WATERSCHAP DE DOMMEL DRAAIBOEK DROOGTE 2007 - 2011 · Voor meetpunt de Dommel bij Borkel en Schaft...

67
Versie 2.00 februari 2008 1 WATERSCHAP DE DOMMEL DRAAIBOEK DROOGTE 2007 - 2011 Dit calamiteitenbestrijdingsplan is een onderdeel van het Calamiteitenplan Waterschap De Dommel goedgekeurd door het DB d.d 12 maart 2008

Transcript of WATERSCHAP DE DOMMEL DRAAIBOEK DROOGTE 2007 - 2011 · Voor meetpunt de Dommel bij Borkel en Schaft...

Versie 2.00 februari 2008 1

WATERSCHAP DE DOMMEL

DRAAIBOEK DROOGTE 2007 - 2011

Dit calamiteitenbestrijdingsplan is een onderdeel van het Calamiteitenplan Waterschap De Dommel goedgekeurd door het DB d.d 12 maart 2008

Versie 2.00 februari 2008 2

Versiebeheer Dit calamiteitenbestrijdingsplan wordt regelmatig geactualiseerd. Aanpassingen of wijzigingen worden via de actualiseringscyclus in het plan of in de bijlagen opgenomen. Eens in de vier jaar wordt het plan opnieuw vastgesteld. De wijziging krijgt een nummer mee dat uit drie delen bestaat. Het eerste nummer wordt alleen veranderd als het document structureel wordt herzien (bijvoorbeeld als over 4 jaar het calamiteitenbestrijdingsplan opnieuw wordt vastgesteld). Het tweede nummer betreft aanmerkelijke tussentijdse wijzigingen in de opzet en inhoud van het rapport. Het derde nummer verwijst naar de regelmatige aanpassingen in de actualiteit van gegevens of kleine tekstuele aanpassingen (gemiddeld één per kwartaal). De eerste versie gaat in per 1 februari 2008 en krijgt versienummer 2.0.0. Het calamiteitenbestrijdingsplan staat altijd in de meeste actuele vorm op intranet. De proceseigenaren en de actieteamleiders krijgen een papierenversie en alle wijzigingen nog eens op papier nagezonden. Versie nummer

Beschrijving van de wijzigingen Datum

2.0.0 Definitieve versie voor verspreiding febr. 2008

Versie 2.00 februari 2008 3

Versie 2.00 februari 2008 4

Inhoudsopgave........................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1. Inleiding.......................................................................................................................5

1.1.Calamiteitenplan en draaiboek ..............................................................................5 2. Schaal en organisatiestructuur ....................................................................................6

2.1. Uitgangspunten voor opschaling...........................................................................6 3. Onttrekkingsnorm als leidraad voor de organisatie bij droogte.....................................8 4. Procedures en maatregelen bij droogte.....................................................................10 5. incidentbeschrijving ziekteverwekkers.......................................................................20 6. Afstemming intern en extern......................................................................................28 Bijlage 1: Ecologische risico’s bij laagwater, droogte, warmte en klimaatverandering....28 Bijlage 2: communicatieparagraaf .................................................................................32 Bijlage 3 : ruimen kadavers/dode vis, Blauwalg en botulisme........................................35 Bijlage 4: gebiedsindeling (gebied 1 t/m 3) voor onttrekkingsverboden .........................43 Bijlage 5: gebiedskenmerken van de drie stroomgebieden............................................46 Bijlage 6: Meetnet waterkwaliteit ...................................................................................51 Bijlage 6: Meetnet waterkwaliteit ...................................................................................52 Bijlage 7: Meetnet droogvallende waterlopen ................................................................53 Bijlage 7: Meetnet droogvallende waterlopen ................................................................54 Bijlage 8: beleidslijn Nautisch beheer bij laag water ......................................................59 Bijlage: contactpersonen bij droogte..............................................................................61

Versie 2.00 februari 2008 5

1. Inleiding

1.1.Calamiteitenplan en draaiboek

Het Draaiboek Droogte is de uitwerking van het Calamiteitenplan van Waterschap De Dommel voor de aanpak bij waterschaarste of warmte in het gebied van Waterschap De Dommel. Het draaiboek is een calamiteitenbestrijdingsplan. Figuur 1 geeft de positie van het draaiboek aan binnen het calamiteitenzorgsysteem van het waterschap. Het calamiteitenplan bevat de algemene informatie en de algemene kaders en uitgangspunten voor het optreden van het waterschap bij een calamiteit. Het Draaiboek Droogte gaat heel specifiek in op de problematiek bij waterschaarste en/of warmte. Met name de in- en externe afstemming en communicatie wordt hierin beschreven. Het calamiteitenplan voorziet in de borging van het professioneel optreden bij de aanpak daarvan. Uit oefeningen, incidenten en calamiteiten zullen leerpunten naar voren komen voor verdere verbetering van de organisatie bij de aanpak van waterschaarste en warmte. Net als het calamiteitenplan is dus ook het Draaiboek Droogte ‘nooit ‘af’. Het draaiboek zal tenminste om de 4 jaar integraal worden herzien. Ervaringen, binnen en buiten de organisatie, leveren nieuwe inzichten op. Formulieren, adressen enz. moeten altijd weer worden bijgewerkt. De procesmanager en medewerker structureren en in standhouden calamiteitenzorg zal ervoor zorg dragen dat het draaiboek regelmatig wordt geactualiseerd. Dit draaiboek bevat de laatste stand van zaken van de kaders waarbinnen we opereren bij droogte. Maar het draaiboek is geen wet. De aanpak is minder vanzelfsprekend als misschien wel wordt gedacht. Bij noodsituaties moet daarom ook ruimte zijn voor improvisatie en zelfs in uiterste gevallen voor handelen volgens het principe van “nood breekt wet”. Dit laatste moet wel kunnen worden verantwoord en daarbij helpt het als feiten en ontwikkelingen goed zijn vastgelegd in rapportages. Het draaiboek geeft de spelregels voor de aanpak, je moet echter ook altijd blijven kunnen vertrouwen op eigen deskundig inzicht. Die ruimte is er en moet ook blijven.

!Calamiteitenplan

Organisatie Werkwijze

Voorlichting Oefenplan

Draaiboek

Verontreiniging

oppervlaktewater

Bestrijdingsplan

Draaiboek

Hoogwater

Bestrijdingsplan

Alarmeringsfases

Evaluatie Nazorg

Adressen enz

Draaiboek

Verstoring

zuiveringsprocessen

Bestrijdingsplan

Aandachtsgebieden

Draaiboek

Extreme droogte

Bestrijdingsplan

Versie 2.00 februari 2008 6

2. Schaal en organisatiestructuur

2.1. Uitgangspunten voor opschaling

In beginsel bepaalt de omvang van een incident of calamiteit in welke mate de calamiteitenorganisatie wordt opgetuigd. In geval van waterschaarste is gekozen om de opschaling te relateren aan de normering voor onttrekkingsverboden. ( zie hoofdstuk 3) Dit betekent dat de calamiteitenorganisatie wordt ingezet vanaf de onderschrijding van de 30%-norm (gemiddelde afvoer van 1988). Dan treedt een fase van waakzaamheid in waarin door de actieteams binnen de stroomgebieden preventief maatregelen kunnen worden getroffen en binnen de processen vergunninverlening en toezichthouden; informatievoorziening en monitoren watersystemen voorbereidingsmaatregelen kunnen worden getroffen o.m. in personele bezetting. Bij verdere daling van het peil wordt parallel aan de procedure van het onttrekkingsverbod verder opgeschaald. Hieronder is de structuur toegelicht in relatie tot de problematiek van waterschaarste en droogte.

Versie 2.00 februari 2008 7

“norm” : hiermee wordt de gemiddelde afvoer van 1988 bedoeld.

Voorbeelden Afvoer < 10%-norm en een droogweervoorspelling voor de komende dagen; Bijkomende grote problemen die maatschappij ontwrichten Afvoer < 10%-norm en een droogweervoorspelling voor de komende dagen

Afvoer < 30%-norm Droogweervoorspelling voor komende dagen

Afvoer < 40%-norm Van de gemiddelde afvoer van 1988.

wordt het maatschappelijke verkeer

ontwricht?meer overheden

betrokken?

ja

nee

Schaal 3

Burgemeester neemt regie. Watergraaf voor bestuurlijke

afstemming. SD regie werkzaamheden Ws.

coördinatieop regionaal niveau

gewenst? ja

nee

Schaal 2

SDwijst operationeelleider aan

aanvullendecoördinatie op lokaalniveau noodzakelijk?

ja

nee

Schaal 1

SGM of isoperationeel leider

incident metbeperkte risico's?

Schaal 0

reguliere afhandeling met spoed

ja

nee

-afhandelen binnen regulierewerkzaamheden.

spoedeisend? ja

nee

RMWK

Schaal 1: coördinatie op actieteamniveau. Bij minder dan 20% per gebied: SD wijst operationeel leider aan.

Schaal 2: Beleidsteam voor bestuurlijke afstemming

Versie 2.00 februari 2008 8

3. Ontrekkingsnorm als leidraad voor de organisatie bij droogte.

Met betrekking tot onttrekken aan of aanvoeren uit oppervlaktewater gelden conform het gebiedsgericht vergunningen- en ontheffingen beleid van de keur Oppervlaktewater De Dommel, de volgende uitgangspunten:

• Ten tijde van waterschaarste wordt de hoogste prioriteit gegeven aan het op peil houden van oppervlaktewateren ten dienst van het landbouw- en natuurbelang en de waterkwaliteit en de laagste prioriteit aan onttrekkingen ten behoeve van beregening;

• Ten tijde van waterschaarste worden onttrekkingen uit oppervlaktewateren met de functie waternatuur ontoelaatbaar geacht;

• Beregening uit oppervlaktewater zonder vergunning is verboden; • De beregening dient te worden stopgezet wanneer het oppervlaktewater waaruit

wordt onttrokken onder peil staat; • Het dagelijks bestuur heeft de mogelijkheid een algeheel beregeningsverbod in

te stellen. In geval van waterschaarste kan Waterschap De Dommel een verbod opleggen voor de onttrekking van oppervlaktewater. Ten aanzien van het gebruik van oppervlaktewater is de volgende doelstelling van toepassing: het behoud van grondwaterafhankelijke vegetaties op natuurgronden en de vochtvoorziening van gewassen op cultuurgronden. Daarnaast is een minimale afvoer noodzakelijk om goede voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van beekkenmerkende levensgemeenschappen. Het beheersgebied kan wat betreft de gevoeligheid voor lage debieten worden verdeeld in drie deelgebieden. Ruwweg is de verdeling in volgorde van afnemende gevoeligheid: het zuidwestelijke deel (gebied 1), het zuidoostelijke deel (gebied 2) en het noordoostelijke deel (gebied 3). In bijlage 1 zijn de deelgebieden aangegeven. Via het telemetriesysteem (TMX) wordt van een aantal meetpunten actuele informatie verkregen over het afvoerverloop. Voor de informatie over de afvoer wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de gegevens van de op ISWAD aangesloten meetpunten. Van andere plaatsen kan uitsluitend door veldbezoek afvoergegevens worden verkregen. Het totaal aantal meetpunten is 14 waarvan 11 via ISWAD danwel INWAT zijn te raadplegen en 3 middels een veldbezoek. Indien er te weinig afvoer is kan door het waterschap een onttrekkingsverbod worden ingesteld. Het instellen van een onttrekkingsverbod vindt plaats aan de hand van een 10% norm, gebiedsinformatie en meerdaagse weersvoorspellingen. Bij een waterafvoer van minder dan 10 % van het gemiddelde debiet van 1988 wordt een onttrekkingsverbod afgekondigd. Naast de 10% norm hanteert het waterschap de 15% en 20 % norm. Komt de afvoer beneden de 20% van het gemiddelde debiet van 1988, dan wordt de afvoer nauwlettende in de gaten gehouden. Een verbod wordt ingesteld bij een verwachte onderschrijding van de 10% norm. Voor het opheffen van het onttrekkingsverbod moet voor een langere tijd een afvoer worden verwacht van 15% of meer van de gemiddelde afvoer van 1988. De verwachting voor langere tijd is van belang omdat flinke (zomerse)

