Vooruitlopen op de nieuwe leerweg...leren, en waarbij ze op praktijkdagen ook nieuwe vaardigheden en...

5
‘We móeten iets gaan doen met het lesprogramma van de mavo-bovenbouw!’ Dat was een paar jaar geleden de gedachte op Curio effent, een categorale mavo in het Brabantse Oosterhout. Het was vooral voor leerjaar drie dat die urgentie werd gevoeld, zegt onderwijsmanager Pieter de Rooij, die samen met twee collega’s de directie vormt van Curio effent. ’Onze leerlingen hadden tot en met het derde jaar méér dan het verplichte aantal theoretische vakken, maar nauwelijks praktijkopdrachten,’ zegt hij. ‘We zagen steeds meer leerlingen die minder gemotiveerd of zelfs gedemotiveerd raakten. Daar wilden we echt iets aan doen. We realiseerden ons: dit is niet meer het onderwijs van de toekomst. De maatschappij verandert, er worden van leerlingen andere en meer praktische vaardigheden verwacht dan vroeger. De leerlingen zijn ook mondiger, en vragen steeds dwin- gender: “Wat héb ik hieraan?” Het was allemaal aanleiding om grondig na te denken over onze visie op onderwijs. Wat vinden we dat onze kinderen moeten leren op school? Hoe krijgen we onze leerlingen in de ‘ontwikkelstand’? Hoe krijgen we ze weer gemotiveerd?’ Wat is nodig? Om die vragen te beantwoorden, ging een werkgroep van docenten aan de slag. De docenten bezochten ter inspiratie andere vmbo-scholen en onderzochten verschillende opties om het derde leerjaar anders in te vullen, zoals aansluiting bij het model 20-80learning of bij een pilot Technologie & Toepassing. Uiteindelijk werd ervoor gekozen een eigen concept te ontwikkelen, waarmee de school volgend jaar van start gaat. Samengevat: op dinsdagen worden de gewone lessen dan ingeruild voor project-gestuurd onderwijs. De leerlingen kunnen op die praktijkdagen vakken volgen bij mbo-scholen, ze maken kennis met het werkveld en werken aan opdrachten voor bedrij- ven, waarbij ze vaardigheden ontwikkelen die nu nog onvoldoende aan bod komen, zoals digitale Minder uren theoretisch onderwijs en één dag in de week projectonderwijs. Dat is, kort samengevat, hoe Curio effent in Oosterhout alvast een voorschot neemt op de nieuwe leerweg. De nieuwe aanpak, voor leerlingen in mavo-3, start volgend schooljaar, maar de eerste effecten zijn er nu al: leerlingen blij (minder uren theo- rie) en leraren uitgedaagd. Want: hoe zet ik projectonderwijs op? En wat beteke- nen de veranderingen voor mijn vak en voor mijn werk als docent? PROJECTONDERWIJS OP MAVO CURIO EFFENT 01 ‘WE REALISEERDEN ONS: DIT IS NIET HET ONDERWIJS VAN DE TOEKOMST. EN DAAR WIL- DEN WE WAT AAN DOEN.’ Vooruitlopen op de nieuwe leerweg

Transcript of Vooruitlopen op de nieuwe leerweg...leren, en waarbij ze op praktijkdagen ook nieuwe vaardigheden en...

Page 1: Vooruitlopen op de nieuwe leerweg...leren, en waarbij ze op praktijkdagen ook nieuwe vaardigheden en ervaringen opdoen, zowel in het mbo als bij bedrijven in de regio. Intussen is

‘We móeten iets gaan doen met het lesprogramma van de mavo-bovenbouw!’ Dat was een paar jaar geleden de gedachte op Curio effent, een categorale mavo in het Brabantse Oosterhout. Het was vooral voor leerjaar drie dat die urgentie werd gevoeld, zegt onderwijsmanager Pieter de Rooij, die samen met twee collega’s de directie vormt van Curio effent.’Onze leerlingen hadden tot en met het derde jaar méér dan het verplichte aantal theoretische vakken, maar nauwelijks praktijkopdrachten,’ zegt hij. ‘We zagen steeds meer leerlingen die minder gemotiveerd of zelfs gedemotiveerd raakten. Daar wilden we echt iets aan doen. We realiseerden ons: dit is niet meer het onderwijs van de toekomst. De maatschappij verandert, er worden van leerlingen andere en meer praktische vaardigheden verwacht dan vroeger. De leerlingen zijn ook mondiger, en vragen steeds dwin-gender: “Wat héb ik hieraan?”

