VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56...

52
Cultuurimpuls stede- lijke vernieuwing Opgave 2008-2012

Transcript of VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56...

Page 1: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

Cultuurimpuls stede-lijke vernieuwing

Opgave 2008-2012

Page 2: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van
Page 3: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

Cultuurimpuls stedelijke ver-nieuwing

Opgave 2008-2012

Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van OCW

Jan Brouwer, Maren Thomsen April 2007 | r2007-0025JB

ABF RESEARCH

VERWERSDIJK 8 | 2611 NH DELFT | T [015] 2123748

Page 4: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van
Page 5: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

Inhoudsopgave

Samenvatting 1 1 Inleiding 7 2 Definities 9 3 Aanpak 15 3.1 Algemeen 15 3.2 Interviews 16 3.3 Inventarisatie 16 3.4 Kostenkentallen 17 3.5 Analyse samenhang cultuur en stedelijke vernieuwing 17 3.6 Formulering Cultuurimpuls stedelijke vernieuwing 17 4 Analyse Cultuur en Stedelijke Vernieuwing 19 4.1 Algemeen 19 4.2 Cultuur en ruimtelijke identiteit 23 4.3 Cultuur en sociale ontwikkeling 29 4.4 Cultuur en economische ontwikkeling 34 4.5 Culturele planologie 39 5 Opgave Cultuurimpuls 41

Literatuurlijst 45

Page 6: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

Page 7: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

1

Samenvatting

Achtergrond Het nieuwe Kabinet is van plan de wijken met de grootste achterstanden en problemen een extra im-puls te geven. Het credo is van probleemwijken naar prachtwijken. Er is een speciale minister voor Wonen, Wijken en Integratie. Deze heeft als eerste daad 40 wijken aangewezen die een sprong moe-ten maken. De nieuwe minister is ondergebracht bij het Ministerie van VROM en heeft naast het wo-nen, stedelijke vernieuwing, het grote steden beleid en integratie onder één portefeuille gebracht. Daarmee zijn er meerdere troeven in één hand om de ambities waar te maken. Het grote steden beleid bestaat uit 3 peilers, te weten fysiek, sociaal en economisch. Het fysieke deel van de stedelijke vernieuwing wordt gecoördineerd door VROM. Daarvoor bestaat het investerings-budget stedelijke vernieuwing (ISV). Het economische deel valt onder het Ministerie van Economische Zaken en het sociale deel onder de Ministeries van Justitie en Sociale Zaken. Het grote steden beleid werd tot nu toe gecoördineerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Van oorsprong was het grote steden beleid een gezamenlijke actie van alle Ministeries. Langzamerhand is het beleid aardig diffuus geworden. Elk ministerie had een eigen systematiek, een eigen monitor en een eigen verant-woording. Doordat de meeste activiteiten nu zijn ondergebracht bij het Ministerie van Wonen, Wijken en Integratie bestaat de kans dat er meer gericht, meer gecoördineerd en meer succesvol de stedelijke vernieuwing ter hand wordt genomen. Een eerste stap naar meer focus en coördinatie was de aanwij-zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van de 40 prioriteitswijken. Een klein onderdeel van de stedelijke vernieuwing tot nu toe was de Cultuurimpuls. Binnen het Investe-ringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) was een deel geoormerkt ten behoeve van de cultuur. Op een oorspronkelijk bedrag van circa 400 miljoen per jaar was er 10 miljoen voor de cultuur. Het ISV viel onder het Ministerie van VROM. VROM heeft deze middelen verdeeld over de gemeenten en een zeer beperkte verantwoording gevraagd. Om de besteding van middelen voor cultuur en stedelijke vernieu-wing te stimuleren is door de Ministeries van VROM en OCW een denkboek samengesteld. Daarin wordt vooral gepleit meer aandacht te geven aan de zogenaamde culturele planologie. Dat wil zeggen meer aandacht voor cultuur in de planvorming. Meer aandacht voor archeologie, cultuurhistorie, waar-devolle architectuur en stedenbouw in de planvorming. Aanleiding en doel: omvang en aard Cultuurimpuls De vraag is nu wat de betekenis van cultuur kan zijn bij de stedelijke vernieuwing bij een nieuwe im-puls. Is culturele planologie voldoende of zijn er meer mogelijkheden om cultuur een plaats te geven in de stedelijke vernieuwing. Om hier antwoord op te geven is door ABF Research een onderzoek uitge-voerd in opdracht van het Ministerie van OCW. Het onderzoek bestond uit een aantal interviews, een

Page 8: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

2

inventarisatie en analyse van culturele activiteiten in stedelijke gebieden en de formulering van de opgave voor de Cultuurimpuls stedelijke vernieuwing. Interviews: factor cultuur moet zichtbaar gemaakt worden Er zijn diverse partijen die betrokken zijn bij cultuur en stedelijke vernieuwing ondervraagd. Het gaat om personen en vertegenwoordigers van de Cultuurformatie (platform voor professionele kunst), Kunstfactor (platform voor amateurkunst), federatie industrieel erfgoed, stichting kunst in de openbare ruimte, Architectuur Lokaal, Stimuleringsfonds voor de Architectuur, Belvedère, het RACM, diverse overheidsinstanties en dergelijke. Het beeld dat daar uit naar voren kwam is dat de sector cultuur niet of nauwelijks aan tafel zit bij de planvorming over stedelijke vernieuwing maar dat de betekenis bijzon-der groot kan zijn. Om dit gevoel te onderzoeken is een inventarisatie en analyse gemaakt van het onderwerp cultuur en stedelijke vernieuwing. Inventarisatie indicatoren stedelijke vernieuwing en cultuur ABF Research heeft in opdracht van het Ministerie van VROM diverse studies gedaan naar de omvang en aard van de aandachtswijken (zie [4],[5]). Bovendien is de behoefteraming stedelijke vernieuwing opgesteld voor de periode 2010-2019 (zie [6],[7]). Dankzij deze onderzoeken is er een uitgebreid be-stand met allerlei indicatoren per wijk. In dit geval gaat het om gegevens per 4-cijferig postcode gebied. Het gaat om informatie over bevolking, woningvoorraad, werkgelegenheid, voorzieningen, activiteiten en meningen van bewoners. Daaruit zijn indicatoren afgeleid ten aanzien van achterstanden en pro-blemen, hetgeen weer de basis was voor de aanwijzing van de 40 wijken. Dat bestand is aangevuld met informatie over de sector kunst en cultuur. Het gaat bijvoorbeeld om informatie over monumenten, industrieel erfgoed, culturele voorzieningen, werkgelegenheid in de cultuur en dergelijke. Het is daar-door mogelijk stedelijke vernieuwing in relatie te brengen tot cultuur. Definitie sector kunst en cultuur Er zijn 6 deelsectoren onderscheiden (zie Figuur 1). Bovenaan staat de kunstuitoefening en daar onder vier vormen van kunsttoepassing, te weten vermaken, maken, leren en behouden. De werkenden in deze deelsectoren zijn vastgesteld op basis van de standaard bedrijfsindeling. Het blijkt dan dat er volgens het LISA 2004 zo’n 117 duizend mensen werken in de sector kunst en cultuur. Dat is 1,6% van de totale werkgelegenheid. Vermoedelijk is dit een onderschatting omdat veel kunstenaars slecht ge-registreerd worden of banen combineren. De sector maakt een sterke groei door. Deze is veel sterker dan de algehele groei van de werkgelegenheid. Sinds 1996 was dat ongeveer 4% per jaar, tegenover circa 2% voor de algemene werkgelegenheid. Figuur 1: deelsectoren kunst en cultuur

KUNST EN CULTUUR

KUNST KUNST KUNST KUNSTvan het van het van het van het

VERMAKEN MAKEN LEREN BEHOUDEN

KUNST EN CULTUUR OVERDRACHT EN BEVORDERING Dat geldt ook voor de creatieve industrie. Dat is een ruimer begrip dan kunst en cultuur. Daaronder vallen ook architectuur, ontwerp, media, ICT, onderzoek en advies. Men kan zeggen dat de creatieve industrie een ruime interpretatie is van de diverse kunsten. Het product van de creatieve industrie be-treft niet alleen kunstwerken maar vooral eenmalige producten voor het bedrijfsleven, die dus steeds een beroep doen op de creativiteit van de maker. De werkwijze heeft een nauwe verwantschap met scheppende kunst. Het vergt een combinatie van inspiratie, creativiteit en vakmanschap. In de kern

Page 9: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

3

van de creatieve industrie zijn volgens dezelfde bron 449 duizend arbeidsplaatsen (6% van het totaal). Als we daar ook nog eens de activiteiten toerekenen die een nauwe relatie onderhouden met de kern via ondersteuning als uitgevers, galerieën, organisatiebureaus en via toepassing van de producten dan bestaat de hele creatieve industrie uit circa 1 miljoen arbeidsplaatsen, ofwel 13% van de werkgelegen-heid. Positie kunst en cultuur in aandachtswijken In de aandachtswijken wonen vele culturen maar deze wijken zijn naar onze begrippen toch cultuur-arm. Dat blijkt uit het aantal monumenten, het niveau van de voorzieningen, de werkenden in de crea-tieve industrie en uit het aantal cultureel actieven. In Figuur 2 is weergegeven wat de verhouding op al deze onderdelen is ten opzichte van andere stedelijke wijken. De figuur is duidelijk. Op alle vlakken is er sprake van een (culturele) achterstand. Bij de vaststelling van het aantal aandachtswijken ging het vooral om sociale en fysieke achterstanden en problemen. Maar het blijkt dat er ook in cultureel opzicht sprake is van (grote) achterstanden. Er is een analyse uitgevoerd naar de aard en omvang ervan. Figuur 2: positie kunst en cultuur in de 40 prioriteitswijken

0 20 40 60 80 100

monumenten per1000 woningen

voorzieningenniveaukunst en cultuur

kern creatieveindustrie

totaal creatieveindustrie

cultureel actief

woningwaarde indzd euro

40 prioriteitswijken tov stedelijke w ijken

Analyse stedelijke vernieuwing en cultuur Met behulp van de beschikbare informatie is een analyse uitgevoerd. Daaruit kwamen de volgende conclusies naar voren: Kunst en cultuur:

• Kunst en cultuur zijn waardemakers. Wijken met veel kunst en cultuur hebben duidelijk een (veel) hogere vastgoedwaarde dan vergelijkbare andere wijken.