Versie 2.00 februari 2008 9

buien na een droge periode kortstondig een overschrijding van de norm tot gevolg hebben, die in enkele dagen weer kan worden teniet gedaan. Voor meetpunt de Dommel bij Borkel en Schaft (PO1) en Eindhoven (PO5/SO7) wordt geen gebruik gemaakt van de gemiddelde afvoer van 1988. De uitzondering voor de Dommel heeft te maken met het gewenste minimum debiet ( 10 %-norm is 1,50 m3/sec) voor doorspoeling van de Dommel door Eindhoven en verdunning van het effluent van de RWZI-Eindhoven. De calamiteitenorganisatie wordt ingezet vanaf de onderschrijding van de 30%-norm. Dan treedt een fase van voorzorg in waarin binnen de stroomgebieden preventief maatregelen kunnen worden getroffen en binnen de processen toezichthouden en verlenen vergunning verlenen en het proces informatievoorziening voorbereidingsmaatregelen kunnen worden getroffen o.m. in personele bezetting. Een operationele leider zorgt voor de coördinatie.

Versie 2.00 februari 2008 10

4. Procedures en maatregelen bij droogte

Normale situatie Normale situatie Afvoer > 40%

In een normale situatie ( = afvoer > 40 % van de norm worden minimaal 1x per maand de afvoeren van diverse punten gemeten door medewerkers van het proces monitoren watersysteem. Het gaat hierbij om zowel de (automatische) telemetriepunten als de punten waarbij fysiek of via een datalogger gemeten moet worden.

Fase van waakzaamheid Afvoer < 40% Droogweervoorspelling voor de komende dagen. Waakzaamheid

Bij een waterafvoer van minder van 40% van de “norm” (= gemiddelde afvoer van 1988) wordt de meetfrequentie van de afvoeren opgevoerd. Minimaal 1x per week worden de afvoeren van de vooraf geselecteerde punten gemeten door medewerker proces monitoren. Het gaat hierbij enkel om de (automatische) telemetriepunten. Mede gebaseerd op de neerslagvoorspellingen geeft de medewerker monitoren een melding gespecificeerd per ontrekkingsgebied. Deze melding gaat uit naar de procesmanager beheren watersysteem. Deze stelt de procesmanager in standhouden watersysteem, gebiedsmanagers en pm inrichten en uitvoeren communicatie op de hoogte

Schaal 1: Fase van voorzorg

Afvoer < 30% Droogweervoorspelling voor de komende dagen. Voorzorg Schaal 1: Op lokaal niveau worden actieteams ingezet. De procesmanager bestrijden fungeert als coördinator over de actieteams.

Bij een waterafvoer van minder van 30% van de “norm” wordt de meetfrequentie van de afvoeren zoals bij de fase van waakzaamheid aangehouden. Mede gebaseerd op de neerslagvoorspellingen geeft de medewerker proces monitoren watersysteem een waarschuwing aan de procesmanager beheren watersysteem. Deze zorgt voor opschaling naar schaal 1: Op lokaal niveau wordt door de gebiedsmanager een actieteam samengesteld. De pm stelt tevens de proceseigenaren ontwikkelen watersysteem, beheren watersysteem en Vergunningverlening en handhaving op de hoogte in verband met voorbereiding op het inzetten van een operationele leider. De waarschuwing van monitoren watersysteem gaat tevens uit naar de actieteamleider van het betreffende stroomgebied. Op basis daarvan kan door het AT voorzorgmaatregelen worden getroffen

Wie ontvangt waarschuwing?

Welke acties door hen te ondernemen

Wie moeten zij anticiperend informeren en welke vervolgacties worden verwacht.

De procesmanager beheren watersysteem

Draagt zorg voor opschaling naar schaal 1 en voor inzet

Informeert proceseigenaren ontwikkelen watersysteem,

Versie 2.00 februari 2008 11

actieteams voor betrokken stroomgebied.

beheren watersysteem en vergunning verlenen en toezichthouden met het oog op mogelijke inzet van operationele leider.

De procesmanager instandhouden watersysteem

Draagt zorg voor voorbereidende operationele werkzaamheden. Vervangt de pm beheren bij diens afwezigheid.

De actieteamleider De ALstelt preventief een actie team samen bestaande uit een medewerker uitvoeren en beheersopzichter.

Per stroomgebied worden kwetsbare objecten in verband met blauwalg in de gaten gehouden en indien mogelijk worden preventieve maatregelen genomen ten behoeve van kwetsbare gebieden. Locaties van blauwalg worden conform het draaiboek verontreiniging oppervlaktewater aan medewerkers van het proces monitoren watersysteem doorgegeven. De pm beheren ws wordt van de acties op de hoogte gesteld.

Rijkswaterstaat ten behoeve van Landelijke commissie Waterverdeling (LCW)

De LCW heeft in tijden van droogte informatie nodig. Deze informatie wordt uit de regio via de regionale directe van Rijkswaterstaat verzameld. Waterschappen worden verzocht deze informatie aan te leveren.

Rijkswaterstaat neemt contact op met de contactpersoon waterschaarste bij het proces monitoren watersystemen en verzoekt informatie aan te leveren over watertemperatuur, afvoer, waterkwaliteit, algen, botulisme en vissterfte. De pm bestrijden en AL ontvangen afschrift daarvan.

Pm inrichten en uitvoeren communicatie

Voorbereidingen persbericht. Eventueel opstellen en verzenden persbericht blauwalg/botulisme. Plaatsen op internet/intranet

Er worden afspraken gemaakt over de personele inzet indien periode van langdurige droogte daadwerkelijk is ingezet. Er wordt contact opgenomen met de contactpersoon van het proces monitoren watersystemen voor nadere

Versie 2.00 februari 2008 12

afstemming. ( zie hieronder) Aan de pm vergunnen en de pm toezichthouden wordt doorgegeven wie van het team communicatie contactpersoon voor nadere acties is.

Pm proces monitoren watersysteem

Regelen van de bereikbaarheid van de contactpersoon van Ws De Dommel voor Rijkswaterstaat. In beginsel is dit Mark Scheepens. In geval van afwezigheid van Mark Scheepens verloopt de communicatie via e-mailadres: [email protected] , Contactpersoon bij Rijkswaterstaat is: Peter Omvlee ([email protected]) tel: 073 6817793 het proces monitoren watersystemen verwerkt alle gegevens omtrent blauwalg in een database.

Er wordt contact gezocht met het proces inrichten en uitvoeren communicatie ter voorbereiding van de communicatie.

pm vergunnen en pm toezichthouden

Treft voorbereidingen voor een eventueel onttrekkingsverbod en maakt afspraken over personele bezetting.

Contact opnemen met communicatie om samenwerking en personele bezetting af te stemmen

Portefeuillehouder De portefeuillehouder wordt geïnformeerd.

In geval van in werking treden van het draaiboek Laag water Midden-Limburgse en Noord-Brabantse kanalen begint bij een afvoer van minder dan 60 m3 bij Mosin een scenario waarbij gradueel de waterinlaat door de waterschappen wordt beperkt. Van dit scenario kan onder specifieke omstandigheden worden afgeweken. actieteam Beneden Dommel krijgt van Rijkswaterstaat bericht over kortingsmaatregelen zoals sluiten van inlaten bij Olen en Son en Breugel.

actieteam voert uit stuurt info mbt de inlaten aan proces monitoren watersystemen en OL

Proces monitoren verwerkt de informatie en geeft de info door aan communicatie en OL

Versie 2.00 februari 2008 13

Fase van maatregelen/ schaal 1

Afvoer < 20 % Droogweervoorspellingen voor de komende dagen. Maatregelen Schaal 1: coördinatie op operationeel niveau. Op advies van pm beheren watersysteem stelt SD een OL aan. Coördinatie op lokaal niveau door . gebiedsmanager met actieteam

De meetfrequentie wordt opgevoerd. Minimaal 2x per week worden de afvoeren van de vooraf geselecteerde punten gemeten door het team Meetnet. Het gaat hierbij enkel om de (automatische) telemetriepunten. De handmatige meetpunten worden 1x per week gemeten. Op basis van de verzamelde gegevens wordt door de medewerker ,monitoren een vervolgbericht “overzicht afvoeren” ( afvoeren in m3 en percentages t.o.v. de “norm”) plus advies samengesteld. Daarbij wordt medegedeeld dat schaal 1 aan de orde is. De pm beheren watersysteem zorgt voor aanstelling operationele leider. Het beheersgebied kan wat betreft gevoeligheid worden verdeeld in 3 deelgebieden.

Wie ontvangt het vervolgoverzicht afvoeren en advies

Welke acties door hen te nemen.

Wie moeten zij anticiperend informeren en welke vervolgacties worden verwacht.

De pm beheren watersysteem

Adviseert SD om operationele leider aan te stellen

De operationele leider De operationele leider stelt zo nodig een operationeel team samen. Daarin zitten in ieder geval de pm beheren watersysteem, de pm in standhouden watersysteem een medewerker monitoren watersystemen, een ecoloog en communicatiemedewerker. De operationele leider stuurt aan op monitoren, rapportage en advisering vanuit het proces monitoren watersysteem. Zo kan hij beslissen tot meer of aanvullende metingen, meer rapportages etc.

De OL informeert Directie en Bestuur over de stand van zaken. Vanuit het OT worden adviezen gegeven met betrekking tot te nemen maatregelen. Tevens wordt de communicatie met andere overheidsinstanties en de burgers georganiseerd. Ook worden via het OT de betrokken afdelingshoofden geïnformeerd en gevraagd om voor personele capaciteit te zorgen.

