VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN...

12
VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN HET MENSELIJK LICHAAM.

Transcript of VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN...

Page 1: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN

VAN HET MENSELIJK LICHAAM.

Page 2: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

ZIJAANZICHT VAN DE BEENDEREN VAN HET MENSELIJK LICHAAM, BEVRIJD

VAN DE OVERIGE DELEN DIE ZE ONDERSTEUNEN EN

OP HUN JUIST PLAATS GEBRACHT.

Hij leve door de gedachte, het overige zal de dood toebehoren.

Page 3: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

ACHTERAANZICHT VAN DE BEENDEREN VAN HET MENSELIJK LICHAAM.

Page 4: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.
Page 5: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL

394

INDEX VAN DE LETTERTEKENS

gebruikt in de drie figuren die het

ganse skelet uitbeelden.

IN DE DRIE voorgaande figuren (die ik gewoonlijk

overzichtstekeningen noem) worden ongeveer dezelfde lettertekens

gebruikt, maar indien één enkel bij een bepaalde [figuur] voorkomt zal

het gemakkelijk opgemerkt worden door het nummer dat ik straks in

de Index bij de afzonderlijke lettertekens zal plaatsen. Deze is hoofd-

zakelijk bedoeld als een eenvoudige lijst met de benamingen van de

beenderen, waarbij ik eerst deze vermeld die ik bij voorkeur gebruik in

de ganse tekst van de uiteenzetting, vervolgens de Griekse, daarna

(indien er nog andere zijn) de Latijnse overgenomen uit gezaghebben-

de auteurs en zo dat zij in volgorde van belangrijkheid staan. Hierop

volgen de Hebreeuwse en in zekere zin ook Arabische, bijna alle over-

genomen uit de Hebreeuwse vertaling van Avicenna door mijn goede

Joodse vriend en vooraanstaand medicus LAZARUS de FRIGEIS (met

wie ik Avicenna pleeg te bestuderen). Maar ik heb gemeend hieraan de

benamingen in Latijnse letters te moeten toevoegen omdat de meeste

ervan voorkomen in de Arabische boeken die in het Latijn vertaald

werden. Hierom ook zullen na deze de andere terecht een plaats ver-

krijgen die overal in de Latijnse vertalingen van de Arabieren aan-

getroffen worden, samen met deze die men leest bij de scholastische

doctores (zoals zij graag genoemd worden) en in de boeken der medi-

sche foedralen van onze tijd die niet minder dan de benamingen over-

genomen uit de Latijnse schrijvers met zorg moeten bestudeerd wor-

den. Een been wordt door de Grieken dus Ïστεον genoemd maar door

de Latijnen os; door de Joden echter .73 hezem. Het kraakbeen dan

χονρος;; .*20%:% hascechusim. De namen der beenderen zullen wij

overigens het best beginnen bij de beenderen van het hoofd of de

calvaria, die door de Grieken κρανιον, κογχος, κυτος, κωλεια, σκαnιονgenoemd wordt. Calva, cerebri galea, zo noemen sommigen de ganse

ruimte van de beenderen van het hoofd die de hersenen omvat en

opgebouwd is uit acht beenderen, anderen echter slechts de plaats die

met de hoofdharen bedekt is, welke cirkel στεnανη en περιδροµος

genoemd wordt; %/0%8*% theck hamaak, %0/% %0998 chederath

Page 6: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I

395

A 2,3

B 2,3

C 3

D 2,3

" 2, 3

$ 1, 2, 3

( 2,3

* 2, 3

hamoach; Theca of olla capitis, testa capitis en scutella capitis, asoan.

De naden waarmee de beenderen van het hoofd elkaar raken worden

over het algemeen ραnαι; .*,-: scelavim; senan, direzan, adoren,

complosa genoemd.

Kroonnaad, στεnανιαια; *-*-,% hachlilii, **%:8 chascthii, arcualis,

sutura puppis.

De naad gelijkend op de Griekse hoofdletters Λ, λαµβδοιδης en we-

gens zijn gelijkenis met een u: ßψιλοιδης; **9/- lamdii; laude, hypsili,

sutura prorae.

Pijlnaad, Ïβολιαια, Õαβδοιδης. De naad die als een lans, een werpspies

of een speer voortloopt volgens de lengterichting van het hoofd; **7%checii, **9&5: scefodii; nervalis, dit vooral waar zij samenkomt met de

kroonnaad, welke plaats tevens zeudech en vooral ook Mesuae

genoemd wordt.

