VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

47
1 VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie verhalen in oude en nieuwe boeken. Dit is alweer de derde verzameling van 50 verhalen. Geniet ervan! Loes Modderman 2012

Transcript of VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

Page 1: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

1

VOORWOORD

Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie verhalen in oude en nieuwe boeken. Dit is alweer de derde verzameling van 50 verhalen. Geniet ervan! Loes Modderman 2012

Page 2: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

2

INHOUD

1. Alles in het bloed 2. Pysanka 3. Bezieling 4. Dorstig 5. Bid hoog! 6. Ciudad Mier 7. Medicijnbundels 8. Een gruwelijk geval van helderziendheid 9. Herinnering 10. Het ontstaan van een wonder 11. Zingen tegen het landschap 12. Chindogu 13. Het wonder van Caravaca 14. Naadi Shastra 15. Naadi - vervolg 16. Meerminnen in Japan 17. Lama 18. Yogi 19. Retablos 20. Veren 21. Kraai 22. Mislukkeling 23. Pieta 24. Out of Africa 25. Rabbi Nachman en de bomen 26. De Niggun van de rebbe 27. De Kruisheuvel 28. De Insectgod 29. Visioen op het ijs 30. Ook een methode 31. Vruchten van geloof 32. Een seance in Tibet 33. Een brief uit 1749 34. En de berg... 35. Fluit 36. Haar op je hoofd 37. De Republiek der Monniken 38. De Wang Saen Suk Hell Garden 39. Wabi Sabi 40. Wees voorzichtig met een Sadhoe 41. De Grote Grijze van Ben Macdhui 42. De heks van Wookey Hole 43. IJshotel 44. Ovoo's - de Spiritplaats 45. De kerstboom van Glastonbury 46. Het raadsel van de Moai 47. Spelen met God 48. Tunguska 49. Het labyrinth van Chartres 50. Dead Monk Walking

Page 3: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

3

1. ALLES IN HET BLOED Bron: Fortean Times 261

Ooit stilgestaan bij uw bloedgroep? Ik wed dat sommigen hem niet eens kennen, want hij komt alleen boven water als je in verwachting bent, bij operaties of voor medisch onderzoek. Het doet er ook niet toe. Alleen de resusfactor is belangrijk als je zwanger bent. Voor de rest kunnen we het goed aan de artsen overlaten om ons de juiste transfusie te geven, als dat nodig is. Maar in Japan denken ze daar heel anders over. Daar geloven velen dat je bloedgroep bepalend is voor je karakter en je sociale vaardigheden. Boeken waarin je levensweg wordt uitgestippeld aan de hand van je bloedgroep staan hoog op de hitlijsten in Japan. Het begon in 1927, met de publicatie van een wetenschappelijk artikel "De Studie van het verband tussen Temperament en Bloedgroep", door Takaji Furukawa. Natuurlijk werd het artikel meteen geannexeerd door militaire autoriteiten, die hier een onverwachte kans zagen betere soldaten uit te broeden. In de Tweede Wereldoorlog waren veel Japanse regimenten georganiseerd volgens hun bloedgroep. Na de nederlaag van Japan nam de belangstelling af, maar in de jaren '70 werd er nieuw leven in de theorie gepompt door een journalist, Masahiko Nomi, die zonder gehinderd te worden door een medische of wetenschappelijk achtergrond, 30 enorm populaire boeken schreef over het onderwerp, gekocht door miljoenen Japanners.

De journalist was zo slim om bloedgroep te koppelen aan astrologie, waardoor er veel zendtijd op televisie ging zitten in 'bloedhoroscopen'. De commercie speelde er uiteraard handig op in door een grote hoeveelheid hebbedingetjes te creëren, speciaal 'geschikt' voor een bepaalde bloedgroep, van kauwgum tot badzout en condooms. De selectie wordt toegepast in de samenstelling van sportteams en personeel wordt erop uitgekozen. Steeds als er een 'A-team' of een 'B-team' wint, wordt de waarde van de onderverdeling weer bevestigd. De onvermijdelijke schaduwkant is dat kinderen worden gepest omdat ze de verkeerde bloedgroep hebben, goede kandidaten voor een functie worden geweigerd en relaties onder druk komen te staan omdat de bloedgroepen niet accorderen. Hoe gek kun je wezen. In de 90er jaren was er een limonadefabrikant die drankjes ontwikkelde voor verschillende bloedgroepen, met de garantie dat die zouden helpen voor de daarmee verbonden negatieve eigenschappen. Nou, dat was wat. In 1993 en 1994 werden er anderhalf miljoen kratjes per jaar van verkocht. Voor elke bloedgroep was er een ander aangepast smaakje. Onderzoek in 2005 heeft uitgewezen dat 72% van de Japanners gelooft dat hun bloedgroep hun karakter bepaalt. We kunnen ons handenwringend afvragen of zo'n gekte het ook zou doen op de Nederlandse markt. Ik vrees eigenlijk van wel. Als het heerste in Amerika was het allang overgewaaid. Slaven zijn we allemaal, en het vermogen kritisch te denken is vaak ver te zoeken. Als u hem nog niet weet, zou u uw bloedgroep niet eens laten vaststellen?

Page 4: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

4

2. PYSANKA In Rusland en de Oekraïne bestaat een rijke traditie wat betreft paaseieren. In de Oekraïne heten ze pysanky, meervoud van pysanka. Met een speciale vochtbestendige verf worden eieren, vaak ganzeneieren vanwege hun groter formaat, beschilderd met prachtige volkskunst motieven. Die dateren vaak van vóór-Christelijke tijden. Men geeft elkaar die eieren cadeau, en ze staan symbool voor voorspoed en een lang leven. De schilderkunst is al eeuwen lang van generatie

op generatie overgegaan. Het schilderen zelf is een meditatieve bezigheid, die verbindt met God en met de wensen die men aan zo'n ei meegeeft. Het is dan ook geen wonder dat er in de Oekraïne een Pysanka museum is.... in de vorm van een Pysanka.► Het staat in de stad Kolomyia, en het ei is 14 meter hoog en 10 meter in doorsnee. Toeristen vanuit de hele wereld bezoeken dit unieke museum dat in 2000 werd geopend, en waar nu meer dan 6000 Pysanky worden tentoongesteld. Dat moet een prachtig gezicht zijn! Maar behalve Pysanky zijn er ook eieren uit Rusland en de rest van Europa en zelfs uit Pakistan, Sri Lanka en India. Want eieren beschilderen is iets wat in veel culturen wordt gedaan.

In 1975 werd in Vegreville, Canada, een reusachtige Pysanka als monument en kunstwerk aan de weg gezet. ◄ Ook de Canadese Pysanka maakt er aanspraak op de grootste te zijn, maar met zijn ruim 8 meter lengte en 6 m. breedte kan hij niet op tegen het museum ei. Het ei-kunstwerk is bedoeld als eerbetoon aan emigranten uit de Oekraïne die in de 19de eeuw daar in de omgeving nederzettingen stichtten. Voor de constructie en het design moesten speciale computerprogramma's worden geschreven. Paul Sembialiuk, een autoriteit op het gebied van Pysanky, ontwierp het ei in

drie kleuren: brons, zilver en goud, om daarmee voorspoed te symboliseren. Brons staat voor 'goede aarde', vanwege het land waar de voorvaderen hun thuis vonden.

Een opdracht in vier talen aan de voet van het ei zegt: "Deze Pysanka symboliseert de harmonie, vitaliteit en cultuur van de gemeenschap." Er zijn talloze (engelse) websites met prachtige foto's van Pysanky, en informatie over hoe je ze zelf kunt maken.

Page 5: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

5

3. BEZIELING Dat onbewegelijke voorwerpen bezield kunnen worden is een notie die hier in onze samenleving hooguit door Wicca aanhangers wordt onderschreven. Normale mensen halen er hun schouders over op. Maar in veel culturen is niet alleen de overtuiging dat alles bezield is heel gewoon, ook het kunnen bezielen, door de wil, is een mogelijkheid. Dingen komen tijdelijk magisch tot leven, vaak voor een bepaald doel. In het verhaal 'Mysterie van de magische pop' in WereldWonderWaar 1,23 vertelt een journaliste wat ze in dit verband meemaakte op Java. We komen daar zo op terug.

In Het Toekomstig Leven van 1905 staat een merkwaardig verhaal van H.N. de Fremery, een van de voortrekkers van Harmonia in die dagen. Hij beschrijft daarin een eigen ervaring, over een man die in staat scheen te zijn een zakdoek te laten dansen. De Fremery, een kritische toeschouwer, kon geen draden of ander bedrog ontdekken. De 'dansende zakdoek' leek een werkelijk fenomeen. In het Spiritualisme gingen vroeger voorwerpen regelmatig aan de wandel, of aan de zweef. Ook dat was het werk van geesten. Het verschil met de opzettelijke bezieling is dat zulke seance fenomenen niets met het voorwerp op zich of met bewuste actie te maken hebben. Het gebeurde gewoon. Of niet. Het was altijd afwachten. Maar als het gebeurde dan wilden de geesten van wie of wat dan ook blijkbaar laten zien dat ze er waren. Soms ' danste' de tafel, en gaf boodschappen door.

Natuurlijk had dat alles te maken met een groep mensen die met hun energie zulke fenomenen mogelijk maakte, meestal met de hulp van een medium. Persoonlijk vind ik zulke fenomenen minder interessant, mede omdat er zo verschrikkelijk veel over is geschreven, terwijl niemand, nog steeds niet, weet hoe het werkelijk zit, en wie die geesten dan wel zijn die zo nodig huisraad rond moeten laten vliegen. Interessanter vind ik zulke verhalen als hierboven genoemd: het tijdelijk tot leven brengen van een pop, of een zakdoek. Toevallig sla ik deel 2 op van 'De Javaansche Geestenwereld' van H.A. Van Hien, een bestuurder op Java in de 19de eeuw. We noemden hem al eerder in het artikeltje 'Wali Sanga' . ( WWW 1,14) Die man sprak uitstekend Maleis, en had daardoor toegang tot de Javaanse cultuur. Zijn boeken zijn onbetaalbaar, in beide betekenissen van het woord. Gelukkig zijn ze gedeeltelijk herdrukt en die heb ik in de kast. Van Hien vertelt hier over een ritueel dat het midden lijkt te houden tussen ons pendelen en de magie zoals elders beschreven. Waarschijnlijk had de 'Boeddjangga' ( sjamaan) telekinetische gaven. Van Hien schrijft: "De Djimat (bezield geachte talisman) wordt door den Boedjangga aan een natten zijden draad gebonden van ongeveer twee of drie centimeters lengte; het uiteinde van den draad houdt hij tusschen duim en voorsten vinger van de rechterhand, terwijl hij in zittende houding zijn elleboog met den arm omhoog op een tafel laat rusten. Na eenigen tijd, onderwijl de Boedjangga sterk naar den Djimat kijkt, komt de Djimat door den wil van den Boedjangga uiterst zwak in beweging; de slingeringen worden weldra grooter en eindelijk gaat de Djimat duidelijk op en neder. Door zijn wil kan de Boeddjangga den Djimat zachter doen slingeren of geheel stil houden. Deze bewegelijke Djimat bestaat. Te Kediri waren wij van zijn bestaan getuige en schreven wij de kracht tot beweging niet toe aan de Djimat, maar aan den Boedjangga en wel door diens wilskracht en macht in de oogen, waarvan hij zelf misschien niet bewust was. De Noedjangga's bezigen de Djimat's zooals zij zeggen om zich in verbinding te stellen met den geest, die verondersteld wordt in den Djimat gehuisvest te zijn." Dan beschrijft van Hien hoe er vragen aan de Djimat worden gesteld en hoe de bewegingen die de Djimat maakt als antwoorden worden geïnterpreteerd. Ook vertelt hij hoe de Djimat boven een lap wordt gehangen waarop letters staan - een variatie op het 'OUIJA bord' , en hoe dan de Djimat met zijn bewegingen letters aanwijst, die door de Boedjangga worden genoteerd en later tot woorden worden gerangschikt die als boodschappen worden doorgegeven. Ook maakt van Hien gewag van houten driehoeken die, aan een natte zijden draad opgehangen, de functie vervullen van onze wichelroede, en dat daarmee mineralen in de grond worden opgespoord. Hoe een mens wil lopen met een houten driehoek aan een zijden draad zonder dat die driehoek aan het wiebelen slaat ? Dat vertelt van Hien niet. Misschien een kwestie van veel oefenen.

Page 6: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

6

4. DORSTIG Soefi verhaal

Er was er eens een koning die dorst had. Hij herkende dat gevoel niet zo, maar zei: "mijn keel is droog." Lakeien renden weg om iets passends te vinden voor de toestand van de koning. Ze kwamen aan met smeerolie. De koning dronk ervan en zijn keel voelde niet langer droog, maar hij had het gevoel dat er iets niet klopte. De olie smaakte eigenaardig, en hij kraakte: "Mijn tong voelt vreselijk, de smaak deugt niet, het is glibberig...." Zijn dokter schreef meteen augurken en azijn voor, die de koning tot zich nam. Kort daarop kreeg hij maagpijn en waterende ogen die zijn toestand verergerden. "Het moet haast zijn dat ik dorst heb", sprak de koning met moeite, want zijn lijden had hem aan het denken gezet. "Van dorst gaan je ogen niet tranen", zeiden de lakeien tegen elkaar. Maar koningen zijn nou eenmaal geen gewone mensen, en daarom renden ze in alle richtingen om rozenwater, geurige wijnen en stroperige dranken te halen die passend waren voor een koning. De koning dronk het allemaal op, maar hij voelde zich nog steeds niet beter. Bovendien was zijn spijsvertering ontregeld. Toen kwam er een wijze man langs die zei: "de koning heeft een slok water nodig." "Geen sprake van", sprak het hele hof in koor, een koning drinkt van z'n leven geen ordinair water. "Uiteraard niet", zei de koning. "Om je de waarheid te zeggen voel ik mij behoorlijk beledigd - als koning en als patiënt. Het is onmogelijk dat zo'n gecompliceerde en steeds erger wordende kwaal als de mijne met een simpel middel zou zijn te verhelpen. Zo'n idee is in tegenspraak met de logica, een belediging van de koning en een gruwel voor de zieke. En de wijze man werd weggestuurd en ging verder als "de Idioot" door het leven.

5. BID HOOG!! Een inspirerend verhaal van Judy Mayfield in 'The Road Within' ....

Mayfield is blijkbaar helderziend; ze ziet van jongsaf wat voor anderen verborgen blijft. Op een nacht staat er een man aan haar voeteneinde. Hij beduidt haar mee te gaan. Ze volgt hem, in haar pyama. De man brengt haar naar een andere werkelijkheid. Het is een Indiaan, iemand die ze uit een ander leven schijnt te kennen, ook al herinnert ze zich dat niet. Hij moet lachen om haar bedenkingen - vroeger hoefde ze ook geen laarzen aan te trekken als ze naar buiten ging. Hijzelf is op blote voeten. Hij brengt haar in herinnering dat ze de aarde moet voelen en aanraken - de bladeren, de stenen, de bomen, de grond, en hen moet vertellen dat ze van hen houdt. Vroeger, zegt hij, praatte iedereen tegen hen. De stenen, de bomen zijn eenzaam, ze willen onze stem horen. We moeten de aarde elke dag aanraken zoals we onze geliefden aanraken. We hebben onze relaties verloren, zelfs tot elkaar. We herbergen teveel leugens, teveel geheimen. Dat zit in de weg van onze telepathie met levende dingen, en dat maakt ons eenzaam. De hele schepping is verbonden. Eén stam. We praten met

elkaar, we zeggen elkaar goeiendag. Alles is onze stamgenoot, de bomen, de vogels, de coyotes, de herten, de vissen, de mensen - we zijn één. Ego is een illusie. Weinigen van ons zijn er nog over. Je moet bidden. Bidt voor de duizenden mensen die slapen. Eens bad iedereen. Nu moeten weinigen bidden voor allen. Bid hoog. Sta op de aarde, raak haar aan, laat haar gebeden door je voeten omhoogkomen en in duizend richtingen gaan. Laat de Moeder je als een fluit bespelen. Je moet hard en groot bidden en deze wereld met licht vullen zodat als de hemel opent en de aarde opent de gebeden de barsten opvullen en de duisternis niet binnen kan. Die dingen zijn nu van het grootste belang. We zijn nog maar met weinigen. Als je hoog bidt verbindt je je met alle anderen die dat doen. Bid geen kleine gebeden. Bid geen behoeftige gebeden. Wordt wakker en zeg "Dank je voor deze nieuwe dag! Dank je voor de zon die schijnt en de regen die valt, voor het eten en voor onderdak. Dank je dat ik een nieuw doel mag hebben vandaag." Dan bid hoog voor het universum. Dat is belangrijk, iedere dag. Ga op een hoge plaats staan en laat de Moeder je bespelen als een instrument. Zo moet het zijn.

Page 7: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

7

Er is veel gebed nodig. De Ego verleider en de pratende kast ( televisie, computer?) hebben mensen overgenomen en hun ziel gestolen. Maak je hoge gebeden heel sterk! Praat niet over slechte dingen, maar bid eroverheen! Ego is geen plaats van waarheid, het is bedrog. We moeten ons herinneren en verbinden. Cirkels van licht maken. Dat is wat leven vormt, in goedheid en gebed. Dan loopt hij zijn stamgenoten tegemoet en zingt met hen een vierstemmig gezang, vreedzaam, met liefde.

6. CIUDAD MIER bron: FATE magazine

Wie Ciudad Mier googelt ziet niets dan ellende: uitgebrande en stukgeschoten huizen, soldaten met machinegeweren, dode en onthoofde mensen. Niets om een goed gevoel van te krijgen. Ciudad Mier is een plaatsje in de oostelijkste provincie van Mexico, Tamaulipas,15 km van de grens met Texas. Vanwege zijn ligging heeft het een lange en bloedige geschiedenis van wapenhandel en mensensmokkel. In 2010 woedde er de zoveelste drugsoorlog waardoor iedereen die nog niet was doodgeschoten de benen nam naar naburige plaatsen. Ciudad Mier liep praktisch leeg. Geen wereldnieuws, maar toch. Ook geen wereldnieuws is dat in datzelfde

Mexicaanse plaatsje in 1963 het Mariabeeld in de Immaculate Conception kerk begon te huilen. Op 8 oktober 1963 liep Francesco Rene Lopez op weg naar zijn koffie op het dorpsplein langs de kerk ◄, en ging er, aangetrokken door de koele schaduw, even binnen, sombrero in de hand. Gewoontegetrouw knielde hij voor het Mariabeeld dat rechts van de ingang stond, en toen hij opkeek werd hem de adem benomen: Maria had tranen op haar wangen. Lopez keek nog eens beter; de tranen drupten gestaag op de grond. Onder ieder oog vormden ze sporen van vocht. Lopez rende de kerk uit en riep zijn dorpsgenoten: "Kom kijken!!" Iemand belde de pastoor. Bedelaars die in de kerk sliepen werden wakker, en iedereen verdrong zich om het beeld. Intussen viel er een straal helder zonlicht door een bovenraam, precies op het gezicht van Maria. Padre Robles was nu gearriveerd, en hij zag samen met de anderen hoe tranen opwelden in de ogen van het beeld en langzaam naar beneden kwamen. Hij stak zijn vinger in het vocht en proefde: zoutig, net als echte tranen. Padre Robles was geen goedgelovig man. Hij zocht de omgeving van het beeld af naar condensvocht, maar de muren waren krukdroog. Ook in oktober is het nog warm in Mexico. Hij mat de temperatuur van het beeld, maar die was niet anders dan de luchttemperatuur of de andere beelden die het wel droog konden houden. Maar de pater nam het zekere voor het onzekere en klom op het dak van de kerk om te zoeken naar verborgen waterpoeltjes, hoewel het al een tijd niet geregend had. Cuidad Mier heeft een woestijnklimaat, en als er een probleem is dan is het de droogte, en niet de regen. Hij onderzocht het beeld op geheime reservoirs, maar in een houten beeld is de capilaire werking waaraan het huilen van gipsen Maria's vaak wordt geweten onmogelijk. Kortom: er was geen verklaring. Intussen bleef Maria huilen. Haar verdriet verspreidde zich als een lopend vuurtje, en vanuit de wijde omtrek kwam men het wonder aanschouwen. Maria huilde drie dagen door, en hield toen op. Nadien huilde ze nog bij vlagen. Het officiële standpunt van de Kerk was zoals altijd: afwachten. Hoe minder aandacht hoe beter. De menselijke natuur gaat op den duur alles gewoon vinden, zelfs een beeld dat huilt. Maria is zichzelf intussen weer meester. Wel waren er een paar bijzondere genezingen, maar ook die werden niet speciaal gepromoot. Ciudad Mier heeft nu wel wat anders aan z'n hoofd. Over het huilende beeld is op internet niets te vinden. Wel over bloed en menselijke tranen. Meer dan genoeg. Op de vraag waarom Maria huilde heeft ze geen antwoord gegeven. Misschien gaat ze er van uit dat we dat zelf wel kunnen bedenken.

Page 8: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

8

7. MEDICIJNBUNDELS Nu Sjamanisme erg 'in' is en de wijsheid van 'Native Americans' in boeken en cursussen onder ons aller aandacht wordt gebracht, even een praktisch verhaal waar iedereen misschien plezier van kan hebben. 'Ïndianen' zijn zo divers als Europeanen, maar er zijn tradities die door de meeste stammen werden onderschreven, gewoon omdat ze werken. Niet alleen voor hen, maar ook voor ons. Zo'n traditie is het gebruik van een kruidenbundel om de omgeving of/en je eigen aura te zuiveren. Wat zit er in zo'n bundel? Allereerst witte salie (Salvia Apiana) ▼ . We kennen allemaal de rode salvia

als tuinplant, maar het moet de witte variëteit zijn, en de wilde. Hoe minder er aan veredeld is

hoe beter. Dan is er de grijze salie (Artemisia Vulgaris), in 't Nederlands meestal Bijvoet genoemd▲ Een andere variant van de grijze salie is de Artimisia Tridentata (midden). In Engelse teksten heten deze planten allemaal 'sage'. 't Is maar dat u 't weet.

