daarna gaan we door een gebied heen waarvan het landschap nog niet besloten heeft of het land of zee wil worden. Heel veel meertjes, veel turf en verder niets. De turf wordt hier tegenwoordig machinaal gewonnen. Af en toe zien we een man de stapeltjes turf keren zodat het beter droogt. Hij zwaait nog wel even. En bij de huizen waar we langs komen ruiken we de verbrande turf.

Het einddoel van vandaag is Clifden. Ineens is dat een grote stad na een hele dag in een leeg landschap. Er is een grote super en daar koopt Saskia een hele gebraden kip. Samen met salade is dat ons avondeten van vandaag. Iets buiten de stad ligt camping Shanaheever. Daar komen we na 95 kilometer aan. We willen graag weer kamperen en zeker in dit landschap. Het is een kleine camping. Voor € 20 kunnen we ons tentje opzetten. Ook hier is de grond veen-achtig en sompig dus de haringen druk ik zo de grond in. Er is een centrale picknick ruimte waar we de kip uitkleden. De douche is heerlijk. We zijn wat verkleumd want het is vochtig en koud. We kruipen vroeg in de slaapzak. De weersvoorspelling voor morgen is slecht, maar we zien wel. Tot nu toe valt het weer me mee maar een paar zonnige dagen zou niet verkeerd zijn. Van de andere kant hadden we dan niet naar Ierland moeten gaan, dus we nemen wat we krijgen.

Zaterdag 6 augustus (15) Hart verloren

Cliffden - Westport (77 km)

Drummin House B&B (€ 66,=)

Ik heb vandaag mijn hart verloren in Connemara. Ergens op weg naar de Sheeffry Pass ben ik hem kwijt geraakt. We fietsten door het landschap, ik keek om me heen en hij glipt zo maar weg. Hij verdween in de bergen, in de stroompjes en tussen de schapen. Zonder dat ik het door had.

Het was prachtig vandaag. Ik had niet gedacht dat het landschap nog meer indruk kon maken dan gisteren. Maar dat kon het wel. Vanaf de camping ging het eerst naar Letterfrack. Vanaf daar hebben we twee keuzes; We kunnen de rustigere weg langs Tully Cross nemen. Of de drukkere weg langs de Abbey of Kylemore. De drukke weg blijkt niet zo druk en de Abbey schijnt heel mooi te zijn. En dat is hij ook. Een rijke industrieel heeft voor zijn vrouw een prachtig kasteeltje in het landschap gebouwd. Het tragische wil dat zijn vrouw er niet lang van kon genieten. Ze ging vrij snel dood daarna en daarom kwam er ook een mini kathedraal om het af te maken. Van binnen is deze erg mooi afgewerkt met drie soorten marmer en mooi handgemaakt meubilair. Met bussen komen de toeristen hier aan. En sommige op de fiets. We kijken zeker een uur binnen en buiten rond. Wat een plaatje.

Dan gaat het verder en fietsen we om een groot fjord heen; Killary Harbour. In het meer wordt vis gekweekt. Aan de overkant zien we de weg lopen waar we straks over fietsen. Ze zijn hier nog niet op het idee van een brug of een pont gekomen. En dat is goed want zo kunnen we extra lang genieten van het meer tussen de bergen. Bij het keerpunt lunchen we en zien we de vissen boven water springen. En niet zo'n klein beetje ook.

Dan gaan we tussen de Mweelrea Mountains en de Sheefry Hills door. De ‘Croagh Patrick’ laten we links liggen. Dit is een heilige berg waar veel pelgrims elk jaar heen trekken maar wij kiezen voor de weg door het binnenland. En het is hier tenenkrommend mooi. Majestueuze bergen om ons heen, een beekje meandert met ons mee. Soms woest, soms liefelijk. De schapen gaan niet of loom aan de kant als we langs komen. En op de bergwanden stort de ene na de andere waterval zich naar beneden. Niet te beschrijven deze schoonheid. We klimmen weer naar tweehonderd meter. Één auto komen we tegen op dit kleine weggetje. Bovenaan gekomen opent zich een nieuw landschap voor ons en storten we ons op een volgend kronkelig weggetje naar beneden. Puur genieten. Er was maar één klein minpuntje vandaag; het is maar een half uur droog geweest.