• De aanwijzing en verbetering van monumenten heeft een sterke positieve invloed op de waarde van het omliggende vastgoed. Zorg voor de omgeving trekt nieuwe culturele voorzie-ningen.

• De aanwezigheid van culturele voorzieningen genereert over het algemeen ook waarde. De aanwezigheid van monumenten en kunst en cultuur gaan vaak samen. Beide versterken el-kaar.

• Kunst en cultuur zijn daardoor ook trekkers voor de stedelijke vernieuwing. Wijken met veel kunst en cultuur herstellen zich sneller dan vergelijkbare andere wijken.

• Kunst en cultuur zijn ruimtelijk bijzonder sterk geconcentreerd. In slechts 2,5% van de wijken zit 40% van de werkgelegenheid.

Page 10: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

4

• De 40 prioriteitswijken vormen in vele opzichten de contramal. In de prioriteitswijken is het aantal culturele voorzieningen veel lager, er is vrijwel geen werkgelegenheid in kunst en cul-tuur. Monumenten of andere identiteitsdragers ontbreken.

Creatieve industrie: • De creatieve industrie is een waardemaker in dubbel opzicht. Net als bij kunst en cultuur ken-

nen wijken met een omvangrijke creatieve industrie extra vastgoedwaarde. De creatieve indu-strie zorgt echter ook voor werkgelegenheid die past bij een stedelijke omgeving en via die weg voor toegevoegde waarde.

• De groei van de creatieve industrie was de laatste 8 jaar meer dan het dubbele van de alge-mene groei van de werkgelegenheid.

• Er is met name in het stedelijk gebied een hoge kans op nieuwe milieus. Creatieve milieus zijn in zekere zin de bedrijfsterreinen van de toekomst. Deze industrie floreert in gebieden met geschikt (betaalbaar) vastgoed, een jong publiek, aanwezigheid van culturele voorzieningen en plekken voor ontmoeting en de nabijheid van zakelijke dienstverlening.

• Op basis van een voor de Ministeries van VROM en EZ bepaalde kansenkaart is de conclusie getrokken dat het aantal creatieve milieus in de 40 prioriteitswijken zou kunnen verdriedubbe-len. In de overige aandachtswijken is een verdubbeling mogelijk.

Vastgoed prijzen: • Monumenten, culturele voorzieningen en de creatieve industrie zijn zoals gezegd waardema-

kers. Dat geldt bij een analyse per onderwerp en in onderlinge samenhang. • Betere vastgoed prijzen zorgen voor een sneller herstel van de wijk en genereren zodoende

andere investeringen in de wijk; cultuur is een uitstekende investering om dat tot stand te brengen. Er is wel meer praktijk ervaring nodig om dat ook gericht te kunnen doen.

Cultuurimpuls stedelijke vernieuwing In dit onderzoek wordt een voorstel gedaan voor een versterking van de Cultuurimpuls in stedelijke vernieuwing. Het voorstel richt zich op de slechtste wijken met weinig culturele voorzieningen. Dat zijn de 40 wijken van de nieuwe Minister van WWI. Het doel van het voorstel is, deze wijken op niveau te brengen van vergelijkbare stedelijke wijken, waardoor duurzame exploitatie van de wijk beter mogelijk wordt. Er kan zodoende een aanzienlijke bijdrage worden geleverd aan het duurzame herstel van deze wijken. Het voorstel bestaat uit vier impulsen:

1. Wijken identiteit verschaffen door Iconen in de Wijk. Dat kan door restauratie en/of nieuw-bouw van karakteristieke (of beeldbepalende) gebouwen, herstructurering van pleinen en par-ken en door kunst in de openbare ruimte. De omvang van de impuls is bepaald door te kijken naar het aantal iconen in vergelijkbare stedelijke wijken.

2. De sociale ontwikkeling van wijken bevorderen door het voorzieningenniveau aanzienlijk te verbeteren via Cultuurhuizen. Dat kan gaan om de uitbreiding van brede scholen, kunst-opleidingen, het bieden van faciliteiten voor amateurs en dergelijke. De impuls richt zich op de fysieke kant van de culturele voorzieningen. De omvang van de impuls is ook hier afgeleid van het voorzieningenniveau van vergelijkbare stedelijke wijken.

3. Vorming van Creatieve Wijken door ruimte te maken voor de creatieve economie op plaatsen waar potenties zijn. Dat kan door transformatie van industrieel erfgoed of openbare gebouwen en daarmee plaats te maken voor de creatieve industrie. De omvang van de impuls wordt be-perkt door de potenties voor creatieve wijken. Deze potenties moeten wel maximaal worden benut. Daarmee kan een aanzienlijke bijdrage aan de werkgelegenheid in de wijken worden gegeven.

4. Cultuur vast onderdeel maken van plan en besluitvorming via Culturele Planologie. Dat kan via nieuwe vormen van opdrachtgeverschap, voorbeeldprojecten, studies naar de relatie tus-sen cultuur en stedelijke vernieuwing en dergelijke. De omvang van de impuls wordt bepaald door de omvang van de ruimtelijke investeringen.

Page 11: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

5

Het onderzoek laat zien hoe de 40 prioriteitswijken ten minste op hetzelfde niveau van andere stedelij-ke wijken gebracht kunnen worden, voorzover de mogelijkheden van bevolking, omgeving en de uit-voerbaarheid dat toelaten. Dat betekent niet dat alle wijken hetzelfde worden. De impulsen werken op verschillende lagen van de stedelijke vernieuwing (zie Figuur 3). De impuls zal dan per laag en per wijk uiteen lopen. Maar als het gemiddelde “culturele” niveau voldoende toeneemt, stijgt de vastgoedwaar-de en zullen de wijken zich sneller herstellen. Over de omvang van de effecten kan pas iets gezegd worden als de plannen bekend zijn. Figuur 3: Cultuurimpuls en de lagen van de stedelijke vernieuwing

culturele en maatschappelijke waarden en wensen

activiteiten

huisvesting

vastgoed

infrastructuur en openbare ruimte

ondergrond

Iconen in de wijk

Cultuurhuizen

Creatieve wijken

Culturele planologie

Kosten cultuur impuls Er is berekend wat het met zich mee brengt om de ambities waar te maken. Er is vanuit gegaan dat de kosten en kostenverdeling verlopen zoals op dit moment gebruikelijk is. Om alle aandachtswijken cultu-reel op peil te brengen is een bedrag van 466 miljoen nodig. Het grootste deel van dit bedrag betreft de iconen in de wijk. Dat gaat om fysieke investeringen die voor een groot deel door de overheid worden betaald. Het hele bedrag zal nooit op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. De planvorming moet deels nog van de grond komen. In het rechter deel van de tabel is het totale bedrag uitgesmeerd over 4 jaar. Als het accent de komende vier jaar komt te liggen op de 40 prioriteitswijken dan bedraagt de cultuurimpuls 43 miljoen euro per jaar. Tabel 1: omvang Cultuurimpuls overheid totaal en per jaar in de periode 2008-2012 ambitie variant cultuurimpuls 40 overige totaal 40 overige totaal

prioriteits- aandachts aandachts prioriteits- aandachts aandachtswijken wijken wijken wijken wijken wijken

(mjn totaal) (mjn per jaar)Iconen in de wijk 85 110 195 21 28 49

nieuwe monumenten 51 35 86 13 9 21pleinen en parken 34 75 109 9 19 27kunst in openbare ruimte 14 30 44 3 8 11

Cultuurhuizenculturele voorzieningen 43 9 52 11 2 13

Creatieve wijkencreatieve industrie 10 146 156 3 36 39

Culturele planologiestudie, experimenten e.d 20 25 45 5 6 11

Totaal 171 295 466 43 74 117

Page 12: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

6

NDSM-werf / Amsterdam De herontwikkeling van de NDSM-werf aan het ij in Amsterdam-Noord is een initiatief van een groep kunstenaars, theatermakers, skaters en architecten. In samenwerking met de huurders worden betaal-bare werkruimtes en ateliers gerealiseerd voor cultu-rele activiteiten, die in het reguliere circuit nauwelijks terecht kunnen. Enkele reeds gerealiseerde voor-beelden zijn Dazzleville, 900 m2 tijdelijke, beschil-derde ateliers op het buitenterrein en Sectie 4, een jongerencluster van ruim 4.000 m2 bestaande uit een skatepark, een boulderrots/grot, muziekstudio's, multifunctionele projectruimtes en een Hiphopschool. De NDSM-werf bestaat uit de NDSM-loods (20.000 m2), de Docklandshal (5.800 m2) en de twee hel-lingbanen (12.200 m2). Financiële ondersteuning komt ondermeer van het Broedplaatsenfonds, de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de ge-meente Amsterdam en van het rijk in het kader van het Innovatie Programma Stedelijke Vernieuwing.

