vzw Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden

53
vzw Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden Viermaandelijks tijdschrift januari 2016 14 de jaargang nummer 36

Transcript of vzw Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden

Maatschappelijke zetel + secretariaat:
Breeërsteenweg 394 3640 Kinrooi Tel. 089 70 29 50 Fax 089 30 53 92
E-mail: [email protected]
BIC KREDBEBB
Viermaandelijks tijdschrift
Dam 22
9160 Eksaarde
E-mail: [email protected]
Redactieleden: Davy Ickx Binkomstraat 70 3391 Meensel-Kiezegem Tel: 016 63 24 16 E-mail: [email protected]
Mark Demulder
Akkerstraat 7
E-mail: [email protected]
Miel Roussard
E-mail: [email protected]
Beste vrienden,
Opnieuw is een jaar zeer snel voorbij gevlogen, met zijn goede en
zijn slechte dagen.
Maar zoals het bij het begin van een nieuw jaar past, wens ik eerst
en vooral mijn dank uit te spreken aan iedereen persoonlijk, die
heeft meegewerkt aan de werking van onze Federatie. Ook dank ik
de gilden, maatschappijen en schutterijen die elk jaar paraat staan
op onze gildedagen. Ik wens dat uitdrukkelijk te beklemtonen.
Uiteraard gaat mijn dank eveneens uit naar al die anonieme werkers
in hun eigen vereniging. Ik wens dit speciaal te benadrukken, want
het zijn niet altijd de beste werkpaarden die de beste haver krijgen.
Wij weten en ervaren zelf hoe moeilijk het is om mensen te vinden
die nog verantwoordelijkheid willen opnemen.
Het bezoek van de Minister van Cultuur tijdens de gildedag in Leuven heeft deuren geopend. We hebben
vruchtbare gesprekken gehad die veelbelovend zijn voor de toekomst. Zoals jullie merken wordt er achter
de schermen duchtig onderhandeld en gewerkt om de Federatie opnieuw haar plaats te geven in de
culturele wereld, een plaats waar ze recht op heeft, een plaats waar elk van onze verenigingen recht op
heeft.
We hebben duidelijk vermeld dat we, als oudste erfgoed van Vlaanderen, een zelfstandige organisatie
willen blijven. We hebben onze eigen grondvesten en die zijn sterk genoeg om ons te dragen.
We zijn gestructureerd in gans Vlaanderen, we hebben podiumkunsten, muziek en trommelkorpsen, we
doen aan historisch schieten, we bewaren zeer waardevolle antieke voorwerpen en geschriften, we houden
tentoonstellingen, we doen aan gildedansen, vendelen, historische optochten en gildefeesten, we doen aan
sociaal werk, we hebben een mooie website, we hebben een digitaal tijdschrift, we bieden een degelijke
verzekering aan enz, enz…
We dragen deze zaken ook uit in gans Europa waar we deelnemen aan grote Europese schuttersfeesten.
En laat ons fier zijn, onze Vlaamse verenigingen zijn wellicht bij de mooiste die er zijn. In feite houden
we ons bezig met een heel gamma uit de folkloristische en vooral culturele wereld.
Wat de toekomst van de Federatie zelf betreft, zijn we optimistisch. Ons aantal leden is opnieuw
gestegen, alsook het aantal verzekerden. Daaruit blijkt dat de Federatie niet uitdooft, integendeel. Onze
visie en werkwijze slaat nog altijd aan. Alleen hebben we momenteel de middelen nog niet terug om onze
activiteiten verder uit te breiden naar de regio’s, maar dit komt hopelijk wel. We willen de regio’s
activeren zodat zij de perfecte aanspreekpunten zijn voor de Federatie. Er zullen tevens een paar culturele
activiteiten meer moeten georganiseerd worden en er zullen demarches gebeuren om nieuwe leden aan te
trekken. Kortom, mogelijkheden genoeg. Vanuit de Federatie kunnen we jullie de verzekering geven dat
we ons zullen inzetten om jullie hierbij te steunen.
Wat onze gildedagen betreft hebben we een vast programma. Het zou natuurlijk interessant zijn om van
jullie ideeën en voorstellen te ontvangen die aanvullend of vernieuwend kunnen zijn. We zullen er vast en
zeker rekening mee houden.
4
Mag ik jullie samen met de familie, van harte het allerbeste toewensen voor het nieuwe jaar: een goede
gezondheid, het behoud of vinden van jullie jobs en vooral veel moed om er opnieuw een fijn gildejaar
van te maken.
Met vriendelijke gildegroeten.
Paul Stoop, voorzitter
Beste lezer,
De eerste maand van het jaar zit er weeral op. Bij deze wil de
redactie zich aansluiten bij de nieuwjaarswensen van de
voorzitter en wenst alle lezers een gezond en gelukkig 2016.
Er wordt wel eens gezegd dat de nieuwjaarswensen in de maand
januari moeten uitgewisseld worden. Onvoorziene omstandigheden
en problemen bij de opmaak van sommige artikels hebben ertoe
geleid dat wij net de eindstreep hebben gemist en wij pas nu, begin
februari, onze nieuwjaarsbrief komen voorlezen, maar hij is daarom
niet minder gemeend.
Wij wensen u zeker ook heel veel leesplezier met dit nummer: de
Federatie leeft en u kan kennis maken met een nieuwkomer, verder
nog nieuws over jarige schutterijen/gilden en allerhande nieuws uit
de verenigingen, van de kust tot de Maaskant. Bedankt aan de
inzenders van de artikels en wij hopen om in de toekomst op u te
mogen blijven rekenen voor het toesturen van wat lectuur. Meteen
krijgt u ook de deadline voor het volgende nummer: graag tegen 15 mei de teksten toesturen op de
gekende adressen (zie blz. 2).
François Van Noten, hoofdredacteur
Tot nu toe stuurden wij de link van het tijdschrift naar zo veel mogelijk e-mailadressen met de vraag
om deze link verder door te sturen naar de andere leden van uw gilde, schutterij of verbond. Op die
manier bereiken wij heel wat leden, maar wij willen dit bereik nog groter maken. Vanaf nu kan je het
tijdschrift ook per mail ontvangen. De werkwijze staat achteraan in het tijdschrift en ook op de website
van de Federatie en gaat als volgt:
Stuur je e-mailadres, samen met de regio en naam van uw gilde
naar [email protected] en gebruik als onderwerp "Inschrijven".
Wil je het tijdschrift niet meer ontvangen? Stuur dan een mail met als onderwerp "Uitschrijven"
naar [email protected].
Vermeld ook hier uw e-mailadres, regio en naam van de gilde.
Bij deze willen wij jullie aandacht vragen voor het volgende:
In de nacht van vrijdag 29 januari op zaterdag 30 januari hebben wij, de Schutterij Sint-Harlindis
en Relindis uit Ellikom, ongewenst bezoek gehad in ons lokaal.
Deze mensen hebben jammer genoeg AL ons drumbandmateriaal meegenomen. Het gaat om 12
snare drums, 3 stellen bongo's, 2 stellen tim-toms, 4 bassen en 3 tenor trommen. Van dit alles
hebben ze ook de standaards, beugels en beschermhoezen meegenomen. De oudste trommel en
materiaal zijn maximaal 3 jaren oud.
Mogen wij jullie vragen om de politie te contacteren indien jullie hier iets van aangeboden
krijgen?
Dank bij voorbaat!!!
7
TE LEUVEN
Op zondag 27 september 2015 waren zo’n 40-tal gilden in Leuven te gast voor de jaarlijkse Gildedag.
De dag begon redelijk fris en met een beetje ochtendnevel, maar gaandeweg werd het zonniger en
naarmate er meer gilden toekwamen, werd het ook gezelliger in het centrum van de stad.
Vanaf 9 uur konden de verantwoordelijken van
de deelnemende gilden zich gaan aanmelden in
de universiteitsbibliotheek. De koningen, keizers
en hun eventuele partners werden samen met de
andere genodigden verwacht voor de ontvangst
in het historische stadhuis. Daar kregen zij een
kleine receptie aangeboden en werden zij
verwelkomd door burgemeester Louis Tobback,
schepen Dirk Vansina en Federatievoorzitter
Paul Stoop.
Sint-Harlindis en Relindis Ellikom
aangemarcheerd, om het bestuur van de Federatie en de andere genodigden op te halen en hen naar de
ingang van de Sint-Pieterskerk te begeleiden. Daar werden zij afgehaald door de suisse, de koster en de
beide priesters, die hen voorgingen tot in het fraaie koorgedeelte.
Wegens restauratiewerken was enkel dit stuk van de kerk beschikbaar, waardoor het net niet lukte om
iedereen een plaatsje te geven. Maar het monumentale uitzicht, het prachtige gezang van het koor
Currende o.l.v. Erik Van Nevel, het mooie orgelspel van organist Joris Verheyden en de grote schermen
waarop de viering ook gevolgd kon worden, zorgden ervoor dat dit snel vergeten werd. Ook de
aanwezigheid van de suisse, die telkens weer de orde in de kerk bewaart en o.m. de lectoren naar het
spreekgestoelte leidde, maakte er een speciale beleving van.
Aan het einde van de mis sprak Paul Stoop nog een
dankwoordje uit, waarna iedereen de Sint-
Pieterskerk verliet en op de Grote Markt op zoek
ging naar het toegewezen nummer voor de optocht.
Een kwartiertje later was de stoet klaar om te
vertrekken en via de Bondgenotenlaan en Jan
Stasstraat bereikten
Onder een stralende
zon werden de verschillende gilden begroet bij het voorbij marcheren aan
het podium, waarna ze zich hiervoor opstelden. Vervolgens werden zij
verwelkomd door Denise Vandevoort, Leuvens schepen van cultuur; Sven
Gatz, Vlaams minister van cultuur en Paul Stoop, voorzitter van de
Federatie.
Na de toespraken was het traditiegetrouw de schutterij van Rotem die het
namiddaggedeelte in gang mocht schieten met enkele kanonschoten,
8
waarna de vaandeldragers hun vaandel naar de voorziene plaats vóór de bibliotheek brachten, en de
koningen en keizers zich met hun gildezilver naar de tentoonstellingsruimte begaven. Daarna was het tijd
voor een middagmaal op het Ladeuzeplein of in een restaurant aan of in de buurt van het plein.
Om 14 uur startten dan de
verschillende namiddagactiviteiten.
volksdansoptredens van de
mogelijkheid om kennis te maken
met het kruisboogschieten op doel,
handboogschieten op liggende wip
en karabijnschieten op pluimpjes.
dit op eigen houtje of via de
wandelzoektocht die door de
Federatie werd aangeboden. Wie
het graag wat hogerop zocht, kon de universiteitsbibliotheek en haar klokkentoren bezoeken. Van op de
toren kreeg je een fantastisch uitzicht over de stad en ook de weg naar boven was interessant, gezien je op
elk van de 5 etages infopanelen vond die telkens een aspect van de geschiedenis van de
universiteitsbibliotheek belichtten.
Zo was het al snel weer 17 uur en tijd
voor het jaarlijkse gastoptreden, dat
ditmaal in handen lag van de Belgische
Tirolergroep ‘Die lustige Floessers’. Al
snel brachten zij de Tiroolse sfeer op het
Ladeuzeplein, en hier en daar ontstond
spontaan een polonaise.
om 18 uur beklom Federatievoorzitter
Paul Stoop andermaal het podium om
iedereen te bedanken voor de
aanwezigheid en de medewerking, en met
de hoop dat het voor alle deelnemers een
fijne dag was geweest. Tot slot nodigde
hij ook alvast iedereen uit op de 15de Gildedag, op zondag 25 september 2016 in Oostende.
Het laatste woord was zoals steeds voor de kanonniers van Rotem, die met enkele ferme kanonschoten de
dag afsloten.
Davy Ickx
Meer foto’s van de 14de gildedag vindt u op de site van de Federatie:
Antwoorden van de wandelzoektocht
Antwoorden op de vragen:
Vraag 1: Onder het beeld van Maria, ter hoogte van de eerste verdieping staan drie borstbeelden. Wie
herkent u hier?