Directieteam Het (DT) neemt kennis van het bericht en informeert het

Versie 2.00 februari 2008 14

Bestuur. actieteam De AL De gebiedsmanager

verstrekt een adressenbestand van vergunninghouders oppervlaktewater aan de medewerkers vergunnen en toezichthouden; Er wordt nauwlettend gelet op blauwalg en dode vis; Locaties van blauwalg en dode vis worden aan medewerkers van het proces monitoren watersystemen conform het draaiboek verontreiniging oppervlaktewater, incident ziekteverwekkers verstrekt. Indien conform richtlijn nautisch beheer vereist wordt kanovaart verboden en wordt daarop gecontroleerd.

Pm vergunnen en pm toezicht houden

Voorbereiding eventueel onttrekkingsverbod

Taken worden verdeeld door pm verlenen vergunningen De betrokken interne partijen worden ingelicht.

Informatievoorziening ( in OT)

De communicatiemedewerker stelt een concept persbericht op/ persbericht blauwalg/botulisme opstellen en verzenden. Binnen het OT worden communicatielijnen op internet en intranet uitgezet..

Rijkswaterstaat ten behoeve van Landelijke commissie Waterverdeling (LCW)

De LCW heeft in tijden van droogte informatie nodig. Deze informatie wordt uit de regio via de regionale directe van Rijkswaterstaat verzameld. Waterschappen worden verzocht deze informatie aan

Rijkswaterstaat neemt contact op met de contactpersoon waterschaarste bij het proces monitoren watersystemen( zie hieronder) en verzoekt

Versie 2.00 februari 2008 15

te leveren. informatie aan te leveren over watertemperatuur, afvoer, waterkwaliteit, algen, botulisme en vissterfte.

medewerker proces monitoren watersystemen ( in OT)

Treedt namens Ws de Dommel op als contactpersoon voor Rijkswaterstaat en levert eventueel verzochte info aan. In beginsel is dit Mark Scheepens. Vervanging van Mark wordt aan Rijkswaterstaat doorgegeven. Contactpersoon bij Rijkswaterstaat is: Peter Omvlee ([email protected]) tel: 073 6817793

Er wordt contact gezocht met team communicatie ter voorbereiding van de communicatie. Het proces monitoren verwerkt alle gegevens omtrent blauwalg in een database

procesmedewerker ontwikkelen watersystemen ( via OT)

Vanuit OT worden de stroomgebieden geadviseerd over maatregelen om de nadelige effecten van droogte te beperken. Instructies voor het handelen bij signaleren van blauwalg, botulisme of massale vissterfte In kaart brengen van bijzondere risico’s.

Portefeuillehouder Wordt geïnformeerd. In geval van in werking treden van het draaiboek Laag water Midden-Limburgse en Noord-Brabantse kanalen begint bij een afvoer van minder dan 60 m3 bij Mosin een scenario waarbij gradueel de waterinlaat door de waterschappen wordt beperkt. Van dit scenario kan onder specifieke omstandigheden worden afgeweken. actieteam Beneden Dommel (krijgt van Rijkswaterstaat bericht over kortingsmaatregelen zoals sluiten van inlaten bij Olen en Son en Breugel.

Actieteam voert uit stuurt info mbt de inlaten aan proces monitoren watersystemen en OL

medewerker proces monitoren verwerkt de informatie en geeft de info door aan communicatie.

Versie 2.00 februari 2008 16

Fase van langdurige droogte /schaal 2

Afvoer < 10% van de norm én een droogweer-voorspelling voor de komende dagen Schaal 2: coördinatie op regionaal en landelijk niveau door OT. Actieteamleiders sturen actieteams aan en informeren OL. OL informeert DT en adviseert BT samen te stellen.

Op basis van de verzamelde gegevens wordt door medewerker monitoren watersystemen een overzicht afvoeren ( afvoeren in m3 en percentages t.o.v. de “norm”) samengesteld en aan het OT medegedeeld. Het beheersgebied kan wat betreft gevoeligheid worden verdeeld in 3 deelgebieden ( gebied 1, 2 en 3). Het OT geeft advies een wateronttrekkingsverbod in te stellen voor 1 of meerdere deelgebieden.Dit advies kan al afgegeven worden bij een verwachtte afvoer van minder dan 10%. Zodra een onttrekkingverbod wordt geadviseerd is er sprake van schaal 2 vanwege de bestuurlijke betrokkenheid.

Wie ontvangt advies Welke acties door hen te ondernemen

Wie moeten zij anticiperende informeren en welke vervolgacties worden verwacht.

OL Informeert de SD met advies beleidsteam in te zetten

Vanuit het OT worden adviezen gegeven met betrekking tot te nemen maatregelen. Tevens wordt de communicatie met andere overheidsinstanties en de burgers georganiseerd. Ook worden via het OT de betrokken afdelingshoofden geïnformeerd en gevraagd om voor personele capaciteit te zorgen.

Pm vergunning verlenen en pm toezichthouden.

Adviseert SD over onttrekkingsverbod. Op basis van de keur en de bepalingen uit de verleende ontheffing, wordt een aanschrijving aan de vergunninghouders door de medewerker proces vergunnen voorbereid. . Deze wordt ter ondertekening aan de SD voorgelegd

De medewerker verlenen vergunningen informeert de vergunninghouders, Gedeputeerde Staten, de politiekorpsen en de leden van het Algemeen Bestuur.

Versie 2.00 februari 2008 17

De medewerkers toezichthouden handhaven het verbod. De opsporingsambtenaren van V&H houden toezicht en maken zo nodig namens het Openbaar Ministerie proces-verbaal op

SD Stelt beleidsteam vast bestaande uit: watergraaf (voorzitter), Secretaris-Directeur, medewerker communicatie en operationeel leider. Ondertekend de door V&H opgestelde aanschrijving aan vergunninghouders oppervlaktewateront-trekking binnen twee dagen nadat het besluit is genomen.

Actieteamleider Zet via actieteam acties uit en informeert OT Politie, gemeenten visverenigingen Deze geïnformeerd door de actieteams van de stroomgebieden

Treffen maatregelen om de effecten van verdroging te beperken.

medewerker proces monitoren watersystemen ( In OT)

Treedt namens WS De Dommel op als contactpersoon voor Rijkswaterstaat en levert eventueel verzochte info aan. In beginsel is dit Mark Scheepens, Vervanging van Mark wordt aan Rijkswaterstaat doorgegeven. Contactpersoon bij Rijkswaterstaat is: Peter Omvlee ([email protected]) tel: 073 6817793 proces monitoren verwerkt alle gegevens omtrent blauwalg in een database.

Er wordt contact gezocht met communicatie ter voorbereiding van de communicatie. Let op: proces monitoren is eerste verantwoordelijke en wordt ondersteund door team communicatie.

procesmedewerker ontwikkelen watersystemen ( in OT)

Adviseren de actieteams van de stroomgebieden over maatregelen om de nadelige effecten van verdroging te

Versie 2.00 februari 2008 18

beperken. Instructies voor het handelen bij signaleren van blauwalg, botulisme of massale vissterfte In kaart brengen van bijzondere risico’s.

procesmedewerker informatievoorziening ( In OT)

Plaatsing in (regionaal) blad Versturen persberichten Plaatsing van informatie op internet en intranet.

Alle informatie wordt door proces monitoren watersystemen aangeleverd.

Beleidsteam Neemt beslissingen op strategisch niveau. Onder meer op het gebied van communicatie en waarschuwen.

In geval van in werking treden van het draaiboek Laag water Midden-Limburgse en Noord-Brabantse kanalen begint bij een afvoer van minder dan 60 m3 bij Mosin een scenario waarbij gradueel de waterinlaat door de waterschappen wordt beperkt. Van dit scenario kan onder specifieke omstandigheden worden afgeweken. actieteam stroomgebied Beneden Dommel krijgt ven Rijkswaterstaat bericht over kortingsmaatregelen zoals sluiten van inlaten bij Olen en Son en Breugel.

actieteam voert uit stuurt info mbt de inlaten aan medewerker proces monitoren en aan het OT

IW verwerkt de informatie en geeft de info door aan communicatie.

Fase van terugschaling Indien de afvoer > 15% en de weersvoorspellingen voor langere periode regen voorspellen wordt teruggeschaald

Het OT geeft een bericht met advies ontrekkingsverbod in te trekken

Het OT geeft melding aan andere afdelingen over terugschaling.

Wie ontvangt advies Welke acties door hen te ondernemen

Wie moeten zij anticiperend informeren en welke vervolgacties worden verwacht.

Beleidsteam en SD Beslissing over intrekking onttrekkinsgverbod en terugschaling. Afspraken over evaluatie.

Operationeel leider en Actieteamleiders

Is coördinatie tussen de stroomgebieden nog nodig? Afspraken over nazorg.

Pm verlenen vergunningen Door middel van brieven en advertenties wordt ontrekkingsverbod weer ingetrokken.

Versie 2.00 februari 2008 19

Versie 2.00 februari 2008 20

5. incidentbeschrijving ziekteverwekkers

Een veel voorkomend probleem bij droogte en warmte zijn ziekteverwekkers in het oppervlaktewater ( blauwalg, botulisme). Voor de bestrijding daarvan is een incidentbeschrijving in het draaiboek verontreiniging oppervlaktewater opgenomen. Deze beschrijving wordt hier weergegeven

Ziekteverwekkers voor mens of dier Wat wordt waargenomen: (meestal zal de eerste constatering door de meest betrokken ambtenaar of piketmedewerker ter plaatse geschieden, zie Calamiteitenplan hoofdstuk melding)

Blauwalgen (Cyanobacterien) (Beperkt) gezondheidsrisico voor mens en dier: Hoofdzakelijk in stilstaand water. Zeer veel verschillende verschijningvormen. Groene, blauwe of steenrode verfachtige drijflaag op het water, slierten of vlokjes net onder het wateroppervlak, etc. soms gecombineerd met aardgasachtige of een rottingsgeur. Botulisme (Beperkt) gezondheidsrisico voor mens en dier: Meerdere dode of zieke watervogels of dode vissen op één locatie. Ziekte bij vogels te herkennen aan: geen vluchtgedrag (algehele sufheid), slappe/ achteroverklappende nek en kop. Cercariën alleen in relatie tot zwemmen: Bij de mens, hevige jeuk en rode zwellingen/bulten (tot 2 cm diameter) na langdurig of herhaald contact met het water (na een dag zwemmen).

Versie 2.00 februari 2008 21

Wie moeten eventueel door het waterschap worden ing eschakeld (intern en extern) (Het inschakelen is een actie die in principe wordt opgestart door de meest betrokken medewerker van het waterschap die op de plaats van het incident aanwezig is. Als deze medewerker er niet is, neemt de piketmedewerker de verantwoordelijkheid op zich om de nodige acties te nemen.)

