Vreemd VAn Ver - Amazon S3 · keuken Hilde Sels en Jozef Schildermans ontcijferden en test-ten voor...

52
ERFGOED VAN HET MIGRANTENMIDDENVELD 2011 | 2 TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF Archief en democratie Lolita brengt literair erfgoed in kaart Bruno Verbergt over de bibliothecaris als stakeholdermanager Facebookprofiel, pagina of groep? VREEMD VAN VER

Transcript of Vreemd VAn Ver - Amazon S3 · keuken Hilde Sels en Jozef Schildermans ontcijferden en test-ten voor...

ErfgoEd van hEt migrantEnmiddEnvEld

2011 | 2

tijdschrift voor bibliotheek

& archief

Archief en democratieLolita brengt literair erfgoed in kaartBruno Verbergt over de bibliothecaris als stakeholdermanagerFacebookprofiel, pagina of groep?

Vreemd VAn Ver

www.libis.be

COMPLETE OPLOSSINGEN VOOR COMPLEXE INFORMATIEVRAAGSTUKKEN

Samen voor innovatie in informatie. Informatieheeft vandaag duidelijk nood aan innovatie. Wij maken er graag - samen met u - werk van.Zodat onze informatieoplossingen zowel eenantwoord bieden op de vragen van vandaag als de uitdagingen van morgen.

DOC_ADV_LIBIS_META:Opmaak 1 13/01/11 09:59 Pagina 1

Julie Hendrickx, Hoofdredacteur

De ambities die sommige Europese overheden koesteren voor hun openbare bibliotheken liegen er niet om: voor bibliotheken is er nog weinig plaats.

In het Verenigd Koninkrijk worden maar liefst 481 bibliotheken — 422 gebouwen en 59 mobiele bibliotheken — geconfronteerd met een verplichte sluiting. Dit betekent dat één op vijf bibliotheken de deur moet sluiten en één op vier biblio-thecarissen noodgedwongen op zoek moet naar een nieuwe baan. Tenslotte moet er 6 miljoen pond beknibbeld worden.

Ook in Nederland zijn de gevolgen van de economische crisis onafwendbaar voor de lokale bibliotheken. 93 procent van de Nederlandse bibliotheken zal in de periode 2010-2013 geconfronteerd worden met een krapper budget. 30 procent daarvan zag hun financiële ruimte de vorige jaren al verkleinen en maar liefst 62 procent zal ook de effecten van provinciale bezuinigingen in de begroting voelen. De kans is reëel dat de aangekondigde bezuinigingen nog toenemen in de komende jaren.

De lokale overheden besparen op deze manier snel en gemakkelijk. Zeker als ze bovendien besluiten de aanwezige expertise in te ruilen voor kosteloze arbeid. Waar mogelijk wordt zowel in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk het geschoolde personeel vervangen door vrijwilligers.

Ondertussen kijken de Britse en de Nederlandse nationale regeringen onver-schillig toe. Gemakzucht primeert. Een langetermijnvisie was duidelijk geen ver-eiste. Moeten we in een kennissamenleving als de onze niet juist investeren in informatie(infra)structuren? Nu al is het duidelijk dat de opgelegde besparingen en sluitingen elke vorm van investeringen en innovatie in de bibliotheeksector in de kiem smoren. Wie dicht dan de digitale kloof?

Ook Vlaanderen ontsnapt niet aan de economische crisis. Bovendien lijkt de Participatiesurvey 2009 uit te wijzen dat onze openbare bibliotheken steeds minder bezoekers verwelkomen. Hoe zullen gemeenten zo’n conclusie combi-neren met het decreet Planlastvermindering? In het teken van de interne staats-hervorming zullen vanaf 2012 alle sectorale gemeentelijke plannen (waaronder het cultuurbeleidsplan) plaats maken voor één gemeentelijk strategisch meer-jarenplan. Daar komt bij dat de Vlaamse overheid zich uitsluitend wil beperken tot het formuleren van beleidsprioriteiten en het uitkeren van impulssubsidies. Maar als de subsidies voor bibliotheken niet meer geoormerkt zijn en Vlaanderen niet meer kan aangeven welke middelen — lees: geschoold personeel — ingezet moeten worden, dreigt de sector ook bij ons zwaar te moeten inleveren.

Hopelijk verdwijnt het langetermijndenken niet samen met de sectorale plan-nen. Want de resultaten van de call for papers voor Informatie aan Zee 2011 weerspiegelen een bruisende sector. Het essay van Bruno Verbergt (Universiteit Antwerpen) in dit nummer komt dan ook als geroepen. Een betere timing bestaat er niet om eens na te denken over wat stakeholdermanagement voor een biblio-theek betekent. Tenminste: als we van de plaatselijke bib weer een 'leidend' voorwerp willen maken.

De bibliotheek als lijdend voorwerp

VERANTWOORDELUKE UITGEVER

Julie Hendrickx, Statiestraat 179,

2600 Berchem

HOOFDREDACTEUR

Julie Hendrickx

[email protected]

REDACTIE

Klaartje Brits, Jo Cooymans,

Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster,

Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Raf Guns,

Myriam Lemmens, Kris Michielsen,

Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega,

Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon,

Inge Van Nieuwerburgh, Patrick Vanhoucke,

Bruno Vermeeren.

REDACTIESECRETARIS

Tom Van Hoye

[email protected]

REDACTIEADRES

VVBAD • META

Statiestraat 179, 2600 Berchem

Tel. 03 281 44 57

[email protected]

http://www.vvbad.be/meta

ADVERTENTIES

[email protected]

LAY-OUT

Marc Engels

DRUK

Enschedé-Van Muysewinkel

META verschijnt 9x per jaar,

behalve in januari, juli en augustus.

META is een uitgave van de VVBAD en is

begrepen in het lidmaatschap, maar is ook

verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie

op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.

ISSN 2033-639X

editoriaal

META 2011 | 2 | 1

Voor een gratis demo, neem contact op met:Swets Information Services NV, Europark-Oost 34C, 9100 Sint-Niklaas, T 03 780 62 62, E [email protected]

ERMasaService-A4-NL.indd 1 2/14/2011 2:50:23 PM

31 Het cijfer

Het Plan

32 EssayVan professionele bureaucraat naar innovatieve relatiemanager: De bibliothecaris als stakeholdermanagerBruno Verbergt

35 ColumnBibliotheek VlaanderenEva Simon

Het citaat

36 De VraagMaak je het best een Facebookprofiel, pagina of groep voor je organisatie?Ilse Depré

38 KroniekEuropeana en de digitale ontsluiting van cultureel erfgoed

40 DuurzaamTips voor duurzamere bibliotheken en archieven

41 Recensies

44 Personalia

45 Lezersreacties

Het NachtkastjeWilly Van de Vijver

46 Activiteiten

48 Uitzicht

1 EditoriaalDe bibliotheek als lijdend voorwerp

4 Nieuws

8 ArtikelVreemd van ver: Prospectie en registratie van het erfgoed van het migrantenmiddenveldPiet Creve en Karim Ettourki

14 Interview Lolita brengt literair erfgoed in kaartJulie Hendrickx

20 ArtikelArchief en Democratie: De eerste virtuele tentoonstelling van het RijksarchiefGeertrui Elaut

24 SignalementOpenbare Bibliotheek Brugge

26 EtalageOpenbare Bibliotheek Hove

27 InzetCarol Vanhoutte: Een wereld vol verwondering

28 Over de grensDe sectie Openbare Bibliotheken van MexicoHelen Ladrón de Guevara Cox

30 TrendMultitouchtafelsIlse Depré

META 2011/2

Jaargang 87 - maart 2011

inhoud

META 2011 | 2 | 3

Hutsepot met spreeuwen

Een nieuwe start voor Pluizer

Geen nood, dit wordt geen vaste kookrubriek in META. De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience kreeg eind vorig jaar een opmerkelijk cadeau van haar vriendenvereniging. Het gaat om een 17e-eeuws kookboek, een zeldzaam handschrift omdat kookboeken echte gebruiksboeken waren. Op de website van de erfgoedbibliotheek staat een digitale versie van het boek. Kookliefhebbers kunnen dus aan de slag met 17e-eeuwse recep-ten. Al vraagt teletijdkoken wel wat durf.

Kookboeken uit die periode zijn bijzonder zeldzaam. Ze stonden niet in de bibliotheek maar in de keuken, om dagelijks geraad-pleegd te worden tot ze uiteen vielen en werden weggegooid. Wie het kookboek heeft geschreven, is niet duidelijk. Er zijn aan-wijzingen dat het ontstaan is in het oude hertogdom Brabant. De nieuwe aanwinst vormt een ware schat aan informatie over het dagelijkse leven van 350 jaar geleden. Uit het boek blijkt dat de keuken van de 17e-eeuwse rijkere burgerij een internationaal en modern tintje had: Van hartige ‘toerten’ met vlees (quiches) tot ‘roffioelen’ (ravioli).

Kookliefhebbers die terug in de tijd willen gaan, moeten ech-ter heel wat moeilijkheden overwinnen. Naast het ontcijferen van het oude handschrift en de hertaling van de 17e-eeuwse spelling, kan ook de omrekening van de oude inhoudsmaten en de niet altijd duidelijke vermelding van de kook- of baktijd voor heel wat uitdaging zorgen. Verder is de zoektocht naar de

juiste ingrediënten ook nog een hindernissenparcours. Recepten vermelden vergeten ingrediënten zoals ‘verjus’, het recept voor Spaanse hutsepot vraagt verboden producten zoals de spreeu-wen en reigers.

Een van de klassiekers is de wafel. Specialisten in de historische keuken Hilde Sels en Jozef Schildermans ontcijferden en test-ten voor de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience een van de wafelrecepten uit het Brabants kookboek. Ze kwamen tot de conclusie dat de 17e-eeuwse keuken niet bepaald ‘light’ was.

Het kookboek kan je doorbladeren op de site van de bibliotheek. Daar vind je ook de vertaling van het wafelrecept en kan je zelf aan de slag gaan. (TVH)

> http://www.consciencebibliotheek.be

Buscuit © Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.

Pluizer is al jaren synoniem van jeugdboekenrecensies geschreven

door bevlogen liefhebbers van jeugd-literatuur. Meer dan twintig jaar lang

verschenen ze in tijdschriftvorm. Vanaf 2005 waren ze te vinden in een databank op de website van LINC vzw. Voortaan krijgt Pluizer een nieuw leven in de vorm van een eigen website op http://www.pluizer.be.

Deze nieuwe site bevat bij de lancering al bijna 5000 recensies. Ze zijn het resultaat van het lees- en schrijfwerk van meer dan veertig LINC-vrijwilligers, die hun passie voor boeken en (voor)lezen willen delen.

Wil je boeken vinden over beren, boten of buitenaardse wezens, of zoek je een voel-boek of voorleesboek? Pluizer wijst de weg naar kinderboeken voor elke leeftijd. Zoeken kan op titel, thema, auteur of illus-trator. Wil je je laten verrassen? Pluizer plaatst voortdurend goede boeken in de kijker die passen bij de tijd van het jaar. Wie kritisch is op het leesvoer van kinde-ren, kan vertrouwen op het oordeel van Pluizer-recensenten. Beperk je zoektocht tot de boeken die drie of vier sterren heb-ben gekregen en je krijgt enkel de beste boeken voorgeschoteld. (TVH)

> http://www.pluizer.be

4 | META 2011 | 2

nieuws

Juridische actie Algemeen Rijksarchief tegen Vlaams ArchiefdecreetIn de zitting van 1 februari 2011 stelde Peter Dedecker (N-VA) in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een vraag naar de plannen van de algemeen rijks-archivaris om beroep aan te tekenen tegen het Vlaamse Archiefdecreet bij het Grondwettelijk Hof. De minister van Wetenschapsbeleid Sabine Laruelle (MR) antwoordde dat de ministerraad zich daarover zal uitspreken, maar dat de algemeen rijksarchivaris de functio-nele vrijheid heeft om een vernietigings-beroep in te dienen als hij het vereiste belang kan aantonen. De minister wees in haar antwoord verder op haar pogingen tot overleg te komen inzake de archieven. Bij brieven van 2 september 2010 werden de ministers-presidenten ter zake uitge-nodigd. Op 24 januari 2011 vond er een overleg plaats met afgevaardigden vanuit verschillende Vlaamse kabinetten.

Vastgesteld werd toen dat er twee tegengestelde visies waren en er werd afgesproken dat afgevaardigden van de Vlaamse administratie en van het Algemeen Rijksarchief zich zullen buigen over kwaliteitscriteria, selectiecriteria en toezicht op archieven. Intussen besliste de federale ministerraad in zitting van 3 februari 2011 beroep aan te tekenen bij het Grondwettelijk Hof tegen het Vlaamse Archiefdecreet.

Johan Vannieuwenhuyse

Europeana verzamelt hedendaagse kunstOp 25 januari 2011 hebben de Europese Commissie en het Digitising Contemporary Art-consortium, 25 part-ners uit 10 EU-lidstaten en de twee geas-socieerde landen Kroatië en IJsland, offi-cieel het project Digitising Contemporary Art (DCA) gelanceerd. Dit project zal een belangrijke toename van de aanwezigheid van hedendaagse kunst in Europeana, de Europese digitale bibliotheek, realiseren. In een tijdsbestek van 30 maanden zul-len 21 musea en kunstinstellingen onge-veer 27.000 hedendaagse kunstwerken en 2.000 contextuele documenten digi-taliseren, zodat deze beschikbaar worden voor het Europeana-portaal.

Met medefinanciering van de Europese Commissie onder het CIP-ICT PSP- programma en de betrokkenheid van de

25 partners heeft het DCA-project tot doel hoogwaardige digitale reproducties te creëren en te behouden en tevens de online toegang tot deze reproducties te verzekeren. Om toekomstige soortge-lijke digitaliseringsprojecten te onder-steunen, zal het project ook richtlijnen en best practices publiceren met betrekking tot de digitalisering van hedendaagse kunst. In de loop van juli 2013 zullen de metadata over de gedigitaliseerde items in kaart zijn gebracht, uitgebreid, gecon-textualiseerd en verzameld worden voor opname in Europeana. Het DCA-project zal Europeana tevens voorzien van digi-tale thumbnails en links naar hoogkwalita-tieve reproducties. De partnerinstellingen kunnen dit digitale materiaal dan via hun eigen websites en ook via andere kanalen beschikbaar stellen. Dit zal de algemene online toegang tot (delen van) Europese hedendaagse kunstcollecties vereenvou-digen en de gebruikerservaring bevorde-ren. Tegelijkertijd zullen de digitale repro-ducties en metadata bijdragen aan het behoud van deze kunstwerken en con-textuele documenten.

COöRDINATIEDCA wordt gecoördineerd door PACKED vzw – Expertisecentrum Digitaal Erfgoed, een in Brussel gevestigde organisatie die sinds de oprichting in 2005 is uitgegroeid van een platform voor het archiveren en bewaren van audiovisuele kunst tot een expertisecentrum voor digitaal cultureel erfgoed. De organisatie wordt financi-eel gesteund door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

> http://www.packed.be

http://www.europeana.org

Kenniskantoor, bibliotheekprofessionals wisselen uitBibliotheekprofessionals die een vraag willen stellen aan hun collega’s, of tips en ervaringen willen delen, kunnen vanaf nu terecht op http://kenniskantoor.biblio-theek.be. Kenniskantoor is een gebruiks-vriendelijk werkinstrument, dat het uit-wisselen van informatie ondersteunt en aanmoedigt. Kenniskantoor staat ter beschikking van iedereen die zich beroepsmatig betrokken weet bij open-baar bibliotheekwerk.

De informatie op Kenniskantoor is open en kan door iedereen geraadpleegd wor-den. Hierdoor zullen onderwerpen op Kenniskantoor ook opduiken in zoekre-sultaten op Google, wat het rendement van de informatie zeker zal verhogen. Alle onderwerpen gerelateerd met biblio-theekwerk, kunnen aan bod komen. Om de informatie toch enigszins gestructureerd aan te bieden werkt Kenniskantoor met groepen. De groepen ‘vragen’ en ‘berich-ten’ zijn de meest algemene. Deze groe-pen bieden ruimte aan collega’s om een vraag te stellen of kennis en ervaringen te delen, om het even waarover. Andere groe-pen zijn meer specifiek, en bevatten infor-matie over een welbepaald onderwerp.

Door lid te worden van een groep, word je via mail op de hoogte gebracht van nieuwe berichten in deze groep. Een zoekbox zorgt er voor dat specifieke informatie vlot kan worden terugge-vonden. Naast de informatie in groepen heeft Kenniskantoor ook een evenemen-tenkalender om collega’s te attenderen op interessante congressen of studie-dagen voor professionals. Ieder lid van Kenniskantoor kan hieraan evenementen toevoegen. Bovenal is Kenniskantoor een netwerk van mensen, virtueel met elkaar in contact. Iedereen participeert als per-soon, uit eigen naam en met eigen ideeën of meningen. Dat maakt het instrument juist zo rijk.

Kenniskantoor wordt zeker gesmaakt. 13 dagen na de eerste aankondiging, tellen we al 419 geregistreerde leden en een 46-tal berichten, waar steevast door col-lega’s op gereageerd wordt. Geïnspireerd door deze vlotte start, rekent Bibnet er op dat Kenniskantoor een volwaardig alternatief wordt voor de huidige biblio-theekfora.

Elly Van Acoleyen

> informatie of vragen: [email protected]

http://kenniskantoor.bibliotheek.be

META 2011 | 2 | 5

nieuws

Opwaardering gevangenisbibliotheken

Door de komst van het Vlaams Strategisch Plan Hulp- en Dienstverlening midden 2008 naar de gevangenis van Dendermonde, werden heel wat nieuwe initiatieven genomen voor gedetineer-den en hun sociale omgeving. Vandaag wordt gewerkt rond welzijn, sport,

cultuur, tewerkstelling, gezondheidszorg en onderwijs. De bedoeling is om in een aanbod te voorzien dat de gedetineerden voorbereidt op hun latere terugkeer in de maatschappij. Hiervoor wordt samenge-werkt met organisaties van ‘buiten de muren’.

Vanuit de Vlaamse Gemeenschap, meer bepaald het ministerie van Cultuur (in kader van het Participatiedecreet), wordt momenteel extra geïnvesteerd om de gevangenisbibliotheken in Vlaanderen uit te bouwen tot volwaardige bibliotheken en zelfs tot een filiaal van de Stedelijke Openbare Bibliotheek. Hiertoe werd in 2010 een convenant afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Stad Dendermonde. Vervolgens werd een afsprakennota opgesteld waarbij lokaal een samenwerking opgezet wordt met de Vlaamse Gemeenschap, de gevange-nis van Dendermonde, de provincie Oost-Vlaanderen en de Stad Dendermonde. Deze samenwerking vertaalt zich in een actieplan waarbij gestreefd wordt naar vernieuwing en verbetering van:

• de infrastructuur (nieuwe en betere locatie en nieuw meubilair);

• de collectie (boeken en audiovisuele materialen);

• de bibliotheekhard- en software;• de personeelsinzet.

Wat het personeel betreft, wordt nog gezocht naar een goede formule. Er is geen vast of geschoold personeel om de bibliotheek uit te baten. Dit gebeurt door een gedetineerde. Aangezien de gevangenispopulatie nogal snel veran-dert, zijn er momenten zonder bibliothe-caris of is er geen goede overdracht. Er is (nog) geen professionele ondersteu-ning. Daartoe worden nu de mogelijkhe-den verkend.

Annelies Jans

> Meer informatie óf tips zijn welkom bij:

[email protected]

De gevangenisbibliotheek van Antwerpen.

Foto: Frederik Janssens.

Veelzijdig Overzichtelijk Aanpasbaar aan alle soorten publicaties Internetmodules: SDI attenderen, Online reserveren en Full text zoeken Eenvoudig titelbeschrijvingen ontlenen Makkelijk rapporteren Geïntegreerde aanvullende modules: Bestelmodule, Uitleenmodule en Tijdschriftenmodule Meertalig Internationale standaarden SRU, ISBD/AACR2, Z39.50 MARCXML, OAI-PMH en meer Integreerbaar met Adlib Museum en Adlib Archief tot één ‘crossdomain’ systeem API-koppelingen Keuze databases MS SQL Server, Oracle, Adlib Internet ready.

Adlib Bibliotheek catalogiseert meer dan boeken alleen. Adlib Bibliotheek vormt de kern van een compleet informatie- en kenniscentrum. Desgewenst kunt u deze kern uitbouwen met de uitleen-, bestel- en tijdschriftenmodules, of met vragenregistratie, SDI, full-text search en verschillende online services. Iedere vorm van informatie wordt zo op maat gemaakt voor uw gebruikers. Niet voor niets is Adlib Bibliotheek in gebruik bij vele mediatheken, bedrijven, (hoge)scholen, en juridische en overheidsinstellingen.

Adlib Information Systems

(0346) 58 68 00

[email protected]

www.adlibsoft.com

De juiste informatie bij de juiste persoon

Adlib Bilbliotheek

6 | META 2011 | 2

nieuws

hebt u ook nieuws voor deze rubriek? stuur het naar [email protected]

Brussel verwelkomt JoskeIn december opende een nieuwe Nederlandstalige bibliotheek in Sint-Joost-ten-Node. Bibliotheek Joske is een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen de gemeente en de Vlaamse Gemeenschapscommisse. Joske is een filiaal van de Hoofdstedelijke Openbare bibliotheek (HOB), die naast de organisatie van de bibliotheek op het Muntplein ook de werking van de bibliotheken in Brussel ondersteunt. De startcollectie werd door de HOB aan-geleverd.

De voornaamste ambitie van Joske is buurtgericht wer-ken: Sint-Joost-ten-Node is de kleinste gemeente van het Brussels gewest, nauwelijks een vierkante kilometer groot. Het is ook de jongste gemeente van het land, tenminste wat de gemiddelde leeftijd van de inwoners betreft. Twee goede redenen om een sterke buurtgerichte werking uit te bouwen, met een aanbod aan media en activiteiten op maat van de bewoners. Geen grauwe of anonieme biblio-theek, maar een bib met een eigen gelaat en een sympa-thieke naam: Bib Joske.

Joske wil een veelzijdige bibliotheek zijn. De collectie straalt de diversiteit van Sint-Joost-ten-Node uit. Omdat veel kinderen school lopen in het Nederlandstalig onder-wijs ligt de nadruk vooral op het jeugdaanbod. Voor de

inrichting is gekozen voor originele stukken en is het klassieke bibliotheekmeubilair vervangen door speelse meubelen. Op de eerste verdieping vind je de jeugdafde-ling met een familiekamer. De huiskamergedachte wordt doorgetrokken tot in het interieur van de bibliotheek. Een warme woonkamerachtige bibliotheek waarin het gezel-lig toeven is. In de jeugdafdeling is een grote tekenmuur waarop kinderen kunnen tekenen of berichten achterla-ten in alle talen.

Bib Joske wil mee nadenken over wat er in de omgeving gebeurt en wil de mensen informeren en inspireren. De bib laat de bibliotheekgebruikers meebouwen aan de samen-stelling van het aanbod. Ruimte bieden voor Nederlands in de stad, ondersteunend werken naar scholen en andere organisaties die met kinderen werken. Projecten die de bibliotheek wil opzetten hebben te maken met het ver-hogen van de mediawijsheid of verkleinen van digitale kloof. Mensen helpen in de nieuwe informatiemaatschap-pij en informeren, maar ook inspireren door interessante ontmoetingen te organiseren met auteurs uit binnen- en buitenland.

Emine Altuntas Foto's: Gertrude Vandeperre

META 2011 | 2 | 7

nieuws

PROBLEEMSTELLINGMigratie krijgt door de toene-mende globalisering en diver-sificatie van de Europese samenleving in nagenoeg al onze buurlanden een groei-ende aandacht onder historici en onderzoekers uit de sociale wetenschappen. Onderzoek spitste zich aanvankelijk toe op het overheidsbeleid en op de politieke en demografische aspecten. De belangstelling heeft zich ondertussen ver-breed naar de sociale en cul-turele aspecten van migratie. Hierin staan identiteitsbele-ving en constructie centraal. De ervaringen van de ver-schillende gemeenschappen worden vanuit een diachro-nisch perspectief behandeld. Uit die interesse ontstonden de jongste decennia verschil-lende projecten die de civil society van migranten op de voorgrond plaatsten 1.

In Vlaanderen bestaat een uitgebreid middenveld van migrantenorganisaties. De kennis over dit middenveld is vrij beperkt, zelfs over de omvang bestaat grote ondui-delijkheid. Er bestaan wel stu-dies over bepaalde aspecten van het migrantenmiddenveld, maar een algemeen overzicht

ontbreekt. 2 Over het erfgoed dat deze verenigingen produ-ceren en geproduceerd heb-ben, is zo mogelijk nog min-der informatie beschikbaar. Ook binnen de migrantenor-ganisaties is daarover weinig bekend. Deze situatie is zeker niet uniek voor Vlaanderen. In 2001 organiseerde het toen-malige DIVA, de Nederlandse koepelorganisatie voor docu-mentaire informatievoorzie-ning en archief, een studie-dag over archieven en het cultuurgoed van migranten in Nederland. Daar werden gelijkaardige problemen aan-gekaart. 3

REPERTORIUMHet stafkaartproject beoogt de ontwikkeling van een repertorium van het migran-tenmiddenveld in Vlaanderen en een overzicht van het hier bewaarde erfgoed, in het bij-zonder van de archieven, de publicaties en de audiovisuele bestanden die gevormd en bewaard worden. Het project richtte zich op de detectie en de registratie van dit erfgoed. Het vormde zo een eerste aan-zet om op termijn dit waarde-vol erfgoed te valoriseren en te ontsluiten voor wetenschap-pelijke en publieksgerichte

initiatieven. Deze systemati-sche verzameling van gege-vens over migrantenorgani-saties en hun erfgoed moet verder historisch onderzoek over de diverse aspecten van migratie stimuleren en moge-lijk maken. 4

Voor de realisatie van het register en de gegevens-verzameling heeft het pro-ject gebruik gemaakt van een relationele webdata-bank ontwikkeld binnen het ODIS-project. ODIS is een

gebruiksvriendelijke database speciaal ontworpen om de geschiedenis van het midden-veld contextueel te ontslui-ten en beschikbaar te stellen. De uitgevoerde registraties vulden de reeds bestaande gegevensreeksen verder aan en verrijkten ze. Ze droegen in belangrijke mate bij tot de diversificatie en de represen-tativiteit van de aanwezige gegevens. Hierdoor komt het verscheidene middenveld in Vlaanderen beter tot zijn recht.