Koning Albert I, koningin Elisabeth, kroonprins Leopold
Vraag 2: Jan Fabre heeft nog een kunstwerk gemaakt met kevers, waar?
Koninklijk paleis in Brussel (Spiegelzaal)
Vraag 3: Op 20.09.2009 werd het museum plechtig ingehuldigd door de 2 prinsessen M. Ondertussen
hebben deze dames het tot koningin geschopt. Graag hun namen.
Prinses Mathilde en Prinses Maxima
Vraag 4: Hoeveel Domus huisbieren worden er geschonken in den Domus?
3: Condomus, Nostra Domus en 1 seizoensbier
Vraag 5: Hoe wordt dit beeldje in de volksmond genoemd?
Fonske
Vraag 6: Wie vinden we terug aan de rechterkant van het 9de venster (van links te tellen) van de tweede
rij?
Sint-Sebastiaan
Vraag 7: Wat is de naam van deze vleugel uit de 18de eeuw?
Rega-vleugel
Vraag 8: Hoe is Adrianus Boeyens nog gekend? Geef zijn titel, naam en volgnummer.
Paus Adrianus VI
Vraag 9: Hoe wordt dit park door de Leuvenaars genoemd?
Gieelenhof
Vraag 10: Wat is het jaartal op het oudste schildje?
1897
Antwoorden op de fotovragen:
Foto 1: Naam van het plein waar dit beeld zich bevindt.
Herbert Hooverplein
Rector Pieter De Somer
Met 5 op een bank
Foto 4: Naam van het beeldhouwwerk.
De kotmadam
Het Moorinneken
Museum M
Schiftingsvraag:
Op zondag 30 augustus 2015 heeft een internationaal gezelschap dezelfde weg afgelegd. Echter zonder de
vragen op te lossen. In hoeveel minuten en seconden deden zij dat?
32 minuten en 53 seconden
11
ORGANISEERT 22STE NATIONAAL KONINGSSCHIETEN
Reeds verscheidene jaren is de eerste zondag van oktober de vaste afspraak voor het Nationaal
Koningsschieten. Op 4 oktober 2015 was het opnieuw zo ver, deze keer werden de deelnemers ontvangen
bij de Schutterij Sint-Martinus Dilsen-Houtissen in Dilsen-Stokkem.
Om 7.45 uur vertrok de bus van het Gewest Diest aan de carpoolparking in Bekkevoort. Na een uurtje op
de bus kwamen we aan in Dilsen-Stokkem, waar we ons in café Biljart tegoed deden aan een lekkere tas
koffie, terwijl de koningen en prinsen zich gingen aanmelden.
Rond 9.40 uur ging het dan naar de Sint-Martinuskerk aan de overkant van de straat, waar de
eucharistieviering zou doorgaan. Even later stapten de uittredende Nationale Koning, Prins en genodigden
in stoet naar de kerk, waar ze afgehaald en naar
voor in de kerk gebracht werden door de
priester en ceremoniemeester Jef Baens.
Traditioneel werden het gebed van de schutter
en het gebed tot de overleden gildebroeders en –
zusters gebeden. Na de homilie werden opnieuw
een aantal verdienstelijke gildeleden
overhandigde Charles-Louis Prins de Merode
namens het Belgisch Overlegorgaan nog een
aandenken aan de organisatie.
kerk, om aan de ingang een erehaag te vormen
voor al de andere kerkgangers. Vervolgens zocht ieder zijn volgnummer voor de optocht op en een
kwartiertje later vertrok de stoet richting feestterrein.
Vlak vóór de ingang van het terrein stond het podium met de genodigden, waar het defilé voor gehouden
werd. Van daar was het nog een klein stukje stappen tot aan de feesttent. Daar zocht ieder een plaatsje op,
terwijl de vaandeldragers zich voor het podium opstelden.
Even later volgden de genodigden, waarna er een welkomstwoordje volgde door de voorzitters van de
organisatie, de Schutterij Sint-Martinus en het Belgisch Overlegorgaan.
Na het spelen van de Belgische en Limburgse volksliederen, werd het 22e Nationaal Koningsschieten
officieel voor geopend verklaard.
opgeklaard en een nog goed voelbaar herfstzonnetje
zorgde voor een aangename dag. Verschillende
mensen genoten buiten aan de tent van de zon en
konden zo natuurlijk ook de wedstrijden goed
volgen.
rondgang deed in en om de tent, en ook de
muzikanten van de Zaete Hermeniej ‘Neet sjoën
mer hel’ speelden de pannen van het dak. Ook de dj
en één van de plaatselijke artiesten brachten sfeer in
de tent.
12
Na een hapje en een eerste drankje was het stilaan tijd om met de verschillende wedstrijden te beginnen.
Zo waren er klassementen voor buksschieten, karabijnschieten op klep, luchtgeweer op blokjes en
boogschieten liggende wip.
De hoogtepunten van de dag waren echter het Konings- en Prinsenschieten. Doch eerst moesten de
voorrondes bij het Koningsschieten afgewerkt worden. Na een kleine optocht vanaf het schutterslokaal
stelden de deelnemende konings- en keizersparen zich op onder de twee schietbomen waarop de
voorrondes zouden gehouden worden. Een korte bezinning en een ‘veel succes’ volgden, en toen barstte
de strijd voor de nieuwe Nationale Koning los.
Bij de Koningsschieting was het de bedoeling dat de zwarte cirkel die rond de vogel getekend was,
uitgeschoten werd. Steeds groter werden de gaten en elk moment kon één van beide schijven vallen. De
linkse kantelde eerst, maar in plaats van naar beneden te vallen bleef ze onderaan vast hangen, zodat er
nog verder geschoten moest worden. Uiteindelijk was het zo ver en even later viel ook de rechtse vogel.
De 5 koningen vóór en na de gelukkige mochten mee naar de finale en mochten even langs het
secretariaat passeren voor de loting.
Omstreeks 16 uur was het dan tijd voor de finale van het Koningsschieten en voor de Prinsenschieting.
Na de ereschoten door de Prins de Merode, de
voorzitter van het Belgisch Overlegorgaan Peter Ernst
en de uittredende Nationale Koning ging de finale
echt van start.
Verscheidene schoten later begon de schijf met de
vogel naar achter te kantelen, maar het was pas bij het
schot van de koning van Sint-Jozef Oud-Winterslag
dat de vogel er ook effectief de brui aan gaf en naar
beneden tuimelde.
Bij het
zagen de
supporters een herhaling van de voorronde, toen de schijf bij het schot
van de uittredende Prinses naar voren viel, maar eveneens vast bleef
hangen. Slechts enkele schoten later was de nieuwe Prins gekend,
namelijk deze van Sint-Kristoffel Munsterbilzen.
Beide winnaars werden uiteraard van alle kanten gefeliciteerd en
uitbundig gevierd door hun gilde. Even later gingen zij in stoet, en
begeleid door de drumband ‘Hoop in de Toekomst’, naar de tent,
waar zij voorgesteld werden aan de aanwezigen.
Een klein uurtje later, omstreeks 19 uur, werden de nieuwe Nationale
Koning en Prins dan gehuldigd, waarbij ze de eretekens van hun
voorgangers omgehangen kregen. Vervolgens werden eveneens de
prijzen van de optocht en van de verschillende schietwedstrijden
uitgereikt.
Tot slot kregen de voorzitters van de organisatie en de Schutterij
opnieuw het woord voor een kleine slottoespraak. Zij bedankten
iedereen voor hun deelname en voor hun werk voor of achter de
schermen, en hoopten dat ieder een fijne dag had. Peter Ernst, voorzitter van het Belgisch Overlegorgaan,
sloot daarna officieel het 22e Nationaal Koningsschieten. Voor sommigen was het daarna tijd om naar
huis te gaan, anderen bleven nog iets drinken en nog anderen zullen wel moe maar tevreden aan het
opruimen geslagen zijn.
Na een zeer geslaagde dag kunnen we alvast plannen maken voor een nieuw gildejaar, dus noteer alvast
het 23ste Nationaal Koningsschieten in je agenda, op 2 oktober 2016 in Hombourg.
Davy Ickx
WAS WEER EEN SCHOT IN DE ROOS
Het is ongeveer alweer een tijdje geleden dat Dilsen weer in de kijker
kwam. Dilsen-Stokkem is heus geen onbekende plaats. Dat hebben wij
natuurlijk te danken aan de verschillende schutterijen die nog in onze stad
actief zijn. Voor de Kon. Schutterij St.-Martinus Dilsen-Houtissen was 2015
een belangrijk jaar, want op 4 oktober zakten een vijftigtal schutterijen en
gilden uit heel België af naar Dilsen voor het Nationaal Koningsschieten
2015 van het Belgisch Overlegorgaan van Historische schuttersgilden.
Schutterij St.-Martinus Dilsen-Houtissen, ontstaan in 1596, heeft alles uit de kast gehaald om het de
deelnemers en bezoekers naar hun zin te maken op het feestterrein aan de Bakkershoefstraat. Voor onze
vereniging met zo’n lange en rijke geschiedenis is dit ongetwijfeld een nieuw hoogtepunt in haar bestaan.
Op zondag 4 oktober startten de feestelijkheden met een H. Mis in de St.-Martinuskerk van Dilsen. Om
11.30 u startte de kleurrijke optocht, waarbij het Keizerspaar en de Koning in een mooie koets door de
mooi versierde straten van Dilsen gevoerd werden tot aan de hoofdtribune, waar ze aan iedere schutterij
of gilde de groet brachten.
Vandaar gingen de genodigden samen naar de feesttent om de toespraken van verschillende prominenten
te aanhoren en waarbij het Nationaal en het Limburgs Volkslied werden gespeeld. Daarna werden een
150-tal genodigden en koningsparen uitgenodigd om een speciale receptie in de kantine van de schutterij
bij te wonen. Dit werd zeer gewaardeerd, het was af. Voor sommigen was het een beetje uitgelaten, maar
dit nemen wij er voor deze keer bij. (Ik denk als voorzitter dat dit ook gezegd mag worden.)
Om 13.30 u gingen de wedstrijden van start, de Koningsparen werden afgehaald door het trommelkorps
van Lommel en naar de schietboom gebracht, waarbij de voorzitter van het B.O. het schuttersgebed bad.
Dit had wel uitstraling, sommigen denken van niet, maar als voorzitter van de vereniging heb ik er van
genoten.
Als voorzitter wil ik graag een bijzonder woord van dank en waardering richten aan het bestuur en de
stuurgroep van dit evenement, en zeker niet te vergeten aan de grondeigenaars. Ook dank aan het
stadsbestuur waar wij heel veel steun van gekregen hebben, en aan alle vrijwilligers en buren die de
organisatie van het Nationaal Koningschieten mogelijk hebben gemaakt. Hun tomeloze inzet zorgde
ervoor dat er in onze stad wederom een evenement van grote culturele waarde op touw gezet werd en dat
verdient alle lof!
Zeker niet vergeten te bedanken is de “zate hermeniej” uit Elen, het trommelkorps Hoop in de Toekomst
uit Lommel en de schutterij uit Ellikom die ons begeleidde naar de kerk.
Bleef nog enkel de vraag: wie wordt er vandaag onze Nationale Koning en Prins 2015, dit na een
spannende voorronde waarbij de eerste vogel een beetje voor spanning zorgde, maar uiteindelijk toch naar
onder viel. De vogels waren mooi van kleur, maar de hoofdvogels hadden onze driekleur in de rand wat
het nog mooier maakt. Na ongeveer 130 kogels kwam de vogel naar beneden en ook bij de
Prinsenschieting was dit het geval. Koning en Prins waren gekend en dit op 1 ½ u voor op de geplande
tijd. De Koningen waren zeer blij en fier dat ze met het traditionele schuttersgeweer, dat toch ongeveer 15
kilo weegt, hebben mogen schieten.
En dan maar feesten in de tent, waarbij de nieuwe Koning en Prins naar de feesttent werden gebracht.
De prijsuitreiking begon stipt om 19.00 uur waarvoor er een applaus kwam uit de hele tent.
Proficiat aan de nieuwe Koning en Prins 2015.