Het was allemaal aanleiding om grondig na te denken over onze visie op onderwijs. Wat vinden we dat onze kinderen moeten leren op school? Hoe krijgen we onze leerlingen in de ‘ontwikkelstand’? Hoe krijgen we ze weer gemotiveerd?’

Wat is nodig? Om die vragen te beantwoorden, ging een werkgroep van docenten aan de slag. De docenten bezochten ter inspiratie andere vmbo-scholen en onderzochten verschillende opties om het derde leerjaar anders in te vullen, zoals aansluiting bij het model 20-80learning of bij een pilot Technologie & Toepassing.

Uiteindelijk werd ervoor gekozen een eigen concept te ontwikkelen, waarmee de school volgend jaar van start gaat. Samengevat: op dinsdagen worden de gewone lessen dan ingeruild voor project-gestuurd onderwijs. De leerlingen kunnen op die praktijkdagen vakken volgen bij mbo-scholen, ze maken kennis met het werkveld en werken aan opdrachten voor bedrij-ven, waarbij ze vaardigheden ontwikkelen die nu nog onvoldoende aan bod komen, zoals digitale

Minder uren theoretisch onderwijs en één dag in de week projectonderwijs. Dat is, kort samengevat, hoe Curio effent in Oosterhout alvast een voorschot neemt op de nieuwe leerweg. De nieuwe aanpak, voor leerlingen in mavo-3, start volgend schooljaar, maar de eerste effecten zijn er nu al: leerlingen blij (minder uren theo-rie) en leraren uitgedaagd. Want: hoe zet ik projectonderwijs op? En wat beteke-nen de veranderingen voor mijn vak en voor mijn werk als docent?

PROJECTONDERWIJS OP MAVO CURIO EFFENT

01

‘WE REALISEERDEN ONS: DIT IS NIET HET ONDERWIJS VAN DE TOEKOMST. EN DAAR WIL-DEN WE WAT AAN DOEN.’

Vooruitlopen op de nieuwe leerweg

Page 2: Vooruitlopen op de nieuwe leerweg...leren, en waarbij ze op praktijkdagen ook nieuwe vaardigheden en ervaringen opdoen, zowel in het mbo als bij bedrijven in de regio. Intussen is

vaardigheden en ondernemerschap. Loopbaanon-dersteuning en -begeleiding is daarbij een belangrijk onderdeel van het programma. Het jaar is verdeeld in drie perioden (zie kader) waarin de leerlingen niet alleen ontdekken wat er mogelijk is op het gebied van vervolgopleidingen, maar ook wat bij hen past.

De nieuwe invulling van leerjaar drie sluit vrijwel naadloos aan bij de ideeën voor de nieuwe leerweg, waarin de theoretische vakken voor vmbo-tl-leer-lingen aangevuld worden met een praktijkgericht programma. ‘Wij waren hier al eerder mee begonnen, maar toen ik het programma voor de nieuwe leerweg zag, was mijn reactie: dat lijkt wel voor ons geschre-ven!’ aldus Pieter de Rooij.

‘Wij gebruiken de ruimte die we als school hebben om dit nu alvast in te voeren, omdat we zien dat het goed is voor de leerlingen. Wanneer duidelijk is welke praktijkgerichte programma’s er precies komen voor de nieuwe leerweg, gaan we kijken welk vastgesteld programma het beste bij ons past en passen we ons programma aan. We gaan die ontwikkelingen goed volgen.’

Minder vakken Vooruitlopend op de nieuwe leerweg reserveert Curio effent een dag per week voor praktijkonderwijs in mavo-3. De grote vraag is natuurlijk: waar komen de uren vandaan?

Een belangrijke verandering is dat de leerlingen in het derde leerjaar nu ook het wettelijk minimum aan-tal vakken kunnen volgen; ze mogen dus een paar vakken laten vallen. Daarnaast worden de uren voor theoretische vakken ook anders verdeeld: alle talen

en wiskunde zijn 3-uurs vakken, de overige vakken 2-uurs vakken, er zijn geen 1-uurs vakken meer.

