Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7...

13
2) \ > ■v Gnffienummcr too /2016 Datum van uitspraak 07 MAART 2016 Notitienummef parkct DE66.RW.100100/14/SW2 Up Aangeboden op DE.001/2014 ST-012 B IN Bp HTwrudj 04 - 05 - 2016 Rechtbank van eerste aanleg Oost-VHaanderen afdeling Dendermonde strafzaken Vonnis D13M kamer

Transcript of Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7...

Page 1: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

2)\ > ■v

Gnffienummcr

too /2016

Datum van uitspraak

07 MAART 2016

Notitienummef parkctDE66.RW.100100/14/SW2

Up

Aangeboden op

DE.001/2014ST-012 BIN Bp HTwrudj04 - 05 - 2016

Rechtbank van eerste aanleg Oost-VHaanderen afdeling Dendermonde strafzaken

Vonnis

D13M kamer

Page 2: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Rcchtbank van eerste aanlcg Oost-Vfiianderen - afdehng Dcndcrmonde - DEG6.RW.10C100/14/SW2 2e blad

wonende te

2. ) ‘I geboren te 1 1 op 1

wonende te

1. TENLASTELEGGINGEN

A.

de eerste en de tiveede

Om het wanbedrijf uitgevoerd te hebben of om aan de uitvoering ervan rechtstreeks medegewerkt to hebben, door enigo daad, tot de uitvoering zodanige hulp verleend te hebben dat zonder zijn bijstand het misdrijf niet kon gepleegd worden,

bij inbreuk op artikel 17 van het decreet van 4 februarl 1997 houdende de kwaiiteits- en veiligheidsnormen van kamers en studentenkamers, zoals gewijzigd door het decreet van 7 juli 2006, als verhuurder hetzij rechtstreeks, hetzij via tussenpersoon, als persoon die het goed ter beschikking stelt met het oog op bewoning, hetzij rechtstreeks, hetzij via tussenpersoon of als eventuele onderverhuurder hetzij rechtstreeks, hetzij via tussenpersoon een kamerwoning of een kamer die nict voldoet a an de vereisten van artikelen 4, 6 en 7 van hoger vernoemd decreet te hebben verhuurd, te huur gesteld of te hebben ter beschikking gesteld namelijk

als verhuurder, in het pand gelegen te •, kadastrnalgekend als . eieendom vaneeboren te op en van geboren te

beiden wonende tebij akte verleden door notaris te op 08.01.2009 {2de

registratiekantoor , register );

Lkamer B3 op de eerste verdieping, volgens het technisch verslag ongeschikt voor bewoning, te hebben verhuurd aan en

Te in de periode van 15.05.2013 tot 11.08.2013 (st. 2, 4-6, 60, 67)

2. kamer B5 op de eerste verdieping, volgens het technisch verslag ongeschikt voor bewoning, te hebben verhuurd aan

, geboren te op

IN DE ZAAK VAN HET OPEN BAAR MINISTERS ThGEN :

u •

DO i-T;

OO

Page 3: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Rechtbank var eerste aonleg Oos: Vlaorujeren - afdding De'idcrmonde - DE66.RW.100100/14/SW2 V? bloc

Te in de perlode van 15.05.2013 tot 11.08.2013 (st. 2, 5-6, 62, 67)

B.

de eerste en de tweede

Om het wanbedrijf uitgevoerd te hebben of om aan de uitvoering ervan rechtstreeks medegewerkt te hebben, door enige daad, tot de uitvoering zodanige hulp verleend te hebben dat zonder zijn bijstand het misdrijf niet kon gepleegd worden,

Bij inbreuk op de artikel 5, strafbaar gcsteld door artikel 20§1 ai 1 van het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als verhuurder, als eventuele onderverhuurdcr of als persoon die een woning ter beschikking stelt, een woning die niet voldoet aan de vereisten en normen van artikel 5 rechtstreeks of via tussenpersoon verhuurd, te huur gesteld of ter beschikking gcsteld te hebben met het oog cp bewoning, zoals gewijzigd door het Decreet van 29 maart 2013 houdende wijziging van diverse decreten wat de woonkwaliteitsbewaking betreft, vanaf 11.08.2013

als verhuurder, in het pand gelegen te kadastraalgekend als eigendom vangebaren te op en van geboren te

op beiden wonende te, bij akte verleden door notaris te op 08.01.2009 (2dc

registratickantoor register );