14
Het feest heeft toch nog enkele uren geduurd. Het is mooi als men verbroedert en op de dansvloer staat te
dansen zodat men de dag nadien een beetje moeite heeft om te lopen.
“De Kon. Schutterij St.-Martinus Dilsen-Houtissen zoekt jou” was mijn inleiding in het boekje dat wij
hebben uitgebracht. Ik ben al onze sponsors heel dankbaar voor hun bereidwillige bijdrage om dit feest te
doen slagen. Dank U.
Mathijssen Pierre, voorzitter Kon. Schutterij St.-Martinus Dilsen-Houtissen
P.S. : cd met 630 foto’s van het Nat. Koningsschieten is verkrijgbaar aan de prijs van 5 euro
15
Nationale Koning 2015
Nationale Prins 2015
16
Koningspaar: St.-Sebastiaansgilde Haacht
Defilé: Kon. Schutterij St.-Monulfus & Gondulfus Rotem
Mooiste groep: Mechelse Kolveniersgilde
WEDSTRIJDUITSLAGEN
2de Kon. Schutterij St.-Martinus Grootbeersel
3de Kon. Schutterij St.-Hubertus Manestraat
4de Kon. Schutterij St.-Servatius Raam
17
2de Kon. Schuttergilde St.-Hubertus Laren
3de Kon. Schuttergilde St.-Blasius Rijkhoven
Schietdiscipline H.S.G.B.
Jeugd: 1ste Van Even Roeland Kon. St.-Sebastiaansgilde Schaffen
Dames: 1ste Van de Wouwer Maria Kon. St.-Sebastiaansgilde
Waanrode
Waanrode
Schietdiscipline H.S.G.B.
Jeugd: 1ste Van de Weghe Glenn St.-Sebastiaansgilde Dilbeek
Dames: 1ste D'Haeseleer Lynn St.-Sebastiaansgilde Dilbeek
Heren: 1ste Van der Henst Olivier St.-Sebastiaansgilde Dilbeek
Ploegen: 1ste St.-Sebastiaansgilde Dilbeek
KONINKLIJKE SINT-PIETERSGILDE UIT
MAZENZELE
De Sint-Pietersgilde voorstellen in Mazenzele is zoveel als een open deur
intrappen. Door een niet-inwoner van Mazenzele kan deze vereniging niet altijd
juist geplaatst worden. De Sint-Pietersgilde komt voor deze personen over als
gekend, maar is in feite wezenlijk een onbekende. Meestal blijkt dat de kennis
over het gildewezen beperkt is om de Mazelse gilde te profileren in een
cultuurhistorisch verband. Daarom lijkt het ons aangewezen elke geïnteresseerde - als een eerste
introductie - met de gilde kennis te laten maken op basis van vijf unicums.
De Sint-Pietersgilde is een schuttersgilde
en met enige fierheid kunnen wij hier
bevestigen dat de gilde de oudste
vereniging is van de gemeente,
misschien wel van gans de regio, en dit
met een historisch bewezen
eeuwen. Deze schuttersgilde werd in de
Middeleeuwen opgericht om de lokale
bevolking te ‘beschutten’, niet alleen
tegen rovers, plunderaars, maar zelfs
tegen legers van vreemde gebieden
welke onze lokale gemeenschap en
omgeving bedreigden. Bovendien kreeg
dat beschutten ook nog een
maatschappelijke opdracht mee. Zo werden er van de gilde ook interventies verwacht bij epidemieën,
noodweer en andere noodsituaties. Deze militaire en maatschappelijke opdrachten werden aan de gilde
toegewezen op basis van een charter verleend door een kerkelijke of wereldlijke overheid. Op basis van
dit charter of machtiging kregen de gildeleden het voorrecht mee om een wapen te dragen. Van oorsprong
zijn de schuttersgilden een mannenaangelegenheid, want in de Middeleeuwen was het voorrecht om een
wapen te dragen enkel voorbehouden aan mannen. Van het charter vinden wij geen enkel spoor terug in
ons archief. Sinds een aantal generaties leeft de overtuiging dat de machtiging toegestaan werd door de
Heerlijkheid Asse, waarvan Mazenzele afhankelijk was. Dit vermoeden wordt gestaafd door de
aanwezigheid van de wapenschilden van de families de Cotereau en d’Argenteau, de toenmalige Heeren
van het Land en de Heerlijkheid Asse, op de oude vlag van 1541.
Vandaag is de Mazelse Sint-Pietersgilde een bloeiende sociaal-culturele vereniging welke enerzijds de
oude waarden van broederlijkheid en dienstvaardigheid in zich draagt, en anderzijds de eeuwenoude
tradities en geplogenheden verder uitdraagt. De Sint-Pietersgilde bestaat uit 45 mannelijke leden – nu
aangevuld met hun echtgenotes of partners – en is één van de weinige gilden waar de instroom van jonge
krachten steeds voor vernieuwing zorgt. De voorzetting, het bewaren en het bewaken van de oude
waarden in een hedendaagse versie is een eerste unicum.
19
Dries. Momenteel is het onverdeelde eigendom
van 28 gildeleden. Dit terrein was
oorspronkelijk eigendom van de Hertogen van
Brabant. Van 1431 tot 1737 had de
Gemeenschap van Mazenzele, zeg maar “de
Gilde”, een “eeuwigdurend gebruik” van de
Dries. In een geschrift van 1737 wordt de gilde
als vereniging gebruiker van de Dries. Op 23
maart 1867 is de Dries eigendom geworden van
de Sint-Pietersgilde. Dat gebeurde door de
registratie op het registratiekantoor in Asse van
het dertig jarig ongestoord gebruik van de Dries
door de Sint-Pietersgilde. Dertig gildeleden hebben die verklaring afgelegd en eraan toegevoegd dat zij
onverdeeld eigenaar waren. Door het beding dat bij overlijden van één van hen het aandeel van de
overledene overgaat naar de overblijvende mede-eigenaars is de onverdeeldheid eeuwigdurend verankerd.
Na overlijden van een gildelid wordt er een
nieuw gildelid aan de onverdeeldheid
toegevoegd. De toenmalige Meyer Plas was
de bedenker van deze constructie. Aldus
werd het gilde-eigendom veilig gesteld.
Doordat er verschillende eigenaars
het consortium van 30 mede-eigenaars
herleid tot 28.
een bijkomende bescherming als specifiek
dorpsgezicht, verzekerd door de dienst
Monumenten en Landschappen. Op deze
eigendom staan 3 schietbomen. De
schietboom voor de jaarlijkse
koningsschieting met Sinksen staat op de
middendries. Ook herkennen wij op de middendries een bronzen beeld, ‘de gildekoning’, dat aan de gilde
werd geschonken naar aanleiding van het 450-jarig bestaan van de gilde. Op de benedendries staan sinds
2012 twee muitwippen voor competitieschietingen. De Dries is het tweede unicum van de Gilde.
Een derde unicum is het goed bewaarde archief van de Sint-Pietersgilde met het Manual van pastoor
Pieter Verhasselt en het zorgvuldig bijgehouden boek van ‘Rekeningen en ontvang’ als merkwaardige en
unieke historische documenten. In deze documenten krijgen wij
de bevestiging dat de oudste geregistreerde vermelding van het
bestaan van de gilde teruggaat tot het jaar 1541. Wij lezen in het
manual van pastoor Verhasselt dat toen een vlag werd
aangekocht. Deze vermelding maakt de veronderstelling sterk dat
de gilde langer moest bestaan.
De prachtig bewaarde breuk of braak, gedateerd van 1590, is het
vierde unicum van de Sint-Pietersgilde. De braak is een
authentiek historisch gildejuweel en bestaat uit een vergulde
zilverketting - in de vorm van het Gulden Vlies – bestaande uit
schakels met Bourgondisch vuurkruisenmotief. Deze braak is het
waardigheidsteken waarmee de Gildekoning aangekleed wordt na
het naar beneden halen van de koningsvogel tijdens het jaarlijks
20
gildefeest met Sinksen. Aan het uiteinde van de ketting is een papegaai met openstaande vleugels
bevestigd. In de vleugels leest men ter bevestiging het jaartal 1590. De papegaai was het zinnebeeld van
de Middeleeuwse schuttersgilden. Wat een historische rijkdom wordt hier in ons dorp bewaard. Wij
beseffen het niet altijd.
Op weg naar het 475-jarig bestaan in 2016 heeft de Koninklijke
Sint-Pietersgilde nog altijd een sterke verwevenheid met de Mazelse
leefgemeenschap.
In 1973, ter gelegenheid van de organisatie van het Groot Brabants
Gildefeest hier in ons dorp Mazenzele, sprak de Opperhoofdman der
Brabantse gilden en historicus Jan Verbesselt volgende gevleugelde
woorden uit: ‘Het dorp is de gilde, de gilde is het dorp’. Deze
uitspraak wordt vandaag in de 21ste eeuw nog altijd bewaarheid en
leeft nog altijd verder. Deze sterke verwevenheid is de vijfde en
misschien wel het belangrijkste unicum van de Sint Pietersgilde van Mazenzele. Terecht om fier op te zijn!!!
Wij zijn op weg naar onze 475ste verjaardag. 2016 wordt terug een
feestjaar. Reserveer nu al de datum van het weekend van vrijdag 1,
zaterdag 2 en zondag 3 juli 2016 in uw agenda. U wordt bij deze alvast vriendelijk uitgenodigd en hopen
u zeker te mogen verwelkomen. Wij danken u.
De Gilde ter ere
François Vunckx
[email protected]
21
DEKEN MEDIO 15DE EEUW een jubileum-aandenken aan haar officiële oprichting
STEFAAN RIEM
Artikel overgenomen uit het tijdschrift Westhoek, jrg. 26, nr. 1, voorjaar 2010, uitgegeven door
Westhoek vzw http://www.tijdschriftwesthoek.be met dank aan Geert Vanderjeugt, secretaris
Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden - Regio Schild en Vriend (West-Vlaanderen).
Hierna volgt een eerste deel van het artikel. Het vervolg zal verschijnen in ons volgend nummer.
Op 21 juli laatstleden haalde koningin Fabiola op ludieke wijze een glanzende appel boven. Eerder had
een anonieme briefschrijver er mee gedreigd haar met een kruisboog om het leven te brengen.1
Nauwelijks een week later berichtte een Nederlands dagblad over de berechting van twee jongemannen
die, gewapend met een kruisboog, een juwelierszaak in Breda hadden overvallen.2
Het gebruik van een
misdaden mag dan wel
In een register dat
behoort tot het archief
van de kasselrij Ieper,
verloop van de procesgang ontbreekt. Gelukkig voorzag de toenmalige schriftsteller de
getuigenverklaringen van minimale duiding. Het eerste verslag wordt voorafgegaan door de titel:
Orcondscip ghehort ten vervolghe van Mondfrand Clarys3. Het opschrift boven het tweede verslag leert
ons dat die vervolging er kwam op last van de baljuw: Orcondscip ghehoort ten vervolghe vanden bailliu
contre Monfrand Clarijs 4.
aangetroffen. Dit komt tot uiting waar wij letterlijk uit archiefstukken citeren. Om de leesbaarheid van de bijdrage te
bevorderen, standaardiseerden we de naam elders tot Monfrand Clarys. Alle vermelde data omgezet naar de nieuwe stijl.