VREEMD VAN VERProspectie en registratie van het erfgoed van het migrantenmiddenveld

Piet Creve, Amsab-ISG en Karim Ettourki, KADOC-K.U.Leuven

In november 2008 startten KADOC — Docu-mentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving — en Amsab — Instituut voor Sociale Geschiedenis (ISG) — het project ‘Stafkaart van het migrantenmiddenveld en zijn erfgoed in Vlaanderen 1830-1990: een pros-pectie en registratieronde van het migrante-nerfgoed in de regio’s Gent, Antwerpen en Genk’. Met dit project, dat gefinancierd werd door het FWO-Max-Wildiersfonds, vullen de twee centra een hiaat op binnen de bestaande culturele erfgoedwerking in Vlaanderen.

Nikos en Vangelis Boukouvalas, Winterslag, 1964 (Archief N. Boukouvalas; collectie Amsab-ISG).

8 | META 2011 | 2

artikel

GEGEVENSVERZAMELINGVoor het samenbrengen van gegevens werd geko-zen voor een bipolaire aan-pak. Enerzijds werden op basis van bestaande litera-tuur gegevens samengebracht over vroegere migrantenorga-nisaties, o.m. verdwenen stu-dentenorganisaties, en hun erfgoed. Anderzijds werden de bestaande middenveldor-ganisaties in kaart gebracht samen met wat ze nog bewa-ren over hun eigen geschiede-nis en die van hun eventuele

voorgangers. Het huidige migrantenmiddenveld vormde het vertrekpunt voor de ver-zameling.

GEOGRAFISCHE AFBAKENING Aangezien Vlaanderen geken-merkt wordt door een zeer divers en diffuus migranten-middenveld, werd geopteerd voor een pertinente afbake-ning. Het project richtte zich op internationale immigratie en hanteerde het ontstaan van België in 1830 als beginpunt en 1990 als een richtingge-vend eindpunt. Bij de realisa-tie van het repertorium lag de focus op Gent, Antwerpen en de mijnregio Genk. De interna-tionale immigratie in Gent nam vooral aanvang in de tweede helft van de 20e eeuw toen de plaatselijke textielindustrie nood had aan arbeidskrach-ten. Antwerpen heeft als grote havenstad steeds migranten aangetrokken die bijdroegen tot de economische bloei en ontwikkeling van de stad. De Limburgse mijnstreek daaren-tegen wordt gekenmerkt door migratiegolven die vooral ver-band hielden met de ontlui-kende mijnindustrie in de 20e eeuw. Deze drie markante gebieden lieten toe de diver-genties tussen de migranten-organisaties in kaart te bren-gen. Bij de realisatie van het project is geen exhaustiviteit nagestreefd. Het ging veeleer om een steekproef, een status quaestionis van het migran-tenmiddenveld en zijn erfgoed waarbij de geografische focus wel toeliet een breed en rijk scala aan migrantenorganisa-ties te inventariseren.

De onthaalinstellingen waren overeengekomen om de pros-pecties als volgt te verdelen: de projectmedewerkers uit Amsab-ISG en KADOC werk-ten tot en met juni 2009 res-pectievelijk aan de Gentse en Genkse regio’s. De ver-kennende prospecties voor Antwerpen stonden gepland voor de zomermaanden juli en augustus. Door de vakan-tieperiode was een groot deel van de organisaties moeilijk

aanspreekbaar waardoor het zwaartepunt van de prospec-ties in de maanden september- oktober viel. Ter afsluiting van het project werd op vrijdag 26 en zaterdag 27 februari 2010 de tweedaagse workshop ‘Het vergeten middenveld? Migrantenorganisaties en hun erfgoed’ georganiseerd in het Vlaams Parlement.

In totaal werden in de 3 regio’s 57 organisaties gepros pecteerd en geregis-treerd: Gent (19) Antwerpen (11) en Genk (27). Het onder-zoek bij o.m. Noren, Finnen, Polen, Slovenen, Italianen, Congolezen en Turken resul-teerde in een rijk scala aan organisaties van verschil-lende afkomst met specifieke activiteiten en werking binnen de Vlaamse samenleving. Het gaat om sportclubs, koepelor-ganisaties, koren, dansgroe-pen, oud-strijdersverenigin-gen, moskeeën enz. Hoewel het huidige migrantenmid-denveld het vertrekpunt vormde voor het voorliggend project, is er ook aandacht geschonken aan de verdwe-nen of historische organisa-ties. Hierdoor overspant het project de 19e en 20e eeuw en gunt het een oriënterende blik in de migratiegeschiede-nis van Vlaanderen.

“JAREN GELEDEN WERD HET VERENIGINGS-LOKAAL OPGEKNAPT. DAARBIJ VERDWEEN BIJNA HET GEHELE ARCHIEF IN DE PAPIERCONTAINER.”

Het cultureel erfgoed van deze organisaties werd even-eens geregistreerd. Hierbij lag de nadruk op de docu-mentaire erfgoedgehelen van de verenigingen zelf. Bronnen over deze organisaties wer-den sporadisch opgeno-men zoals bij het Provinciaal Integratiecentrum Limburg. Om een uitgebreid onderzoek te voeren, lijkt deze piste op termijn noodzakelijk. Centra

zoals de regionale instituten voor samenlevingsopbouw (RISO) en de integratiecentra werken vaak met middenvel-dorganisaties. Hun archieven leveren aanvullende documen-tatie op. Bij dit project bleef deze sector echter onderbe-licht. De focus lag op de recht-streekse erfgoedcreatie van de diverse verenigingen.

DE STAAT VAN HET ERFGOEDOp basis van ons onderzoek is het mogelijk een licht te wer-pen op de staat van dit erf-goed. Vooreerst blijkt dat er in het verleden weinig aandacht aan werd besteed, hoewel de maatschappelijke relevantie en het onderzoekspotentieel onmiskenbaar zijn. Het ver-lies van belangrijk erfgoed is dan wellicht ook aanzienlijk. Door bestuurswissels, overlij-dens van pioniersfiguren en herstructureringen raakten de erfgoedgehelen eveneens verspreid over verschillende plaatsen en personen waarbij de bestanddelen niet zelden als persoonlijk bezit worden beschouwd. Dit maakt de cen-tralisatie en de toegankelijk-heid van dit erfgoed moeilijk.

Verscheidene bestanden zijn weggegooid bij herschikking van lokalen en verdwenen zo voorgoed uit ons blikveld. Dat gebeurde onder meer bij het Comité der Poolse Verenigingen in Waterschei. Enkele jaren geleden werd het verenigingslokaal opge-knapt. Daarbij verdween bijna het gehele archief in de papiercontainer. Volgens Jerzy Kepa, jaren bestuurs-lid bij diverse Poolse organi-saties in Genk, zou driekwart van het Pools erfgoed ver-dwenen zijn. Een gelijkaar-dige vaststelling konden we maken bij de Federatie van Marokkaanse Verenigingen in Antwerpen. Hier werd een deel van de collectie wegge-gooid wegens brandgevaar: het archief bevond zich nabij een stookolieketel in de kelder van het gebouw en werd om die reden meegegeven bij de ophaling van het oud papier.

META 2011 | 2 | 9

artikel

De geschiedenis zélf van een organisatie is soms de ver-klaring voor de staat van het erfgoed. De Demokratik Halk Kültür Dernegi (DHKD), Turkse Democratische Culturele Volks vereniging, is een van de oudste nog bestaande migran-tenorganisaties in Gent. De DHKD heeft meerdere orga-nisatorische veranderingen meegemaakt en is sinds de oprichting in 1979 vijf keer verhuisd. Tot twee maal toe is een kelder waar archief- en documentatiemateriaal werd

bewaard, ondergelopen. Bij die verhuizingen en overstro-mingen is telkens heel wat verloren gegaan. Eén van de gevolgen is dat de DHKD zelfs niet meer beschikt over een volledige collectie van het eigen tijdschrift.

Hoewel de meeste migranten-organisaties vrij recent zijn, blijken er toch al heel wat ver-dwenen te zijn. Over het erf-goed dat samen met de ver-enigingen verdween, is er nog minder informatie. Gelukkig

zijn er uitzonderingen. Zo hield de Gentse organisa-tie El Ele eind 2008 wegens geldgebrek op te bestaan. El Ele was in 1982 gestart als een werking voor Turkse vrouwen in de Rabotwijk en werd in 1990 erkend als één van de vier Gentse Lokale Integratiecentra. Bij het plotse einde bleef het archief- en documentatiemateriaal ach-ter in de kantoren. Net voor het daar dreigde afgevoerd te worden naar de papier-recyclage, kon het materiaal

overgebracht worden naar Amsab-ISG.

Ondanks het verlies en de verspreiding is er in het kader van dit project toch heel wat erfgoed aan de oppervlakte gekomen. De geregistreerde collecties van de geprospec-teerde verenigingen variëren van slechts enkele mappen tot tientallen dozen. Vormelijk gaat het om klassiek patri-monium: notulen, briefwis-seling, ledenlijsten, jaarreke-ningen, subsidieaanvragen,

Maria Chouchoumis en Chrysanthi Kalaitzi op een verlovingsfeest, jaren zestig (Archief M. Chouchoumis; collectie Amsab-ISG).

10 | META 2011 | 2

artikel

iconografische en audiovi-suele stukken en allerhande voorwerpen. Verschillende organisaties beschikken ook over een website en creë-ren een elektronisch archief. Hierbij is het niet noodzakelijk zo dat de oudste verenigingen het meeste erfgoed bewaren. De conservatie van de relic-ten is veelal het resultaat van de intenties van de personen die de verenigingen leiden of hebben geleid. Het bezit of kunnen beschikken over een eigen clublokaal biedt moge-lijkheden tot accumulatie van archieven, maar is geen garan-tie. Door gebrek aan financi-ele middelen en personeel is er binnen de organisaties geen archiefbeheer. Bij de meeste collecties ontbreken eenvou-dige ordeningsplannen.

Toch is er ook een toenemende belangstelling bij de organisa-ties voor hun erfgoed. In veel gevallen speelden de pro-jectmedewerkers door hun bezoeken en contacten een sensibiliserende rol. Sommige verenigingen hebben recent zelf initiatieven genomen en zijn begonnen met een orde-ning van hun belangrijke relic-ten. De organisatie Griekse Gemeenschap Genk nam con-tact op met oud-bestuursle-den en maande hen aan archie-ven in persoonlijk bezit aan de organisatie te bezorgen. Op die manier kon een gedeelte van de verloren archiefbe-scheiden worden gerecupe-reerd en gecentraliseerd. Het erfgoedbewustzijn groeit en organisaties waarderen daar-bij de belangstelling vanuit de expertise-instellingen. Af en toe worden vragen gesteld naar mogelijke ondersteuning.

Vanzelfsprekend vormen de aangetroffen collecties een neerslag van de culturele tra-dities binnen de verschillende organisaties. Zo is het docu-mentaire erfgoed van oude organisaties veelal, maar niet altijd, opgesteld in de moe-dertaal van de vereniging en vormen de activiteitsverslagen de weergave van hun culturele, sportieve of emancipatorische

bedrijvigheid. Om verlies van dit erfgoed te voorkomen is een goede samenwerking tussen de archiefcentra en het middenveld noodzakelijk. De opbouw van een vertrou-wensrelatie is onontbeerlijk. Wie enigszins vertrouwd is met het werkterrein, weet dat dit een werk van lange adem is. Daarbij vragen de betrok-ken organisaties een return on investment waarbij de ontslui-ting van het erfgoed ook de eigen vereniging ten goede kan komen.

INTERNATIONALISMEHet project legde de focus op de archieven in Vlaanderen, hoewel er ook in het buiten-land interessante collecties worden bewaard over de ver-schillende migratiegolven naar België. Zo wordt in Polen de historiografie van de emigra-tie beschouwd als een onder-deel van de nationale geschie-denis. 5 In Spanje bestaat een centrum 6 dat archieven verza-melt uit landen met Spaanse diaspora. Daarbij opereren verschillende organisaties binnen netwerken die de nationale grenzen overschrij-den. Goede contacten met de ambassades, internationale congressen en uitwisselings-projecten zijn slechts enkele voorbeelden die deze dyna-miek illustreren. Het spreekt van zelf dat dit erfgoed ook in deze context moet wor-den gevaloriseerd. KADOC en Amsab-ISG ontwikkelden tij-dens de voorbije jaren veelbe-lovende contacten met onder-zoeks- en erfgoedinstellingen in het buitenland die soortge-lijke repertoria hebben opge-bouwd. 7 Op termijn zouden deze repertoria met elkaar kunnen worden verbonden en kunnen de resultaten van dit project verankerd worden in een internationaal perspectief.

STUDIEDAGEN EN VORMINGSMOMENTENTer afsluiting van het eerste projectjaar werd op vrijdag 26 en zaterdag 27 februari 2010 een workshop georga-niseerd. Op vrijdag 26 febru-ari werd een stand van zaken

geboden van recent histo-risch en sociaal-wetenschap-pelijk onderzoek naar enkele migrantengemeenschap-pen. Onderzoekers wierpen een licht op de verschillende migratiegolven en gemeen-schappen met daarin aan-dacht voor de manifestatie van middenveldorganisaties in de samenleving en het belang van het cultureel erfgoed voor de historische ontwikkeling en studie van migratie. Op zater-dag 27 februari kreeg het Vlaamse migrantenmidden-veld en zijn erfgoed een cen-trale plaats. De voormiddag startte met de presentatie van de onderzoeksresultaten van het Stafkaartproject. Daarna kregen een aantal verenigin-gen de gelegenheid om zich-zelf en hun cultureel erfgoed voor te stellen. In de namid-dag werden initiatieven rond erfgoed voor het voetlicht gebracht. In het afsluitend rondetafelgesprek stonden de noden en de verwachtin-gen van de verenigingen cen-traal en werd er gepeild naar toekomstige samenwerking.

Uit de getuigenissen is geble-ken dat de organisaties wel degelijk hun erfgoed koeste-ren. Zo kende Limburg een bruisend Pools verenigings-leven vanaf de jaren twintig. Van de vroegste verenigin-gen is echter weinig erfgoed bewaard gebleven. Een deel van dat patrimonium wordt bewaard door de Poolse Unie van Beringen-Mijn. Het leeu-wendeel dateert uit de periode na de Tweede Wereldoorlog. Die erfgoedgehelen docu-menteren vooral de Poolse aanwezigheid in de Limburgse mijnstreek. Fragmentarisch worden er echter ook collec-ties bewaard uit het Franstalig deel van België zoals handge-maakte vaandels van de reeds verdwenen Poolse Unies van Elouges of Dampremy. Voor de collectie wordt een bestem-ming gezocht. De vereniging overweegt een overdracht van haar uitgebreide bibliotheek naar Polen, het andere mate-riaal dient evenwel lokaal ver-ankerd te worden.

“OM VERLIES VAN DIT ERFGOED TE VOORKOMEN IS EEN GOEDE SAMENWERKING TUSSEN DE ARCHIEFCENTRA EN HET MIDDENVELD NOODZAKELIJK.”

De Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV) is sinds het begin van 1990 een belangrijke pion binnen het Antwerpse migrantenland-schap. Van de federatie gaat een bijzondere emancipato-rische dynamiek uit die tot uiting komt in het geprodu-ceerde erfgoed. Voorzitter Mohamed Chakkar moest bekennen dat een deel van het erfgoed in de container is terechtgekomen. Door gebrek aan contactpunten binnen de Vlaamse bewaarinstellingen is een gedeelte van dit erfgoed voor goed verloren geraakt. Een aanzienlijk deel wordt echter nog steeds bewaard in de kelder van de hoofdze-tel in Antwerpen. De collectie omvat vooral archieven uit het FMV ontstane initiatief Project Allochtone Jeugdwerking (PAJ). De documenten zijn zeer divers. Het gaat om beleidsplannen, werkings-verslagen, correspondentie, activiteitsverslagen, subsidie-aanvragen, samenwerkingsi-nitiatieven, statuten, notulen bestuursorganen en teamver-slagen. Om de organisatie bij te staan bij de ordening van haar erfgoedgehelen werd een vormingsmoment georga-niseerd op 16 december 2010. Acht medewerkers kregen een laagdrempelige vorming rond erfgoedbeheer die aansluit bij de behoeften van de organi-satie.

Een gelijkaardige expertise-seminarie staat gepland in 2011, dit in samenwerking met de Italiaanse landelijke vereni-ging Associazioni Cristiane dei Lavoratori Italiani (ACLI). De nood van deze vereniging aan ondersteuning en adviesver-strekking rond erfgoedbewa-ring is groot. Het bewaarde

META 2011 | 2 | 11

artikel

erfgoed van de migrantenfe-deratie ACLI kent zijn gelijke niet. Als prominente vertegen-woordiger van de Italiaanse gemeenschap in de Limburgse mijnstreek is dit erfgoed van onschatbare waarde. Het documenteert in belangrijke mate de maatschappelijke ontwikkelingen in de tweede helft van de 20e eeuw binnen dit segment van de Vlaamse samenleving, zowel in lokaal als internationaal perspectief. Dit bijzondere archief omvat notulen van diverse bestuurs- en overlegorganen binnen ACLI, nationale en internati-onale congresverslagen van ACLI-Limburg, briefwisseling tussen de verschillende ACLI-verenigingen in België, cor-respondentie met lokale en nationale overheden en sub-sidie-instellingen, uitnodigin-gen voor verschillende evene-menten, activiteitsverslagen, jaarverslagen, financiële stuk-ken en een collectie van de periodieken Sole d’Italia en Azione Sociale. ACLI trachtte de archiefstukken thematisch en chronologisch te ordenen. Door gebrek aan middelen en expertise rond bewaring van archieven is men daar slechts deels in geslaagd. Vooralsnog is de collectie opgeslagen op de zolder van het clublokaal in Winterslag, maar die is moei-lijk toegankelijk bij gebrek aan een goed ontsluitings-systeem. Vanuit de organisa-tie werden tijdens het project vragen geformuleerd rond erf-goedpreservatie en valorisatie van deze relicten. KADOC en Amsab-ISG gaan hier graag op in en zullen de vraag van ACLI alsook die van andere organi-saties op de voet volgen.

Op 30 oktober 2010 werkten de projectmedewerkers van Amsab en KADOC eveneens mee aan de workshop ‘Ver van vreemd - het archief van de ver-eniging’ op de Open Forumdag van het Minderhedenforum in C-mine Genk. De Open Forumdag is een groot opge-zet ontmoetingsmoment waar etnisch-culturele minderheden en hun organisaties in contact komen met elkaar en in debat

gaan met politieke en sociale actoren uit de samenleving. In 2010 was het thema ‘erfgoed’. Het interactieve vormingsmo-ment op deze dag werd uit-gewerkt in samenwerking met het Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS) van de Universiteit Antwerpen en van het Archief en Museum voor Vlaams leven in Brussel (AMVB). Binnen deze work-shop werd het accent gelegd op de praktijkgerichte aan-pak van ordening en bewaring van archieven. De deelnemers, waaronder een tiental verte-genwoordigers van diverse migrantenorganisaties, gingen aan de slag met een variatie aan archiefstukken en informa-tiedragers en maakten zo ken-nis met de basisbeginselen van archiveren: van het selecteren en schonen van archieven tot het opmaken van een orde-ningsplan.

Ter afsluiting van het pro-jectjaar 2010 organiseerden KADOC en Amsab op 5 febru-ari 2011 de workshop ‘Gluren bij de buren, erfgoed en migrantenorganisaties’. Deze studiedag richtte zich zowel naar migrantenorganisaties en hun medewerkers als naar mensen die actief zijn in de erfgoedsector en had als doel

het cultureel erfgoed van migrantenorganisaties onder de aandacht te brengen.

VERVOLGTRAJECTIn 2010 kon middels finan-ciering vanuit de Vlaamse Gemeenschap het project worden gecontinueerd. Een systematische prospectie- en registratieronde in heel Vlaanderen en Brussel staat gepland gedurende een peri-ode van drie jaar. De regis-tratiecampagne gaat zoals boven vermeld, gepaard met de organisatie van vormings-dagen en expertseminaries, op maat van de organisaties om hen zo op dit terrein blij-vend te sensibiliseren. In het kader van die uitbreiding werd in de eerste jaarhelft van 2010 gewerkt aan de uitbouw van een projectgerelateerde website. Daar wordt het pro-ject toegelicht. De website is dynamisch opgevat en zal naarmate het project vor-dert, voort worden aangevuld en uitgebreid. Daarbij wordt onder meer gedacht aan de ontwikkeling van een beel-denbank.

Het project wil dus op ter-mijn de volledige Vlaamse en Brusselse ruimte bestrij-ken. De registratieactiviteiten

werden in 2010 voortgezet in de grootstedelijke arron-dissementen Gent, Hasselt, Antwerpen en gestart in Brussel. In 2011 worden de meer verstedelijkte arrondis-sementen Brugge, Oostende, Kortrijk, Aalst, Sint-Niklaas, Mechelen en Leuven onder de loep genomen. De regis-tratie van het migranten-middenveld in de meer lan-delijke arrondissementen Diksmuide, Roeselare, Tielt, Ieper, Veurne, Dendermonde, Eeklo, Oudenaarde, Turnhout, Halle-Vilvoorde, Maaseik en Tongeren wordt uitgevoerd in het projectjaar 2012 (mits financiële goedkeuring van de Vlaamse Gemeenschap).

Het stafkaartproject maakt het mogelijk om op termijn en in samenwerking met verschil-lende actoren uit de onder-zoeks- en archiefinstellingen het waardevolle erfgoed van migrantenorganisaties op een verantwoorde manier te valo-riseren. Daarvoor is samen-werking tussen alle actoren noodzakelijk.

> http://www.migrantenerfgoed.be/

http://www.odis.be

Archiefruimte van de Moskee en Cultureel Centrum Yildirim Beyazit in Kolderbos - Genk. Foto: Karim Ettourki.

artikel

12 | META 2011 | 2

1 Zie onder meer: Rinus Penninx

en Marlou Schrover, Bastion of

bindmiddel? Organisaties van

migranten in historisch per-

spectief. Amsterdam, 2001; Leo

Lucassen, Amsterdammer wor-

den. Migranten, hun organisa-

ties en inburgering, 1600-2000.

Amsterdam, 2004; Dirk Jacobs en

Jean Tillie, red. Journal of Ethnic

and Migration Studies. Special

Issue: Social Capital and Political

Integration, XXX (2003), 3, 419-559.

Inspirerend is ook het Nederlandse

NWO-programma Tussen Scylla

en Charibdis. Veranderingen in de

oriëntatie van migrantenorganisa-

ties in het tijdperk van nationale

staten, 1880-2000, dat de organi-

satievorming bij migranten (Polen

1914-1945, Duitsers ca. 1900, Turken

na 1960) in Nederland onderzoekt.

Voor onderzoeksinitiatieven rond

erfgoed zie onder meer het verslag

Verwerving Erfgoed Migranten van

het Gemeentearchief Amsterdam

(2003) en Cultureel Erfgoed

Migranten, collecties en beleid van

openbare archiefinstellingen, uit-

gevoerd door het Internationaal

Instituut voor Sociale Geschiedenis

(IISG) (2002). Voor onderzoek

naar migrantenorganisaties van-

uit een transnationaal perspectief

zie bijvoorbeeld Diffusion and

Contexts of Transnational Migrants’

Organisations in Europe (TRAMO)”,

een samenwerkingsverband

geïnitieerd in 2007 door Ruhr

University, Bochum, International

Migration Institute, Oxford

University, Laboratorio de Estudios

Interculturales, Universidad de

Granada, Stiftung Zentrum für

Türkeistudien, Universität Duisburg-

Essen en Centre of Migration

Research, Warsaw University, voor

meer info zie: http://www.imi.ox.ac.

uk/research/transnational-migrant-

organisations

2 Zie bijvoorbeeld Mertens, Robin,

Minder-heden of beter verleden?

Turkse migratie in eigen beeldvor-

ming: het herinneringslandschap

van een lokale gemeenschap in

Gent, UGent, 2000 en Tytgadt

Emma, Het migratieverhaal van

de eerste generatie Marokkaanse

mannen in Gent, UGent, 2002.

Koninklijk Commissariaat voor het

Migrantenbeleid, Culturele verschei-

denheid als wederzijdse verrijking:

Een verenigingsleven van en met

migranten, door de overheid onder-

steund. Brussel, 1992. Vanmechelen,

Olivia, Evaluatieonderzoek organisa-

ties van migranten in Vlaanderen

en Brussel, HIVA, Steunpunt

migranten-cahiers, 8. 1995. Voor

de Hongaarse migranten in België

zie o.m. de publicaties van Vera

Hajtó: ‘Veni, Vidi… Vici?’ Hungarian

domestics in Belgium, 1930-1949,

BTNG-RBHC (Belgisch Tijdschrift

voor Nieuwste Geschiedenis/

Revue belge d’histoire contempo-

raine) XXXVII (2007) 3-4, 363-385;

The ‘wanted’ children. Experiences

of Hungarian children living with

Belgian foster families during the

interwar period, The History of

the Family 14 (2009) 2, 203-216;

Marguerites à la maison. Les domes-

tiques hongroises en Belgique

et leurs organisations 1930-1949,

Special issue ‘Genre et institutions

migratoires’, Migration Sociétés 22

(2010) 127, 121-137.

3 DIVA , Een erfenis voor de toekomst

- Archieven en het cultuurgoed van

migranten, verslag van de studie-

dag van 11 oktober 2001.

4 Hoewel lang niet alle overheids-

gebonden archieven omtrent

migratie veilig bewaard en ont-

sloten zijn, werden op dit terrein

wel al belangrijke stappen gezet,

zie: Jacques Gillen, Inventaire

des sources pour une histoire de

l’immigration: les archives com-

munales. Archives et bibliothèques

de Belgique. Inventaires, 11. Brussel,

2005; Solange, Vervaeck, Gids voor

sociale geschiedenis. Bronnen voor

de studie van immigratie en emi-

gratie. Hedendaagse tijden. Deel I.

Archiefbronnen bewaard in het

Algemeen Rijksarchief. Algemeen

Rijksarchief: Gidsen 26. Brussel,

1996.

5 GODDEERIS, Idesbald, De Poolse

migratie in België - Politieke mobi-

lisatie en sociale differentiatie,

Aksant, Amsterdam, 2005, p.7

6 http://www.1mayo.es/archivos/cdee_

cuadro.htm

7 Zie: http://www.movinghere.org.uk,

http://www.domit.de, http://www.

histoire-immigration.fr, http://www.

iisg.nl

De foto’s van Griekse

migranten werden verza-

meld door Maria Dermitzaki

voor haar project rond de

geschiedenis van de Grieken

in de Limburgse mijnstreek.

Dit project leidde tot een

drievoudig eindresultaat:

een boek, een dvd en een

tentoonstelling.

Deel van het archief van de vereniging Associazioni Cristiane dei Lavoratori Italiani (ACLI) in Winterslag. Foto: Karim Ettourki.