Een andere belangrijke bundelplant is een cedersoort, van de heerlijk ruikende variëteit die hier 'Levensboom' heet (Thuja). Er zijn diverse soorten Thuja's, als grote conifeer of als kamerplant te koop, maar ze groeien hard, en voor u het weet hebt u een boom in huis die door het plafond heen wil. Ik spreek uit ervaring. Maar die geur! Wrijf een takje tussen duim en wijsvinger, en geniet!

De derde is Sweetgrass (Hierochloe Odorata) ► Volgens de Indiaanse overlevering worden goede geesten door dit gras aangetrokken. Andere planten die je kunt overwegen zijn Lavendel, Citroenmelisse en Jeneverbes. Als u zo'n bundel met verschillende soorten planten, of alleen met één soort wilt maken, dan kunt u de plant op een lengte van ongeveer 20 cm bundelen en laten drogen. Heb je haast, dan kun je de oven gebruiken op de laagste stand. Wind er puur katoen omheen. Is je bundel (smudge stick) klaar, dan kun je hem aansteken voor een 'smudging ritual' , een rookritueel. Je hoeft de bundel niet in één keer op te branden, als je'm maar heel goed dooft, want planten blijven vaak smeulen zonder dat je 't in de gaten hebt.... Smudge sticks van Salie worden gebruikt voor de reiniging van de omgeving. Negatieve energie kun je zo teniet doen, in ruimtes en van voorwerpen. Ook voor je aura schijnt het wonderen te doen. Het beste kun je daarvoor een grote veer, of een waaier van veren gebruiken waarmee je de rook om je heen wappert. Gemengde sticks zijn te gebruiken als wierook. In de Native American traditie wordt vaak een Abalone-schelp gebruikt om de stick van Salie in te leggen, maar natuurlijk kun je daar ook wat anders voor nemen dat brandveilig is. Net als bij wierook kun je de brand doven op het moment dat de rook goed opstijgt. Zeg er een gebed naar keuze bij om de werking te verhogen, en herhaal het ritueel zo nu en dan.

Page 9: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

9

8. EEN GRUWELIJK GEVAL VAN HELDERZIENHEID Bron: Dr. P.A. Dietz in Parapsychologische Studiën (1936)

Dat helderziendheid niet altijd een geluk is, voor de betreffende helderziende, maar ook voor zijn omgeving, weten we allemaal, misschien zelfs wel uit eigen ervaring. Dat het helemaal mis gaat is gelukkig een zeldzaamheid. Met Jeanne D'Arc is het slecht afgelopen, maar ze is nog steeds een heldin, en het prototype van iemand die haar ster standvastig volgde. Vermoedelijk kwamen zulke 'inspiraties' als van Jeanne veel vaker voor, maar natuurlijk hebben maar enkelen de moed om hun leven voor die inspiratie te riskeren, of zelfs de bron van hun inspiratie te benoemen. Die enkelen schrijven geschiedenis. Anders is dat met een historische 'inspiratie' uit de 19de eeuw. De held van het verhaal is in vergetelheid geraakt, en dat kunnen we betreuren of toejuichen. De gebeurtenis echter verdient het om van tijd tot tijd te worden opgerakeld. Wat was nu het geval? In mei 1856, toen Zuid- Afrika nog onder de plak van de Engelsen zat, was Nongkause ◄, toen een 14-jarig meisje van de Xsosa-stam, op weg om water te halen uit een rivier bij haar nederige woning. Daar ontmoette ze enkele mannen die er anders uitzagen dan gewone mensen. Haar oom Umhlakaza ging met haar mee om de mannen te zien, en die droegen hem op ceremonies te vervullen en een os te offeren aan de geesten van de doden. Dat was heel wat, want de Kosa's waren zuinig op hun vee. Na vier dagen waren de mannen, zoals afgesproken, opnieuw bij de rivier, en ditmaal herkende oom Umhlakaza zijn overleden broer. De mannen vertelden dat zij uit het

dodenrijk gekomen waren om de Kosa's te helpen de Engelsen uit hun land te verjagen. Dat was goed nieuws. Maar ze moesten er wel wat voor doen: al hun vette vee doden en opeten, om te bewijzen dat ze de hulp graag aanvaardden. Hier had oom kunnen en moeten zeggen: bekijk het maar. Maar hij bracht de boodschap over naar Kreli, het stamhoofd, en ook die gebruikte niet zijn gezonde verstand, maar gaf opdracht de 'geesten' te gehoorzamen. Boodschappen gingen uit naar andere Zoeloestammen, en ook daar was men merkwaardig volgzaam. Het slachten begon vrijwel onmiddellijk in heel Zoeloeland. De Engelsen protesteerden, maar dat wakkerde de slachtdrift alleen maar aan. Men verwachtte binnenkort geen Engelsen meer in het land te hebben, dus wat hadden die nog te vertellen? Blijkbaar kwam het in niemand op dat het slachten van je middel van bestaan niet in direct verband staat met het uitdrijven van een gehate mogendheid. Hoe dan ook, de dode koeien stapelden zich op, want de geesten vonden het nooit genoeg. Maandenlang ging de verdwazing, die steeds verder om zich heen greep, door, en ook het enige opperhoofd met een nuchtere kijk en gezonde aarzeling ging tenslotte voor de bijl. Intussen had Umhlakaza het bevel gekregen dat geen enkel stuks vee in leven mocht blijven., en daarnaast moest al het graan vernietigd worden. Niets mocht er overblijven, maar wat een heerlijke toekomst wachtte de stammen, en welk een beloning zouden ze voor hun gehoorzaamheid ontvangen! Niet alleen de Engelsen weg, maar ook geen ziekte en ouderdom meer, en alle doden zouden herrijzen. Maar een hemel vraagt om een hel, en de straf voor de onwelwilligen zou verschrikkelijk zijn! Zo sprak de profeet Umhlakaza, en niemand sprak hem tegen. Enkelen hadden waarschijnlijk een politiekere kijk op de stand van zake, en hoopten dat de uitgehongerde menigte zich op de Engelsen zou storten. Begin 1957 was de bevolking druk in de weer met het bouwen van kraals om het vee te bergen, dat weldra uit de hemel zou neerdalen. Intussen werden anderen krankzinnig en de helft van de stammen was bezig uit te sterven, terwijl de andere helft nog doende was alles wat eetbaar was te vernietigen. De Engelsen intussen deden wat ze konden om voorraden aan te leggen om een gedeelte van de Zoeloe's te redden. Toen brak de dag van de voorspelling aan, de dag waarop de nog levende Zoeloes al hun hoop hadden gevestigd. Maar de dag ging voorbij zonder enige bovennatuurlijke inmenging, maar met honger en wanhoop. Wat hadden ze gedaan? Waren de visioenen van Umhlakaza bedrog geweest? Het grote sterven liet niet lang op zich wachten. Families gingen zitten en verroerden zich niet meer. Anderen betwistten elkaar het beetje groen dat nog over was. Ziekte en uitputting deden de rest. Velen verlieten huis en haard en trokken uitgemergeld de Engelse gebieden binnen, waar de voorraden nog enkele duizenden mensen het leven kon redden. Maar de macht van de Zoeloes was gebroken, en naar schatting waren in Brits Zoeloeland 67.000 mensen omgekomen op een bevolking van 105.000. In de gebieden die buiten het Britse territorium vielen was het aantal doden nog veel groter. De helderziendheid van het meisje Nongkause en haar oom Umhlakaza had een massahysterie veroorzaakt waardoor ook anderen dachten te zien wat zij dachten te zien, en haat tegen de Engelsen deed de rest, met een fatale afloop voor een groot en ooit machtig volk. Met helderziendheid kan men alle kanten op.

Page 10: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

10

9. HERINNERING Rabbi Yisroel ben Eliezer, beter bekend als de Baal Shem Tov, was gewend om, steeds wanneer er een calamiteit dreigde voor zijn volk, naar een geheime plaats in het bos te gaan. Daar stak hij vuur aan, en hij richtte een bepaald gebed naar de Maker van het Universum. Dan werd de catastrofe afgewend. Maar toen hij er niet meer was, en weer een ongeluk zijn volk bedreigde, ging een van zijn leerlingen naar dezelfde plek in het bos, en zei: "Maker van het Universum, ik weet niet hoe ik het vuur moet ontsteken. Maar ik kan nog wel de weg vinden, en het gebed zeggen. En dat zal genoeg moeten zijn." En dat was het. De ramp werd afgewend. Maar toen nogmaals ongeluk de mensen dreigde te overspoelen, ging er een andere leerling naar de plek in het bos. En hij zei: "Maker van het Universum, ik weet niet hoe ik het vuur moet aanmaken. En ik kan me het gebed niet herinneren. Maar ik kan wel de geheime plek vinden. Dat moet voldoende zijn!" En weer was het genoeg, en werd de ramp verijdeld. Vele jaren later, toen er weer een ramp dreigde, zat een andere leerling

treurig in zijn stoel, en hij zei: "Maker van het Universum, ik heb geen idee hoe ik het licht moet ontsteken. Ik ken het gebed niet. Ik kan me niet eens de geheime plek herinneren. Alles wat ik kan doen is het verhaal vertellen. En dat moet genoeg zijn." En het was genoeg. De ramp trof het volk niet.

10. HET ONTSTAAN VAN EEN 'WONDER' Alexandra David - Neel : Mystiek en Magie in Thibet, vert. J.H.W. Boelens 1938

Op een stormachtige dag bevond een koopman zich op weg met zijn karavaan. Een rukwind nam zijn hoed op en deed die ergens tussen het struikgewas terechtkomen. Als men op die manier zijn hoofddeksel verliest, moet men het volgens de Tibetanen niet weer oprapen, daar dat ongeluk brengt. Gehoorgevend aan dat bijgeloof, liet de koopman het dan ook liggen. Het was een slappe vilten hoed, met twee oorkleppen uit bond eraan. Toen hij daar zo enigszins platgedrukt en half verborgen in de struiken hing, was zijn vorm bijna niet meer te herkennen. Toen enige weken later tegen het vallen van de avond een andere man langs dezelfde plek kwam, meende hij daar vaag een gedaante te onderscheiden die zich in het struikgewas verborgen scheen te houden. Daar hij niet een van de moedigsten was, versnelde hij de pas en maakte zich uit de voeten. In het eerste dorp dat hij de volgende dag bereikte, vertelde hij "iets vreemds" te hebben gezien, dat zich op enige afstand van de weg in het kreupelhout verborgen had gehouden. Naarmate de tijd verstreek, kwamen er andere reizigers voorbij, die eveneens op die plaats een zonderling voorwerp, waarvan ze de eigenlijke aard niet konden vaststellen, opmerkten en dat in hetzelfde dorp vertelden. En zo merkten achtereenvolgens nog verschillende anderen het onschuldige hoofddeksel op en brachten het onder de aandacht van dorps- en streekbewoners. Intussen hadden al die tijd zon, regen en stof hun werk gedaan, het vilt van de hoed doen verschieten en de oorkleppen doen omkrullen, zodat ze uit de verte gezien wel iets weg hadden van de harige oren van een of ander dier. Het uiterlijk aanzien van de langzamerhand tot een vod geworden hoed was daar natuurlijk des te zonderlinger door geworden. Nu werden dan ook de reizigers en pelgrims die van de andere kant af het dorp binnenkwamen al gewaarschuwd dat er aan de bosrand "iets"op de loer lag dat evenmin een mens als een dier was, en dat men dus op zijn hoede moest zijn. Sommigen opperden het denkbeeld dat dit "iets" wel eens een demon kon zijn, en zo werd het tot dusver naamloze voorwerp al spoedig bevorderd tot de rang van een duivel. Daar er steeds meer mensen kwamen die de oude hoed zagen en er over spraken, duurde het niet lang meer of het hele land hield zich bezig met de in het bos verborgen "demon". Nu gebeurde het dat op zekere dag enige reizigers het vod zagen bewegen, terwijl het enige tijd later weer andere reizigers toescheen dat het zich trachtte los te maken uit de doornen waarin het verward was geraakt; tenslotte zette het enige voorbijgangers achterna, die dol van schrik de benen namen. De oude hoed was bezield geworden door de invloed van de talloze gedachten die erop geconcentreerd werden. Dit verhaal, dat naar men verzekert op waarheid berust, wordt telkens weer naverteld als een voorbeeld van de macht der gedachtenconcentratie, zelfs al geschiedt die concentratie onbewust, en al is ze niet gericht op een scherp omlijnd doel.

Page 11: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

11

11. ZINGEN TEGEN HET LANDSCHAP Hawai'i is een eilandengroep vol magie. Hoewel de westerse 'beschaving' en de missie er alles aan heeft gedaan om de ziel van deze eilandengroep om te zetten naar voor ons aanvaardbare proporties, is dat godzijdank niet gelukt. Nog altijd is er een diepgewortelde cultuur van magische verbondenheid met de eigen leefomgeving die ouder is dan we ons kunnen voorstellen. Het boek 'The Sacred Power of Huna' van anthropoloog Rima Morrell werd geschreven vanuit een jarenlang contact met Hawaiianen die de oude wegen bewandelen. Morrell vertelt een voorval dat haarzelf bewoog tot verder onderzoek. Wandelend in een ongerept stuk natuur wordt Morrell's aandacht getrokken door de grillige stenen die op de berghelling tussen het weelderige groen stonden. Een groep op een open plek lijkt een oeroude natuurtempel te zijn: een horizontale steen gesteund door enkele vertikale stenen. Ze nadert behoedzaam nadat ze eerst permissie heeft gevraagd aan de goden om verder te mogen gaan. De wind geeft haar antwoord. Als ze haar handen op de platte steen legt voelt ze zijn hitte, en een diepe vibratie. De energie van de tempel is ongelofelijk. Na 20 minuten van verwonderde contemplatie voelt ze dat ze die plek moet verlaten. Op de grond liggen bladeren, waarvan velen een bladskelet zijn: verteerd bladgroen heeft alleen de nerfstructuur overgelaten.

Zo'n blad weegt niets meer. Maar als Morrell een blad oppakt om het mee te nemen blijkt het loodzwaar te zijn; het blad hoort op die plek en wil niet meegenomen worden. Eerbiedig laat ze het liggen, en daalt af naar het strand. "Het ruisen van de wind in de takken werd als geheimzinnig fluisterende stemmen die schenen te komen van de schimmige bomen rondom, van de hemel boven, en van de zachte aarde beneden: "je bent nooit alleen, je bent nooit alleen...." Later, schrijft Morrell, ontdekte ik dat de Hawaiianen die stenen in dat stukje regenwoud op die oeroude berg beschouwen als de meest heilige tempel van het oude werelddeel Mu, of Lemuria. Die ervaring leerde me over de werkelijkheid van krachtplaatsen. "Het opende m'n geest voor de legenden van de bevolking over sprekende bomen - ik heb ze gehoord - en levende stenen - ik heb ze gevoeld, warm en pulserend. Sinds die dag heb ik nooit een reden gehad om te twijfelen aan de oude verhalen, waarvan ik de waarheid in latere jaren vaak zelf heb ondervonden." Ergens anders in het boek schrijft Morrell over de relatie tussen de mensen en het landschap: "Het land zelf is heilig. Iedere rots, steen, iedere bloem is heilig. Het Hawaiiaanse concept is gelijk aan dat van de 'Dreamtime' van de Aboriginals van Australië, waarin de mythische dimensie van het land tot leven gebracht wordt steeds als het wordt geactiveerd - door er te lopen en ervoor te zingen. Volgens de Huna - de oude spirituele traditie van Hawaii - moet je zingen tot het land als je een reis maakt, want daarmee breng je de verbinding tot stand, schep je als het ware je eigen ervaring. Iedere ontmoeting met de grond onder je voeten en het landschap om je heen is een heilig samengaan tussen je bewustzijn en een bepaalde plek. Alles is heilig, en alles vraagt om erkenning. Daarom heeft elke wind, elke groep stenen, ieder bosje een naam. Vormen van wolken hebben namen, en iedere natuurlijke markering heeft een naam. Iedere plek heeft ook zijn eigen melodie en bepaalde verbindingen met mythen en goden. En steeds wanneer zo'n naam wordt uitgesproken wordt zijn betekenis geactiveerd, en de verbinding tussen de spreker en het land gevitaliseerd." En dan wat ook zo uit onze eigen Spiritualistische traditie zou kunnen komen: "De doden worden onze 'aumakua', onze gidsen, ons Hoger Zelf. Er zijn veel verhalen over de communicatie met spirits op Hawai'i, en hoe de aumakua de levenden komen helpen wanneer ze dat nodig hebben. En de aumakua zijn niet alleen de spirits van mensen, maar ook van vogels en alle andere dieren, van engelen , goden en godinnen en de hele processie van het paradijs. Een inheemse schrijver zegt het dichterlijker: "De poorten waardoor de aumakua wereld kan worden bereikt zijn legio....en het werd gezegd dat zij die dat wolkenland en de vele hemelen binnengaan vleugels hebben en regenbogen aan hun voeten. Zij zijn geen dolende spirits maar de geliefden van de hemelen...Zij worden gezien op de vleugels van de wind waarmee zij aan de aarde ontstijgen, en de aumakua van de oceaan worden verzameld in de diep purperen zee, en allen zijn verenigd in harmonie."

Page 12: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

12

12. CHINDOGU - ONNODELOZE UITVINDINGEN

U kijkt misschien wel eens naar 'het beste idee van Nederland'. Mensen, jong en oud, die in de schuur of op zolder knutselen aan volstrekt onnodige 'verbeteringen'. Soms zijn er echt dingen bij die nuttig lijken, maar het meeste is onzinnig, en zal na het moment van glorie of afgang voor de televisie door niemand meer gezien worden. Of het ze nou om de lol of om het grote geld te doen is, slechts weinigen kunnen leven van

uitvinden. Toch is het fantastisch hoe gewone mensen buiten de box proberen te denken, en dat kunnen we alleen maar aanmoedigen. Maar in Japan doen ze 't anders. Ons beeld van Japanners beperkt zich vaak tot een bus vol toeristen die met een dikke camera op de gezwollen buik de hele trip van 'Europa in een week' probeert vast te leggen, en op elke foto staan ze zelf, of de groep, of de familie. Loop maar eens door Amsterdam op een warme zomerdag.

Maar indrukken bedriegen. Geen volk zo inventief als Japanners, met zoveel ingebouwde humor. Nou dit weer. Toevallige ontdekking op internet: Chindogu. In het leven geroepen door Kenji Kawakami, een designer met dwangmatige trekjes, bezeten van het ontwerpen van dingen die geen mens nodig heeft. Midden jaren 80 introduceerde hij Chindogu in een blad dat hij redigeerde. De Chindogu Beweging zag het licht, en telt nu 10.000 leden die zich wereldwijd bezighouden met het ontwerpen van 'Unuseless Inventions' , wat je zou kunnen vertalen als 'onnodeloze uitvindingen'. Want wat is Chindogu? Chindogu is een kunst. Het is aan regels

gebonden. Zoals: Chindogu is niet voor serieus gebruik. Chindogu mag niet alleen op papier bestaan, het moet in het echt gemaakt worden. Chindogu mag niet gepatenteerd worden en is niet bedoeld om in productie te nemen en er geld mee te verdienen. Chindogu zijn niet te koop. Chindogu mogen niet alleen vanwege de humor ontworpen worden, en ook

niet voor propaganda doeleinden. Chindogu zijn onschuldig. En: Chindogu zijn voor gebruik in het dagelijks leven. Chindogu is een succesvolle kruising tussen surrealistische kunst, 'handige' creatieve ideeën, en humoristische onbruikbaarheid. Ze zijn een antwoord op onze 'vertechnischte' maatschappij, anarchistisch en gek, tuttig en inventief, handig en onbruikbaar tegelijk. Want je kunt je baby een handig kruippakje aantrekken dat als zwabber dienstdoet, maar welke moeder zal daartoe overgaan? In het boekje dat Kenji Kawakami over Chindogu schreef , 'Unuseless Japanese Inventions - The Art of Chindogu' staan honderden voorbeelden. Op de foto's een paar om een idee te geven... en op internet nog veel meer!.