'onvolledige' register van dagingen (1445-1459) zien we de man maar liefst twintig keer vermeld,
waarvan acht keer als eiser5 en twaalf keer als gedaagde6. Dit hoeft hem niet noodzakelijk in een slecht
daglicht te stellen. Voornamelijk op lokaal vlak, te Boezinge, en eenmaal te Langemark, had hij wellicht
tal van belangen te verdedigen. Zo was dat althans in 1446 toen hij samen met Jan Everaert in de
hoedanigheid van erkend priser (schatter) werd gedaagd. Monfrand Clarys beschikte over enige ervaring
als schatter. Vier jaar eerder stelde de schepen van Ieperambacht hem en Franse Van Noordhovere aan als
prijsers ghecoren te wette ter vierschare om de waarde van de oogst van een partij land in Boezinge te
bepalen.7
Monfrand overleed vermoedelijk in het najaar van 1452. Een procedure die hij op 22 september van dat
jaar tegen Brixis Hesselin opstartte, werd drie maanden later door Loy Clarys verdergezet8. Loy Clarys
vertegenwoordigde Nannekin, de weduwe van Monfrand in september 1456 als voogd9 . Korte tijd
voordien was zij gehoord als getuige in een andere kwestie. Men kende haar toen als negenendertigjarige
weduwe van Boezinge10. In november 1456 bleek zij al hertrouwd met Adriaen Vander Beke11. In
dezelfde periode huwde een dochter: Marie Claris12. Veel later, omstreeks 1494 beloofde ene Nane
5 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 202, f°10r° 23.06.1447 In Boesinghe Montfrant Clarys ¢ Willem
De Rupele; f°15r° 08.11.1448 In Boesinghe ... item Mondfrant Clarys ¢ Vict[or Van] Lichtervelde; 29.11.1448 In Boesinghe
Mondfrant Clarys ¢ Victor Van Lichtervelde verset; f°16v°: maart 1449: In Boesinghe ghedaecht Montfrant Clarys ¢ Victor
Van Lichtervelde; f°17r° 28.03.1449 In Boesinghe Mond[frant Clarys] ¢ Victor Van Lichtervelde verset; f°23v°: 17.04.1450 In
Boesinghe ghedaecht Mondfrant Clarys ¢ France Adelaert; f°38v°: 19.05.1452 In Boesinghe ghedaecht Montfrant Clarys ¢
Lippin Masin; f°40r°: 22.09.1452 In Boesinghe ... item Mondfrant Clarys ¢ Brixis Hesselin. 6 Idem, f°2v°: 11.03.1446 [In B]oesinghe Montfrant Clarijs ende Jan Everaert prisers ghecoren [ten] vulwettich den
goede toebehorende mer joncvrauwe Ruebelins [ten] verzouke van Boudin De Ruyt; f°3r°: 18.03.1446 In Boesinghe Pieter
Beudshooft ¢ Mondfrant Clarijs; 01.04.1446 In Boesinghe ... item Pieter Beudshoft ¢ Mondfrant Clarijs verset; f°7v°:
10.01.1447 Item damman ¢ tarrest [ghedaen] up tgoed van Lauwers Volmaere ten verzouke van Mondfrant Claris; f°9r°:
12.05.1447 In Boesinghe ... item Maes Kade ¢ Montfrant Clarys; f°10v°: 15.09.1447 In Boesinghe ... item Maes Cade ¢
Montfant Clarys; f°12v°: 10.05.1448 In Boesinghe ... item Jacob Traetsaert ¢ Montfrant Clarys; f°23v°: 27.03.1450 In
Boesinghe ghedaecht Roegier Telle ¢ Mondfrant Clarys; f°26v°: 20.11.1450 In Langhemaerct ghedaecht Pieter Van
Montenberghe ¢ Mondfrant Clarys; f°30v°: 25.06.1451 In Boesinghe ... item Gillis Lancsaem ¢ Mondfrant Clarys verset;
f°31r°: 02.07.1451 In Boesinghe ... Gillis Lancsaem ¢ Mondfrant Clarys verset; f°39v°: 07.07.1452 In Boesinghe ghedaecht
Jooris Vanden Steene ¢ Montfrant Clarys. 7 E. Feys en A. Nelis, Les cartulaires de la prévôté de Saint-Martin à Ypres précédés d'une esquisse historique sur la
prévôté, Tome II, Bruges, 1881, p. 755-756. 8 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 202, f°42v°: 22.12.1452 In Boesinghe Loy Clarys ¢ Brixis
Hesselin; vergelijk met het laatste citaat onder voetnoot 5. Te Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179, f°12r°
getuigt Loy Clarys omstreeks 1450 in een andere zaak. Hij is 53 jaar en van Boezinge. Zijn bijnaam vernemen we te Ieper,
Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 202, f°35r°: 14.01.1452 In Boesinghe ... item Loy Claris dit De Wale ¢ Willem
Vanden Brouke. 9 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 202, f°73r°: 30.07.1456 In Boesinghe ghedaecht de wedewe
Montfrant Clarys of haer voogt diese bescudden wille ¢ Jan Willemszone; f°74r° 17.09.1456 In Boesinghe ... item Loy Clarys ¢
Jan Willemszone. 10 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179, f°40v°: de baljuw ¢ Renault De Sceppere aangaande zijn
pachter Jan De Gast. De meest nabije dateringen vinden we op f°31v°: 13.07.1453 en f°46v°: 31.03.1456. 11 Idem, f°55r°: 19.11.1456 Getuigenverhoor in de zaak van Jan Willemszone ¢ Adriaen Vander Beke. Vincent Braem,
een 46-jarige van Boezinge, getuigt dat kuiper Jan Willemszone 2 gemeten elsten met esschen perchen te Boezinge kocht van
de weduwe van Montfrant Clarys. Vincent Braem voerde de helft van het hout weg uit de heerlijkheid en werd daarbij
gevangen genomen. De kwestie leidde tot financiële verliezen voor Braem, die stelt dat Adriaen Vander Beke als nu
ghetrauwet hebbende de vors. wedewe samen met zijn vrouw had beloofd om de schade te vergoeden. Zie voetnoot 9 voor de
eerste dagingen in dit geschil. Voor de dagvaarding van de getuigen, zie: Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr.
202, f°74r°: 05.11.1456 In Boesinghe ... item Vincent Braem ende Willem De Gryse om ter oorconscepe te gane tusschen Jan
Willems Zone ende Adriaen Vander Beke; f°75r°: 05.11.1456 Inden Briele ghedaecht Jan De Paeu om ter orconscepe te gane
tusschen Jan Willemszone ende Adriaen Vander Beke. 12 F. Bauwen, Poorters van Ieper 28 januari 1447 - 7 februari 1468, Ieper, 2003, p. 24: 11.11.1454: Vincent Boudenvit
van Zerkele, Kasselrij van Cassel, getrauwd tot Boezinge met Marie Claris, dochter van Montfrand.
23
Clarys, dochter van Monfrand uit Boezinge er eeuwige trouw aan Willem De Quicke13 , en in 1498 legde
een Monfrandus Clarijs zijn eed af als prior van de Ieperse Augustijnengemeenschap14.
Tegenwoordig - een half millenium later - kan alleen een gedreven genealogische zoektocht onthullen of
de geciteerde personen tot een en dezelfde familiekring behoorden, en tegelijk hun sociale status
ontwaren.
Het eerste verhoor
Het onderzoek tijdens de vervolging van Monfrand Clarys door de baljuw van de Ieperse Zale omstreeks
1450-5115 zal in deze bijdrage een centrale plaats innemen. Voor de Boezingse schatter stond wel wat op
het spel. Een getuigenverhoor kon het uiteindelijke vonnis beïnvloeden. Aan de hand van de
aantekeningen in het register met orcondscepen luisteren we even mee naar de inbreng van vier
streekgenoten:
Orcondscip ghehort ten vervolghe van Mondfrand CLARYS
1. Jan VAN PROVYN van Langhemarct oud XLIX seicht by eede dat Mondfrand CLARISE es inde gulde
van Boesinghe vanden voetboghe16. Zeicht voort, dat es een oude gheprevilegerde gulde gheusert ende
ondrehouden XL jaer ende tyds meer ende de guldebroeders hebben al dien tyde vry gheghaen met
huerer wapene paysivelike wandelende Vlaendren duere nietjeghenstaende den vorgheboden
ghepublyert byden Vier Leden, maer men heift achter ghelaten gay te schietene by der veranderinghe
vanden heere van Boesinghe II of III jaer.
2. Jacob VAN PROVYN oud LX jaer van Zuudschoten seicht by eede ghelyc Jan VAN PROVYN
3. France VAN NORDHOVERE van Boesinghe oud L jaer seicht by eede ghelyc den anderen
4. Passchier VANDER BEKE van Ypre oud LXII jaer seicht by eede ghelyc Jan VAN PROVYN ende
voort datter diverssche persen gheschoten ende ghegheven gheweist heift ende dat Mondfrand
CLARYS nu ten tyd deken vanden gulde es ende hy dien spreict keysere.
Getuigenissen bevatten doorgaans aanwijzingen over de feiten die een beklaagde ten laste werden gelegd.
De bevestiging dat Monfrand lid was van een kruisbooggilde waarvan de leden, ongeacht bestaande
verbodsbepalingen, vrij en vreedzaam met hun wapens doorheen het graafschap konden reizen, is op dat
vlak zeer informatief.
Stel dat hij met een wapen werd gevat zonder zijn lidmaatschap bij een bevoorrecht genootschap te
kunnen bewijzen, wat stond hem dan te wachten? In 1386 werd Pieter Bolle te Ieper veroordeeld tot de
13 F. Bauwen, Poorters van Ieper 4 april 1481 - 13 juni 1496, Ieper, 2003, p. 32. 14 E. Feys en A. Nelis, o.c., p. 931-932: [Prior Augustinorum prestat juramentum prout decet.] ... 3a Die decembris
(14)98 frater Monfrandus Clarijs, effectus prior, prestitit juramentum in presentia fratris Malini de Vos, C[lementis],
prepositi, domini Willelmi, decani, magistri Johannis Spoordonc, magistri Georgii Buedin et magistri Georgii van Halewin.
Ahv. hetzelfde cartularium (p. 931) melden we terloops dat ene Georgius Clarijs in 1478 de eed aflegde als koster van het
Belle Godshuis te Ieper: Item 25 julii anno (14)78 Georgius Clarijs, custos de Bella, fecit jurantum, et requisivi a magistro
Guidone notam. 15 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179, f°4v°. De datering omstreeks 1450-51 steunt op
tijdsaanduidingen verderop in het register: op 7v°, wordt verwezen naar een betaling die in 1450 geschiedde, op 8v° wordt
teruggeblikt naar omstandigheden in mei 1448, op 9r°-11r° staat een kopie van akte dd. 19.06.1450, gevolgd door een kopie
van 4 dagen later, op f°19r° getuigt iemand dat hij registers raadpleegde mbt. de periode 01.06.1450 tot 01.06.1452, en op 31v°
staat het verslag van een verhoor op 13.07.1453. Vanaf 54v° toont een consequentere datumopgave aan dat de chronologische
volgorde grotendeels werd gerespecteerd. 16 Voetboghe: kruisboog, zo genoemd omdat bij het spannen de boog neerwaarts gehouden en met de voet tegen de
grond werd gedrukt.
24
betaling van tien pond en een jaar verbanning uit Vlaanderen nadat men hem op nachtelijk uur had betrapt
met verboden wapens onder zijn capuchon. Een en ander ging in tegen de ordonnanties en statuten van de
stad17. De kasselrij leek volgens een verbod uit 1422 toleranter. Het dragen van voet- en handbogen kon
leiden tot een boete van 10 pond parisis, en inbeslagname van de wapens 'van diegenen die ermee
gevangen werden'. Bovendien golden er een paar uitzonderingen, zoals voor rondtrekkende kooplieden18.
Vanaf 1429 werd het beleid inzake wapendracht strenger. Van uitzonderingen is geen sprake meer, en
naast verbeurdverklaring riskeerde eenieder die zich met een boog binnen de kasselrij waagde een boete
van 60 pond parisis19. Het lijkt naïef te geloven dat notabele handelslui op doortocht - laat staan geboefte
- zich voortaan van hun dure wapentuig ontdeden vooraleer het rechtsgebied van de kasselrij te betreden.
In oktober 1433 kreeg een Ieperse delegatie de taak om de wapendracht aan te kaarten op een bijeenkomst
van de Leden van Vlaanderen te Brugge20. Dat men daarbij aan een landelijk verbod dacht, bleek een jaar
later toen op 14 september vier schepenen van Aalst ontboden werden door hun collega's van de Gentse
Keure omme hemlieden informatie te doene van zekere zaken die zij met hemlieden te sprekene hadden,
ende was omme der ordinance van der munte, van den voorboden van den wapenen ende cleedren21. In
1445 werd te Brugge andermaal gepleit om de strijd tegen gevaarlijke wapens nieuw leven in te blazen22.