META 2011 | 2 | 13

artikel

Lolita brengt literair erfgoed in kaart

“Stof is er om te doen opwaaien”

META 2011 | 2 | 15

interview

Julie Hendrickx Foto's: Marc Engels (tenzij anders vermeld)

Het Letterenhuis in Antwerpen is de centrale archiefinstelling voor het literaire erfgoed in Vlaanderen. Het verzamelt, bewaart en ontsluit literaire archieven en attendeert schrijvers en hun erven en ook literaire organisaties op de culturele waarde en het belang van hun archief. Sinds januari 2004 is het Letterenhuis binnen het Archiefdecreet erkend als Vlaams cultureel thema-archief voor het literaire erfgoed. Die erkenning bracht een aantal opdrachten met zich mee, waaronder het in kaart brengen van het in Vlaanderen verspreide literaire erfgoed. Lolita gaf daarbij richting aan. META sprak met Lies Galle, Isabelle van Ongeval, Jan Robert en Jan Stuyck.

Wat is Lolita? Lolita is de roepnaam van het pilootproject in het Letterenhuis dat we hebben opgezet om de problematiek in het literair- erfgoedveld helderder te krijgen en om daar oplossingen voor te kunnen voorstellen. Het project liep van medio 2008 tot begin 2010. De naam Lolita is een lettergreepwoord voor Lokalisatie van literair archief.

Lolita is natuurlijk ook de titel van een van de grootste romans uit de 20e eeuw. Het lijkt misschien een beetje oneerbiedig dat wij die naam gebruiken — maar je kunt het ook zien als een eerbetoon aan de literatuur; en zo is het ook bedoeld. Ook roept Lolita voor ons de figuur van Vladimir Nabokov zelf op, als entomoloog op vlinderjacht. Het Letterenhuis moet als het ware gewapend met een fijnmazig vlindernet op zoek gaan naar het her en der rondfladderende literair archief.

We hebben ons in dit project gericht op ‘archief’ en niet op ‘erf-goed’ omdat dat laatste een veel te breed en niet af te bake-nen onderzoeksgebied zou opleveren. Onder de noemer ‘literair archief’ rekenen we alle digitale en papieren documenten die een schrijver of een dichter, een essayist, een literaire uitge-ver, een recensent, vertaler of literair agent tijdens zijn leven maakt, verzamelt en bewaart, en alle documenten die door

literaire tijdschriften en literaire organisaties, door literatuur-programma’s op radio en tv of door organisatoren van literaire bijeenkomsten worden gecreëerd. Dat gaat van manuscripten, typoscripten en drukproeven tot persoonlijke en zakelijke cor-respondentie, van bedrijfstechnische en bestuurlijke documen-ten van uitgeverijen tot redactionele notities van tijdschriftsecre-tarissen, van familiekiekjes en ander fotomateriaal tot agenda’s en dagboeken.

Waarin kadert dit initiatief? Wat is jullie doelstelling? Een van de taken van het Letterenhuis binnen het Archiefdecreet bestaat erin het Vlaamse literaire erfgoed in kaart te brengen en beter zichtbaar te maken. Het gaat daarbij om in beeld te brengen wat er van dat erfgoed bewaard is gebleven, waar het zich bevindt, hoe ermee wordt omgegaan en of het is ontslo-ten voor onderzoekers en het geïnteresseerde publiek. Om die omvangrijke opdracht zo goed mogelijk aan te kunnen pakken, hebben we als onderzoeksproject dus Lolita opgezet, met als doel de problematiek van het in kaart brengen van het literaire erfgoed transparanter te maken en een adequate methodiek te ontwikkelen voor het daadwerkelijke lokaliseren. De volgende concrete doelstellingen zouden daartoe moeten leiden: vergro-ten van de terreinkennis en de expertise, leggen van een basis voor een swot-analyse van het literair-erfgoedveld, ontwikkelen van een methode voor een meer systematische, brede aanpak van het in kaart brengen, uitbouwen van het netwerk van het Letterenhuis, onderbouwen van aanbevelingen en het bieden van toekomstperspectieven, het sensibiliseren van archiefvor-mers en het delen en overdragen van onze expertise in verband met archiefbeheer.

Hoe zijn jullie te werk gegaan? Om een afspiegeling te krijgen van het literair-archiefveld heb-ben we een selectie gemaakt van 23 archiefvormers. Van deze personen en instellingen hebben we archiefmateriaal in kaart gebracht. Die archiefvormers zijn auteurs, uitgeverijen, tijdschrif-ten, een tv-programma en zelfs een literaire prijs. De schrij-vers vormden het grootste deel van de cases, met een ruime groep overleden schrijvers maar ook met nu actieve auteurs. Het begrip ‘literatuur’ hebben we daarbij bewust ruim gehou-den. Het zijn schrijvers van uiteenlopende genres, van poëzie en zwaar ‘literaire’ romans tot jeugd- en stripauteurs; ze zijn afkomstig uit heel Vlaanderen en zijn van diverse ideologische strekkingen. Naast romancier Minus van Looi stond ‘duimpjes-reeksschrijver’ Abraham Hans op de lijst, naast dichter René de Clercq hadden we Louis Paul Boon, naast Willy Vandersteen hadden we David van Reybrouck en Walter van den Broeck.

We hebben in openbare instellingen (inclusief het Letterenhuis), bij erven of nazaten, bij verenigingen of particuliere verzame-laars gezocht naar (resten van) archiefbestanden van de uit-gekozen archiefvormers. Bij de contemporaine auteurs lag dit iets makkelijker, aangezien zij meestal zelf over hun archief

p. 14: Het Lolitateam van het Letterenhuis, v.l.n.r. Jan Stuyck, Isabelle van Ongeval, Lies Galle en Jan Robert.

16 | META 2011 | 2

interview

waken — hetgeen uiteraard wel weer andere problemen met zich meebrengt, maar dit ter zijde. De archiefbeheerders heb-ben we bezocht en geïnterviewd aan de hand van een uitge-breide vragenlijst. Dit bracht ons van Deerlijk tot Hasselt, van Brussel tot Horebeke en van Turnhout tot Beersel. Vaak ging het om instellingen zoals archieven en kleine (huis)musea, maar meer dan eens werden we ontvangen in de keuken, de huis- of de werkkamer van schrijvers of hun erfgenamen. Via onze enquête verkregen we informatie over de bewaaromstan-digheden, de omvang, de datering, de aard en de inhoud, de context (archiefgeschiedenis), structuur (ordening), eventuele raadpleging en gebruik en over bestaande toegangen op de deelbestanden, losse archiefstukken of eventuele reeksen in hun bezit. Deze gegevens worden gestructureerd vastgelegd volgens de internationale archiefstandaard isad(g) en zullen worden opgenomen in het nieuwe archiefbeheersysteem van het Letterenhuis en op termijn ook in Archiefbank Vlaanderen.

Tegelijkertijd werden de grenzen afgetast in het lokaliseren van verwant archief, archiefbestanden die betrekking hebben op de archiefvormer (in een familiearchief bijvoorbeeld, in archieven van bevriende schrijvers of in processtukken). De problema-tiek van versnipperd literair-archiefmateriaal en de behoeftes van sommige beheerders van literair-archiefmateriaal hebben we tijdens het interview eveneens geïnventariseerd en in kaart gebracht. Het gaat hierbij ook om problemen voor de onder-zoeker, zoals vragen over hoe je privécollecties kunt opsporen en hoe ver je moet gaan in het lokaliseren van verwant archief.

Welke tendensen en behoeftes hebben jullie geconstateerd?Aan de hand van de diverse gegevens hebben we een omge-vings- en swot-analyse van het literair-archiefveld gemaakt, van waaruit we een aantal aanbevelingen kunnen doen in verband met de definiëring van de term ‘literair archief’, het beheer en de versnippering van literair archief.

Terwijl wij een enigszins vanzelfsprekend idee hebben over wat een archiefbestand van bijvoorbeeld een schrijver kan bevat-ten, is dat vaak niet het geval voor de archiefvormers zelf. Voor ons gaat het om het volledige archiefbestand van een archief-vormer, met betrekking tot al zijn werkzaamheden of functies. Veel schrijvers rekenen echter alleen zogenaamde ‘literaire’ of ‘creatieve’ documenten zoals manuscripten tot hun archief. De overige archiefbestanddelen of reeksen zoals zakelijke en privé-correspondentie, dagboeken, boekhouding enzovoort, worden door hen tot ‘privéarchief’ gerekend — en dus van minder of van een heel ander belang. Meer nog: vaak wordt ook of zelfs alleen het eindproduct van de literaire werkprocessen, namelijk het gedrukte boek, als literair archief beschouwd.

Archiefvormers zoals uitgeverijen of literaire organisaties reali-seren zich vaak niet dat de documenten die zij creëren of ont-vangen belangrijk kunnen zijn voor wetenschappelijk onder-zoek. Daarnaast is het ook voor hen vaak niet duidelijk wat zij het beste kunnen bewaren en hoe dat beschreven, bedrukte of fotografische papier idealiter wordt bewaard en behandeld. Daarnaast ondervinden particuliere beheerders ook veel pro-blemen bij het onder de juiste omstandigheden bewaren van archiefmateriaal. Dat wil zeggen dat archiefstukken of reeksen in privébezit, ook digitaal archief, van de beheerders zelden de optimale materiële zorg krijgen of zelfs maar de zorg die ze minimaal behoeven.

Archief in digitale vorm levert nog meer problemen op: het voorkomen dat computerbestanden (met tekst, beeld, geluid) onleesbaar worden als gevolg van de snelle technologische ont-wikkelingen, dat de bits en bytes (letterlijk) omvallen, is zeer problematisch. Het bewaren van e-mails, digitale beelden en dito klankopnames levert vergelijkbare problemen op. Nochtans verlopen de werkprocessen bij auteurs en andere archiefvor-mers meer en meer digitaal.

Het Letterenhuis.

META 2011 | 2 | 17

interview

Tot slot stellen we in het Lolita-project ook vast dat de versnip-pering of verspreiding van archiefstukken kenmerkend is voor het literair-archiefveld. Het is genoegzaam bekend: de versnip-pering van een archiefbestand is vaak het gevolg van de handel in literaire archivalia. Commercialisering vormt voor de eenheid en de samenhang van een archiefbestand een grote bedrei-ging. Bewaarplaatsen zijn soms niet meer bekend of archief raakt verspreid over diverse actoren waarbij stukken worden vervreemd van hun oorspronkelijke context. Commercialisering is niet de enige reden waardoor literair archiefmateriaal maar al te vaak verspreid over verschillende beheerders is terug te vinden, maar wel de meest opvallende. Deze bevindingen, of tendensen, legden meteen een aantal behoeftes bij archiefvor-mers- en beheerders bloot: wat en hoe dient bewaard te wor-den? Om aan deze verzuchting tegemoet te komen hebben we in 2010 een brochure gemaakt over archiveren, met praktische tips voor schrijvers en verzamelaars.

Lopen er in het buitenland gelijkaardige projecten of zijn jul-lie gangmakers?Voor zover we weten, is een dergelijk onderzoek nog nergens op deze manier gedaan. Wel zijn — of waren — er in enkele buurlan-den projecten met ongeveer gelijkaardige doelstellingen, name-lijk het verkrijgen van inzicht in het literair-archiefveld en het vinden van oplossingen voor de problemen en de uitdagingen die zich daar voordoen. In Groot-Brittannië bijvoorbeeld werd in 2005 de UK Heritage Working Group opgericht, om de pro-blematiek omtrent de verkoop en de verspreiding van literaire manuscripten naar (vooral) de Verenigde Staten aan te kaarten en deze handel tegen te gaan. Commercialisering, verspreiding, digitalisering of de onderschatte (of overschatte) culturele en financiële waarde van literaire privéarchieven leidden in nabu-rige landen ook tot meer interessante initiatieven. De samen-werkingsverbanden Group for Literary Archives and Manuscripts (GLAM) in Groot-Brittanië met een pendant in de Verenigde

Staten (GLAMNA) en de Arbeitsgemeinschaft Literarischer Gesellschaften und Gedenkstätten (ALG) in Duitsland bijvoor-beeld. Zij hebben min of meer vergelijkbare projecten lopen als Lolita: zo onderzocht de glam in 2006-2007 via een schriftelijke enquête de kwaliteit, omvang en betekenis van literair archief in Groot-Brittannië.

Verder merken we dat bibliotheken en universiteiten diverse pro-jecten hebben uitgevoerd om literair erfgoed in kaart te bren-gen: in Engeland beschikken ze over een Location Register, in Frankrijk over een Répertoire des manuscrits littéraires français en in Nederland bestaat een databank Catalogus Epistularum Neerlandicarum (CEN).

Opmerkelijk is dat al deze projecten focussen op individu-ele archiefstukken. Het gaat om het lokaliseren van brieven (Location Register, CEN) en handschriften (Location Register, Répertoire des manuscrits littéraires français) in openbare instel-lingen. De online zoekmachine Malvine (Manuscripts and Letters via Integrated Networks in Europe) wilde ooit al deze initiatie-ven bundelen en overkoepelen om onderzoek te vergemakke-lijken en om een uitgebreid Europees netwerk te creëren. De gegevens zouden allemaal door Malvine uit de databanken van de aangesloten Europese instellingen worden opgehaald — op stukniveau. 

Het zijn dus gelijkaardige doelstellingen, maar de invulling en uitvoering van Lolita was heel anders. Binnen het pilootpro-ject hebben we eerst de buitenlandse initiatieven bestudeerd. Daarbij vielen meteen al een paar zaken op: Hoe komt het dat zoveel prachtige projecten in binnen- en buitenland op sterven na dood zijn — of zelfs al een stille dood gestorven zijn? Waarom lijken enquêtes in vele gevallen niet te werken — of slechts een zeer vaag beeld te scheppen? Bovendien kan een archief als het Letterenhuis het zich niet permitteren om slechts op brieven en handschriften te focussen bij het in kaart brengen. Het moest dus anders. En dat hebben we ook gedaan.

Is het hele proces gelopen zoals jullie gehoopt hadden, heeft Lolita jullie stoutste dromen overtroffen? We hebben het Lolita-project opgezet omdat er grote vragen waren bij de haalbaarheid van de opdracht om een systema-tisch overzicht te geven van het literaire erfgoed in Vlaanderen. Het is natuurlijk wel zo dat het netwerk van het Letterenhuis zeer uitgebreid is, waardoor we al wel een vrij goed beeld had-den van dat specifieke erfgoedveld. Op sommige punten echter werd er door Lolita meer duidelijk — zoals de behoefte van veel archiefvormers en archiefbeheerders.

Aanvankelijk hadden we voor Lolita een veel langere lijst met archiefvormers, maar gezien de beperkte looptijd van het pro-ject moesten we de doelstellingen ietwat bijstellen. We heb-ben de lijst herleid tot de al genoemde shortlist met 23 namen. Ook het traceren van verspreide archiefbestanddelen vergde, zoals verwacht, bijzonder veel tijd: eerst bibliografisch onder-zoek, bestanddelen opzoeken in openbare instellingen, bij ver-enigingen of particuliere verzamelaars, erven contacteren, noem maar op. Het opsporen van al het mogelijk bestaande verwante archief bleek niet doenbaar binnen de gestelde tijd. De afron-ding en de eindconclusies bevestigden wel veelal onze werk-hypotheses: bijvoorbeeld over de vage grenzen van verwant archiefmateriaal, de invulling van het begrip literair erfgoed, de groeiende ‘verdigitalisering’ van de werkprocessen van archief-vormers in het literaire veld. De problematiek van versnippering door commercialisering en om andere redenen is ook duidelijk

Jan Robert, coördinatie Lolita.

18 | META 2011 | 2

interview

naar voren gekomen. Een oplossing daarvoor is er natuurlijk niet direct, maar het is zaak dat kennis van het veld en vooral van de individuele deelnemers daarin voor een archiefinstelling als het Letterenhuis (en ook voor literair-historici bijvoorbeeld) van groot belang is. Je moet de auteurs en hun erven kennen, natuurlijk, maar ook veilinghuizen en particuliere verzamelaars. Zij moeten ons ook kennen, en moeten ook weet hebben van de culturele waarde van (zo weinig mogelijk versnipperd) lite-rair archief, en van het feit dat literair archief meer inhoudt dan bijvoorbeeld alleen de manuscripten — een vergissing die nogal eens wordt gemaakt.

“LITERAIR ARCHIEF HOUDT MEER IN DAN BIJVOORBEELD ALLEEN DE MANUSCRIPTEN — EEN VERGISSING DIE NOGAL EENS WORDT GEMAAKT.”

Om iets te doen aan deze en andere problematieken hebben we in 2010 een brochure uitgegeven voor archiefvormers en andere vaak individuele beheerders met informatie over wat literair archief inhoudt, of kan inhouden, en over hoe je archief

— inclusief digitaal archief — het beste kunt bewaren en beheren. Voor die individuele archiefvormers en beheerders is dat een minder vanzelfsprekende zaak dan voor institutionele bewaar-ders. De brochure draagt de titel Zonder jurk niets om te doen opwaaien, die afkomstig is uit een toepasselijk citaat van lite-ratuurwetenschapper Dirk van Hulle: “Die extra stimulans uit een ver verleden is een prachtig voorbeeld van wat Proust ‘les vrais paradis’ noemde: het paradijs kon pas prikkelend begin-nen te worden toen het net verloren was. Zo is het ook pas dankzij de rokken die de ‘Heere God’ voor Adam en Eva maakte, dat het principe van de erotiek kon ontstaan. Het is als de jurk van Marilyn Monroe: zonder jurk niets om te doen opwaaien. Hetzelfde principe geldt voor manuscriptenonderzoek, de gene-sis van boeken en de erotiek van kladwerk, dat uitnodigend ligt te wachten om ontdekt te worden onder een dun laagje post-paradijselijk stof — stof dat er is om het te doen opwaaien.” De brochure heeft veel succes en is nog steeds — gratis — bij het Letterenhuis te verkrijgen.

Wie heeft belang bij dit project? Onderzoekers hebben direct baat bij zulke initiatieven. Het gaat tenslotte over het beter toegankelijk maken van literair erfgoed c.q. literair archief. Dat krijgt op termijn ook een veel grotere zichtbaarheid via ons eigen archiefbeheersysteem en vervol-gens via Archiefbank Vlaanderen. Archiefvormers en -beheer-ders kunnen hun voordeel doen met de informatieverstrekking en de kennisdeling die uit het project zijn voortgekomen in de vorm van de al verschenen en nog te verschijnen brochures. Ook voor beleidsmakers kan Lolita relevant zijn; de analyse van het literair-archiefveld geeft immers goed aan waar de sterk-tes en zwaktes, de uitdagingen en de kansen liggen. Dat kan van belang zijn bij bijvoorbeeld het stimuleren van samenwer-kingsverbanden voor het lokaliseren en toegankelijk maken van literair erfgoed, of als het gaat om de commerciële overwaar-dering van literair archief. Het eindrapport over de hele periode ronden we af in 2012.

Ten slotte was het project voor het Letterenhuis zelf zinvol. Niet alleen hebben we ons netwerk kunnen uitbreiden en onze expertise kunnen verdiepen, ook hebben we een beter zicht gekregen op de behoeftes van particuliere archiefbeheerders en archiefvormers, zodat we ons daar meer op kunnen rich-ten. Daarnaast heeft Lolita heel duidelijk gemaakt dat in kaart brengen van literair archief het beste thematisch kan gebeuren

(uitgeverijarchieven bijvoorbeeld, of archief van tijdschriften of andere literaire organisaties), waarbij we dan archief in het Letterenhuis als basis en uitgangspunt kunnen nemen. Je bent op die manier ook veel minder in het luchtledige bezig. De thematische ‘groepen’ kunnen we dan vanuit het Letterenhuis afzonderlijk en specifiek benaderen.

Lolita is een vooronderzoek, wat is de volgende stap?Zoals we al hebben gezegd, is uit het pilootproject een thema-tisch vervolg voortgevloeid. We hebben zo telkens te maken met een relatief beperkt en overzichtelijk gebied, waarover (en waarvoor) we dan ook een specifieke informatiebrochure kun-nen uitgeven. Onze tweede brochure zal gericht zijn op literaire organisaties zoals uitgeverijen en literaire verenigingen, boek- en schrijversorganisaties.

De toekenning aan het Letterenhuis door de Vlaamse overheid van het kwaliteitslabel ‘Erkend cultureel archief’ maakt het voor ons mogelijk om te streven naar een erkenning als volwaardige collectiebeherende archiefinstelling voor het Vlaamse literaire erfgoed. Hierdoor kan onze eigen collectie nog meer en zinvol-ler fungeren als uitgangspunt voor onderzoek en literaire carto-grafie, zodat we de archiefbeheerders binnen de verschillende thema’s heel gericht onze kennis en expertise kunnen aanbie-den. Nabokovs vlindernet wordt op die manier steeds effectie-ver: groter én met fijnere mazen. Het nieuwe archiefbeheersys-teem van het Letterenhuis en Archiefbank Vlaanderen zijn dan de ideale plekken om literair archief voor iedereen bereikbaar te maken.

> http://www.letterenhuis.be

http://www.malvine.org

interview

META 2011 | 2 | 19

De Lolita-speurtocht leidde het

pilootteam door heel Vlaanderen

en bracht onvermoede bewaar-

plaatsen en archiefbestanden in

beeld. Zoals verwacht, werd niet

één archief volledig en intact op

één en dezelfde bewaarplaats

aangetroffen. Buiten dat een

complete bewaring en overle-

vering zo goed als onmogelijk is,

ook voor de meest goedwillende

archiefvormer en professionele

archiefinstelling, hebben archie-

ven ook nog eens een uitermate

hoog entropisch karakter: ze val-

len makkelijk uit elkaar en heb-

ben vervolgens, als de bestanden

niet in een veilige en bescher-

mende omgeving worden opge-

nomen, de neiging steeds ver-

der verspreid en versnipperd te

raken totdat de verschillende

bestanddeeltjes geheel context-

loos geworden of zelfs voorgoed

verdwenen zijn. Verhuizing, ver-

deling van een nalatenschap,

lucratieve verkoop, ijverige ver-

zamelaars, desinteresse en ver-

waarlozing werken dit in de hand.

De term ‘afgedwaald archief’ die

wordt gebruikt om de her en der

weggefladderde bestanddelen

of snippers mee aan te duiden,

spreekt boekdelen. Zelfs een

hightech en optimaal heuristisch

archivalisch vlindernet vermag

hier weinig tegen. Een goede ver-

standhouding met erven, verza-

melaars, veilinghuizen en antiqua-

riaten wil in de jacht op archief

soms een veel beter wapen zijn,

naast uiteraard een grote dosis

geluk. Maar ook dan blijft er nog

veel literair-archiefmateriaal bui-

ten beeld, vaak voorgoed.

De casus van schrijver Herman

Teirlinck (1879-1967) is voor de

diaspora van (‘literair’) archief

exemplarisch. Het grootste deel

van zijn schrijversarchief, waar-

onder brieven en handschriften,

bevindt zich in het Letterenhuis.

Maar ondanks de indrukwek-

kende omvang zijn er diverse

lacunes. Zo wordt er een en ander

bewaard in het gemeentearchief

van Teirlincks toenmalige woon-

plaats Beersel-Lot — archiefmate-

riaal dat werd overgedragen door

het Herman Teirlinckhuis. Ook bij

de erven bevindt zich archiefma-

teriaal, zoals foto’s, notities en

agenda’s die voor de toekom-

stige biograaf ongetwijfeld een

schat aan informatie bevatten.

En hoewel de commerciële markt

voor Teirlinck-archivalia beperkt

is, bevinden zich diverse losse

archiefstukken bij verzamelaars.

Door zijn lange actieve leven en

zijn vele officiële en officieuze

bezigheden is er veel materiaal

afkomstig van Teirlinck op ver-

schillende plekken terechtgeko-

men. Naast het schrijven (van

onder meer de romans Het ivo-

ren aapje uit 1909, Rolande met

de bles uit 1944 en Zelfportret

of het galgemaal uit 1955 en

het toneelstuk Ik dien uit 1924),

was Teirlinck bedrijvig in tal

van literaire tijdschriften, waar-

onder het befaamde Van Nu &

Straks, en was hij medeoprichter

van de tijdschriften Vlaanderen

en Nieuw Vlaams Tijdschrift.

Bovendien was hij vanaf 1938

directeur aan de Hogere School

voor Bouw- en Sierkunsten (nu:

Ter Kameren) in Brussel en vanaf

1920 leraar Nederlands en cultu-

reel adviseur aan het Hof onder

Leopold III en Boudewijn. In

1946 stichtte hij de Studio van

het Nationaal Toneel van België

in Antwerpen, nu opgenomen

in de Artesis Hogeschool. Het

is maar een greep uit de vele

functies die Teirlinck uitoe-

fende. Vanzelfsprekend berust

er archiefmateriaal met betrek-

king tot die functies in de res-

pectieve instellingen, zoals in Ter

Kameren en in het archief van het

Koninklijk Paleis.

De casus-Teirlinck maakt duide-

lijk dat het professionele leven

van schrijvers vaak uit veel meer

bestaat dan alleen maar het

auteurschap. En dat hoe breder

de waaier van functies, enga-

gementen en nevenactivitei-

ten, hoe groter de kans op — of

de zekerheid van — een soms

verre gaande versnippering van

literair-archiefbestanden.

literair archief in de diaspora: de casus-teirlinck

p. 18: Voorplat van de Letterenhuisbrochure 'Zonder jurk niets om te doen opwaaien', 2010 (Letterenhuis).

Boven: Handschrift van Paul Snoek (1933-1981), ‘Het is een wonder, zacht en bevreemdend’, 1963 (Letterenhuis).

Links onderaan: Louis Paul Boon (1912-1979) in het quizprogramma Het is maar een woord, 1963 (Letterenhuis).

Rechts onderaan: Ward Hermans (1897-1992) aan zijn schrijftafel, 1967. Foto: Anton Hardy (Letterenhuis).

artikel

20 | META 2011 | 2

WAAROVER GAAT‘ARCHIEF EN DEMOCRATIE’?Archieven vormen een actieve graadmeter van de demo-cratie, en zijn geen passieve ondersteuning ervan. De mate van raadpleegbaarheid van archief is recht evenredig met het democratische gehalte van de samenleving die het archief in kwestie bewaart.

De consequenties van deze stelling zijn niet gering. Ze zorgen voor een dubbelzij-dige verantwoordelijkheid. Archieven zijn in deze optiek niet langer louter bewaar-instellingen, maar hebben een belangrijke maatschap-pelijke rol te vervullen. De

wetgevende en de uitvoe-rende macht moeten er bin-nen een democratie voor zor-gen dat archieven voldoende middelen hebben om deze missie waar te maken.