Organisatie(onderdeel) Met welk doel

In geval van zwemwater: proces monitoren watersystemen (in bijlage 4 is een overzicht van de zwemwaterlocaties binnen het beheersgebied van het waterschap de Dommel weergegeven. ) Voor nadere informatie wordt verwezen naar het Draaiboek Zwemwateren, uitgebracht door Waterschap de Dommel, laatste wijziging februari 2007. Opgesteld door Martien Mosink, Serge Polak en Frans Lüers. Archiefnummer: 02.4654

Zwemwater is in beheer van de provincie. Het waterschap heeft echter een belangrijke taak in de kwaliteitsbewaking. Het proces monitoren watersystemen verzorgt de bemonstering en de eventuele herbemonstering. De medewerkers monitoren hebben tevens de contacten met de zwemplasbeheerders. De taken omtrent zwemwater staan beschreven in het zwemwaterdraaiboek Q:monitoren watersysteem\zwemwater\draaiboek.

De medewerker monitoren signaleert, rapporteert en adviseert aan zwemplasbeheerders en provincie. In sommige gevallen zal/kan de medewerker advies vragen bij RIVM of aan interne adviseur.

De medewerker van het proces monitoren gaat ter plaatse kijken, neemt monsters en laat de monsters identificeren en analyseren door GWL.

De medewerker geeft aan de provincie een advies over te nemen acties. De provincie besluit welke acties uitgevoerd dienen te worden.

Buiten kantooruren de melding doen op de MKC (Milieu Klachten Centrale|): tel 073-6812821

de medewerker proces monitoren verwerkt en administreert de gegevens in een databank.

Medewerker waterkwaliteit Geeft op verzoek van Medewerker monitoren advies over nut/noodzaak van nader onderzoek voor bevestiging (van veronderstelde plaag), de mogelijke oorzaken, verwachte ontwikkelingen en gevolgen van de plaag en over de verwachte effectiviteit van de inzet van de maatregelen.

Versie 2.00 februari 2008 22

Piketmedewerker/meest betrokken medewerker Binnen kantoortijden zal de meest betrokken medewerker de

medewerker monitoren watersysteem en de medewerker waterkwaliteit informeren en betrekken. Indien er in geval van droogte of ernstige verontreiniging een actieteam is ingesteld verloopt de communicatie vanuit het actieteam naar deze medewerkers.

Buiten kantoortijden meldt de piketmedewerker de verontreiniging aan het MKC (Milieu Klachten Centrale) tel: 073-6812821. In overleg met het MKC neemt de piketmedewerker eventuele noodzakelijke maatregelen.

De piketmedewerker informeert de medewerker monitoren en de medewerker waterkwaliteit zo spoedig mogelijk.

De piketmedewerker/meest betrokken medewerker adviseren over de effecten op en eventueel te treffen maatregelen voor oppervlaktewater in beheer van het waterschap.

Piketmanager/operationele leider Wanneer het incident verontrustende gevolgen oplevert voor

water en omgeving en/of wanneer (in geval van een droge periode) voor langere tijd een crisisteam paraat moet blijven, wordt een (piket)manager/operationeel leider ingeroepen ten behoeve van de communicatie met bestuur en externen en de bezetting van het crisisteam. De piketmanager is 24 uur per dag bereikbaar

Omdat het incident veelal coördinatie tussen verschillende afdelingen en instanties omvat (proces monitoren, ontwikkelen watersysteem en informatievoorziening, zal behoefte zijn om de (piket)manager in te schakelen. Deze kan in overleg met de piketmedewerker opschalen, zodanig dat een operationeel leider de coördinatie verzorgt. Bij langdurige droogte zal structureel een operationeel team actief zijn voor de coördinatie en communicatie.

MKC (Milieu Klachten Centrale) Buiten kantoortijden dient het incident gemeld te worden bij

het MKC (Milieu Klachten Centrale): tel: 073-6812821

Provincie De provincie is het bevoegd gezag voor zwemwater en neemt beslissingen over te treffen (uitvoerings- en beheers)maatregelen en (aanvullend) onderzoek in overleg met de adviseurs (Waterschap en GGD) Voorbeelden van maatregelen zijn het plaatsen van verbods- of waarschuwingsborden.

De provincie verzorgt de eerste lijns-communicatie, waartoe behoort de zwemwatertelefoon, teletekstpagina 725.

Versie 2.00 februari 2008 23

GGD Is adviseur van de Provincie in zake de ernst van het probleem in verband met de volksgezondheid. Informatiekanaal richting huisartsen; kan snel informatie geven over aantal ziektemeldingen (uit gegevens van huisartsen).

proces inrichten en uitvoeren communicatie.

Let op : De eerstelijns communicatie verloopt altijd via de provincie. Deze is verantwoordelijk. De medewerker informatievoorziening verzorgt de interne communicatie en eventueel in overleg met de provincie de externe communicatie bijvoorbeeld door plaatsing van informatie op de internetpagina.

De eigenaar/houder van het zwemwater

Deze is de eerst aangewezenen om in opdracht van de provincie maatregelen te treffen.

De lokale visvereniging

& wildbeheereenheid

Als er sprake is van vissterfte of risico op vissterfte dan kan de vereniging, als direct belanghebbende, relevante adviezen geven over de aanpak ter plaatse en hulp geven bij de aanpak. Ook kan de vereniging desgewenst gevraagd worden om te assisteren bij de eventuele ruiming van dode vissen op het water en op de oevers.

In geval van blauwalg, botulisme of andere ziekteverwekkers in ander oppervlaktewater dan zwemwater: ( ingeval van langdurige droogte wordt vanuit Rijkswaterstaat het waterschap benaderd om de locaties van blauwalg te registreren en door te geven. medewerker proces monitoren watersystemen.

In tegenstelling tot bij zwemwater is bij andere oppervlaktewateren het betreffende stroomgebied verantwoordelijk voor de te treffen maatregelen. Zij wordt daarbij in belangrijke mate geassisteerd en ondersteund door de afdeling monitoren watersystemen. Het proces monitoren heeft afspraken met GWL voor monitoren en analyse. .

Meest betrokken medewerker/piketmedewerker

Deze meldt de locatie van de verontreiniging aan de medewerker monitoren watersysteem en treft ( in overleg met een medewerker waterkwaliteit) de noodzakelijke maatregelen, bijv. het ruimen van dode dieren conform het werkplanproduct ruimen kadavers/dode vis, blauwalg en Botulisme. Hij draagt er zorg voor dat in geval van botulisme actief gezocht wordt naar besmette dieren en maakt daarover afspraken met de jachtopzichter.

Versie 2.00 februari 2008 24

Eventueel worden er logistieke afspraken gemaakt met andere opzichters over het transport van de kadavers. In geval van twijfel over botulisme of pseudo-vogelpest worden verse dieren direct naar ID-DIO ( Instituut voor veehouderij en diergezondheid gebracht. Edelhertweg 15, 8219 PH Lelystad. Tel: 0320 238238 In geval van zieke vogels kan het vogelopvangcentrum te Tilburg worden ingeschakeld. Let op de hygiënevoorschriften! Zie werkplanproduct ruimen kadavers/dode vis, Blauwalg en Botulisme

Proces monitoren watersystemen

De medewerker monitoren watersysteem draagt zorg voor de bemonstering en de identificatie en analyses door GWL De medewerker monitoren verwerkt de gegevens in een databank De medewerker monitoren onderhoudt het contact met Rijkswaterstaat. De medewerker monitoren informeert een medewerker waterkwaliteit en de pm informatievoorziening en maakt afspraken over de in- en externe communicatie. NB: in een periode van langdurige droogte zullen al deze medewerkers deel uitmaken van een operationeel team. Van daaruit vindt de coördinatie plaats.

Proces inrichten en uitvoeren communicatie

Het team communicatie verzorgt de communicatie naar de pers van een melding van blauwalg/botulisme door middel van een persbericht.

Proces ontwikkelen watersystemen, medewerker waterkwaliteit. ( zie taakomschrijving bij zwemwater)

Adviseert ten aanzien van de te nemen maatregelen.

Stroomgebied ( in geval van langdurige droogte via actieteam)

Verzorgt de communicatie naar eigenaren en gemeenten. Plaatst voor eigen voor wateren in beheer van het waterschap borden. Let op: In geval van langdurige droogte kan het operationeel een communicatiebeleid invoeren. Locaties en acties altijd doorgeven aan de medewerker monitoren!

Welke maatregelen moeten worden getroffen op initia tief van het waterschap:

Mogelijke te treffen maatregelen (beoordeel of de voorgestelde maatregel gewenst is)

Aandachtspunten Bij zwemwater is de provincie het bevoegde gezag om de maatregelen op te

Versie 2.00 februari 2008 25

leggen. Het waterschap kan aanvullende maatregelen opleggen tot bescherming van het overig oppervlaktewater in beheer van het waterschap of om te adviseren omtrent de effecten van de maatregelen voor het overige oppervlaktewater.

Blauwalgen Middels borden tijdelijk toegang tot het water verbieden Geen korte termijn bestrijdingsmaatregelen mogelijk. Isoleren, Waterinlaat vanuit water met blauwalg stopzetten, Drijflagen laten afzuigen (kolkenzuiger /skimmer).

Voorkom actieve verspreiding,

Cercarien Middels borden tijdelijk toegang tot het water verbieden Geen korte termijn bestrijdingsmaatregelen mogelijk.

Botulisme Middels borden tijdelijk de toegang tot het water verbieden

Na een periode van twee weken na de laatste dode vogel/vis geconstateerd te hebben, kunnen de borden verwijderd worden. Het risico is dan verdwenen. Bij gemeentelijke wateren kan dit advies aan de gemeente gegeven worden. Bij wateren in het beheer van het waterschap zal de opzichter deze controles moeten uitvoeren of uit laten voeren.

Dode dieren ruimen en actief zoeken. Dode dieren zijn de grootste bron van besmetting door snelle groei van de bacterie. Voor het zoeken kan de hulp worden ingeroepen van de betreffende wildbeheereenheid of visvereniging

Zieke vogels naar vogelopvangcentrum(spoelen)

Slechts sporadisch zal het nodig zijn een dood dier te laten onderzoeken voor bevestiging van de doodsoorzaak. Dergelijk onderzoek wordt uitbesteed aan .PM.

Doorspoelen met zuurstofrijk water Opmerkingen voor het op- of afschalen van de afhand eling van de incidentmelding:

In geval van ziekteverwekkers voor mens en dier zal het in veel gevallen op meerdere plaatsen voorkomen en zal een regionale ofwel landelijke aanpak gewenst zijn. Opschaling

Versie 2.00 februari 2008 26

naar schaal 2 en het oprichten van een operationeel team dat participeert in de landelijke of regionale aanpak. Bij zwemwater is de provincie het bevoegd gezag tot het treffen van maatregelen. In geval van langdurige droogte zal Rijkswaterstaat het voortouw nemen. ( zie ook draaiboek waterschaarste) Vaak zal de oorzaak van het voorkomen van ziekteverwekkers gelegen zijn in een lange periode van droogte. Voor de activiteiten in verband met droogte wordt verwezen naar het draaiboek droogte. Algemene aandachtspunten in verband met eventuele n azorg

Het proces monitoren coördineert in de zomermaanden de (digitale) registratie van de locaties waar blauwalgen, botulisme en cercariën zijn geconstateerd.