Vannacht was de Josti-band al flink aan het trommelen op de tent. Verbazingwekkend dat je bij dat lawaai gewoon kunt slapen. Om zeven uur regent het nog steeds. En dan niet zo'n laffe miezer regen. Nee, boven worden alle registers open getrokken. Blijven liggen is geen optie. We gaan eruit en pakken de tent in de stromende regen in. Ik heb het regenpak vast aangetrokken. Gelukkig kunnen we onder dak ontbijten. En dan fietsen we gewoon weg.

"Is dat nu leuk?" zul je je misschien afvragen. Nee, dat is niet leuk maar ik onderga het gewoon. Een paard vindt het in de regen in de wei ook niet leuk, maar ondergaat dit gewoon als een fact of life. Zo zie ik het ook. Ik fiets natuurlijk liever in mijn korte broek in de zon, maar dat kan op dit moment niet. Dus neem ik het zoals het komt en geniet nog evengoed van mijn omgeving. Ook de inspanning zullen velen zien als geen vakantie. Ik wel. Ik vind het heerlijk om wat te doen. Er is geen betere manier om een land te leren kennen dan door ín het landschap te zitten (met de fiets) in plaats van erop (met de auto). We zien zo veel en genieten enorm van de indrukken. Dat is voor ons vakantie.

Na nog een aantal kleine klimmetjes komen we om kwart over vijf in Westport aan. Op de teller staat 77 kilometer. Ik had vanochtend geprobeerd wat te boeken maar alles zat vol. Dan maar op de bonnefooi, dachten we. In Westport zien we dat er kermis en een muziekfestival is. Vandaar dat alles vol zit. De eerste vijf B&B's waar ik kijk staat het bordje 'no vacancies'. Het regent nog steeds fors en we hebben eigenlijk geen zin in de natte tent opzetten. Verderop zie ik bij Drummin House nog een bordje en daar blijkt net een 'cancelation' te zijn geweest. Voor 66 euro kunnen we er terecht. De fietsen gaan in de schuur en de hospita biedt aan ons natte goed te wassen. Want bij Saskia is er toch water in de fietstassen gelopen. Komt alles toch weer helemaal goed.

Na het douchen lopen we het stadje in. Ook hier weer een infarct van verkeer door de stad. We zoeken een eetgelegenheid en dat is toch elke keer weer moeilijker dan het lijkt. En ook nu komen we weer prima terecht. Bij O'Mallays zitten we gezellig en warm. Na zo'n dag regen hebben we wel wat verdient. Saskia neemt een salade vooraf, een hamburger met pepersaus en als toetje cheesecake en thee. Ik opteer voor de gerookte zalm gevuld met krab-mousse, ook een peperburger en een Irish Coffee na. Een mooi kroon op een prachtige dag.

Zondag 7 augustus (16) Evenwicht

Westport - Coolaney (94 km)

Mountain Inn B&B (€ 65,=)

Alles is in evenwicht. Gisteren een dag met regen. Vandaag een dag met zon. Als ik de gordijnen open doe, stroomt het zonlicht naar binnen. En dat is maar goed ook want mijn horloge staat stil. Hè... Wat heeft dat er nu mee te maken?

Op vakantie neem ik altijd een horloge op zonne-energie mee. Hij laadt op via zonlicht dat op de wijzerplaat valt. Wat nog niet eerder is voorgekomen, is nu wel gebeurd. Hij staat stil. We kunnen dus echt wel wat zon gebruiken.

We hebben heerlijk geslapen en worden weer getrakteerd op een full Irish breakfast. Uit ervaring weet ik dat ik hier zeker tot drie uur op kan fietsen. Onze hospita heeft ook nog een wasje voor ons gedaan. Helemaal super, alles is weer schoon en droog. Met afrekenen is er wat onduidelijkheid. Gisteren was de prijs € 66. Nu is de prijs ineens € 75. En als ze terugkomt met het wisselgeld is het € 70. Waarschijnlijk is dat inclusief het wassen. We laden op, nemen afscheid en rijden weg.

We hebben een lange dag voor de boeg. Door counties Sligo en Mayo. Het spectaculaire landschap is een beetje over. Wel zijn het veel mini-weggetjes die we hebben. Twee stroken asfalt en een strook gras in het midden. En nauwelijks auto's. We klimmen een stukje en krijgen een mooi uitzicht op Loch Beltra. Daar nemen we een lange pauze om de tent te drogen. Die zit nog druipend in de zak. Na de pauze kan hij bijna droog erin terug.