Dat het aan financiële midde-len vaak ontbreekt, hoeft geen betoog. Toch gaat de archief-wereld de uitdaging aan, en wordt de laatste jaren veelvul-dig gepubliceerd en gedebat-teerd over het verband tussen archief en democratie in ruime zin. Het komt letterlijk aan bod in de beginselverklaring van de International Council on Archives (ICA): “archives are fundamental to demo-cracy, accountability and good

governance.” Exemplarisch is ook de slagzin van de National Archives in de Verenigde Staten: “Democracy starts here.”

Met het project ‘Archief en Democratie’ wil ook het Belgisch Rijksarchief zijn gebruikers/lezers/bezoe-kers aanzetten tot reflectie over het belang van archie-ven voor een democratische samenleving. Daarnaast is het project een opportuniteit om de werking van het Belgisch Rijksarchief in maatschappe-lijk perspectief te plaatsen.

Zowel ‘archief’ als ‘democra-tie’ zijn ruime begrippen die

vele interpretaties toelaten. Het was dus zaak enkele dui-delijk afgelijnde thema’s te bepalen. Exhaustief zijn, is in deze materie onmogelijk. We beperkten ons tot vier grote thema’s, die we verwerkt wil-den zien in de website A&D.

Het eerste thema, ‘archief ten dienste van burger en samen-leving. toegang & transparan-tie’, focust op de algemene relatie tussen archief en bur-ger/samenleving. Het belang van archieven voor de recht- en bewijszoekende burger is daarbij een eerste belangrijk aspect. De burger die recht heeft op openbaarheid van bestuur en die zijn overheid via archieven ter verantwoor-ding kan roepen, botst echter vaak op archiefbestanden die om allerlei redenen slechts beperkt of zelfs helemaal niet toegankelijk zijn. Nochtans is openbaarheid van bestuur een grondrecht en een essen-tiële voorwaarde om van een ‘moderne democratie’ te kun-nen spreken. Openbaarheid van bestuur maakt controle van de burger op de overheid mogelijk. Controle betekent dan niet enkel retrospectief bepalen wat slecht gefunc-tioneerd heeft, maar bete-kent ook nagaan wat vatbaar is voor verbetering. Het gaat om een actief proces dat de betrokkenheid van de bur-ger bij het bestuur verhoogt. Gebrekkige archiefzorg kan in dit opzicht beschouwd wor-den als een gebrek aan res-pect voor de burger. Slecht dossierbeheer maakt de con-trole op het overheidshande-len immers feitelijk onmogelijk.

Volgende stap is dat contro-lemechanismen maar waarde hebben als ze op authen-tieke bronnen gebaseerd zijn.

Archief en DemocratieDe eerste virtuele tentoonstelling van het Rijksarchief

Geertrui Elaut, Algemeen Rijksarchief

Eind november 2009 trad ook het Rijksarchief het digitale tentoon-stellingstijdperk in. Met ‘Archief en Democratie’ ging een drietalige (Nederlands, Frans, Duits) educatieve en virtuele tentoonstelling online. De website http://www.archief-democratie.be wil de bezoeker in eer-ste instantie bewust maken van het feit dat archieven een reële maat-schappelijke functie hebben en een degelijk archiefbeleid een absolute voorwaarde is voor elke moderne democratie. Deze boodschap werd verpakt in talrijke interacties en animaties, foto’s en filmpjes, en last but not least een reeks archiefdocumenten.

De homepage van de A&D-website.

META 2011 | 2 | 21

artikel

Montage van foto’s uit individuele vreemdelingendossiers, die een schat aan informatie voor onder meer de migratiegeschiedenis vormen, maar waarin je ook op zoek kunt gaan naar info over je geïmmigreerde grootvader, tante enz. Brussel, Algemeen Rijksarchief, Bestuur Openbare Veiligheid, Dienst Vreemdelingenpolitie.

Archieven staan als primaire bronnen garant voor deze authenticiteit. Een bewijs- en/of rechtzoekende burger kan er zijn rechten mee afdwingen, nagekomen verplichtingen aantonen enz. De overheid kan langs haar kant via archieven verantwoording afleggen over haar beleid, een principe dat niet in de tijd beperkt mag zijn.

Een democratische overheid moet er dus voor zorgen dat haar archieven toegankelijk, beschikbaar, volledig, lees-baar en raadpleegbaar zijn. Tegelijk moeten de persoon-lijke levenssfeer en de natio-nale veiligheid gerespecteerd worden, zodat soms beper-kende bepalingen van open-baarheid gelden, zonder dat evenwel informatie mag wor-den vernietigd. Als er in deze kwestie al een evenwicht bereikt wordt, is het vaak broos en wankel.

Een volgend thema is ‘archief en democratie in gevaar’ wor-den gevat. Het stelt de invloed van oorlog, dictatuur, regime-wissels en rampen op archie-ven centraal: stuk voor stuk ele-menten die in de eerste plaats een bedreiging vormen voor de democratische rechtstaat, maar ook een rechtstreekse

invloed hebben op de archie-ven die in de staat in kwestie worden bewaard. Een bedrei-ging van de democratische fundamenten van een samen-leving gaat immers doorgaans gepaard met een bedreiging van de overheidsarchieven van deze samenleving.

Dat archieven in oorlogssitu-aties een cruciale rol kunnen gaan spelen in machtsstra-tegieën allerhande is duide-lijk. Zo werd in eigen land tij-dens de Tweede Wereldoorlog archiefroof gepleegd door de Duitse bezetter. Ook de toenmalige opmaak van het Jodenregister door de (Belgische) gemeentelijke overheden op bevel van de bezetter geeft aan hoe archie-ven misbruikt kunnen worden in tijden van oorlog. Daarnaast kunnen archieven aan fysiek oorlogsgeweld ten prooi val-len: bombardementen, brand-stichting enz. Een hedendaags voorbeeld is de situatie in Irak. In 2003 werd daar het gebouw dat de nationale bibliotheek en archief huisvestte, getrof-fen door brand, werden de bureaus van de ministeries van de Iraakse overheid — gevuld met administratieve archieven — gebombardeerd en geplunderd en werden tal

van culturele instellingen over het hele land verwoest.

We staan ook stil bij het effect van een dictatoriaal of repres-sief beleid op het archief van de samenleving in kwestie, en bij de rol van archieven bij de overgang van dictatuur naar democratie. Informatie en macht gaan hand in hand, zoals de bespreking van de omgang met archieven in oorlogssituaties al duidelijk maakte. Kenniscentra zoals archieven kunnen als strate-gisch machtsmiddel worden ingezet. Repressieve regi-mes vormen vaak ontzettend veel archief, dat vervolgens als onderdrukkingsmecha-nisme wordt misbruikt. Het zijn meestal zeer bureaucra-tische en zeer controlerende systemen, waarin het uitvoe-ren van elk bevel goed moet worden gedocumenteerd. Het Stasi-archief van de voorma-lige Duitse Democratische Republiek vormt hier een ‘mooi’ voorbeeld van. Het spreekt voor zich dat indien archieven als machtsmiddel worden ingezet, waarden en principes van de democrati-sche rechtstaat zoals trans-parantie, toegankelijkheid, verantwoording, verantwoor-delijkheid en respect voor de

rechten en de vrijheid van de burger in gevaar komen.

Wat de rol van archieven in democratiseringsprocessen betreft, stelt men vast dat wanneer repressieve regimes worden opgedoekt, de eer-ste reactie er vaak in bestaat, de sporen van het (onaan-gename) verleden uit te wis-sen en met een nieuwe lei te beginnen. Gelukkig zijn bin-nen de archivistische wereld waakhonden actief om dit te voorkomen. Archieven kunnen er immers toe bijdragen recht te laten geschieden. Na het verdwijnen van een repressief regime is de aanwezigheid en raadpleegbaarheid van authentieke archiefdocumen-ten gevormd door dat regime van cruciaal belang voor de wederopbouw van of over-gang naar een democratische samenleving.

Maar ook bij minder specta-culaire politieke omwentelin-gen zoals staatshervormingen is extra waakzaamheid gebo-den, opdat archieven correct in de nieuwe structuren geïn-tegreerd worden, niet verlo-ren of beschadigd raken in de chaos van het moment. Bij de overdracht van bevoegdheden zijn duidelijke afspraken nodig

22 | META 2011 | 2

artikel

Fiche uit Jodenregister. Brussel, Joods Museum van België.

tussen rechtsvoorgangers en rechtsopvolgers, opdat ook in de toekomst de archieven vol-ledig toegankelijk blijven voor de burger.

Tot slot zijn archieven onder-hevig aan bedreigingen waar de mens geen schuld aan heeft. Anticiperen kan en moet echter wel. Want cala-miteiten kunnen evenzeer catastrofes aanrichten voor het collectieve en individuele geheugen.

‘archief en mensenrechten’ vormt thema drie. Binnen het ruime mensenrechtendebat neemt, parallel met het groei-end belang van het internatio-naal strafrecht, de bewustwor-ding rond de essentiële rol van archieven als bewijsmateriaal een steeds hogere vlucht.

Over het algemeen beschik-ken schenders van de men-senrechten over veel invloed, macht en/of gezag en zijn ze zich bewust van het verboden karakter van hun daden. Ze beseffen dat ze er mogelijk ooit verantwoording over zul-len moeten afleggen. Bijgevolg vermijden ze in de mate van het mogelijke geschreven communicatie en besteden ze veel zorg aan het vermij-den van sporen die in hun rich-ting kunnen wijzen. Dodelijke slachtoffers worden opge-lost in een zuurbad, verbrand

of begraven in verborgen massa graven. Overlevenden of familieleden van slachtof-fers hebben doorgaans de tegenovergestelde reactie en gaan op zoek naar sporen van het onrecht. Meestal zijn die niet klaar en duidelijk terug te vinden, maar gaat het om subtiele aanwijzingen in admi-nistratieve rondzendbrieven, briefwisseling, verslagen van vergaderingen of ontmoetin-gen, rekeningen, reispassen, agenda’s, wetteksten, kran-tenartikels, radio- of televi-sie-uitzendingen enz. Zonder archivering van deze bron-nen zouden de slachtoffers en hun familie nergens staan. Archieven spelen een cruciale rol om het bewijs van de feiten te leveren, om de aansprake-lijkheid voor gepleegde mis-drijven vast te stellen en om de rechten van de slachtoffers en hun familie op eerherstel of schadevergoeding te onder-steunen.

De interesse binnen de archief-wereld voor zijn rol in het men-senrechtendebat is te koppelen aan de geopolitieke ontwik-kelingen die zich in de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw hebben voorgedaan. Steeds blijken archieven een aanzienlijke rol te spelen bij de transformatie naar grotere transparantie en (pogingen tot) herstel van het geleden onrecht.

De kadering van het laat-ste thema, ‘archief en col-lectieve identiteitsopbouw’, binnen het algemene onder-werp ‘Archief en Democratie’ behoeft wat meer uitleg. Demo cratie is een ideaal waar-van de realisatie via democra-tisering dichterbij komt. Of nog: democratie is een toe-komstgericht project, is steeds in ontwikkeling. Een samenle-ving kan echter pas vooruit kijken als het verleden een plaats heeft, als ze kan bui-gen op een integer geheu-gen, zodat op een organische manier een collectieve iden-titeit kan worden gevormd. Archieven vrijwaren dit recht op een eigen geschiedenis en staan mee garant voor het geheugen van de samenleving. Al kunnen we ‘hét geheugen’ best tussen aanhalingstekens plaatsen. Waar enkel op de grootste gemene deler wordt gefocust, dreigt immers mani-pulatie en/of revisionisme. We besteedden ook aandacht aan de archieven van minderheden in een samenleving. Nog al te vaak gaat hier veel te weinig structurele aandacht naartoe zodat deze groepen tussen de mazen van het net (dreigen te) vallen wat collectieve identi-teitsopbouw en overlevering betreft.

WAAROM EN VOOR WIE?Tot daar de grote thema’s die het Rijksarchief in het project

‘Archief en Democratie’ wilde verwerken. We zijn immers overtuigd dat we als archiefin-stellingen niet alleen moeten zorgen dat ons publiek ver-trouwd raakt met de waarde-volle bestanden die we bewa-ren, maar dat we er eerst en vooral voor moeten zorgen dat de waarde van archieven an sich voor een democratische samenleving (h)erkend wordt.

We waren ons ervan bewust dat A&D geen evident thema is om behapbaar te maken voor een niet-gespecialiseerd publiek. Om hierin te kunnen slagen, zouden we veel aan-dacht, tijd en middelen in de vorm moeten steken. Virtueel gaan leek ons de beste optie.

Het Rijksarchief wilde met deze tentoonstelling niet de geschiedenis van de demo-cratie vertellen, geïllustreerd aan de hand van archiefdo-cumenten. Wél wilden we bewustwording creëren rond het belang van archieven voor een moderne democratie. Dit rijke en veelzijdige onderwerp leek ons moeilijk in een klas-sieke tentoonstelling te gieten. Maar er waren nog andere redenen om virtueel te gaan.

“ARCHIEVEN MOETEN HUN ROL ALS KENNISCENTRUM ACTIEF GAAN UITDRAGEN EN ZICH DAARBIJ RECHTSTREEKS TOT BURGER EN MAATSCHAPPIJ RICHTEN.”

De functie van archieven is de laatste decennia ernstig gewij-zigd. Archieven moeten hun rol als kenniscentrum actief gaan uitdragen en zich daar-bij rechtstreeks tot burger en maatschappij richten. In deze context is de ontwikkeling van een interactieve omgeving waarin informatie-, kennis- en cultuuroverdracht centraal staan, cruciaal. Met de reali-satie van een interactieve vir-tuele tentoonstelling sluit het Rijksarchief zich aan bij deze internationale tendens.

De keuze om virtueel te gaan, heeft ook te maken met de doelgroep die we met dit pro-ject voor ogen hadden: jeugd en onderwijs, en meer speci-fiek de derde graad van het secundair onderwijs. Nadat het in de jaren negentig een tijdlang over een educatieve dienst beschikte, wilde het Rijksarchief met A&D opnieuw het onderwijs bereiken, welis-waar in een intussen sterk ver-anderende context. We wil-len jongeren bewust maken van het belang van archieven, voor de democratie, voor de samenleving, en voor ieder van ons. Deze boodschap is tegelijk de rode draad door-heen de A&D-website.

META 2011 | 2 | 23

artikel

archief en deMocratie

‘Archief en democratie’ is een

titel die op het eerste zicht een

beetje overweldigt. Hij wekt

immers het vermoeden van

zware, moeilijk verteerbare kost.

De boodschap van dit verhaal is

dan ook niet niks: “De mate van

raadpleegbaarheid van archief

is recht evenredig met het

democratische gehalte van de

samenleving die het archief in

kwestie bewaart.” Zonder twij-

fel een belangrijk en boeiend

verhaal, maar daarom nog niet

makkelijk te verkopen aan een

breed publiek. De makers van

deze website waren zich duide-

lijk bewust van dit gegeven en

hielden het wellicht van bij de

start van het project in hun ach-

terhoofd. De belangrijkste doel-

groep, leerlingen en leerkrach-

ten van het secundair onderwijs,

werd niet uit het oog verloren.

De materie werd ‘vertaald’ en

‘hapklaar’ gemaakt, niet enkel

voor internet maar ook voor een

jeugdig publiek. Korte teksten,

veel beeldmateriaal, veel inter-

actie. De kwaliteit van de tek-

sten, de goed gekozen voorbeel-

den en de link met de actualiteit

maken het geheel aantrekkelijk

zonder dat het oppervlakkig

wordt. Wellicht kan het eindre-

sultaat niet enkel leerlingen en

leerkrachten bekoren, maar ook

een veel grotere groep van his-

torisch geïnteresseerden.

In welke mate dit publiek op de

hoogte is van het bestaan van

de site, is moeilijker in te schat-

ten. Samenwerking leidt vaak

tot bekendmaking en mond-

tot-mondreclame. En hoewel

rekening werd gehouden met de

verwachtingen van het onder-

wijs, is er nergens een colofon

terug te vinden met vermelding

van meedenkende en -werkende

scholen, hogescholen en/of uni-

versiteiten. Eerder lijkt dit alles

een huzarenstukje van een hard-

werkende medewerkster van het

Rijksarchief. Een goede commu-

nicatie was en is dus onontbeer-

lijk, want het zou bijzonder jam-

mer zijn als dit mooie project de

verdiende aandacht mist.

Ina Verrept, Erfgoedcel Brugge

Overleg met de pedagogi-sche sector en onze eigen ervaring leerde dat het steeds moeilijker wordt scholen naar Brussel te krijgen voor een klassieke archieftentoonstel-ling. Bovendien worden op het gebied van scenografie en interactiviteit vandaag de dag aan tentoonstellingen steeds zwaardere eisen gesteld, die om zeer hoge budgetten vra-gen. Als scholen niet meer of moeilijker tot bij ons geraak-ten, moesten wij dus naar de scholen toe. Dat de Europese Commissie en de Vlaamse en Franstalige onderwijsministe-ries aandringen op de imple-mentatie van informatie- en communicatietechnologie in andere lessen dan het vak informatica, betekent een mooie ruggensteun voor het project.

De expo wil een wetenschap-pelijk en educatief verant-woord product zijn, dat dus speciaal is geconcipieerd om jongeren aan te spre-ken: online, interactief (met doe-opdrachten en een ‘test je kennis’- of quizluik), sterk visueel. Leerkrachten kunnen zich inloggen om extra info, lesopdrachten, lessuggesties enz. op te roepen.

DE LANCERINGDe lancering van de virtuele tentoonstelling op 25 novem-ber 2009 ging gepaard met een studiedag in de Senaat. Zo kreeg het project de nodige naambekendheid, maar grepen we tevens de kans het onderwerp ‘Archief en Democratie’ ook vanuit een meer academische invalshoek te bekijken. 1

Op de studiedag stelden keynotesprekers uit archiefwe-reld, politiek, onderwijs, uni-versiteitswezen e.a. het belang van archieven voor een demo-cratie centraal. Daarnaast ging specifieke aandacht uit naar de relatie tussen archiefinstel-lingen en de onderwijswereld. De leerkrachten die aan het debat deelnamen, vonden de idee van een virtuele tentoon-stelling van archiefmateriaal

als aanvulling  op handboe-ken en bronnenboeken zeer positief, op voorwaarde dat ze een meerwaarde betekent. Ook kunnen virtuele projecten een bezoek aan een archief-dienst niet zomaar vervan-gen. Probleem is echter dat de communicatielijnen tussen archieven/erfgoedsector en het onderwijsveld niet altijd optimaal open staan. Debaters vanuit de universiteitswereld (vakdidactici) wezen op het belang van archieven in de geschiedenisles als  aanvul-ling van/correctie op vige-rende concepten van erfgoed- en herinneringseducatie. De rol van archieven in de ken-nismaking van leerlingen met wetenschappelijke praktijken werd ook aangestipt.

DE OPBOUW VAN DE WEBSITEDe tentoonstelling/website werd in verschillende lagen opgebouwd. De eerste en meest toegankelijke laag is een zeer visuele, interac-tieve en narratieve laag die de gebruiker op een laag-drempelige manier — via pre-view-animaties — een speelse introductie geeft op de drie centrale modules: Archief ≠ oud papier; Geen democra-tie zonder archief!; Archief bedreigd = democratie bedreigd. Elke module bevat diverse subthema’s, waarvoor de bezoeker moet doorklikken.

De tekstblokken werden beperkt in omvang gehou-den om de aandacht van de bezoeker actief gaande te houden, en werden met zeer concrete voorbeelden gestof-feerd. De kern van de website wordt gevormd door tiental-len archiefdocumenten die elk (sub)thema illustreren en het geheel tot leven wekken. Het Rijksarchief verkoos bewust de archiefdocumenten niet statisch in een fotogalerij te tonen, maar — integendeel — interactieve toepassingen te voorzien. Een vast parcours werd niet voorzien. Per module kan de gebruiker ten slotte zijn kennis testen met een quiz.

EEN JAAR LATERMet projecten zoals ‘Archief en Democratie’ slaat het Rijksarchief nieuwe wegen in. Maar vernieuwing heeft pas zin als ze kwalitatief hoog-staand is en haar doel bereikt. Een kritische evaluatie dringt zich dus op.

De eerste resultaten van een tevredenheidonderzoek bij leerkrachten naar de website 'Archief en Democratie', zijn positief. Toch zijn dergelijke projecten voor het Belgisch Rijksarchief geen evidentie. Zo hebben we geen educa-tieve dienst. Het is de afdeling Communicatie — die verant-woordelijk is voor valorisatie-projecten in het algemeen — die de beperkte educatieve projecten van het Belgisch Rijksarchief op zich neemt. Een structurele inbedding ont-breekt vooralsnog.

Een bijkomende moeilijk-heid is dat leerkrachten of de onderwijswereld in het algemeen zeer moeilijk te bereiken en te sensibilise-ren zijn. Leerkrachten wor-den in België geconfronteerd met een enorm aanbod aan projecten en opvallen in de massa wordt alsmaar moei-lijker, zeker wanneer het bud-get voor promotie beperkt is. Willen we projecten zoals

‘Archief en Democratie’ con-solideren binnen de werking van het Rijksarchief, dan moe-ten meer structurele samen-werkingsverbanden met het onderwijsveld worden aange-gaan.

> http://www.archief-democratie.be

> een uitgebreide versie van dit artikel

kunt u lezen op htp://www.vvbad.be/

meta

1 Die dag werd eveneens een vak-

technische publicatie voorge-

steld: Archief en Democratie. Een

bibliografische inleiding, Algemeen

Rijksarchief, Brussel, 2009

(Miscellanea Archivistica Manuale

60) - auteur: G. Elaut.

op 11 januari opende hoofdbibliotheek biekorf opnieuw haar deuren na een opknapbeurt.

Groter

De hoofdbibliotheek is 360 vierkante meter groter geworden, waardoor kranten en tijdschriften lezen of surfen op internet voortaan kan in de lounge

van de bibliotheek. De bib telt nu meer pc’s met toegang tot internet en biedt binnenkort ook draadloos internet aan.

frisser

Hoofdbibliotheek Biekorf kreeg een andere vloerbekleding, nieuwe balies, extra boekenrekken en meubilair. De rekken werden ook anders opge-

steld en hier en daar kwam er een likje verf bij kijken.

Openbare Bibliotheek Brugge: groter frisser anders

siGnaleMent

24 | META 2011 | 2

anders

De hoofdbibliotheek ziet er niet alleen anders uit, ze werkt ook anders. RFID werd geïnstalleerd. Alle transacties gebeuren via de e-ID (of kids-ID)

die de vertrouwde bibliotheekpas vervangt. Wie niet over een e-ID beschikt, krijgt een smartcard. Nieuw in de collectie zijn Fundels, speelfilms

op Blu-ray en sprinterdvd’s. Na het betalen van lidgeld, kunnen alle materialen gratis uitgeleend worden. De openingstijden werden uitgebreid.

Openbare Bibliotheek Brugge • Kuipersstraat 3 • 8000 Brugge

catalogus: http://www.brugge.be/cabrio

website: http://www.brugge.be/bibliotheek foto's: Jan termont

siGnaleMent

META 2011 | 2 | 25

De leiding van onze bib berust bij twee bibliothecarissen, elk met een deeltijdse opdracht. Over die samenwerking is goed nagedacht en overlegd zodat er niet in elkaars vaarwater wordt gekomen. Natuurlijk heeft elk van de twee zijn of haar dada’s maar tot hiertoe, toch al meer dan vijf jaar, verloopt alles vrij rimpelloos.Door een gelukkig toeval, misschien heb-ben we het geluk een handje geholpen, is ons bibteam samengesteld uit enthousi-aste en gedreven mensen die er echt wil-len voor gaan. Het klinkt een beetje hoog-dravend maar zo is het wel. Dit maakt het wel mogelijk om zonder veel problemen nieuwe technologieën en projecten in te voeren.

We hebben een (te) klein aantal vaste medewerkers en werken daarom met vrijwilligers die zonder onderscheid vol-ledig in onze groep zijn opgenomen. Onze medewerkers hebben, buiten de initiatiecursus en zoals praktisch overal in Vlaanderen, geen specifieke biblio-theekopleiding genoten. De medewerkers benadrukken steeds dat het zeer prettig werken is in onze bib, daarom hebben we geen al te groot personeels verloop met als bonus dat we medewerkers hebben met jaren bibliotheekervaring. Vanzelfsprekend volgen onze medewer-kers de nodige opleidingen en bijscholin-gen om echt up-to-date te blijven.

VEELEISEND PUBLIEKHove is een residentiële gemeente zon-der industrie en behoort tot de top vijf van de gemeenten in België bewoond door een bevolking met een zeer hoog belastbaar inkomen. In Hove hebben wij te maken met een groot percentage van hoog opgeleide mensen. Dit demogra-fisch gegeven heeft natuurlijk zijn conse-quenties. We werken voor een vrij homo-geen publiek dat zeer goed op de hoogte is van het bestaan van de bibliotheek en er dan ook vrij veel gebruik van maakt.

Bijna de helft van de bevolking is lid van de bibliotheek. Het zijn wel vrij kritische en veeleisende klanten die zeer goed mee zijn met de huidige informatietechnieken. We trachten dan ook een perfecte ser-vice aan te bieden en maken er een punt van dat iedere klant op de best moge-lijke manier wordt geholpen. Onze uitleen gebeurt met RFID-technologie, zodat we al onze tijd en energie aan onze klanten kunnen besteden.

Speciale doelgroepen (migranten, kansar-men enz.) zijn in Hove quasi onbestaande. We kunnen ons daarom ook meer con-centreren op senioren, moeilijker bereik-bare jongeren enz.

BIBKWINTETWe maken ook deel uit van het Bibkwintet, een samenwerkingsverband tussen de bibliotheken van Hove, Edegem, Kontich, Lint en als nieuw lid sedert 2011 de bib van Boechout. Ons eerste wapenfeit

Openbare Bibliotheek Hove

In deze rubriek staat elke maand een team in de kijker. Deze keer mag de Openbare Bibliotheek van Hove zich voorstel-len. Het is mooi dat ook kleinere bibliotheken zich via META kunnen presenteren aan de collega’s. Hove is een klein dorp met ongeveer 9000 inwoners, gelegen tussen Antwerpen en Mechelen. De bibliotheek werkt op een niet-alledaagse manier.

Rita Machiels en Jos Massy

dateert van 2004. Op gezette tijden worden er door ons activiteiten georga-niseerd voor verschillende doelgroepen. Onze projecten worden gesubsidieerd door de Provincie Antwerpen. De meer gestructureerde samenwerking naar col-lectievorming enz., al dan niet gesubsidi-eerd, is aan het groeien.