Deze voeg die niet het uitzicht heeft van een echte naad wordt, daar zij

slechts aan elkaar raken, samen met zijn wederhelft de "naden die

onderling schelpvormig verbonden zijn" genoemd, λεπιδοιδεις,

κροταnιαι, temporalis, squamaeformes; .**5-8 echalaphiim; cortica-

les, mendosae. De andere naden van de schedel hebben geen eigen

naam, welke deze echter zijn zal ik hier niet opnieuw uitvoerig behan-

delen.

Dit been wordt samen met zijn wederhelft de beenderen van de kruin

genoemd en zo ook βρεγµαθος, κορυnη, het zijn deze die de beende-

ren van de sinciput genoemd worden; 9898%.73 hezem hachodchod;

nervalia, paria, arcualia hoewel anderen de jukbeenderen zo noemen,

parietalia met welke benaming sommigen de slaapbeenderen bedoelen;

ossa rationis of cogitationis.

Het voorhoofdsbeen, µετωπον, bij sommigen [os] sincipitis;

%7/%.73 hezem hamezzech; coronale, os puppis capitis, os invere-

cundum, os sensus communis.

Het achterhoofdsbeen of been van het achterhoofd, Æνιον; 59&3% .73,

hezem hahoreph; os laude, os pyxis, os prorae, os memoriae. Er zijn er

die het [os] basillare noemen (omdat het een groot stuk van de schedel

vormt) ook al diende deze benaming in 't bijzonder aan het wiggebeen

gegeven te worden.

Dit been [noemt men] samen met zijns gelijke: de slaapbeenderen,

κροταnων, κορσων, κορρων λεπιδοιδης;sommigen ook λιθοιδη, lapi-

dea, lapidosa; .*397% hazedahim, .**1,!% %&/73 hazzamoth

Page 7: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL

396

q3. *.

g 2

. 1, 2, 3

E 2, 3

0 2

2 2

F 1, 2, 3

G.

haavniim; [been] van de oren al zou die naam ook passen voor de twee

beentjes die tussenkomen in de bouw van het gehoororgaan en die in

de bank waarop de tweede figuur met de ellebogen steunt met een q3

en een * weergegeven zijn. De q3 toont namelijk het beentje dat verge-

leken wordt met een aambeeld of een maaltand, de * echter datgene

dat wij vergelijken met een hamertje of met het dijbeen. Daar deze

beentjes bij de oude professoren in de Anatomie echter onbekend

waren is het ook niet te verwonderen dat zij geen naam hadden. Overi-

gens worden de slaapbeenderen door sommigen [ossa] tymparum,

mendosa, parietalia, dura, armalia genoemd.

Het op een stift of naald gelijkend uitsteeksel van het slaapbeen,

συλοιδης, γραnοιδης, βελονοιδης, πληκτρον; calcar capitis; 6/&%9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.//

Het uitsteeksel van het slaapbeen, gelijkend op een borsttepel,

µαστοιδης, mamillaris, **/)5 .73 hezem potmii.

Het met een wig vergeleken been, σnηνοιδης, door Galenus omschre-

ven als ... ßπερωον Ïστεον [“het been aan het verhemelte”] (zelfs al

reikt het nauwelijks tot aan het verhemelte), πολυµορnον. Os cunei-

forme palati, basillare, hoewel zij ook het achterhoofdsbeen zo noe-

men; %&/% ,:&/ moscav hamoach. Baxillare, paxillum, os colatorii,

os cribratum, cavilla, hoewel zij de talus ook zo noemen.

De plaats van de schedel die wij rotsachtig noemen.

De uitsteeksels van het wigvormig been, vergeleken met de vleugels

van vleermuizen; πτεριγοιδεις, *5*1, .73 hezzem chenaphii.

Deze plaats wordt samen met zijn wederhelft aan de andere zijde het

jukbeen genoemd; ζυγωµατα, ζυγοιδης, ζυγδη; 1&&% %&/73 hazamoth

hazogh. Ossa paris, paria, namen die zij ook aan de slaapbeenderen

geven, ansae ossium temporum, arcualia ossa.

In de twaalf beenderen van de bovenkaak hebben wij geen enkel letter-

teken geschreven, omdat zij geen aparte naam hebben, hoewel het

neustussenschot door sommigen os cristae zou genoemd worden.

Overigens wordt de bovenkaak γευυς genoemd, mandibula, 0&*-7%*%-% halechi hahelioi, welke benamingen tevens gebruikt worden

voor de in de drie figuren met een G getekende onderkaak, die een

vertaler van Haly Abbas in 't bijzonder Faux noemt.