Toen bekend werd dat ze volgend jaar niet meer alle vakken hoeven te volgen, ging er een zucht van ver-lichting door de leerlingenpopulatie, merkte Pieter de Rooij op. ‘Dat is begrijpelijk, want zij kunnen vakken waar ze niet veel mee hebben, na de tweede laten vallen.’ Ook ouders reageerden positief. Maar voor docenten betekent het echt werk aan de winkel. Om-dat de leerlingen in het derde jaar niet meer verplicht alle vakken volgen, zullen docenten extra moeten investeren in het aantrekkelijk maken van hun vak. Immers: als leerlingen een vak minder kiezen, zal het ook niet meer in dezelfde mate als nu aangeboden worden.

Pieter de Rooij

02

‘PROJECTONDERWIJS EN MEER OP CURIO EFFENT’

Het derde leerjaar mavo is op Curio effent vanaf volgend schooljaar opgebouwd uit drie perioden van tien à twaalf weken. De leerlingen heb-ben vier dagen gewoon les; de dinsdagen zijn projectdagen. Leerlingen werken op die dagen binnen school aan projecten, volgen lessen op een mbo-school of voeren opdrachten uit bij be-drijven. Elke periode heeft een thema, en wordt afgesloten met een schoolexamen.

1 september - november

‘De Carrousel’In de eerste periode verkennen de leerlingen hun keuzemogelijkheden. Ze werken samen aan opdrachten en denken na over hun eigen keu-zes. Ook volgen ze lessen op mbo-scholen in de buurt, zoals de Bouwschool. Curio effent werkt hiervoor samen met mbo-scholen binnen Curio.

2 december t/m maart

‘Waar word ik nieuwsgierig van?’Leerlingen ontdekken in deze periode niet al-leen het werkveld, ze onderzoeken ook wat hen ligt en wat bij hen past. Aan het eind van deze periode kiezen ze de vakken waarin ze eindexa-men gaan doen.

3 april - juni

‘Wat vind ik interessant?’In de derde periode kiezen de leerlingen projec-ten en activiteiten in de richting waarin ze zich verder willen ontwikkelen. Ook is er, net als in de andere perioden, aandacht en begeleiding voor leerlingen die na de mavo willen doorstromen naar de havo.

Page 3: Vooruitlopen op de nieuwe leerweg...leren, en waarbij ze op praktijkdagen ook nieuwe vaardigheden en ervaringen opdoen, zowel in het mbo als bij bedrijven in de regio. Intussen is

CurriculumHet is ook een impuls om kritisch te kijken naar het onderwijscurriculum en de programma’s van toet-sing en afsluiting, de PTA’s. Vakdocenten formuleren samen een visie op hun vak, waarbij de kernvraag is: ‘Wat hebben onze leerlingen echt nodig?’ Ook het gebruik van lesmethodes ligt onder de loep. ‘We zijn eraan gewend geraakt om lesmethodes in z’n geheel door te werken, maar dat is echt niet altijd nodig,’ zegt De Rooij. ‘Docenten krijgen nu meer ruimte om hun eigen curriculum te maken en uit de methodes de delen te selecteren die het meest relevant zijn.’ Sommige vakgroepen van de onderbouw hebben al vergaande conclusies getrokken. ‘De Economie-do-centen werken komend jaar al helemaal projectge-stuurd. Zij gooien de methode overboord en gaan bijvoorbeeld met leerlingen naar de supermarkt om opdrachten uit te voeren. Ook het starten van een eigen bedrijf wordt onderdeel van het lesprogramma.’

Win-winHet doel is uiteindelijk een win-win-situatie: minder vakken in hetzelfde aantal uren, behandeld op een manier die leerlingen aanspreekt, waar ze meer van leren, en waarbij ze op praktijkdagen ook nieuwe vaardigheden en ervaringen opdoen, zowel in het mbo als bij bedrijven in de regio.

Intussen is er veel al in gang gezet. Een werkgroep van docenten schrijft nu het programma voor de eerste periode uit, inclusief de opdrachten voor het schoolexamen. Binnenkort is er een bedrijvendag, waarbij de school gaat inventariseren welke praktijk-vragen er leven bij bedrijven. Een aantal mbo-oplei-dingen van Curio heeft al toegezegd graag mee te werken aan gastlessen, dat is alleen een kwestie van inroosteren.

