Voltigeboek voor kinderen - Startpagina -...
Transcript of Voltigeboek voor kinderen - Startpagina -...
Voltigeboek voor kinderen
2
Oorspronkelijke titel: Das Buch vom Voltigieren fur Kinder
Tekst Ulrike Rieder Tekeningen van Silke Ehrenberger Bewerkt door Leo Langelaan
3
Voltigeren is een leuke paardensport. Voltigeren is een heel bijzondere vorm van
paardensport. Bij deze sport leer je je heel handig en gemakkelijk te bewegen op de rug van een
paard.
4
Het is de beste manier om met
paardensport kennis te maken. Waar
vindt je een betere
mogelijkheid om met een
paard en met andere kinderen in een groep bezig te zijn.
Voltigeren is een leuke sport voor kinderen
die van paarden houden en die ook plezier beleven aan gymnastiek en kunstjes doen.
5
Het is een heerlijk gevoel om de dansende rug van
een paard te zitten en de bewegingen te voelen.
Helemaal geweldig is het om los op een galopperend paard te staan.
Het is ook veilig omdat het paard door de longeur
wordt vastgehouden en niet kan wegrennen.
6
Waar kun je voltigeren? Er zijn in Nederland helaas nog niet zo veel
mogelijkheden om te voltigeren, maar het worden er wel steeds meer. Als je goed zoekt,
op internet bijvoorbeeld, kun je misschien
toch wel en manege of vereniging vinden, niet te ver bij jou uit de buurt vandaan, waar wordt
gevoltigeerd.
7
Wat heb je nodig om te
voltigeren? Omdat het veilig is, is er
geen speciale beschermende
kleding nodig zoals een cap of stevige schoenen. Om te
voltigeren heb je gewone sportkleding nodig: een
lange of korte
gymnastiekbroek (legging) en een niet te ruim shirt of trui. Aan de voeten heb je gym- of
balletschoentjes.
Bij demonstraties of
wedstrijden dragen alle leden van de groep
dezelfde pakjes met lange gymnastiekbroek (legging).
Vaak kun je met de andere
kinderen van je groep overleggen hoe je
wedstrijdpakje er uit moet zien. Je ouders
zullen je daar wel bij willen helpen.
8
Bij de voltigelessen zorg je dat je lange haren
zijn samengebonden en niet voor je ogen en in
je gezicht kunnen slingeren. Bij wedstrijden hebben alle kinderen hun haren zo veel
mogelijk gelijk opgestoken.
Bij voltigelessen en zeker ook bij de
wedstrijden worden sierraden, zoals oorbellen, ringen, armbanden,
halskettingen thuisgelaten omdat je
daarmee jezelf en je
teamgenoten zou kunnen verwonden.
9
Je voltigegroep is een eenheid. Je voltigegroepje, het voltigepaard en de longeur
vormen samen een eenheid. Voltige is een teamsport. Je doet
het niet alleen.
Je hoeft in het begin ook niet bang te zijn. Je zult
altijd door de rest van de groep als vriend of vriendin worden opgenomen.
10
De groep houdt rekening met beginners en
met kinderen die niet zo lenig zijn of die
minder vlug iets leren. Bij het voltigeren
help je elkaar altijd, zowel bij de lessen
als bij
demonstraties en wedstrijden. Voor
de groep is het
belangrijk dat alle kinderen zo veel mogelijk
naar de lessen komen en goed meedoen.
Gymnastiek op de rug van een paard geeft met elkaar dubbel zo veel plezier.
11
Het voltigepaard is je vriend.
Een voltigepaard
heeft heel
bijzondere
eigenschappen. Het is
vriendelijk en geduldig en houdt van
kinderen. Voltigepaarden zijn meestal stevig
gebouwd en goed gezond. Ze worden speciaal voor voltige opgeleid.
12
Het voltigepaard kun je echt
vertrouwen. De hele groep houdt van het paard en
het paard houdt van de kinderen. Het paard zal
het fijn vinden als je bij
de voltigeles een wortel of droge
boterham meebrengt want
daar zijn ze dol op.
13
Het verzorgen van het paard hoort er
bij. Voor en na de voltigeles moet het paard natuurlijk gepoetst en verzorgd worden. Als je
niet weet hoe dat moet, vraag je aan de
voltige-
instructeur hoe je met rosborstels, zachte borstels en harde borstels en een
hoevenkrabber moet omgaan.
14
Je zult ook leren hoe je
met het paard moet om-
gaan, hoe je er mee moet lopen en waar je op moet
letten als je in de buurt van een paard bent.
Dat je rustig moet zijn en dat je moet voorko-
men dat een paard schrikt.
15
Uitrusting van het paard: optuigen Om te voltigeren heeft het paard een bijzonder
tuig nodig. Het belangrijkste is de voltigeersingel met de twee handgrepen, een
handlus en aan beide kanten een beenlus.
Onder de voltigeersingel ligt de onderlegger: een dikke strook schuimrubber in een hoes.
En daaronder ligt het voltigeerdek Dit alles wordt op de rug van het paard vastgemaakt.
Hoofdstel
Bijzet teugels Beenlus
Hand lus
Hand greep
Dek
Longeer zweep
16
Daarnaast is er ook een hoofdstel en de
verbinding tussen de
voltigeersingel en het
hoofdstel: de bijzetteugels.
Met de
longeerlijn en de
longeerzweep wordt het paard gestuurd en in de juiste
gang gehouden.
Kijk tijdens de voltigeles maar naar de oudere
voltigeurs en naar de instructeur hoe zij het paard voorbereiden en optuigen. Al gauw kun
je daar zelf bij helpen.
17
Voltigeren is niet moeilijk.