Drie jaar nadien stak de wapenrepressie andermaal de kop op, en maakten de Vier Leden van Vlaanderen
een algemeen verbod bekend23. Een rekening van het Brugse Vrije geeft aan dat de daad bij het woord
werd gevoegd: Item dezelve [meester Andries Colin] saterdaechs 20e in hoymaent [1448] ghezonden te
Veurne, te Berghen ende te Brouborch24 omme den 3 banken an te bringhene ende over te ghevene zekere
ordenanche ende voorghebot, ghemaect bi den 4 Leden slands van Vlaenderen anghaende den
17 P. De Pelsmaeker, Registres aux sentences des échevins d'Ypres, Brussel, 1914, p. 338, [1386] Pierre Bolle fieux
Gillis, X lb. et bany un an hors le pays de Flandres sour se teste, pour ce qu'il fu prins d'armes deffendues par nuit trouvées
dedens sa koukilge couvertez, contre l'estatut et ordennanche de le ville (met verwijzing naar het register 'Diversche memorien
ende bewijsen, ghetrocken uuten ferien van 's wonsdaechsghedinghe, beghinnende in 't jaer duust IIJC LXJ '). 18 L. Gilliodts - Van Severen, Coutume de la salle et châtellenie d’Ypres, deel I, Brussel, 1911, p. 326, [Art.] CXXIV.
Van verboden wapenen: Item, dat niement wie hi zi binder castelrie van Ypre en draghe verboden wapenen, es te wetene hooft
wapene, scouderlappen, pipen, zwerden, baselaers, faucoenen, glavien, hamers, elc up de boete van IIJ lb. Ende voort
ghecante peden, gheslepen peden, peden met scaerpen naghelen, loodhamers, baerdhaexnen, lood clompen, cleene haexkine
ende alle hemelic corte wapene, braemmessen, handboghen, voetboghen, arem borsten met ghescutte, elc up de boete van X lb.
p. ende alle de voorseide wapenen verbuert diere mede ghevanghen werden. Behouden emmer dat elc paisivel gaen mach met
eenen pansiere met eenen messe ende met eenre ronder pede hier boven niet ghenoomd zonder die verbuert te wesene. [Art.]
CXXV. Van verboden wapenen: Item, dat alle mamere van cooplieden paisivel gaende hueren wech, moghen draghen alle
wapenen, vutgheleit boghen ghescut ende hooftwapenen. [met verwijzing naar: de ceuren die ghemaect zyn jnt Ypersche
ambacht bi den here bi der wet bi den vassalen ende bi den ghemeenen van der castelrie den XXsten dach jn novembre jnt jaer
M. IIIIe. XXII]. 19 Idem, p. 336, [Art.] VIII. Van verboden wapenen: Item, zo wie draghen zal bin der castelrie van Ypre verbodene
wapene es te wetene huwen, scouderlappen ende pipen dat wert up de boete van IIJ lb. p. Item, zweerden, bazelaers, glavien,
hamers, ghecante peden, gheslepen peden met scaerpen naghelen, loodhamers, baerdhaxen, loodclompen, cleene haexkine
ende alle hemelike corte wapene, braemmessen, up de boete van X lb. p. Item, praechschemessen, fauchoenen, voetboghen,
handboghen, harenbosten met ghescutte up de boete van LX lb. p. Ende alle de voorseide wapene verbuert diere mede
ghevanghen werden. [met verwijzing naar: Andre cueren die ghemaect ende gheoordoneirt zyn jnt Ypersche ambacht by den
here wetten, vassalen ende ghemeenen van der castelrie van Ypere den xxviij dach van Septembre jnt jaer M. IIIJe XXIX.]. 20 W. P. Blockmans, Handelingen van de Leden en de Staten van Vlaanderen. Regering van Filips de Goede (10
september 1419-15 juni 1467). Excerpten uit de rekeningen van de Vlaamse steden en kasselrijen en van de vorstelijke
domeinen, deel I, Brussel, 1990, p. 599: Meester Jan Van Maldigheem ende her Olivier Van der Beque, dach vors. [16e in
octobre], te Brugghe teenre dachvaert gheordineert te sprekene up veile pointen te wetene metten Osterlinghen upt fait van
den Inghelschen ghewande, up tdraghen van den wapenen ende cleedren, up tverbot van den zuvele ende meer andere [met
verwijzing naar A.R.A., Rk. 38657, f°19r°, 20r°: Rek. Ieper 1433]. 21 Idem, p. 642, [met verwijzing naar A.R.A., Rk. 31434, f°53v°: Rek. Aalst 1434-1435]. 22 W. P. Blockmans, o.c., deel II, Brussel, 1995, p. 978: Meester Roegier Bette ende Jan Van den Rine swonsdaechs den
laetsten in wedemaent [1445] ter dachvaerd van den 4 Leden, doe ghehouden te Brugghe up tghuent dat eenighe inbrochten
dat van node ware van nieus te verbiedene de cleederen van paruren te ghevene ende te draghene item van langhen messen
ende andere wapenen te verbieden [met verwijzing naar A.R.A., Rk. 42556, f°26r°: Rek. Vrije 1444-1445]. 23 Idem, p. 1084: Den 18sten daghe van octobre [1448] Jan Lemmin ende Jacob Rikelin ghezent te Brugghe bij den Vier
Leden slands van Vlaendren up tfait van den verbode van der wapendraghinghe ende livreyen, bij hemlieden ghedaen
uutroupen ende publyeren [met verwijzing naar A.R.A., Rk. 34579, f°15r°: Rek. Veurne 1448-1449]. 24 Berghen: St.-Winoksbergen (Bergues, Fr. - dép. du Nord); Brouborch: Broekburg (Bourbourg, Fr. - dép. du Nord)
25
cleedinghen ende parueren die eenighe draghen, ooc in groter menichte van heeren ende joncheeren,
santen ende santinnen, daer vele quets of comt; omme de wetten van den 3 banken scerpelike te
onderwisene dat zij de voors. ordenanche zonder eenighe dissimulatie onderhouden ende doen
onderhouden25.
Uit de verklaringen in de zaak tegen Clarys - de verwijzing naar het verbod van de Vier Leden - leiden we
af dat de ondervraagden kennelijk goed op de hoogte waren van de recente ontwikkelingen. Sinds 1445
hadden minstens negen schuttersgilden hun afgevaardigden op pad gestuurd om bij de hertog van
Bourgondië de noodzaak van een privilege te bepleiten. Onder hen treffen we de Ieperse confrerie St.-
Sebastiaan, en de twee schuttersgilden van Elverdinge-Vlamertinge26. Het octrooi dat zowel de voetboog-
als de handbooggilde van de heerlijkheid Elverdinge-Vlamertinge aanbelangt, argumenteert dat de
officieren van de graaf, de soevereine baljuw van Vlaanderen, de baljuw van de Zale en Kasselrij van
Ieper, en anderen de gildeleden ten onrechte molesteerden en lastig vielen omwille van het dragen van
hun wapens.
De hertog kwam aan de verzuchtingen van de schutters tegemoet. Hij erkende beide genootschappen, die
elk tot maximaal zeshonderd leden mochten tellen, in hun recht om met de voor hen gebruikelijke
wapentuig en attributen op straat te komen. Een opsomming van de, weliswaar onder voorwaarden,
toegestane wapens zou wantoestanden uitsluiten: staelbogen, handtbogen, en trassen schichten, pycken,
armessen, stale bonetten, lange messen ende dagelyckx int blanc harnasch ende lange stocken ...27.
Men kan zich geredelijk afvragen waarom de getuigen in de zaak Clarys niet verwijzen naar een
gelijkaardig document uit dezelfde periode. Hun stelling over de Boezingse voetbooggilde, een oude
gheprevilegerde gulde gheusert ende ondrehouden XL jaer ende tyds meer ende de guldebroeders hebben
al dien tyde vry gheghaen met huerer wapene paysivelike wandelende Vlaendren duere, impliceert
nochtans dat over het statuut van de gilde werd geinterpelleerd.
In de 19de eeuw nam pastoor F. Vande Putte de archieven van de Boezingse St.-Jorisgilde, aanvankelijk
een kruisbooggilde, volledig door. Daarbij stelde hij vast dat de oudste paperassen van de Boezingse
gildebroeders teniet waren gegaan tengevolge van oorlogen en verwoesting door brand. Hij vond wel een
kopie van het hierboven aangehaalde Elverdingse octrooi. Hij ging ervan uit dat aan de gilden van
Boezinge, Elverdinge, Langemark en Stavele, wegens bewezen diensten aan het vaderland, identieke
voorrechten waren toegekend. Vanuit die benadering leek het plausibel dat de Boezingenaars zich, sinds
het verlies van hun eigen oorkonden, hadden beroepen op de Elverdingse kopie om hun bestaansrecht en
privileges aan te tonen28.
De uitspraken van de vier getuigen omstreeks 1450 verraden niets daarover, doch bevestigen wel dat aan
de gilde ooit, misschien wel meer dan veertig jaar voordien, een octrooi was verleend.
Tot zover lijkt deze, weinig schokkende ondervraging geheel in het voordeel van de 'onfortuinlijke'
Clarys af te lopen. Het laatste dat door alle verhoorden werd geopenbaard, wekt niettemin de indruk dat
de baljuw zijn beste pijl voor het einde had bewaard. Bewijzen dat er echt gepeild werd naar de datum
van de laatste 'gaaischieting' zijn er natuurlijk niet. De gegeven respons: men heift achter ghelaten gay te
25 W. P. Blockmans, o.c., deel II, Brussel, 1995, p. 1076. 26 P. Huys, Octrooien en ledenlijsten van de schuttersgilden in het graafschap Vlaanderen anno 1469, in: Ons Heem,
1994, nr. 2, p. 91-93.Van de 25 schuttersgilden die in de besproken archiefbron (cfr. voetnoot 29) worden vermeld, zijn er
negen die in 1469 een octrooi voorlegden dat tussen 1445 en 1450 was toegekend. Voor een overzicht van de West-Vlaamse
gilden uit dezelfde archiefbron: P. Huys, L. Baert en M. Dewulf, in: Schuttersgilde "de Sint-Sebastiaansgilde Koekelare"
vertelt zijn eeuwenoude afkomst, in: Coclariensia, jaarboek 1995, p. 23-24. 27 Gent, Rijksarchief, Archief van de Raad van Vlaanderen, nr. 7351, f°207r°. Het betreft een afschrift uit 1469 van het
octrooi dat door Filips de Goede werd verleend te Gent op 16.01.1447. Zie voor de transcriptie van een ander afschrift: F.
Vande Putte, Histoire de Boesinghe et de sa seigneurie, in: Annales de la Société d'Emulation pour l'étude de l'histoire et des
antiquités de la Flandre, Tome IV, 2e Série, Brugge, 1846, p. 29-32. Het viel buiten het kader van deze bijdrage om de twee
afzonderlijke gemaakte afschriften met elkaar te gaan vergelijken. 28 F. Vande Putte, Histoire de Boesinghe et de sa seigneurie, in: Annales de la Société d'Emulation pour l'étude de
l'histoire et des antiquités de la Flandre, Tome IV, 2e Série, Brugge, 1846, p. 28. Bij L. Vanheule, De Schuttersgilden in de
Westhoek, in: Jubileumuitgave Bachten De Kupe 15 jaar, Zingem, 1974, p. 207, evolueert het gedachtengoed van Vande Putte
tot de stelling dat de kruisbooggilden van Boezinge, Elverdinge, Langemark en Stavele 'gelijktijdig' de gunst verwierven om te
mogen schieten met korelen (metalen pijlpunten).
26
schietene by der veranderinghe vanden heere van Boesinghe II of III jaer, was voor de aanklager allicht
toch een cruciale element dat de gehele kwestie een andere wending gaf. De eerdere antwoorden - en wie
weet, misschien wel de gehele voorafgaandelijke verdediging van Clarys - werden immers waardeloos
indien kon worden hardgemaakt dat de gilde feitelijk niet meer bestond.