Page 13: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

13

13. HET WONDER VAN CARAVACA

In de vroege 8ste eeuw deden Arabieren en Berbers een inval op het Iberisch schiereiland, en bezetten wat nu Spanje en Portugal is. Het Christendom heroverde het gebied op barbaarse wijze bijna 800 jaar later, joeg Moren en Joden het land uit, en vervolgde, bekeerde en verbrandde alles wat ze niet beviel, in naam van de oorlogsgod Christus. Je kunt je dus met recht afvragen of Spanje niet beter in handen van de Moren had kunnen blijven, wiens beschaving op een wonderbaarlijk hoog peil stond. Christenen en Islamieten van tegenwoordig kunnen daar een puntje aan zuigen. Maar dat terzijde. Waarom de Heer toch nog altijd wonderen doet aan die merkwaardige Katholieke kerk, of de schijn wekt dat te doen weet ik niet, maar dat ze 't verdienen, nee. Hier is er weer een, want ze blijven me intrigeren. In het jaar 1231 gebeurde er een wonder in de Spaanse stad Caravaca de la Cruz, in de ruige bergen van Murcia. In die tijd was het daar nog een Moors koninkrijkje, onder Zeyt Abuzeyt, die daar de vrede bewaarde en was aangesteld om de regio te behoeden voor agressieve Christenen, waaronder we rustig ook de missionarissen kunnen rekenen, een broedsel dat de wereld weinig goeds heeft gedaan. Een zo'n Christelijke missionaris was Don Gines Perez de Cuenca. Hij werd gegrepen en voor de Moslim vorst gebracht, die hem wilde ondervragen over bepaalde rituelen, gewoon uit nieuwsgierigheid. Maar de missionaris had daar natuurlijk problemen mee, je gaat tenslotte de heilige Eucharistie niet uitleggen aan een heiden. Stel je voor. Maar omdat hij geen nette uitweg zag startte hij een verhandeling en haalde de eucharistische benodigdheden tevoorschijn. Het enige wat ontbrak was een kruis. Zonder dat kon hij niet verder. Maar zie: voor het raam verscheen een kruis, gedragen door twee engelen. Ze vlogen naar binnen en zetten het kruis op het altaar dat de priester had geïmproviseerd. Toen verdwenen ze weer. Heel gewoon. De missionaris ging verder met de mis.

Natuurlijk moet het echte wonder nog komen. Bij de consecratie zag de vorst een baby ipv brood en wijn, en hij bekeerde zich onmiddellijk en liet zich dopen. Allemaal in een moeite door. In de 15de eeuw ging de stad over in handen van de Tempeliers die er een kasteel bouwden. Dat kasteel werd op een gegeven moment belegerd door de Moren, en het drinkwater raakte op. De bronnen waren vergiftigd, maar er was nog wel wijn. Die werd gezegend met het kruis, en daarna werd de wijn gemengd met het giftige water. Natuurlijk was het water toen weer lekker fris, en de Christenen overwonnen hun vijanden. Tegenwoordig worden die historische wonderen herdacht met de zegening van het irrigatiesysteem. In 1998 werd Caravaca de la Cruz de 5de heilige stad van het Rooms Katholieke Imperium, naast Santiago de Compostella,

Santo Toribio, Rome en Jeruzalem. Het kruis wordt bewaard in de Sanctuario de la Vera Cruz. Maar zo Vera is het kruis niet, want in 1934 werd het gestolen en nooit teruggebracht. Dat was even vervelend. Wie nu Caravaca bezoekt moet het doen met een replica.

Page 14: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

14

14. NAADI SHASTRA Sinds vele jaren correspondeer ik met Suvi Singh, een Indiase bioloog die zich vooral met geitenziektes bezighoudt. Onze briefwisseling is niet altijd even helder, omdat we elkaars cultuur niet werkelijk begrijpen. Maar dat maakt het ook interessant. Suvi lijdt onder het lijden van de dieren die hij probeert te helpen, en in India zijn dat er nogal wat. Behalve het feit dat in dat land je leven zomaar kan eindigen door een slangenbeet in het donker of een ontspoorde bus, is er de bureaucratie, de corruptie en het kastensysteem dat mensen belet om te bereiken wat ze in hun mars hebben. Geen wonder dat in dit land astrologie een allesbepalende factor is. Geen beslissing zonder een astroloog te raadplegen. Suvi woont en werkt in de stad Mathura, de stad van de god Krishna - die met de fluit en de blauwe huid.

Vanmorgen kreeg ik een mail van hem: "Soms twijfel ik aan Lord Krishna en ik vraag me af of hij bestaat en werkelijk zorgt voor zijn volgelingen. Gisteren bezocht ik een astroloog. De horoscoop zegt alles. Er komen betere tijden. 26 october, 6 november en 15 december zijn belangrijke dagen. In januari 2010 zal ik de promotie krijgen, maar ik moet wel oppassen voor Jupiter. Vannacht was de positie van de maan om 3.30 niet okee, en ik had een aanrijding. Je begrijpt, mijn geloof in Lord Krishna staat op het spel. Daarom ben ik erg gespannen." Suvi is een hoogbegaafde wetenschapper. Vertaald naar onze cultuur: ik zie hier nog niet een wetenschapper naar een astroloog stappen of z'n geloof in een godheid verbinden met de werking van zijn horoscoop. Maar dit voorbeeldje uit de praktijk van India geeft wel een kijkje in de keuken van een cultuur waar een 'hobby' als astrologie een bouwwerk is dat vele eeuwen overeind is gebleven. En zo zijn we bij Naadi Shastra.

PALMBLADEN Waarschijnlijk hebt u nooit gehoord van de Naadi Palm Leaf Library in India. Tot voor kort had ik dat ook niet. Toch is het waarschijnlijk een van de meest 'mindblowing' instituten op de wereld. Voor iedereen toegankelijk. Als het je tijd is, wel te verstaan. Maar dan staat je ook wat te wachten. 'Naadi Shastra' is een oeroude methode om gegevens vast te leggen. Volgens de overlevering hadden de grootste wijzen van India, astrologen, Rishi's ( de hoogste Brahmaanse priesters), toegang tot heden, verleden en toekomst van het universum. Zeker 2000 jaar geleden - de overlevering is daar over niet eenduidig - voorzagen zij via ingewikkelde astrologische berekeningen wie er in onze tijd op aarde zou rondlopen. Hoe ongelofelijk het ook mag schijnen, zij schreven op palmbladeren (al sinds duizenden jaren het normale schrijfpapier van veel culturen) intieme informatie over

u en mij, ons verleden, onze toekomst, en onze vorige incarnaties. Daartoe creëerden zij classificaties gebaseerd op de duimafdruk, waarvan de wijzen 108 verschillende categorieën onderscheidden. Op grond van iemands linker (voor mannen) of rechter (voor vrouwen) duimafdruk wordt de bundel palmbladpapier geselecteerd, en vervolgens wordt er gezocht naar het juiste blad waarop het leven van die persoon staat geschreven. Door een proces van eliminatie wordt dat blad uiteindelijk, als men veel geluk heeft, gevonden.

Want heel veel is in de loop van de geschiedenis verloren gegaan; door de kwetsbaarheid van het materiaal, en door verpreiding en verkoop aan onbevoegden. Je zou het kunnen vergelijken met de betreurenswaardige geschiedenis van de Dode Zee Rollen, waarvan er een paar als pakpapier zijn gebruikt vóór de grote waarde ervan was ontdekt. De informatie op de palmbladen kan alleen door enkele speciaal getrainde astrologen worden gelezen en begrepen. De bladeren werden meestal geëtst in Vatta Ezhuthu, het Tamil schrift, maar ook andere talen werden gebruikt. Veel bladeren zijn beschadigd of moeilijk te lezen door ouderdom of verwaarlozing.

Page 15: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

15

GESCHIEDENIS Maar eerst even iets meer over de geschiedenis. De wijsheidscultuur van India gaat oneindig lang terug, maar wie data voor feiten en mensen wil weten loopt al heel snel vast. India had een mondelinge traditie, van goeroe op leerling, van generatie op generatie. Veel noodzaak om kennis vast te leggen was er daardoor niet. De Rishi's bewaakten de kennis, en alleen ingewijden hadden er deel aan. Dat veranderde toen rond 1000 v. Chr. de Veda's werden geschreven, en nog wat later de Upanishads, en de Epische geschriften: de Mahabharata, waar de Bhagavad Gita een deel van is. Door die boeken kwam de wijsheid van India binnen het bereik van de geletterde minderheid onder het volk. Hoewel in de wereld sinds mensenheugenis een veelheid aan beschrijfbare of behakbare materialen is gebruikt, bleken palmbladeren daartoe bijzonder geschikt. We vinden bibliotheken van palmbladboeken in heel Zuid Oost Azië. Ieder land had z'n eigen methoden van prepareren. In India werd vooral blad van de Talibotpalm gebruikt, dat soepel en glad werd gemaakt, beschermd tegen schimmel en insecten met pauwenolie, op het gewenste formaat gesneden en van gaten voorzien, zodat de bladen aan elkaar gemaakt konden worden. Stijf ingeklemd tussen houten schutbladen kreeg het boek zo de nodige duurzaamheid. Zwaar beschadigde of onleesbaar geworden boeken werden zo mogelijk op tijd overgeschreven, waardoor de precieze ouderdom van het Naadi systeem en van de teksten niet te achterhalen is. Het Naadi centrum is in Vaitheeswarankoil in de provincie Tamil Nadu, maar een deel ervan is tegenwoordig ook in Delhi te vinden.

PERSOONLIJKE GESCHIEDENIS Wat gebeurt er nu als iemand op zoek is naar 'zijn' Naadi-blad? Op tijd een afspraak maken is wel nodig, liefst weken tevoren, want er zijn maar weinig bekwame Naadi readers. Als men komt worden er eerst drie duimafdrukken gemaakt, waarop punten als referentie worden vastgesteld. Dan zoekt men de betreffende boeken. Het kan goed zijn dat die nooit gevonden worden omdat ze er gewoon niet meer zijn. Als men veel geluk heeft hoort men z'n eigen geschiedenis tot in de kleinste details voorlezen, en dat moet een wonderlijke ervaring zijn. Ook iemands toekomst staat op het blad, en wat men daarvoor moet doen. Vaak zullen eerst de smetten van een vorige incarnatie gewist moeten worden. Dat leven wordt uitvoerig uit de doeken gedaan, zodat men begrijpt waarom bepaalde dingen nu zijn zoals ze zijn. Dan volgt het 'recept' voor herstel van het Karmisch evenwicht, en dat is voor iedereen heel verschillend. Gebeden, offers, geld voor goede doelen, tot en met het voeden van zwerfkatten onderweg. Elke zonde heeft z'n prijs die zowel in het materiële als het immateriële vereffend moet worden. Omdat er duizenden gebeden vereist zijn nemen de priesters van het Naadi centrum het grootste deel daarvan voor hun rekening. Rituelen die hij thuis kan

uitvoeren worden de bezoeker voorgeschreven, en de as van verbrande offergaven wordt hem over de post toe - gestuurd, zodat hij die in z'n eigen rituelen kan betrekken. Als alles na verloop van weken of maanden is afgerond , krijgt men een koperen plaatje toe - gestuurd met symbolen en schrift: de neerslag van het hele proces.

▲ Hierboven een boek van Andrew en Angela Donovan, een echtpaar dat het allemaal zelf heeft beleefd, en de ervaring nooit meer zal vergeten. En dan het vervolg.....

Page 16: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

16

15. NAADI SHASTRA- Vervolg Hierboven schreef ik een stuk over Naadi Astrologie, die ongelofelijke bibliotheek van palmbladeren waarop een deel van de mensheid persoonlijk voorkomt, tot in de details, inclusief ouders, partner, kinderen, vorige en toekomstige incarnaties. Honderden, misschien zelfs duizenden jaren geleden wisten Naadi astrologen in India onze levens uit de sterren te vissen. Dat artikeltje staat op mijn blog, en daar werd het gelezen door Hemanth Singh uit India, die mij schreef over zijn eigen ervaring. Als moderne Indiase student is Hemanth net zo sceptisch als de meeste studenten in Nederland. De Naadi bibliotheek was hem wel bekend, maar zijn idee over elk fenomeen dat de grenzen van wetenschappelijk

denken op de proef stelt was duidelijk: onzin. Een vriend die er geweest is vertelt hem zijn positieve ervaring, en Hemanth besluit die vriend op z'n nummer te zetten, en Naadi Shastra voor eens en voor altijd naar het rijk der fabelen te bewijzen. Hoe anders kan het lopen. Hij schrijft: "Het was een groot huis, met een bord 'Naadi Centre' aan de buitenkant. Ik ging aarzelend naar binnen. Het was er druk, rijen mensen uit verschillende culturen en verschillende landen. Een afbeelding van Maratha King Serfoji, de koning die de palmbladbliotheek had geconserveerd, hing aan de wand, samen met knipsels uit kranten en tijdschriften in alle mogelijke talen. Terwijl ik een van de artikelen stond te lezen werd ik op de schouder getikt. Ga in de rij staan! riep iemand. Met tegenzin sloot ik aan in de rij die zich nu tot op straat was aangegroeid. Toen het eindelijk mijn beurt was werd ik meegenomen naar een gebedshal, waar ik onder de indruk was van de vele kasten met duizenden oude palmbladboeken. Er werd een afdruk gemaakt van mijn linker duim, en mijn voornaam en woonplaats werden genoteerd. Toen moest ik weer wachten met de rest van de menigte. Regelmatig werden er mensen omgeroepen. Na 5 uur wachten nog steeds niets. Toen werd mijn naam omgeroepen, met de mededeling dat mijn blad was gevonden. Een kennelijk religieuze astroloog met as op zijn voorhoofd wenkte me naar binnen Voor hem lag een stapel beschadigde en stokoude palmbladeren. Een van die bladeren, zei hij, was het mijne. Bladerend las hij van de een na de ander een paar gegevens. "Ben jij dat"? vroeg hij telkens. Geen van de bladen scheen op mij te slaan, en de man ging weg om een volgende stapel te pakken. Ik verloor mijn interesse, dit was duidelijk volksverlakkerij. Maar toen hoorde ik mijn vaders naam. Die naam kwam eigenlijk nooit voor, en de man spelde hem op de goeie manier. Ik was totaal verbijsterd - hoe kon mijn vaders naam op dat blad terecht zijn gekomen? De astroloog kondigde aan dat hij eindelijk mijn blad had gevonden. Mijn moeders naam, mijn leeftijd, wat ik studeerde, hoeveel broers en zussen ik had, wat het beroep van mijn ouders was, etc, etc. Het ging maar door, en ik begon m'n scepticisme gaandeweg te verliezen. Tot hij zei dat ik op een vrijdag was geboren. Dat was fout. Ik wist zeker dat het een woensdag was. Haha. Ik voelde een kleine triomf. Maar de astroloog was niet klein te krijgen; het blad kon het niet verkeerd hebben, ik was op een vrijdag geboren. Daarna spelde hij m'n toekomst uit, waar ik zou gaan werken en in wat voor baan, wanneer ik zou trouwen en met wie, hoe de rest van mijn leven zou verlopen tot aan mijn einde. Ook vorige incarnaties werden beschreven. Het was een verbijsterende ervaring. Met m'n wetenschappelijke hoofd probeerde ik een verklaring te vinden - tevergeefs. Op de terugweg was het eerste wat ik deed een SMSje sturen naar mijn vader: "Pa, ben ik op een woensdag geboren?" In de trein naar huis kwam 'bleep bleep' het antwoord: "Nee, op een vrijdag."

Page 17: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

17

16. MEERMINNEN in JAPAN Niet lang geleden stond er een bericht in de krant dat er een 'meerminnetje' was geboren:een kind waarvan de benen door een foutje in de opmaak aan elkaar waren gegroeid. Gelukkig konden van haar 'vissestaart' twee benen worden gemaakt, zoals dat hoort bij mensen.Mede door de Disney versie van het beroemde sprookje van Andersen is de oeroude min onze populaire cultuur weer binnengezwommen. Maar over de sprookjes-meermin wil ik het niet hebben.

Toevallig vond ik in het Amerikaanse tijdschrift FATE uit 2004 een interessant verhaal over meerminnen in Japan. De schrijver Michael Souza, een in Korea wonende Amerikaan, had enige malen een kleine tempel bezocht in het stadje Fukuoka, niet ver van Nagasaki. ◄ De kleine onopvallende tempel, ingeklemd tussen hoge flats, bevat een kist met botten van een meermin die, volgens het bord bij de tempelingang, in het jaar 1222 per ongeluk door vissers was gevangen en daardoor gewond was geraakt. De vissers brachten de meermin naar de tempel, toen nog een simpele schrijn, en daar was ze gestorven. Ze begroeven haar ter plekke en noemden de schrijn Ryuguji: 'tempel van de zee-god'.

Meestal is het tempeltje gesloten, maar één paar keer per jaar gaat het open en wordt de kist met enkele beenderen ◄ tentoongesteld. Bij die gelegenheden stromen de mensen toe; Japanners, geen buitenlandse toeristen. De wanden van de tempel zijn dan versierd met tekeningen van kinderen, maar ook originele kunstwerken van hoge ouderdom waarop de Japanse zeemeermin staat afgebeeld. ▼ Bij een volgend bezoek kwam de schrijver opnieuw bij de tempel terecht, geïntrigeerd door het bijzondere karakter van het onop- vallende gebouwtje. Deze keer was de tempel gesloten, maar Souza raakte in gesprek met een oude man die zich voorstelde als Saburo Nakamura.

Enigszins verbijsterd luisterde Souza naar het verhaal van de bejaarde Japanner, die hem vertelde dat hij zelf, toen hij als jongeman in de wate- ren tussen Japan en Korea op een vissersboot voer, verschillende malen meerminnen had gezien. "Kan het niet een vreemde vis zijn geweest?" vroeg Souza. Nakamara was beledigd. "Als jij een hond en een konijn ziet op 10 meter afstand, ken je die dan niet uit elkaar?" Jaren geleden was Fukuoka een klein vissersdorp waar de mensen van jongs af vertrouwd waren met alle soorten leven die in de zee voorkwamen. De oude man vertelde dat de meerminnen niet het uiterlijk hadden van de Westerse variant: half vrouw half vis. Ze waren, zei hij, niet veel langer dan een meter, en hun gezicht leek meer

op dat van een schaap dan van een mens. Het enige wat hen op mensen deed lijken waren hun volledig ontwikkelde armen en handen. Volgens Nakamura waren ze haarloos, en maakten ze fluitende geluiden, als vogels. Er was geen sprake van een staart of vinnen, maar van twee 'benen'. Daar konden ze niet op staan, en bij het zwemmen hielden ze die tegen elkaar aangeklemd zodat het op een staart leek. De wezens waren rossig van kleur. "Worden er nog steeds meerminnen gezien?", vroeg Souza. "Jawel", zei Nakamura, "maar ze blijven tegenwoordig uit de buurt van grote boten. Die maken teveel lawaai en ze stinken. Maar in de omgeving van de kleine eilanden tussen Japan en Korea worden ze door vissers soms nog waargenomen."

Toen Souza en Nakamura uit elkaar gingen had de Amerikaan heel wat om over na te denken.

Japan, met z'n honderden eilanden en vertrouwdheid met de zee, kent een rijke meermin-traditie in legenden en volksverhalen. In de 18de en 19de eeuw werden in Edo (nu Tokyo) 'sideshows' gehouden, een soort kermis met acrobaten, dieren en attracties van levende, liefst afwijkende wezens en een hoop bedrog. Daar ontbrak ook nooit de meermin. Die shows waren immens populair, net als die in Amerika. Meerminnen werden gefabriceerd, in de regel van vissen in combinatie met een apelijf en kop. De beroemdste zo tentoongestelde 'meermin' was de FeeJee Mermaid, die een deel was van de show van Barnum en Bailey, en in 1810 door een Japanse visser was gefabriceerd. Er zijn nog enkele mummies die in Japanse tempels worden bewaard. Dat de kunst van het maken van meerminnen oud is bewijst deze mummie van 1.70 lang, die 1400 jaar geleden werd gemaakt, en nu in een Shintoklooster rust aan de voet van Mt. Fuji.

Page 18: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

18

17. LAMA

In het Tibetaanse Boeddhisme wordt de incarnatie van een gestorven leider

gezocht door een aantal monniken die daarvoor desnoods de hele wereld over gaan. Zo wordt de volgende Dalai Lama en de Panchen Lama gekozen uit

enkele mogelijke kinderkandidaten. Een bijzonder proces, maar wel een die een kind al vroeg bij zijn familie weghaalt om hem klaar te stomen voor een ongewoon leven. Zo ook in het volgende actuele geval: Osel Hita Torres werd in 1985 geboren als de 4de zoon van een Spaanse familie, aanhangers van Lama Yeshe, de stichter van de FPMT, de Foundation for the Preservation of the Mahayana Tradition. Nauwelijks een jaar oud werd hij door monniken herkend als mogelijke kandidaat en gekozen uit 9 andere kinderen De Dalai Lama bevestigde in 1986 zijn status als volgende incarnatie van Lama Yeshe. Vanaf dat moment was de jongen 'Lama Tenzin Osel Rimpoche' , en een jongen voor wie een normaal leven er niet meer inzat.