Ook aan de financiering wordt gewerkt, zowel intern als extern. Curio effent wil zich in gaan schrijven voor de pilots praktijkgericht programma. ‘Dit draagt écht bij aan de verbetering van het onderwijs, dus het mag ook best een investering zijn.’ Verder werkt de school bij de nieuwe opzet van leerjaar drie ook samen met externe partners, zoals Schoolinfo, een instantie die scholen begeleidt bij vernieuwingstrajecten.

Intussen zijn er ook nog aandachtspunten waar de komende maanden een oplossing voor wordt ge-zocht. Bijvoorbeeld: hoe toets je eigenlijk de vaardig-heden die leerlingen opdoen op de praktijkdagen? En hoe zorg je dat leerlingen naar het vierde jaar vol-doende vakken ‘meenemen’ om eventueel straks de overstap naar de havo soepel te kunnen maken? Dat laatste is een belangrijk punt, omdat Curio effent voor veel leerlingen een poort naar de havo is.

De nieuwe inrichting van leerjaar 3 doet ook een beroep op nieuwe vaardigheden van docenten. Zo zullen vakdocenten die straks uren ‘over’ hebben, waarschijnlijk ook een deel van de begeleiding op de projectdagen gaan verzorgen. Maar een goed LOB-gesprek voeren is een vak op zich. Daarom zal er de komende tijd voor de docenten ook extra scholing op het programma staan.

Uit het gareel Een ding is inmiddels wel duidelijk: als je het onder-wijs voor de leerlingen op de schop gooit, gooi je ook de vaste routines van leraren op de schop. Onder-steuning is daarbij essentieel, zegt De Rooij. ’Ik ben van huis uit gymdocent, ik weet: zonder doel komt niemand in beweging. Maar daarnaast is er vertrou-wen nodig. Het belangrijkste is misschien wel de boodschap dat je niet bang hoeft te zijn om fouten te maken. Sterker, fouten maken moet. Er zal ongetwij-feld hier en daar wat mis gaan, maar dat hoort erbij.’

Er staat ook wat tegenover. Hij ziet het aan de lera-ren in de werkgroepen: die barsten van de energie. Die leraren doen nu al wat er voor de leerlingen pas volgend jaar op het programma staat: samenwerken, improviseren, oplossingen bedenken voor proble-men, ondervinden hoe je reageert op veranderingen (‘de een is meteen enthousiast, de ander wat terug-houdender’), onderzoeken wat bij je past.

03

‘3 TIPS VAN PIETER DE ROOIJ’

1. Zorg dat je je visie helder hebtWaar staat je school voor, wat is het doel, wat wil je je leerlingen en leerkrachten meegeven? Zorg dat je echt je visie op je nieuwe leerweg scherp hebt voor de lange termijn, want voordat een vernieuwing er echt staat, ben je jaren verder.

2. FaciliteerSamen nadenken over een gemeenschappelij-ke visie op je vak, of een programma voor een nieuwe leerweg opzetten, dat doe je er niet even naast. Geef je docenten uren om zo’n werkgroep te draaien.

3. Ga beginnen!Pas in de praktijk merk je hoe dingen echt wer-ken. Wees niet bang om fouten te maken, juist daardoor kom je verder. ’Je kunt jaren blijven nadenken, maar je leert het meest als je echt aan de slag gaat.’

De voorkant van de school

Page 4: Vooruitlopen op de nieuwe leerweg...leren, en waarbij ze op praktijkdagen ook nieuwe vaardigheden en ervaringen opdoen, zowel in het mbo als bij bedrijven in de regio. Intussen is

04

Uit de praktijk

‘MIJN ROL ALS LERAAR VERANDERT OOK’RICHARD KOEKKOEK WERKT AAN VERNIEUWING VAN HET CKV-ONDERWIJS

Curio effent geeft bij de herinrichting van leerjaar drie alle ruimte aan docenten met vernieu-wende ideeën, de ‘Curio-pioniers’. Een van hen is CKV-docent Richard Koekkoek, die volopmogelijkheden ziet om zijn vak verder te ontwikkelen.

CKV-docent Richard Koekkoek neemt dit jaar tijdens de projectweek al een voorschot op hetonderwijs zoals het er volgend jaar op de praktijkdagen uit komt te zien: het kunstlokaal is ver-anderd in een levendige meubelwerkplaats, waar een groep tweedejaars bezig is om stoelen,kastjes en kleine tafels op te knappen.