Nazorg activiteiten zullen al snel betrekking kunnen hebben op de betaling van de kosten voor ruiming van afval en dode vissen, alsmede eventuele kosten gemoeid met afvoer. De afhandeling van nazorg kan worden vergemakkelijkt als de feiten goed zijn vastgelegd in rapporten eventueel voorzien van foto’s of video e.d. Afspraken in het veld ten tijde van de afhandeling van het incident moeten goed worden vastgelegd en worden bevestigd. Het verdient aanbeveling, adat het incident is afgehandeld, nogmaals een keer of enige malen de locatie ter plaatse te controleren. Als omwonenden aangeven schade te hebben geleden kan worden bekeken of het schadeformulier uit het calamiteitenplan kan worden gebruikt. Extra aandachtspunten voor Communicatie en Voorlich ting Voor de procedures die moeten worden aangehouden, wordt verwezen naar het Calamiteitenplan.

Burgervoorlichting. In geval van zwemwater vindt communicatie naar de burger plaats door de provincie. Provincie heeft daarvoor de volgende middelen: Sluiting van zwemlocaties, bekendmakingen op de zwemwatersite, persbericht in regionale krant en berichtgeving op teletekst. Voor overige wateren: Afhankelijk van de locatie en de omvang kan worden gekozen voor persbericht, het plaatsen van borden. Mediavoorlichting Communicatie met samenwerkingspartner Als bij burgervoorlichting. Interne communicatie Denk aan incidentformulier. Denk aan wat er aan leerpunten voor je collega’s te halen zijn uit het incident. Overleg met de coördinator calamiteitenzorg hoe die leerpunten te verspreiden in de organisatie.

Versie 2.00 februari 2008 27

Beeldvorming Visuele verontreiniging en stank als gevolg van lozing dragen in het algemeen bij aan negatieve beeldvorming. De slagvaardigheid van het waterschap kan de beeldvorming in het positieve trekken. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden moeten helder zijn en duidelijk maken dat het waterschap met de nodige daadkracht aan het werk is gegaan om de gevolgen van het incident weg te nemen.

Versie 2.00 februari 2008 28

6. Afstemming intern en extern

Contactpersoon IW (team waterkwaliteit voor Rijkswaterstaat /LCW

1e contactpersoon: Mark Scheepens 2e contactpersoon: niet bekend Correspondentie bij afwezigheid van Mark Scheepens via: E-mail: [email protected]

communicatie Voor externen: [email protected] Voor interne berichten: mailbox

communicatie Vergunningverlening en toezicht houden. Hoofd V&H: Rex Verkaik of diens

plaatsvervanger. e-mail: [email protected] tel: 0411 618249 mobiel: 06 55356017

gebiedsmanagers ( actieteamleiders) Beerze reusel: Frans van Dongen Beneden Dommel: Rob van Veen Boven Dommel: Wim Hoeben

Procesmanager structureren en in stand houden calamiteitenzorg

Lisanne Leenaerts Voor algemene informatie calamiteitenzorg 0411 -618306

Procesmanager bestrijden calamiteiten watersysteem

Rob de Haan 06 52483217

Contactpersoon van de Dommel voor Rijkswaterstaat in geval van kortingsmaatregelen in kader van het draaiboek Laag water Midden-Limburgse en Noord-Brabantse kanalen.

Stroomgebied Beneden Dommel Tel: 0411 661060 Contactpersoon : e-mail: [email protected] Mobiel: 06 52483221 In verband met mogelijke vervanging copie aan : [email protected] , [email protected] en ( alle werkzaam op stroomgebiedskantoor Beneden Dommel. Algemeen telefoonnummer: 0411 661060

Contactpersoon van Rijkswaterstaat : [email protected] Tel : 073 6817793

Uitbreiden met telefoonnummers provincie ; destructiebedrijven en andere instanties in verband met ruiming dierziekten. ( Kees Smulders en Mark Scheepens)

Bijlage 1: Ecologische risico’s bij laagwater, droo gte, warmte en klimaatverandering. Hieronder worden maatregelen benoemd om ecologische schade bij warm weer of waterschaarste te beperken.

Versie 2.00 februari 2008 29

Schadelijke effecten bij langdurig warm en droog we er als gevolg van zeer lage afvoeren/peilen:

� Droogvallen c.q. waterdiepte van <20 cm. middenlopen; <10 cm in bovenlopen � Gebrek aan stroming, kritische zuurstofwaarden � Stijging watertemperatuur boven 24 graden � Sterke en plotseling verandering in zuurgraad

ALGEMENE DROOGTE MAATREGELEN ECOLOGISCHE SCHADEBEPE RKING Deze maatregelen worden voorgesteld vanuit ecologische belangen. Uiteraard zal in het operationele team een bredere afweging gemaakt moeten worden, waarvan de ecologische maar één van de vele belangen zijn. Kwantiteit: Water vasthouden en besparen:

1. Beperken van alle vormen van onttrekking, aflaat, oeverinfiltratie, irrigatieaanvoer, beregening (m.u.v. veedrenkpompjes?) in of direct naast beken en onttrekking en inlaat uit oppervlaktewater stoppen. Uitzondering zie: prioriteit I wateren

2. een structureel verbod overwegen bijv voor deelgebied 1+2 ten zuiden van Wilhelminakanaal en omgeving Kampina voor periode 1 mei-1 oktober.

3. Meanderende, waternatuur-trajecten krijgen alle afvoer bij Q <5% 4. Vistrappen knijpen met behoud van kleine lekstroom ter verversing 5. Watermolen-stuwen: hoogzetten, niet meer laten draaien tenzij dit vanwege

voldoende afvoer nog steeds kan zonder groot peilverlies/ grondwaterstanddaling (Dommel, Kleine Dommel, Beerze). Geldt ook voor particuliere waterkrachtopwekking. (Nieuwe bepaling in Keur/Verordening voor nodig?? Of gericht aanschrijven onder verwijzing naar algemene zorgplicht voldoende rechtsgeldig?)

Kwaliteit en verstoring: De volgende activiteiten staken/beperken/voorzienin gen treffen om risico’s op (onherstelbare) ecologische schade te voorkomen res p. niet groter te maken : � Maaien agv opwervelend en zuurstofverbruikend slib en maaisel � Baggeren (idem zuurstofverbruik, verminderde zuurstofproductie waterplanten

agv gering doorzicht, extra toxiciteit waterfase agv opwoelen opgeslagen stoffen in sediment)

� Graafwerkzaamheden (idem) � Overstorten (zuurstofverbruik, ammonium) en werkzaamheden die de kans op

overstorting vergroten (bijv het ivm bouw of reparatie tijdelijk uit bedrijf nemen delen van rwzi, rioolgemalen etc. tijdens warm, droog weer

� Extra verstoring van vis en fauna in stresssituatie incl. maaionderhoud, kanovaart, hengelsport)

Anticiperen bij onweersbui/wolkbreuk

� Verdunnen ,doorspoelen, behoud stroming op trajecten waar direct na een wolkbreuk veel overstorten werken zoals Dommel Eindhoven, Kleine Dommel Geldrop, Dommel door Boxtel. Bijv maximaal water door stadstraject sturen, benedenstroomse stuw strijken zodat water in beweging komt en het vuile water zo snel mogelijk doorspoelt/verdunt.

Versie 2.00 februari 2008 30

Prioriteit I Meest waardevolle en kwetsbare wateren :

- Keersopsysteem - aanvoerkanalen Wateringen en Beekloop, - Elzenloop, - Fortjeswaterloop, - aanvoerkanaal Plateaux/Pelterheggen

Extra maatregelen Prioriteit I –wateren: 1. Aanvoer op Beekloop/Keersopsysteem hoogste prioriteit (onvervangbare

zeer bijzondere aquatische natuurwaarden)� structureel regelen via waterakkoord/convenant met beheerders tenminste zorgen voor handhaven van een minimale aanvoer (?100 l/s) via een korte route naar Beekloop om te voorkomen dat het meeste water in de Wateringen zelf al verbruikt wordt (gewasverdamping populieren, bodeminfiltratie.)

2. Aanvoer naar Pelterheggen/Plateaux liefst minimale aanvoer handhaven. Komt in geval van noodgedwongen keuze op 2de plaats (oa zeer zeldzame populaties van Bronlibel en Bandheidelibel)

3. De aanvoer van Tongelreep naar Greveschutven,oostel ijke visvijvers Valkenswaard ; afspraak is hier: dat bij zeer weinig afvoer (<150 l/s er geen water meer verdeeld wordt en alle water vis de vistrap nasar de hoofdloop gaat. Het Greveschutven moet dan gebruik maken van de voorbezonken en gerijpte watervoorraad die in de 5 oostelijke hoge voorliggende vijvers in gerijpt en opgeslagen. Peildaling tot 20 cm is acceptabel voor Greveschutven.

4. Beekloop/Keunensloop/Keersop sub : o Bij een Beekloopaanvoer stuw Liskens van <150 l/s alle verderop gelegen

wateraanvoer dichtzetten te weten: natuur-visvijvers Natuurmonumenten:Liskens en Pastoorsweijer; landbouwgebied Achterste Aa en De Beeken, hengelvijvers Westerhoven en Bergeijk

o Bij lage afvoeren alles via vispassages laten lopen. o tot een afvoer van circa 50 l/s vispassages in Beekloop en de

nevenbeekvispassage Keersop Westerhoven NIET knijpen/dichtzetten om schade aan benedenstrooms traject te voorkomen.

Typering: Grensoverschrijdend watersysteem met zeer hoge natuurwaarden van Nationaal en Europees belang. Keersop is aangewezen als Europees Habitatrichtlijngebied (Beekprik, Drijvende waterweegbree en sterenkroos-waterranonkelverbond.) Waarden zijn voor belangrijk deel afhankelijk (geworden) van continuïteit in aanvoer basenrijk kanaalwater.

Prioriteit II Overige beken met kerngebieden voor bijzondere popu laties van stromend watergebonden macrofauna en vissen:

� Groote Beerze en Beerze Rakelbroek, Huygevoort, Baest, Smalbroeken � Rosep � Reusel en De Stroom Wellenseind - De Herdgang (landgoed De Utrecht),

Turkaa (Diessen)

Versie 2.00 februari 2008 31

� Rovertse Leij landgoed Gorp &Rovert � Sterkselse Aa � Tongelreep meandertraject stuw Driebruggen Valkenswaard -

Aalst Verhoogde kans op vissterfte bij droogvallende omle idings- en aanvoerkanalen Als bij xtreem lage afvoeren het laatste water met prioriteit naar de waternatuurbeken gaat dan kan dit betekenen dat er kwantiteits- en of kwaliteitsproblemen op de omleidingskanalen, wateraanvoerweteringen, aanvoervijvers etc ontstaan zoals droogval en vissterfte.

� Wateraanvoer Olen-Sint Oedenrode, � Sterkselsch kanaal, � Omleidingskanaal Groote en Kleine Beerze-Baest.