JLkamer B3 op de eerste verdieping, volgens het technisch versiag ongeschikt voor bewoning, te hebben verhuurd aan en

Te in de periode van 11.08.2013 tot 01.07.2014 (st. 2, 4-6, 60, 67)

2.kamer B5 op de eerste verdieping, volgens het technisch versiag ongeschikt voor bewoning, te hebben verhuurd aan

Te in de periode van 11.08.2013 tot 01.07.2014 (st. 2, 5-6, 62, 67)

Page 4: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Rechtbank van eerste aanlpg Oost-Vtaanderer - afdeling Dende^monde - DE66.RW.100100/1‘VSW2 4c bfad

VERMOGEN5VOORDEEL : Art. 42 en 43 Bis S.W.B.

Do eersto on de tweede tevens gedagvaard toneindc zich overecnkorrstig art. 42 en 43bis van het Strafwetboek, te horen veroordelen tot de bijzoadere verbeurdverklaring van 9.750 euro zijndc

hetzij de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkrcgen, hetzii goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld, hetzij inkomsten uit belegde voordelen,

waarbij de rechter, indien de zaker, niet kunnen worden gevonden in hot vermogen van de bcklaagde, do geldwaarde ervan dient te ramen ( het equivalent bedrag).

Berekening:

-huuropbrengst van vvoning B3 gedurende 13 maanden aan een maandefijkse huurprijs van 375 euro = 4.875 euro-huuropbrengst van woning B5 gedurende 13 maanden aan een maandelijkse huurprijs van 375 euro = 4.875 euro

ZUNDE OOKINZAKE:

9S? ■ DE WOONINSPECTEUR, bevoegd voor het grondgebied van het Vlaamse

Gewest, met kantoren gevestigd te 9000 Gent, Virginie Lovelinggebouw, Koningin Maria Hendrikaplein 70 bus 93;

—* Eiser tot herstel.

Z. PROCEDURE

De rechtbank nam kennis van:

de rechtsgeldig betekende dagvaarding van het Openbaar Ministerie houdende aanhangigmaking en dagstelling voor de terechtzitting van 16 november 2015, datum waarop de zaak op verzoek van de verdedieing werd uitgesteld naar de terechtzitting van 08 februari 2016; de processen-verbaal en de overige stukken van de rechtspleging.

Page 5: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

RccMbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen - afdeling Dendormonde - Dfc66.KW 100100/14/SW? Sc blad

De rechtbank aanhoorde op de ooenbare terechtzitting van 08 februari 2016, datum waarop de zaak werd behandeld en in beraad werd genomen:

S de eiser tot herstel, De Wooninspecteur, in zijn eis, vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr, E. Lewyllie loco mr. V. Tollenaere, advocaatte Gent;

•/ het Openbaar Ministerie in de persoon van E. Hubain, substituut Procureur des Konings, in haar voordracht van de zaak en in baar eis;

S de eerste beklaagde, en de tweede beklaagde, inhun middeien van verdediging, vertegenwoordigd door hun raadsman, mr. F. Van Royen, advocaat te Sint-Niklaas.

* t *

Actualisatie tenlastelegging A

Het decreet van 4 februari 1997 houriende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers werd opgeheven bij decreet van 29 maart 2019 houdende wijziging van diverse decreten wat de woonkwaliteitsbewaking betreft, AS 1 augustus 2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen, 65 1 augustus 2013 (ed. 1)) en de overtreding van de2e normen is thans strafbaar op basis van artikel 20 § 1 van de Vlaamse wooncode met mildere straffen (een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een geldboete van 500 tot 25.000 euro of met een van die straffen alleer), zodat deze laatste strafbepaling conform artikel 2 van het strafwetboek dient te worden toegepast.