Bij het voltigeren stuurt de longeur het paard
op een grote cirkel. Hij zorgt er voor dat het paard rustig en regelmatig
loopt. Dan kun je je goed op
de oefeningen op het paard concentreren.
Eerst gaat het in stap, dan in draf en later ook in galop.
18
Je moet leren je evenwicht op het paard te be-waren zonder dat je het paard hindert. Daarom
begin je met eenvoudige zitoefeningen. Het is helemaal niet moeilijk om op een paardenrug
te blijven zitten en dan de handgrepen van de
singel los te laten.
19
Bij het voltigeren gebeurt er van
alles. Elke les begint met opwarm en
lenigheidoefeningen. Vooral in de winter, als
het erg koud is in de manege, is het opwarmen van de spieren erg belangrijk. De
oefeningen worden eerst geoefend op een oefenpaard, een ton met
handvatten erop
zoals op deze tekening
te zien is.
20
Hierbij kunnen vaak ook de ouders van de
voltigeurs helpen. Ieder gaat op zijn beurt op
het paard. Je moet goed opletten wanneer je aan de beurt bent. Na de les help je weer het
paard uitstappen en de gebruikte spullen op te ruimen.
21
Zo kom je op het paard en er ook
weer af. In het begin lijkt het
voltigepaard heel hoog.
Maar, het is niet zo moeilijk
om er op te komen.
Je begint met een paard
dat stil staat en iemand helpt je er op.
Later loop je met het
paard mee in stap of galop en probeer de
zelfde passen te maken als het paard.
22
Als je er weer af wilt,
zwaai je een been over de hals van het paard of je
zwaait met beide benen naar achter
over de
paardenrug.
Je leert vanaf het begin hoe je
zonder angst te
hebben veilig op je voeten moet
landen.
Bij het oefenen kom je ook
wel eens onvrijwillig op de grond. Maar de
grond is zacht dus
dat doet vrijwel nooit pijn.
23
Voltigespelletjes zijn spannend.
Voor de afwisseling kun je veel verschillende voltigespelletjes doen.
Bij sommige
spelletjes moet je snel en
handig zijn, bij andere
moet je je
juist goed kunnen
concentreren.
24
Bij alle spelletjes is het belangrijk dat je je aan
de spelregels houdt en goed met
de hele groep samenwerkt.
Met spelletjes kun
je veel plezier
hebben. Maar je moet vooral ook
goed rekening houden met je
paard. Dan doet het
paard ook graag mee.
Leuke en spannende spelletjes kun je vast ook wel zelf bedenken. Misschien heb
je al wel een leuk
idee voor de volgende
voltigeles.
25
Voltige is steeds weer anders.
Er zijn heel veel
verschillende mogelijkheden om op
een paard
gymnastiekoefeningen te doen.
Je kunt op- en afspringen, zwaaien en balanceren, zitten,
knielen of staan, alleen, met
tweeën of met drieën .
Stapsgewijs zul je alle verplichte oefeningen
leren die je later tijdens een wedstrijd moet laten
zien. De tekeningen tonen enkele
voorbeelden: de molen,
knielen en de
schaar.
26
Voltigeren is het leukst als het paard
galoppeert, omdat je dan echt vaart kunt
maken. Al snel zul je voltigeren in galop het leukste vinden.
Zou je de hierbij
afgebeelde küroefeningen ook niet graag in galop
willen doen?
27
Met een, twee of drie voltigeurs op
een paard. Samen kunstjes doen op het paard is het leukst. Bij de vrije oefeningen (de kür) kan
elke voltigeur zijn sterkste kant laten zien.
Je kunt daarbij zelf oefeningen met tweeën en
met drieën bedenken. Elke voltigeur doet wat hij
het leukste
vindt en waarvoor
hij het meest
geschikt is.
De grotere en
sterkere voltigeur zit onderop en tilt een andere op. De lichtere voltigeur staat
bovenop. De goede turners blinken uit met vlotte afsprong of met een schouderstand.
28
Belangrijk is dat ieder op de ander vertrouwen
kan en het daardoor allemaal klopt. Bedenk
zelf nieuwe oefeningen en probeer ze met elkaar uit.
Eerst op de
“ton” en pas
daarna op het paard.
29
Het grote optreden. Als je genoeg hebt geoefend, kun je bij een
demonstratie laten zien wat je zoal geleerd hebt. In sommige gevallen kun je verkleed
een voorstelling geven.
30
Later kun je met je groep aan wedstrijden
deelnemen. Daar worden in de hogere
wedstrijdklassen alle oefeningen in galop verlangd. Voor beginners is er de
mogelijkheid om delen van de oefeningen in stap te doen. Voltigeurs, paard en longeur
moeten er dan keurig uitzien. De wedstrijden
zijn altijd heel gezellig en het is leuk om te zien hoe andere groepen het
doen. Je kunt ook vrienden en vriendinnen maken met
voltigeurs van de
andere verenigingen.
31
Voltigeren kan het rijden
ondersteunen. Als je kunt voltigeren is het niet moeilijk om
met paardrijden te beginnen. Je weet al veel
over het paard en je kunt je evenwicht op het paard goed bewaren.
32
Ook als je al rijdt is voltige nuttig. Je kunt je voor het rijden noodzakelijke onafhankelijke
zit verbeteren. Ook leer je beter je paard aanvoelen en je aan de
bewegingen aanpassen. Maar
vooral ook de samenwerking in een groep is nuttig.
33
En soms kun je dan dromen……
34
Belangrijke adressen.
www.Voltigekennis.nl
www.voltige.nl
www.voltigeheren.nl
www.knhs.nl
www.fnrs.nl