www.ndsm.nl

Page 13: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

7

1 Inleiding

Het grote steden beleid (GSB) bestaat uit drie peilers, te weten een fysieke, een sociale en een eco-nomische peiler. De fysieke peiler richt zich op de herstructurering van de woningvoorraad en de woonomgeving, de sociale peiler betreft veiligheid, maatschappelijke opvang en integratie en de eco-nomische peiler gaat vooral over de herstructurering van oude bedrijfsterreinen. Het budget wordt iedere 5 jaar vastgesteld. Momenteel loopt de tweede periode van 2005 tot 2010. Het totale budget voor het GSB was in 2006 ongeveer 1,7 miljard euro per jaar. Daarvan kwam ongeveer 300 miljoen ten goede van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) voor de fysieke peiler. Het budget werd beheerd door het Ministerie van VROM. Daarin is een (klein) deel opgenomen voor cultuur. Het gaat om 10 miljoen euro per jaar. Dat is de Cultuurimpuls genoemd. Het fonds voor de impuls wordt be-heerd door het Ministerie van VROM. De gelden worden verdeeld via een verdeelsleutel over de ge-meenten. In de sleutel speelt het aantal oude woningen en het historische belang van de steden een rol. Inmiddels heeft het nieuwe kabinet besloten een extra impuls te geven aan de wijkverbetering. Er is een aparte Minister voor Wonen, Wijken en Integratie gekomen op het Ministerie van VROM. Het grote steden beleid, integratie en stedelijke vernieuwing komen dan onder een minister. Dat geeft de kans de wijkverbetering gericht en gecoördineerd een extra impuls te geven. Door ABF Research is onlangs in opdracht van het Ministerie van VROM een nieuwe behoefteraming stedelijke vernieuwing afgerond [6][7]. De behoefteraming vormt de basis voor de nieuwe vaststelling van de behoefte aan middelen. Vanaf 2010 moet een nieuw bedrag voor het fonds worden bepaald (ISV III). In alle varianten bleek er behoefte te bestaan aan extra middelen voor de stedelijke vernieu-wing. Dat heeft te maken met de kwaliteitsachterstand van de omgeving en de voorzieningen, de ver-oudering van woningen en woonomgeving, het uit de tijd raken van de voorraad en de concentratie van kansarme groepen. Dat heeft zodanige vormen aan genomen dat de extra middelen al op korte termijn beschikbaar komen. Het nieuwe kabinet heeft besloten bij de nieuwe begroting het bedrag voor stede-lijke vernieuwing te verhogen. Men wacht niet tot 2010. Destijds bij de vaststelling van de omvang van de Cultuurimpuls heeft er geen speciaal onderzoek of verkenning plaats gevonden. Er is in overleg tussen VROM en OCW een bedrag vastgesteld met een globaal idee over de besteding daarvan. Door beide Ministeries is in 2003 een zogenaamd “Denkboek voor de Cultuurimpuls ISV” uitgegeven [12]. Daarin staan 9 essays met suggesties en denkbeelden over de integratie van ruimtelijke planning en cultuur. Een centraal begrip in de aanpak is culturele planologie, ofwel aandacht voor de cultuur bij de stedelijke ontwikkeling. Via een aantal invalshoeken wordt het belang van de cultuur binnen de stedelijke vernieuwing onderstreept.

Page 14: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

8

Veiligheid en fysieke transformatie van de gebouwde omgeving staan bij de stedelijke vernieuwing tot nu toe nog voorop. Eerst schoon, heel en veilig en dan herstructurering. Investeringen in de fysieke gesteldheid en de veiligheid van de wijk zorgen er voor dat de wijk gezonder wordt. Dat is absoluut belangrijk, maar het betekent niet dat de wijk ook gewilder wordt. De vraag is of op deze wijze een duurzame exploitatie van wijken mogelijk is. En juist in dat laatste opzicht kan cultuur een belangrijke rol spelen. Cultuur is een waardemaker. Het kan er toe bij dragen dat de waarde van de wijk toeneemt. Investeringen worden dan meer rendabel, waardoor duurzame exploitatie beter mogelijk is. Om welke factoren dat gaat en in welke mate cultuur een bijdrage kan leveren wordt in dit rapport verder uitge-werkt. De doelstelling van deze studie is het formuleren van een Cultuurimpuls gericht op de stedelijke ver-nieuwing en welke een substantiële bijdrage kan leveren tot het leefbaar maken van aandachtswijken. Caballero Fabriek / Den Haag De Caballero Fabriek in Den Haag is een voor-beeld van een voormalig fabrieksterrein dat een nieuwe bestemming krijgt. De Gemeente Den Haag is bezig de fabriek en de omliggende pan-den te herontwikkelen tot een centrum voor inno-vatieve, culturele en creatieve bedrijven. Doel is door het scheppen van nieuwe werkruimtes de economische en sociale ontwikkeling van de stad te versterken. Het complex omvat in totaal 12.000 m2 kantoren en bedrijfsruimtes en zal naar ver-wachting ca. 500 arbeidsplaatsen opleveren. In het voormalige Ketelhuis komt een ontvangst en presentatieruimte met een horecafunctie. De vol-tooiing is voor 2008 gepland. Gefinancierd wordt het project door subsidies van het Ministerie van Economische Zaken en de Europese Unie. www.caballerofabriek.nl

Page 15: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

9

2 Definities

Sector en deelsectoren kunst en cultuur Cultuur is een ruim begrip. In brede zin verstaan we onder cultuur beschaving. Cultuur is dan de te-genhanger van natuur. Cultuur is datgene wat door de generaties heen behouden blijft en waar wij ons in herkennen. Een fundamenteel onderscheid in cultureel opzicht is behoud en verandering. Zonder behoud is er geen cultuur, zonder verandering is de cultuur dood. Voor het behoud van de cultuur zijn er speciale instellingen zoals musea. Cultuur wordt ook behouden door de mensen zelf in wat zij doen. Hoewel het begrip niet zondermeer onomstreden is proberen we toch aan te geven welke bedrijfsklas-sen en activiteiten we tot de culturele sector rekenen. Dat is nodig om de investeringen en de kosten zo goed mogelijk te bepalen. De beschrijving van de sector cultuur start bij de kunst. Kunst neemt binnen de cultuur een centrale plaats in. Kunst heeft meervoudige functies. De beoefening van kunst zorgt zowel voor cultuurbehoud als voor verandering. Kunst is bij uitstek de drager van cultuur maar tevens de motor tot verandering. Kunst is ook de inspirator voor allerlei toepassingen als mode en architectuur en omgekeerd is de kunst de spiegel van de maatschappij. Kunst raakt vele emoties maar de voornaamste is de schoonheid. Kunst als zodanig wil niet meer dan dat. Het heeft betekenis in zichzelf. Hoe dat wordt bereikt en hoe dat moet worden beoordeeld is uit-eindelijk een individuele zaak. De ervaring heeft geleerd dat het schoonheidsbeeld van de individuele kunstenaar vaak door velen wordt gewaardeerd. De kunst als drager en veranderaar van cultuur staat centraal in het formuleren van een nieuwe Cultuurimpuls. Daartoe blijft het echter niet beperkt. Het streven naar schoonheid is niet iets waar de kunst een monopolie op heeft. Allerlei vormen van toe-passing zijn kunstzinnig te noemen en vaak zelfs gewoon ook kunst. Daarom moet bij een Cultuurim-puls ook andere verwante activiteiten worden betrokken. In Figuur 4 is geprobeerd de samenhang weer te geven tussen de verschillende velden die hier in beschouwing worden genomen. Bovenaan staat de kunst in een groot aantal verschijningsvormen. De 4 kolommen in het midden daaronder geven de toepassingen weer waarin kunst ofwel de schoonheid een belangrijke rol spelen. Dat zijn de kunst van het vermaak, van het maken, van het leren en van het behoud. Iedere indeling heeft uiteraard voor en nadelen. Hier is geprobeerd dat te doen aan de hand van diverse aspecten van de kunstbeoefening. Kunst is wellicht van oorsprong vermaak. Tot de kunst van het vermaak rekenen we bijvoorbeeld het toneel, de film, de muziek in allerlei opzichten, enzovoort. Bij de kunst van het vermaak staat het pu-bliek voorop.

