Volksvermaken in Nederland

1
Volksvermaak in Nederland Dierenkwellende spelen: berenbijten, bullenbijten en hondengevechten ... Maar niet enkel zijn kraaijende, ook zijn blaffende ‘redeloze vrienden’ liet de mens vechten tot zijn vermaak. Hondengevechten waren hier te lande, ook in Holland, een volksvermaak, dat altijd veel deelneming wekte, zodat de kijkers weddenschappen op de vechters aangingen. Op geen kermis, markt of feestdag mocht een hondengevecht ontbreken. Waar men een ovalen kring van dicht opeengepakte mannen en jongens zag (tussen wie evenwel ook menige vrouwenmuts te voorschijn kwam), daar werd een hondengevecht geleverd. Een bulhond en een steendog scheurden elkaar in dolle woede de lappen van 't lijf, en de omstanders hitsten de dieren onophoudelijk aan, en 't spel was niet geëindigd voor dat één der strijders er dood bij neerlag; ja, volgens Staringh zou 't eens ergens gebeurd zijn, dat twee grote honden, die voor een wijnhuis vochten, elkaar niet alleen verscheurden maar ook verslonden, zodat er niets meer van hen overbleef dan de twee staarten. Maar erger nog: men liet honden vechten tegen stieren en beren; de Hollanders vonden daar zeer groot vermaak in; - en men meene niet, dat dit alleen in de ‘barbaarsche middeleeuwen’ thuis hoort, neen, nog in 't laatst der 17e eeuw moesten die gevechten te Amsterdam verboden worden. Een keur van den 20ste Julie 1689 verbiedt ‘beren-, stieren- of ander gevecht tegens bulhonden, steendoggen of rekels binnen de stad, of de jurisdictie van dien aan te rechten, op de pene van honderd guldens’. De honden, die afgericht waren om tegen stieren te vechten, heetten bullebijters, en zulke, die het tegen een beer opnamen, beerebijters. De gevechten zelven werden b e e r e b i j t e n genoemd. Nog bewaart er de Beerebijt buiten de Utrechtschepoort, die in de 17e eeuw de ‘Beere-beyters herberg’ genoemd werd, den naam van; en het spreekwoord: ‘Hij is in de beerebijt geweest’, voor: ‘hij is gehavend en geplukt’, is ook nog van deze vermaken afkomstig. Eerst in de 18e eeuw verdwenen de beerebijten uit de rij der volksvermaken. Bron: De volksvermaken, Jan ter Gouw, Erven F. Bohn, Haarlem 1871 Uit het vierde hoofdstuk: Dierekwellende spelen. Tegenpitjes 2010

description

Dierenkwellende spelen: berenbijten, bullenbijten en hondengevechten

Transcript of Volksvermaken in Nederland

Page 1: Volksvermaken in Nederland

Volksvermaak in Nederland

Dierenkwellende spelen: berenbijten, bullenbijten en hondengevechten

...Maar niet enkel zijn kraaijende, ook zijn blaffende ‘redeloze vrienden’ liet de mensvechten tot zijn vermaak. Hondengevechten waren hier te lande, ook in Holland, eenvolksvermaak, dat altijd veel deelneming wekte, zodat de kijkers weddenschappenop de vechters aangingen. Op geen kermis, markt of feestdag mocht een hondengevechtontbreken. Waar men een ovalen kring van dicht opeengepakte mannen en jongenszag (tussen wie evenwel ook menige vrouwenmuts te voorschijn kwam), daar werdeen hondengevecht geleverd. Een bulhond en een steendog scheurden elkaar in dollewoede de lappen van 't lijf, en de omstanders hitsten de dieren onophoudelijk aan,en 't spel was niet geëindigd voor dat één der strijders er dood bij neerlag; ja, volgensStaringh zou 't eens ergens gebeurd zijn, dat twee grote honden, die voor een wijnhuisvochten, elkaar niet alleen verscheurden maar ook verslonden, zodat er niets meervan hen overbleef dan de twee staarten.Maar erger nog: men liet honden vechten tegen stieren en beren; de Hollandersvonden daar zeer groot vermaak in; - en men meene niet, dat dit alleen in de‘barbaarsche middeleeuwen’ thuis hoort, neen, nog in 't laatst der 17e eeuw moestendie gevechten te Amsterdam verboden worden. Een keur van den 20ste Julie 1689verbiedt ‘beren-, stieren- of ander gevecht tegens bulhonden, steendoggen of rekelsbinnen de stad, of de jurisdictie van dien aan te rechten, op de pene van honderdguldens’. De honden, die afgericht waren om tegen stieren te vechten, heettenbullebijters, en zulke, die het tegen een beer opnamen, beerebijters. De gevechten zelven werdenb e e r e b i j t e n genoemd. Nog bewaart er de Beerebijt buiten de Utrechtschepoort,die in de 17e eeuw de ‘Beere-beyters herberg’ genoemd werd, den naam van; enhet spreekwoord: ‘Hij is in de beerebijt geweest’, voor: ‘hij is gehavend en geplukt’,is ook nog van deze vermaken afkomstig. Eerst in de 18e eeuw verdwenen debeerebijten uit de rij der volksvermaken.

Bron: De volksvermaken, Jan ter Gouw, Erven F. Bohn, Haarlem 1871 Uit het vierde hoofdstuk: Dierekwellende spelen.

Tegenpitjes 2010