3. BEOORDELING OP STRAFGEBIED

3.1. De feiten

Op 15 mei 2013 gaan onderzoekers van het agentsehap van Wonen-Vlaanderen over tot onderzoek van een pand gelegen aan de te Eerste entweede beklaagde zijn de eigenaars van dit pand. De onderzoekers van Wonen- Vlaanderen stellen vast dat de woning niet voldoet aan de minimale kwaliteitsvereisten. Het pand omvat een zelfstandige woning op het gelijkvloers en 5 kamers op de tussenverdieping, de eerste verdieping en de tweede verdieping.

De woning loopt de volgende strafpunten op:

Page 6: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Rechtbank van cerstc aanleg Oost-Vlaandcrcn - afdeling DendermomJc - DE66.RW. 100100/WSW2 S«* blad

zelfstandige woning: 118 strafpunten; kamer 3, 4, 5, 6 en 7: 45 strafpunten.

Na de eerste inspectie weigeren de eigenaars echter iets te ondernemen, zodat de wooninspectie op 16 januari 2014 opnieuw een controle ter plaatse uitvoert.

- Woning B1 + B2 is niet bewoond.Kamer B3 wordt gehuurd door voor 375 euro per maand(FWG inbegreper,) sinds 1 September 2011.

- Kamer B5 wordt gehuurd door voor 375 euro per maand (EWGinbegrepen) vanaf 6 februari 2012.De overige kamers zijn niet toegankelijk of worden niet verhuurd.

Het gebouw is niet brandveilig en loopt daardoor 15 strafpunten op. De gemeenschappelijke badfunctle en toilet loopt 13 en 16 strafpunten op.

- De woning B1 en 32, kamer B4, B6 en 37 lopen 15 punten op door gebreken aan het gebouw.

- Kamer B3 heeft verschillende gebreken: insijpelend vocht aan het plafond, doorslaand vocht door de muren, het lichtpunt werkt niet en er is geen vast verwarmingsapparaat, geen leuning aan de keldertrap, geen eigen brievenbus, te kieine oppervlakte, gebrekkige keukenfunctie. Kamer B3 loopt in totaal 94 strafpunten op.

- Kamer 85 heeft ook verschillende gebreken: doorslaand vocht met schade, verweerde ramen, te weinig stopcontacten, geen vaste verwarming, geen leuning aan de keldertrap, geen eigen brievenbus, te kieine oppervlakte, gebrekkige interne keukenfunctie. De kamer loopt in totaal 111 strafpunten op.

Beklaagde verklaart het pand te willen renoveren onder begeleiding van eenarchitect. Op 2 maart 2015 is er nog geen melding van herstel. Ook bij de behandeling van de zaak wordt er geen melding gemaakt van enig herstel.

3.2. Grond van de zaak

Het bij artikcl 6.1 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden gewaarborgde recht op een eerlijke behandeling van dc zaak houdt in dat de beslissing op de strafvordering melding maakt van de overwegingen die de rechtbank van de schuld of onschuld van de beklaagde hebben ovcrtuigd en dat zij minstens de voornaamste redenen aangeeft waarom de tenlasteleggingen al dan niet bewezen worden verklaard, ongeacht of een conclusie wordt ingediend. Het recht op een eerlijke behandeling van de zaak houdt in dat, ook bij ontstentems van een conclusie, de beslissing omtrent de schuld met redenen wordt omkleed (Cass. 8 juni 2011 (P.11.0570.F), N.C. 2012/2, 170-171 en AC 2011, nr. 391).

Page 7: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Rechtbank van eerste aanleg Uosl-VIdandcren - afdelmg Derdernondc - DE66.RW I00100/K/5W2 7e blad

De rechter voldoet aan deze verdragsrechtelijke verplichting door vast te stellen dat de beklaagde de gegrondheid van de strafvordering niet betwist of door de concrete redenen te vermelden, zij het op beknopte wijze, die hem hebben ovcrtuigd van zijn onschiild of schuld (Cass. 23 oktober 2012 (P.2012.0300.N)).