Mogelijke acties: 1. Met prioriteit zouden in deze wateren laagwater flinke en veel vluchtkommen

aangelegd kunnen worden bijvvoorkeur na duikers/bruggen/stuwen 2. Patrouilleren op dreiging van problemen Zuurstofmeting en waterstand. 3. Bij dreigende vissterfte klaar staan met bij hengelsportvereniging om vis over te

zetten. 4. Eventueel waterschap en brandweer laten vernevelen/beluchten van de

verdiepte vluchtkommen; RWZI- Riool- en gemalenstelsel Eindhoven: Bij sturing door Waterketen op het rioolstels en de rwzi gelden vanuit ecologie de volgende prioriteiten waar het gaat om het zolang mogelijk voorkomen van riooloverstorten: 1. Keersop, Beekloop, Elzenloop, Fortjeswaterloop 2. Dommel- Keersop tot krooshek 3. Tongelreep Aalst-Dommel 4. Stads-dommel Eindhoven max debiet en vlotte doorstroming rn beluchting behouden 5. Gender

Versie 2.00 februari 2008 32

Bijlage 2: communicatieparagraaf Communicatieparagraaf voor draaiboek Calamiteit Dro ogte en andere zomerproblemen. Inleiding Krijgen we in de zomertijd te maken met zomerproblemen als grote droogte, botulisme, blauwalg of vissterfte en dan is ook extra communicatie gewenst. Doel van de communicatie is mensen te waarschuwen (wegblijven bij plassen met blauwalg of botulisme), oplettend te zijn (vissterfte) of gedragsverandering (niet sproeien). Acties Wat te doen bij zomerproblemen:

1. aanpassen website 2. informeren media 3. informeren betrokkenen (in en extern) 4. inschakelen intermediairen

Wat precies te doen hangt af van de aard van de calamiteit. Hierbij gaan we uit van de volgende twee problemen: A. droogte en B. waterkwaliteit. Zijn er echter andere problemen, dan geldt feitelijk dezelfde werkwijze. De informatie gaat altijd over de ‘gouden driehoek bij crisiscommunicatie’”

Bij korte en lange termijn hoort : wat doen wij en wat is het handelingsperspectief van de lezer. Droogte waterkwaliteit 1. aanpassen

website vertel wat er aan de hand is. Wat betekent het voor boer en voor burger. Wat kunnen / moeten mensen doen.

Wat is er aan de hand: Blauwalg / botulisme / vissterfte Wat betekent dit voor de korte termijn: - wij ruimen de rotzooi op - wij onderzoeken - u moet wegblijven met hond,

niet zwemmen etc Wat doen we op de lange termijn: - maatregelen zijn… - u kunt helpen door … meer info..

Wat is er gebeurd?

lange termijn korte termijn

Versie 2.00 februari 2008 33

• Zoveel mogelijk kaarten

gebruiken om locaties te duiden

• verwijzen naar externe links van oa. gemeenten en provincie

2. informeren media Geen bijzondere perscommunicatie omdat we alle betrokkenen al rechtstreeks benaderen. Wel de Q&A lijst* opstellen en invullen. Als het lang duurt en het in publieke opinie een issue wordt pers informeren over relevante zaken (ons beleid, stand in ons gebied, wanneer doen we iets etc)

Persbericht (gebruik hiervoor format) naar relevante pers

3. informeren betrokkenen (in en extern)

boeren / terreinbeheerders waar vergunning wordt ingetrokken per brief informeren / gemeente en provincie informeren / op intranet collega’s informeren

- direct aanwonenden: bewonersbrief / info bord - gemeente: afstemmen wat zij en wij doen Ook andere waterschappen zijn min of meer betrokken en moeten geïnformeerd worden.

4. inschakelen intermediairen

zlto, tbo informeren en vragen ook naar hun achterban op de hoogte te brengen

Info verstrekken over de situatie aan intermediairen oa: gemeente, kanoverenigingen, recreatieplassen etc. Gemeente heeft ook een loketfunctie. Dit moet vooraf goed besproken worden. Handig is om hen ook een lijst met meest gestelde vragen te bieden.

*Q&A lijst = enkele relevante vragen die door pers gesteld kunnen worden beantwoorden. Algemeen geldt dat wij ook in de perioden dat er géén calamiteit is aandacht aan de droogte en waterkwaliteit besteden. Tijdens de calamiteit leggen we ook de link naar andere locaties in Brabant en de landelijke situatie voor wat betreft de calamiteit Voorbereidenden acties:

Versie 2.00 februari 2008 34

o Actuele adressenbestanden, 06-nummers van gemeentevoorlichters en/of dienstdoende ambtenaren bij calamiteiten (communicatie door calamiteitencoördinator, geen media-/perscommunicatie)

o Actuele adressen voorlichters van andere instanties/weten hoe 1e lijnshulp is georganiseerd (voor de actieteams en OT’s)

o Actuele telefoonlijsten (06-nummers) interne calamiteitenorganisatie o Actuele telefoon- en e-mailadressen van de pers o Voorbeeldpersberichten, standaarden en achtergrondinformatie klaar hebben

liggen, die als bijlage kan worden meegezonden (denk ook in scenario’s). o Roosters bij vakanties, weekenden, feestdagen voor bereikbaarheid van een

communicatie-adviseur o Denk aan fotoverslag, fototoestel altijd operationeel. o Pagina’s op internet en intranet klaar hebben staan en in zeer korte tijd

inzetbaar. Internet kan zeer snel geactualiseerd (15 minuten) worden, deze snelheid benutten (Internet vanuit thuis beheerbaar maken voor communicatie-adviseurs).

Versie 2.00 februari 2008 35

Bijlage 3 : ruimen kadavers/dode vis, Blauwalg en b otulisme Proces: RUIMEN KADAVERS/DODE VIS, BLAUWALG en BOTULISME versie : 8 datum : 24-02-06 Code : werkplanproduct 251.02 afdeling : onderhoud

Versie 2.00 februari 2008 36

Versie 2.00 februari 2008 37

proces ruimen kadavers/blauwalg en botulisme

Wat Wie Wanneer

Hoe Formulier(en)

1 Melding, constatering

SG + Ond Er komt een melding binnen (bij het stroomgebied) van vissterfte of kadavers in een watergang, of dit wordt door een van onze medewerkers geconstateerd.

Solitaire waterpartij?

SG Indien het een melding betreft uit een solitaire waterpartij (vijver, ven, buffervijver enz.) is de eigenaar (zie beleidsnota stedelijk water) de eerst aangewezene om de kadavers te ruimen. Voor watergangen in onderhoud bij het waterschap is het W.S. zelf verantwoordelijk. Voor scheepvaartkanalen gelden aparte afspraken. Gezien vanuit de algemene verantwoordelijkheid voor waterkwaliteit blijft het waterschap wel verantwoordelijk als achtervang.

2 Contact eigenaar

Opz. (evt. ruggespraak met kant.)

Er wordt contact gezocht met de eigenaar om afspraken te maken

3 Onderzoeken Kantonnier Afhankelijk van de eerdere bevindingen wordt door het stroomgebied onderzoek verricht naar aard en omvang van de melding. Dit geldt voor alle oppervlaktewateren

1 persoon? SG Inschatting van aantal benodigde mensen 4 Verzamelen/

afvoeren Kantonnier Wanneer de conclusie onder punt 3 is dat de melding

door 1 persoon opgelost kan worden, werkt deze de melding af. De kadavers c.q. dode vis worden verwijderd en afgevoerd m.b.v. door waterschap ter beschikking gestelde materialen en naar de hiervoor aangegeven plaatsen. (zie ook verderop).

5 Plannen capaciteit

SG, uitvoerder Ond.

Wanneer geoordeeld wordt dat meerdere personen bij de verwijdering en afvoer betrokken moeten worden, wordt hierover contact opgenomen met de betreffende medewerker instandhouden. Deze zorgt, dat de calamiteit met voorrang wordt opgelost, waarbij andere werkzaamheden evt. worden stilgelegd.

Besmetting? Kantonnier Er wordt bekeken of er sprake is van besmetting. Bij vissterfte onderzoek doen naar oorzaak door monsterneming en bepalen zuurstofgehalte, zuurgraad (PH) en geleidbaarheid.

6 Inschakelen onderzoeks-bureau

Kantonnier, opzichter

Indien vermoeden bestaat dat kadaver is besmet (vnl. botulisme bij eenden) wordt dit in overleg met de betreffende opzichter voor onderzoek opgestuurd naar DLO (dienst landelijk onderzoek) afdeling DSU postbus 65 8200 AB in Lelystad . Hiervoor kan ook een koeriersdienst ingeschakeld worden.

Versie 2.00 februari 2008 38

Door het CIDC Lelystad (Centraal Instituut DierziekteControle Lelystad) zijn er richtlijnen opgesteld voor het aanleveren van diermonsters (kadavers vis, watervogels) bij onderzoek naar Botulisme, visziekten en Blauwalgengifstoffen. Het monster moet vers (binnen 1 dag of ingevroren), lekdicht verpakt en voorzien van koelelementen worden aangeleverd met daarbij een aanvraagformulier . Het monster kan zowel per post als per koeriersdienst worden aangeleverd. Let op! Niet volgens voorschrift aanleveren kan leiden tot weigeren van analyseaanvragen. Dit aanvraagformulier met meer details dan hierboven aangegeven kun je zelf downloaden op :

www.cidc-lelystad.nl zie onder "inzendingen" of afdeling DSU (Dispatching Service Unit) bellen: 0320-238438 email: [email protected]

7 Informeren van derden

Kantonnier en opzichter

Als botulisme of blauwalg wordt geconstateerd moet de betreffende vindplek worden gemarkeerd met bordjes (in samenwerking met gemeente) , zodat dit voor derden zichtbaar is. De media en de betreffende gemeente informeren over plaats, omvang en gevaar. Dagelijks inspecteren op kadavers tot moment dat er gedurende 3 dagen geen sterfte meer is opgetreden.

Afhandelen Kantonnier en opzichter

Bij een botulismebesmetting kan na 14 dagen dat er geen dode vissen of vogels gevonden zijn, de waarschuwing opgeheven worden. Dit betekent dat de borden bij de locaties verwijderd kunnen worden.