Page 16: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

10

De kunst van het maken gaat in de eerste plaats om het product. De uitvoerend kunstenaar bedrijft de kunst zonder publiek, hoewel het resultaat uiteraard vaak wel gericht is op het publiek. Schrijvers, dichters, schilders, beeldhouwers vallen onder deze categorie. Kunst heeft een innige relatie met vorming en onderwijs. Kunst en cultuur zijn niet alleen vakken bin-nen het reguliere onderwijs; er zijn ook nogal wat speciale scholen voor kunst zoals muziekscholen, dansscholen, kunstacademies, conservatoria en degelijke. Veel gemeenten kennen centra voor de kunsten; daar zijn veel van deze activiteiten geconcentreerd. Verder is er een indrukwekkend aantal amateurs die zelf kunst bedrijven. De schattingen lopen uiteen van 3 tot 6 miljoen mensen die op een of andere manier schrijven, schilderen, zingen, dansen, toneelspelen enzovoort. Zelfontplooiing en vorming zijn in deze categorie centrale begrippen. De kunst van het behoud zit in ieder van ons. Veel mensen versieren hun huis met kunst of voorwer-pen van culturele waarde en zijn er zuinig op. Er zijn ook speciale instituten die zich bezig houden met de kunst van het behoud als musea, erfgoedhuizen, archieven en dergelijke. Rondom vastgoed en gebouwde omgeving is er een uitgebreide cultuur van behoud. Vanwege de duurzaamheid leent vast-goed zich daar uitstekend voor. Er zijn vele monumenten en beschermde stadsgezichten. Figuur 4: deelsectoren kunst en cultuur

KUNST EN CULTUUR

KUNST KUNST KUNST KUNSTvan het van het van het van het

VERMAKEN MAKEN LEREN BEHOUDENuitvoerend scheppend vormend conserverend

publiek product uitvoerder toekomstcentraal centraal centraal centraal

toneel schilderen kunst- museacabaret literatuur onderwijs erfgoed

film beeldhouw amateur- archeologievideo foto/film kunst archieven

muziek compositie monumenten

KUNST EN CULTUUR OVERDRACHT EN BEVORDERINGgemeenten theater galerie festivals

fondsen bioscoop kunstveiling evenementsponsoren bibliotheek expositie kunst

poppodia videotheek centra

GEBRUIKERS VAN KUNST EN CULTUUR

bezoekers bedrijven overheden huishoudenstoeristen instellingen

Onder de vier kolommen staat de deelsector die verantwoordelijk is voor de overdracht en bevordering van kunst en cultuur. Dat is het theater in meest brede zin van het woord of zoals we dat nu kennen in allerlei vormen als bioscopen, poppodia, expositieruimtes en dergelijke. De laatste groep in Figuur 4 zijn de gebruikers. Iedereen is wellicht een beetje kunstenaar, maar deze groep valt buiten de cultuur-sector zoals hier wordt beschreven.

Page 17: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

11

Aan de hand van de bedrijfsgroepen indeling van het CBS is in Figuur 4 de sector cultuur in kaart ge-bracht. Bijlage 1 geeft een overzicht van de betrokken bedrijfsklassen. Er werken dan volgens het LISA 2004 117 duizend mensen in deze sector. Creatieve industrie Een ruimer begrip is de creatieve industrie. Tot de creatieve industrie rekenen we alle zelfstandig ope-rerende bedrijven en instellingen die net als kunstenaars eenmalige producten maken. Werkenden in de creatieve industrie kan men zien als toegepaste kunstenaars. Schoonheid staat niet centraal maar zal zeker een belangrijke rol spelen. De deelsectoren uit de kunst en cultuur, te weten de kunst van het vermaken, maken, leren en behou-den zijn ook in de creatieve industrie te benoemen. Het gaat dan om communicatie, vormgeving, ad-vies en onderzoek. In Figuur 5 is aangegeven welke deelsectoren in de creatieve industrie zijn te on-derscheiden. Samen noemen we dat de kern van de creatieve industrie. Daar werken volgens het LISA in 2004 449 duizend mensen (6% van de totale werkgelegenheid). Figuur 5: samenstelling creatieve industrie

CREATIEVE INDUSTRIE

kunst van het kunst van het kunst van het kunst van het VERMAKEN MAKEN LEREN BEHOUDEN

COMMUNICATIE VORMGEVING ADVIES ONDERZOEKpubliek product uitvoerder toekomstcentraal centraal centraal centraal

webdesign mode organisatie technischreclame ontwerp juridisch sociaalradio-tv architectuur economisch economisch

uitgeverijen stedenbouw advies bestuurlijketc etc etc etc

overdracht en toepassing producten creatieve industrie Een nog groter aantal arbeidsplaatsen is te vinden bij de bedrijven en instellingen die zich bezighouden met de overdracht en toepassing van de producten van de creatieve industrie. De totale creatieve industrie betreft bijna 1 miljoen arbeidsplaatsen (13,2% van de totale werkgelegenheid). De bedrijfs-klassen indeling van kunst en cultuur en de creatieve industrie staat in bijlage 1. Lagenbenadering en cultuur Om iets te kunnen zeggen over de relatie tussen cultuur en stedelijke vernieuwing maken we verder gebruik van de zogenaamde lagenbenadering [19]. In deze publicatie worden ten minste vijf lagen onderscheiden. Dat is de ondergrond, de infrastructuur en de openbare ruimte, het vastgoed, de huis-vesting en de activiteiten. Het idee achter deze benadering is dat iedere laag een eigen dynamiek kent; een eigen tempo van verandering. Naarmate we hoger in de piramide van Figuur 6 komen neemt het tempo toe. Activiteiten kunnen dagelijks veranderen. Verandering van huisvesting duurt doorgaans jaren en voor vastgoed denken we in tientallen jaren. Infrastructuur en de openbare ruimte veranderen nog trager. Deze worden vaak aangelegd voor 100 jaar of meer. Behoud en verandering, het centrale thema in de cultuur, komen ook mooi tot uitdrukking in de lagen van de stad. De stedelijke vernieuwing is een bijzonder ingewikkeld proces omdat de problemen vaak meervoudig zijn en omdat de interventies zich richten op vrijwel alle lagen. De inspanningen voor de stedelijke

Page 18: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

12

vernieuwing voor de fysieke en doorgaans ook de economische peiler betreffen vooral veranderingen in het vastgoed en soms ook infrastructuur en openbare ruimte. De sociale peiler gaat over de huis-vesting en de activiteiten. In Figuur 6 is geprobeerd aan te geven welke aspecten van de sector kunst en cultuur van invloed zijn op de onderscheiden lagen. De figuur maakt duidelijk dat kunst en cultuur alle lagen raakt. De kunst van het maken, vermaken, leren en behouden behoren tot de activiteiten en zijn een onderdeel van de bovenste laag. Culturele voorzieningen en culturele bedrijven zijn voor een groot deel gehuisvest in stedelijke gebieden en behoren tot de laag huisvesting. Figuur 6: de 5 lagen uit de ruimtelijke ordening en cultuur

leren activiteiten behoudenmaken vermakenculturele bedrijven huisvesting culturele voorzieningen

architectuur vastgoed monumentenkunst in de openbare ruimte erfgoedstedenbouw infrastructuur en openbare ruimte industrieel ergoedcreactieve milieus beschermde stadsgezichtenlandschapsontwerp ondergrond archeologie

Vastgoed heeft een zeer grote culturele component. Het is niet alleen het dak boven ons hoofd dat bescherming biedt tegen het klimaat. Vastgoed is ook de fysieke weergave van de wijze waarop gene-raties met elkaar en met de omgeving zijn omgegaan. De gebouwde omgeving is als het ware het collectieve geheugen van onze cultuur. Deels gaat dat om panden die extra bescherming genieten via de status als monument. Deels gaat het om panden waarvoor liefhebbers zich inzetten zoals het indu-striële erfgoed, maar voor het grootste deel zijn het individuen die hun eigen bezit koesteren. Het infrastructuurnetwerk en de openbare ruimte worden nog betrekkelijk weinig gezien als cultureel waardevol. Indirect komt dat alleen tot uitdrukking via de beschermde stads en dorpsgezichten. De staat van veel pleinen en parken en ook infrastructuur laat echter zien dat er op dit vlak nog veel te bereiken valt. De ondergrond ten slotte is niet alleen de grond waarop wij leven maar ook bewaarplaats voor de archeologie. De opsomming geeft aan dat cultuur op vele manieren van invloed is op de stede-lijke vernieuwing. Onderwerpen Cultuurimpuls Gezien het voorgaande is de Cultuurimpuls voor de stedelijke vernieuwing ingedeeld in vier thema’s, te weten:

1. cultuur en ruimtelijke identiteit: monumenten, industrieel erfgoed, stadsgezichten en kunst in de openbare ruimte

2. cultuur en sociale ontwikkeling: culturele voorzieningen, culturele activiteiten 3. cultuur en economische ontwikkeling: creatieve milieus 4. culturele planologie: architectuur, stedenbouw, archeologie

Deze indeling is gekozen omdat daarmee ook aansluiting wordt gezocht bij de bestaande peilers. Het eerste onderwerp betreft de ruimtelijke kwaliteit en hoort thuis bij de fysieke peiler. De culturele voor-zieningen en activiteiten zullen vooral van invloed zijn op de sociale kwaliteit. Culturele voorzieningen zorgen vooral voor ontspanning en educatie en kunnen zodoende bijdragen aan de sociale cohesie van de wijk. De creatieve milieus zijn het derde veld. Men zou kunnen zeggen dat dit de productiemili-eus van de toekomst zijn. Veel van deze milieus zijn te vinden in stedelijke wijken en de ontwikkeling