Maar Osel kwam terug. Zelf zegt hij: "Sommige mensen denken dat ik, omdat ik Lama Yeshe's incarnatie ben, ook precies zo ben als Lama Yeshe. Maar dat is niet waar. De wereld verandert, en het Tibetaanse Boeddhisme verandert." Osel ziet zichzelf nog steeds als iemand met een opdracht, maar een heel andere; hij is teruggegaan naar Spanje en heeft daar een opleiding aan de filmacademie met succes afgerond. Hoewel hij geen afstand neemt van zijn Tibetaanse achtergrond en alles wat hij daardoor geleerd heeft, voelt hij het nu als zijn opdracht de wereld met moderne middelen een stukje beter te maken. Meer over Osel: http://www.fpmt.org/Teachers/Osel/

18. YOGI Redding in nood, hemelse of bovennatuurlijke interventie, gebedsverhoring, zich bewegen alsof er geen afstanden en geen tijd bestaat, gezien worden en verdwijnen, die elementen vinden we overal. Blijkbaar horen ze in het ervaringspakket van de mensheid. In "The Theosophist" van 1881 staat een verhaal dat in de New Age cultuur onherroepelijk als een engelen- verhaal zou worden gezien, maar in India heeft men een andere interpretatie. Dat maakt zulke wonderverhalen des te interessanter; de gebeurtenissen komen overeen maar de culturen verschillen. Het duiden van wonderverhalen is sterk cultuurgebonden. Dat kan niet anders, mensen hebben alleen hun eigen gereedschap om te begrijpen wat ze is overkomen. Maar die beeldtaal zegt niets over de werkelijke ultieme en juiste verklaring. Die laatste 'zekerheid' ontgaat ons. Iedere wonderlijke gebeurtenis is open voor interpretatie. Dat is mooi, of irritant, het is maar hoe je 't bekijkt. Misschien moeten we niet alles willen verklaren, voor je 't weet is het wonder dood. Het betreffende verhaal gaat over een pelgrim die in het gezelschap van een stuk of 10 andere pelgrims een lange route aflegt langs heilige plaatsen in India. De man is niet erg fit door de vermoeienissen en op een gegeven moment blijft hij achter, en wordt hij gescheiden van zijn tochtgenoten. Op goed geluk vervolgt hij zijn weg door ruig terrein, en staat opeens oog in oog met een kudde wilde runderen. Dat is niet niks, die dieren kunnen agressief uit de hoek komen. Dus begint de pelgrim te rennen om aan de dieren te ontkomen, en gelukkig vindt hij een schuilplaats in een grot. Maar een stier weet hem te vinden, en als hij zich dieper terug wil trekken ziet hij een grote schorpioen vanaf de gesteenten boven zijn hoofd op hem afkomen. Paniek. Gelukkig richt de schorpioen zijn aandacht op de stier, en steekt die dood. Dan verdwijnt hij weer in de duisternis. Onze pelgrim zucht opgelucht, besluit de nacht in de grot door te brengen, maar dan is er een tijger die hem in een hoek drijft. De man begrijpt dat er blijkbaar aan gevaren niet te ontkomen valt, en hij verzoent zich met zijn lot. Tot op zekere hoogte, want even later breekt hij op de knieën en doet een hartgrondig schietgebed. Als hij zijn ogen opent staat er een Yogi voor hem met een koninklijk uiterlijk, die hem in Hindoestani toespreekt: "Wie ben je en wat doe je hier? Kom, doe wat ik zeg en sluit je ogen...". Zonder aarzeling gehoorzaamt de pelgrim. . De Yogi lijkt hem bij de schouders vast te hebben. Als de man zijn ogen opent staat hij tussen zijn verloren reisgenoten. De Yogi is, natuurlijk, verdwenen.

Page 19: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

19

19. RETABLOS Als we in onze oude kerken kijken dan zien we een overvloed aan visuele informatie die de gelovigen moesten helpen verhalen te memoreren en zich omgeven te voelen door het heilige. Rijk beschilderde plafonds, gebrandschilderde ramen en beelden aan pilaren en in zijaltaren dienen allen hetzelfde doel: geloof zichtbaar te maken. Mensen die in het verleden vaak niet konden lezen, deelden op die manier toch hun dagelijkse portie traditie. Net zoals voor de ouderen onder ons de schaarse plaatjes in een kinderboek onuitwisbare indruk maakten, zo waren de voorstellingen in de kerk een kapstok voor de fantasie: Zó zagen Jezus en Maria eruit, en zó de heilige Antonius. Bezoek

aan een andere kerk was alsof men thuis kwam: de ruimte veranderde maar de iconografie was in de grond gelijk. Dat principe is in andere religies hetzelfde. Maar in Zuid Amerika, met name in het Katholieke Mexico, ontwikkelde zich een soort volkskunst die de klassieke voorstellingen waaraan wij gewend zijn nog dichter bij huis brachten. Enigszins vergelijkbaar met ikonen in de Russisch orthodoxe tradities is er in Mexico de traditie van de retablo, een op hout of tin geschilderde afbeelding van Maria of een heilige, waarvan er nogal wat zijn. Zij worden gebruikt op huisaltaren, en zijn een typische uiting van religieuze volkskunst. De vele 'retablero's' die niets anders doen dan die afbeeldingen schilderen, de een wat beter dan de ander, vinden gretig aftrek voor hun werk, want ieder gezin heeft zijn geliefde heilige en men kan in Mexico niet zonder een beeld dat het voorwerp van verering concreet maakt. Retablos worden met olieverf geschilderd op tin, hout of koper. Net als bij ikonen worden sommige heiligen op ongeveer dezelfde manier afgebeeld, in typerende houdingen en entourage. Maar een interessantere vorm van de retablo is de ex-voto retablo, die bedoeld is om dank te zeggen voor een gebeurtenis van intieme aard: een genezing, een veilige reis, een miraculeuze terugkeer of redding ▼ of een ander huiselijk wonder.

De termen 'milagro', retablo, 'ex-voto' en 'lamina' worden door elkaar gebruikt en niet altijd duidelijk omschreven. De Mexicaan laat zijn hart spreken. Volkskunstenaars, de een meer bedreven dan de ander zoekt zich een weg tussen de

roomse traditie en inheemse voorstelling, en het blijkt dat die twee naadloos samengaan. Hieronder sprekende voorbeelden.

Page 20: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

20

Page 21: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

21

20. VEREN In een boek over healing bij de Navajo Indianen vind ik een ervaring van een sjamaan in opleiding over haar leraar, die 'He Who Walks Away' heet. De Navajo's leven in de woestijn van 'The Four Corners', een gebied dat zich uitstrekt over een deel van de staten Utah, Clorado, New Mexico en Arizona. "Op een dag zei hij dat we zouden gaan jagen op arenden op de top van een bepaalde heuvel. Toen we daar aankwamen zei hij dat ik zo stil moest staan als een boomstronk. Dat probeerde ik, maar het was moeilijk. He Who Walks Away stond daar, met zijn armen uitgestrekt in de lucht, en zong. Niet lang daarna verscheen er een arend in de lucht . Hij vloog omlaag en streek neer op de arm van He Who Walks Away, die al zingend een paar veren uit de arend trok. Vier veren nam hij, en nog wat kleine om in zijn gordel te dragen. Toen maakte hij een gebaar, en de arend vloog weg. We keken hoe de vogel

rondcirkelde, hoger en hoger, tot hij niet meer te zien was. He Who Walks Away leerde me over de Weg van de Arend. Veren van een levende arend zijn veel krachtiger dan die van een gevangen of geschoten arend. De arend is een levende lijn naar de Schepper. Als we een arendveer gebruiken en fluiten, dan wordt de lijn tussen de Schepper en jou gevormd, als een draad. Je kunt hem niet zien, hij is onzichtbaar, maar vertrouw erop dat hij er is."

21. KRAAI Tijdens een lezing vertelde Dick de Soeten, een Nederlander die al jaren als kind aan huis is bij de Hopi van Noord Amerika en daar enkele boeken over heeft geschreven, het volgende opmerkelijke verhaal: Op een dag maakte de Soeten een wandeling met een bevriende Indiaan en op een goed moment zaten ze samen op een hoge plek zwijgend van het uitzicht te genieten. Boven hen cirkelde een kraai. De Indiaan keek omhoog en de kraai kwam naar beneden, streek neer op een steen en kraste een paar maal. De Indiaan knikte, en de vogel vloog weg. "We moeten naar huis", zei de man tegen van Soeten, "de kraai vertelde dat die en die hulp nodig heeft." De Soeten volgde hem naar het huis van een vriend, die hen tegemoet kwam met "Ah, ben je daar. De kraai heeft mijn boodschap dus overgebracht. " De gewoonste zaak van de wereld: dieren die spreken en worden verstaan, begrijpen en boodschappen overbrengen. Sprookjes gebeuren echt - bij Indianen.

22. MISLUKKELING

De Soefi heilige Shams al-Din Tabrizi (...- 1248), de mentor en 'zon' van Mevlana Rumi, zei het volgende over zichzelf: Ik ben sinds m'n kindertijd een mislukkeling geweest. Niemand scheen me te begrijpen. Mijn eigen vader zei tegen me: "Je bent niet gek genoeg om in een gekkenhuis op te sluiten, en niet eenzelvig genoeg om in een klooster in te treden. Ik weet niet wat ik met je aanmoet." Ik antwoordde: "Het ei van een eend was eens onder een hen gelegd. Toen het ei uitkwam wandelde het kuiken mee met de andere kuikens, tot het bij een meertje kwam. Het eendenkuiken liep gelijk het water in. De hen bleef kakelend aan de kant staan. Nu, beste vader, ben ik in de oceaan gewandeld en heb die mee naar huis genomen. Je kunt me nauwelijks kwalijk nemen dat ik niet net als jij aan de waterkant ben blijven staan.

Page 22: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

22

23. PIETA Wie in de St Pieter in Rome is geweest heeft haar gezien: Michelangelo's meesterlijke beeldhouwwerk: de Pieta. 'Pieta' is een woord voor een afbeelding van Maria met een dode Jezus, net als 'Madonna' een woord is voor een Maria met (meestal, maar niet altijd) een levend (kind) Jezus. Michelangelo's Pieta werd voltooid in 1498. Vóór 1972 stond ze in de kathedraal waar iedereen haar vrij en van dichtbij kon bewonderen. Maar op 21 mei 1972 was er een getikte Hongaarse geoloog die haar met een hamer te lijf ging, onder de ongetwijfeld warme belangstelling van de aanwezige toeristen. Zijn naam was Laszlo Toth, en terwijl hij zijn destructie verrichte riep hij dat hij Jezus was, die verrezen was uit de doden. Nou denk ik persoonlijk niet dat Jezus zijn moeder met een hamer zou

hebben bewerkt, maar deze 33-jarige gek dacht daar blijkbaar anders over. De schade was enorm. Maria's neus landde tussen het publiek, haar arm werd gesepareerd en de brokken marmer vlogen alle kanten op. De meeste toeristen gaven hun trofeeën terug, maar Maria's neus moet nog ergens op iemands schoorsteenmantel staan. Het duurde twee jaar voor het unieke beeld in de oude staat was hersteld. De neus werd gehakt uit de achterkant van de Pieta, want alle marmer is anders, en een andere neus is geen gezicht. Sindsdien is de Pieta omgeven door kogelvrij glas, want je weet maar nooit wie het nog eens wil proberen. Waarom dit verhaal? Omdat ik de mij tot nu toe totaal onbekende hamerzwaaier toevallig tegenkwam in 'Notes and Queries' , een vraag en antwoord rubriek op internet. Daar vraagt iemand zich af wat er van de man is geworden. En er komen heel verschillende antwoorden die onmogelijk allemaal tegelijk waar kunnen zijn. Volgens de een heeft hij een galerie geopend in Australië, waar hij op het moment van de aanslag woonde. Volgens een ander zit hij z'n tijd uit in een verpleeghuis, na een hersenbloeding. Zeker is dat hij enige tijd in Italië een sensatie was. Na een paar maanden in de gevangenis werd hij naar Australië teruggestuurd, waar hij verder niet vervolgd werd. Maar wat bracht de man tot zijn daad? Iemand die er meer van schijnt te weten geeft de volgende verklaring: De reden waarom Toth naar Rome ging was om in een audiëntie met de Paus te eisen dat die nou eindelijk eens bekend zou maken wat het derde geheim van Fatima was. Want paus Paulus VI weigerde dat te doen na 1960, zoals de bedoeling was van Maria, of whatever er aan de kinderen van Fatima was verschenen. De paus verbood Lucia, de enige van de drie kinderen die nog in leven was, te spreken. In 2000 werd het 'derde geheim' bekend gemaakt, maar er is gerede twijfel of dat wel het echte geheim is, of een fabricage.

Laszlo Toth werd, ook na herhaalde aanvragen, zijn gesprekje met de paus geweigerd. Toth plaatste drie advertenties in Romeinse kranten, waarin hij sprak over Áliens die hij in de Australische woestijn had ontmoet, en die hem hadden opgedragen met de paus te gaan praten. Waar bemoeien Aliens zich mee, zou je denken. Toen niemand geïnteresseerd bleek in Toths buitenaardse boodschap, stond hem geen andere optie open dan de Pieta, als symbool van de kerk, te attaqueren. Hoe dan ook, volgens de briefschrijver werd de vandaal psychiatrisch getest en ontving hij 12 elektroshocks. Hij bleek buitengewoon intelligent te wezen. Of hij dat na die behandeling nog was, is de vraag. In ieder geval verdween hij in de obscuriteit. In Australië heeft men geen Pieta's.

Page 23: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

23

24. OUT OF AFRICA Af en toe stuit ik op een boek dat zo ongelofelijk goed is dat ik het aan iedereen zou willen laten lezen. Helaas is het niet in het Nederlands vertaald. 'Of Water and the Spirit' is geschreven door Malidoma Patrice Somé (1956 - ), een Afrikaan van de Dagara stam uit Burkina Faso, en beschrijft zijn jeugd en inwijding in de esoterische kennis van zijn cultuur. Malidoma, wiens naam 'hij die twee werelden bij elkaar brengt' betekent, wordt tot zijn vierde jaar voornamelijk opgevoed door zijn grootvader, de belangrijkste medicijnman van de grote familie. Al voor zijn geboorte ligt zijn levensbestemming vast in dit in reïncarnatie gelovende volk: hij zal jong naar de wereld van de blanken gaan. Als zijn grootvader overlijdt is Malidoma nog een kleuter. Een Jezuïet-priester maakt gebruik van de afwezigheid van de ouders om het jongetje te ontvoeren. 15 jaar lang zal hij ze niet meer terugzien. Zijn leven op kostschool en op het seminarie is een hel van seksueel misbruik, totale indoctrinatie met Westerse waarden en zware geestelijke en lichamelijke mishandeling; een cultuurschok van de ergste soort. De eigen taal spreken wordt bestraft met zweepslagen, en de hele wereldgeschiedenis komt aan bod, behalve die van Afrika. Malidoma zegt ergens dat het geen wonder is dat Afrikaanse leiders onwijze en gewelddadige heersers zijn: ze hebben bijna allemaal een 'voorbeeldige'

opvoeding bij de missie gehad. Als hij 20 is gooit Malidoma bij een handgemeen een priester door het raam van het klaslokaal. Hij vlucht, in grote verwarring, geplaagd door zijn geweten, in conflict met God en hangend tussen twee culturen waarvan hij zich de Afrikaanse nauwelijks herinnert. De weg naar zijn dorp weet hij lopend terug te vinden. In het dorp wacht hem een gemengd welkom. Zijn eigen taal is hij vergeten; hij spreekt alleen nog Frans, dat door zijn stamgenoten niet wordt begrepen. Zijn blanke opleiding heeft in de familie geen enkele waarde, en de waarden en kennis van zijn stam heeft hij niet meegekregen. Hij is als een baby, maar wel een die de dreiging van de gehate blanke priesters belichaamt. De stamoudsten zijn verdeeld: sommigen zien in de terugkeer van de joingen een gunstig teken, anderen willen hem weg hebben. Malidoma, totaal ontredderd en ontworteld, leert met moeite opnieuw de taal, en tracht zich aan te passen. Inwijding van de jongens gebeurt als ze dertien zijn. Malidoma is twintig, maar wil de inwijding alsnog ondergaan. Samen met veertig anderen zondert hij zich zes weken af in de wildernis voor een serie rituelen en belevenissen die hem onvoorbereid in andere dimensies en astrale werelden laat terechtkomen, waar hij natuurgeesten, voorouders, sprekende dieren, onbeschrijfelijke wezens en shape-shifters ontmoet. Niets is wat het lijkt. Veel van zijn ervaringen doen denken aan die van spiritistische seances en materialisaties, maar ook aan de beschrijvingen van het 'Bardo' in het Tibetaanse dodenboek. De grens tussen dood en leven vervaagt, en hij krijgt nieuwe ogen en een nieuwe kijk op een flexibele werkelijkheid. Iedere jongen beleeft zijn eigen avonturen, er is geen garantie en de dorpsoudsten kunnen hen nauwelijks voorbereiden op wat ze te wachten staat. De inwijding is niet ongevaarlijk: vier jongens keren niet meer terug naar hun dorp, één blijft voor altijd achter in een andere dimensie. Tegen ieders verwachting overleeft Malidoma de beproevingen. Hij is nu werkelijk een volwaardig lid van de stam. Maar zijn geluk is van korte duur. De stamoudsten besluiten dat hij opnieuw naar de blanke wereld moet, omdat niemand beter dan hij is toegerust om begrip voor de zwarte cultuur te kweken. Het boek eindigt met die beslissing. Malidoma kan zijn lotsbestemming niet ontlopen. Intussen heeft Somé graden van de Sorbonne en een Amerikaanse universiteit. Hij schreef nog twee andere boeken over o.a. het belang van rituelen in onze westerse samenleving, en hij zet zich in voor het behoud van de oorspronkelijke Afrikaans culturele rijkdom, in woord en geschrift. http://www.malidoma.com/cms/ Wat mij het meest heeft geraakt in dit boek is de misdadige arrogantie van machtbeluste missionarissen die in de 60er jaren nog kinderen ontvoerden (nu ook nog?) zodat ze tijdbommen worden bij terugkeer in de familie; vertegenwoordigers van een 'christendom' dat erop uit is om tweespalt te zaaien en zo de cultuur van een vreedzaam en goed georganiseerd volk met succes te ondermijnen, in naam van een witte God. Een ander aspect van het boek is de rijkdom van deze cultuur die over kennis van de natuur en van andere werelden beschikt die alle wetten van de natuurkunde op de kop zetten, maar die voor de Dagara een dagelijkse manier van leven is, even natuurlijk als ademhalen. Je kunt je afvragen wie de 'wilden' zijn, en wat 'ontwikkeling' is. Malidoma's beschrijvingen van zowel de zwarte als de witte wereld zijn een avontuur om te lezen. Een boek dat onder je huid gaat zitten.

Page 24: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

24

25. RABBI NACHMAN EN DE BOMEN (naar Howard Schwartz in Gabriël's Palace)

Rabbi Nachman van Breslov (1772-1810), achterkleinzoon van de Baal Shem Tov, de oprichter van het Chassidisme, was een Chassidische rebbe wiens naam verbonden is met mystiek en liefde voor alles wat leeft. Je zou hem een 'millieu rebbe' kunnen noemen. Voor veel mensen is Nachman een lichtend voorbeeld. Voor zichzelf was hij waarschijnlijk een kwelling. Hij is zeker een van de meest markante en sympathieke rebbes die het Chassidisme heeft gekend. Liefde en respect voor alle vormen van bestaan kenmerken zijn leer en zijn levenswandel. Zijn mystieke sprookjes, aan de hand waarvan hij zijn leerlingen onderwees, werden zorgvuldig opgetekend door zijn leerling Nathan en doen nog steeds de ronde. Ze zijn talloze malen in boekvorm uitgegeven en bekommentarieerd. Hier een anecdote: Rabbi Nachman reisde met een koets naar een volgende plaats waar hij werd verwacht, maar toen het donker begon te worden besloot hij in een herberg te overnachten. In zijn slaap begon de rabbi zo te schreeuwen dat de hele herberg wakker werd en iedereen aan kwam rennen om te zien wat er aan de hand was. Eenmaal goed wakker was het eerste wat de rabbi deed een boek pakken

dat hij bij zich had. Willekeurig sloeg hij het open, en hij las: "een boom kappen voor z'n tijd is als het doden van een ziel." Toen vroeg rabbi Nachman de waard of de muren van de herberg waren opgetrokken uit jonge bomen die voor hun tijd waren geveld. Dat beaamde de waard, maar hoe kon de rabbi dat weten? Rabbi Nachman zei: "De hele nacht heb ik gedroomd dat ik door lichamen werd omgeven van hen die vermoord zijn. Ik was heel bang. Nu weet ik dat het de zielen waren van de bomen die mij riepen."

26. DE NIGGUN VAN DE REBBE Simcha Raz vert. uit: 'This World and the World to Come'

Dit is het verhaal dat Rabbi Naftali graag vertelde. Op een keer organiseerde Rabbi Mosje Leib een huwelijk tussen twee jonge wezen. Op het moment dat de baldakijn boven het hoofd van bruid en bruidegom was opgericht, straalde het gezicht van de rebbe, want hij voelde zich ouder van allebei. Na de Kiddoesj danste Rabbi Mosje Leib met sublieme energie op de klezmermuziek. Plotseling echter scheen de schoonheid van een bepaalde melodie hem zozeer te treffen dat hij stil stond en vanuit z'n hart sprak: 'moge deze melodie mij vergezellen op de dag dat ik naar de plaats ga waar we allemaal terechtkomen, de dag waarop ik word uitgezocht om naar de hemelse verblijfplaats te gaan.' Vele jaren gingen voorbij. Op de vierde dag van de Hebreeuwse maand Sjevat in het jaar 5567 van de Schepping, gebeurde het dat een groep bruiloftsgangers samen met een klezmer band naar de stad Brodie reisden. Onderweg werden ze door een hevige sneeuwstorm getroffen en de paarden werden ongezeggelijk. De wagen raakte van de weg, en de groep maakte een wilde rit tegen hellingen op en door valleien heen. De koetsier was machteloos, hij kon de paarden niet in toom houden om ze terug te laten keren naar de gebaande weg. Wat is er met ze aan de hand, vroeg hij zich af. De paarden waren anders altijd gehoorzaam. Was er sprake van een kwade inmenging? Hij suste de paarden, eerst met vriendelijkheid en toen met vloeken en dreigementen en met de zweep. Wat ook de oorzaak was, de hectische rit kwam tot een eind en met rustige pas keerden de paarden terug naar de weg. Maar daar kozen ze hun eigen richting. Tenslotte naderde het gezelschap een begraafplaats waar een grote begrafenis aan de gang was. De passagiers vroegen "waar zijn we, en wie is de overledene?" " Tzaddik Rabbi Mosje Leib heeft ons verlaten voor de andere wereld!" riepen de mensen. Toen dacht een oudere muzikant in het gezelschap aan het verzoek van rabbi Mosje Leib, zoveel jaren geleden. Want het was dezelfde klezmer band die destijds op de bruiloft van de twee wezen hadden gemusiceerd, en vreugde hadden gebracht aan de bruid en bruidegom bij hun huwelijk. En hij vertelde zijn herinnering aan de jongere muzikanten, en hoe die melodie de rabbi zó in vervoering had gebracht dat hij had uitgeroepen: "deze melodie moet gespeeld worden op de dag dat ik dit leven verlaat!" Toen zei de oude klezmer tegen zijn vrienden, "kom! stem je viool en pak de trommel en je fluit, en laten we de melodie spelen waar de rebbe zo van hield!"