In elke kaak zijn er meestal zestien tanden, Ïδοντες, .**1: scinaiim,

bevestigd, waarvan de vier middelste of voorste de snijtanden

genoemd worden, τοµεις, διχασηρες, κτενες, γελασιυοι, risorii, quate-

Page 8: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I

397

H 2

I, K, L,

M, & N

rii; .*,%%/% hamechatechim, quadrupli. Maar de twee in het midden

worden door hem apart duales genoemd. Deze die zich aan

weerszijden het dichtst bij de snijtanden bevindt wordt caninus ge-

noemd en zo zijn er in de beide kaken twee canini; κυνοδοντες; %&3-%/ &! .**,-, chelaviim of metalechoth; mordentes, sommigen

noemden ze ook risorii. De vijf die daar aan weerskanten op volgen

worden maaltanden genoemd, µυλεται, γοµnοι, molares, maxillares,

paxillares, door Cicero genuini, met welke benaming anderen deze

[tanden] noemen die gewoonlijk na de puberteit uitkomen en door de

Grieken σωnρονισηρες, κρατηρες, οψιγονοι genoemd worden, door

ons: dentes sensus ac sapientiae, verder cayseles; 9*!&11 naghvid;

negvegidi, nanged, alhalm. Maar de molaren worden in het Hebreeuws

%&1%&) tochanoh genoemd.

Het op een υ gelijkend been, υοιδες, υψιλοιδες, λαµδοιδες, παρασατη,

nαρυγετρον; het been dat het uitzicht van een υ of een Λ weergeeft;

*9/- &! */!- .73 hezem lhami of lamdii. Os linguae, os gutturis,

os laude, os morsus Adam. In de vertaling van Avicenna staat in het

hoofdstuk over de keel: Het os Alfaic dat vier zijden heeft, twee on-

deraan, twee bovenaan, en dat door een student in de anatomie niet

oppervlakkig mag bekeken worden.

Met deze lettertekens, die nagenoeg in de drie figuren te zien zijn,

wordt de rug getekend, die ραχις, ακανθα, νωτον, spina, tergum, carina

hominis, %99: scidra genoemd wordt, opgebouwd uit talrijke wervels,

σπονδυλοι; 9&*-&% chulioth; verticula, ossa fusi, die achteraan een

scherp uitsteeksel uitsturen, dat ακανθα, Siminea, adsenascem sena-

sem genoemd wordt. Overigens wordt van I tot K de hals aangeduid,

τραχηλος, αÛχην, collum; 0&91 9! 9!&7 zavor of gharron; thenon

athlas, een naam die anderen alleen voor de zevende halswervel ge-

bruiken. Verder wordt van K tot L de thoracale wervels aangeduid,

θωρακος, soms ook νωτου, µεταnρενον, pectoris [vertebrae], soms

eenvoudig [vertebrae] dorsi; %&% chaze; interscapilii. Van L tot M de

lendewervels, οσnυος, ιξυος, ψοιων, [vertebrae] renum; .*1%/mothnaim; alchatim. Vanaf M tot N wordt het sacrum voorgesteld,

ιερον, πλατυ, [os] latum; %3,)% *5 .73; lumbare, ossa clunium,

clavium, alagas, agit, abhans, abhaum, vetula, osamium, osanum,

welke benaming door anderen aan de coccyx toegekend worden. De N

is geschreven in de coccyx, κοκκυξ, σπονδυλιον, ορροπυγοιν; %73haaze; os caudae, alhosos, verder de overige benamingen die wij te

Page 9: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL

398

O 1, 2, 3

P 1, 2, 3

Q 1, 2, 3

R 1, 2, 3

8.

µ.

S 1, 2, 3

T,V1,2,3

danken hebben aan de opvatting van sommige vertalers over het sa-

crum.

Borstbeen, στερνον, met welke benaming sommigen het bovenste deel

van het been noemen, het onderste dan σηθος noemend; %&%% .53hezem hehace; thorax, asser, cossos, scutum cordis.

Het zwaardpuntigvormig kraakbeen, vergeleken met een zwaard,

ξιnοιδης, ensiformis; ,%9 **-9, .73 hezem bedelii rachauch; *1&91gheroni, *911%-!, met welke benaming het ganse borstbeen, aang-

eduid wordt. Granaatappel, zwaardvormig, mesvormig, epiglottaal

kraakbeen, schild, schild van de slokdarmmonding, het midden van de

onderste gaffel. 1, 2, 3, enz.tot aan 12. In de drie figuren worden

[hiermee] de twaalf ribben van de thorax aangeduid, zowel de ware of

echte als de valse of onechte, πλευραι; %&3-7 zelahoth.