Page 19: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

13

daarvan kan bijdragen aan de stedelijke vernieuwing. Het laatste onderwerp is de culturele planologie. Daarin zijn alle onderwerpen ondergebracht die betrekking hebben op de planontwikkeling. De culture-le planologie is in zekere zijn de paraplu voor het geheel. Cultuur krijgt dankzij de vorige thema’s een plek in de inhoud en via de culturele planologie ook in het proces. Ruimtelijke afbakening: stedelijke wijken, aandachtswijken en prioriteitswijken Voor de behoefteraming stedelijke vernieuwing die voor het Ministerie van VROM is opgesteld, is ge-bruik gemaakt van een ruimtelijke afbakening van wijken. In Nederland zijn ruim 4000 4-cijferige post-code gebieden. Per wijk wonen er gemiddeld dus 4000 personen, ofwel bijna 2000 woningen per wijk. Voor beleidsmatige en onderzoeksmatige doelen worden 5 typen van wijken onderscheiden, te weten centrum stedelijk, stedelijk buiten centrum, groen stedelijk, centrum dorps en landelijke milieus. De behoefte raming had betrekking op zogenaamde stedelijke wijken. Dat zijn alle centrum stedelijke wijken en alle stedelijke buiten centrum wijken. Ruwweg zijn dat de wijken met een hoge dichtheid. Er zijn 870 4 PC gebieden, die in stedelijke wijken liggen. Daar staan 3,1 miljoen woningen. De zoge-naamde aandachtswijken staan centraal in de benadering van de stedelijke vernieuwing. Aandachts-wijken zijn wijken met meervoudige problematiek. Het gaat om wijken met achterstanden en/of proble-men in fysiek en/of sociaal-economisch opzicht. Ten behoeve van de wijkaanpak is door ABF Re-search onderzoek gedaan naar deze wijken. Dat heeft geleid tot een typologie van aandachtswijken, ook wel aangeduid als wijken met leefbaarheidproblemen [4][5]. Verreweg de meeste aandachtswijken zijn te vinden in de stedelijke gebieden en daarbinnen vooral in de grotere steden. De vaststelling van het aantal aandachtswijken is gebeurd op basis van objectieve criteria, zoals inkomen, opleidingsni-veau, werkloosheid, kwaliteit van de woningen, voorzieningenniveau en verder op basis van het oor-deel van de bewoner. Aandachtswijken scoren significant slechter op deze criteria. Naar schatting gaat het om 340 4-cijferige postcode gebieden met 1,2 miljoen woningen. Daarbinnen worden nog weer eens ruim 80 4 PC gebieden onderscheiden met de grootste achterstanden. Daar staan ongeveer 400 duizend woningen. Figuur 7 geeft een beeld van de omvang van de diverse afbakeningen, uitgedrukt in aantal 4-cijferige postcodegebieden en in aantal woningen. Er is sprake van een steeds engere focus van stedelijke wijken, via aandachtswijken naar de wijken met de grootste achterstanden. Door minister Winsemius van het vorige kabinet zijn dat steeds de potentiële brandhaarden genoemd. In de publiciteit was spra-ke van 40 potentiële brandhaarden en 140 probleemwijken. Dat is minder dan de hier genoemde aan-tallen van ruim 80 en 340 4 PC gebieden. Dat komt omdat sommige wijken bestaan uit meerdere 4 PC gebieden. In de rest van het rapport zal steeds gewerkt worden met 4 PC gebieden. De analyses heb-ben dus betrekking op alle stedelijke wijken en daarbinnen de aandachtswijken. Minister Vogelaar van het nieuwe departement Wonen, Wijken en Integratie heeft inmiddels een eigen lijst opgesteld. Deze is tot stand gekomen na discussie met de gemeenten en wijkt daarmee af van de oorspronkelijke lijst. Bovendien zijn de accenten verschoven. Centrum wijken met veel voorzieningen en een eigen dynamiek, maar ook vaak met veel overlast zijn buiten de lijst gevallen. Voor dit onder-zoek is gewerkt met de lijst zoals die door Minister Vogelaar in maart 2007 in de publiciteit is gebracht. De aantallen wijken zijn hetzelfde gebleven. Deze wijken zijn de 40 prioriteitswijken genoemd.

Page 20: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

14

Figuur 7: ruimtelijke afbakening in aantal postcode wijken en aantal woningen

alle wijken 4016 4PC = 6,9 miljoen woningen

stedelijke wijken 870 4PC = 3,1 miljoen woningen

aandachtswijken

=140 wijken

81 4PC = 0,4 mjn woningen=40 wijken

340 4PC = 1,1 mjn won

prioriteitswijken

Financiële afbakening Het grote steden beleid (GSB) bestaat uit drie pijlers: sociaal, fysiek en economisch. De voorliggende behoefteraming richt zich op de Cultuurimpuls. Daartoe behoren investeringen binnen deze drie peilers die vanuit de cultuur geëntameerd worden. Culturele activiteiten zouden tot de sociale peiler kunnen horen. Investeringen in het vastgoed van culturele voorzieningen of in de transformatie van monumen-tale en beeldbepalende panden kan men rekenen tot de fysieke peiler en investeringen in de creatieve industrie zouden tot de economische peiler gerekend kunnen worden.

Page 21: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

15

3 Aanpak

3.1 Algemeen

Er zijn 4 thema’s benoemd die elk van belang zijn voor de stedelijke vernieuwing en direct in relatie staan tot de cultuur. Het gaat om cultuur en ruimtelijke identiteit, sociale ontwikkeling, economische vernieuwing en culturele planologie. Deze 4 thema’s zijn van invloed op de lagen waaruit een stad is opgebouwd. De ruimtelijke identiteit is gekoppeld aan de gebouwde omgeving, bestaande uit infra-structuur, openbare ruimte en vastgoed. Via deze weg is deze weer van invloed op de bovenliggende lagen. Cultuur is ook van belang voor de sociale ontwikkeling en de economische vernieuwing. Deze werken vooral op de hogere lagen uit Figuur 8. Figuur 8: 4 thema’s en de culturele lagen van de stad

culturele waarden en wensen

activiteiten

huisvesting

vastgoed

infrastructuur en openbare ruimte

ondergrond

Ruimtelijke identiteit

Sociale ontwikkeling

Economische vernieuwing

Culturele planologie

De culturele planologie is het integratiekader. Via besluitvorming kunnen ideeën van mensen een plek krijgen. In de figuur is ook nog een zesde laag getekend. Dat is de mentale laag van culturele waarden en wensen. Het geheel van waarden en wensen van de bewoners en gebruikers van het stedelijk gebied zijn in zekere zin dominant over de lagen daaronder. Deze bepalen de activiteiten en het ge-drag dat men vertoont via huisvesting, investeringen en andere aanpassingen aan de omgeving. Om-gekeerd wordt door het verschil in tempo per laag het gedrag en de mogelijkheden ook gedetermi-neerd van onderop. Naast een spanning tussen behoud en verandering is er dus ook een spanning

Page 22: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

16

tussen dominantie en determinatie, ofwel de veranderbaarheid. Het onderzoek betreft de werking van de Cultuurimpuls op alle lagen. De vraag is dan op welke wijze de impuls kan worden geoperationali-seerd. In de onderste lagen gaat het om ruimtes en gebouwen met bepaalde functies. De lagen daar-boven worden concreet gemaakt via de aanwezige voorzieningen, het aantal arbeidsplaatsen, de be-woners en de activiteiten. Om de impuls verder vorm te geven is een werkwijze gekozen die bestaat uit 5 stappen:

1. over de vier onderwerpen is een aantal interviews gehouden 2. er is een inventarisatie gemaakt van culturele onderwerpen in relatie tot de stedelijke ver-

nieuwing 3. er is een aantal kostenkentallen bepaald 4. een analyse van de mogelijke rol van cultuur in de stedelijke vernieuwing 5. formuleren van ambities en vaststellen opgave

In het navolgende worden deze stappen toegelicht.

3.2 Interviews

Er is een aantal interviews gehouden met diverse betrokken partijen. Te noemen zijn Stimulerings-fonds Architectuur, Belvedere, Ministerie van OCW inclusief RACM, Ministerie van VROM, NCM, SKOR, Prins Bernhardfonds, Architectuur Lokaal, Fien, Cultuurformatie en Kunstfaktor. Een overzicht van de benaderde personen staat in een bijlage. Het doel van de interviews was een soort SWOT analyse te maken van de relatie tussen cultuur en stedelijke vernieuwing. Bovendien hebben diverse partijen waardevolle informatie gegeven over achtergronden, voorbeelden en de omvang van diverse onderwerpen.

3.3 Inventarisatie

De aangeleverde informatie is gecombineerd met gegevens die al door ABF Research in kaart waren gebracht voor eerdere onderzoeken of die gewoon reeds beschikbaar waren. Uiteindelijk is er een database samengesteld met gegevens per 4-cijferige postcode gebied. De gegevens hebben ruwweg betrekking op de afgelopen 5 jaar. Het gaat om:

• Basisgegevens bevolking, werkgelegenheid, vastgoed • Omvang en aard woonmilieus • Omvang en aard aandachtswijken • Kenmerken aandachtswijken • Omvang en aard creatieve milieus • Werkgelegenheid creatieve industrie • Vestigingen creatieve industrie • Waarde vastgoed • Investeringen in vastgoed • Aantal en aard monumenten • Oppervlak beschermde stads en dorpsgezichten • Omvang en aard culturele voorzieningen • Investeringen in culturele voorzieningen • Werkgelegenheid kunst en cultuur

Page 23: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

17

3.4 Kostenkentallen

Voor zover mogelijk is op diverse terreinen informatie bijeengebracht over de aard en omvang van investeringen in cultuur. Er zijn kentallen ontleend aan:

• De subsidieverstrekking via het RACM • Statistiek bouw vergunningen • Voorbeeld projecten creatieve economie • Voorbeeld projecten herstructurering industrieel erfgoed [14] • Voorbeeld projecten herstructurering openbare gebouwen • Voorbeeld projecten kunst in de openbare ruimte [16] • Onderzoek naar de restauratieachterstand monumenten [13] • Inventarisatie projecten ten behoeve van de behoefteraming stedelijke vernieuwing [3][8][9]

Daarmee is nog geen compleet kostenbeeld te geven, maar redelijke indicaties zijn zeker mogelijk. Het verdient aanbeveling dit op termijn zeker te doen.