Page 25: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

25

27. DE KRUISHEUVEL

In het noorden van Litouwen ligt een heuvel met meer dan 100.000 kruisen: Kryziu Kalnas. Hoe het gebruik om kruisen op de heuvel, het voormalige Domantai heuvelfort, achter te laten is ontstaan weet niemand precies, maar het wordt aangenomen dat het is begonnen na een opstand tegen het Russisch bewind in 1831. Veel mensen waren bij de opstand omgekomen, en omdat van hen geen graf bekend was begonnen mensen een kruis te planten om hun geliefde doden te gedenken. Eerst langzaam, maar gaandeweg kwamen er meer, en niet alleen kruisen en crucifixen maar ook Jezusbeelden, Maria's, heel veel rozenkransen en daarnaast beeldjes en schilderijen van Litouwse patriotten en helden. Een wonderlijke en chaotische mengelmoes van folklore en geloof. Van 130 kruisen in 1900 groeide het aantal gestaag, maar in 1961 werden er door het regiem 5.000 vernietigd en in 1975 nog eens meer dan 1000. Geloof laat zich niet onderdrukken. In 1990 schatte men het aantal geloofsartikelen op de heuvel op

55.000 en in 2006 op ruim het dubbele. Door de jaren heen werd het oude heuvelfort een plaats om te bidden, voor het land, voor vrede en voor de gevallenen. Litouwen heeft een bewogen geschiedenis. De Soviet Unie bezette het land van 1944 tot 1990, en in die jaren was de heuvel een symbool van onafhankelijkheid en van het verboden geloof van de Litouwers. Het was een vorm van vreedzaam verzet. Hoe zwak een bezetter staat als het gaat om het bevechten van innerlijke kracht bleek uit de hardnekkige pogingen de heuvel te buldozeren, en zelfs een dam te plannen in de Kulve rivier, zodat de heuvel onder water zou komen te staan. Dat is niet gebeurd. Paus Joh. Paulus II bezocht de heuvel in 1993 en daarvan getuigt een plaquette bij de heuvel. In 2000 werd er een Franciscaanse hermitage geopend. Regels zijn er niet; iedereen die een kruis wil plaatsen kan dat nu doen waar hij wil, en zo blijft het aantal groeien....

Page 26: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

26

28. DE INSECTGOD We weten het allemaal: in vroeger tijden werd er anders gedacht over volkeren in andere werelddelen. Ook in de 19de eeuw werden die gevangen onder de noemer 'wilden' , zoals vroeger de Romeinen alle andere volkeren bij elkaar veegden als 'barbaren'. Wat anders is en denkt heeft nooit op onze sympathie mogen rekenen, hooguit op ons medelijden. Antropologisch onderzoek was gebaseerd op een vooraf gevormde mening, zonder dat men zelfs maar op het idee kwam dat andere culturen misschien iets bij het rechte eind kunnen hebben. Hoe schrijnend ook, het is verhelderend om 19de eeuwse verslagen te lezen van wat ooit heel gewoon was, en dat nog heel lang is gebleven. We kunnen ons nu trouwens afvragen of we niet weer dezelfde weg opgaan met zulke schandalige programma's als 'Groeten uit de rimboe' , waarbij Afrikanen de meest domme lolbroekende westerlingen 'op bezoek ' krijgen, of meegenomen worden om in onze maatschappij voor platvloers vermaak te zorgen. Mensonterend. De Hottentotten, dat zijn wij. Maar hier een stuk uit een boek van 1901:'Story of The World's Worship', een serieuze verhandeling over wereldgodsdiensten.

The Spirit of the Insect, heet het verhaaltje.

"De Hottentotten geloofden dat de goede geesten soms de vorm van een gevleugeld insect aannamen, met een groene rug en een buik gespikkeld met wit en rood, en twee hoorns. Zij aanbaden dat insect als ze het vonden. Als zo'n insect neerstreek op een Hottentot, werd die beschouwd als uitverkoren en voor altijd gezien als een heilige. Zijn buren deelden mee in de glorie dat er zo'n bijzonder figuur tussen hen woonde en vertelden dat aan ieder die het horen wilde. De vetste os werd geslacht als dankoffer en iedereen feestte dagen door. Als het insect een vrouw had uitverkoren was het niet anders; ook zij werd beschouwd als een uitverkorene van de spirit. De zoon van een Duitser, die de Hottentotten toestemming had

gegeven om hun vee op zijn land te weiden (!!) , amuseerde zichzelf in de kraal, toen het insect aan kwam vliegen. De Hottentotten waren meteen in rep en roer, terwijl de jonge Duitster erachteraan rende om het te vangen, om te zien hoe de Hottentotten zouden reageren. Hij greep het insect. Allen schreeuwden van angst toen ze het insect in zijn handen zagen. Wanhopig keken ze hem en elkaar aan: wat zou hij ermee gaan doen? Zou hij het doden? Ze waren buiten zichzelf van wanhoop. Waarom, zei de jonge man, maken jullie zo'n lawaai, en waarom maken jullie je druk om zo'n onbenullig beest? "Ah", zeiden ze, "omdat het een godheid is. Hij komt uit de hemel. Het is een teken. Doe het geen pijn, maak het niet boos! Ons lot zal vreselijk zijn als je het kwaad doet. Deze grond zal vervloekt worden en de misdaad zal nooit worden vergeven." Dat was niet genoeg voor de jonge Duitser, die het experiment nog wat verder wilde drijven, en nu deed alsof hij het insect dood wilde maken. Daarop renden de mensen rond, gillend alsof ze hun verstand hadden verloren. Ze vielen plat op de grond en smeekten de Duitser met betraande ogen om het beest te sparen en het zijn vrijheid te geven. Omdat hij nu hun geloof in de insect-god wel genoeg had getest liet hij het vliegen, en een groot gejuich ging op onder de verzamelde Hottentotten."

29. VISIOEN OP HET IJS Toen de 13de Dalai lama ◄, Thubten Gyatso (1876-1933), de voorganger van de huidige ons allen bekende Dalai Lama Tenzin Gyatso, gevonden moest worden, werd de hoogste lama van het Gyu klooster in Lhasa uitgezonden om de reïncarnatie van de 12de Dalai Lama, Trinley Gyatso (1857-1875) op te sporen. In het Tibetaanse Boeddhisme zijn orakels en visioenen nodig om het kind te vinden dat in de wereld is gezet om de belichaming te worden van de vorige Dalai Lama. De Lama van het Gyu klooster ging op weg van zijn klooster naar het Hemelse Meer van de godin Pan-Dan Lha-Mo. Maar toen hij daar aankwam lag er een laag sneeuw op het ijs. De winters in Tibet duren maanden en zijn streng, en de sneeuw zou voorlopig niet smelten.

Page 27: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

27

De lama keek om zich heen voor een teken. De stormachtige Himalayawinden kwamen hem te hulp. In enkele ogenblikken bliezen ze het ijs schoon. De lama concentreerde zich op het glanzende oppervlak van het ijs, en zag een beeld van een huis en het land eromheen. Ook zag hij een bloeiende perzikboom, hoewel de tijd dat perzikbomen bloeien nog maanden in het verschiet lag. In het ijs van het Hemelse Meer van de Godin Pan-Dan Lha-Mo had de lama precies de locatie gezien van de jongen die de reïncarnatie was van de vorige Dalai Lama. Hij ging op weg, en werd geleid naar het huis dat hem was getoond, en daar vond hij ook de perzikboom, die bloeide, ondanks kou en ijs. De nieuwe Dalai Lama werd in het huis gevonden, dankzij het visioen dat de lama had in het spiegelende ijs van het Heilige Meer.

30. OOK EEN METHODE Bron: Dr. Fred Rayser in FATE,

In FATE magazine vond ik een verslag van een arts over een Inca healingmethode in Peru waar hij getuige van was geweest. De wereld is rijk aan healingtechnieken. Ooit zouden die geïnvertariseerd moeten worden, voor ze verdwenen zijn. Hier volgt een samenvatting: Toen we in Peru waren, namen we deel aan een duizend jaar oude curandero ceremonie, een healingritueel dat ouder is dan de Inca beschaving en waarvan de oorsprong in de mist der tijden is verdwenen. Het is niet iets wat van vader op zoon wordt overgebracht, maar een techniek waarvoor men een uitgebreide opleiding moet volgen. Wat er precies aan de hand is, is voor Westerlingen moeilijk te achterhalen, maar het schijnt met het overbrengen van energie te maken te hebben, zoals dat ook bij Reiki gebeurt. De preparaties voor de healingceremonie zijn tamelijk tijdrovend. De healer maakt ongeveer 50 pakketjes van verschillende ingrediënten klaar: kruiden, metalen, waaronder goud, zilver en koper en een heleboel andere dingen waarnaar je alleen kunt raden. Vóór de ceremonie begint wordt er een vuur aangestoken. Op een rotsblok wordt een handdoek uitgespreid met daarop een stuk dik papier. Ieder pakketje wordt eerst opgeheven in een groet naar de zonnegod en de heersende Machten, onder ritueel gezang. De inhoud van de pakketjes wordt dan uitgespreid over het papier. Vervolgens wordt een rode vloeistof

uitgegoten over het mengsel, dat daarna zorgvuldig in het papier wordt gewikkeld en in de handdoek wordt gedaan. Een verdere ceremonie vindt plaats bij het vuur. De healer drinkt wat van de rode vloeistof, groet de goden met het pakje, en is klaar om te beginnen. De behandeling gaat snel. De healer houdt het pakket voor de mond van de patiënt en laat hem de geuren diep inademen, en dan uitademen. Zo wordt positieve energie opgenomen en negatieve verwijderd. Dan gaat hij met het pakket langs het lichaam, vanaf het hoofd naar de voeten, voor en achter. Als de laatste healing is voltooid, wordt het pakket in het vuur gegooid en verbrand, blijkbaar om alle negatieve energie te vernietigen. Werkt het? Zoals bij alle vormen van behandeling, varieert de uitwerking. Er waren verschillende mensen met hinderlijke kwalen die helende energie hadden ervaren en zich een stuk beter voelden. Anderen hadden niets gemerkt. Ikzelf voelde wel wat tinteling, maar ik had ook geen speciale kwaal. Maar mijn geloof in de kracht van alternatieve genezingsmethodes was er wel door versterkt.

Page 28: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

28

31. VRUCHTEN VAN GELOOF Hoe meer we ons dagelijks leven gemaakt en gebroken weten door hogere machten, hoe eerder we ergens een teken in zien. Toen in Leichester in 1996 in de keuken van het echtpaar Salim en Ruksana Patel de naam van Allah in een doorgesneden aubergine bleek te zitten, was dat een duidelijk bewijs van Gods gunsten. Zeker omdat Ruksana tevoren ook al over zo'n wonder had gedroomd. Na toestemming van de plaatselijke Imam werd hun huis overstroomd met gelovigen die het wonder met eigen ogen wilden zien. Ongeveer 5000 mensen zagen de aubergine, en toen hij tenslotte begon te rotten werd hij begraven in heilige

grond. Tien jaar later gebeurde iets dergelijks in Zweden, waar Rubina Sheikh haar overrijpe mango doorsneed en in de ene helft 'Allah' en in de andere 'Mohammed' las. Als dat geen wonder is.... Weer stroomden de gelovigen toe, want zoiets wil niemand missen. Speurend op Internet vind ik Allah geschreven in de raten van bijen, in de groei van een cactus,op de huid van een vis, een meloen, een blad, een bloem, in een groepje bomen, in een wolk,en, niet Allah, maar de biddende Islamiet in een boom die precies naar Mekka gebogen staat. ► Niet zo moeilijk, zult u zeggen. Met wat fantasie kun je overal wel wat van maken. Dat is waar, natuurlijk, en Allah heeft Zijn naam mee, het zou heel wat lastiger zijn voor de goddelijke wondermakelaar om Hare Krishna, Jezus van Nazareth of Om Mani Padme Hum in een komkommer vast te leggen. Hemelse gemakzucht? Of heeft Allah Zijn naam expres zo geopenbaard dat die door de natuur her en der gevormd kan worden? Kortom, Allah, of God, of Brahma, of JHVH is in het Verhevene en in het Nederige. Kortom: Hij is overal. En is dat nou niet precies wat we allemaal al wisten?

32. EEN SEANCE IN TIBET uit: 'Het Toekomstig Leven' april 1899

De Russische reiziger Tokarky, die Tibet bezocht heeft, verhaalt o.a. van den aard en wijze, waarop de priesters van de bewoners van Tibet (Lama's) de tafels laten spreken. In het midden van een vertrek wordt ene ronde tafel geplaatst, terwijl men een pijl aan de zoldering zóódanig hangt, dat de pijl bijna de tafel aanraakt. De in een cirkel om de tafel staande Lama's leggen hunne handen op de van te voren met asch bestrooide tafel. Na korten tijd begint de tafel te draaien; de pijl wordt aan het zwaaien gebracht en schrijft in de asch het antwoord op de gedane vragen.

Page 29: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

29

33. EEN BRIEF UIT 1749

Halverwege de 18de eeuw beschreef een reiziger in China de ontdekking van een antiek manuscript dat vertaald werd als 'The Economy of Life' en in 1807 het licht zag. De brief over de ontdekking, geschreven aan een onbekende graaf, werd in die uitgave bijgevoegd. Het is die brief die ik hier zal vertalen, want verslagen over China en Tibet van zo'n 260 jaar geleden komt men niet vaak tegen.

Aan de Graaf van ..... Pekin, 12 mei 1749 Mijn Heer, In de laatste brief die ik de eer had te schrijven aan uwe hoogheid, gedateerd 23 december 1748, deelde ik u alles mee over de topografie en natuurlijke historie van dit grote keizerrijk, en ik lichtte u in over de observaties die ik heb gemaakt in verband met de wetten, regering en de gewoonten van de bevolking. Maar een merkwaardige gebeurtenis is onlangs voorgevallen, die de gemoederen van de geleerden hier bezighoudt, en misschien op den duur een zaak van speculatie zal zijn voor de geleerden in Europa. Omdat het iets is dat u zal interesseren, wil ik proberen u zo duidelijk en specifiek mogelijke verslag te doen van wat ik in deze kwestie heb kunnen ontdekken. Grenzend aan het westen van China ligt het grote land Thibet, dat door sommigen Barantola wordt genoemd. In de provincie van dit land die Lasa wordt genoemd, verblijft de grote Lama, of de Hogepriester van deze afgodendienaren, die vereerd en in de meeste aangrenzende landenzelfs aanbeden wordt als een godheid. De hoge dunk die men heeft van zijn heilige karakter, maakt dat grote hoeveelheden gelovigen naar Lasa komen om hem eer te bewijzen en hem geschenken te brengen, om zo zijn zegen te ontvangen. Hij verblijft in de meest schitterende pagode, of tempel, gebouwd op de top van de berg Poutala. De voet van deze berg, en het hele district van Lasa, wordt bewoond door een kolossaal aantal Lama's, van verschillende onderscheiding en ordes, waarvan sommigen hun eigen prachtige pagodes bezitten die te hunner eere zijn opgericht, en waar zij een minder soort verering ontvangen. Het hele land is, als Italië, stikvol priesters, die allemaal leven van de geschenken die hen worden gebracht vanuit streken als Tartarije, het keizerrijk van de Groot Mongolië en vanuit alle delen van India. Als de grote Lama de verering van het volk ondergaat wordt hij op een prachtig altaar verheven waar hij met gekruiste benen op een schitterend kussen zit. Zijn aanbidders knielen voor hem op de meest nederige manier; maar hij beantwoordt die verering op geen enkele manier, en spreekt niet, zelfs niet tot de machtigste prinsen. Hij legt alleen zijn hand op hun hoofden, en zij zijn overtuigd dat zij daarmee de volle vergeving voor hun zonden hebben ontvangen. Ook zijn ze er buitensporig zeker van dat hij alle dingen weet en in hun hart kan kijken. Zijn meest intieme discipelen, een select gezelschap van 200 van de meest eminente Lama's, hebben de opdracht het volk te laten geloven dat hij onsterfelijk is, en dat hij, wanneer hij lijkt te sterven, alleen van lichaam wisselt en een nieuw lichaam in bezit zal nemen. De geleerden in China zijn lang van mening geweest dat er in de archieven van deze grote tempel sommige oeroude boeken vele eeuwen lang in het geheim zijn bewaard, en de huidige keizer, die grote interesse heeft in de geschriften van de antieken, raakte zo overtuigd van de mogelijkheid van zulke schatten, dat hij besloot alles in het werk te stellen om achter de waarheid te komen en wellicht grote ontdekkingen te doen. Daartoe zocht hij iemand die buitengewoon vaardig was in oude talen en karakters. Zijn keuze viel uiteindelijk op een geleerde wiens naam Boa-Tsou was, een man van 50 jaar met een ernstig en nobel voorkomen en grote geleerdheid, die door een toevallige vriendschap met een zekere geleerde Lama die vele jaren in Pekin had gewoond, de Thibetaanse taal die de Lamas onder elkaar spreken was machtig geworden. met deze kwalificaties ondernam hij de reis, en om zijn status te verhogen en zijn missie een groter gewicht te verlenen, had de keizer hem vereerd met de titel van Calao, of Eerste Minister.

Page 30: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

30

Daaraan voegde hij nog een schitterend gevolg toe van dienaren en en dragers van zeer kostbare geschenken voor de Grote Lama en andere belangrijke Lama's, en ook een letter eigenhandig geschreven, die luidde:

Aan de Grote Vertegenwoordiger van God, de Hoogste, Heiligste, waard aanbeden te worden! ( De Dalai Lama in die jaren was Gelsang Gyatso, (1708-1757), de 7de Dalai Lama) ▲

"Wij, de Keizer van China, Heerser over alle rijken der aarde, wij buigen in de persoon van deze onze meest gerespecteerde eerste minister Cao-Tsou, ons met alle verering en nederigheid neer aan uw heilige voeten, en smeken u voor onszelf, voor onze vrienden en voor ons keizerrijk, uw machtige en genadige zegen. Hebbende de grote wens om de antieke annalen te doorzoeken om te leren en de wijsheid van voorbij eeuwen naar de oppervlakte te brengen, en geïnformeerd zijnde over het feit dat in de bewaarplaatsen van uw meest eerzame hiërarchie, er enkele kostbare boeken zijn, die door hun grote ouderdom voor de meesten, zelfs voor geleerden ontoegankelijk en onleesbaar zijn geworden, is het onze wens voor zover dat in ons vermogen ligt die schatten te behoeden voor totale ondergang. En daarom heeft het ons behaagd om onze meest gerespecteerde minister Cao-Tsou opdracht te geven om onze ambassadeur te zijn bij uw sublieme Heiligheid, om toestemming te verkrijgen betreffende het lezen en onderzoeken van geschriften, daar wij hoge verwachtingen koesteren wat betreft zijn grote en ongewone vaardigheid in het lezen van oude talen, die hij in staat zal zijn te interpreteren, wat hij ook mag aantreffen, ook

al is het van de hoogt mogelijke ouderdom. En wij hebben hem opgedragen zich aan uw voeten te werpen met alle getuigenissen van respect, waarbij wij erop vertrouwen dat dat hem de toegang zal verschaffen die wij zozeer begeren." Ik zal uw Lordship niet vermoeien met alle bijzonderheden van de reis van Cao-Tsou, waarvan hij zelf een uitgebreid verslag heeft geschreven, verlucht met vele merkwaardige voorvallen, hetwelk ik bij mijn terugkomst in Engeland misschien wil vertalen en publiceren. Laat het op dit moment genoeg zijn te zeggen dat bij zijn aankomst in de heilige plaats, de grootsheid en pracht van zijn aanschijn en de rijkdom van zijn geschenken er voor zorgden dat hem aanstonds toegang werd verleend. Hij kreeg woonruimte toegemeten in het heilige college en werd geassisteerd in zijn onderneming door een van de meest geleerde Lama's. Hij verbleef daar 6 maanden, gedurende welke tijd hij het geluk had menig nieuw en waardevol stuk geschiedenis te ontdekken, waarvan hij van sommigen de meest interessante stukken overnam en zich verdiepte in de auteurs en de tijd waarin de geschriften ontstonden, waarbij hij een man van groot onderscheidend vermogen en begrip bleek, naast zijn uitgebreide belezenheid. Maar het oudste werk dat hij ontdekte waarvan geen van de Lama's in de laatste eeuwen ooit was geslaagd het te lezen of te interpreteren, was een moraliteitsgeschrift, geschreven in de taal en karakters van de oude Brahmanen, maar door wie en in welke tijd heeft hij niet kunnen achterhalen. Dit manuscript echter heeft hij volledig vertaald, hoewel hij toegaf dat hij onmogelijk de rijkdom en kracht van het origineel kon overzetten in het Chinees. Het oordeel en de opinies van de geleerden zijn verdeeld. Wie het op waarde weet te schatten schrijft het toe aan Confucius ►, hun grote filosoof, en vergeet dat het in de taal van de Brahmanen werd geschreven, ervan uitgaand dat het origineel dat aan de basis stond van het huidige werk verloren is geraakt. Anderen zeggen dat het van Lao-kinn, een andere Chinese filosoof is, een tijdgenoot van Confucius en de stichter van de Tao-sse secte. Maar daarbij doet zich hetzelfde probleem voor: het boek was niet in het Chinees geschreven maar in een Brahmaanse taal. Anderen houden vol dat het het werk is van de Brahmaan Dandamis, en daartoe neigt ook Cao- Tsou zelf. De geest waarin het is geschreven laat zien dat het hier om een origineel en niet om een vertaling uit het Chinees of een andere taal gaat. Maar de toon van het werk is zo ongewoon voor een Oosters geschrift, dat het, afgezien van het feit dat de taal Brahmaans is, eerder van Europese oorsprong zou kunnen zijn. Maar wie er ook de schrijver van is, het boek heeft grote commotie veroorzaakt in deze stad en in het hele keizerrijk, en het wordt met groot enthousiasme gelezen door alle geletterden. De waardering die het door allen ten deel valt heeft mij uiteindelijk doen besluiten een poging te wagen om het in het Engels te vertalen, ook al omdat het een plezierig geschenk zou vormen voor uw Lordship. En omdat u niet zult kunnen beoordelen in hoeverre ik het origineel tekort doe, of zelfs de Chinese vertaling, ben ik des te enthousiaster aan het werk begonnen, dat zich gaandeweg in een vorm liet gieten, door de kortheid van de zinnen, vergelijkbaar met de Psalmen, het werk van Salomo en het Boek Job. Als het uw Lordship enige verpozing zal brengen, dan zal mij dat een gelukkig man maken. In mijn volgende brief zal ik mijn vertelling hervatten over dit keizerrijk en zijn bewoners. Ik ben, My Lord, de Uwe.