De feiten van de tenlasteieggingen Aen B worden door de verdcdiging van eerste en tweede beklaagde niet betwist en kunnen hen materieel en moreel worden toegerekend.

3.3. Straftoemeting

De feiten A en B in hoofde van eerste en tweede beklaagde zijn gepleegd met eenzelfde strafbaar opzet, zodat conform art. 65, lid 1 5w. slechts een straf dient te worden opgelegd, nl. de zwaarste.

De straf moet worden bepaald gelet op de aard en de cbjectieve ernst van de bewezen verklaarde feiten, de begeleidende omstandigheden en de persoonlijkheid van beklaagden zoals die blijkt uit bun strafrechtelijk verleden, gezinstoestand en arbeidssituatie, voor zover de rechtbank gekend. Niettemin dient de straftoemeting niet enkel de vergeldingsbehoeftc te diener., doch moet deze ook oog hebben voor de algemene en speciale preventie. De sanctionering moet dan ook van aard zijn de beklaagden ervan te weerhouden zich in de toekomst nog aan dergelijke feiten schuldig te maken.

De feiten zijn ernstig. Illegale verhuring van onbewoonbare panden en krotwoningen betekent een ernstige inbreuk op de veiligheid van de bewoners en op hun levenskwaliteit. Dergelijk handelen m3akt een inbreuk op een fundamentee! grondrecht, nl. het recht op een menswaardig leven, zoais gewaarborgd door artikel 23 van de grondwet. Beklaagden dienen hun taak als verhuurders ernstiger te nemen: verhuurde woningen of kamers dienen te voidoen aan de vereisten van de Vlaamse wooncode en mogen niet ter beschikking gesteld worden in omstandigheden in strijd met de menselijke waardigheid.

Uit het strafdossier blijkt dat nadat een besluit van ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring was tussengekomen, beklaagden toch verder gingen met de verhuur van de kamers, hoewel het niet meer menswaardig was om deze te bewonen.

Eerste beklaagde genoot van herstel in eer en rechten op 3 mei 200/. Naast1 veroordeling voor verkeersinbreuken, werd beklaagde door de corrcctionele rechtbank te leper van 23 april 2012 veroordeeld tot een geldboete van 100 euro. Tweede beklaagde heeft een bianco strafregister.

Page 8: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Rechtbank van eerste aameg Oost-Vlaanderen - afdeling Dendermcnde - DEbb.RVV.10U100/14/5W2 8e blad

Op de vraag tot opschorting van eerste en tweede beklaagde wordt niet ingegaan, gclet op de ernst van de feiten. Ook na een eerste tussenkomst van de wooninspectie, gingen beklaagde door met het verhurert van een onbewoonbare kamers ! De ten lastc van beklaagden bewezen verklaarde feiten, zoals voormeld, zijn bijgevolg te zwaarwichtig om het verlenen van de gunst van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling aan beklaagden te verantwoorden. Deze gunst zou onvoldoende bijdragen tot de bewustwording van beklaagden dat dergelijke feiten op generlei wijze kunnen getolereerd worden en onder geen beding voor herhaling vatbaar zijn.

Het komt de rechtbank gepast voor om aan beide beklaagden de minimum geldboete op tc leggen. Om beklaagde aan te sporen zich in de toekomst te onthouden van het plegen van strafbare feiten, wordt een deel van de geldboete met uitstel opgelegd gedurende een proeftermijn van drie jaar. De rechtbank is van oordec! dat de hierna bepaalde straffen aan de beoogde preventive en repressive doelen tegemoet komen. Om precies van aard te zijn de beklaagden de ernst en de draagwijdte van zijn fouten te leren inzlen alsook als duidelijke waarschuwing die hen ertoe moeten aanzetten in de toekomst hun verantwoordelijkheid ernstiger op te nemen, kan deze straftoemeting, met betrekking tot de geldboete niet op oen rnildere wijze worden toegepast. Een grotere mildheid betonen zou trouwens getuigen van een permissiviteit die niet langer van aard zou zijn de beklaagden aan te zetten tot meer zin voor verantwoordelijkheid en discipline en tot het respecteren van de regels van de Vlaamse Wooncode,

In hoofde van de eerste en tweede beklaagde wordt door het openbaar ministerie schriftelijk de bijzondere verbeurdverklaring gevorderd van een bedrag van 9750 euro, wnarmee voldaan werd aan artikel 47 en 43bis van het Strafwetboek.