We denken natuurlijk na over de toekomst van de openbare bibliotheek werkend in het digitale tijdperk maar evenzeer in een wereld in crisis. Wat is de toekomst van het boek? Gaat de nieuwe generatie e-readers op termijn het boek op zich ver-dringen? Wat is de toekomst van digitale beelddragers versus films on demand via de kabel? Blijft de overheid het bestaans-recht van openbare bibliotheken erken-nen en financieel waarderen in deze moei-lijke tijden?

> http://www.bibkwintet.be

V.l.n.r.: Jos Massy, Rita Machiels, Yvette Van De Weyer, Jacqueline Nolmans, Gerd Bridts.

26 | META 2011 | 2

etalaGe

Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD?Ik ben vrij nieuw in de sector en pas sinds eind 2009 actief bij de VVBAD. Aangezien ik pas begin mei 2008 bibliothecaris van de Openbare Bibliotheek Kortrijk ben, had ik nood aan het uitbouwen van een netwerk in de bibliotheekwereld en het culturele werkveld. Via de VVBAD kwam ik in contact met diverse bibliothecaris-sen en leerde ik wat er leefde in de sec-tor. Dit was voor mij de ideale manier om via collega-bibliothecarissen de nodige expertise te ontwikkelen.

Op welke vlakken ben je vooral actief?In Kortrijk zijn we volop bezig met de verfijning van ons concept van de ‘biblio-theek van de toekomst’, een beleefbiblio-theek waar naast het luik levenslang leren, de beleving centraal zal komen te staan. Ik ben er stellig van overtuigd dat samen-werken met andere actoren, zowel cultu-rele organisaties als de (kunst)onderwijs-sector, voor een breder draagvlak en een andere dynamiek zorgt. Dit was immers ook de bedoeling van het Decreet Lokaal Cultuurbeleid, niet?

Welk thema ligt je na aan het hart?De vele uitdagingen voor de openbare bibliotheeksector volg ik met grote aan-dacht, vooral het hele vraagstuk rond visieontwikkeling. Welke rol kan een openbare bibliotheek voor de gemeen-schap spelen in een steeds verder digitale wereld en welke impact heeft deze evolu-tie op de jobinhoud en de competenties van bibliotheekmedewerkers?

Op welke verwezenlijkingen ben je trots? Ik ben nog niet zo lang actief binnen de bibliotheeksector, dus van grote verwe-zenlijking kan ik nog niet spreken. Dat zou naar mijn aanvoelen ook ongepast zijn.

Carol Vanhoutte:

Een wereld vol verwondering

In deze rubriek brengen we eerbetoon aan

een bijzonder lid binnen de VVBAD. Carol

Vanhoutte is bibliothecaris in de Openbare

Bibliotheek Kortrijk. Sinds dit jaar is ze

ook voorzitter van de sectie Openbare

Bibliotheken bij de VVBAD.

De plannen voor een nieuwbouw voor de nieuwe Openbare Centrale Bibliotheek in Kortrijk, onze BIBLLL, laten ook nog even op zich wachten. Maar dit wil niet zeg-gen dat wij stilzitten en afwachten. De Openbare Bibliotheek van Kortrijk was bij mijn aankomst aan het experimente-ren met Web 2.0-activiteiten. De keuze om hierop in te zetten en dit als belangrijk extern communicatiemiddel te gebruiken, is niet ongemerkt gebleven. Ik ben dan ook enorm trots dat ons team eind vorig jaar de prijs van de vakjury heeft gewonnen op de Vlaamse Bib Web Awards. Een duide-lijk signaal om hierin verder te investeren.

Wat haal je er voor jezelf uit, zowel per-soonlijk als professioneel?In de inkomhal van onze bibliotheek staat in grote letters “de wereld van verwonde-ring” te lezen. Al vanaf mijn eerste werk-dag in de bibliotheek sta ik met verwonde-ring, of beter met bewondering, te kijken naar de sector. Een bibliotheek is inder-daad heel wat meer dan een winkel waar je boeken kan lenen en waar je in stilte kan lezen. De expertise, de omgang met klanten, de raakvlakken met onderwijs en welzijn, een hefboom voor integratie… Ik kan er maar niet genoeg van krijgen!

Ook de uitdagingen en de snelle veran-deringen van de sector zelf, boeien mij enorm. De bibliotheeksector is bovendien een sector die zichzelf durft in vraag te stellen. Voor mij is het duidelijk dat in een wereld waar we verdrinken in informatie en hunkeren naar kennis, de bibliotheek een belangrijke rol te spelen heeft. De talloze investeringsprojecten in nieuwe bibliotheken onderschrijven dit enkel maar.

Wat zou je in de toekomst nog graag wil-len doen binnen de vereniging?Het zou ongepast zijn, gezien mijn

beperkte ervaring in de sector, om onmid-dellijk grote veranderingen aan te kondi-gen. De vereniging is immers voor veel collega’s een gevestigde waarde. De VVBAD moet een vinger aan de pols blij-ven houden in een snel veranderende maatschappij. Dit kan alleen door mede-werking van mensen uit het werkveld, bibliothecarissen en informatiedeskun-digen. En met een open geest natuurlijk.

Aan de andere kant zullen de veranderin-gen zich sowieso opdringen door techno-logische, maatschappelijke en socio-eco-nomische evoluties. De resultaten van de Participatiesurvey van 2009 in opdracht van de Vlaamse Overheid zijn hiervan een voorteken. De openbare bibliotheek zal volgens mij genoodzaakt worden om nog intenser met andere partners samen te werken. Een uitdaging waar volgens mij ook de vereniging de komende jaren zal voor staan.

Hoe heb je de vereniging zien evolueren? De vereniging streeft de laatste jaren naar een dynamischer en moderner imago. Meta, tijdschrift voor bibliotheek & archief is een duidelijke stap in die rich-ting. Het zou leuk zijn moest deze dyna-miek een aantal geïnteresseerde collega’s over de streep halen om actief mee te werken en zo een bijdrage te leveren aan de sector. Dit is dus een warme oproep naar geïnteresseerde collega’s…!

Wat heeft de vereniging volgens jou al kunnen verwezenlijken? De organisatie van Informatie aan Zee en de verschillende studiedagen zijn vaste waarden. De VVBAD wordt ook als gede-gen gesprekspartner op beleidsniveau betrokken. De competentieprofielen, en nog recenter de bijdrage bij het tot stand komen van het Archiefdecreet zijn hier een duidelijk bewijs van. (JH)

"VOOR MIJ IS HET DUIDELIJK DAT IN EEN WERELD WAAR WE VERDRINKEN IN INFORMATIE EN HUNKEREN NAAR KENNIS, DE BIBLIOTHEEK EEN BELANGRIJKE ROL TE SPELEN HEEFT."

META 2011 | 2 | 27

inzet

28 | META 2011 | 2

over de Grens

MEXICAANSE BIBLIOTHECARISSENVERENIGINGDe Asociación Mexicana de Bibliothe-carios, A.C. (AMBAC) is de grootste en tevens oudste bibliotheekvereni-ging in Mexico. Ze werd in 1924 opge-richt als de Vereniging van Mexicaanse Bibliothecarissen en in 1965 omge-vormd tot de Mexicaanse Vereniging van Bibliothecarissen, Privaatrechtelijke Vereniging. Het ledenaantal van deze non-profitorganisatie schommelt tussen de 300 en de 400. De leden zijn werk-zaam in allerhande soorten bibliotheken, maar van oudsher komen de meeste uit wetenschappelijke bibliotheken.

Toen tijdens de werkjaren 2007-2008 en 2008-2009 ernaar gestreefd werd de organisatie te verstevigen, werd er aan gedacht een aantal secties op te richten, waaronder de sectie Openbare Bibliotheken (SOP). De raad van bestuur van AMBAC zocht daarom begin 2009 een professionele bibliothecaris aan om voorzitter te worden van SOP, en stelde die nadien ook als zodanig aan. Voor het opstarten van de sectie moest eerst op zoek gegaan worden naar leden die de kwaliteiten en de ervaring hadden om als lid van het bestuur (Mesa Directiva) van SOP te kunnen worden benoemd. In 2009 verzette het SOP-bestuur maandenlang heel wat werk op het terrein en achter de schermen. Het SOP-bestuur stelde de sectie al voor tijdens een aantal nationale bibliothecarissencongressen. Momenteel wordt er gewerkt aan het strategisch plan 2011-2014 dat moet zorgen voor groei en bestendiging van de sectie.

Het volledige sectiebestuur bestaat uit een voorzitter, een ondervoorzit-ter, een algemeen secretaris, een pen-ningmeester-coördinator, een vormings- en opleidingsverantwoordelijke, een

verantwoordelijke voor wetgeving en standaarden, een publicatieverantwoor-delijke, een verantwoordelijke voor public relations en marketing en een historicus. Deze basisstructuur kan worden aange-past aan de noden van de sectie.

MISSIE EN VISIE Volgens de missie, zoals vastgelegd in het tweejarenplan 2009-2010, is het de bedoeling dat de sectie via het organise-ren van projecten, programma’s en kwa-liteitsvolle activiteiten fungeert als een vaste schakel tussen bibliothecarissen en andere partijen die belang stellen in de dienstverlening door openbare biblio-theken. Op die manier kan men tegemoet komen aan de noden en de belangen van bibliothecarissen, wat de openbare bibliotheken uiteindelijk ten goede zal komen in de vorm van ontwikkeling, pro-motie en de democratisering van de toe-gang tot informatie.

INSPIRATIEBRONNENDe sectie kent heel wat inspiratiebronnen. Bijvoorbeeld de reglementen, de missie en de visietekst van AMBAC.Daarnaast zijn er mondiale inspiratie-bronnen en voorbeelden, zoals de Management and Administration of Library Associations en de Public Libraries Section van IFLA, het gebrek aan algemene erkenning in de samenle-ving voor de rol van de openbare biblio-thecaris en de nood om het imago van de professionele openbare bibliothecaris en zijn medewerkers te verbeteren. Tot slot haalden we ook inspiratie uit arti-kel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (VN), de Public Library Association van de Amerikaanse bibliothecarissenvereniging ALA, de VN-millenniumdoelstellingen (2000), het IFLA/UNESCO-Manifest over de open-bare bibliotheek en uit het streven naar

betere openbare bibliotheken door col-lega’s van over de hele wereld.

MEXICAANS NETWERKAfgezien van de zonet vermelde factoren, en meteen ook de belangrijkste beweeg-reden ervoor, betekende meewerken aan de sectie een uitgelezen kans om op diverse manieren samen te werken met openbare bibliothecarissen in het land (met inbegrip van het door de nationale raad voor kunst en cultuur (CONACULTA) ondersteunde Mexicaanse nationale net-werk van openbare bibliotheken.) Het gaat om het belangrijkste netwerk van openbare bibliotheken uit de moderne geschiedenis van Mexico, gekopieerd op het netwerk dat in de jaren twintig door de Mexicaanse minister van Onderwijs, Jose Vasconcelos, werd uitgebouwd. Volgens gegevens van juni 2010 bestaan er verspreid over het gehele land 7296 openbare bibliotheken met een capaciteit van 37.910.823 boeken en 12.500 perso-neelsleden. Het is belangrijk te vermel-den dat er in het land ook onafhankelijke openbare bibliotheken bestaan. Om die in kaart te brengen en om er een zekere professionele relatie mee uit te bouwen, moet nog onderzoek verricht worden.

THEMATISCHE ACCENTEN VAN DE SECTIEHet actieplan van de sectie is opgebouwd rond elf thematische accenten. Die zijn opgenomen in de tweejaarlijkse program-ma’s en in het strategisch plan voor de periode 2009-2014 1. Elk jaar worden pri-oriteiten vastgelegd, met inachtneming van de continuïteit en de belangrijkste thema’s.

Dit zijn de elf thematische accenten:1. Bevorderen van gelijke toegang tot

bibliotheken aan alle burgers.2. Bevorderen van de rol van de open-

bare bibliotheken in de samenleving.3. Verbeteren van de kwaliteit van de

dienstverlening van openbare biblio-theken, zowel door gebruik te maken van standaarden en richtlijnen als door het vastleggen en verspreiden van best practices uit de bibliotheekwereld.

4. Verdedigen van het belang van vor-ming en professionele ontwikkeling

De sectie Openbare Bibliotheken van MexicoHelen Ladrón de Guevara Cox, Asociación Mexicana de Bibliotecarios

We geven het woord graag eens aan collega’s in het buitenland. Binnen de nationale Mexicaanse bibliothecarissenvereniging is nog maar net een sectie Openbare Bibliotheken opgericht. Wat zijn de belangrijkste bestaansredenen ervan? Hoe verloopt de ledenwerking en kan de samenwerking met andere belangheb-bende partijen de democratie versterken en de levenskwaliteit van de burgers van het land verbeteren?

META 2011 | 2 | 29

over de Grens

van bibliothecarissen en bibliotheek-medewerkers.

5. Verdedigen van de rol van de open-bare bibliotheek in de democratise-ring van de toegang tot bibliotheken en informatie en in het gebruik van informatietechnologie en communi-catiemiddelen.

6. Bevorderen van lezen, geletterdheid en levenslang leren.

7. Behouden en werven van leden.8. Verzorgen van de marketing en de

public relations van de sectie.9. Opzetten van netwerken en samenwer-

kingsverbanden tussen bibliotheken en andere strategische organisaties.

10. Deelnemen aan nationale en internati-onale bibliotheekconferenties.

11. Zorgen voor een efficiënt financieel beheer van de sectie.

ONTWIKKELINGEN EN UITDAGINGENNet zoals elke nieuwe sectie van om het even welke organisatie moet SOP bekend-heid en geloofwaardigheid opbouwen. Binnen het grotere geheel van de biblio-thecarissenvereniging (AMBAC) is de sec-tie geëvolueerd van een belangengroep tot een formele sectie ervan. De eerste opdracht bestaat erin bekendheid te verwerven binnen het Mexicaanse biblio-theekwezen en leden te werven. De sec-tie gaat ervan uit dat het de openbare bibliotheken in het land uiteindelijk ten goede zal komen wanneer bibliotheca-rissen en bibliotheekpersoneel zich in de sectie engageren.

Andere uitdAgingen:• Leden werven door middel van een

nationale campagne.• ‘Movers and shakers’ en/of stakeholders

bereiken die positief staan tegenover openbare bibliotheken in het hele land.

• AMBAC-bibliotheekorganisaties in de deelstaten of onafhankelijke biblio-theekorganisaties in stedelijke of lan-delijke gebieden van Mexico bereiken.

• De veranderende rol van de openbare bibliothecaris ondersteunen door hem nieuwe competenties en vaardigheden aan te reiken.

• Een proactieve raad van bestuur in stand houden.

• Ervoor zorgen dat de voorzitter van de sectie als spreker kan blijven deelne-men aan de maandelijkse radio-uitzen-ding over bibliotheekaangelegenheden: Buenas Noches Radio Metrópoli (elke tweede donderdag van de maand, van 22 u. tot 23 u., ook te beluisteren via http://www.notisistema.com).

• Financiering van workshops in belang-rijke gebieden van het land om

openbare bibliothecarissen te profes-sionaliseren.

• Maatregelen nemen om de financiële crisis te overwinnen waarin het land verkeert: budgetten die niet verhoogd worden zullen een impact hebben op het aantal bibliotheekgebouwen en het onderhoud ervan, op het aantal biblio-theekdiensten en de kwaliteit ervan, op continue vorming en op de aanwerving van het nodige personeel.

• Bestaande maatschappelijke proble-men onderkennen zodat openbare bibliotheken een actieve rol kunnen spelen in de oplossing ervan door de zelfredzaamheid van de bibliotheek-gebruikers te vergroten via het bevor-deren van vrije toegang tot informa-tie en vrijheid van meningsuiting zoals bepaald in art. 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

• De acties van CONACULTA ondersteu-nen om in alle deelstaten van het land een bibliotheekwetgeving uit te bou-wen.

• Het initiatief van AMBAC-SOP steu-nen om (daar waar ze niet bestaat) te komen tot deelstaatwetgeving op het wettelijk depot en/of om de bestaande wetgeving te actualiseren met als doel het vrijwaren en conserveren van de lokale publicaties.

• Het grote verloop van bibliotheekper-soneel in openbare bibliotheken tot een minimum terugbrengen.

• Pleiten voor meer financiële middelen voor onderhoud van voorzieningen en uitrusting.

• Bestaande bibliotheekcollecties actua-liseren op basis van de lokale noden.

BESLUITEN1. Openbare bibliotheken zullen de uitda-

gingen aangaan en de nodige midde-len aanreiken om de burgers in staat te stellen de problemen van hun land op te lossen. In een toekomst met beperkte middelen zal vooral de inzet van de bibliothecarissen tellen. Openbare bibliotheken zullen blijven bestaan, sterk veranderen en de kwaliteit van hun dienstverlening optrekken om zo te voorzien in datgene wat nodig is om de inwoners van Mexico een beter leven te bezorgen. De toekomst is bezig, we moeten nu aan de slag.

2. Alle inspanningen moeten worden inge-zet om Mexico uit de waarschuwings-zone te halen, waarin de Amerikaanse denktank Fund for Peace het land plaatste. De openbare bibliotheken zijn een van de meest waardevolle krachten in de strijd om die toestand te keren.

3. De sectie openbare bibliotheken erkent de nood aan samenwerking met ver-enigingen van openbare bibliotheken uit andere landen om zo te komen tot meer professionele kennis en een betere dienstverlening van de open-bare bibliotheken. Culturele inspannin-gen zouden daarop gericht moeten zijn.

Vertaling: Gerd De Coster

> http://www.ambac.org.mx/

1 Bron: AMBAC. Seccion de Bibliotecas Públicas.

Plan estrategico 2009-2014. Momenteel in revisie.

(AMBAC, sectie openbare bibliotheken, strategisch

plan 2009-2014).

Biblioteca Vasconcelos in Mexico-Stad. Foto: CMVH, Creative Commons.

Ilse Depré, Bibnet

In het dagelijkse leven gebruiken we meestal onze volledige handen om dingen te bedienen, zoals wanneer we een auto besturen, een boek lezen of koken. Jarenlang werden we echter bij het gebruik van pc’s beperkt tot een cursor en klikbewegin-gen. Multitouch wil daar verandering in brengen.

De term ‘multitouch’ verwijst naar de bediening van multimediatoestellen met meerdere vingers. Zo kan men een object op het scherm verkleinen door de vingers naar elkaar toe te brengen, of draaien door ook met de vingers rond het object een draaibeweging te maken, alsof men het object echt vastneemt. Deze multi-touchbediening is niet nieuw, maar won de laatste jaren aan populariteit via touch-screen gsm’s en tablets zoals de iPad.

De kracht van deze multitouchtoestel-len ligt in de intuïtieve bediening ervan. Kinderen, ouderen en zelfs digibeten zijn er snel mee weg, en ervaren de bedie-ning met de hand als zeer eenvoudig en gebruiksvriendelijk. Uit onderzoek van DOK Delft bleek dat multitouch zelfs beter geschikt is voor het presenteren van beeldmateriaal dan een bediening via muis of toetsenbord. Bovendien kun-nen meerdere personen samen de tafel bedienen en objecten manipuleren. Op die manier kan men dynamisch, interac-tief en collaboratief omgaan met de aan-geboden inhoud, en wordt het toestel de aanleiding tot ontmoetingen.

Multitouchtafels bestaan in twee vor-men. Aan de éne kant is er het tafelmo-del, waarbij het beeldscherm op verschil-lende hoogtes kan geplaatst worden, maar steeds in een horizontale houding,

Darien Library (VS) biedt foto’s en video’s van diverse publieksactiviteiten niet enkel via sociale media zoals Flickr en Vimeo aan, maar maakt ze, samen met heel wat beeldmateriaal over de geschiedenis en verbouwing van de bibliotheek, ook doorzoekbaar en manipuleerbaar via een multi touchtafel.

Vaak worden via de tafels ook extra digi-tale media op een laagdrempelige manier ontsloten, bijvoorbeeld interactieve boe-ken, ingescande archiefstukken, muziek-fragmenten of beeldbanken, zoals het geval was met bovenvernoemde appli-catie over Henri Pirenne op de Mutable. Bezoekers worden gestimuleerd om een eigen pad te volgen binnen de aangebo-den beelden.

De meeste multitouchtafels herkennen ook visuele tags, zoals barcodes. Beeld je een tafel in, die bij het neerleggen van je bibliotheeklidkaart, meteen ingescande oude postkaarten toont uit jouw buurt. In Gent maakt het STAM gebruik van deze technologie om binnen het thema ‘Groeiende stad, 1950-vandaag’ beeldda-tabanken interactief te presenteren aan de bezoekers. Ook educatieve en crea-tieve activiteiten kunnen aan bod komen. In de bibliotheek van Eindhoven experi-menteerde men op de jeugdafdeling met allerlei leerrijke spelletjes, zoals ‘varkens vangen’, waarbij jonge kinderen op een leuke en interactieve manier tafels oefe-nen. In Bibliotheek Zuid (Gent) konden kinderen tijdens de tentoonstelling ‘De Waalse Krook’ in juli 2010 hun bibliotheek van de toekomst tekenen op een Mutable, met een print van hun ideale bib als resul-taat. En in vele Nederlandse bibliotheken bleken zowel kinderen als (groot)ouders gewonnen voor een partijtje schaak of dammen.

Tijdens het proefproject in Gent waren gebruikers zeker enthousiast over de nieuwe technologie, maar was er dui-delijk nood aan goede inhouden om het gadgetgehalte te overstijgen. Het ontwik-kelen van interessante toepassingen voor bibliotheken en archieven vraagt naast een goede selectie van content ook een doordachte interactie met de materialen. Ongetwijfeld bieden multitouchtafels een unieke kans voor bibliotheken, archieven en andere erfgoedinstellingen om actief samen te werken, beeldmateriaal van onder het stof te halen en op een innova-tieve manier aan te bieden.

> http://www.microsoft.com/surface/

http://tinyurl.com/ibbt-Mutable

http://www.darienlibrary.org/

MultitouchtafelsFoto: studenten fotografie Sint-LucasAcademie Gent.

zoals bij de Surface, de multitouchtafel van Microsoft. Daarnaast kan het scherm ook verticaal of schuin staan, zoals bij een schoolbord. Tot dit tweede type behoort de Mutable, ontwikkeld door het IBBT, en reeds getoond op Informatie aan Zee 2009, in Bibliotheek Zuid (Gent) en in de universiteitsbibliotheek in dezelfde stad.Dat de technologie nog maar slechts sporadisch wordt ingezet in bibliothe-ken en archieven, ligt o.m. aan de hoge aankoopprijs van de tafels en de kost-prijs voor het ontwikkelen van nuttige en aangepaste applicaties. De Surface komt standaard met een aantal basisapplica-ties, waaronder een rustgevende screen-saver, een toepassing voor het presen-teren van audiovisuele materialen, een muziekprogramma en enkele spelletjes. Voor het Mutable-project werd een toe-passing rond het leven en werk van Henri Pirenne ontwikkeld, en in Nederland liet de bibliotheek Rotterdam samen met enkele andere partners een nieuwsquiz ontwerpen.

Nochtans heeft een multitouchtafel heel wat te bieden aan culturele instellingen. In de eerste plaats kan deze technologie aansluiten bij de bestaande dienstverle-ning, bijv. door het ter beschikking stel-len van de catalogus, het doorzoekbaar maken van een activiteitenkalender of het visueel maken van veelgestelde vragen.

30 | META 2011 | 2

trend

MediacoachEen mediawijs traject voor professionelen

LINC vzw is een socio-culturele beweging die zich al 30 jaar lang inzet voor ‘geletterdheidbevordering’ in al haar facetten. LINC wil burgers en maatschappelijke actoren aanzetten om op een kri-tische en participatieve manier om te gaan met (digitale) infor-matie. Tijdens het opleidingstraject ‘Mediacoach’ wil LINC de nodige handvaten aanreiken aan professionelen om aan de slag te gaan met het concept ‘Mediawijsheid’ in de eigen organisatie.

Media zijn alomtegenwoordig en onze blik op de wereld wordt erdoor bepaald. Nieuwe media zijn volop in opmars en genere-ren een immense diversiteit aan platformen. Deze bieden heel wat voordelen op het vlak van communicatie en informatie, maar eveneens heel wat uitdagingen. Mediavaardigheden zijn dan ook noodzakelijk om te kunnen functioneren in de hedendaagse maatschappij. Het is immers niet steeds eenvoudig om zich in deze virtuele wereld te bewegen. Wat hip was vandaag, heeft morgen alweer afgedaan. Dus waar zet je op in? En wat met de informatie die geproduceerd wordt? Aangezien iedereen pro-ducent wordt, is de controle ver te zoeken. Hierdoor is een kri-tische houding noodzakelijk voor elke burger.

Mediawijsheid is dus onontbeerlijk. Deze term duidt op “het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee bur-gers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een com-plexe, veranderlijke en fundamenteel gemediatiseerde wereld." Mediawijsheid is echter niet het enige begrip dat circuleert met betrekking tot de omgang met nieuwe media: nieuwe geletterd-heid, mediageletterdheid, digitale geletterdheid, media-educa-tie, informatievaardigheden, digitale kloof tweede graad enz. Iedereen die geïnteresseerd is in deze problematiek, wordt om de oren geslagen met een overvloed van begrippen. Elk begrip heeft ook zijn eigen rijkdom en nuanceverschillen.

AAN DE SLAGEnerzijds biedt het traject ‘Mediacoach’ een theoretisch kader om te starten met diverse media binnen de eigen werking. Anderzijds ligt de focus van deze opleiding vooral op het reali-seren van concrete activiteiten. Zo wordt er inspiratie aangereikt door het tonen van goede praktijkvoorbeelden en leert men zelfstandig een project opzetten binnen de eigen setting. Een media coach fungeert ook als aanspreekpunt binnen de eigen werking voor de pedagogische aanpak van het thema multime-dia. Deze opleiding richt zich tot bibliotheken, het onderwijs, socio-culturele organisaties en het jeugdwerk. Kruisbestuiving tussen de verschillende sectoren wordt ook aangemoedigd tij-dens het traject. De opleiding bestaat uit een algemeen gedeelte en enkele specifieke keuzemodules. In het schooljaar 2011-2012 gaat het eerste traject van start.

Laure van Hoecke

> Meer informatie? contacteer: laure van hoecke, coördinator linc vzw

[email protected]

In 2009 voerde het Steunpunt voor be le idsre levant onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport de Participatiesurvey 2009 uit. Met dit onderzoek wilde het steunpunt in kaart bren-gen in hoeverre de Vlaming deel-neemt aan cultuur in ruime zin, aan jeugdwerk en aan sport. Een gelijk-aardig onderzoek werd in 2004 al eens uitgevoerd.

In februari haal-den de resulta-ten de nationale

pers, onder meer omdat de onderzoe-

kers vaststelden dat de burger bereid is om meer te betalen voor cultuur dan tot nu toe werd aange-nomen. Tegelijkertijd merkten ze op dat lagere sociale klassen de bibliotheek min-der bezoeken. Daarbij is het niet helemaal duidelijk of inkomen dan wel opleiding-sniveau de bepalende factor is. Mensen met een lager inkomen zijn immers vaak ook lager geschoold.