Page 31: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

31

34. EN DE BERG... Marco Polo (1254-1324), de overtuigd Christelijke Venetiaanse ontdekkingsreiziger die de halve wereld afreisde en Columbus inspireerde, heeft in zijn reisverhalen heel wat wonderlijks nagelaten. Zoals bijna altijd het geval was met reizigers in die tijd, was hun onderscheidingsvermogen anders geprogrammeerd dan het onze. Ze stuitten op verhalen waarvan wij zeggen dat het onzin is, maar waarbij zij geen reden zagen om iets niet voor waar aan te nemen. Gelukkig maar. Want daardoor komen we in de 'Travels van Marco Polo' juweeltjes tegen. Zoals dit verhaal. Als Marco Polo Bagdad aandoet hoort hij over een Kalif die onplezierig aan zijn eind is gekomen, door zijn vijanden opgesloten met al zijn goud, tot hij stierf, want goud kun je niet eten. De Kalif had het verdiend, vond Polo, want sinds het begin van zijn troonsbestijging in 1225, had de man zich misdragen en er alles aan gedaan om de Christenen in Bagdad het leven zuur te maken omdat ze zich niet wilde bekeren. Ja, erger nog, voortdurend zocht de kalif naar redenen om hen ter dood te brengen. Daarvoor nam hij zelfs een Bijbel ter hand.

En zo vonden hij en zijn raadgevers de passage in het Evangelie van Lucas (17:6) : "Als je geloof hebt zo groot als een mosterdzaadje, dan zul je tegen deze berg zeggen, verplaats je, en hij zal verzet worden." Dat leek de Kalif een hele goeie, want zijn geloof beperkte zich vooral tot zijn eigen macht, en het gezonde verstand. Bergen blijven waar ze zijn, da's zonneklaar. Nu verzamelde de Kalif alle Christenen, Nestorieten en Jacobieten in Bagdad, en dat waren er heel wat. Hij stelde een strikvraagje: "geloven jullie wat er in de Bijbel staat? Is alles wat erin staat waar?" Natuurlijk knikten de Christenen overtuigd. "Goed dan"" , zei de slimme Kalif, "ga je geloof nou maar bewijzen, en als er niemand onder jullie is die een berg kan verzetten dan mag ik jullie allemaal onthoofden, want dan zijn jullie ontrouwe honden die het niet verdienen te leven. Of iets van die strekking. De Christenen kregen 10 dagen de tijd, en wat doe je dan; bidden natuurlijk. Ze huilden en baden en smeekten de Heer om toch vooral die berg maar te verzetten als de tijd gekomen was. Op de 8ste dag kreeg een vrome bisschop een droom: ergens was een schoenmaker met één oog, en die zou de aangewezen bergenverzetter zijn. Die schoenmaker werd snel gevonden, maar het kostte overredingskracht om hem te bewegen de berg te bewegen. Niet vroom genoeg, niet sterk genoeg, niet bijzonder genoeg. Maar wat God wil geschiedt. Dan vertelt Marco Polo waarom die man maar één oog had: een vrouw die slippers bij hem paste had haar enkel ontbloot, en de schoenmaker had gekeken. Kan gebeuren. Maar de handwerksman herinnerde zich het bijbelvers "Als je oog je aanstoot geeft, ruk het uit". (Matth 18:9) En terstond greep hij een stuk gereedschap en wipte zijn verdorven oogbal uit z'n schedel. Da's nog 's geloof. Toen de afgesproken datum gekomen was, werd er in alle vroegte een dienst gehouden en een plechtige processie vertrok naar de vlakte waarop de berg stond, het kruis voorop. De Kalif was er ook vroeg voor uit de veren gekomen, en hij had zijn garde meegenomen zodat hij de Christenen meteen de koppen af kon slaan. Maar de vrome schoenmaker brak op de knieën, en met de handen ten hemel geheven bad hij... Toen riep hij met luider stem: "Ik beveel u, berg, om u te verplaatsen!" En de berg verplaatste zich, met donderend geweld. De Kalif schrok zich wezenloos en het duurde even voor hij ze weer op een rijtje had. Geen wonder, met zo'n wonder. Zijn garde bekeerde zich, en van hemzelf wordt gezegd dat hij voortaan stiekem een kruis onder zijn kleren droeg....voor de zekerheid. Leuke bijkomstigheid: op internet zijn discussies gaande of bergen echt verzet kunnen worden en of iemand bewijzen heeft.....

Page 32: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

32

35. FLUIT De klank van instrumenten is deel van onze dagelijkse ervaring. Als we de radio aanzetten of een CD met onze favoriete muziek, dan horen we instrumenten, ook al vragen we ons niet altijd af welke dat zijn. Aan muziek zit ook een esoterische kant, en zelfs individuele instrumenten kunnen een esoterische kant hebben. Dat maakt het de moeite waard daar eens naar te kijken. Neem nou de fluit. Misschien wel het meest universele instrument en ook het oudste, ontstaan toen men ergens in een grijs verleden ontdekte dat blazen door een rietje een toon gaf, en men daarmee de geluiden van vogels kon imiteren. Fluiten bestaan in elke cultuur, en de vormen en materialen waarvan ze gemaakt zijn, zijn legio: riet, bamboe, hout, aardewerk, been, metaal en zelfs plastic. Er is iets magisch aan een fluit. Misschien is het het ijle geluid van de dwarsfluit of het melancholieke geluid van de panfluit, of het vrolijke sprankelende geluid van de Ierse Tin Whistle dat ons aanspreekt,

maar een fluit 'heeft iets'. Zeker is dat de fluit een band heeft met goden, meditatie en de natuur. De Griekse god Pan wordt afgebeeld met de naar hem genoemde panfluit maar ook met een dwarsfluit, de Hindoegod Krishna is traditioneel een dwarsfluiter temidden van de natuur. Op afbeeldingen uit de Griekse, Romeinse en Etruskische Oudheid staan herders, fauns,en goden met een fluit afgebeeld en ook in Afrika vinden we natuurgoden die met

de fluit de magie van vruchtbaarheid en voortplanting symboliseren. In alle oorspronkelijke culturen spelen fluiten een rol in ceremonies zoals begrafenissen en inwijdingsriten. Soms worden mensen begraven met een fluit, zodat ook in de wereld hierna hun magische klank kan voortklinken. Bij sommige stammen in Azië wordt een fluit gezien als bezield, en wordt een fluit ingewijd met een offerritueel. Fluiten zijn bij uitstek instrumenten waarmee de natuur betoverd en de goden gediend en vermurwd kunnen worden. De oeroude indiaanse volksfiguur Kokopelli, vruchtbaarheidsgod en magische verleider, speelt op een fluit. Ook de traditionele slangenbezweerder maakt gebruik van een soort fluit om zijn magie aan mensen te verkopen, want de slang is doof.

Een ander gebruik van de fluit is ontstaan in Japan, in de 13de eeuw: een vorm van Zen-meditatie die SuiZen of SaiZen genoemd wordt: Blaasmeditatie. De 'Shakuhachi', een lange fluit van hout met een bezield geluid werd gespeeld om de gewenste staat van inkeer te bereiken. Nu nog kan men in Japanse straten 'komuso' , fluitende monniken aantreffen met een strohoed die hun gezicht bedekt, spelend op hun shakuhachi, weg van de wereld, hopend op een kleine bijdrage. Kan'ami Kyotsugu, een Komuso uit de 15de eeuw, schreef:

"Bij onze geboorte ontwaakten we dromend in deze tussen-wereld.

Wat dan is de werkelijkheid?" In onze Westerse klassieke traditie is de fluit verbonden met Mozarts opera 'Die Zauberflöte' - de Toverfluit, waarin heel wat wordt gefloten. Deze mystieke opera vol Vrijmetselaarssymboliek is het onderwerp geweest van boeken en beschouwingen. Los daarvan is het gewoon een prachtige en speelse opera. De Rattenvanger van Hamelen is een ander magisch voorbeeld. Kunt u zich die voorstellen met een accordeon? Of met een gitaar? Met een viool, dat zou kunnen, maar een fluit is toch wel het meest magisch, verleidelijk, 'otherworldly' en passend voor een man die honderden kinderen van hun huis weg moet lokken.... Er is een Joods Chassidisch verhaaltje over Grote Verzoendag in een Pools dorpje. De hele dag bidt de gemeente hartstochtelijk tot God, de voorzanger zingt of zijn leven er vanaf hangt, de rabbijn smeekt, maar de hemel gaat niet open om de gebeden te ontvangen. Dan is er een jongen, dom en niet op de hoogte van de importantie van de rituelen. Die jongen kan zich niet meer bedwingen. Hij grijpt zijn herdersfluit en speelt een zuivere melodie. De gemeente is geschokt. Op deze heilige dag kan het niet zo zijn dat een ongeletterde jongen de gang van zake ontwricht. Maar dan zegt de Rebbe: "De hemel is opengegaan; dankzij het spel van deze simpele herdersjongen heeft God onze gebeden ontvangen".

Page 33: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

33

36. HAAR OP JE HOOFD Op internet kwam ik een merkwaardig verhaal tegen waarvan de schrijver ook niet zeker weet of het waar is, omdat het hem door een ander is verteld, door een vrouw die Sally heet. Maar zo gaat dat nou eenmaal vaak, we hebben verhalen van horen zeggen, en vaak zijn ze waar, ook al lijken ze onwaarschijnlijk. Sally had een man die in de 80er jaren in een ziekenhuis werkte waar veel Vietnam veteranen werden behandeld met Post Traumatic Stress Syndrome. Op een dag kwam Sally's echtgenoot met een stapel documenten naar huis. Het bleken rapporten van een experiment dat tijdens de Vietnam oorlog (1960-1975) was uitgevoerd. Omdat het Amerikaanse soldaten ontbrak aan de vaardigheden om in het Aziatische oerwoud een spoor te volgen, waren in Indianenreservaten jonge mannen gerecruteerd om hun bijzondere vaardigheden aan de andere kant van de wereld in

te zetten. Maar wat ze thuis zo goed, soms bijna paranormaal goed konden, bleken ze in Vietnam niet te kunnen waarmaken. De reden: hun haar was afgeknipt. Toen ze ondervraagd werden over het falen van hun talenten legden ze uit dat op het moment dat ze hun haardos verloren, ook hun instincten, hun 6de zintuig, hun intuïtie hen verliet. Subtiele aanwijzingen konden ze niet langer 'lezen', en hun prestaties in het veld waren niet beter dan van elke andere soldaat. Toen dat eenmaal bekend werd, zette het leger proeven op om te bewijzen dat het was waarop het leek. Uit een lange serie experimenten bleek dat inderdaad de harige Indianen in alle gevallen beter presteerden, en daardoor hun leven konden redden, ook als ze in de nacht werden aangevallen. Een haarloze soldaat sliep door, een langharige Indiaan werd wakker en kon de vijand op tijd ontwapenen. Tot zover dit verhaal. Al onze lichaamsdelen hebben een functie. Misschien hebben we tot nu toe de functie van haar teveel in de esthetische hoek gezocht. Onze haren zijn niet een warme bedekking, ze reageren op onze stemmingen en kunnen 'rechtop' gaan staan als we bang zijn, of slap hangen als we ons beroerd voelen. Aan dieren kunnen we nog beter waarnemen dat haren meedoen in ons functioneren. Kirlian fotografie heeft aan getoond dat iemand met haar een andere uitstraling heeft dan wanneer zijn haar is geschoren. Blijkbaar geven we energie af via onze haren, net zoals we ze als antennes gebruiken naar de buitenwereld. Skinheads zijn sowieso al niet de meest subtiele typetjes, maar hun gebrek aan haar maakt het er niet beter op. Hoe zit het met de overlevering? Menigeen zal bij het lezen van het voorgaande meteen hebben gedacht aan het Bijbelse verhaal van Samson en Delilah (Richteren13-16). Samson, de onoverwinnelijkste man van zijn volk en de laatste Richter, verraadt zijn harige geheim aan de verraderlijke schoonheid Delilah - ach, wat zijn mannen toch zwak - die hem vervolgens kaalscheert. Weg kracht. Een opmerkelijk verhaal, dat ergens vandaan moet komen.

Maar als we gaan zoeken in de overleveringen in een variëteit aan culturen en religies, dan blijkt het idee dat haren bijzondere eigenschappen hebben ineens heel gewoon. Een greep: Orthodox Joodse jongetjes worden niet geknipt vóór hun derde jaar. 'Upscheren' heet die ceremonie, en het wordt gezien als een ritueel dat de ophanden zijnde schoolgang aankondigt: het kind gaat Torah leren. Je zou het kunnen uitleggen als de overgang van de rechter naar de linker hersenhelft: intuïtie en intelligentie. Bij Native Americans, Zwarte Amerikanen en Spaans sprekende Amerikanen wordt de eerste haarknip als een ritueel beleefd, hoewel de leeftijden verschillen. In de Hindoe-traditie wordt geboortehaar gezien als een ongewenst overblijfsel

uit een vorig leven. Het scheren - 'choula'- van jongens gebeurt ergens tussen het eerste en het derde jaar. Scheren wordt gezien als een noodzakelijkheid die de groei van de hersens bevordert. Een pluk haar op het hoofd, de plek van de kroon chakra, beschermt het geheugen. Moslims, Yazidi's, Chinezen, allen hebben rituelen rond het eerste knippen. Wat we daaruit kunnen concluderen is dat haar wordt gevoeld als iets bijzonders, iets van rituele betekenis. Ook het scheren van het hoofd, en de ontharing, of juist beharing van de kruinchakra heeft een bepaalde lading. De priester heeft een tonsuur, de Indiase monnik heeft een pluk haar, de jood draagt een keppeltje, en sommigen kunnen geen afstand doen van hun haar.....▲

Page 34: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

34

37. DE REPUBLIEK DER MONNIKEN In Griekenland ligt Mt. Athos, of Agion Oros zoals het lokaal genoemd wordt; een gedeelte van het schiereiland Halkidiki dat geheel zelfstandig is en zijn oorsprong kan traceren tot meer dan 1000 jaar geleden in het Byzantijnse Rijk. Hoewel de natuur ongerept en indrukwekkend is, zijn de bewoners van het eiland het meest bijzonder: de berg Athos wordt uitsluitend bewoond door Grieks-orthodoxe monniken,

verspreid over een flink aantal oeroude kloostergebouwen en hermitages. Volgens de legende ging Maria ooit die kant op samen met Johannes. Zij was zo getroffen door de prachtige natuur dat ze haar Zoon vroeg het eiland tot haar tuin te maken. Een stem sprak uit de hemel: "laat deze plaats je erfgoed zijn en je tuin, een paradijs en een veilige haven voor wie gered wil worden." En zo gebeurde het. Met het gevolg dat de berg en het eiland absoluut taboe zijn voor iedere andere vrouw dan Maria. Verschil moet er wezen. In voor-Christelijke tijden was het schiereiland al bewoond en vanaf de 7de eeuw is er sprake van kluizenaars op de berg. Maar pas in de 9de eeuw vinden we de eerste referenties aan Mount Athos als monastiek centrum. Twee monniken bepaalden de toekomst van Mount Athos dat

ze als kluizenaars betraden rond 840 AD: Peter Athoniatis en Euthymios van Salonica. Het eiland was in die tijd nog praktisch onbewoond, maar in de 50 jaar na hun dood werd de eerste kloostergemeenschap gesticht. Daarna kwamen er steeds meer monniken en het ene na het andere klooster verrees, waarvan 'The Great Lavra' , gebouwd in 963, tegenwoordig het leidende klooster is. ▼ Leven op het eiland was niet altijd even vredig. Politieke gebeurtenissen en frequente strooptochten van piraten maakten het leven van de kluizenaars en kloostergemeenschappen er niet makkelijker op. Gedurende de 13de eeuw werden de monniken door Rome gedwongen hun eigen richting op te geven. Velen werden vermoord en gemarteld, geheel in de geest van het vreedzame Christendom. Van de ongeveer 180 kloosters bleven er uiteindelijk maar 25 over, maar met hulp van buiten herstelden de monniken hun moreel en hun eigendommen. Met de val van Constantinopel in 1453 kwam Mount Athos onder langdurig Turks bewind, dat vrede en voorspoed bracht aan de geplaagde monniken. Mount Athos werd een centrum van ontwikkeling en het behoud van de Griekse religieuze cultuur. In de 20ste eeuw was er een grote toevloed van monniken uit Rusland, Bulgarije en Roemenie. Nu zijn er ongeveer 20 kloosters, waarvan er 17 Grieks zijn. Ook zijn er diverse mogelijkheden voor solitaire monniken die kiezen voor een kluizenaarsbestaan om hun leven naar eigen inzicht in te richten. Mount Athos is een wereld apart, vol mystiek en religieuze contemplatie. Dagelijks leven en religieuze praktijk worden beheerst door de Byzantijnse regel, die door de eeuwen heen onveranderd is gebleven. Als men de heilige berg betreed wordt men teruggezet in een andere tijd. De monniken gebruiken de Juliaanse kalender, die 14 dagen achterloopt bij de gebruikelijke. Kerstmis wordt dan ook 14 dagen na 25 december gevierd. Mount Athos is alleen bereikbaar met een boot, en dat willen de monniken ook zo houden. Er zijn strikte regels voor overnachtingen en alleen mannen die werkelijk gedreven zijn en voorzien van een aanbevelingsbrief mogen logeren op het eiland. Toeristen worden geweerd. De monniken hebben de religieuze kunst van het schilderen van ikonen vanaf de 10de eeuw beoefend, en de 18.000 ikonen op de berg weerspiegelen alle orthodoxe tradities. Aan sommige ikonen, vooral die van Maria, worden wonderen toegeschreven. Ook de kalligrafie wordt al eeuwen beoefend en Mount Athos is een ware schatkamer van verluchte handschriften. Bibliotheken vol oude en waardevolle boeken maken het eiland tot een kostbaar cultuurgoed. Als het aan de monniken ligt zal dat tot in lengte van dagen zo blijven.

Page 35: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

35

38. DE WANG SAEN SUK HELL GARDEN Bron: Fortean Times

Stel u de Efteling voor, maar dan anders. Op z'n Thais, wel te verstaan. Stel dat u een gezellig uitstapje verzint voor het hele gezin. Als u een Thai bent ligt dat voor de hand: u gaat naar de Wang Saen Suk Hell Garden. De tuin, deel van een tempel, bevindt zich op anderhalf uur rijden van Bangkok, en werd 25 jaar geleden door monniken van het belendende klooster in het leven geroepen. Voorstellingen van de Boeddhistische hemel en hel zijn op zich niet ongewoon, zij versieren de muren van heiligdommen en kloosters. Men moet weten wat men kan verwachten, tenslotte, na dit leven. Christenen kunnen daar ook wat van. Maar in Thailand maakt men het nog bonter: daar houdt men van plastische voorstellingen, vloeiend bloed, marteltuig, van straffen, fel en onmiddellijk. De monniken waren niet geheel

onbaatzuchtig toen ze de hel op aarde maakten. Hier en daar wordt de bezoeker gewaarschuwd dat een gift aan de tempel kan voorkomen dat men eindigt in kokend heet pek of zonder tong of andere vitale delen. Phya Yom ▲ is de baas van de hel, en hij beslist welke straffen je zult ondergaan, of dat je bij geval toch naar de hemel mag. Een soort Thaise Anubis. In het Boeddhisme kent de hel 136 'vurige putten', eentje voor elke wandaad, waarvan er een de allerergste is, pikdonker en ijskoud. Die is gereserveerd voor degenen die monniken of hun familie fysiek kwaad hebben gedaan. Centraal in de tuin staan twee enorme zondaren die de aandacht wel moeten trekken. Niet moeders mooisten, zelfs toen de tong nog van binnen zat. Rondom deze twee staan 21 anderen, ten prooi aan gruwelen.

Het Boeddhisme kent vijf regels die te vergelijken zijn met onze Tien Geboden. Wie ze overtreedt loopt kans op een transformatie in een dier: dieven worden apen, wie rijst steelt van een ander wordt een vogel. Vernielzucht wordt gestraft met een transformatie in een krokodil. In een volgend leven dan. Maar wie een ander vermoordt behoudt zijn menselijk voorkomen, hij wordt alleen ontdaan van z'n ingewanden. Passend.