Met nep-geld kunnen ze verf, kwasten en andere materialen ‘kopen’. Het budget is krap: wie tweekleuren verf wil gebruiken, moet samenwerken. Als de meubels klaar zijn, nemen de leerlingen zemee naar huis, maar ze kunnen ze ook op Marktplaats zetten - het schrijven van een advertentieis een goede oefening Nederlands en kan bovendien écht geld opleveren: een tafel is al via Markt-plaats verkocht.

Gewoon beginnenHet ziet er totaal anders uit dan bij een gewone CKV-les en er worden ook andere dingen geleerd, zegt Richard Koekkoek. ’De leerlingen ontdekken door deze opdracht niet alleen dat je in hetinterieur van je huis ook veel zelf kunt doen, maar ze ervaren ook waarom een goede voorberei-ding belangrijk is: als je niet schuurt voordat je gaat verven, wordt het resultaat minder mooi. Hetbelangrijkste dat ze hier leren is om ergens gewoon aan te beginnen. Als je aan de slag gaat, komje veel verder dan als je alleen maar blijft nadenken. Eventuele problemen los je onderweg op.’

LOFZelf gaat Koekkoek trouwens óók graag aan de slag, vooral als het gaat om de vernieuwing vanhet CKV-onderwijs. Zo ontwerpt hij, in het kader van het Leraren Ontwikkel Fonds (LOF), een serie opdrachten, de ‘Kaartenbak’, waarbij leerlingen zelfstandiger en op verschillende niveauskunnen werken aan leerdoelen. ‘Voor elke opdracht ontwerp ik drie varianten: de vaste basisop-dracht, een vrijere opdracht en een opdracht waarbij de leerlingen helemaal zelf mogen bepalenhoe ze hun leerdoel behalen.

De opdrachten bevatten theorie, maar de leerlingen brengen die ook in praktijk. ‘Een van de op-drachten is ‘Onderzoek een kunststuk in de context’. Een leerling kiest bijvoorbeeld een moder-nistisch kunstwerk, onderzoekt dan wat die stroming inhoudt, zoekt kunst die bij die stroming hoort, onderzoekt het leven van de kunstenaar en maakt daarna zelf iets in modernistische stijl. Bij een opdracht over kleurenleer onderzoeken de leerlingen wat de kleurenleer-theorie inhoudt, en passen die vervolgens ook zelf toe in een werkstuk, waarbij ze het verschil tussen een warm en koud contrast laten zien. Elke opdracht heeft drie varianten, waardoor de leerlingen worden uitge-daagd om de stof echt op hun eigen manier te verwerken.’

Andere rolDoordat hij leerlingen zelfstandiger aan het werk zet, verandert zijn rol als leraar ook. ’Ik ben nufilmpjes aan het maken waarin ik de lesstof uitleg. Ik merk dat de leerlingen daar blij mee zijn, want als ze de stof niet meteen snappen, hoeven ze niet te wachten op extra uitleg, maar kunnen ze zo’n filmpje gewoon een paar keer opnieuw bekijken. Doordat ik minder klassikaal lesgeef, hebik meer tijd om te begeleiden op het creatieve proces. Dat is fijn, want sommige leerlingen zijn zógemotiveerd dat je ze af moet remmen, en andere leerlingen kunnen het dan net niet bijbenen.Het is best een uitdaging om goed in te spelen op de niveauverschillen.’

Meer informatie over de het LOF-traject van Richard Koekkoek? Kijk op de website van het Lerarenontwikkelfonds.

Page 5: Vooruitlopen op de nieuwe leerweg...leren, en waarbij ze op praktijkdagen ook nieuwe vaardigheden en ervaringen opdoen, zowel in het mbo als bij bedrijven in de regio. Intussen is

tekst Anne Wesseling 05

Waar het allemaal om begon, de leerlingen ’aan’ zet-ten, nieuwsgierigheid stimuleren en bij het onderwijs betrekken, dat ziet hij nu dus al gebeuren bij de lera-ren. Ze mogen uit het gareel. Sowieso, samen naden-ken over de essentie van je vak, over het onderwijs, over hoe je jonge mensen voorbereidt op de banen van de toekomst, daar word je als leraar zelf óók en-thousiast van. Eerlijk zeggen, geldt dat niet ook voor de onderwijsmanager zelf? Lachend: ‘Zeker weten!’

Genoemd in dit artikel• 20-80 learning • Pilot Technologie & Toepassing • Pilotscholen Nieuwe leerweg • Schoolinfo

Informatie • Curio Effent• [email protected]