Beklaagden maken het aannemelijk dat hun huurders slechte betalers waren. Het genoten voordeel wordt dan ook door de rechtbank ex aequo et bono begroot op 100 euro per appartement per maand (cfr. de door beklaagden voorgelegde dading met een van hun huurders). Dit vermogensvoordeel is voor de helft in het vermogen van elk van de beklaagden gevallen. Dit heeft als gevolg dat in hoofde van elk van de beklaagden een vermogensvoordeel van 50 euro x 13 x 2 = 1.300 euro werd genoten.

Dit voordeel dient door de rechtbank te worden verbeurd. Het bekomen vermogensvoordeel maakt immers inherent deel uit van het bewezen verklaarde misdrijf. Het gaat dan ook niet op om het misdrijf als bewezen te verklaren en dan te zeggen dat men de bekomen voordelen mag benouden. Dit is een bijkomend signaal naar eerste en tweede beklaagde om hen bewust te maken dat dergelijke misdrijven niet tonend zijn.

Page 9: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Recti thank van eerste aanleg Oost-Vlaandcrcr - afdeling Deader monde - DE66.RW.lOOl.GO/14/SW2 9e blad

4. BEOORDELING OP BURGERLIJK GEBIED

4.1. Herstelvordering van de wooninspecteur

De wooninspecteur vordert de herbestemming of de stoop binnen een termijn van 10 maanden tegen een dwangsom van 125 euro per dag per veroordeelde bij vertraging, met machtiging tot ambtshave herstel en verhaal van de kosten en de uitspraak uitvoerbaar te verklaren bij voorraad. De Stad sluit zich bij beslissing vanhet college van 24 maart 2014 aan bij de vordering van de wooninspecteur.

De wooninspecteur wijst er terecht op dat geen vergunning is toegekend om het pand om te vormen tot een kamerwoning De wooninspecteur vordert bijgevolg terecht de herbestemming of de sloop. Deze vordering is wettig, niet-kennelijk onrcdelijk en dient te worden toegestaan. Eerste en tweede beklaagde zijn immcrs perfect in de mogelijkheid - los van hun plannen om over te gaan tot een totale renovatie van het pand - tegen geringe kosten om de krotwoning terug om te vormen naar de vergunde toestand. Een uitvoeringstermijn van 1 jaar komt de rechtbank gepast voor. De wooninspecteur dient gemochtigd te worden om zelf in herstel te voorzien. Om beklaagden echter aan te sporen vrijwillig over te gaan tot herstel, wordt aan elk van de beklaagden een dwangsom opgelegd van 125 euro per dag vertraging voor het niet binnen de opgelegde termijn uitvoeren van het herstel van de inbreuken, met een maximum van 10.000 euro. De dwangsomtermijn van 1385h/s van het gerechtelijk wetboek wordt uitgesloten. Daar er geen veiligheidsrisico's aan het pand zijn verbonden, wordt niet ingegaan op de vordering van de wooninspecteur om huidig vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.2. Ambtshalve aanhouden van de burgerlijke belangen

Omdat de door de beklaagden gepleegdo rnisdrrjven mogelijk schade hebben veroorzaakt, houdt de rechtbank de burgerrechtelijke belangen ambtshalve aan, in toepassing van artikel 4 V.T.Sv., zoals gewijzigd bij artikel 2 van de Wet van 13 april 2005 (B.S. 03.05.2005).