Page 36: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

36

39. WABI SABI Een bevriende fotograaf maakt foto's van 'verval' : roestplekken in diepe kleuren, overgroeide ruïnes, gebladderde en gebrokkelde muren, bewoning die lang geleden verlaten werd maar waar de geest van het verleden is blijven hangen. In zulke dingen is schoonheid te vinden...als je het ziet. Zien moet je leren. Zien is een cultuur, een die wij Westerlingen niet hebben gecultiveerd. In Japan en China is dat altijd anders geweest. Daar werd het gewone leven gevierd met rituelen van zuiver water en sterke steen. Penseelstreken taal als verstilde beweging, Haiku en theeceremonies, natuurlijke materialen. Tijd en ruimte verbonden strenge vorm en levenskunst, en openden de ogen voor de schoonheid van het onopvallende. Voor dat onopvallende en imperfecte hebben de Japanners een naam: Wabi Sabi. Wabi betekent in het Japans vergankelijkheid en Sabi betekent eenzaamheid. Geen vrolijke woorden dus. De karakters voor beide woorden zijn hetzelfde in het Japans en Chinees. Wat is nu Wabi Sabi? Wat de meesten van ons als verval, onvolmaaktheid zouden zien, iets wat nodig op de schop moet, kun je zien als iets moois, iets dat een fotograaf door de lens kan bewaren, omkaderen, ons wijzend op schoonheid die overal verborgen is, niet in de kunst in musea maar in

de kunst van natuurlijke processen. Maar ook het natuurlijke, authentieke, pretentieloze is Wabi Sabi. De boodschap van Wabi Sabi is, letterlijk, simpel. Niets blijft, niets is 'af', niets is perfect. Het breekbare, onvolmaakte kent zijn eigen unieke schoonheid, zoals een doorleefd mens mooier kan zijn dan een fotomodel met symmetrische trekken. 'Beauty is in the eye of the beholder' - schoonheid is in het oog van de waarnemer. Dichter en zanger Leonard Cohen schreef:

Ring the bells that still can ring, Forget your perfect offering.

There is a crack in everything. That's how the light gets in.

( luid de klokken die nog kunnen luiden, vergeet je perfecte gave. In alles zit een barst; dat is waardoor het licht binnenkomt.) Dingen zijn vergankelijk als wijzelf. Misschien gaan ze wat langer mee, misschien ook niet, maar eeuwig, nee. En in die vergankelijkheid zijn ze onderhevig aan krachten die wij niet in de hand hebben. Net als mensen. Een bloem is vergankelijk, en als hij is uitgebloeid gooien we hem weg. Als het een bloem is uit een bruidsboeket dan bewaren we hem vanwege de betekenis, niet vanwege de bloem. Wabi Sabi staat los van betekenis. Wabi Sabi is schoonheid om zichzelf. Het brengt ons in contact met onszelf, en laat ons door de wereld van de verschijningsvormen doordringen tot de kern, tot dat waar het werkelijk om gaat. Geen Feng Shui, geen interieurkunst, geen door mensen geschapen esthetiek. Wabi Sabi kan ons terugbrengen bij onze wortels, onze eenvoud, onze geschondenheid en pretentieloosheid, onze vergankelijkheid, en langs die weg bij onze schoonheid.

40. WEES VOORZICHTIG MET EEN SADHOE! In een boek uit 1905 over wonderen in India vond ik een verhaal over een sadhoe, een heilige man die een winkel binnengaat om zijn favoriete tabak te kopen. Of eigenlijk, te krijgen, want hij heeft geen cent. Deze keer heeft hij pech. De winkelier zegt dat hij de boom in kan en dat hij noch de tabak noch het vuur om die aan te steken zal leveren. "Laat het vuur je grijpen", zegt de sadhoe, terwijl hij boos de winkel uitstapt. Nog geen minuut later staat de winkel in lichterlaaie. De winkelier rent de winkel uit om de sadhoe te smeken de vloek ongedaan te maken. De sadhoe laat hem een tijdje smeken en neemt dan alsnog tabak van hem aan. "Omdat je je voor mij vernederd hebt", zegt hij, zal de brand je voorspoed brengen. Als de vlammen zijn gedoofd ontdekt de winkelier een hoop gesmolten zilver onder de as.

Page 37: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

37

41. DE GROTE GRIJZE VAN BEN MACDHUI

Schotland is rijk aan legenden. Van de meesten heb je als avonturier of bergbeklimmer geen last, maar dat is anders voor degenen die de op een na hoogste berg van de Schotse Hooglanden willen beklimmen, de Ben MacDhui. Hoe legendes ontstaan is meestal onduidelijk, maar wat zeker telkens weer blijkt is dat onze kennis van een legende bijdraagt aan het ervaren ervan. Daar kunnen we niets aan doen. Er zijn genoeg voorbeelden van recent bedachte verhalen die zo serieus werden genomen dat ze de gevreesde of gewenste verschijnselen deden ontstaan. Het is als die alchemist die te horen kreeg dat hij pas goud kon maken als hij niet aan rinocerossen dacht. Niets was

verder van 's mans interesses dan rinocerossen, maar, zoals we begrijpen, is het goud maken hem niet gelukt. Ons onderbewuste kan ons lelijke poetsen bakken. Maar is dat ook zo in het geval van Ben MacDhui? Dat valt te bezien. Zeker is dat het (waarschijnlijk) eerste verhaal over de Grote Grijze Man aan de grote klok werd gehangen door Professor Norman Collie ►, in het jaar 1891. Collie was een ervaren bergbeklimmer en dus behoorlijk stressbestendig en niet iemand die het makkelijk op een lopen zette, maar toch. Dit was zijn verhaal: "Ik kwam in de mist terug van de cairn (stapel stenen) op de top van de berg , toen ik iets anders begon te horen dan het geluid van mijn eigen voetstappen. Voor iedere paar stappen die ik zelf nam hoorde ik een gekraak, en nog een, alsof iemand achter me liep maar met stappen die 3 of 4 keer zo lang waren als die van mijzelf. Ik hield mezelf voor dat het onzin was. Door de mist kon ik niets zien. Het enge gekraak hield aan, en plotseling werd ik gegrepen door panische angst en ik begon te rennen, blind struikelend tussen de rotsen voor 4 of 5 mijl, tot ik bij de bosrand kwam. Er is iets heel vreemds op de top van Ben MacDhui, en ik ga er niet meer terug om uit te vinden wat het is."

Anderen deden dat wel. Peter Densham was een enthousiaste bergbeklimmer met veel ervaring, die reddingswerk deed in WW2 in de Cairngorms, het Highland plateau waarvan Ben MacDhui de hoogste berg is. Eind mei 1945 was Densham naar de top geklommen en zat daar uit te rusten een paar meter van de cairn op de top, toen de mist opkwam. De bergen zijn berucht om hun plotselinge mist, die al veel bergbeklimmers in de problemen heeft gebracht. Verhalen over de Grey Man had hij altijd verworpen als fantasie, gevaarlijk bovendien, want er waren mensen door omgekomen, die in hun vlucht over 'Lurcher's Crag' een steile klip waren gevallen. Terwijl Densham onbekommerd zijn boterhammetjes zit op te eten gebeurt er dit: "Plotseling had ik het gevoel dat er iemand vlak bij me stond. Daar trok ik me niet veel van aan, omdat het iets is wat wel vaker zo lijkt als bergbeklimmers alleen zijn. Maar toen voelde ik iets kouds in m'n nek, een druk. Ik stond op en hoorde een krakend geluid vanuit de richting van de cairn, links van mij.

Ik liep er heen om het geluid te onderzoeken, en de gedachte aan de Grey Man kwam in me op. Een interessante belevenis, dacht ik, nog steeds niet bang. Maar plotseling kwam er een golf van angst over me heen en een overweldigend verlangen zo snel mogelijk van de berg te komen. Ik rende met een ongelofelijke snelheid toen ik me realiseerde dat ik in de richting van Lurcher's Crag liep. Maar het leek of ik niet kon stoppen, of ik geduwd werd. Het kostte ongelofelijk veel moeite om een andere richting in te slaan. Ik rende langs de bergwand naar de Alt Mor Bridge, voorbij Glenmore en pas aan de andere kant van het Loch stopte ik." Richard Frere, een vriend van Densham en net als hij een bergbeklimmer met veel ervaring, werd onder Lurcher's Crag overvallen door een diepe depressie die zeker niet lag aan de prachtige dag en het plezier dat hij steeds voelde als hij alleen in de natuur was. Nog nooit eerder had hij het gevoel gehad door de bergen 'afgewezen' te

Page 38: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

38

worden. Gedachten die niet die van hemzelf waren namen hem in beslag. Hij zegt: "Hoog boven me cirkelde een grote vogel die hees klaagde over mijn aanwezigheid. Het sap scheen uit mijn leven weg te trekken en mijn ziel had niet meer betekenis dan een oud droog carcas. Ik heb me alleen geweten in de bergen en dat heerlijk gevonden. Maar nu was ik niet alleen. Heel dichtbij was een Presentie, abstract maar intens werkelijk." Alles lijkt vijandig. De Aanwezigheid blijft voelbaar als Frere naar lager terrein afdaalt. En er komt nog iets bij: een intens hoog geluid, stabiel, net hoorbaar, alsof het uit de grond zelf afkomstig was. Hij klimt door naar de cairn van Ben MacDhui, en het geluid blijft bij hem, net als het gevoel niet alleen te zijn.

Dan gaat hij opnieuw naar Lurcher's Crag ◄. Hij zegt: "De abstracte Presentie scheen zich aan me te hechten met een gepassioneerd verlangen de berg te verlaten, waaraan het gebonden was door iets vreselijk sterks en onoverkomelijks. " Toen was het weg. Een gewicht leek van zijn ziel af te vallen. Een andere bergbeklimmer, vriend van zowel Densham als Freke, beschreef een wonderlijk avontuur op Ben MacDhui. Omdat hij zelf het lot wilde tarten sloeg hij zijn tent op op de top van de berg. 's Nachts werd hij wakker van vreemde geluiden en een schaduw. Ondank zijn angst maakte hij de tent open en zag een figuur van ongekende lengte, zeker 20 meter berekende hij later aan de hand van de omgeving, die weg waggelde. Het was moeilijk te geloven voor iedereen die zijn verhaal hoorde, maar hij heeft altijd volgehouden dat dat was wat hij zag.

De paranormaal begaafde schrijfster Joan Grant, die verschillende boeken schreef over haar vorige leven in Egypte, had een onverklaarbare ervaring op Ben MacDhui toen ze het uitzicht stond te bewonderen. Plotseling hoorde ze een geweldige stem die resoneerde in Gaelic, of zo leek het, een geluid dat van onder haar voeten kwam. Ze weerstond de angst, en ging zelfs op zoek naar een mogelijk slachtoffer van een ongeluk. Toen ze niets vond kreeg de angst vat op haar, en ze vluchtte, terwijl gigantische voetstappen haar schenen te volgen. De paniek was pas over toen ze de vertrouwde geluiden van een blaffende hond hoorde, vele honderden meters lager. Er zijn honderden verhalen van mensen die de Big Grey Man van Ben MacDhui hebben gevoeld. Niemand heeft een goede verklaring. Ben MacDhui blijft een raadselachtige berg met een mistige reputatie.

Page 39: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

39

42. DE HEKS VAN WOOKEY HOLE

Grotten zijn in de geschiedenis van de mensheid altijd een natuurverschijnsel geweest waar zowel mensen als dieren dankbaar gebruik van maakten. Natuurlijk zijn grotten, vanwege hun grillige innerlijk, de geheimzinnige duisternis, en de gevaren van verdwalen een onderwerp van mythen en folklore. Grotten werden in sommige culturen beschouwd als een toegang tot een andere dimensie, en misschien zijn ze dat ook wel eens geweest. Achter het zichtbare was er altijd het ongeziene.... Dat hun geheimzinnigheid ze ook een ideale woonstek maakte voor heksen en tovenaars, wezens die bij uitstek contact hebben met andere werkelijkheden, ligt voor de hand.

Een zo'n typetje was de Witch of Wookey Hole. Haar grot, in de Mendip Hills, Somerset was al heel lang een toeristische attractie, maar dat werd nog eens bevestigd toen de 'heks' die de honeurs jaren had waargenomen in 2009 met pensioen ging, en er een nieuwe heks werd gezocht. Audities werden gehouden, en dat was geen kleinigheid, want een nieuwe heks moest goed op de hoogte zijn met oude en nieuwe toverij, en haar comfortabele bewoning verruilen voor de grot. Bovendien moest ze de heksen 'cackle' beheersen en niet allergisch zijn voor katten. Voor dat alles kon ze een salaris tegemoet zien van £ 50.000 per jaar. Volgens onderstaand bericht waren er maar liefst 400 gegadigden. Het is een jonge heks geworden, eentje die nog even meekan in de dampige omstandigheden van de druipsteengrot.

Maar wie was nu de echte heks van Wookey Hole? Volgens de legende was ze een Middeleeuwse heks die haar betoveringen in het rond strooide en zich daarom bij dorpelingen en hun vee niet geliefd had gemaakt. De oudste verwijzing naar 'een vrouw' in de grotten komt uit een geschrift uit 1470, maar al in de derde eeuw werd gewag gemaakt van mysterieuze geluiden in de grot, die

ook toen al een omineuze reputatie had. Rond de historische heks van Wookey Hole zijn verschillende versies van de legende ontstaan. Een ervan zegt dat Koning Arthur himself langskwam uit Avalon om haar het zwijgen op te leggen. Dat klopt niet met de tijdlijn, omdat Arthur, als hij al bestaan heeft, ergens rond de 5de of 6de eeuw deze aarde bewandelde. Een ander verhaal is gedeeltelijk geloofwaardiger: de inwoners van Well, het dichtsbijzijnde dorp waar de heks vermoedelijk haar boodschappen deed, klaagden bij de Abt van Glastonbury. Die zond een Father Bernard, die was ingetreden omdat zijn relatie met een meisje uit Wookey misliep door een vloek van de heks. Geen beter motief dan een persoonlijk motief. De monnik ging op weg om de heks te exorceren, en dat deed hij radicaal: door het mompelen van bezweringen en het sprenkelen van wijwater op haar verachtelijke gestalte veranderde ze in een stalachmiet. Die is nog steeds te zien, dicht bij de ingang van de grot: een stalagmiet met het profiel van de heks. Opmerkelijk is dat in 1912, gedurende opgravingen in de vloer van de grot, het skelet van een volwassen vrouw ► werd aangetroffen samen met een 'kristallen bol' van witte alabast, een offermes of 'athame' in heksentaal, een weefkam en de skeletten van twee geiten die vastgebonden waren aan een stalagmiet, wat zou kunnen betekenen dat de heks een plotselinge dood is gestorven. Nu is Wookey Hole een toeristen attractie die niet gemist mag worden. Er leven nog steeds dieren in de grotten, en door de feërieke verlichting en de nieuwe heks met magische aantrekkingskracht is het een leuke bestemming voor een dagje avontuurlijk griezelen. Want de echte heks van Wookey Hole is natuurlijk onsterfelijk, en haar geest waart nog rond......

Page 40: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

40

43. IJSHOTEL Als je van de kou houdt en een bijzondere ervaring wilt, dan kun je elke winter terecht in een ijshotel. Er is er een in Quebec, Canada, in Lapland en in Zweden. IJshotels worden ieder jaar opnieuw gebouwd, en ijskunstenaars kunnen er zich op uitleven. Per jaar zijn ze maar enkele maanden open, maar aan belangstelling geen gebrek. Je kunt er je bruidsnacht doorbrengen - in een donzen slaapzak op een blok ijs. Niet dat het niet feëriek is. Het ziet er prachtig en sprookjesachtig uit. Het moet beslist een bijzondere ervaring zijn om in je winterjas je drankje uit een glas van ijs te drinken, en

intussen, in Zweden, het Noorderlicht te bewonderen. Daar is zelfs een ijskerk. ► Hier nog een paar foto's van:

Bruidssuite,hal, bar, ijsgalerie en slaapkamer...

Page 41: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

41

44. OVOOS - DE SPIRITPLAATS Ben je in Mongolië en je komt een Ovoo tegen, loop er dan met de zon mee drie keer omheen en je reis zal voorspoedig zijn, als je daarom vraagt natuurlijk....

Overal in het eindeloze landschap van Mongolië zijn

Ovoos (Ovoo = Hoop), die groeien in de loop van de

jaren, omdat iedere reiziger er een steen oplegt, of

wat hem ook maar uitkomt.

Behalve herkenningspunten zijn de Mongoolse Ovoos

vooral plaatsen van pre- Boeddhistische ceremonies.

Behalve stenen kan men er ook offers achterlaten in de vorm van melk, honing, zoetigheid of

wodka. Een haastige reiziger kan de hoorn blazen als hij geen tijd heeft voor een ritueel. Dat is

genoeg voor de berggeesten. Het gaat om de erkenning.

Ovoo ceremonies zijn oud.

Het was de grote Djzengis Khan die in de 13de eeuw het eerste

de spirituele impact erkende van drie bergen in Mongolië die

voor de nomaden heilig waren. Daarmee deed hij recht aan een

oude natuurreligie van de Mongolen, het Tengriïsme. In het

Tengriïsme zijn het de geesten van de aarde, de hemel en de

voorouders die het evenwicht in het leven in handen hebben,

en die door een respectvolle levenswijze geëerd moeten

worden.

Door die verering op de juiste wijze uit te voeren wordt de ziel,

die de Mongolen 'windpaard' noemen, gesterkt.

Problemen en rampen verzwakken de ziel, en alleen

sjamanistische interventie kan het evenwicht dan weer

herstellen.

Het hele leven van de nomaden staat in het teken van hun

religie. De 'Gehrs', hun met vilt bedekte ronde tenten zijn een

symbolisch model van de kosmos. Men gaat binnen op het

zuiden, en in het noorden is het altaar, terwijl in het oosten,

waar de zon opkomt, het voedsel wordt bereid.

In het midden is het heilige vuur dat de voorouders

symboliseert.

Als het tijd is om met de kudden naar graziger weiden te vertrekken wordt de tent opgevouwen en

de bezittingen op de dieren geladen.

Onderweg vindt men de Ovoo's waar men nooit aan voorbij zal gaan zonder een ritueel uit te voeren

en de stapel stenen en hout met een eigen bijdrage aan te vullen. Sommige Ovoos zijn kleurig als

bergen Tibetaanse vlaggen. Stenen, rotsen en bomen zijn deel van Moeder Aarde, en gaven voor de

Ovoo zijn symbolisch voor het respect dat de Mongoolse nomaden hebben voor de 'spirits of place'

Waarschijnlijk heeft deze traditie zich ontwikkeld uit de hopen stenen die een graf markeerden,

maar nu zijn Ovoos krachtplaatsen waar

Sjamanen hun reis beginnen naar boven en

onderwereld. Daarbij kan het gebeuren dat

wanneer een Sjamaan steun behoeft, de geest

van de Ovoo naar buiten breekt om hem te hulp te snellen....◄ Bijzondere momenten in het jaar, zoals de winter solstice en de zomer equinox worden bij de Ovoo met rituelen gevierd, door de oudsten en de sjamanen van de stam. Het drie keer om het monument lopen met de zon mee heeft de betekenis van je in harmonie afstemmen op de natuur.

Het landschap markeren met stenen is in veel landen

een oud gebruik, maar lang niet overal heeft het de spirituele betekenis die er in Mongolië mee verbonden is.

Page 42: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

42

45. DE 'KERSTBOOM' VAN GLASTONBURY Op 10 december 2010 werd de miraculeuze boom van Glastonbury Abbey door vandalen gereduceerd tot een stomp. De ooit zo trotse meidoorn met een rijke geschiedenis was niet meer. Engeland was verbijsterd. Twee dagen eerder had de jaarlijkse ceremonie plaatsgevonden: het oudste kind van de St. Johns basischool had een tak afgesneden, bestemd voor de koningin die hem op haar kerstdiner tafel zet, al 100 jaar. Kinderen van verschillende scholen zongen liedjes over de heilige boom, en iedereen was happy. Toen nog wel. Het was geen imposante boom. Geen majestueuze eik of een prachtige wijdvertakte plataan. Het was een boom die nergens op zou vallen, niet hoog en niet heel bijzonder. Maar de heilige Thorn tree van Glastonbury heeft een miraculeuze geschiedenis. Zijn natuurlijke herkomst is Libanon, waar hij een natuurlijke levensduur heeft van rond de 100 jaar. De religieuze traditie wil dat de oorspronkelijke boom werd geplant door Jozef van Arimathea, de rijke koopman die op zijn land een graf voor Jezus bereidde, nadat hij eerst in Engeland

was geweest, nu 2000 jaar geleden. Op 'Wearyall Hill' zette hij zijn staf in de grond, en die begon te groeien en bloeien. Sinds die tijd zijn er telkens stekken van de oorspronkelijke boom in de grond gezet, steeds wanneer de oude boom aan het eind van zijn leven was gekomen. Een andere versie van de legende is dat Jozef op die plek de doornenkroon van Christus in de grond plantte. Legenden vragen niet om legitimatie, ze zijn gewoon mooi en spreken tot de verbeelding. De boom was een middelpunt, zichtbaar van grote afstand, een symbool van eenheid. Wat die boom zo bijzonder maakte was het verhaal dat hij, in tegenstelling tot een gewone meidoorn, bloeide met Kerstmis. Wat geeft het dat dat niet helemaal waar was. Ook aan een kale boom kun je bloesem denken. En wie weet is het wel eens zo geweest, in een zachte winter. Die boom was magisch. Oude kronieken vertellen van mensen die de boom werkelijk hebben zien bloeien op 24 december.