Het tweede verhoor
Het tweede getuigenverslag geeft wel degelijk aan dat het onderzoek zich ging toespitsen op het
voorbestaan en de activiteiten van de schuttersgilde. Dit verhoor vond ongetwijfeld op latere datum
plaats29. Na beraad over een tweede vragenlijstje konden de getuigen worden opgeroepen30, of door een
evenwichtige afvaardiging - bv. één leenman en één schepen - ter plaatse gehoord31.
Orcondscip ghehoort ten vervolghe vanden bailliu contre Monfrand CLARIJS.
1. Clays VAN PROVININ oud XLVI jaer of daer omtrent van Boesinghe poortre tYpre seecht by eede dat
wel VIII jaer es leden of meer dat gheen gay ghescoten was noch gheen vergaderinghe ghehouden hebben
gheweest omme de gulde in state te houdene ende dat tvolc zo arem es gheweest. Seecht voort dat hy in de
gulde was maer ghinker vut wel hem XXVIIItere ten tween reysen ende by dien bleef ghenouch stille
staende datmense niet in state en hilt, want doe bleeffer lettel meer dan XXX in de gulde. Seide voort dat
hy wel weet dat de gulde niet ghesesseert heeft omme svoorghebods wille maer omme den aermoede wille
ende sterften wille, ende anders niet.
2. Jooris GOEDYBUER oud XLV jaer of daeromtrent van Boesinghe seecht by eede dat bin drien jaren
harwaert dat hy te Boesinghe verkeert heeft hy gheene vergaderinghe heeft ghesien houden omme gay te
scietene of maeltydene te houdene of jaerghelt te gaderne of zulke voeren te pleghene alse men in gulden
gheuseert of onderhoudene pleecht te useerne ende mids dien ne weet niet weder de gulde in state es of en
es. Seecht voort dat hy heeft hooren zegghen dat dese gulde van ouden tyden gheprivilegiert es over L
jaer of tijds meer.
3. France VAN NOORTOVERE oud L jaer of daer omtrent van Boesinghe seecht by eede dat dies es VII
of VIII jaer leden anders vanden tijd en es hem niet ghedinkelic dat de gay te Boesinghe lest ghescoten
was, ende omme tghedinghe van Jacques VANDER HAGHE zo ghinc Clays VAN PROVININ vut eenre
onghenouchte vuter gulden wel hem XXX of XXXIItere 32. Ende mids dien ende der sterften worden de
guldebroeders zo verlast dat zij de gulde lieten stille staen alzo die noch staet, dit weet hy by dat hy een
vanden guldezoorghers es van dien gulde, maer weder mense weder verheffene zal of en zal ne weet hy
niet maer weet wel dat zy weder confirmatie hadden jeghen tvoorghebod van hoorene zegghene.
4. Lodin BRAEM oud XXXVII jaer of daer omtrent van Boesinghe seecht by eede ghelijc Jooris
29 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179. Tussen het einde van het verslag van het eerste
getuigenverhoor en het begin van het tweede verhoor, staan in het register op f°5r° verklaringen naar aanleiding van de
rechtzaak tussen Joos THOMARE ¢ Pietere DE BAENST en Jan DE GRYSE genoteerd. 30 Zie enkele aanhalingen uit het register nr. 202, vermeld in voetnoot 11. 31 Dit blijkt uit de inhoud van een los blad, een vraagbrief, in hetzelfde register nr. 179 geadresseerd aan: Aen minen
lieven vrienden Clement Angillis man ende Godefrot De Monic scepene vander Zale van Ypere. De inhoud luidt als volgt:
Clement Angillis als man ende Godefrot De Monic als scepene vanden Zale Ic bailliu torconden min ghescrifte bevele ulieden,
treet te Rozebeke, ende bi eede hort Regnaut Andries, om zine onthede up de pointen naervolgende. Eerst up de juweelen up
cedullen, ghehaelt uter kerke by Roegier Van Lichtervelde, dewelke perceelen ghegheven waren by den borchgraefnede van
Ypere. Vorder up thout dat onthauwen es den dissche by Arture. Vorder hoe dat hy, hout huus met eens ziecmans wyve,
openbaerlic ende blamelic jeghen alle eere ende goed regendt, beter buten den lande dan derin. Scryft zyn deposicie Clement
in dit pappier, ende zendet beseghelt met deser vraghe ende ne latts niet in eenegher manieren. Het resultaat van dit
individueel verhoor staat op de vraagbrief, en de antwoorden van andere getuigen op f°85r°-v° van het register. 32 Tere staat in het origineel in superscript met een punt eronder. Over de exacte interpretatie hebben we voorlopig geen
zekerheid. We begrijpen dat 30 of 32 anderen eveneens de gilde verlieten.
27
GOEDYBUER.
5. Jan VANDEN WERVE fily Loys oud XXVII jaer of daer omtrent van Boesinghe seecht by eede ghelijc
Jooris GOEDYBUER.
6. Clays VANDER HAGHE oud XL jaer of daer omtrent van Boesinghe seecht by eede ghelijc Francen
VAN NOORTOVERE, ende dat weet hy by dat hy daer verkeert heeft over XXV jaer of tyds meer maer
enes in de gulde niet, ende vanden confirmacie ne weet hy niet. Item zeecht voort dat de coninc vanden
gulde die camaulx draeght hem pleecht te vermetene dat hy daer of niet sceeden zal voor ment hem of
winnen zal.
De informatie gewonnen uit de tweede verhoorronde lijkt veel uiteenlopender. Bij nader inzien
onderschreef toch de helft van de getuigen unaniem het laaste antwoord van de eerste vragenronde. Joris
Goedybuer, Lodin Braem en Jan Vanden Werve staafden de herinnering dat er te Boezinge in de voorbije
drie jaar geen gaaischieting was. Dankzij de eerste getuigenissen weten we dat dergelijke gaaischieting
jaarlijks plaatsgreep by der veranderinghe vanden heere van Boesinghe.
Sinds de aanvang van de 15de eeuw had de heerlijkheid Boezinge maximaal drie wissels in het
leenhouderschap gekend. Jan Belle was er vanaf 1398 heer tot aan zijn dood op 11 september 143033. Zijn
oudste zoon Tristram werd kort nadien dorpsheer maar stierf omstreeks 1435. Tristrams jongere broer
Monfrand volgde hem op als dorpsheer. Toen deze in 1450 overleed, nam Roeland Bryde de scepter
over34. De St.-Jorisgilde had in de voorbije vijf decennia dus hooguit driemaal de datum van de jaarlijkse
gaaischieting moeten aanpassen.
33 S. Bossuyt, Rijke Stinkerds, editie en analyse van middeleeuwse grafinscripties te Ieper (1118-1566), onuitgegeven
licentiaatsverhandeling, K.U.L., 2000, deel 2, p. 106. A.. Vandenpeereboom, Des ghildes, in: Annales de la société historique,
archéologique et littéraire de la ville d'Ypres et de l'ancienne West-Flandre, Ieper, 1861, p. 93, voetnoot 1. 34 K. Debooser, Lenen en heerlijkheden te Boezinge 1300-1535: een gevalstudie van de laatmiddeleeuwse feodaliteit
binnen de kasselrij Ieper, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, V.U.B., 1998, deel 1, p. 93. K. Debooser situeerde het
overlijden van Jan Belle in september 1431. Wij geven de voorkeur aan de gegevens van S. Bossuyt en A. Vandenpeereboom,
28
In Ieper was het de gewoonte dat de stad wijn aanbood bij het schieten van de papegay. Deze uitgave
werd uiteraard bijgehouden in de stadsrekeningen. Zo kan worden waargenomen dat de koningsschieting
van de Ieperse St.-Jorisgilde in de 14de en 15de eeuw eveneens van datum wisselde35.
Een beker wijn zal er voor de Boezingse schutters tussen 1447 en 1450 niet zijn geschonken. Meer nog,
de gildeleden kwamen zelfs niet samen om maeltydene te houdene of jaerghelt te gaderne of zulke voeren
te pleghene alse men in gulden gheuseert of onderhoudene pleecht te useerne. Joris Goedybuer, Lodin
Braem en Jan Vanden Werve hadden er bijgevolg geen flauw idee van of de gilde nog wel bestond. Dat
deze vijftig jaar voordien, of nog vroeger, een octrooi kreeg, wisten ze enkel van horen zeggen.
De andere helft van de getuigen ontkenden de eensluidende verklaringen van hun dorpsgenoten
hoegenaamd niet. Clays Van Provinin, France Van Noortovere en Clays Vander Haghe, verduidelijkten
respectievelijk dat de Boezingse gaai zowaar in de voorbije zeven of acht jaar, of langere tijd, niet werd
bovengehaald.
Opmerkelijk is wel dat France Van Noortovere, die zich in 1442 te Boezinge nog aan de zijde van
Monfrand Clarys van een schattingsopdracht kweet, zo zijn verklaring van tijdens het eerste verhoor
bijstuurde36. France onderscheidde zich van de anderen vermits hij guldezoorgher was en derhalve over
inlichtingen uit goede bron beschikte. Net als de al even spraakzame Clays Vander Haghe onthulde hij dat
Clays Van Provinin uit ongenoegen over het rechtsgeding van Jacques Vander Haghe de kruisbooggilde
had verlaten. Dertig tot tweeëndertig gildebroeders waren dit voorbeeld gevolgd.
De zesenveertigjarige Clays Van Provinin moet beslist een invloedrijke persoonlijkheid zijn geweest. In
veel gilden gold het broederschap voor het leven, of letterlijk ter leven en ter doodt. De nabestaanden van
een afgestorven lid dienden een doodschuld te betalen om de nadienst aan het altaar van de gildepatroon
te bekostigen. Diegenen die om een andere reden de gilde verlieten, waren ertoe gehouden om de
doodschuld vervroegd te vereffenen37. De statuten die in 1400 door de Ieperse St.-Sebastiaansgilde bij
hun erkenningsaanvraag werden voorgelegd, bepaalden dat wanneer yemant uter ghilde gaen zal, dat hy
der ghilde gheven zal xxiiij schellingen parisis38. Bij de Veurnse St.-Jorisgilde zou de
uittredingsvergoeding in 1619 niet minder dan 12 £ parisis hebben bedragen39. 'Ontslagnemende'
gildebroeders hadden daar dus beter een goede reden voor.
Een getuigenverklaring in een latere zaak laat vermoeden dat Clays Van Provinin te Boezinge een herberg
uitbaatte40. Tijdens het verhoor vond Clays het zelf niet nodig om de onenigheid met Jacques Vander
Haghe in herinnering te brengen. Hij repliceerde dat hij aanvankelijk lid was. Toen hij naar eigen zeggen
vermits ook K. Debooser (in zijn voetnoot 116) voor de betaling van het verhefgeld door Tristram Belle verwijst naar de
verhefrekening die betrekking heeft op de periode juli 1430-juli 1431. 35 M. Mus, Geschiedenis van de Ieperse boogschutters vanaf hun opkomst tot aan de eerste wereldoorlog, Leuven,
1988, p. 45 36 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179, het register bevat nog gevallen waarbij getuigen in eenzelfde
zaak twee maal aan een verhoor werden onderworpen, bv. Renault De Corte en Lenaert De Moor uit Boezinge in de verhoren
in het geschil tussen France Adelaert en Willem Vanden Walle (f°45v° - 46r°). Voorzichtigheidshalve dient toch opgemerkt
dat niet mag worden uitgesloten dat er te Boezinge meer dan één vijftigjarige France Van Noortovere woonde. Op f°5r°
verklaarde de vijftigjarige France Van Nordhovere wat hij zag toen hij terugkeerde uit het buitenland. 37 A. Vandenpeereboom, Des ghildes, in: Annales de la société historique, archéologique et littéraire de la ville d'Ypres
et de l'ancienne West-Flandre, Ieper, 1861, p. 49 en 59. L. Vanheule, o.c., p. 219. 38 A. Vandenpeereboom, o.c., p. 98. Zie ook: M. Mus, Geschiedenis van de Ieperse boogschutters vanaf hun opkomst tot
aan de eerste wereldoorlog, Leuven, 1988, p. 20-22. Door vergelijking met statuten uit de aanvangsperiode van oudere gilden
kwam zij tot de bevinding dat deze in grote lijnen met elkaar overeenstemmen. Hieruit besluit ze dat de St.-Sebastiaansgilde de
(niet bewaard gebleven) statuten van de oudere, Ieperse St.-Jorisgilde als voorbeeld nam. 39 L. Vanheule, o.c., p. 219, met verwijzing naar Veurne, Stadsarchief, nr. 1126a, Rekeninghe en bewis van St.-
Jorisgilde binnen Veuren anno 1619. 40 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179, 70r°-v°. Jan Meskin, 40 jaar, van Brielen, verklaart dat hij
Joos [Vanden Bruele] hoorde zegghen te Claeis Van Provyns daerse droncken dat Joos gherne betaelt hadde altement met
eender crone of III £ te gadere.