Daarna gaat het verder. In de ochtend is er alweer weinig wind, dus Lough Beltra ligt er als een plaatje bij. Ik maak een mooie panorama foto. Denk ik. Thuis weet ik pas of hij goed gelukt is. De route gaat voornamelijk over kleine wegen. Tussen Lough Conn en Lough Cullin door. Het landschap heeft een lager ‘ooooh’ en ‘aaaah’ gehalte maar is nog steeds mooi. Het is hier meer huisje-boompje-beestje. Omdat we toch weer veel klimmen heb je daar een mooi uitzicht op. Het geeft een beeld van een gecultiveerd land. Overal zijn boerderijtjes. Overal loopt vee in landjes omsloten door muurtjes en overal zie je wel bomen staan.

Lough Cullin heeft een paar mooie strandjes maar er zitten nauwelijks mensen. En dat terwijl het toch zondag is. Die rust geeft ons goed de gelegenheid om nog een cache te doen.

Er zijn weinig dorpjes onderweg maar als we door een dorpje heen fietsen, dan worden we overal vriendelijk gegroet. Mensen beginnen hier standaard met ‘How are you?’ En dat bedoelen ze dan serieus, dus we antwoorden naar waarheid en vragen hoe zij zijn. En daar komt ook weer een antwoord op terug. Ze voelen zich dan niet geremd door het feit dat we gewoon doorfietsen dus de antwoorden versta ik in het begin nog wel maar langzaam vervaagt dan het geluid. Het is wel erg gezellig want je voelt je overal welkom.

Ongemerkt gaan de kilometers voorbij en langzaam verbrandt mijn neus. Ik heb dat ’s avonds pas door. Tegen vijf uur begin ik toch wel moe te worden. Er staan voor vandaag 88 kilometer op het programma en de route zou moeten gaan tot Coolaney. "Zou?" Ja, zou want ik weet het niet. Hier is weinig toerisme. Geen campings en weinig B&B's. Er zijn er twee in Coolaney. Een zat vol en de ander reageert niet op mail. Ik heb moeite met die onzekerheid. Dat je niet weet òf er een slaapplek is en waar. Veel mensen vinden dit prima, maar ik weet liever waar ik aan toe ben.

Tegen zes uur naderen we Coolaney. Het zijn toch weer meer dan 90 kilometer geworden. Mijn rug doet zeer en de billen zijn beurs. Ik heb het eigenlijk helemaal gehad. De Mountain Inn komt in zicht. Volgens internet zat deze vol. Een dame wil net wegrijden maar als ze ons ziet stapt ze uit. Het is Mary. Ze heeft nog ruimte. Sterker nog, we zijn de enige gasten. Een prachtige kamer voor € 65. In de pub tapt ze een Guiness voor mij. Haar zoon gaat in het dorp voor ons een curry met rijst halen en ondertussen kletsen we gezellig. Over de grote hoeveelheid huizen die hier te koop staat. Het gevolg van te hoge hypotheken toen het goed ging tijdens de periode van "the Celtic Tiger". Het probleem van het vele zwerfvuil omdat er per zak betaalt moet worden. Overigens heeft Coolaney al een paar jaar de prijs voor schoonste dorp. En het teruglopende toerisme en besteedbaar geld. Zat vroeger iedereen in de pub. Tegenwoordig zitten veel mensen, met name de jongeren, thuis te drinken. Bier in de supermarkt is veel goedkoper.

Vol van de curry en lichtelijk aangeschoten van twee pints met Guiness vertrekken we naar de kamer om te douchen. En daarna duurt het niet lang voordat de luiken dicht zijn.

Maandag 8 augustus (17) Man met de hamer komt langs

Coolaney – Manorhamilton (60 km)

Teach Loistin B&B (€ 60,=)

Als we opstaan zien we dat er een nieuw weertype is voor deze vakantie; "onstuimig". Dus veel wind en de radio voorspelt "scattered showers and sunny spells". Nou die "showers" zijn van het type waar menig campingsanitair jaloers op zou zijn. Toch is dit weer niet erg want de buien zijn snel over en als je in de zon fietst ben je zo weer droog. Tegen de middag kr