Page 10: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Rechtbank van eeisie aanleg Oost-Vlaancferen - afdeling Oendermonde - DE66.RW.100100/14/SW2 10* blod

5. TOEGEPASTE WETTEN

Wet van 15 juni 1935, art. 2, 11 tot 14, 21 tot 24, 31 tot 37, 40, 41;Wetb. van strafvordering, art. 162, 182, 124, 185, 189, 190, 190ter, 194, 195; Strafwetbock, art. 2, 38, 39, 40, 42, 43bis, 50, 65, eerste lid, 66;Wet van 5 maart 1952, art. 1, gew. programmawet d.d. 24.12.1993, art. 1; gew. art.36 Wet 07.02.2003; Art. 2 en 3 van de Wet van 28.12.2011 houdende diverse bepalingen inzake justitie (B.S. 30.12.2011); (opdeeiemen)Art. 6 Programmawet II van 27.12.2006;W.01.08.1985, art. 28, 29, gew. art. 1 X.B. 31.10 2005 (25 euro);Wet van 29 juni 1964, art. 8§1; gew.W. 10.2.1994; (uitstel);Wet van 17.4.1878, art. 3 en 4; burg. wetb. art. 1382,Wetb. strafrecht, art.44, 45; (BP).

OM DEZE REDENEN,

DE RECHTBANK, RECHTDOENDE OP TEGENSPRAAK

1.

VERKLAART eerste boklaagde SCHULDIG aan de feiten omschreven ondcr de hierboven vermelde tenlasteleggingen A en B;

TOEPASSING makend van artikel 65, lid 1 van bet Strafwetboek;

VEROORDEELT eerste beklaagde voor deze feiten samen tot een GELDBOETE van VIJFHONDERD EURO, verhoogd met 50 deciemen (x 6) of 3.000,00 euro;

ZEGT dat bij niet betaling binnen de door de wet bepaalde termijn de lastens de beklaagde uitgesproken geldboete kan worden vervangen door een gevangenisstraf van 3 maanden.

Verleent eerste beklaagde GEWOON UITSTEL van de tenuitvoerlegging van een gedeelte van driehonderdviiftig euro, verhoogd met 50 deciemen (x 6) of 2.100,00 euro voor een periode van drie jaar, de vervangende gevangenisstraf voor het gedeelte met uitstel bepaald op 75 dagen.

Wijst eerste beklaagde er op dat het uitstel van rechtswege herroepen wordt ingeval gedurende de proeftijd een nieuw misdrijf is gepleegd dat veroordeling tot een criminele straf of hoofdgevangenisstrnf van meer dan zes maanden zonder uitstel ten gevolge heeft gehad.

Page 11: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Rcell!bank wan eciste aanleg Oosl-VUcnbcren - afdeling Dendermonde OE66.RW.100iOO/14/SW2 lie blad

Biizondere verbeurdverklaring

Verklaart eerste beklaagde verbeurd van 1.300 euro aan vermogensvoordelen.

* * *

2.

VERKLAART tweede beklaagde SCHULDIG aan de feiten omschreven onder de hierboven vermelde teniastelcggingen A en B;

TOEPAS51NG makend van artikel 65, lid 1 van bet Strafwetboek;

VEROORDEELT tweede beklaagde voor deze feiten samen tot een GELDBOETE van VIJFHONDERD EURO, verhoogd met 50 deciemen (x 6) of 3.000,00 euro;

ZEGT dat bij niet betaiing binnen de door de wet bepaalde termijn de lastens de beklaagde uitgesproken geldboete kan worden vervangen door een gevangenisstraf

van 3 maanden.

Verleent tweede beklaagde GEWOON U1TSTEL van de tenuitvoerlegging van een gedeette van driehonderdvijftig euro, verhoogd met 50 deciemen (x 61 of 2.100,00 euro voor een periode van drie jaar, de vervangende gevanRenisstraf voor het gedeelte met uitstel bepaald op 75 dagen.

Wijst tweede beklaagde er op dat het uitstel van rechtswege herroepen wordt ingeva! gedurende de proeftijd een nieuw misdrijf is gepleegd dat veroordeling tot een criminele straf of hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden zonder uitstel ten

gevolge heeft gehad.

Biizondere verbeurdverklaring

Verklaart tweede beklaagde verbeurd van 1.300 euro aan vermogensvoordelen.