29
uit de gilde stapte, deden tot twee keer toe zevenentwintig anderen dat ook41. De overblijvende dertig
leden bleken niet bij machte om de werking van de gilde voort te zetten en bijeenkomsten te organiseren,
zodat deze niet standhield.
Steunend op de door Clays Van Provinin aangehaalde gegevens, zou de gilde voor 1442 minstens 85
leden hebben geteld. Het relaas met bijhorende ledenaantallen is en blijft natuurlijk subjectief, en over het
geschil met Jacques Vander Haghe weten we helemaal niks. Desondanks is het relevant aan te nemen dat
de Boezingse St.-Jorisgilde vóór 1442 een intern conflict kende dat tot langdurige inactiviteit leidde.
Tegelijk waren er externe factoren die de teloorgang van het schuttersgenootschap in de hand werkten.
Niettegenstaande zijn eerdere uitleg, eindigde de toelichting van Clays Van Provinin met de stelling dat
de gilde niet gestopt was omwille van het wapenverbod, maar wegens armoede en sterfte. France Van
Noortovere en Clays Vander Haghe verhelderden op hun beurt dat, na het massale ledenontslag, de
blijvers dermate door sterfte werden bezwaard dat zij de gulde lieten stille staen alzo die noch staet.
Waren dit loze woorden bedoeld om enig verband met het omstreden wapenverbod te verdoezelen?
Tussen 1428 en 1447 vermelden de Ieperse stadsrekeningen geen uitgaven waaruit blijkt dat de Ieperse
kruisbooggilde deelnam aan schutterstoernooien in een andere stad42. De kattestad zag haar bevolking
tussen 1431 en 1437 met bijna tien procent afnemen43. Die neerwaartse evolutie werd in 1445
onrechtstreeks ten berde gebracht. Het lokale magistraat liet zich ontvallen dat de stadswoningen niet
meer waren bewoond en in ruïnes vervielen44.
De aanwijzingen van de schutters geven aan dat er meer aan de hand was. Misschien hadden enkelen
onder hen ooit wel hetzelfde gedaan als Jan De Coorenloose. Deze Boezingenaar verliet omtrent 1441
met vrouw en kinderen de parochie om in te trekken bij zijn schoonmoeder te St.-Jan. Zijn voornaamste
beweegredenen voor deze - toegegeven - drastische handeling, waren de zwangerschap van zijn vrouw en
het feit dat er pest heerste in zijn huis te Boezinge45. De pestepidemie die in 1438-39 haar intrede deed,
behoort tot de meest catastrofale uit de 15de eeuw. De verliezen laten zich schatten op 20 of 25% van de
bevolking in sommige steden, en in grote delen van Henegouwen zelfs op 30%46. Bovendien viel de plaag
samen met een zware, algemene hongersnood47. Tengevolge van weersomstandigheden waren de oogsten
in 1438 mislukt. Tal van steden in binnen- en buitenland inspecteerden snel hun zolders en kondigden een
exportstop voor graan af. De inflatie was enorm: te Luik verdubbelde de prijs van een schepel spelt48. De
waarde van een karrevracht Rijn- of Moezelwijn steeg tot 36 gulden, terwijl die in de jaren ervoor
gewoonlijk voor 15 tot 16 gulden van de hand ging49. Sommige gildebroeders zullen de jaarlijkse
ledengift, het jaerghelt, zonder meer als eerste bron van besparing hebben aangegrepen. Dit kon
naderhand zonder de gebruikelijke betaling van een doodschuld. Drie getuigen meldden immers al dat
men niet meer samenkwam om de bijdragen te innen en maaltijden te houden. Zo verviel natuurlijk ook
41 Interpretatie van de uitdrukking ten tween reysen onder voorbehoud. 42 M. Mus, o.c., p. 52. Voor 1429 en na 1447 kregen de Ieperse voetboogschutters meerdere keren per decennium
toelagen van de stad om hun deelname aan toernooien te helpen bekostigen. Verderop in deze bijdrage kan worden vastgesteld
dat de Ieperse schutters in 1439 wel nog zelf een toernooi ingerichten. 43 W.P. Blockmans, G. Pieters, W. Prevenier, R.W.M. Van Schaik, Tussen crisis en welvaart: sociale veranderingen
1300-1500, in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden 4, Haarlem, 1980, p. 51, tabel 7. 44 H. Pirenne, Les dénombrements de la population d'Ypres au XVème siècle (1412-1506). Contribution à la statistique
sociale du moyen âge, in Vierteljahrschrift für Sozial- und Wirtschaftsgeschichte, deel 1, 1903, p. 6. 45 K. Debooser, o.c., p. 98, Jan De Coorenloose werd door de heer van Boezinge en de yssuwers van de parochie
aangeklaagd omdat hij zou zijn verhuisd zonder yssue of uitgangsgeld te betalen. 46 W.P. Blockmans, The social and economic effects of plague in the Low Countries 1349-1500, in: Belgisch tijdschrift
voor filologie en geschiedenis 58, 1980, p. 861-862. 47 E. Carpentier, Autour de la peste noire: famines et épidémies dans l'histoire du XIVe siècle, in: Annales, Economies,
Sociétés, Civilations, 1962, vol. 17, nr. 6, p. 1076, met verwijzing naar de onuitgegeven licentiaatsverhandeling van F.
Lecuppe, Les grands Fléaux au XVe siècle en Flandre-Artois-Hainaut-Cambrésis (Chronologie commentée), Faculté des
Lettres de Lille, 1954. Worden als hongerjaren aangegeven: 1409, 1416-1417, 1433, 1437-1439, 1455-1458, 1477-1483, 1487-
1493. Die van 1437-1439 en 1477-1483 worden beschreven als alg. geldend voor alle regio. 48 Schepel: 1) holle houten schop met lange steel om graan op te scheppen, 2) een maat voor droge waren. Spelt: nauw
aan de tarwe verwante graansoort, Triticum Spelta L., die zich vooral onderscheidt doordat de kafhuls niet loslaat bij het
dorsen. 49 J. Buisman, A.F.V. Van Engelen, Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen: 1300-1450, deel 2, Franeker
(NL), 1996, p. 547. Cfr. de vele citaten m.b.t. 1438 onder de titel: Duurte en honger grijpen om zich heen.
30
het onvoorwaardelijke aandeel in de kosten van feestmalen. Op het feest van de patroonheilige werd na de
godsdienstige plechtigheid traditioneel een groot banket gehouden50. Het belang van deelname aan de
maaltijd ter gelegenheid van de gaaischieting blijkt uit de statuten van de Ieperse St.-Sebastiaansgilde:
Item wanneer men den gaey scieten zal, dat elc ghildebroeder zal betalen ter maeltyd alsoo
ghecostumeird is, weider dat hy ter maeltijd comt of ne doet51.
Er zijn nagenoeg geen hypotheses nodig om te erkennen dat armoede en mortaliteit gevaarlijke
bondgenoten zijn, en beiden terecht als oorzaak voor het verval van de Boezingse St.-Jorisgilde mogen
worden beschouwd. Het reeds aangehaalde octrooi van de schutters uit Elverdinge-Vlamertinge (1447)
zinspeelt in dat opzicht ondubbelzinnig op eenzelfde toestand. Zijn aanvrager vertolkte: om dat syn
voorsaeten heeren van de voorseyde pleckens van Elverdynghe ende Vlamertynghe, uyt welcke gilden
onderhouden hebbende geweest by de sterften die in onse voorseyde jaeren geweest heeft, ende oock by
den grooten dieren tydt, ende oock ...52 welcke gilden syn seer gemindert ende te nieten gegaen in sulcker
manier dat nu letter ofte niet en syn gehanteert nochte geexerceert ende soude mogen achter blyven ende
te niete gaen53.
De kansen op vrijspraak voor Monfrand Clarys namen ondertussen omgekeerd evenredig af met de mate
waarop men de kommer en kwel van de kruisbooggilde oprakelde. Alle ondervraagden attesteerden haar
als niet meer actief. De verwoordingen van drie onder hen gaven warempel aan dat ze een stille dood was
gestorven.
France, de guldezoorgher, poogde deze pijnlijke vaststelling misschien enigszins te verzachten via de
toespeling op een eventuele wederopstanding: maer weder54 mense weder55 verheffene zal of en zal ne
weet hy niet maer weet wel dat zy weder confirmatie hadden jeghen tvoorghebod van hoorene zegghene.
Clays Vander Haghe trad hem hierin bij en maakte de toehoorders er attent op dat de koning van de gilde,
die camaulx56 draeght hem pleecht te vermetene57 dat hy daer of niet sceeden zal voor ment hem of
winnen zal. De niet nader genoemde gildekoning stelde zich klaarblijkelijk compititief op en bleef er op
uitdagende wijze rekening mee houden dat hij zijn titel en de bijhorende eretekens op een dag zou moeten
afstaan. Hij was diegene die erin geslaagd was om op de laatste gaaidag - naar verluid acht jaar of langer
geleden - de topvogel te schieten. Indien hij het klaarspeelde om drie jaar na elkaar de erevogel te
schieten, dan zou hij keizer worden voor het leven58. Die uitzonderlijke eer was ooit Passchier Vander
Beke uit Ieper te beurt gevallen. De inmiddels tweeënzestigjarige scherpschutter was goed vertrouwd met
het reilen en zeilen in het dorp langsheen de oude Ieperlee59, en verkondigde nuchter datter diverssche
persen gheschoten ende ghegheven gheweist heift. Een familieband met Adriaen Vander Beke, die korte
tijd later met de weduwe van Monfrand zou huwen60, is niet ondenkbaar.
Dankzij Passchier Vander Beke vernemen we dat Monfrand circa 1450-51 deken was van de
kruisbooggilde. Dit houdt in dat de beklaagde er een bestuurlijke hoofdrol vervulde. De ironie van het lot
wil dat het precies de deken toekwam om een vergadering van bestuursleden bijeen te (laten) roepen. Bij
nogal wat broederschappen was de deken in het bijzonder belast met de rekeningen. Hij vervulde de rol
van ontvanger, die alle inkomsten en uitgaven moest bijhouden. Hij stelde de rekeningen op en legde ze
50 M. Mus, o.c., p. 75. 51 A. Vandenpeereboom, o.c., p. 98. 52 Het derde argument behelst de moeilijkheden met diverse baljuws, cfr. infra, net na voetnootmarkering 26. 53 F. Vande Putte, o.c., p. 29-30. 54 Weder: hier gebruikt als voegwoord in een bijzin waarin twee tegengestelde mogelijkheden worden genoemd waarvan
de eventueele vervulling niets afdoet aan wat in de hoofdzin wordt uitgedrukt. 55 Weder: hier ter uitdrukking van een terugkeer of herstel naar een vroegere toestand, staat of positie; opnieuw. 56 Camaulx: cfr. Middelfrans camail: pièce de l'armure, le plus souvent en tissu de mailles, protégeant le cou et les
épaules. Het woord werd hier waarschijnlijk gebruikt in een van de vele andere betekenissen gaande van schoudermantel, muts
tot halsketting. 57 Vermetene: stellig verzekeren. 58 L. Vanheule, o.c., p. 230. 59 K. Debooser, o.c., p. 99, zet de vervolging uiteen van Martin Alaert door Paeschier Van der Beke, baljuw van de
heerlijkheid Boezinge, nadat Martin een incident had veroorzaakt tijdens een zitting van de lokale vierschaar. 60 Cfr. infra, voetnoot 11. Zie ook: Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179, f°70r°-v°: Adriaen Vander
Beke, 47 jaar, poorter en wonende te Ieper, verklaart dat hij op Sacramentsavond 1457 samen met France Van Noordhovere
bemiddelde in een geschil tussen Wouter Abraem en Joos Vanden Bruele.