Het bibliotheekgebruik in Vlaanderen daalt ook over de hele lijn. Bezochten in 2004 nog 36,6 procent van de onder-vraagden een bibliotheek in de voorbije zes maanden, dan was dat aantal in 2009 teruggelopen tot 33 procent, omgere-kend 1.623.240 gebruikers. Volgens de BIOS2-gegevens die de Vlaamse over-heid verzamelt, waren er dat jaar echter 1.978.542 gebruikers. Met andere woor-den: 355.302 gebruikers verdwenen in de kloof tussen het participatieonderzoek en BIOS2.

Het participatieonderzoek houdt geen rekening met bezoeken aan openbare bibliotheken in het kader van werk of opleiding. Is dat de verklaring? Het zou dan om ruim 350.000 mensen gaan die de bib ‘uitsluitend’ gebruiken voor werk of opleiding. Bereiken de openbare biblio-theken nu 33 procent dan wel 40 procent van de bevolking? Een vraag een onder-zoek waard, zo lijkt ons.

Bruno Vermeeren

355.3

02

META 2011 | 2 | 31

het ciJfer / het plan

Van professionele bureaucraat naar innovatieve relatiemanager:

De bibliothecaris als stakeholdermanager Bruno Verbergt, Universiteit Antwerpen

Dat openbare bibliotheken stakeholder-management doorgaans niet als evidentie beschouwen, is voor de lezer allicht niets nieuws. LOCUS constateerde andermaal met zijn traject ‘Publieke werken. Management en marketing in de Bib’ dat bibliotheken door-gaans vrij zwak scoren op stakeholderma-nagement en er bovendien ook matig tot niet in geïnteresseerd zijn, ondanks het belang. Hoe komt dat? En heeft stakeholdermanage-ment voor openbare bibliotheken wel zin? Cultuurmanager Bruno Verbergt denkt van wel. De afdeling cultuurmanagement van de HEC Business School in Montréal is één van de actiefste onderzoekscentra voor cul-tuurmanagement ter wereld. Hoewel dit opleidingsprogramma slechts één van de 39 afdelingen van deze managementfaculteit is — met 12.000 studenten en 250 professoren is HEC eigenlijk al een universiteit op zich —, zijn haar onderzoekers, zoals het past in een echt academische context, steeds op zoek naar cross-overs en links met andere managementdisciplines en domeinen. Serge Poisson-de-Haro, één van de onderzoekers die zich spe-cialiseert in strategisch management, vertelde me dat volgens zijn ervaring we niet steeds ‘leentjebuur’ moeten spelen bij de managementtheorieën en -praktijken van de grote broers uit de ‘echte’ businesswereld. Integendeel, wat cultuurmanagers het beste kunnen, beweert hij, is stakeholdermanagement. Daar putten de echte cultuurmanagers hun strategische krachten en voordelen uit. Zij zijn als geen ander in staat te handelen, te navi-geren, te luisteren en te managen naar de wens van hun partners.Er zit een grond van waarheid in: de doorsnee cultuurmanager heeft rond zich artiesten, impresario’s, publiek, pers, sponsors, subsidiënten, politici, en vaak overgemotiveerd personeel en vrijwilligers, die allemaal de nodige aandacht verwachten en vereisen. En toch. De studenten van de master cultuurmanagement van de Universiteit Antwerpen screenen nu al vier jaar na elkaar in opdracht van hun professoren algemeen en strategisch management, financieel management en marketingmanage-ment de werking van onder andere de openbare bibliotheken in Vlaanderen. Bij de discussie over die screenings, waarbij de managementtheorieën getoetst worden aan de praktijk zoals die gevonden wordt in bibliotheekvestigingen, vallen vaker dan verwacht uitspraken als “zij (bedoeld wordt: de gemeente) hou-den er andere opinies op na dan de bibliotheek”, “de bibliotheek kan zelf geen beslissingen nemen”, “de inkomsten vloeien niet naar de bibliotheek”.

“Wie is de eigenaar van de bibliotheek?” vraagt één van de pro-fessoren dan. De studenten beseffen dat ze moeilijk kunnen antwoorden dat de bibliothecaris dat is. “De gemeenschap”, roept iemand. “En wie is de vertegenwoordiger van die gemeen-schap?”, repliceert de professor. “Euh, de gemeente, maar ook Vlaanderen, want die financieren het grootste deel” probeert de student. “Welk type van problemen zien we hier?” gaat de

professor voort. “Een geval van corporate governance mis-schien?”Conflicten tussen management en aandeelhouders vallen inder-daad onder deugdelijk bestuur. Wanneer het over cultuurinstel-lingen gaat, spreekt men specifiek van cultural governance. Zo gezien is het dus evident dat extra inkomsten naar de gemeente-kas vloeien. Net zozeer als dat het normaal is dat een eigenaar of aandeelhouder moet beseffen dat, wil hij extra inkomsten blijven genereren, hij ook zijn manager hiervoor moet belonen. Maar er is meer aan de hand dan het besef dat de werkelijke eigenaar van de bibliotheek de gemeente is. Er zit bovenop dit vrij eenduidig culturalgovernanceprobleem ook een immens cultuurverschil. Cultuurwerkers met een spe-cifieke opleiding en kennis, zoals erfgoed-, archief- en biblio-theekmedewerkers, beroepen zich op hun professionaliteit of beroepskennis om te weten wat wel en niet hoort. Een biblio-theek is zeer vaak een ‘professionele bureaucratie’, zoals managementdeskundige Henry Mintzberg dat noemt: een orga-nisatieconfiguratie waarbij de belangrijkste trekkracht diegene is die uitgaat van de professionaliteit van de medewerkers op de werkvloer. Net als geneesheren, advocaten of architecten weten bibliothecarissen het eigenlijk beter dan hun eigenaars of algemene directeuren. Wie heeft het voor het zeggen in een ziekenhuis? Veel minder de ziekenhuisdirecteur dan de genees-heren zelf. Niet overtuigd? Beeldt u zich dan maar even in wat geneesheren zouden zeggen tegen een ziekenhuisdirecteur die stelt dat vanaf heden een onderzoek van een patiënt slechts tien minuten mag duren. Nochtans zijn richtlijnen als deze heel gebruikelijk in andere dienstverlenende sectoren.

“NET ALS GENEESHEREN, ADVOCATEN OF ARCHITECTEN WETEN BIBLIOTHECARISSEN HET EIGENLIJK BETER DAN HUN EIGENAARS OF ALGEMENE DIRECTEUREN.”

Het is precies die professionele trekkracht die de bibliotheek-medewerker ervan weerhoudt om, zoals zijn collega’s uit andere cultuursectoren, bijv. de podiumkunsten, een expert te zijn in stakeholdermanagement. Tegelijk komt, zoals vaker in tijden van omgevingsverandering of crisis, de beroepsleer waarop mede-werkers zich baseren, onder druk te staan. De bibliotheekpro-fessional staat er dan slechter voor dan de erfgoed- of archief-medewerker. De deontologie die aan de basis ligt van goed archief- of erfgoedbeheer is vrij stevig — ze is bijvoorbeeld ver-ankerd in internationale wijdverspreide en erkende afspraken zoals het ICOM — en de omgeving blijft voor die medewer-kers enigszins stabiel. Het verleden blijft verleden, de ‘klanten’ zijn de huidige zowel als alle mogelijke toekomstige generaties. Er is een wetenschappelijke basis voor het ‘behoud en beheer’ van erfgoed. Voor de openbare bibliotheken ligt dat anders: zij moeten voorzien in een actueel relevant aanbod van infor-matie. Waar archivarissen en erfgoedmedewerkers nauwelijks mogen afstoten (en dus erg selectief moeten zijn op wat ze

32 | META 2011 | 2

essay

strateGische doMeinen

Inzetten op wat de bibliotheek uniek maakt bij haar publiek

Meer aandacht voor de lokale specificiteit en het gemeentelijke beleid

Inspelen op het gewijzigde gedrag van mensen in een digitale omgeving

De werkprocessen optimaliseren

De infrastructuur aanpassen aan de lokale noden

Een nieuw organisatiemodel uitwerken

Een geschikt personeelsbeleid uitwerken

stakeholder

• Publiek - klanten• Publiek - niet-klanten• Publiek - socio-cultureel middenveld/

scholen/…• Auteurs / boek- en informatieindustrie• Pers en media• Lokaal bestuur• Bovenlokaal bestuur• Lokale culturele actoren

• Lokaal bestuur• Lokale culturele actoren

• Informatieindustrie• Technologische innovators / trendwat-

chers• Massa- en internetmedia• Publiek - socio-cultureel middenveld/

scholen/…• Publiek - internetgebruikers• Publiek - digibeten

• Personeel• Lokaal bestuur• Lokale culturele actoren• Vormingsinstellingen / opleidingspart-

ners / onderzoekscentra / management-scholen / …

• Lokaal bestuur• Lokale culturele actoren• Publiek - socio-cultureel middenveld/

scholen/… / andere lokale actoren

• Lokaal bestuur• Lokale culturele actoren• Publiek - socio-cultureel middenveld/

scholen/… / andere lokale actoren• Vormingsinstellingen / opleidingspart-

ners / onderzoekscentra / management-scholen / …

• Personeel• Lokaal bestuur• Publiek - socio-cultureel middenveld/

scholen/… / andere lokale actoren• Vormingsinstellingen / opleidingspart-

ners

MoGeliJke relaties

Luisteren, selecteren, verzorgen, verwen-nen, leren kennen, doorgronden, verleiden, platform bieden, kanaal zijn

Luisteren, bedienen, leren kennen, door-gronden, platform bieden, kanaal zijn

Leren kennen, mogelijkheden bieden, beïn-vloeden

Betrekken, heroriënteren, overtuigen, ver-anderen, dwingen, (mee-)besparen, werk overdragen, werk overnemen, expertise overnemen

Luisteren, bedienen, leren kennen, door-gronden, platform bieden, mogelijkheden bieden, beïnvloeden, laten investeren

Luisteren, betrekken, leren kennen, door-gronden, mogelijkheden bieden, beïnvloe-den, laten investeren, heroriënteren, over-tuigen, veranderen, (mee-)besparen, werk overdragen, werk overnemen, expertise overnemen

Betrekken, heroriënteren, overtuigen, ver-anderen, dwingen, (mee-)besparen, laten investeren, werk overdragen, werk overne-men, expertise overnemen

binnennemen), moeten bibliotheekmedewerkers continu afsto-ten, teneinde het aanbod actueel te houden. Bovendien veran-dert de omgeving voor de informatieaanbieder revolutionair: de wijze waarop informatie aangeboden wordt en bereikbaar is, is sinds tientallen jaren ongelooflijk dynamisch. Er zijn, kortom, heel wat andere krachten in de samenleving die aanspraak willen en kunnen maken op hoe welke actuele informatie ter beschikking moet worden gesteld. De wijze waarop de biblio-thecaris dat geprofessionaliseerd heeft en als zodanig dan ook gebureaucratiseerd heeft, staat onder druk: de noodzaak van een bibliotheekwerking wordt in vraag gesteld, net zozeer als het businessmodel waarbij mensen zich naar een plek moeten begeven om daar informatie die door ‘professionals’ verzameld werd, te raadplegen of te ontlenen. Doordat informatie steeds persoonlijker, gerichter, mobieler en goedkoper wordt, lijkt het alsof de openbare bibliotheek in nog geen vijftig jaar van een emancipatorische hefboom zal verworden tot een achterna hin-kend vehikel. Tenzij…

Tenzij de bibliotheekprofessional andere trekkrachten toelaat en stimuleert in zijn organisatie. Dat moet dan een meer richting-gevende trekkracht van een visionair leider zijn. Of een innova-tieve trekkracht van een divers, creatief en grenzeloos team — al dan niet aangevuld met externen. Het kan eventueel zelfs een samenwerkingstrekkracht zijn van een gezamenlijk gedragen missie. Waarbij dat gezamenlijke niet slaat op de bibliothecaris en zijn of haar medewerkers, maar op de bibliotheek en haar stakeholders.

HOE WERKT STAKEHOLDERMANAGEMENT?Het is al meerdere jaren een trend alles te willen mana-gen. Verandering, kennis, risico’s, informatie… het wordt alle-maal gemanaged. Al dat ‘gemanage’ klinkt dan ook snel hol. Wanneer we teruggaan naar de algemeen erkende opde-ling van management in vier functies (plannen, organise-ren, leiden en controleren), krijgen die termen terug beteke-nis. Stakeholdermanagement behelst het plannen, organiseren,

META 2011 | 2 | 33

essay

leiden en controleren van de stakeholders. Als woordspeling maar ook als reactie op te uitgesproken aandacht van de klas-sieke manager op de aandeelhouders (stockholders), ontwik-kelde men in de jaren zestig de ‘stakeholder view’, de belang-hebbersbenadering. Men vond het belangrijk de interactie van de organisatie met vooral dan de politieke en sociale omge-ving toe te voegen aan het handelen van de manager. Edward Freeman schreef in 1984 hét handboek hierover: Strategic management. A stakeholder approach.De omgeving van de bibliotheek, waar de verschillende stake-holders het voor het zeggen hebben, beïnvloedt het manage-mentproces van de bibliothecaris. Hij of zij zal de onzekerheid in de omgeving willen beoordelen en zo veel als mogelijk mini-maliseren. Daartoe wordt een verschil gemaakt tussen:

• de mate van onvoorspelbare verandering: - een dynamische omgeving verandert frequent; - een stabiele omgeving verandert miniem;

• de complexiteit van de omgeving, die afhangt van: - het aantal onderdelen van de omgeving; - de informatie over deze onderdelen die bekend of nodig is.Met niet alleen een sterk dynamische, maar ook een erg com-plexe omgeving met nogal wat actoren die aanspraak maken op meerdere facetten van de werking van de bibliotheek, lijkt stake-holdermanagement inderdaad een erg geschikt instrument om een bibliotheek te managen. Idealiter verlaat de bibliothecaris daarbij een louter instrumentele benadering (Hoe de belangheb-bers inschakelen tot het behalen van de eigen doelen?) en kiest hij of zij voor een normatieve benadering: stakeholders hebben dan een intrinsieke waarde voor de organisatie. Ze maken dus zonder voorbehoud deel uit van de strategie van de organisatie. In dit ‘intrinsiek stakeholdercommitmentmodel’ staan vertrou-wen in, overleg met en samenwerking tussen belanghebber en organisatie centraal.De manager die aan stakeholdermanagement doet, zal eerst bepalen wie de belanghebbers van de organisatie zijn. Klanten, sociale en politieke actiegroepen, concurrenten, vak- en sec-torverenigingen, overheden, media, leveranciers, bevolkings-groepen of gemeenschappen (‘communities’), bestuurders en/of leden, vakbonden en werknemers zijn de meest typische belanghebbers. In de bibliotheeksector kan men ook nog den-ken aan scholen of onderwijsgemeenschappen, lokale cultuur-beleidsactoren, erfgoedactoren, vrijwilligers enz.

STAKEHOLDERMANAGEMENT VOOR DE OPENBARE BIBLIOTHEEKLaat ons deze oefening eens maken voor elk van de zeven strategische doelen die samen met LOCUS vooropgesteld zijn. Stakeholdergewijs gedacht zetten we naast elk van deze domei-nen groepen en proberen we de relatie daarmee te definiëren (zie tabel p. 33). Niet elke stakeholder is even belangrijk en niet elke omgevingsfactor is even dynamisch. Wanneer men het belang van de stakeholder afzet tegenover de mate van dyna-miek, kan men vier grote strategische houdingen tegenover de stakeholders afleiden. Men kan er dan voor kiezen om stakehol-ders enkel te blijven analyseren en te monitoren, om grenzen

te overbruggen, om stakeholders te ‘managen’ dan wel om er partnerships mee af te sluiten.Elke bibliotheek zal bovenstaande tabel anders invullen. Meestal zal men het lokaal bestuur en de klanten als cruciaal belangrijk zien, de boek- en informatie-industrie bijvoorbeeld als gewoon belangrijk. Sommige groepen, zoals personeel, kunnen voor ver-schillende aspecten in verschillende delen van de matrix voor-komen. Hoe implementeert men nu best zo’n stakeholdermanagement in de praktijk? Erg moeilijk is dat niet, wanneer men in elk van de managementhandelingen bovenstaand schema voor ogen houdt.

• Werk je aan het beleids- of actieplan, ga dan na of je je part-ners er voldoende bij betrokken hebt, of je ook hier voldoende rekening hebt gehouden met het managen van de stakehol-ders, of je bij de opmaak van je plannen grenzen die er met stakeholders zijn, hebt kunnen overbruggen, of je plan vol-doende blijk geeft van het monitoren van de vierde categorie.

• In je organisatie kan je zowel bij de taakverdeling als bij de coördinatie nagaan of stakeholders voldoende en op de juiste wijze betrokken zijn.

• Duidt eventueel leden van de staf aan om relaties met sta-keholders op de voet te volgen. Zo zorg je er ook voor dat de managementfunctie ‘leiden’ voldoende rekenschap geeft van de stakeholders. Waarom niet in een taakomschrijving de gewenste verantwoordelijkheden van je leidinggevenden en medewerkers ten aanzien van stakeholders vermelden? Voor belangrijke stakeholders, zoals bijv. de leden van de biblio-theek waarvoor je klantgerichtheid als belangrijkste vorm van partnerhip of management beschouwt, kan je de relatie opwaarderen tot een algemeen na te streven waarde, waaraan elk personeelslid moet voldoen. Leidinggevenden moeten dan bijv. blijk geven van initiatieven om de relatie met de klanten te verbeteren.

• Op vlak van controle kan de bibliothecaris nagaan of de rela-ties tot de stakeholders voldoende terug te vinden zijn in de sleutelindicatoren; naargelang de relatie die ermee te ontwik-kelen is, kan de bibliothecaris specifieke controle-instrumen-ten ontwikkelen, zoals tevredenheidsenquêtes.

Stakeholdermanagement is synoniem van gezond naar bui-ten gericht management. Dat het tot op heden vaak als onvol-doende sterk wordt ervaren in bibliotheken, heeft wellicht meer met de professionele trekkracht die uitgaat van de bibliotheek-cultuur te maken dan met onkunde of onwil. Daarom dat het nodig zal zijn om te durven die cultuurverandering te ondergaan. Die stap zetten is veel moeilijker. Wat zal bijvoorbeeld de reac-tie in je bibliotheek zijn wanneer de nieuwe hoofdbibliothecaris geen bibliothecaris stricto sensu meer is, maar een manager die eerder op andere terreinen heeft bewezen klant- en stakehol-dergerichtheid te kunnen combineren met het vernieuwen en optimaliseren van werkprocessen en organisatiemodellen? De oude bibliotheekprofessional hoeft zich in principe geen zorgen te maken: zijn of haar nieuwe baas weet als stakeholdermanager immers dat zijn professionele werkkrachten van cruciaal belang zijn in deze dynamische omgeving.

34 | META 2011 | 2

essay

“Show me a town that denies funding to a library, and

I'll show you a librarian who stays in the office. Show

me a town that funds its library, and I'll show you a

librarian who takes donuts down to the fire depart-

ment. Who goes down to the city hall and goes into

offices asking if they need anything. You have to be

proactive. It might come as a shock to some of you,

but a large part of the success of that library is your

personality and the way you treat people.”

Allen Smith, Simmons College

Bibliotheek Vlaanderen

Eva Simon

Wist u dat, als bibliotheken ’s avonds slui-ten, ze veranderen in therapeutische cen-tra? Zo volg ik in de gesloten bibliotheek van Deinze een behandeling voor mensen die willen schrijven. Op een avond moes-ten we iets neerpennen over eigenheid. Vanop mijn design zitbal keek ik in het rond: een psychedelisch plafond, rood eighties meubilair, een geplekte tapis-plain uit een tijd waarin roken nog mocht. Wat bibliotheekinrichting betreft, kom je doorheen het Vlaamse land mooie staal-tjes van eigenheid tegen. Het gebouw zet de bibliotheek op de kaart, zoals dat heet. Opent er ergens een nieuwe bibliotheek, dan gaat dit met veel ophef gepaard: een feest van een week, inclusief flashmob als het even kan, alles rijkelijk gedocumen-teerd op Picasa en YouTube.Zou achter dit uiterlijke vertoon een gemis kunnen schuilen? Onderstrepen bibliotheken hun eigenheid tegenwoor-dig via een gefacelifte façade, omdat hen verder geen autonomie meer rest?Anno 2011 hebben openbare bibliothe-ken hetzelfde logo van A tot Z, elk een

catalogus bij de provincie, een gemeen-schappelijke zoekomgeving, een gelijk-aardige collectie via MedioEurope en allemaal een Facebook volgens een-zelfde inspiratiegids. Iedereen hanteert dezelfde instrumenten, verzameld op dezelfde studiedagen en elkeen luistert naar dezelfde tips, opgestoken tijdens dezelfde roadshows. Is het woord huisstijl stilaan een anachronisme? Wil een biblio-theek tegenwoordig opvallen, dan moet het wel met monumentale glaspartijen, ook al betekent dit dat het personeel ‘s zomers een bikini aan moet. Er valt uiter-aard wat voor gezamenlijkheid te zeggen. U weet iets niet? Centraal brengt raad. U heeft geen tijd? Centraal helpt u vooruit. Daarnaast heeft eigenheid een prijs, en met belastinggeld kunt u beter niet sollen. Eenheid maakt u transparant. Tenslotte is een bibliotheek voor de gebruiker een bibliotheek. Die ligt niet wakker van de allerindividueelste expressie van uw alle-rindividueelste emotie.Niets tegen het idee van een Bibliotheek Vlaanderen, maar let toch op voor die

identiteitscrisis. Voor u het weet, moet u na de werkuren ook in therapie. Koester uw verschijning. Wees trots op die design zitballen, het eigenzinnige kostuum van uw floorwalkers, de gekke poëzie op de muren van uw luisterlounge, en laat dat eigen unieke geplekte tapis-plain vooral liggen.

"Toon me een stad die de

bibliotheek geld ontzegt en

ik toon je de bibliothecaris

die in zijn kantoor blijft. Toon

me een stad die haar biblio-

theek financiert en ik toon je

een bibliothecaris die donuts

ronddraagt naar de brandweer,

die het gemeentehuis binnen-

stapt en vraagt of men nog

iets nodig heeft. Je moet pro-

actief zijn. Het is misschien een

schok voor sommigen onder u,

maar een groot deel van het

succes van de bibliotheek is je

persoonlijkheid en de manier

waarop je mensen behandelt.”

META 2011 | 2 | 35

coluMn

Eva Simon is al tien jaar docent aan de Bibliotheekschool Gent (Initiatie en Graduaat BDI). In 2010 stond ze aan de wieg van de Vlaamse Bib Web Awards. Eva is al jarenlang actief in de VVBAD. Ze was redactielid van Bibliotheek- & archiefgids en nu van Meta en de Wegwijzer voor biblio-theken & documentatiecentra.

citaat

Ilse Depré, Bibnet

ONLINE PUBLIEKSWERKING VIA FACEBOOKSteeds vaker vinden bibliotheken, archie-ven en documentatiecentra de weg naar sociale netwerken zoals Facebook. De populariteit ervan neemt steeds toe, ook bij niet-jongeren, zodat het voor bedrij-ven en organisaties een must is geworden ook daar aanwezig te zijn, om huidige en potentiële ‘klanten’ te informeren en aan zich te binden. Deze immense community biedt een culturele organisatie meteen ook een schaalvoordeel. Communiceren via Facebook gaat bovendien eenvoudig en snel, en laat ook toe om activiteiten op andere (sociale) webtools, zoals foto’s op Flickr of video’s op YouTube, automa-tisch te linken en zichtbaar te maken. En interactie met gebruikers wordt erg laag-drempelig.

Op Facebook heb je als individuele gebruiker een ‘profiel’, als het ware de vir-tuele tegenhanger van de echte persoon. Op de profielpagina kan je informatie over jezelf plaatsen, ‘statusberichten’ posten op het ‘prikbord’ (wat je doet, hoe je je voelt, …), foto’s en video’s opladen, linken

naar interessante en/of leuke webpagina’s, en nog veel meer. Door het eigen profiel te verbinden met dat van anderen, je ‘vrien-den’, vorm je een sociaal netwerk. Zodra je ‘vriendschapsverzoek’ door de andere persoon aanvaard wordt, kan je de infor-matie op zijn/haar profielpagina bekijken en omgekeerd. Daarnaast laat Facebook toe dat individuele gebruikers lid worden van een ‘groep’, of fan van een ‘pagina’.

Standaard opent Facebook het zoge-naamde ‘nieuwsoverzicht’, waarin je alle berichten en activiteiten van je vrienden en de pagina’s waar je fan van bent, ziet verschijnen. Zodra een vriend een status-bericht post, of vriend wordt met iemand anders, verschijnen die activiteiten ook in jouw nieuwsoverzicht. Hetzelfde geldt voor pagina’s waar je fan van bent. Bij sommige berichten staat ook een knopje waarmee je hetzelfde bericht op je eigen prikbord kan plaatsen, waardoor al jouw vrienden het ook weer zien. Dit wordt wel eens de Facebook ‘loop’ genoemd. Op deze manier kan een bericht zich snel ver-spreiden, een vorm van wat men ‘virale marketing’ noemt.

OVER PROFIELEN, GROEPEN EN PAGINA’SZowel een profiel, groep als pagina heb-ben hun eigen karakteristieken en voor- en nadelen voor een culturele organisatie. Een pagina biedt echter de beste moge-lijkheden voor een bibliotheek, archief of documentatiecentrum.

profielen zijn bedoeld voor individuen, niet voor bedrijven, organisaties of groe-pen van personen. In principe overtreed je dus bij het aanmaken van een profiel voor je organisatie al meteen de gebruiks-voorwaarden van Facebook. Het grootste nadeel van het gebruik van een profiel is het feit dat anderen slechts de berich-ten op jouw profiel kunnen zien door ‘vriend’ te worden. Dat vraagt telkens een actieve bevestiging, waardoor er steeds enige vertraging zit tussen de aanvraag en het zichtbaar worden van de profiel-pagina. Bovendien krijg je als organisatie dan ook standaard toegang tot het profiel van de andere gebruiker, waardoor je alle berichten en activiteiten van hem/haar kan bekijken. Dit kan gebruikers eventu-eel afremmen om ‘vriend’ te worden van je organisatie.