De sleutelbeenderen, κλειδες, claves, iugula, er zijn er die ze ook

humeri noemen; .,2 scechem. Furculae of in 't bijzonder de onderste

gaffels, die zij op die manier onderscheiden van de onderkant van het

borstbeen.

Het schouderblad, éµος, éµοπλατη, ¦πινοτιος, πλατη. Het schouder-

blad wordt door de Latijnen meestal ook humerus genoemd, scoptu-

lum opertum, scoptula; %%, chatheph. Spatula, clypeus en scutum

pectoris. Overigens diudt een λ in de drie figuren het bovenste uit-

steeksel aan van het schouderblad, dat wij gewoonlijk de schoudertop

noemen, ακρωµιον, of soms met Hippocrates το ακρωµιου οστεον,

door Galenus ook κορακοιδης genoemd; .&)9% &291! agrasso chart-

om, ,9&3% *5 pi hahoreuch. Rostrum porcinum, caput ascapulae;

alacharam, manchar, algoral, destructum. Het binnenste of onderste

uitsteeksel van het schouderblad echter, in de eerste figuur aangeduid

met een µ, // wordt αγκυροιδες genoemd en door Galenus soms

κορακοιδης, σιγµοιδης. Ankervormig, op de letter C gelijkend uit-

steeksel; 5%,% 0*3 haiin hacateph. Het oog van het schouderblad, met

welke benaming ook de schouderbladdoorn wordt genoemd.

Humerus of os brachii, βραχιων. Er zijn er door wie de ulna brachium

genoemd wordt; 3&9&% %18 chane hazeroha, 973 hazad. Parvum

brachium, adiutorium brachii, canna brachii, aseth.

Gans die streek wordt de cubitus genoemd, πηχυς, éλενη, éλενον,Cubitus, ulna, welke benamingen tevens worden gebruikt voor het

onderste been van deze streek; 0*91& zandin, 3&9& zeroha, .*9&/3*%: scete hamudim. Asaid, aseid, alsahad.

Page 10: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I

399

X 1, 2, 3

Y 1, 2, 3

<.

>.

ZZ 1,2,3

' 1, 2

))1,2,3

1 1,2,3

@.

B.

D.

H 1,2,3

7 1,2,3

Het bovenste been van de voorarm, door ons radius genoemd, κερκις;

0&*-3%9&/3 hamud haelion. Focile minus brachii, canna, arundo mi-

nor brachii.

Het onderste been van de voorarm, door ons ulna genoemd en die

dezelfde benamingen krijgt als gans de voorarm, παραπηχυς, 0&%%%%9&/3 hamud hatachthon. Focile maius brachii, canna en arundo maior

en inferior brachii. Het uitsteeksel ν ervan, aangeduid in de tweede

[figuur], noemen de Grieken ωλεκρανον, κυβιτον, αγκων, sommige

Latijnen gibberum. Additamentum necatum.

Maar het met een ξ getekende uitsteeksel, dat op een stift gelijkt,

στυλοιδης.

Brachiale, καρπος, door sommigen palma, 129 rasegh. Rascha, raseta,

ascam, ossa rasete.

Postbrachiale, µgτακαρπος, ανδρων, σηθον, κτεις, κτενιον, door zeer

velen palma, pectus manus, pecten, 9*% 5% 892/ masrech chaph

haiad, alselanuat.

De vingers, δακτυλοι, %&3,7! hezbahoth.

De beenderen verbonden aan de zijkanten van het sacrum, waarvan er

aan weerszijden één voorkomt, door de professoren in de anatomie als

het ware in drie streken onderverdeeld (hoewel het niet onderbroken

is).

Het eerste is namelijk met een o getekend en wordt os ilium genoemd,

λαγονων, -2,% .73 hezem hachesel. Alharta, anchae soms lumbare.

De tweede en middelste streek, met een π getekend, wordt heupbeen

genoemd, Æσχιον, 09*% .73 hezem haiarech, os coxae, met welke

benamingen de meesten ook het ganse been noemen. Althavorat, os

pixis, os femoris, maar totaal verkeerdelijk. De derde en voorste

streek, aangeduid met een ρ, wordt os pubis genoemd, ηβης, pectinis,

%&93% *,1 gabe haherva, !,!3-! helhava. Penis pudibundum,

fenestratum os, zoals zij soms ook gewoon zijn het femur te noemen.

Het ganse been wordt in het Hebreeuws echter %&93% ,1 %&/73genoemd hazamoth ghav haherva.

Versmelting van de schaambeenderen, maar hier is afzonderlijk het

kraakbeen aangeduid, tussenkomend bij de vereniging van deze been-

deren.