31
voor binnen een vastgestelde termijn61. Misschien had Monfrand, die zo toch over meer dan enige
inspraak beschikte62, kansen laten liggen om de schuttersgilde levendig te houden, of nieuw leven in te
blazen.
Anderhalve eeuw later zou pastoor Gelein Wevele het voortouw nemen bij de plechtige heroprichting van
de voetbooggilde op Sint-Jorisdag (23 april) 1607. Hij was zes weken voordien te schote en te lote
gekozen als deken en had dus nog wat tijd om de komende festiviteiten voor te bereiden. Op de bewuste
dag maakten de lokale baljuw Pieter Carette en zijn echtgenote hun intrede tot de gilde. De baljuw werd
spoorslags tot hoofdman benoemd63.
De verkiezing van de deken was normaliter een jaarlijks wederkerend fenomeen dat bijna altijd samenviel
met de grote feestdag, of om praktische reden de zondag ervoor of erna. Logischerwijze werden op dat
tijdstip de rekeningen van het voorbije jaar afgesloten64. Bij de Nieuwpoortse kolveniersgilde werd na de
verkiezing van een nieuwe deken, de voorgaande als eerste sorgher aangesteld en een tweede sorgher
verkozen. De eerste gildezorger zou de deken bij eventuele afwezigheid vervangen65.
Gemiste kansen en afgelaste feesten ten spijt, de baljuw had zich niet tot doel gesteld uit te vissen waarom
het schuttersgenootschap uiteen was gevallen. Aangezien men gedurende de tweede verhoorronde nog
immer naar het bestaan van een weder confirmatie jeghen tvoorghebod informeerde, mag worden
besloten dat de gildedeken er tot aan de verhoren niet in geslaagd was om dergelijk vernieuwd privilege,
of een ander ultiem bewijstuk uit de gilderekeningen, voor te leggen.
Het gebeurde wel eens dat betrokkenen bij aanvang van, of zelfs tijdens de ondervragingen schriftelijke
documenten ter staving indienden. Zo overhandigde Jan Vanden Bryaerde middenin een verhoorronde ter
stond eenen brief bezegheld met V scepenen zeghele in voorme van preuve.66
In een geschil tussen Joos Den Houckere, ontvanger van Sinte Claren buten Yppre, en Roelant Bride67
bleek het niet meer opportuun om getuigen te onderhoren. De ontvanger spreidde stante pede twee oude
rekeningen, een rekeningboek en een ontvangstboek tentoon. De bewijskracht van de gegevens 'sprak
voor zich', en de dienstdoende klerk vereeuwigde alles netjes in het register met getuigenissen68.
(wordt vervolgd)
61 P. Trio, Volksreligie als spiegel van een stedelijke samenleving. De broederschappen te Gent in de late middeleeuwen,
Leuven, 1993, p.127-128. L. Vanheule, o.c., p. 218-219 62 M. Lemahieu, Het ontstaan van het schuttersgildenwezen (3),in: Schuttersbrief, onregelmatig maar frequent
verschijnend e-magazine, Maastricht, 30 november 2005, nr. 42, p. 14: Dat men van nu voort an kiesen sal ome bewarenesse
ende profijt van den vorseiden gulde, dat grootelic ghemeerdert es, viii proviserers [...] ende dese viii proviserers sullen kiesen
eenen deken, op heuren eed, ghuldebroeders wesende, upte sente Sebastaens dagh [met verwijzing naar 'Sint-Sebastiaan Gent
1357-1379']. 63 F. Vande Putte, o.c., p. 33-34. In de eerste alinea van de akte staat dat de oude, keizerlijke gilde tijdens de
godsdienstroebelen ten onder gegaan was. Kapelaan Lowys De Cokere en Carel Van Veurne, die prompt werd gekozen als
gouverneur van de gilde, werden tegelijk met de pastoor, op 6 maart, lid van de gilde. 64 P. Trio, o.c., p.115. Cfr. voetnoot 63 voor een illustratie (tijdsindicatie van de verkiezing). 65 L. Vanheule, o.c., p. 218-219. 66 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179, f°68r°-69r°. 67 Voor meer info over Roeland Bryde en zijn financiële perikelen, zie K. Debooser, o.c., p. 92-96 en 173-175. Zie ook
Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179, f°46v°, voor een getuigenverhoor in 1456 waarin Roeland Bryde, de
baljuw van Zale, de broer van Gillis Mond, Wouter Gilloen en Willem Vanden Walle in dubieuze omstandigheden worden
vernoemd. Het betreft een onderzoek naar machtsmisbruik door Vanden Walle. 68 Ieper, Stadsarchief, Kasselrij Ieper, eerste reeks, nr. 179, f°87r°. Het register bevat verder geen getuigenverklaringen
ivm. deze zaak.
Vandaag is het weer zover, opnieuw spannen we de bogen, de pezen getrokken en vliegen de beste pijlen
naar die ene speciale vogel.
Een hoera of ontgoocheling zal het gevolg zijn.
Bij het binnenkomen van onze confraters wordt een proficiat met de feestelijke dag gewenst.
De talrijk opgekomen schutters schieten een reeks van drie ronden op wip 1 om de vizieren juist te zetten
en de spieren op te warmen.
Aanvang Koning(in)- en Prins(es)schieting
Onder het belsignaal treden de bestuursleden met vlag, koningsvogel en prinsenvogel aan en worden de
zo begeerde vogels op de wippen geplaatst.
De Hoofdman verwelkomt de confraters en
benadrukt dat de traditie van het Koningsschieten tot
onze cultuur behoort en de jeugd moet gekoesterd en
ingewijd worden, zodat zij de groei en bloei verder
kunnen uitbouwen om het voortbestaan te
verzekeren.
vriendschap, sportiviteit en fairplay.
Verloop van de schieting
traditioneel voorkeurschot en treft de Koningsvogel
vol op de borst, waarop spontaan een applaus volgt
van de confraters.
schiet eveneens de vogel af en krijgt ook het
applaus.
griffier Anita, schatbewaarder Laurette, André,
Jonathan en Jordy.
ontspannen en wordt de vogel geschoten door
Edwin, Jonathan en Katinka.
3de ronde.
Deze ronde is beslissend waarbij Jonathan de vogel voor de tweede keer neerhaalt.
De ronde dient volledig afgewerkt te worden en ook de schutters Christophe en Natalie schieten de vogel
af, maar Jonathan met twee treffers haalt de koningstitel binnen.
HANDBOOGGILDE SINT SEBASTIAAN BREDENE vzw
Koning(in)- & Prins(es)schieting Liggende wip op zaterdag 03 oktober 2015
33
De jeugd schiet eveneens drie ronden, de pijlen vlogen rakelings, maar geen treffers, uitgezonderd van
Lisa Coulier die als enige in de laatste ronde de vogel afschiet en daarmee de titel van Prinses kon
verzilveren.
confraters die de Koningsvogel eenmaal hebben
geschoten.
hulpgriffier Freddy die wordt aangesteld als Baljuw.
De Koning, Baljuw en Prinses worden beëdigd en
met de passende breuken vereremerkt.
Een heildronk en overheerlijke (Konings)maaltijd
werden geserveerd met nadien nog een schieting en
gezellig samenzijn zodat deze dag weeral een
voltreffer was.
griffier
34
Fort Lapin BRUGGE
AANSTELLING NIEUWE HOOFDMAN
Op 28 augustus 2015 werd in het lokaal van Koninklijke Handbooggilde “Fort Lapin” te Brugge dhr.
Marco Van Loocke aangesteld als nieuwe Hoofdman.
Bij aankomst in het lokaal te Dudzele werden de afgevaardigden en schutters ontvangen door griffier
Monique Noteboom die de gilden voorstelde.
In aanwezigheid van de Brugse Schepen van sport A. Lambrechts, de afgevaardigde van de Bond Staande
Wipschutters G. Meeuws, de afgevaardigde van de Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden
G. Plaetinck en talrijke vertegenwoordigers van Brugse gilden werd er overgegaan tot de aanstelling van
de hoofdman door dhr. Gilbert Meeuws door overhandiging van de Breuk (Brelokke).
De nieuwe hoofdman beëdigde op zijn beurt de stadhouder dhr. Mestdagh en nieuwe deken dhr. Alain
Vyncke.
De hoofdman, dhr. Van Loocke, overhandigde aan de aanwezige vertegenwoordigers een aandenken.
Als afsluiting werd een receptie aangeboden waarbij nog wat kon worden bijgepraat.
Noteboom Monique, griffier KHBG “ Fort Lapin “
35
WILLEM TELL OOSTENDE
Traditiegetrouw wordt bij de K.H.M. Willem Tell Oostende op de eerste maandag van oktober de
jaarlijkse sireschieting liggende wip gehouden.
Dit jaar kon Nico Pyfferoen, die reeds 2 jaar na elkaar sire was, de 4de keizer op liggende wip worden.
Enkel Roger Deblauwe (seizoen 1986-87), ondervoorzitter Laurent Schouteeten (seizoen 1989-90) en
Dirk Decramer (seizoen 2006-07) deden hem dit voor.
Stipt om 19.00 u loste Nico, als uittredende sire, zijn ereschot en het was meteen raak. Onmiddellijk
daarna werden de 3 officiële ronden aangevat en weer schoot Nico de vogel af. In dezelfde eerste ronde
slaagde enkel Patrick Coucke er ook in om de hoofdvogel te schieten. In de tweede ronde was het voor
Nico weer raak - een zuivere ”hattrick” dus - en schoot Patrick Coucke enkel de vleugel van de
hoofdvogel af waardoor meteen ook de nieuwe baljuw gekend was.
De strijd was gestreden, Willem Tell had een nieuwe keizer en een nieuwe baljuw. Nog nooit in de 108-
jarige geschiedenis van de maatschappij werd een sireschieting zo vlug afgehandeld als dit jaar.
In het midden de nieuwe keizer, Nico Pyfferoen, met rechts van hem de nieuwe baljuw Patrick Coucke, omringd door het
bestuur en de confraters
KAMPIOENEN STAANDE WIP 2015
Op zaterdag 3 oktober was het bij de Koninklijke Handboogmaatschappij Willem Tell Oostende
verzamelen geblazen voor de kampioenenviering van het voorbije seizoen staande wip.
Opnieuw werd Nico Pyfferoen kampioen met 170 punten, gevolgd door Mario Madelein met 154 punten
en Filip Huyghebaert met 142 punten. Elisa Deprez werd met 48 punten kampioene bij de dames. Naast
de kampioenen werden de winnaars van de diverse nevenklassementen ook nog met een mooie prijs
bedacht.
Tenslotte werd deze viering afgesloten met een heerlijke barbecue en tussen pot en pint werden plannen
gesmeed voor het nieuwe seizoen liggende wip dat op 28 september van start ging.
Geïnteresseerden zijn voor nadere inlichtingen steeds welkom op de ledenschietingen die doorgaan iedere
maandag- en donderdagavond om 19.00 u in ons lokaal in het sportpark De Schorre, Sportparklaan
Gebouw M te 8400 Oostende.
Nieuw: vanaf dit seizoen wordt er iedere woensdagavond om 18.30 u ook op doel geschoten.
Surf zeker eens naar http://users.telenet.be/willemtell/
De kampioenen en de diverse prijswinnaars samen met de leden van het bestuur
GILDE
12 december 2015: toen op 7 december 1815 twintig Lommelse bieboeren
(imkers) het “Reglement nopens de Compagnie van de Heilige Ambrosius”
ondertekenden, zullen zij wel niet vermoed hebben dat 200 jaar later dit feit door
hun opvolgers plechtig gevierd zou worden met een stijlvolle academische zitting
en tentoonstelling in het WZC het Kapittelhof.
Onder het ba