3.5 Analyse samenhang cultuur en stedelijke vernieuwing

Cultuur zal op diverse vlakken een rol spelen binnen de stedelijke vernieuwing. De vaststelling van de thema’s laat al zien op welke vlakken effecten worden verwacht. Het centrale idee achter de aanpak is dat via kunst en cultuur nieuwe waarden worden gemaakt en bestaande in stand worden gehouden. Kunst en cultuur geven (nieuwe) betekenissen en zorgen er voor dat iets dat in zichzelf niets is (letters op papier, verf op een doek, geluid uit een apparaat) toch waarde krijgt. Het is een waardemaker. Daarom wordt kunst en cultuur in verband gebracht met de waarde van de omgeving. Voor de kunst en cultuur is dat in zekere zin een bijproduct; voor de creatieve industrie is waarde maken een doel. Vra-gen die aan de orde komen zijn:

• In welke mate dragen monumenten bij aan de waardeontwikkeling van vastgoed? • Hoe ligt dat bij culturele voorzieningen? • Is er een relatie tussen waardeontwikkeling en investeringen? • Is er een relatie tussen culturele investeringen en vastgoedinvesteringen? • In hoeverre draagt de creatieve industrie bij aan de waarde ontwikkeling van vastgoed? • Wat is de verwachte omvang van de werkgelegenheid voor creatieve wijken? • Wat betekent dat voor de investeringen in vastgoed?

Het antwoord op deze vragen geeft een beeld van de ruimte die er is voor een gerichte en effectieve Cultuurimpuls.

3.6 Formulering Cultuurimpuls stedelijke vernieuwing

De laatste stap is het vaststellen van de opgave. De ambities zijn de vier genoemde thema’s en de rol daarvan binnen de stedelijke vernieuwing. Daarbij is steeds gekeken wat de kunst en cultuur kan bij-dragen gegeven de marges die uit de analyses naar voren komen. De inspanning is afhankelijk van het onderwerp vertaald in fysieke ruimte, arbeidsplaatsen en geld.

Page 24: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

18

Pakhuis De Zwijger / Amsterdam Een voorbeeld voor een transformatie en herbe-stemming van een historisch gebouw is pakhuis De Zwijger aan de Oostelijke Handelskade in Amsterdam. Na een lange periode van leegstand gaf de Gemeente Amsterdam medio jaren '90 een culturele en publieke bestemming aan het ge-bouw. In 1997 werd de Stichting De Zwijger opge-richt, die werkte aan een herbestemmingplan voor het pakhuis. In 2000 kwam het voortbestaan van het pakhuis tijdelijk onder druk te staan door de plannen voor de stedelijke ontwikkeling van de vroegere havens van Amsterdam. Uiteindelijk werd het toch tot rijksmonument uitgeroepen. In 2006 is Pakhuis De Zwijger geopend; getransfor-meerd tot een gebouw voor de creatieve indu-strie. Het beschikt over een grote zaal, twee klei-ne zalen, foyers, mediabroedplaatsen, studio's, kantoren en een café/restaurant. De Zwijger heeft een maximale capaciteit van 800 personen. www.dezwijger.nl

Page 25: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

19

4 Analyse Cultuur en Stedelijke Vernieuwing

4.1 Algemeen

Interviews De interviews brachten naar voren dat kunst en cultuur nog een beperkte rol speelt in het proces van stedelijke vernieuwing. Dat is heel opvallend want veel succesvolle voorbeelden van stadsherstel zijn juist te danken aan een grote inbreng van kunst en cultuur. De vestiging van kunstenaars, ateliers, voorzieningen en dergelijke gaan vaak snel en spontaan en hebben gezorgd voor nieuwe impulsen. Blijkbaar is de structurele betrokkenheid van cultuur in het proces van stedelijke vernieuwing nog niet geaccepteerd. Indeling in wijken Voor de analyse zijn de wijken ingedeeld via twee invalshoeken. In de eerste plaats is de onderverde-ling gehanteerd uit Figuur 7. dat is het onderscheid tussen stedelijke wijken en overige wijken en daar-binnen tussen aandachtswijken en geen aandachtswijken. In Nederland zijn ruim 4000 4-cijferige post-code gebieden. Een gemeente als Amsterdam of Rotterdam heeft bijvoorbeeld ongeveer 80 4 PC gebieden; in Groningen gaat het om 31 en in Delft zijn er 13. Er zijn 870 stedelijke 4 PC gebieden. Deze 4 PC gebieden vormen de stedelijke wijken. Dat zijn gebieden met een hoge dichtheid, althans voor Nederlandse begrippen. Het aantal inwoners per hectare grondoppervlak is in deze wijken gelijk aan 32. In een aantal wijken in met name Amsterdam en Den Haag is dat nog veel hoger. De dichtheid in de Indische Buurt in Amsterdam en de Schildersbuurt in Den Haag ligt boven de 250 inwoners per hectare. In de meer groene wijken aan de rand van de stad zakt dit gemiddelde naar 11 inwoners per hectare en in de dorpen en op het platteland is dat nog weer lager. Het gemiddelde voor heel Neder-land is bijna 5 inwoners per hectare. Naast de indeling in aandachtswijken wordt een indeling onderscheid gemaakt naar omvang van de sector kunst en cultuur. In Nederland zijn er volgens het LISA 117 duizend mensen werkzaam in de kunst en cultuur (zie Tabel 3). Daarbij moet overigens wel worden aangetekend dat veel kunstenaars vaak niet als zodanig zijn opgenomen in het bedrijvenregister van het LISA. Vermoedelijk is het een onderschatting. Veel instellingen op het gebied van kunst en cultuur zullen overigens wel volledig in het register zijn opgenomen. Op basis van het aantal arbeidsplaatsen in de kunst en cultuur kan een indicator berekend worden voor de omvang van de sector op wijkniveau. Gemiddeld gaat het om ruim 7 arbeidsplaatsen per 1000 inwoners. In Tabel 2 is deze indicator ingedeeld naar een aantal klassen. We zien dat de werkgele-

Page 26: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

20

genheid in de kunst en cultuur ruimtelijk zeer sterk is geconcentreerd. In 80% van de gebieden is de indicator (ver) onder het gemiddelde van 7. In deze 80% zit maar 20% van de werkgelegenheid. Om-gekeerd is dus 80% van de arbeidsplaatsen te vinden in 20% van de wijken. Een aantal wijken springen er uit. Er zijn 67 4 PC gebieden met meer dan 100 werkenden in kunst en cultuur per 1000 inwoners. Daarvan zijn 21 te vinden in stedelijke gebieden en daarvan weer 10 in aandachtswijken. Er is dus een aantal aandachtswijken met zeer veel cultuur. In de tabel is ook de procentuele verdeling opgenomen van het aantal wijken. We zien dat stedelijke wijken vaker vallen in de klassen met veel culturele werkgelegenheid. Maar voor de 40 prioriteitswijken geldt het omgekeerde. Deze zijn relatief vaak in de laagste klassen te vinden. Tabel 2: aantal aandachtswijken en overige wijken naar omvang sector kunst en cultuur arbeidsplaatsen stedelijke wijken niet stedelijk totaalkunst en cultuur 140 aandachtswijken geen totaal aan- geenper 1000 40 priori- overige totaal aandachts dachts aandachtsinwoners teitswijken 100 wijken wijk wijk wijk

(aantal 4 PC gebieden)0 tot 5 68 99 167 421 588 72 2444 31045 tot 10 6 20 26 60 86 5 306 39710 tot 25 6 30 36 74 110 7 187 30425 tot 50 0 12 12 29 41 0 51 9250 tot 100 1 4 5 19 24 0 28 52100 en meer 0 10 10 11 21 0 46 67totaal 81 175 256 614 870 84 3062 4016

(in %)0 tot 5 84 57 65 69 68 86 80 775 tot 10 7 11 10 10 10 6 10 1010 tot 25 7 17 14 12 13 8 6 825 tot 50 0 7 5 5 5 0 2 250 tot 100 1 2 2 3 3 0 1 1100 en meer 0 6 4 2 2 0 2 2totaal 100 100 100 100 100 100 100 100 Indeling in deelsectoren: sterke groei, 40 prioriteitswijken blijven achter De werkenden in kunst en cultuur zijn onderscheiden in 4 deelsectoren (zie Figuur 4). De arbeidsplaat-sen die zijn gerekend tot de kunst van het behouden, zijn te vinden in bijvoorbeeld musea, erfgoedhui-zen en monumentenzorg. Het gaat om 13 duizend plaatsen. Tot de kunst van het leren zijn gerekend de muziek, dans en theaterscholen en de kunstacademies. Hier gaat het om 34 duizend arbeidsplaatsen. De arbeidsplaatsen in de kunst van het vermaken zijn te vinden in theaters, bioscopen, evenementen-hallen en dergelijke. Het gaat om 32 duizend arbeidsplaatsen. De laatste categorie is gerekend tot de kunst van het maken. Daartoe behoren in principe alle uitvoe-rende kunstenaars. Dat zijn er volgens het LISA 38 duizend. In totaal waren er in 2004 117 duizend arbeidsplaatsen in de kunst en cultuur. Ter vergelijking is ook de situatie in 1996 opgenomen. Toen waren er 87 duizend arbeidsplaatsen. Dat betekent een groei van 35% in 8 jaar tijd, ofwel ongeveer 4% per jaar. In de 40 prioriteitswijken bleef de groei achter. De index in deze wijken staat op 121 in 8 jaar, ofwel 2,4% per jaar.