8 Verzamelen/ afvoeren

Ond/ SG Dode vis en kleine kadavers worden verzameld in kuipen. Deze kuipen moeten, afhankelijk van de vindplaats, worden geledigd in de door het waterschap ter beschikking gestelde minicontainers (kliko’s) of kadavertonnen op de RWZI Eindhoven, RWZI Soerendonk, Stroomgebiedskantoor Beneden Dommel of Sluis Haghorst. Er moet een melding aan Rendac voor losse kadavers in of onder kadaverton (Tel 0499-364602) voor kliko-melding) gedaan worden indien kadavers opgehaald moeten worden. Hoe te handelen bij het aanmelden van een kadaver kun je zien op de bijgevoegde bijlage. Vergeet hierbij ook niet de laadplaats te vermelden. Voor de locatie kanaaldijk Haghorst regelt RWS dat de kadavers opgehaald worden. Bij problemen overdag kan een beroep gedaan worden op Mark Loeffen van RWS(Tel 013-5491491) De bij Rendac bekende laadplaatsen voor dode vis en kleine kadavers zijn 1. Kanaaldijk 1 5089 NV Haghorst, 2. Luchense Heide 50 5731 PX (svi Mierlo), 3. V. Oldenbarneveldlaan

Versie 2.00 februari 2008 39

5631 AG (rwzi Eindhoven), 4. Binckhorst 3 5655 JH (krooshek Eindhoven), en 5. Perkstraat 1 6027 RC (rwzi Soerendonk) Voor kadavers die zich niet bevinden op een van deze laadplaatsen zie verderop bij grote kadavers. Daarnaast is het mogelijk om kadavers te brengen bij de milieustraten van de RAZOB (Zuidoost Brabant) en de BAT (omgeving Tilburg). Van deze laatste mogelijkheid mag slechts in uitzonderingsgevallen gebruik gemaakt worden. Legitimatie is verplicht. Actie stroomgebied en Onderhoud Grote kadavers moeten worden afgedekt met een afdekbak en op een plek neergelegd worden, zo dicht mogelijk bij de vindplaats maar langs de openbare weg (Actie Onderhoud), Deze kadavers moeten gemeld worden bij Rendac middels het faxen (Fax 0499-364566) van het “aanmeldingsformulier incidentele partijen. Bij het kadaver moet een exemplaar van het formulier ondertekend aanwezig zijn. Anders wordt het kadaver niet meegenomen. Een alternatief is dat er iemand aanwezig is die het formulier kan ondertekenen. De formulieren kunnen per locatie bij Rendac worden opgevraagd. Indien het kadaver niet bij een huis ligt moet duidelijk aangegeven worden aan Rendac waar het kadaver opgehaald moet worden (dus bv melden dat kadaver ligt in de langstraat postcode 5280 te Boxtel 200m voorbij huisnummer 3). Actie stroomgebied.

Grote kadavers?

SG

9 Informeren instanties?

Opzichter en plv’ers

Per geval bekijkt het stroomgebied of het informeren van instanties, gebruikers en media noodzakelijk is. Bij gebruikers moet gedacht worden aan watersportverenigingen, hengelsportverenigingen en buurtbewoners (geef o.a. ook aan dat er geen huisdieren in het water mogen komen). Indien gewenst wordt met de gemeente overlegd op welke wijze het publiek het beste kan worden geïnformeerd. Binnen de gemeenten waar met enige regelmaat vissterfte, botulisme e.d. voorkomt, worden door het stroomgebied afspraken gemaakt over een onderlinge taakverdeling

Hierbij altijd afdeling Communicatie inschakelen

10

Verhalen kosten

Opzichter en plv’er

De rechtmatige eigenaar van de grote kadavers proberen te achterhalen en deze zelf het kadaver op laten ruimen c.q. de kosten op eigenaar verhalen. Hiervan ook de AID (Algemene Inspectie Dienst) op de hoogte stellen (Tel: 040-2563800). Er moet sinds de BSE-, dioxine en varkenspest problematiek fors betaald worden door de aanbieder. Het dumpen van

Versie 2.00 februari 2008 40

kadavers in watergangen zal hierdoor flink stijgen. De AID wil dit monitoren en heeft daarom onze gegevens nodig1 De AID monitort het dumpen van kadavers direct vanuit de meldingsgegevens van Rendac. Dit betreft kadavers die niet terug te leiden zijn tot een eigenaar. Wel willen zij, evt. in aanvulling op ons eigen onderzoek, gegevens om onderzoek mee te doen, zodat zij de eigenaren van kadavers hierop kunnen aanspreken.

1 Zie bijlage

Versie 2.00 februari 2008 41

Doel proces: Definities: Bij het ruimen van kadavers maken we onderscheid in: 1. het verwijderen van dode vis en/of kleine kadavers (zoals honden, katten, eenden,

ganzen, zwanen, reeën) uit het water en het vervoer hiervan naar ophaalplaats. 2. het verwijderen, vervoeren of op laten halen van grote kadavers (zoals runderen,

schapen, paarden, varkens) Risico’s: Infectie-gevaar Veiligheidseisen/ Arbo: 1. wegwerpoverall en wegwerphandschoenen 2. Voorkom direct contact met kadavers 3. veiligheidsmiddelen en –eisen die aan het werken met machines en werktuigen

verbonden zijn. 4. Afhankelijk van de omvang van het werk en de risico’s die hieraan verbonden zijn

wordt door de betrokken persoon beoordeeld of er extra mensen en/of materieel ingeschakeld

moeten worden.

Welke gereedschappen/materialen worden gebruikt c.q. zijn beschikbaar: 1. 3 afsluitbare aanhangwagens voorzien van een kunststofbak. De aanhangers zijn

bedoeld voor het vervoeren van de kleinere kadavers naar de eerdergenoemde containers. Voor dode vis, eenden e.d. zijn per aanhanger 3 afsluitbare tonnen (± 75l) beschikbaar die in de aanhanger passen. De aanhangers zijn gestationeerd bij de stroomgebiedkantoren van de BZ/RS en Beneden Dommel en bij de sluis in Eindhoven.

2. Trekker + autolaadkraan + kipwagen of JCB + kar voor het verwijderen en vervoeren van grote kadavers naar ophaalplek

3. 4 afdekbakken voor het afdekken van de grote kadavers. De bakken zijn gestationeerd bij de stroomgebiedkantoren van de BZ/RS en Beneden Dommel, de RWZI te Soerendonk en bij het krooshek in Eindhoven.

4. 3 stevige schepnetten per stroomgebied (in gebied Boven Dommel 5 stuks). Deze worden opgeslagen op de stroomgebiedkantoren van de BZ/RS en Beneden Dommel, in het magazijn van de afdeling Onderhoud op de RWZI te Soerendonk (2 stuks) en bij het krooshek te Eindhoven.

5. 3 boten met buitenboordmotor. Deze zijn gestationeerd op het stroomgebiedkantoor van de Beneden Dommel, bij de RWZI te Soerendonk en bij het krooshek te Eindhoven.

6. Wegwerpoveralls en –handschoenen. Deze worden besteld en op voorraad gelegd per stroomgebiedkantoor door zowel Onderhoud als Stroomgebied

7. Halomiet voor bestrijding van stank en ontsmetting. Dit wordt opgeslagen bij alle locaties waar afdekbakken en tonnen gestationeerd zijn. Afdeling Onderhoud zorgt voor aanschaf.

8. Op elk stroomgebiedkantoor bevindt zich apparatuur voor het nemen van monsters en materialen voor het meten van PH (zuurgraad), zuurstof en geleidbaarheid van het water.

Versie 2.00 februari 2008 42

9. Waarschuwingsborden voor aanwezigheid van botulisme. Stroomgebied zorgt voor aanschaf hiervan.

10. Koelcontainers waarin de kleine kadavers opgeslagen kunnen worden. Deze zijn gestationeerd op de RWZI Eindhoven (er ligt een sleutel in sleutelkast stroomgebiedkantoor Boven Dommel om na werktijd op terrein te kunnen), stroomgebiedskantoor Beneden Dommel en Sluis Haghorst (altijd bereikbaar). Normaal gesproken staat de koeling af. Deponeer je iets in een van de kliko’s, dan moet je de stekker even in het stopcontact steken. Daarnaast kunnen de kleine kadavers gebracht worden naar het BAT (Brabants Afval Team, openingstijden op werkdagen van 8.00 uur tot 17.00 uur) te Tilburg, adres Ceramstraat 6 (Tel 013-5839381) Met het BAT is een overeenkomst gesloten dat kadavers van eenden, vissen e.d. tegen een tarief van € ? per aanbieding gebracht kunnen worden.

Kwaliteitseisen: Werken volgens regelgeving en gemaakte afspraken Milieu eisen: 1. Schoonspuiten van gebruikte tonnen, bakken na gebruik, op een spuitplaats

waarvan water opgevangen wordt in het riool 2. Nadat de kadavers zijn opgehaald de kliko’s schoonmaken en de koeling afzetten

Opleidingseisen: 1. Mondelinge instructie door leidinggevende of door hem aangewezen persoon 2. Vaardigheid in het gebruik van zuurstofmeter, PH-meter, geleidingsmeter en het

nemen van monsters door instructie voor kantonniers, opzichters en uitvoerders. Jaarlijks wordt deze instructie opgefrist.

3. Draaiboek bereikbaarheids- en calamiteitenregeling Waterschap De Dommel 4. Informatie m.b.t. het aanleveren van kadavers bij Rendac kan opgevraagd worden

onder telefoonnummer 0499-364566 5. Deze werkplanbeschrijving

Prestatie indicatoren: � gemiddelde responstijd (tijdsverloop tussen melding en daadwerkelijke verwijdering)

per verwijdering. � tijdsbesteding per verwijdering (kengetal) (Informatieverstrekking/sturing/kostprijsberekening/bewaking)

D.m.v. urenverantwoording en specificatie kosten (kosten gereedschap, kleding e.d.). deze gegevens gebruiken voor informatie bestuur en management en bijhouden kosten

voor (bij)sturing en verantwoording. Via media en het plaatsen van waarschuwingsborden inwoners informeren over

botulisme. Jaarlijks in januari wordt deze werkplanbeschrijving gecontroleerd en indien nodig aangepast. De verantwoording hiervoor ligt bij Hoofd Onderhoud en de drie plv-

stroomgebiedmanagers.

Versie 2.00 februari 2008 43

Bijlage 4: gebiedsindeling (gebied 1 t/m 3) voor on ttrekkingsverboden

Versie 2.00 februari 2008 44

Versie 2.00 februari 2008 45

Versie 2.00 februari 2008 46

Bijlage 5: gebiedskenmerken van de drie stroomgebie den

Versie 2.00 februari 2008 47

Versie 2.00 februari 2008 48

Versie 2.00 februari 2008 49

51

52

Bijlage 6: Meetnet waterkwaliteit

53

54

Bijlage 7: Meetnet droogvallende waterlopen Meetnet droogvallende waterlopen Achtergrond Met behulp van het meetnet droogvallende waterlopen kan een overzicht van de mate van droogval in het beheersgebied van de Dommel worden verkregen. Sinds juli 1992 is het meetnet droogvallende waterlopen operationeel. Dit meetnet levert essentiële informatie over de hydrologische toestand van het beheersgebied tijdens droge perioden en levert op deze manier een belangrijke bijdrage aan de watersysteemkennis. Tijdens het toewijzen van de meetpunten is vooral rekening gehouden met de aanwezigheid van droogtegevoelige natuur. Het meetnet Droogvallende waterlopen geeft informatie over welk deel van een waterloop droog komt te staan en wanneer dit gebeurt (variatie in ruimte en tijd). De variatie in ruimte is zichtbaar door de ligging van de meetpunten ten opzichte van elkaar. Bovenstrooms zal normaliter eerder droogval optreden dan benedenstrooms. De variatie in tijd wordt inzichtelijk gemaakt wanneer de droogval van verschillende maanden met elkaar worden vergeleken. Zo treedt in augustus normaal gesproken meer droogval op dan in mei. In 2004 is het meetnet geëvalueerd en geoptimaliseerd waardoor het meetnet van 75 naar 51 meetpunten is gereduceerd. In april 2005 is een start gemaakt met het geoptimaliseerde meetnet Droogvallende waterlopen. Vanaf 2006 worden de resultaten van de voorafgaande meetseizoenen jaarlijks gepresenteerd in Feiten & Cijfers. Figuren In de figuren 1, 2 en 3 zijn analyse resultaten van het meetnet over de periode 1993-1998 gepresenteerd. De variatie in tijd is zichtbaar wanneer figuur 1 (mei maanden) en figuur 2 (augustus maanden) met elkaar worden vergeleken. Figuur 3 geeft een algemeen beeld met betrekking tot het droogvallen van waterlopen in het volledige beheersgebied van het waterschap. Deze kaart geeft de droogval over de periode mei tot en met augustus weer. Figuur 4 presenteert de resultaten van het geoptimaliseerde meetnet droogval van het jaar 2005. Ieder jaar worden de resultaten van droogval gerapporteerd in Feiten & Cijfers (jaarverslag team meetnet).