Het femur of os femoris, femen, µηρος, 09*% 9%5 pachad, haiarech.

Os coxae, coxa, agis, os anchae.

Page 11: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

ANDREAS VESALIUS UIT BRUSSEL

400

J 1,2,3

L.

= 1,2,3

A,G 1,2,3

M 1,2,3

R 1,2,3

N,P1,2,3

S 1,2,3

a 2,3

b 1,2

cc 1,2,3

Het buitenste uitsteeksel van het femur dat rotator en meestal natis

genoemd wordt, τροχαντηρ µεγας, γλουτος. Malum granatum testicu-

lorum, tharuca, trachametra maior. Het kleine en binnenste uitsteeksel

echter is getekend met een υ.

De knieschijf, µυλη, gπιµυλις, µυλακρυς, κογχη, κογχον, gπιγονατις.Mola, os scutiforme, rotula genu, %,&,9!% 01/ &! 0*3 hayn of

maghen haharcuba. Oculus genu, polus, adaicon, rasga, alrasafe, ares-

fatu.

Gans dit gedeelte wordt door Celsus crus genoemd, terwijl het door

Galenus σκελος genoemd wordt, hetwelk vanaf het heupbeen of de

liezen zelf tot aan het uiteinde van de tenen reikt: het femur namelijk,

het onderbeen en de voet zelf. Zo wordt dit gedeelte begrepen tussen

de Π en de G ook nog tibia genoemd, κνηµη, 8&: scoch, met welke

benamingen ook het groter en uitwendige been van deze streek wordt

aangeduid, dat wij gewoonlijk os tibiae noemen, προκνηµιον, en soms

•ντικνηµιον, genoemd, -&91% %18 chane hagadol. Focile maius, en

arundo en canna maior of domestica cruris. Overigens wordt het uit-

wendige en slankere been, aangeduid met een ψ en door ons fibula

genoemd, ook nog περονη, παρακνηµιον, genoemd. Sura, 0)8% %18.

Focile minus, canna et arundo minor cruris.

De enkels, σnυρα, πεξα, door de Latijnen of sommige anderen worden

zij de kaken van de hiel genoemd, .*18% *1:/ .*)-&,% %&&78*%: sete chezzavoth haboletim miscene hachanim. Claviculae, cavil-

lae, cahabin. De n duidt namelijk de binnenenkel aan, de χ echter de

buitenenkel.

Het sprongbeen, αστραγαλος, αστριον, wordt in sommige Latijnse

vertalingen weinig correct malleolus genoemd, wellicht op die manier

afgeleid van de mening van sommige niet-anatomen, die beweren dat

η σnυρα hamer betekent maar in het onzijdig geslacht τα σnυραeerder hielen. Os balistae, carvilla, chahab, alsochi, -&298% hachar-

sul, .&893 haarcchom.

Hielbeen, πτερνα, καλκανεον. Os calcis; ,87 haachev. Alrip calcar

pedis.

Het been gelijkend op een boot of een schuit, σκαnοιδες, naviculare,

naviforme, %1)8%1*52 &! %&:% .73 hezem hascave of

sephinachotena.

Dit gedeelte van de voet, bestaande uit vier beenderen, wordt door ons,

evenals door de Grieken, meestal tarsus genoemd, 129 rasegh. Raseta

Page 12: VOORAANZICHT VAN DE AANEENGEVOEGDE BEENDEREN VAN …home.scarlet.be/~p4u02764/pdf/vertaling/a41.pdf · 2012. 10. 18. · 9%/ chemo marhezz; os calaminum, sagittale, clavale, acuale.

DE BOUW VAN HET MENSELIJK LICHAAM BOEK I

401

d,e,f

g

h,h 1,2,3

i,i 1,2,3

k 1,2,3

pedis en de beenderen van de raseta pedis. De drie binnenste echter,

getekend met d, e, f worden door sommigen apart χαλκοιδης,

genoemd, het buitenste echter dat aangeduid is met een g, noemen wij

het been dat op een kubus of een teerling gelijkt, κυβοιδες,

πολυµορnον, cubiforme, quadratum, *99, chardii, 9951 .73 hezem

nipirat. Grandinosum, nerdi.

Πgδιον, planta, planum, vestigium en solum, µεταταρσος, σηθον.

Pectus en pecten, -19% 892/ masrech hareghel. Alselameet.

De tenen.

Door de letter k worden de sesambeentjes aangeduid, σησαµοιδης,

%!*1*/2%-% helthesaminiath. Alsem seminiae.

EINDE VAN HET EERSTE BOEK.