Door hem te vernielen werd het ineens een gewone boom, een die met zijn takken ook zijn potentie voor het mirakel verloor. En dat was waarschijnlijk waarom Engeland in rouw was. Glastonbury Abbey is een van de mogelijke begraafplaatsen van King Arthur. Het is een magische plaats, en door de eeuwen heen hebben pelgrims zich naar deze plek begeven die een mysterieuze atmosfeer heeft en volgens de legende ook de Heilige Graal herbergt. De boom was een levend, verbindend element met die oeroude geschiedenis. Lokale historici zeiden troostrijk dat het niet de eerste keer was dat de boom gevandaliseerd is. In de 17de eeuw, gedurende de Engelse Burgeroorlog, waren er dronken soldaten die hem met een bijl te lijf gingen. Boomdeskundigen zeggen dat de stomp in ongeveer 10 jaar wel weer op een boom zal lijken, mits hij gezond was toen hij werd aangevallen. In het voorjaar van 2011 zal hij weer uitlopen, voorspelde iemand van het arboretum van de Royal Kew Gardens, maar het zal vele jaren duren voor hij zijn normale vorm terugheeft. Inderdaad, in maart 2011 begon er een nieuwe

scheut uit de stam te groeien. Er is altijd hoop. Ooit is er ook nog een andere miraculeuze boom op deze plek geweest: een walnoot, die op het kerkhof van St Joseph's Kapel groeide. Ook die boom hield de kalender goed bij, en begon jaarlijks te bloeien op St. Barnabas Day, op 11 juni. Het schijnt dat Queen Anne ook van die boom een tak kreeg. Wat ermee is gebeurd weet ik niet, hij is er nu niet meer. Laten we hopen dat de Holy Thorn Tree de kans krijgt weer uit te botten, al is het misschien onder het wakend oog van bewakingscamera's. Want ook het wonder moet helaas met zijn tijd meegaan.

Page 43: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

43

46. HET RAADSEL VAN DE MOAI

Of er onder ons veel mensen zijn die zich interesseren voor oude culturen en de raadselen van de menselijke geschiedenis weet ik niet, maar ik waag het er toch maar op om mijn eigen interesse in zulke onderwerpen af en toe met de lezer te delen. Zo kwam ik een artikel tegen van Robert Schoch ►, een geoloog die bekend is geworden in het alternatieve circuit door zijn herdatering van de Egyptische Sfinx. ergens in de 80er jaren. Schoch ontdekte dat het verweringspatroon van de sfinx duidde op erosie door water, in plaats van door zand, zoals je zou mogen verwachten in de woestijn. Dat zou betekenen dat de Sfinx duizenden jaren ouder is dan gedacht, en stamt uit een tijd toen de Sahara nog een vruchtbaar en regenrijk gebied was. Andere geologen waren het op grond van detailfoto's met hem eens, tot ze ontdekten dat Schoch het over de Sfinx had, waarna hun mening ineens 180º draaide.... Op Schoch is sindsdien natuurlijk vaker een beroep gedaan als het gaat om controversiële vondsten, en met bewonderenswaardige diplomatie heeft hij zich door de jaren als wetenschapper weten te handhaven, en tussen vriend en vijand weten door te laveren zonder z'n mond te willen houden.

Deze keer gaat het over een onderzoek dat hij zelf deed op Paaseiland, of liever 'Rapa Nui', zoals de echte naam luidt. U kent ze wel, de 'Moai' , die merkwaardige beelden waar het kleine eiland in de Pacific zo rijk aan is. Wie hakten de honderden beelden, wat hadden ze voor doel en betekenis, en vooral: hoe kreeg men ze op hun plaats? Want de maat van de Moai varieert tussen de 4 en 10 meter hoog en de massieve beelden wegen vele tonnen; niet iets wat je op een verloren zondagmiddag even vele kilometers over de rotsige grond sleept. Schoch, die zijn huwelijksreis op Rapa Nui doorbracht, greep de gelegenheid aan om zijn geologisch geschoolde blik over de beelden en hun raadsels te laten gaan, en hij deed daarbij merkwaardige ontdekkingen.

De heersende theorie is dat de Moai voornamelijk dateren uit het eerste millenium AD, en dat er met het hakken van beelden is doorgegaan tot de Europeanen het eiland in 1722 ontdekten en de beschaving snel en efficiënt om zeep hielpen. Verschillende Moai liggen nog half uitgehakt in de groeves, en daar is er een bij van 25 meter hoog, die 250 ton zou wegen. Volgens de theorie heeft zich een ecologische ramp voltrokken; voor het verplaatsen van de Moai met boomstamrollers werd het eiland ontbost en kon erosie z'n gang gaan. Daarvoor, zegt Schoch, zijn geen bewijzen. Het is een theorie die de blanken wel goed uitkwam, maar de werkelijke ramp voor het eiland waren zij zelf. De meeste Moai zijn van vulkanisch gesteente, want vulkanisme is er volop op het eiland. Maar Schoch ontdekte dat de oudste Maoi van graniet zijn, en er zijn geen groeves op het eiland waar graniet Moai's gehakt kunnen zijn. Zijn theorie is dat die onder de zeespiegel liggen. Wat zou betekenen dat delen van het eiland onder water kwamen te staan. Wanneer? Aan het eind van de laatste ijstijd, 10.000 jaar geleden, toen de zeespiegels mondiaal stegen. Schoch is van plan zelf te gaan duiken naar onderwater-groeves. Als hij gelijk heeft dateert de Moai cultuur dus van vóór het einde van de laatste ijstijd. Dat is behoorlijk wat ouder dan tot nu toe werd aangenomen. Bij gebrek aan aanwijzingen over hoe de beelden zijn verplaatst, speculeert Schoch dat een eilandbeschaving die 2.000 tot 3.000 km verwijderd is van andere eilanden, noodzakelijkerwijs een heel eigen ontwikkeling doormaakt. Zijn voorlopige conclusie is dat parapsychologische fenomenen in die ontwikkeling misschien een rol hebben gespeeld. De mythologie van Rapa Nui maakt gewag van 'mana' als middel om de beelden op hun plaats te krijgen. Mana is het Polynesische woord voor levenskracht, datgene wat in de Starwars-mythologie 'The Force' wordt genoemd, en wat door alle oorspronkelijke culturen erkend wordt als de bezieling van levende zowel als niet-levende dingen. Mana is de kernkracht waarop magie berust. Paaseiland mythologie spreekt van Moai die door mana door de lucht verplaatst werden. Levitatie - het opheffen van de zwaartekracht - is een bewezen fenomeen, en heel vaak is er al over gespeculeerd dat zo de piramiden zijn gebouwd, steencirkels zijn aangelegd en ook de Moai uit de groeven naar hun plek gebracht zijn. Ook Tibet heeft op dat gebied een reputatie. Schoch acht het niet uitgesloten dat de Moai inderdaad via telekinesis geleviteerd zijn, vooral ook omdat een kleine populatie op een zo afgelegen eiland bepaalde vermogens heeft kunnen cultiveren en doorgeven. Een interessante gedachte.

Page 44: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

44

47. SPELEN MET GOD

Katholiek opgegroeide volwassenen van een oudere generatie hebben waarschijnlijk wel priestertje of nonnetje gespeeld toen ze klein waren. En als het even wil hadden ze thuis een altaartje met de nodige voorwerpen, want in ieder gezin werd wel iemand 'geroepen' voor het priesterschap of het klooster. En in dat geval kun je er niet vroeg genoeg bij zijn. Nu de katholieke kerk haar greep op de maatschappij grotendeels heeft verloren, zijn ook die spelletjes niet meer dan een mooie herinnering, horend bij het 'Rijke Roomsche Leven'. De kerststal is niet meer een levend gebeuren maar op z'n hoogst een ornament, en de meeste kinderen hebben de binding met het Bijbelse verhaal verloren. Maar in andere delen van de wereld wordt anders over geloven en opvoeding gedacht. In Amerika is in de zuidelijke staten een groot deel van de bevolking fundamentalistisch Christelijk. Dat betekent dat er voor kinderen een grote keus is aan spellen, puzzels, poppen, quizen, films en boekjes die de kinderlijke ziel voorbereiden op latere rechtlijnigheid. Een pratende Jezus ◄ kost maar een paar tientjes en als je wilt kun je er wat discipelen bij krijgen, en een Mozes met stenen tafeltjes of een David, compleet met slinger. Onlangs verscheen er een studie van Nikki Bado Fralick en Rebecca Sachs

Norris, getiteld "Playing with God" - The World of Religious Games and Dolls. Daarin wordt de hele geschiedenis van het religieuze spel in alle wereldgodsdiensten beschreven. Het zal niemand verbazen dat in de Islam, waar zoveel nadruk gelegd wordt op kledingregels, er een grote verscheidenheid is aan poppen die vooral Islamitische meisjes voorbereiden op hun toekomstige taak. Voor de jongens zijn er de spellen over pelgrimstochten naar Mekka en helaas ook veel agressief speelgoed met de Jihad als onderwerp. Barbie, in de Westerse

cultuur het toonbeeld van 'vrouwelijk schoon' heeft een Islamitisch zusje, Fulla, aangekleed met alle zedigheid die hoort bij het geloof. ► Nadat Fulla in 2003 werd ontworpen werden er in de eerste twee jaar 2 miljoen van verkocht. 2 miljoen zedige jurken, jassen en hoofddoekjes, je zult ze maar moeten naaien.

Het Jodendom heeft van oudsher een plek ingeruimd voor religieus speelgoed dat hoort bij bepaalde feestdagen. Maar er is meer. Voor de jonge Torah geleerde zijn er bijvoorbeeld alvast een Heilige Ark met Torahrolletjes. ◄

In het Hindoeïsme zijn de verschillende goden ook in kindervorm te krijgen; een plastic Ganesha ◄.

Of een groene Boeddha als spaarpot ► nou werkelijk bijdraagt aan religieuze vorming is de vraag. Naast 3D speelgoed zijn er voor elke religie leerzame bordspellen ontworpen, en de oudere kinderen kunnen zich vermaken met quizzen rond het geloof. Het doel van religieuze ouders is natuurlijk om via zulk speelgoed van hun kinderen goede gelovigen te maken. Maar spelen met een figuur uit StarWars is waarschijnlijk veel spannender en aantrekkelijker dan spelen met Jezus, want welke actie moet je die laten ondernemen? "Zullen we 'bergredetje' gaan spelen?" "Doe je mee kruisigingetje?" Hè ja!

Page 45: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

45

48. TUNGUSKA Het gebeurde in de ochtend van 30 juni 1908. Al meer dan een eeuw een onopgelost raadsel: Tunguska. Zoals dat bij zoveel buitengewone gebeurtenissen gaat: er worden boeken vol geschreven met theorieën, waarin wetenschappers met vuur die van henzelf verdedigen. Maar dan komt er een ander... Hoe dan ook, dit is wat er in de Taiga van Tunguska, Siberië, gebeurde. Het was die morgen mooi weer, geen wolken. Een grote vuurbal gierde over het basin van de Yenissei rivier, richting noord-zuid,

in centraal Siberië.. De val van wat het ook was eindigde in een enorme kolom van vuur boven de taiga, die werd gezien tot een afstand van 400 km, in Kirensk. Enkele machtige klappen werden gehoord, tot op 1000 km van het centrum van de gebeurtenis. Dat is ver: van hier naar Oostenrijk. De ontploffing blies de dichte coniferenbegroeiing van de taiga in een radiaal patroon omver alsof het luciferhoutjes waren. De verwoesting was enorm, 80 miljoen bomen werden omgelegd over een gebied van meer dan 2000 km² . Over de hele wereld sloegen de barometers op hol, fijn stof kwam in de bovenste lagen van de atmosfeer terecht en verduisterde de zon, en lichtende wolken hingen in de lucht en zorgden bij nacht voor een prachtig schouwspel dat weken aanhield. De explosie had een kracht van bij benadering 1.000 maal die van Hiroshima. Stel je voor dat zoiets in een bewoond gebied gebeurt. Wat deze gebeurtenis zo raadselachtig maakt is het ontbreken van een impactkrater, zoals bijvoorbeeld in Arizona het geval is. Talloze wetenschappers bogen zich, letterlijk, over Tunguska, voornamelijk Russen, en ze schreven er meer dan 1000 artikelen over. Daarvoor ondervroegen ze bewoners van de wijde omgeving over wat ze die ochtend hadden waargenomen. Een getuige, een boer die op 60 km afstand van de ontploffing woonde, vertelde in 1927 onderzoeker L.A.Kulik dat hij op de stoep van zijn huis zat toen de explosie plaatsvond. Zijn hemd brandde zowat van zijn lichaam door de extreme hitte. De lichtflits duurde maar kort, maar toen kwam de luchtdruk die hem van de stoep blies, en de enorme klap, waardoor in de verre omgeving ruiten braken.

Helaas kwam het onderzoek pas echt op gang in de 20er jaren. Eerder had men er vanwege de politieke perikelen geen aandacht voor. Veel van de oorspronkelijke getuigen waren dood of onvindbaar, en er was te weinig eenheid in hun verhalen om wetenschappelijk houvast te geven. Tijdens de koude oorlog periode werden geen onderzoekers uit westerse landen toegelaten, en men was uiterst geheimzinnig met het delen van bevindingen met westerse wetenschappers. Fotomateriaal van kort na de ontploffing werd in 1971 vernietigd door een Russische commissie die moeite had met een onopgelost probleem. Ook een manier om iets af te ronden. In 2007 werd een klein meertje ontdekt dat als impact krater omstreden is vanwege de sedimenten die in een andere richting wijzen. Daar wordt nog over

gestreden. In elk geval is het veel te klein om impact krater te zijn van een meteoriet die zoveel verwoesting veroorzaakt. Maar wat is er dan gebeurd in Tunguska? Enkele hypothesen: een natuurlijke H-bom veroorzaakt door een ongewoon samenspel van omstandigheden binnen een binnendringende komeet. Een andere theorie is het ontstaan van een 'black hole' , maar daar is geen enkele aanwijzing voor. Ook niet voor de theorie dat er een experiment van Nicola Tesla uit de hand is gelopen. Of voor het plotseling ontploffen van 10 miljoen ton natuurlijk gas... Of van een ontploffing van een UFO...... Kortom: de speculaties houden de gemoederen nog steeds bezig. Men houdt het voornamelijk bij een meteoriet, maar dan eentje die zich niet aan de regels heeft gehouden.

Page 46: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

46

49. HET LABYRINT VAN CHARTRES

Al eerder heb ik voor Harmonia wat geschreven

over het Labyrint. Maar omdat het zo universeel is

past het ook in de serie 'WereldWonderWaar'. Het labyrint is in opkomst, of liever: wéér in opkomst, want het is nooit weggeweest. De vorm en betekenis hebben al duizenden jaren mensen geïnspireerd om labyrinten te tekenen en te lopen. De meest directe weg van A naar B is een rechte lijn, en de meest indirecte is het labyrint. Niet te verwarren met een doolhof, dat bedoeld is om in verwarring te brengen en waar doodlopende wegen in zitten. Niet zo in een labyrint: daar is maar één weg en die voert naar het middelpunt. In een labyrint kun je niet verdwalen, en je hoeft alleen maar de lijn te volgen om bij het hart te komen. Een doolhof kan tot paniek leiden, een labyrint geeft rust.

Daarom wordt het ook zoveel gebruikt bij trainingen en cursussen waar men zichzelf beter moet leren kennen. Een labyrint is meditatief, en leidt in alle eenvoud naar de ontdekking van dat wat een rechte lijn niet voor ons in petto heeft: een innerlijk geheim.

Daarom werden in kathedralen labyrinten in de vloer gelegd. Het beroemdste labyrint is dat van Chartres, een gewijde plek die een toegang symboliseert tot God. Ook in de 18de eeuw liepen mensen het labyrint, zoals op deze gravure te zien is.► Nu staan er banken op en is het labyrint alleen nog op bepaalde dagen in volle glorie te zien en te bewandelen.

De Amerikaanse Kathleen McGowan had een mystieke ervaring toen ze het labyrint van Chartres liep. Ze schreef er een boek over. Haar eerste ervaring kwam in 1995 in de 'zesbladige roos' , de centrale 'bloem' van het labyrint. Sindsdien laat die vorm haar niet meer los. Wanneer ze als ze zwanger is in 2001 teruggaat en opnieuw in het centrum van de roos bidt, heeft ze een openbaring dat haar zoon zal leven. Als die 3 maanden later wordt geboren en er treden ernstige ademhalingsmoeilijkheden op, weet Katherine dat het goed zal komen, ook al bereiden artsen en ieder ander haar voor op het aanstaande sterven van het kind. Kathleens naspeuringen onthullen dat Chartres de enige kathedraal is met een zesbladige roos in het hart van het labyrint. Ze komt op het spoor van een legendarische mysterieschool in Chartres waar in de vroege middeleeuwen en misschien nog veel eerder zowel theologie als mystiek werd onderwezen. Kathleen ontvangt kennis van leraren die haar instrueren in de oude praktijk van de spirituele transformatie. Ze ontdekt waar de zesbladige roos voor staat: "Het geheim van de roos met zes bladeren is zijn perfecte correlatie met het 'Onze Vader'. Ieder blad is de representatie van een andere lering in het gebed, en de centrale cirkel is het symbool van de essentie en bron van Liefde, want Liefde moet alle aspecten van ons leven voeden om ons naar werkelijke vervulling te brengen. De roos is het symbool van de perfecte spirituele praktijk zoals die ons door Jezus is nagelaten. Het is onze kaart naar de bron van wonderen." De roos is 'de macht van gebed'. Die bewustwording stond centraal in de leringen van de middeleeuwse mysterieschool van Chartres. Kathleen zegt: "De mystieke leringen rond het Onze Vader die me in de roos werden geopenbaard hebben m'n leven ingrijpend veranderd, en ze hebben het leven van mijn zoon gered."

Page 47: VOORWOORD Iedere kultuur z'n eigen gezicht. Zoveel mooie ...

47

50. DEAD MONK WALKING...

Niet alleen katholieken zijn dol op relieken, en de dode heiligen aan wie de overblijfselen toebehoorden. Ook andere godsdiensten hebben die merkwaardige gebruiken rond de dood. Zoals hier: een jaarlijks ritueel rond de voormalige abt van Wat Krang Chu Si Charoensuk, een Boeddhistisch klooster ten noorden van Bangkok. Die abt was Luang Phoo, nu bijna 20 jaar dood. Voor zijn door in de 90er jaren was het klooster een bloeiend en veelbezocht bedrijf. Het charisma van de abt zorgde voor aanwas van monniken - toen zo'n 100 -, onderhoud van het terrein en veel inkomsten voor het klooster. Tienduizenden mensen kwamen af op de roem van wat eens een bolwerk van Thais Boeddhisme was, maar nu is weggezakt in verwaarlozing en leegloop. Net als in onze kloosters komt er niets meer bij, en wordt er driftig

doodgegaan. Maar het jaarlijkse ritueel rond Luang Phoo zal blijven bestaan zolang er in het Thailand van vandaag nog mensen zijn die zich hem herinneren. Althans, dat is te hopen. Hier is een verslag van de ceremonie uit 2007... De monnik Phra Somchai is de ceremoniemeester.

Hij geeft aanwijzingen om Luang Phoo voorzichtig uit zijn glazen kist te lichten. De monniken trekken en tillen, de stoelen waar ze op staan wiebelen gevaarlijk. Dan, in perfecte coördinatie, stappen ze naar beneden, waarbij ieder een deel van de eerbiedwaardige dode in zijn handen heeft, een schouder, een arm, een been. Voor iedereen die verzameld is voor het ritueel is dit een wonderlijke belevenis. Ondersteund door zijn getrouwen staat monnik Luang Phoo rechtop voor zijn congregatie, 101 jaar oud, 13 jaar dood. Phra Somchai legt uit: we denken dat Luang Phoo een verlicht wezen was. Nu woont hij niet meer in het klooster van Charoensuk, maar ieder jaar komt hij terug in zijn

oude klooster om de ceremonie te leiden. Luang Phoo werd geboren in 1894, en 18 jaar later gewijd. Op zijn verjaardag vindt de ceremonie plaats. Hij wordt uit zijn sluimer gewekt, schoongemaakt en rond geparadeerd voor de steeds kleiner wordende groep aanhangers. Er zijn nog maar tien monniken over in het klooster van Charoensuk. Wonderlijk genoeg is de abt nooit vergaan. Zijn lichaam is gemummificeerd. Luang Phoo droogde zichzelf al uit op zijn sterfbed, dat schijnt het proces te bespoedigen. Staande voor zijn aanhangers wordt Luang Phoo voorzichtig uitgekleed. Hij krijgt een nieuwe oranje pij aan, en een andere wollen muts wordt over zijn kale schedel getrokken. Zelfs zijn sokken worden verwisseld.

Dan dringt iedereen naar voren om zijn respect te betuigen. Velen hebben een klein stukje bladgoud in hun hand, dat ze eerbiedig op zijn toch al gouden gelaat aanbrengen. Als iedereen een kans heeft gehad pakken Phra Somchai en de andere monniken het voorwerp van hun verering weer op en manouvreren hem voorzichtig terug in de kist. Dat is geen gemakkelijke taak. De sokken passen niet bij elkaar, maar dat schijnt niemand erg te vinden. Monniken en bezoekers bidden voor de abt, en er wordt geld opgehaald. Phra Somchai is blij dat hij ook dit jaar weer

de lange reis heeft gemaakt om zijn vroegere abt eer te bewijzen. "Wie zal zeggen hoeveel mensen er volgend jaar nog zullen komen? " peinst hij.