Figuur 1: Frequentie droogval mei maanden 1993-1998 (getallen in de kaart zijn nummers van de meetpunten)

56

Figuur 2: Frequentie droogval augustus maanden 1993-1998 (getallen in de kaart zijn nummers van de meetpunten)

57

Figuur 3: Frequentie droogval mei tot en met augustus 1993-1998 (getallen in de kaart zijn nummers van de meetpunten)

58

Figuur 4: Overzicht meetnet droogvallende waterlopen 2005

59

Bijlage 8: beleidslijn Nautisch beheer bij laag wat er Kanoverbod: Bij lage peilen kan kanovaart leiden tot structurele beschadiging van de waterbodem. Dit heeft ook de opwerveling van bodemdeeltjes (slib en zand) tot gevolg, wat weer effect heeft op onder andere het doorzicht en de hoeveelheid nutriënten in het water. Er kan worden geconcludeerd dat er minimaal 35 cm waterdiepte nodig is om nog nét zonder onaanvaardbare schade te kunnen (kano)varen. Alleen voor Canadezen is meer waterdiepte nodig: namelijk 45 cm, omdat deze peddels dieper in het watersteken. Op grond van het beleid Nautisch Beheer wordt daarom een traject gesloten voor kanovaart met canadezen wanneer er minder van 45 cm waterdiepte is. Bij minder dan 35 cm waterdiepte wordt een traject volledig gesloten voor alle (kano)vaart. Voor het traject op de Boven-Dommel (vanaf de Belgische grens tot aan de Venbergse watermolen) is op basis van de algemene benodigde waterdiepte doorberekend welk peil nodig is bij de instapplaats bij Borkel en Schaft. Dit is namelijk veruit de belangrijkste instapplaats op dit traject. Uit deze berekeningen blijkt dat als het peil bij Borkel en schaft onder de 26,56 NAP komt, er op het traject tot aan de Venbergse watermolen onvoldoende water is om te kunnen (kano)varen. Door middel van een peilschaal (met uitleg) kan aan iedereen ter plekke worden uitgelegd of er wel of niet gekanood mag worden Indien geconstateerd wordt dat het peil onder dit minimum is gekomen kan de betreffende gebiedsmanager, na overleg met de portefeuillehouder, een besluit nemen tot sluiting. Na bekendmaking van deze tijdelijke sluiting is kanovaart op dit traject verboden. Deze bekendmaking kan plaatsvinden door middel van een bord, een bekendmaking in de krant en het aanschrijven van de betreffende ontheffingshouders. Bij Borkel en Schaft geldt de peilschaal met uitleg als officiële bekendmaking wanneer het peil te laag is. Dat betekent dat indien het peil onder het aangegeven niveau komt, het verbod per direct ingaat. Zonering recreatievaart. Naast een mogelijk kanoverbod is er sprake van een zonering recreatievaart. In onderstaande figuur wordt het aantal toegestane kano’s per seizoen aangegeven.

60

61

Bijlage: contactpersonen bij droogte Beneden Dommel zomerproblemen contactpersonen bij Gemeenten

gemeente naam contactpersoon e-mailadres e-mail vervanger tel.nr. gebied

Best Giovanni Daams [email protected] 0499-360370 Beneden Dommel

Boxtel Algemeen servicenr. 0411-617910 Beneden Dommel

Boxtel Frank Zoontjes [email protected] 0411-617914 Beneden Dommel

Boxtel Peter vd Sande [email protected] 0411-617913 Beneden Dommel

Haaren Arno Pullens [email protected] 0411-627240 Beneden Dommel

Loon op Zand Mark Kuijsten [email protected] 0416-289199 Beneden Dommel

Oisterwijk Ad Melis [email protected] 06-15023105 Beneden Dommel

s-Hertogenbosch Arnold de Haart [email protected] 073-6155155

Beneden Dommel

Sint-Michielsgestel Pieter van Uden [email protected] 073-5531200

Beneden Dommel

Sint-Michielsgestel Adriaan Bressers

[email protected] 073-5531228

Beneden Dommel

Sint-Oedenrode Desiré Linotte [email protected] 0413-481293 Beneden Dommel

Son en Breugel Ton Verkooien [email protected] [email protected] Beneden Dommel

Tilburg Rob Braspenning [email protected] 013-5428689 Beneden Dommel

62

Vught Adri van der Schuit [email protected] 06-53640774 Beneden Dommel

Beerze en reusel zomerproblemen contactpersonen bij Gemeenten gemeente naam contactpersoon e-mailadres e-mail vervanger + CC tel.nr. gebied Reusel-de Mierden [email protected] Beerze Reusel Hilvarenbeek W van Logten [email protected] [email protected] Beerze Reusel Baarle Nassau [email protected] Beerze Reusel

Oirschot

C vd Schoot (buiten de bebouwde kom) W van den Berg (binnen de bebouwde kom)

[email protected]

[email protected] Beerze Reusel Goirle F Berskens [email protected] Beerze Reusel Bladel K Willems [email protected] Beerze Reusel Oisterwijk F Veeke [email protected] Beerze Reusel

63

Contactpersonen Boven Dommel (Gemeenten + overigen) Gemeenten

Cranendonck Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Ad Goovers Opzichter

onderhoud watergangen

06-22374015 Gemeentewerf Budel

Eersel Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Peter Verhagen Opzichter 0497-531300

06-10562573 [email protected] Gemeente Eersel

Dijk 15 Postbus 12 5520 AA Eersel

Sjaak Bierens Opzichter 0497-531300 06-51240713

[email protected] Gemeente Eersel Dijk 15 Postbus 12 5520 AA Eersel

Eindhoven Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Henk van de Brink Beheerder

opervlaktewater 040-2386083 06-51408578

[email protected] Gemeente Eindhoven Postbus 998 5600 AZ Eindhoven

Johan van Lijssel Beheerder rioleringen

040-2386735 [email protected] Gemeente Eindhoven Postbus 998 5600 AZ Eindhoven

64

Geldrop-Mierlo Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Roel Giesbers Ton van Veen

Opzichter opzichter

06-46162942 06-54962583

Gemeente Geldrop-Mierlo Postbus 10101 5660 GA Geldrop

Heeze-Leende Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Henk van Meerwijk Opzichter

onderhoud watergangen

06-53116465 Gemeente Heeze Jan Deckerstraat 1 Heeze

Nuenen Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Joris Muskens Opzichter 040-2631632

06-51582034 [email protected] Gemeente Nuenen

Jan van Schijnveltlaan 2 Postbus 10.000 5670 GA Nuenen

Someren Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Marty van der Els Opzichter

onderhoud watergangen

06- 22928846 Gemeente Someren Wilhelminaplein 1 Soemeren

Son & Breugel (Industrieschap Ekkersrijt) Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Joep van Genugten Beheerder

Industrieschap Ekkersrijt

0499-491491

Ton Verkooijen Beheerder 0499-491476 06-51278445

65

Valkenswaard Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Leon Klassen Beleidsmedewerker 040-2083495 Gemeente Valkenswaard

De Hofnar 15 Postbus10100 5550 GA valkenswaard

Hans Peels

Beleidsmedewerker 040-2083495 Idem

Chris Sandkuijl

Beleidsmedewerker 040-2083647 idem

Veldhoven Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Wil van Doren Opzichter

Zuid-Oost gebied 06-13838149 Gemeente Veldhoven

Meiveld 1 Postbus 10.101 5501 KA Veldhoven

Hans Reijnders Opzichter Noordelijk gebied

06-53375799 Gemeente Veldhoven Meiveld 1 Postbus 10.101 5501 KA Veldhoven

Jack van de Sande Opzichter Midden gebied

040-2584566 06-51571088

[email protected] Gemeente Veldhoven Meiveld 1 Postbus 10.101 5501 KA Veldhoven

Waalre Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Hans van Geel Opzichter

buitengebied 06-18841472 Gemeente Waalre

Postbus 10.000 Koningin Julianalaan 19 5582 JV Waalre

66

Marco van de Mortel Beheerder Rioleringen

06-23040859 Idem

Peter Langendijk Milieucontroleur 040-2282500 idem OVERIGE

BetonSon Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres VSS Bewaking 0462-361555 Rob Werson Hoofd locatie

beheer 0499-486208 Beton Son B.V.

Ekkersrijt 3301 5692 CJ Son Tel.: 0499-486486

Defensie Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Frank Janssen Terreinbeheerder

mil. vliegveld Eindhoven

016-1292076 06-51574294

Harrie van Rens Terreinbeheerder Strijpse Kampen

040-2664551 06-51028299

Natuurpunt de Wulp Neerpelt Gabby Bollen Medewerkster 0032-11802677 Dommel bovenstrooms de

grens. Tussenstraat 10 3910 Neerpelt.

Provincie Noord-Brabant Sjef Keustermans

Coordinator rattenbestrijding

073-6808770 06-27745233

Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC ‘s-Hertogenbosch

Cees Marijnissen

Afdeling Grondwater

073-6808117 06-18303289

Brabantlaan 1 Postbus 90151

67

5200 MC ‘s-Hertogenbosch Rijkswaterstaat Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Kees van Rooij Opzichter

onderhoud watergangen

040-2808852 Rijkswaterstaat Schubertsingel 32 Postbus 90157 5200 MJ 's-Hertogenbosch

Ruud Egte Opzichter onderhoud watergangen

040-2808814 Idem

Kees van Alphen Opzichter onderhoud watergangen

040-2808862 06-53183014

idem

Wilchem Contactpersoon Functie Telefoon E-mail Adres Marinus de Jong Ongevallen

bestrijding 078-6413988 06-51175725

[email protected] De Biezen 30 3355 ES Papendrecht

Wilco Geurens Ongevallen bestrijding

078-6413988 06-51516140

[email protected] De Biezen 30 3355 ES Papendrecht

ALARMNUMMER 0800-8702020