Bijdragen - vergoeding - kosten

SPREEKT in hoofde van eerste en tweede beklaagde de verplichting uit om ELK EENMAAL een bedrag van 25,00 euro, met 50 deciemen verhoogd, 150,00 euro bedragende, te betalen bij wijze van bijdrage tot financiering van het Ponds tot financiele hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden;

Page 12: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaandcren - afdoling Oendcrmcnde - DE66.RW.100100/14/SW2 J?e blad

Legt eerste en tweede beklaagde bovendien ELK een vergoeding op voor de kostprijs van de strafprocedure van 51,20 euro overeenkomstig artikel 91, 2C' lid en 14S van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende aigemeen reglement op dc gerechtskosten in strafzaken, zoals gewijzigd bij KB van 13 november 2012 (B.5. 29/11/2012).

VEROORDEELT eerste en tweede beklaagde hoofdelijk tot de gcrcchtskostcn, tot op heden begroot aan de zijde van het openbaar ministerie op de son van 223,17 euro.

OP BURGERLIJK 6EBIED

Beveelt eerste en tweede hoofdelijk on een andere bestemming te seven aan het oand gelep.en te (kaoastraal gekond als

overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimteiijke Ordening van 15 mei 2009 of om de woning of het goed te slopcn, tcnzij de sloop ervan verboden is op grond van wettelijke, decretale__of reglementaire bepalingen.

Zegt voor recht dat dit herstel dient te worden gerealiseerd binnen een termijn van 1 jaar na het in kracht van gcwirsdc gaan van cit vonnis.

Zegt voor recht dat de beklaagden na uitvoering van de werken de wooninspecteur en het college van burgemeester en schepenen dient te verwittigen.

Zegt voor recht dat indien de piaats niet wordt hersteld binnen een termijn van 1 jaarde wooninspecteur en het college van burgemeester en schepenen vanworden gemachtigd om van ambtswege in de uitvoering ervan te kunnen voorzien.

Zegt voor recht dat wanneer de overtreders in gebreke blijven zij verplicht zijn alle uitvoeringskosten te vergoeden op vertoon van eer staat, opgesteld door de overhead of begroot en uitvoerbaar verklaard door de beslagrechter in de burgerlijke rechtbank.

Zegt dat een dwangsom zal worden opgelegd van 125 euro per beklaagde per dag vertraeing bij de niet-uitvoering van het herstel, met een maximum van 10.000 europer beklaagde.

Zegt vcor recht dat de voorgemelde termijn enkel aan de hoofveroordeling wordt gekoppeld en geen dwangsomtermijn is in de zin van artikel 1385his Ger.Wb.

Machtigt de wooninspecteur en het college van burgemeester en schepenen om de kosten van artikel 17bis, § 2 Vlaamse wooncode te verhalen op de eerste en de tweede beklaagde.

Page 13: Vonnis 07-03-2016.pdf2013 (ed. 1)) met ingang van 11 augustus 2013. Dc normen van artikel 4, 6 en 7 van het decreet van 4 februari 1997, werden overgenomen in het besluit van de Vlaamse

RechtbarM van eefste aanleg Oosi-Vlaand*ran • afdeiing Uendermonde - DS66.RW.io0l.0O/l4/SW2 I3e Slad

Zegt voor recht dat zij deze kosten dienen te vergoeden op vertocn van een staat, opgesteld door de overheid of begroot en uitvoerbaar verklaard door de beslagrechter in de burgerlijke rechtbank.

HOUDT de burgerlijke belangen AAN overeenkomstig artikel 4 van de Wet houdende de voorafgaande tite! van het Wetboek van Strafvordering, zeals gewijzigd bij artikel 2 van de Wet van IB april 2005 (B.S., 03 mei 2005);

Ailes gebeurde in de Nederlondse tool overeenkomstig de wet van 15 juni 1935.

Aldus gewezen en uitgesproken in openbare terechtzitting vanZEVEN MAART TWEEDUIZEND ZESTIEN

Aanwezig:

V. Roelants, rechter, voorzitter van de D13M kamer,V. Kochuyt, substituut Procureur des Konings,G. De Visscher, griffier,

G. DE VISSCHER

Niet t© registreren.□e Onwan

*