Page 27: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

21

Tabel 3: aantal arbeidsplaatsen in kunst en cultuur en de creatieve industrie (2004) 40 priori- overige overige totaal alle

teitswijken aandachts sted. sted. wijkenwijken wijken wijken

(dzd arbeidsplaatsen)kunst en cultuur1996 3 17 31 50 872004 3 23 42 68 117index (1996=100) 121 137 137 136 135

(dzd arbeidsplaatsen)kunst van het maken 1 8 12 21 38kunst van het behouden 0 3 5 8 13kunst van het leren 1 6 13 20 34kunst van het vermaken 1 6 12 19 32 Conclusie De sector kunst en cultuur is een sector die zich sterk ontwikkeld. Dat komt ook tot uitdrukking als we dit vergelijken met andere sectoren. Tabel 4 laat de ontwikkeling zien van de totale werkgelegenheid en van de creatieve industrie. De groei van de totale werkgelegenheid was in 8 jaar tijd ruim 2% per jaar. De groei van kunst en cultuur was dus aanzienlijk beter en komt in de buurt van de creatieve industrie. De creatieve industrie is een ruimer begrip dan kunst en cultuur. Naast kunst en cultuur gaat het om bijvoorbeeld vormgeving, ontwerp, media, advies, onderzoek en ICT (zie Figuur 5). Het aantal arbeidsplaatsen in de kern van de creatieve industrie bedroeg in 2004 449 duizend. De index in 2004 was met 146 nog beter dan van de kunst en cultuur. Deze sector is veel minder afhankelijk van budget-ten van de overheid en kan goed profiteren van de economische opleving zoals we die eind jaren 90 hebben gekend. Ten slotte zien we dat in alle sectoren de werkgelegenheid in de 40 prioriteitswijken is achtergebleven. Maar het is wel opvallend dat de ontwikkeling in cultuur en creatieve industrie altijd nog het dubbele is van de andere werkgelegenheid. Tabel 4: aantal arbeidsplaatsen naar sector (1996 en 2004)

40 priori- overige overige totaal alleteitswijken aandachts sted. sted. wijken

wijken wijken wijken(dzd arbeidsplaatsen 1996)

kunst en cultuur 3 17 31 50 87kern creatieve industrie 12 41 110 163 307totaal creatieve industrie 22 99 245 366 778totaal arbeidsplaatsen 205 694 1805 2703 6156

(dzd arbeidsplaatsen 2004)kunst en cultuur 3 23 42 68 117kern creatieve industrie 14 57 153 224 449totaal creatieve industrie 24 119 293 435 960totaal arbeidsplaatsen 227 804 2072 3103 7304

(index 1996=100)kunst en cultuur 121 137 137 136 135kern creatieve industrie 123 140 138 138 146totaal creatieve industrie 110 120 119 119 124totaal arbeidsplaatsen 111 116 115 115 119

Page 28: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

22

Vestingwerken / ‘s Hertogenbosch Het ontwikkelingsproject Vestingwerken is gestart als een klassiek restauratieproject en is uitgegroeid tot een gemeenschappelijke visie van een groot aantal partijen, onder andere de Gemeente ’s-Hertogenbosch, de Stichting ’s-Hertogenbosch Ves-tingwerken, de Weenergroep en Waterschap Ad en Maas. Het primaire doel is niet meer het herstel en onderhoud van de vestingwerken maar het gebruiken van de mogelijkheden die het herstel van de monu-mentale infrastructuur biedt ten aanzien van de kwali-teit van de openbare ruimte. Hierbij moet vooral ge-dacht worden aan de cultuurhistorische betekenis, de verblijfskwaliteiten, de belevingswaarde, de stedelijke inrichting en de natuurwaarden, die door het herstel van deze infrastructuur een nieuwe impuls kunnen krijgen. www.vestingstad.com

Lichtplan Hoogvliet Het Lichtplan is een project in de wijk Hoogvliet in Rotterdam. (Ver)licht(ing) wordt hier niet alleen gebruikt om de veiligheid te verhogen, maar ook als kunstvorm; als lichtobjecten op en aan gebouwen. Doel van het project is het verbeteren van de kwali-teit van de openbare ruimte en het geven van een eigen identiteit aan de wijk. De werkgroep Rotter-dam Licht Hoogvliet, bestaande uit vertegenwoordi-gers van de gemeente en kunstenaars, heeft met medewerking van burgers, ambtenaren, ontwerpers en coöperaties vijf voorbeeldprojecten, ontwikkeld. Naast de voorbeeldprojecten is een standaard-werkwijze uitgewerkt, waarmee in de herstructure-ring van de wijk rekening dient te worden gehou-den. www.wimby.nl

Page 29: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

23

4.2 Cultuur en ruimtelijke identiteit

Algemeen Er zijn vier invalshoeken benoemd waaruit de Cultuurimpuls bestaat. De eerste is ruimtelijke identiteit. Cultuur in de wijk kan zorgen voor versterking van de identiteit, herkenning en daarmee verbondenheid aan het gebied. Onder dit thema zijn een aantal onderwerpen geschaard die ondermeer bij de inter-views werden genoemd. Dat zijn:

• Monumenten en beschermde stadsgezichten • Nieuwe monumenten en industrieel erfgoed • Kunst in de openbare ruimte

In het navolgende wordt een beknopte analyse gegeven per onderwerp. Ruimtelijke spreiding monumenten Er zijn in Nederland ongeveer 60 duizend Rijksmonumenten. Dat zijn woningen, molens, boerderijen, kerken, kastelen en dergelijke (zie Tabel 5). Het grootste deel zijn woningen en gebouwen en een aanzienlijk aantal boerderijen. Daarnaast zijn er nog eens 38 duizend gemeentelijke monumenten (telling van het NCM/ Erfgoed Nederland). Tabel 5: overzicht monumenten Type monument aantal

(dzd)Agrarische gebouwen 7,4Delen van gebouwen/woonhuizen 0,2Gebouwen, woonhuizen 36,1Horeca-instellingen 0,2Kastelen, landhuizen ed. 1,0Kerkelijke gebouwen 4,2Kerk-onderdeel/object 0,2Liefdadige instelling 0,4Losse objecten, ed. 4,6Molens 1,3Openbare gebouwen 1,8Verdedigingswerken 1,3Weg- en waterwerken 1,1Overig 1,4Totaal 61,2 De ruimtelijke spreiding van woonhuismonumenten staat in Figuur 9. De gebieden langs de kust, de Zuiderzee en de historische steden springen er uit. Het gaat vooral om de steden aan de rivieren. Langs alle grote rivieren zijn de oudste steden en stadjes te vinden en herbergen daarom relatief veel monumenten. Verder zijn er dorpen en steden met een bijzondere bebouwing, zoals bijvoorbeeld in Thorn in Limburg.

Page 30: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

24

Figuur 9: kaart met aantal woonhuis monumenten per 1000 woningen per gemeente in 2005

Van de monumenten is de locatie bekend. Het is dus mogelijk te laten zien in welk type wijk nu veel of weinig monumenten staan. Het aantal monumenten is uitgedrukt in een verhoudingsgetal per 1000 woningen. Er zijn dan gemiddeld 9 monumenten per 1000 woningen. Figuur 10 laat zien dat er een innige band is tussen de aanwezigheid van monumenten en de werkgelegenheid in kunst en cultuur. De werkgelegenheid in kunst en cultuur is op dezelfde wijze uitgedrukt als in Tabel 2. Dat wil zeggen dat de wijken zijn ingedeeld naar omvang van de werkgelegenheid per hoofd van de bevolking. Figuur 10: dichtheid monumenten naar omvang sector kunst en cultuur (2005)

0102030405060708090

100

0 tot 5 5 tot 10 10 tot 25 25 tot 50 50 tot100

100 enmeer

NL

niveau sector kunst en cultuur (abp per 1000 inwoners)

mon

umen

ten

per 1

000

won

inge

n

Page 31: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

25

Wijken met veel werkgelegenheid in kunst en cultuur kennen veel monumenten en omgekeerd. Oor-zaak en gevolg zijn hier bijzonder moeilijk te scheiden. In een wijk met veel monumenten is er blijkbaar aandacht voor de schoonheid van de omgeving dat trekt culturele werkgelegenheid aan. Omgekeerd heeft een cultureel ingesteld publiek wellicht meer oog voor schoonheid en is er meer aandacht om een gebouw als monument te bestempelen. Men zou ook kunnen zeggen dat de aandacht voor de kunst van het behoud stimulerend werkt op de andere kunsten: geen succesvolle verandering zonder aandacht voor het verleden. De aandacht voor het verleden gebeurt meestal met het oog op de toe-komst. De uitkomsten van Figuur 10 kunnen ook per type wijk worden weergegeven (zie Tabel 6). In de zoge-naamde 40 prioriteitswijken komen vrijwel geen monumenten voor. Vrijwel alle prioriteitswijken ontbe-ren werkgelegenheid in de kunst en cultuur en ook monumenten. Dat is in overeenstemming met de voorgaande figuur. Ondanks het multiculturele karakter van veel van deze wijken gaat het toch in aller-lei opzichten om cultuurarme wijken. Bij de overige aandachtswijken is de verdeling duidelijk anders. Dat komt omdat er onder de overige wijken een aantal uitgaanscentra is met relatief veel voorzieningen en monumenten, maar ook met veel overlast. Tabel 6: monumenten naar type wijk en omvang sector kunst en cultuur arbeidsplaatsen stedelijke wijken niet stedelijk totaalkunst en cultuur 140 aandachtswijken geen totaal aan- geenper 1000 40 priori- overige totaal aandachts dachts aandachtsinwoners teitswijken 100 wijken wijk wijk wijk