Een facebookgroep is bedoeld om ge brui kers rond een bepaalde interesse te verzamelen en te laten discussiëren, of om lid te worden van een groep van men-sen met een bepaalde mening of stelling. Binnen een groep kunnen ‘beheerders’ de communicatie in goede banen leiden. Een groep is niet aan te raden als alge-meen platform voor organisaties, eerder voor persoonlijke of specifieke projecten, waar men de persoonlijke profielpagina of de algemene pagina van de organisa-tie niet wil belasten. Ook voor korte dis-cussies rond een topic is een groep ide-aal. Groepen hebben enkele interessante eigenschappen, zoals de mogelijkheid tot afschermen, maar in het algemeen wegen de voordelen niet op tegen de nadelen, en kan een culturele instelling beter kie-zen voor een pagina dan een groep. Het grootste nadeel van een groep is dat de berichten die je als beheerder post in

Maak je best een Facebookprofiel, pagina of groep voor je organisatie?

Facebookpagina Openbare Bibliotheek Gent.

de vraaG

36 | META 2011 | 2

de groep, onder je eigen naam verschij-nen, en ook niet zichtbaar worden in het nieuwsoverzicht van je leden, waardoor de kans klein is dat je leden het bericht ook echt gaan oppikken. Bovendien kan men binnen groepen geen gebruik maken van applicaties, zoals de automatische koppeling tussen Facebook en andere webtools, en heeft men ook geen toe-gang tot statistieken over het gebruik van de groep.

facebookpagina’s, ook fanpagina’s genoemd, zijn specifiek bedoeld voor organisaties, bedrijven en beroemdhe-den die informatie willen verspreiden naar Facebookgebruikers die hen ‘leuk’ vinden (ook ‘fans’ genoemd). Een pagina staat ook open voor wie geen lid is van Facebook, en wordt getoond in de zoek-resultaten van Google. Bovendien hoeft men als beheerder van de pagina geen enkele actie te ondernemen om nieuwe ‘fans’ toegang te geven. Iedereen die de pagina via een link op een website, via de zoekfunctie in Facebook, via Google of via een link op het prikbord van een andere gebruiker vindt, kan via de ‘Vind ik leuk’-knop automatisch fan worden. Bij

een pagina heb je ook toegang tot hon-derden applicaties die de inhoud kunnen verrijken, en tot de statistiekenmodule, waarmee je het gebruik van de pagina kan opvolgen. Zodra je 25 ‘fans’ hebt, kan je een verkort webadres aanvragen (bijv. http://www.facebook.com/biblio-theekgent), wat de verspreiding van de Facebookpagina in andere (gedrukte) media vergemakkelijkt.

VAN GROEP/PROFIEL NAAR PAGINAJe kan een groep of profiel niet automa-tisch omzetten naar een pagina. Werkte je tot nu toe met een profiel of groep, en wil je overstappen naar een pagina, dan kan je via volgende tips je vrienden of leden attent maken van de veranderingen:

• Zet belangrijke informatie van je pro-fiel/groep over naar de pagina, en vul deze al met enkele relevante berichten, foto’s en video’s, vooraleer je de over-stap maakt.

• Had je voorheen een groep, sluit deze dan af, zodat er geen extra leden meer kunnen bijkomen. Had je een profiel en krijg je ondertussen aanvragen om ‘vriend’ te worden, contacteer dan deze

personen en verwijs hen door naar de nieuwe pagina.

• Probeer in je organisatie en vrienden-kring reeds 25 mensen te vinden die fan worden van de nieuwe pagina, zodat je een verkort webadres kan aanvragen.

• Post een laatste bericht op je profiel/groep met de mededeling dat je vanaf nu een pagina zal gebruiken. Vergeet de (verkorte) link naar de pagina niet mee te geven.

• Stuur een bericht naar alle vrienden of leden, met dezelfde boodschap.

Bibnet stelde een Facebookinspiratiegids samen, met nuttige weetjes en interes-sante praktijkvoorbeelden van Vlaamse openbare bibliotheken op Facebook. Deze publicatie, gratis downloadbaar op de Bibnetwebsite, is ook bruikbaar voor archieven en andere culturele orga-nisaties. Meer tips over Facebook kan je ook vinden op de Facebookpagina van Bibnet.

> http://www.bibnet.be/portaal/bibnet/lokale_

ondersteuning/inspiratiegidsen/

http://www.facebook.com/bibnet

de vraaG

META 2011 | 2 | 37

Europeana en de digitale ontsluiting van cultureel erfgoed

ATHENA, EuropeanaLocal en het agentschap Kunsten en Erfgoed organiseerden op 19 januari 2011 de conferentie ‘Europeana en de digi-tale ontsluiting van cultureel erf-goed’. De Europese Commissie wil de toegang verbeteren tot het (digitale) Europese cultureel erfgoed dat zich in archieven, musea, audiovisuele collecties en biblio-theken in Europa bevindt, en dit door middel van het unieke toegangspunt Europeana.

Het Europeana Vlaanderen Overleg-platform wil kennisuitwisseling over (Europese) digitaliseringsprojecten bevorderen tussen cultureel-erfgoedin-stellingen. Het is een ontmoetingsplaats waar de deelnemers in verschillende pro-jecten in het kader van Europeana (en relevante projecten op Vlaams niveau) ideeën en ervaringen uitwisselen.

ATHENA EN EUROPEANALOCALDe Europese projecten ATHENA en EuropeanaLocal hebben Europeana een stap dichter bij Vlaanderen gebracht. ATHENA (Access to Cultural Heritage Networks) stimuleert de deelname van musea aan Europeana en ontwikkelde hiervoor tools, aanbevelingen en richt-lijnen. PACKED vzw verzorgt de natio-nale coördinatie en de aanlevering van inhoud uit Vlaanderen. De Koninklijke

Musea voor Kunst en Geschiedenis coör-dineren de aanlevering van data uit de federale instellingen. KMKG is mede ver-antwoordelijk voor het werkpakket i.v.m. standaarden en PACKED vzw voor een werkpakket over auteursrechten. In het kader van ATHENA werd o.m. het LIDO-datamodel ontwikkeld, een event-geba-seerd model voor de uitwisseling van data uit museale collecties. De XML-export uit databanken van de participe-rende instellingen wordt in de ATHENA-ingestor gemapt naar LIDO (Lightweight Information Describing Objects) en van daar naar ESE. ’Linked Heritage’ bouwt vanaf april 2011 verder op de realisaties van ATHENA.

EuropeanaLocal levert inhoud aan Europeana met speciale aandacht voor lokale en regionale erfgoedcollec-ties. Erfgoedplus.be neemt samen met MovE voor België deel aan dit project. EuropeanaLocal bouwt zelf geen repo-sitory, maar ondersteunt de projectpart-ners bij het installeren van eigen reposi-tories in overeenstemming met de door Europeana vereiste specificaties en pro-tocols. EuropeanaLocal fungeert daar-bij als belangrijkste testpartner voor de technische specificaties en procedures van Europeana zoals het ESE-datamodel, de richtlijnen voor conversie, aggregatie, OAI-PMH repositories, harvesting en voor de content checker.

EUROPESE PROJECTEN ALS AANJAGER VOOR DIGITALISERINGDeelname aan Europese digitaliserings-projecten vereist via strikte deadlines

dat de participerende instellingen tijdig resultaten afleveren. Daardoor wordt snel vooruitgang geboekt. De voorbeelden van KMKG en Amsab-ISG geven aan hoe respectievelijk ATHENA, MIMO en HOPE een belangrijke stimulans bieden.

Om via ATHENA aan Europeana deel te kunnen nemen zijn een museumcatalo-gus en een XML-export van de data nodig. Het KMKG paste hiertoe het softwarepak-ket MuseumPlus (van Zetcom) aan. Men bouwde een online museumcatalogus Carmentis, die naast de export ook een meertalige publieksinterface voorziet. LIDO geldt hierbij als standaard voor de export. Het doorlopen traject bestond voor KMKG naast het programmeren zelf uit een grondige voorbereiding: analyse, herstructurering en aanvulling van de MuseumPlus-gegevens en de mapping naar LIDO. Hiervoor werkte het museum zowel met Zetcom als met een program-mator in huis. Een vergelijking leert dat de tweede optie interessanter is omwille van de snelheid, de directe communicatie, en de onafhankelijkheid van softwarele-verancier. Helaas is de programmator in huis vaak een tijdelijke, projectgebonden kracht die nadien wegvalt.

Amsab-ISG maakt het digitale materiaal op verschillende niveaus beschikbaar. Via de Adlib OPAC op de eigen website, via projectwebsites en via netwerken en por-taals zoals MovE, Archiefbank Vlaanderen, ABRAHAM, CaGeWeb, Labourhistory.net en Europeana. HOPE (Heritage of the People’s Europe) ontwikkelt specifieke profielen voor de metadata van archiva-lische, bibliothecaire, visuele en audio-visuele collecties waarnaar de collec-ties van projectpartners gemapt worden en die dan op hun beurt geconverteerd worden naar het EDM-datamodel. Voor archiefmateriaal baseert HOPE zich op de specificaties ontwikkeld door APENet (http://www.apenet.eu), dat specifieke noden zoals hiërarchisch gestructu-reerde beschrijvingen (zoals in EAD) naar Europeana standaarden vertaalt.

EEN INTEGRALE VISIE OP DIGITALISERINGDigitalisering mag geen parallelle bezig-heid zijn. Naast belangrijke stimuli zoals online ter beschikkingstelling en conser-vatie kan digitalisering op een integrale manier in een beleid ingebed worden. Zo is voor het Huis van Alijn de digitale col-lectie een integraal deel van de visie, mis-sie en werking.

De hele collectie digitaliseren is onmoge-lijk en ook onzinnig. Collectiebeherende Foto: Chris De Loof.

38 | META 2011 | 2

kroniek

instellingen moeten strategisch naden-ken over de plaats en de functie van digitalisering en duidelijke keuzes durven maken. Criteria en keuzes dienen gemo-tiveerd, een digitaliseringsplan opge-steld en digitalisering moet de basis zijn voor een brede waaier aan basisactivitei-ten zoals collectiebeheer, onderzoek en publiekswerking. Dan wordt digitaliseren een investering in de toekomst. Het maakt deel uit van de dagdagelijkse praktijk en vormt de rode draad tussen collectie en publiek.

RODE DRADEN DOORHEEN HET DIGITALISERINGSPROCESTijdens het namiddaggedeelte gingen korte gevalstudies vanuit de dagelijkse praktijk in op aspecten van het digitali-seringsproces.

FlAndricA.be: de virtuele vlAAmse erFgoedbibliotheek

De Vlaamse Erfgoedbibliotheek lanceert Flandrica.be, dat een overzicht van het corpus ‘Flandrica’ zal bieden. Het project is een samenwerking van zes grote biblio-theken in Vlaanderen en gaat in maart 2011 van start. Het wil een zinvolle toevoeging bieden aan de bestaande portaalsites en beoogt een rijke gebruikerservaring.

De projectpartners staan zelf in voor de digitalisering. Flandrica.be aggregeert deze informatie, in eerste instantie voor zichzelf, in tweede instantie voor over-koepelende portaalsites, zoals Europeana.Flandrica.be zal uit bestaande standaar-den, richtlijnen en goede praktijken een werkwijze distilleren. Men streeft ernaar de zeven geboden van CEST, aanbevelin-gen naar kwaliteitsverbetering van digita-liseringsprojecten, toe te passen.

vAn Fiche nAAr europeAnA

De collectie van het Stadsmus, Hasselt bestaat uit 7000 objecten die oorspron-kelijk geregistreerd werden op papieren fiches, nadien digitaal met IMC en Adlib. De gegevens worden op het web gepu-bliceerd in Erfgoedplus.be en van daar geleverd aan Europeana. Dit hele tra-ject beslaat een periode van tien jaar en kende twee grote cesuren, de overgang van de fiche naar IMC en de overstap naar Erfgoedplus.be.

Bij de eerste overgang stelde zich vooral het probleem van het beheer van de trefwoorden. Er werd daarvoor geput uit meerdere bronnen (naast de AAT ook Van Dale en Mardoc) en keuzes werden gemo-tiveerd en gedocumenteerd. Bij de deel-name aan Erfgoedplus.be diende men na te denken over criteria voor publicatie en

een striktere implementatie van thesauri.De ervaring van het Stadsmus toont dat ook kleinere instellingen kunnen deelne-men in grote projecten zoals Europeana, mits ze zorgvuldig omgaan met hun eigen inhoudelijke gegevens en kunnen werken met een tussen-aggregator, die zorgt voor technische ondersteuning.

sur les trAces du hAinAut

Sur Les Traces du Hainaut brengt digi-tale documenten samen uit archieven, bibliotheken, musea, audiovisuele en particuliere collecties. Het samenbrengen van gegevens uit verschillende bronnen schept altijd problemen van standaar-disatie en migratie. Kritisch browsen in Europeana toont aan dat consistentie en begrijpbaarheid van gegevens zeer moeilijk te verwezenlijken is, vooral bij de grotere aggregatoren waar inhoude-lijke controle praktisch onmogelijk is. Voor portaalsites is het cruciaal dat de infor-matie gestandaardiseerd wordt omdat verschillende bronnen anders niet geza-menlijk ontsloten en doorzoekbaar kun-nen worden gemaakt.

CONCLUSIESstAndAArdisAtie en migrAtie

Standaardisatie is noodzakelijk om digi-tale gegevens uitwisselbaar en in over-koepelende aggregatieplatformen door-zoekbaar te maken. Digitale ontsluiting via de eigen website of via aggregatie-platformen zoals Europeana vereist tijd-rovende controle. Dit werkt echter tegelijk als een sterke motivatie. De data moe-ten zowel technisch als inhoudelijk van hoge kwaliteit zijn. De inhoudelijke cor-rectheid van de data kan enkel gegaran-deerd worden door de specialisten die zich in de instellingen bevinden en niet door aggregatoren zoals Erfgoedplus.be of Europeana.

Collectiebeherende cultureel-erfgoedin-stellingen hebben bijgevolg de plicht om hun data correct aan te bieden. Overkoepelende niveaus kunnen tech-nische ondersteuning bieden en hulp-middelen aanbieden zoals het MovE-invulboek 1 (dat aangeeft hoe velden in Adlib geïnterpreteerd moeten worden) en het beheer van thesauri. Het alge-mene publiek kan ook een rol spelen bij de inhoudelijke beschrijving van collec-ties. CEST biedt eveneens een instrument om standaardisatie te faciliteren.

semAntiek

Er wordt veel over het semantische web gesproken, ook bij Europeana, maar goede voorbeelden zijn alsnog beperkt. Wil men het semantisch web echter

realiseren, dan zijn goede thesauri een onmisbaar instrument.

De Art and Architecture Thesaurus (AAT), en zijn Nederlandse vertaling AAT-Ned, is de breedst toepasselijke thesaurus voor de cultureel-erfgoedsector. De AAT is niet de enige, en dekt niet alle noden, ook niet in de museumsector. Het is echter wel de meest geschikte als centraal referen-tie instrument, bijv. om vergelijkingen te maken, bij aggregatieprojecten, en zeer specifiek ook in functie van het seman-tische web. De thesaurus moet daarvoor een dynamisch instrument worden, voort-durend verder ontwikkeld door samen-werking tussen de inhoudsspecialisten, de collectiebeheerders.

Auteursrecht

Een belangrijke struikelblok om het digi-tale verhaal te realiseren zijn auteursrech-ten. Deze materie behoeft een oplossing op Europees niveau. In april 2010 werd een Comité der Wijzen ingericht. Hun rap-port adviseert over het materiaal dat zich in het publieke domein bevindt en doet uitspraken over materiaal waarop rechten rusten, met name over verweesde werken en werken die out-of-print zijn. De advie-zen zijn constructief maar de auteursrech-telijke discussie is nog lang niet teneinde. In Vlaanderen richtten FARO, de Vlaamse Kunstcollectie (VKC), MovE en PACKED vzw onlangs vanuit de cultureel-erfgoed-sector een gebruikersgroep op i.v.m. deze problematiek.

Jef Malliet, PCCE, Erfgoedplus.be Hans van der Linden, Agentschap Kunsten en Erfgoed Rony Vissers, PACKED vzw

> http://www.europeana.eu

http://www.europeanalocal.eu

http://group.europeana.eu

http://www.kunstenenerfgoed.be

http://www.athenaeurope.org

http://www.mimo-project.eu

http://www.peoplesheritage.eu

http://www.apenet.eu

http://www.projectcest.be

http://www.erfgoedplan.be

http://www.flandrica.be

1 www.museuminzicht.be/public/musea_werk/

invulboek/index.cfm

META 2011 | 2 | 39

kroniek

40 | META 2011 | 2

duurzaaM

Tom Cocquyt, Vlaams Parlement

Het doel van deze nieuwe rubriek is bibliotheek- en archiefmedewerkers in Vlaanderen wegwijs te maken in verschil-lende aspecten van duurzame bibliothe-ken en archieven. Geen uitgebreide the-oretische uiteenzetting, maar korte en hopelijk bruikbare wegwijzers. Waarom willen we duurzaam functioneren? Daar zijn verschillende redenen voor. Ons energiegebruik zal de komende jaren drastisch veranderen: de overheid plant een emissiereductie tegen 2020 tus-sen de vier en de twintig procent. Aan de komende besparingsrondes, veroor-zaakt door de economische malaise, zul-len ook bibliotheken en archieven niet ontsnappen. Meestal worden infrastruc-tuur, personeel en middelen ter beschik-king gesteld door de gemeenschap. De sector moet hier dan ook maatschap-pelijk verantwoord mee omgaan. Onze maatschappij consumeert meer dan onze aarde voort kan brengen. Groen is een lang een modewoord en een hype van activisten geweest, maar nu is duurzaam beheer een strategie om te overleven geworden. En misschien wilt u zich wel eens engageren om uw leven duurzamer in te richten. Of bent u van mening dat het sop de kool niet waard is. En laat u de pc’s ’s nachts aanstaan? Zo bespaart u inderdaad tijd en energie wanneer u de pc’s ’s ochtends niet hoeft te laten opstarten en inloggen. Hoe kunt u meten of uw inspanning de moeite loont? We hopen u in de volgende nummers hierop een antwoord te geven. Volgende thema’s zullen aan bod komen:

• Toepassing van milieuvriendelijke goede praktijken in het algemeen

Onze gebouwen en ons energiegebruik staan voor meer dan de helft van onze ecologische voetafdruk, en dat zijn net beheersaspecten waar weinig biblio-thecarissen mee over beslissen. Hoe kunnen we onze gebouwen en ener-giegebruik toch duurzamer maken?

• Specifieke archief- en bibliotheekgere-lateerde aanbevelingen

Hoe optimaliseren we ons papierge-bruik? Wat doen we met de gewiede boeken, cd’s, verouderde video’s? Wat

met het gebruik van bioafbreekbare materialen in plaats van plastic?

• De ecologische voetafdruk meten Als we al die inspanningen doen, wat

levert dat dan op? Hoe meten we dat? Kunnen we vergelijken met collega’s?

• Samenwerking Om echt duurzaam te werken is een

intense professionele samenwerking nodig met andere bibliotheken, archie-ven, universiteiten, bedrijven, ecologi-sche en andere verenigingen, gebou-wenbeheerders, energieleveranciers en lokale overheden.

• Promotie van duurzaamheid bij onze gebruikers

Om gebruikers aan te moedigen met de fiets naar de bibliotheek en archief te komen, moeten er ook aangepaste stal-lingen zijn. Is er een tram- of bushalte in de buurt? In sommige bibliotheken is er een hoekje waar bezoekers batte-rijen en toners in kunnen leveren.

• Beschikbaar stellen van documentatie en bibliotheekdiensten in verband met duurzaamheid en de klimaatverande-ring

Een bibliotheek op zich is al een duur-zame instelling, waar informatie verza-meld, beschikbaar gesteld en opnieuw gebruikt kan worden. Mogelijkerwijze kunt u nog extra aandacht besteden aan de bibliotheekcollectie, een aan-gepaste tentoonstelling en informatie op maat.

• Effecten van klimaatverandering op bibliotheken

Heeft u een rampenplan voorzien met aanwijzingen hoe je boeken moet laten drogen?

Zijn er in uw bibliotheek of archief al initia-tieven genomen? Of hebt u bedenkingen of suggesties? U vindt die klimaatheisa iets voor geitenwollensokkendragers? Dan horen we dat graag van u, mail ons op [email protected]

> zie ook: cocquyt tom, recensie: how green is your

library, in: Bibliotheek- & archiefgids, 5 (2010) p. 39.

Tips voor duurzamere bibliotheken en archieven

Duurzame ontwikkeling is ontwikke-

ling die aansluit op de behoeften van het

heden zonder het vermogen van toekom-

stige generaties om in hun eigen behoef-

ten te voorzien in gevaar te brengen,

(VN-commissie Brundtland 1987).

duurzaam (bn.) 1 geschikt, bestemd om te

duren, weinig vergankelijk, syn. bestendig,

deze stof is zeer duurzaam; een duurzame

herinnering; duurzame vereniging, zie bij

vereniging(1); een duurzame vrede, die op

hechte grondslagen rust;- zo min mogelijk

grondstoffen verbruikend; gebruik makend

van herwinbare bronnen: duurzame ener-

gie 2 lang aanhoudend, voor lange tijd, syn.

Gedurig, de vijand duurzaam het hoofd bie-

den; een duurzaam gebruik (Van Dale)

Overstroming in de bibliotheek van Trześnie, Polen.

http://www.flickr.com/photos/pulowerek/.

The Ethical Archivist

In de nasleep van 9/11 vaar-digde de federale overheid in de Verenigde Staten van Amerika een verregaande wetgeving uit inzake de toe-gang van veiligheidsdien-sten tot persoonlijke infor-matie (USA Patriot Act, 2001 en Homeland Security Act 2002). Die nieuwe wetgeving had ook zo zijn gevolgen voor de beroepspraktijk van de Amerikaanse archivarissen die extra gevoelig werden voor de deontologische aspecten van hun job. Een reeks publi-caties over de thematiek zag het daglicht. De studie van Elena Danielson, gepubliceerd door de Society of American Archivists, is voorlopig de laatste in de rij. Danielson, als archivaris verbonden aan Stanford University, geldt als

een autoriteit op het betrok-ken terrein en publiceert al sinds 1985 over de ethical dilemmas waarmee een archi-varis kan worden geconfron-teerd.

De studie van Danielson blinkt uit door haar grondigheid. De auteur maakt grotendeels haar ambitie waar om het onder-werp uitputtend en in al zijn dimensies te benaderen. Na een algemeen inleidend hoofd-stuk over de gedragscode van de archivaris bespreekt zij de ethische aspecten die samen-hangen met de diverse onder-delen van de dagelijkse archi-varissenpraktijk: verwerving, selectie, terbeschikkingstel-ling, raadpleging en toegan-kelijkheid. Zij blijft eveneens stilstaan bij een gedragscode van archivarissen inzake de bescherming van de privacy, de authenticiteit en de verval-sing van documenten, de ver-snippering, de vervreemding en de diefstal van archieven, het respect voor de mensen-rechten en de opbouw van een collectief geheugen en van een nationale identiteit. De specifieke deontologische facetten van de omgang van archivarissen met digitale archieven en internet komen ook aan bod.

Voor elk deelaspect van haar studie hanteert Danielson een wat aparte, welhaast socrati-sche methode. Als uitgangs-punt neemt zij een reeks

ethische vragen die een archi-varis zich bij een onderdeel van zijn/haar taak kan of moet stellen. Vervolgens formuleert zij een aantal algemene begin-selen en illustreert ze die aan de hand van concrete voor-beelden. Daarbij wisselt ze het zeer theoretisch-princi-piële af met het ultra prakti-sche. Naar eigen zeggen is het daarbij niet haar bedoeling om juridisch advies of pasklare antwoorden te verstrekken. Zijzelf heeft die immers ook niet altijd. Voor haar volstaat het als de archivaris bij zijn/haar omgang met archief de juiste ethische vragen stelt en de ethische aspecten van zijn/haar werk ontdekt en onder-kent. Haar betrachting is om een denkkader en denkspo-ren aan te reiken. Inhoudelijk maakt zij dat meer dan waar. Daarnaast levert zij een gebruiksvriendelijke publicatie af met een uitgebreid noten-apparaat, een ruime biblio-grafie en handige indices. Het boek kan ook als naslagwerk worden geraadpleegd, vermits het bijv. overzichten geeft van wetgeving (VS) inzake toe-gang tot persoonlijke infor-matie of van diverse ethische codes die werden ontwikkeld door nationale en internati-onale beroepsverenigingen van archivarissen en andere informatieverstrekkers. Ook de achtergronden, het ont-staan en de ontwikkeling van die gedragscodes worden geschetst.

Wegwijs in kennis

De auteur begint met een uit-voerige uiteenzetting over wat informatie en wat kennis is. Daarna volgen hoofdstuk-ken over informatiebronnen en over het zoeken in die bronnen en ten slotte heeft hij het over het verwerken van die infor-matie tot wetenschappelijke schrijfopdrachten. Doorheen het hele boek, maar vooral in de eerste hoofdstukken, blijft de auteur heel wat begrippen verklaren a.d.h.v. de Grote Van Dale en de Oxford English

Danielson schiet tekort wan-neer zij het thema probeert te verruimen met een mon-diaal perspectief. Ondanks enkele excursies met o.m. voorbeelden uit het voorma-lige Oostblok of Zuid-Afrika, blijft de focus toch eenzijdig gericht op Noord-Amerika. Bepaalde passages in haar werk zijn ook te breedvoerig, te zeer uitgesponnen, wat de leesbaarheid en de duidelijk-heid niet ten goede komt.

Het intense onderzoek naar en de discussie over ethische aspecten van de archivaris-senpraktijk in het buitenland staan in schril contrast tot de windstilte die er — enkele uitzonderingen niet te na gesproken — ter zake heerst bij Vlaamse archivarissen. Zijn die laatste misschien veeleer pragmatici die (liever) niet blijven stilstaan bij de ethi-sche zijden van hun professie? Nochtans bezitten de meeste handelingen van archivaris-sen impliciete ethische com-ponenten en keuzes. Enige reflectie daarover in milieus van Vlaamse archivarissen is meer dan wenselijk. De stu-die van Danielson kan daar-bij alvast uitgangspunt en lei-draad zijn.

Godfried Kwanten

> the ethical archivist/ elena

danielson — chicago: society of

american archivists, 2010. — 437 p.

— isbn: 1-931666-34-2 437

Dictionary. Beide zijn uiteraard goede woordenboeken, maar ook niet meer dan dat. Het zijn geenszins naslagwerken i.v.m. specifieke vakterminologie. Dat in Van Dale niet alles staat, blijkt bijv. al uit het feit dat een sinds tien jaar goed ingebur-gerd woord als “informatie-vaardig” nog steeds ontbreekt.

Dat een goed naslagwerk met vakterminologie nuttig had kunnen zijn, blijkt doorheen het hele boek. Voortdurend hamert de auteur op het nut van thesauri bij het opzoeken

in databanken, maar telkens weer valt op dat hij thesauri zondermeer gelijksteld aan bijv. subject headings. Hij legt ook nergens uit hoe een the-saurus in elkaar steekt of hoe je die dan precies gebruikt bij het zoeken. Op p. 87 lezen we nog dat hij “metadata” gelijk stelt met “bijkomende data” en op p. 42 legt hij “retrie-val” uit als “ontsluiten van documenten”, terwijl hij het op p. 108 als een synoniem voor “oogst” (“opbrengst”?) beschouwt — hoewel hij al in de inleiding duidelijk maakt

META 2011 | 2 | 41

recensies

dat hij weet dat het staat voor “het terugvinden van infor-matie” (p. 11). Tot twee keer toe (p. 42 en p. 78) legt de auteur uit dat wetenschappe-lijke bibliotheken hun collec-tie rangschikken volgens een classificatie en dat openbaren bibliotheken dat doen “vol-gens inhoud en soort”. Wordt daarmee SISO bedoeld, of ZIZO misschien? Toch ook classificaties? Ik frons ook de wenkbrauwen als ik een zinsnede lees als “De heer Garfield, grondlegger van deze databank,” enz. (p. 90, over Web of Knowledge). Voornaam vergeten — en vergeten op te zoeken? En ook volgende uitspraak ver-wondert mij: “Voor bepaalde dure databanken of program-ma’s zijn er vaak opensource-alternatieven, bijvoorbeeld in Linux.” (p. 149). Het ene heeft hier niet noodzakelijk met het andere te maken.

Naast dit alles storen de vele herhalingen in het boek nogal. De auteur benadrukt dat her-halen belangrijk is voor de stu-dent, maar daarvoor hoeft hij het zelf nog niet zo nadruk-kelijk te doen. Anderzijds is er bij sommige begrippen hele-maal geen uitleg: zo heeft hij het een tweetal keer over de Hirsch-factor, zonder de min-ste verduidelijking. Blijkbaar gaat het hier om een bijge-werkte cursustekst (tweede bachelor geneeskunde?) en een enkele keer lezen we ook dat meer details in de werk-colleges gegeven zullen wor-den. De auteur probeert het onderwerp weliswaar wat open te trekken naar andere wetenschapsgebieden dan de geneeskunde, maar dat lukt hem niet volledig.

Op het einde van het boek staat geen index, geen ver-klarende woordenlijst noch

bibliografie. Eerst dacht ik dat het een grap was, maar dit blijkt helemaal in overeen-stemming met de filosofie van de auteur dat de student die al studerend zelf moet opbou-wen. Misschien niet echt prak-tisch voor wie dit boek niet als cursustekst hoeft te gebruik-ten — maar consequent is het wel.

Het is goed dat een ervaren onderzoeker en practicus zijn ervaring te boek stelt en hij hoeft dat niet allemaal weten-schappelijk te onderbouwen; dat kun je niet ook voor alle kneepjes en trucjes van het vak. Ook is het sympathiek en verfrissend dat de auteur erin slaagt om een persoon-lijk tintje aan deze publicatie te geven: het ontwerp van het kaft door zijn zoon, hier en daar en anekdote, de poging om een eigen vakterm te lan-ceren (“magneetwoorden”)

enz. Het uitgangspunt is zeer zinvol: informatie zoeken en verwerken heeft maar zin als het leidt tot vergroten van kennis en inzicht en de auteur heeft gelijk dat hij dit bena-drukt. Voor informatiespeci-alisten is het zoeken en vin-den te vaak nogal eens het eindpunt. Toch zou het voor een eventuele herdruk van dit boek erg nuttig zijn om samen te werken met iemand die een klassieke bibliotheekscholing genoten heeft, met enkele wetenschappers die ervaring hebben in andere disciplines dan geneeskunde en ook met een editor die de hele tekst kritisch naleest.

Piet De Keyser

> wegwijs in kennis : een praktijk-

gerichte inleiding tot de informa-

tiewetenschap / rik verhaaren —

leuven : acco, 2010. — 175 p. — isbn

978-90-334-7914-4

Organiseer je informatie

Ongetwijfeld is dit momenteel het beste Nederlandstalige boek i.v.m. inhoudelijke ont-sluiting. De auteurs ervan zijn niet aan hun proefstuk toe. Ze hebben de afgelopen decen-nia veel bijgedragen op dit ter-rein. Het boek presenteert zich uitdrukkelijk als de opvolger van Woordsystemen (2e druk van 2000), wat op zijn beurt dan weer de opvolger was van het zgn. handboek en het

oefenboek trefwoorden uit de jaren tachtig van de 20e eeuw én van Thesaurusbouw (1992). Dit betekent meteen dat er grosso modo om de tien jaar een Nederlandstalig stan-daardwerk over inhoudelijke ontsluiting verschijnt. Nu we dan toch weer tien jaar verder zijn, kan het niet anders of het boek moet ook nieuwere dan de klassieke instrumenten als thesauri, trefwoordsystemen en classificaties behandelen. In de laatste hoofdstukken gaat het dan ook over o.m. tag-ging, ontologieën, RDF, SKOS en Topic Maps. Automatisch indexeren, althans van tekst, komt eveneens ter sprake. We missen hier echter een overzicht van wat het laatste decennium gepresteerd is op gebied van (automatische) beeld- en muziekindexering. De auteurs houden het bij de opmerking dat automatische indexering van beeldmateri-aal op dit ogenblik “nog onvol-doende betrouwbaar” zou zijn (p. 205). De titel van het boek is misleidend: het toont niet hoe je met die middelen bijv. je eigen informatie ordent,

maar wel hoe professionele instrumenten gebouwd zijn. Een groot stuk van het boek gaat over thesauri. In dit ver-band is het wel verwonder-lijk dat de auteurs nog steeds uitsluitend ISO 2788 (1985) als uitgangspunt nemen en bijv. niet Ansi/Niso Z39.19 (2005) of ISO 25964-1 (2010). Deze normen zouden toch een gen-uanceerder beeld geven. Ook is het jammer dat er zo stief-moederlijk gedaan wordt over trefwoordsystemen (p. 58-59), die inderdaad theoretisch zwakker onderbouwd zijn, maar des te belang rijker blij-ken in de praktijk. Denk maar aan de Library of Congress Subject Headings of de in Vlaamse openbare biblio-theken algemeen gebrui-kte VLACC-trefwoorden. Bovendien blijkt het begrip

“thesaurus” hier eens te meer zeer rekbaar, want als één van de typische voorbeelden bespreken de auteurs de Medical Subject Headings — toch, zoals de naam zelf zegt, een trefwoordensysteem en geen thesaurus. Naast thesauri nemen classificaties een goed

deel van het boek in. Toch zijn sommige uitspraken zonder-ling; op p. 107, waar analyt-isch-synthetische classificat-ies zondermeer gelijk gesteld worden aan facetclassifica -ties. Classificaties worden ook afgezet tegenover taxo-nomieën, maar hierbij hanteren de auteurs een te eng beeld van taxonomieën als zijnde uit-sluitend boomstructuren.

Er zijn over dit boek zeker kri-tische opmer kingen te maken. Niettemin blijft het een aange-name verrassing dat nog eens een Nederlandstalig boek over thesauri en classificaties ver-schijnt. Het zal ongetwijfeld als leerboek in bibliotheek-opleidingen gebruikt worden. Hopelijk hoeven we nu niet weer tien jaar te wachten op het volgende Nederlandstalige standaardwerk.

Piet De Keyser

> organiseer je informatie : aan de

slag met thesauri, taxonomieën,

tags en topics / peter becker... [et

al.] — leidschendam : biblion, 2010.

— 248 p. — isbn 978-90-6483-954-5

42 | META 2011 | 2

recensies

wij richten bibliotheken in ...

Appelweg 94 CB-3221 Holsbeek

Tel.: 016 623 340Fax: 016 620 400

[email protected]

wij richten bibliotheken in ...

Appelweg 94 CB-3221 Holsbeek

Tel.: 016 623 340Fax: 016 620 400

[email protected]

lutgarde aerts, Eerste archivaris van de Kamer van vo lksver tegen-woordigers gaat met pensioen.

Lutgarde studeert Geschie denis van

de oudheid in Leuven. Haar omgeving bestemt haar voor om les te geven in het lyceum in Genk waar ze zelf huma-niora volgde. Maar na twee jaar lesge-ven maakt Lut de overstap naar de stu-diedienst van het ACW. Ze helpt er (het nu ontmantelde) BIDCA opstarten: een samenwerkingsverband om te komen tot één bibliotheek, archief en documentatie-centrum voor alle organisaties binnen de ACW-koepel.

Haar passie voor geschiedenis en haar interesse in de Belgische politiek doen Lut uiteindelijk in het Parlement belan-den. In oktober 1998 wordt ze de eerste archivaris van de Kamer van volksverte-genwoordigers. Haar opdracht is een effi-ciënt en hedendaags documentbeheer uit te bouwen. Lut kiest ervoor om zich toe te spitsen op het belangrijke wetgevende archief. Ze wil de basisvoorwaarden reali-seren voor een goed archiefbeheer zoals goede huisvesting, vakbekwaam en gemotiveerd personeel, een goed instru-mentarium en een intern archiefoverleg-platform. Na jaren van vasthoudend aan

de weg timmeren bereikt ze dat tenslotte ook.

De archiefruimten zijn opgeknapt en uitgebreid. Binnenkort krijgt het archief van de Kamer zelfs een eigen plek in het nieuw aangekochte 'Forum'-gebouw. Het personeelskader is herzien en herin-gevuld met gemotiveerde medewerkers. Het archiefbeleid van de Kamer wordt opgevolgd door een archiefwerkgroep met de Griffier als voorzitter. Maar haar grootste realisatie is wellicht de conceptie van de AKDP-databank: archiefsoftware die in huis werd ontwikkeld en niet alleen dossiers en interne stukken kan ontslui-ten, maar ook andere collecties, zoals het kunstpatrimonium. Daarnaast bevat het systeem ook links naar andere databan-ken van de Kamer, zoals de biografische dossiers. De officiële stukken zijn in een eerste fase ingevoerd. Later zullen de andere reeksen volgen.

In het totaal werkte Lut onder vier Kamervoorzitters en drie Griffiers en maakte ze vijf verkiezingen mee. Ze kijkt met een positief gevoel op de hele peri-ode terug. Haar collega's onthouden haar als een lieve dame, die met haar gedul-dige vriendelijkheid steevast bereikte wat ze vooropgesteld had. Door die houding kon immers niemand haar iets blijven wei-geren. Volgens Lut is haar geheim dat ze bleef relativeren. Ze heeft zich nooit vereenzelvigd met haar taak en is zich

steeds blijven verwonderen over wat haar ten deel viel. De confrontatie met oor-konden en handtekeningen die het prille België van legitimiteit voorzagen deden haar beseffen hoe klein een archivaris wel is, die — in het licht van de eeuwigheid — deze stukken een tijdje goed mag bewa-ren. “Historia longa, vita brevis” is dan ook Luts lijfspreuk.

Lut, de VVBAD heeft nog een andere reden om je in de bloemetjes te zet-ten: dit jaar ben je veertig jaar lid van onze vereniging. Je hebt je ook jaren-lang mee ingezet in de sectie Archief en Hedendaags Documentbeheer. We dan-ken je daarvoor en we wensen je veel wel-verdiend plezier met je nieuwe en oude passies: de geschiedenis van de oudheid, je familie, je tuin.

“Er is een tijd om te vergaren,Er is een tijd om te bewaren,Er is een tijd om alles door te geven aan de tijd.”(Lutgarde Aerts,

afscheidskaartje, 1 februari 2011)

Hermione L'Amiral

In januari 2011 volgde Goedele hollebosch Paul Buschmann op als coördinator

van de mediatheken van Howest, de Hogeschool West-Vlaanderen. Goedele is master in de Oosterse talen en cultu-ren en volgde de opleiding documenta-tie- en bibliotheekwetenschap aan de UIA. Zij komt uit de openbare bibliotheeksec-tor en werkte o.m. in de bibliotheken van Evergem en Ukkel.

In Evergem kreeg ze de kans om de biblio-theekbeveiliging in goede banen te leiden. In Ukkel realiseerde ze als bibliothecaris de erkenning van een eerste gemeente-lijke Nederlandstalige bibliotheek.

Als nieuwe coördinator van de media-theken bij Howest neemt Goedele de algemene leiding en het beheer van vier mediatheken voor haar rekening. Na een grondige verkenningsronde zullen dit jaar al een aantal vernieuwingen doorge-voerd worden. Samen met het gedreven Howest-team wil ze op termijn de media-theken heroriënteren naar het model van een volwaardig open leercentrum, dat het onderwijs van de toekomst mee zal rea-liseren.

rechtzettinG

In META 1 sloop er een fout. Bij het arti-

kel over CEST verscheen er een ver-

keerd bijschrift. Op p. 23 moest er bij

de foto staan: Marion Kahane, copyright

Stadsarchief Antwerpen.

Personaliaberichten zijn welkom via

[email protected]

44 | META 2011 | 2

personalia

Welke boeken liggen er nu op je nacht-kastje?Op dit moment ben ik al een tijdje aan het lezen in Rubicon, het einde van de Romeinse Republiek van Tom Holland. Het gaat om non-fictie, maar zo mee-slepend geschreven dat je eerder kan spreken van literaire geschiedschrijving. De hoofdrolspelers, hun motieven, leef- en denkwereld worden heel treffend en levendig beschreven. Anderzijds blijft Tom Holland een vakman die de lezer bijvoorbeeld wijst op tekortkomingen in het bronnenmateriaal en bepaalde inter-pretaties die een andere kijk geven op het gebeuren. Dit is geschiedenis zoals ik het graag heb: spannend, meeslepend maar toch op een degelijke manier onder-bouwd.

Wat zijn je leesgewoontes?In deze fase van mijn leven is vrije tijd een zeldzaam goed. Vaak zijn dat korte,

‘gestolen’ momenten. Waar ik kan lezen, maakt me niet zoveel uit zolang het er maar rustig genoeg is: in de trein, thuis in de zetel, aan de keukentafel of zelfs op het toilet.

Wat mag er altijd in je nachtkastje blij-ven liggen?De weinige keren dat ik fictie lees, beschouw ik als unieke ervaringen. Dergelijke boeken in de buurt houden om ze te herlezen, vind ik erg moeilijk. Een uitzondering maak ik graag voor de geschiedenis van mijn thuisstad Gent: daarvan heb ik altijd één of meerdere werken binnen handbereik.

Welk boek ligt er al een tijdje op je te wachten?Congo van David Van Reybrouck staat al meer dan een half jaar in onze boekenkast te wachten. De kleine stukjes die ik er al van gelezen heb, hebben mijn leeshonger

nog aangewakkerd, maar ik zoek nog een geschikte periode waarin ik het in één ruk kan uitlezen. Met een drukke job en de zorg voor twee jonge kinderen is het echter geen sinecure om zo’n moment te vinden.

Welk boek ben je ooit begonnen maar heb je nooit uitgelezen?Moeilijke vraag, boeken die me afstoten ban ik blijkbaar snel uit mijn geheugen. Er zijn wel ‘lastige’ boeken waarbij ik het na een tijdje opgeef. Zo was er Het eiland van de vorige dag van Umberto Eco waar-van ik slechts 98 pagina’s heb gelezen. Eco is een fantastische, erudiete schrijver maar sommige van zijn werken vormen taaie lectuur. (TVH)

willy van de viJver

Willy Van de Vijver (°1969), stadsarchivaris in Mechelen, studeerde

geschiedenis en archivistiek en werkt sinds 2000 bij het stadsarchief.

Hij staat in voor de algemene leiding en het beleid van de dienst. Willy is

geboeid door o.m. film, fotografie, boeken en strips, bij voorkeur gecom-

bineerd met zijn grote passie: geschiedenis.

Foto: Jan Smets

Wenst u zelf te reageren via deze rubriek, laat

het ons dan weten. Stuur uw reacties naar

[email protected]. Gelieve steeds uw naam, adres

en telefoonnummer te vermelden. De redactie

behoudt zich het recht voor reacties in te korten.

het nachtkastJe

kdGEen dikke proficiat voor het eer ste nummer van

META.

In het interview met Eva Simon werd de website

van KdG vermeld (p.15 onderaan eerste kolom)

en hier wil ik wel graag even een kanttekening

bij maken.

Er bestaat niet zoiets als ‘de bibliotheek van

KdG’; als je deze zou opzoeken op internet dan

kwam je terecht op de website http://www.kdg.

be en dat is niet wat bedoeld wordt in het inter-

view. Wat wel bedoeld wordt is de website van

het departement gezondheidszorg http://www.

netvibes.com/mediatheekgez.

Ik vind het belangrijk dit onderscheid te maken

om volgende reden. De bibliotheken van KdG

zijn volledig ingebed in het departement waar-

onder ze ressorteren.  Werkingsmiddelen en

personeel worden departementaal gestuurd,

initiatieven worden ondersteund of beknot door

het departement.

Dat wij in het departement gezondheidszorg

de ontwikkeling van deze website waar kon-

den maken is dus zeker niet alleen de verdien-

ste van het bibliotheekpersoneel, maar  ook

van het bestuur van ons departement dat het

belang van onze bibliotheek altijd naar waarde

heeft geschat en daarom voldoende personeel

aantrok om een optimale werking te garande-

ren. Op die manier konden we ook voortrekkers

zijn in KdG; andere — niet alle — departements-

bibliotheken zijn ons later gevolgd.

U begrijpt wellicht waarom ik het toch wel spij-

tig vind dat ons departement niet vermeld werd

en zo een pluim kreeg voor haar voorbeeld-

functie in deze.

Marleen Cant, bibliothecaris Karel de Grote-

Hogeschool, Departement Gezondheidszorg

te veel ict?Eind 2008 heb ik mijn lidmaatschap van de

VVBAD opgezegd omdat er in het tijdschrift te

veel aandacht besteed werd aan ICT en te wei-

nig aan boeken. Twee jaar later krijg ik het eer-

ste nummer van jullie nieuwe tijdschrift gratis

opgestuurd en ik stel vast dat er nog meer aan-

dacht is voor ICT en nog minder voor boeken.

Daarom zal ik niet opnieuw een abonne-

ment nemen op het VVBAD-tijdschrift en niet

opnieuw lid worden van de VVBAD.

Koen Nijs

META 2011 | 2 | 45

lezersreacties

Steeds meer instellingen kiezen ervoor om hun analoge materiaal te digitaliseren. Voor bedrijven en organisaties gebeurt dit vaak in het kader van de automatisering van werkprocessen. Erfgoedinstellingen zien hierin vooral een kans om hun collectie beter te conserveren en de raadpleging ervan door het publiek te verbeteren. Digitalisering is echter meer dan louter documenten op een scanner leggen, het is een proces waarin belangrijke keuzes moeten worden gemaakt.

Zal de instelling zelf digitaliseren of wordt dit uitbesteed? Welke problemen kunnen er opduiken? Op basis van welke criteria selecteren we het materiaal dat voor digitali-sering in aanmerking komt? Hoe wordt het digitaliseren ingebed in de werkprocessen van het bedrijf of de organisatie? Ook op het vlak van de kwaliteitsvereisten moeten er beslissingen genomen worden. Het type drager, de doelstellingen van de instelling en het budget spelen hierin een belangrijke rol.

Tijdens de studiedag ‘Digitaliseren van archief’, georganiseerd door de werkgroep Automatisering van de VVBAD, zullen deze organisatorische aspecten en de kwali-teitsvereisten voor verschillende dragers besproken worden.

Digitaliseren van archief

Uitgebreid Overzichtelijk Flexibel Van globaal tot gedetailleerd Conservering- en Restauratiemodule Studiezaalmodule Bewaar beheer Inschrijvingen Meerdere zoekmogelijkheden Meertalig Internationale standaarden ISAD (G) EAD ISAAR(CPF) Unicode Integreerbaar met Adlib Bibliotheek en Adlib Museum tot één ‘crossdomain’ systeem Databasekeuze MS SQL Server, Oracle en Adlib Open System API-koppelingen Aanpasbaar aan elk soort archief.

Adlib Archief is de professionele software voor het beheer van historische, bedrijfs- en overheidsarchieven. Duurzaam, want dankzij de open architectuur blijven uw archiefstukken tot in de lengte der dagen te raadplegen. In Adlib Archief beschrijft u uw archief tot op ieder gewenst niveau. De stukken worden overzichtelijk in context getoond, zodat u gerelateerde informatie direct in beeld heeft. Bovendien bieden verschillende zoekingangen u snel en gemakkelijk toegang tot alle bronnen. Met Adlib Archief legt u het verleden vast voor de toekomst

Adlib Information Systems

(0346) 58 68 00

[email protected]

www.adlibsoft.com

Archief wordt verstand van zaken

Adlib Archief

PROGRAMMAvoormiddAg: kwAliteitsvereisten

9.30 u. Aanmelding en registratie10.00 u. R. Gillesse (Digitaal Erfgoed

Nederland), Digitaliseren van 2D-materiaal

10.40 u. E. Luyten (AV-Net K.U.Leu-ven), Digitaliseren van video

11.20 u. G. Verdonck (Memnon), Digitaliseren van audio en video

 nAmiddAg: orgAnisAtorische Aspecten

13.30 u. M. Holtman (Stadsarchief Amsterdam), Scanning -on-demand

14.10 u. MJ. Marinus en F. Boudrez (Stadsarchief Antwerpen), Digitaliseringsflows

14.50 u. I. Moris, Itinera Nova: een praktijkvoorbeeld

15.30 u. Borrel

PRAKTISCHDatum: 28 april 2011Plaats: K.U.Leuven, Justus Lipsiuszaal, Blijde-Inkomststraat 21, 3000 LeuvenPrijs: 65 euro (leden) / 100 euro (niet-leden)Inschrijven: http://www.vvbad.be/node/5843

46 | META 2011 | 2

activiteiten

activiteitenkalender

17.03.2011 Taaltraining Engels

VVBAD

18.03.2011 Literatuurlijk! Nederlands-

talige literatuur op de

drempel van de 21e eeuw

Bibliotheekschool Gent

18.03.2011 Leerstoel Boek.be: Old

Books and E-Books, Friends

or Enemies?

Boek.be, Universiteit Antwerpen

23.03.2011 Impala-dag

Universiteit Antwerpen

24.03.2011 Masterclass - De informatie-

kaart: informatie als strate-

gisch element in een organi-

satie door Jan Van Hee

Maarifa

28.04.2011 Digitaliseren van archief

VVBAD

28.04.2011 Workshop: Praktische tips

voor informatiebeheer

binnen organisaties door

Alexander Stierman

Maarifa

29.04.2011 Digitaliseren (in samenwer-

king met Expertisecentrum

David)

Bibliotheekschool Gent

21.05.2011 Studieries NVB Toronto

NVB

07.06.2011 Masterclass compententie-

management

Maarifa

Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten

Informatie Aan Zee

CALL FOR PAPERSAchter de schermen wordt

hard gewerkt aan de voorbereiding van Informatie aan Zee, het tweejaarlijkse congres over ICT en innovatie in de biblio-theek-, archief en documentatiesector. Op 26 januari werd de call for papers afgesloten. De werkgroep ontving ruim 70 voorstellen voor bijdragen, van pre-sentaties over panelgesprekken tot vol-ledige sessies. De voorstellen worden op hun kwaliteiten beoordeeld. De geselec-teerde reacties worden geclusterd. Een eerste bespreking door de werkgroep leert alvast dat er vele sterke voorstel-len ingediend werden. Het belooft dan ook een mooie editie van Informatie te worden. De werkgroep hoopt haar werk-zaamheden einde maart afgerond te heb-ben en het programma in de loop van april aan de sector te kunnen voorstellen.

BEURSInformatie zou Informatie niet zijn, als er niet ook een beurs aan verbonden was. Bij het ter perse gaan was de beursruimte bijna volgeboekt. Tussen de standhou-ders heel wat vertrouwde namen, maar ook nieuwe bedrijven maken gebruik van Informatie aan Zee om in contact te komen met de bibliotheek-, archief en documentatiesector in Vlaanderen. Onderstaande bedrijven en organisaties zullen alvast aanwezig zijn:

• Acmis, http://www.acmis.com

• Adlib, http://www.adlibsoft.nl

• Aura Software, http://www.aura.nl

• Autocheck, http://www.autochecksystems.nl

• Bibnet vzw, http://www.bibnet.be

• Burgundy Information Services,

http://www.burgundyservices.com

• Cipal, http://www.cipal.be

• EBSCO Information Services,

http://www.ebsco.com

• Ex Libris, http://www.exlibrisgroup.com

• Forrez, http://www.bidoc.be

• Grafisoft, http://www.grafisoft.be

• Infor, http://www.infor.com

• Intellident, http://www.intellident.co.uk

• Itrack, http://www.itrack.nl

• Kno-Tech productbeveiliging,

http://www.kno-tech.be

• Landmark Libraries,

http://www.landmark-libraries.com

• Libis, http://www.libis.be

• LOCUS, http://www.locusnet.be

• Maarifa, http://www.maarifa.be

• MK Sorting Systems,

http://www.mk-sorting-systems.com

• Nedap, http://www.nedap.com

• OCLC, http://www.oclc.org

• Ovid Technologies, http://www.ovid.com

• Professional Interactive Media Centre,

http://www.pimc.be

• ProQuest, http://www.proquest.com

• Sercu Microdata, http://www.sercu.com

• Standaard Boekhandel,

http://www.standaardboek.com

• Swets, http://www.swets.com

• WIVO human resources, http://www.wivo.be

Informatie aan Zee, ook dit jaar weer in het Kursaal van Oostende. Foto: Marc Engels.

RANDPROGRAMMAOok andere organisaties nemen initi-atieven in de marge van het congres. De VVBAD is altijd bereid om deze ini-tiatieven mee bekend te maken via de communicatie over Informatie aan Zee. Organisatoren kunnen hiervoor contact opnemen met het secretariaat.

> http://www. vvbad.be/informatieaanzee

META 2011 | 2 | 47

activiteiten

De openbare bibliotheek van Vancouver, CanadaFoto: Kaat Van Wonterghem

www.libis.be

COMPLETE OPLOSSINGEN VOOR COMPLEXE INFORMATIEVRAAGSTUKKEN

Samen voor innovatie in informatie. Informatieheeft vandaag duidelijk nood aan innovatie. Wij maken er graag - samen met u - werk van.Zodat onze informatieoplossingen zowel eenantwoord bieden op de vragen van vandaag als de uitdagingen van morgen.

DOC_ADV_LIBIS_META:Opmaak 1 13/01/11 09:59 Pagina 1

Deel

Deel

Voor meer informatie: Filip Trenson - Sales Manager Benelux | Tel. 32 2 727.78.01 | �[email protected]