(dzd monumenten)0 tot 5 0,2 0,3 0,6 1,9 2,4 0,4 22,6 25,55 tot 10 0,1 0,2 0,3 1,0 1,2 0,0 5,9 7,110 tot 25 0,1 2,1 2,2 4,0 6,1 0,1 2,8 9,125 tot 50 0,0 1,7 1,7 3,7 5,4 0,0 0,5 5,950 tot 100 0,0 0,7 0,7 4,0 4,7 0,0 0,2 4,9100 en meer 0,0 4,4 4,4 3,1 7,5 0,0 0,4 7,9totaal 0,4 9,4 9,8 17,6 27,4 0,5 32,4 60,3

(in %)0 tot 5 65 3 6 11 9 80 70 425 tot 10 13 2 3 5 4 4 18 1210 tot 25 21 22 22 23 22 16 9 1525 tot 50 0 18 18 21 20 0 1 1050 tot 100 0 7 7 23 17 0 1 8100 en meer 0 47 45 18 27 0 1 13totaal 100 100 100 100 100 100 100 100 Waarde omgeving en monumenten Een centrale grootheid in de analyse is de waarde van vastgoed. Er is een multi-variate analyse uitge-voerd ten aanzien van de waarde van vastgoed. Bekende factoren zijn de kwaliteit van de woning, de regionale woningmarkt en de kwaliteit van de omgeving. Ten behoeve van dit project is de analyse uitgebreid voor de culturele sector. In Figuur 11 staan de gemiddelde woningwaarden voor aandachtswijken en alle stedelijke wijken. Bovendien wordt de woningwaarde gegeven naar omvang van het aantal monumenten per wijk. Het is duidelijk dat woningen in aandachtswijken gemiddeld lager in waarde zijn. Bij vergelijkbare woningen is het verschil zo’n 15%. Het zijn minder gewilde wijken en dat werkt door in de waarde. Het is daardoor moeilijker in aandachtswijken rendabel te investeren.

Page 32: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

26

Wijken met veel monumenten kennen juist een hogere vastgoedwaarde. Dat geldt zowel voor aan-dachtswijken als voor alle stedelijke wijken. In Figuur 11 is te zien dat wijken met een redelijk aantal monumenten een duidelijk hogere vastgoedwaarde kennen. Het verschil is al gauw 20 tot 30%. Dus ondanks het feit dat aandachtswijken minder gewild zijn en lagere vastgoedwaarden kennen wordt dit in een aantal gevallen gecompenseerd door de aanwezigheid van voldoende monumenten. Het inves-teren in monumenten of andere beeldbepalende panden genereert waarde en schept daarmee ruimte voor andere investeringen. Dus los van de historische waarde zorgen monumenten voor extra vastgoedwaarde. Niet alleen voor het betreffende monument maar ook voor de omgeving. Herkennen van de eigen kwaliteit en het vast-houden daarvan scheppen ruimte voor extra investeringen. In het kader van dit onderzoek voert het veel te ver specifieke kwaliteiten te benoemen, maar het effect van monumenten als zodanig is evi-dent. Figuur 11: aantal monumenten en gemiddelde waarde woningen in 2004

100

120

140

160

180

200

220

240

0 tot 5 5 tot 10 10 tot 25 25 tot 50 50 tot 100 100 enmeer

aantal monumenten

won

ingw

aard

e

140 aandachtswijken stedelijke w ijken

Pleinen en parken Monumenten zijn dus duidelijk waardemakers. Er is ook gekeken naar pleinen en parken. Pleinen en parken zijn plekken voor ontmoeting en geven een gebied identiteit. In Nederland is er niet direct een grote traditie ten aanzien van pleinen en parken. Een bekend voorbeeld is Barcelona waar de stads-vernieuwing is begonnen met de restauratie van pleinen. In Nederland komt dat nog maar mondjes-maat voor. Een goed voorbeeld is te vinden in Breda en Tilburg via het project “pleinen in de lift”. Ge-meenten en corporaties hebben de handen ineen geslagen om een aantal pleinen een nieuw aanzien te geven. In een aantal oude binnensteden als Delft, Deventer en Maastricht zijn pleinen opgeknapt en dat heeft geleid tot een impuls voor de binnenstad. De pleinen in naoorlogse woonwijken en zeker in aandachtswijken leiden vaak een treurig bestaan. De voorzieningen rondom de pleinen zijn verdwenen en vaak is sprake van achterstallig onderhoud.

Page 33: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

27

Tabel 7: aantal parken en pleinen per type wijk en naar omvang sector kunst en cultuur (2005) arbeidsplaatsen stedelijke wijken niet stedelijk totaalkunst en cultuur 140 aandachtswijken geen totaal aan- geenper 1000 40 priori- overige totaal aandachts dachts aandachtsinwoners teitswijken 100 wijken wijk wijk wijk

(parken en pleinen)0 tot 5 228 331 559 1247 1806 149 4229 61845 tot 10 21 58 79 186 265 5 551 82110 tot 25 18 87 105 207 312 21 336 66925 tot 50 0 33 33 107 140 0 99 23950 tot 100 5 11 16 63 79 0 66 145100 en meer 0 38 38 35 73 0 80 153totaal 272 558 830 1845 2675 175 5361 8211 Pleinen en parken liggen vaak niet alleen centraal maar kunnen ook een centrale rol vervullen. Er is daarom een beknopte analyse uitgevoerd van de mogelijke invloed van parken en pleinen op diverse indicatoren. Het aantal pleinen is vastgesteld met behulp van het stratenregister en het aantal parken via de bodemstatistiek. Parken met meer dan 1 hectare oppervlak zijn meegenomen. Het blijkt dan dat er in Nederland 6200 pleinen zijn en ongeveer 2000 parken. Samen is dat 8200. De verdeling van deze pleinen en parken naar type wijk staat in Tabel 7. De verdeling van parken en pleinen is redelijk gelijkmatig. In stedelijke wijken zijn er gemiddeld iets meer dan 3 parken en pleinen per wijk (niveau 4 PC). In de aandachtswijken ligt dat zelfs nog iets hoger. Tegelijkertijd blijkt dat er in de historische wijken relatief wat meer pleinen en parken zijn. Het aantal monumentale panden gaat vaak samen met de aanwezigheid van pleinen en parken. Dat duidt al op grote variatie in kwaliteit. Er zijn wat meer pleinen en parken in de slechtste en ook in de duurste gebieden. Figuur 12: aantal pleinen en parken per type wijk (aantal per 4 PC)

0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0

40prioriteitswijken

100 overigeaandachtswijken

aandachtswijken

overigestedelijke w ijken

stedelijke w ijken

overige w ijken

NL

aantal pleinen en parken per 4 PC gebied

Er is een multi-variate analyse gemaakt van de relatie tussen het aantal pleinen en parken met andere kenmerken van de omgeving. Er is nagegaan of er samenhang is te vinden met de waarde van het vastgoed. In het voorgaande bleek dat het feit dat een wijk achterstanden en problemen kent leidt tot

Page 34: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

28

minder waarde. Daar staat tegenover dat meer monumenten sterke positieve invloed hebben op de waarde van omringende woningen. Het feit of er veel pleinen en parken zijn doet daar niet veel aan af. Er kon hooguit een licht effect worden geconstateerd van de omvang van het park op de waarde van de omliggende woningen. Vermoedelijk is het zo dat de kwaliteit zeer divers is. Over de kwaliteit van de openbare ruimte is echter geen informatie. Het is aan te bevelen gerealiseerde projecten met duide-lijke kwaliteitsverbeteringen op effecten te bezien. Kunst in de openbare ruimte Kunst in de openbare ruimte is bij de interviews door verschillende mensen genoemd als een belang-rijk onderwerp in relatie tot stedelijke vernieuwing. Het is echter moeilijk veel feitenmateriaal over dit onderdeel bijeen te brengen. Er zijn wel enkele voorbeelden te noemen van succesvolle projecten. Het project Face Your World laat bijvoorbeeld jongeren hun eigen leefomgeving onderzoeken en geeft ze instrumenten om hun omgeving, als een echte stedenbouwkundige, te veranderen. Het is in Neder-land opgezet als VMBO-scholenproject onder begeleiding van kunstenares Jeanne van Heeswijk. Het project Playgrounds is uitgevoerd in Hoogvliet en had als doel speelterreinen door kunstenaars te laten inrichten. In Delft is via het project de metamorfosen de herstructurering van de Poptahof begeleid. Dat is een grote naoorlogse flatwijk. Onderdeel van dit project was Stapelstad waarbij de vrijkomende ruim-te tijdelijk beschikbaar werd gesteld aan creatieven. Effecten op werkgelegenheid, woningwaarde en dergelijke zijn hier moeilijk in kaart te brengen.

De Metamorfosen van de Poptahof / Delft De Poptahof in Delft is een typische wijk uit de jaren 60’, met een aantal galerijflats en eengezinswoningen. Deze wijk ondergaat momenteel een grootschalige vernieuwing van de woningvoorraad, de voorzieningen en de buitenruimte. Om naast de fysieke kwaliteits-verhoging van de wijk ook de bewoners en andere belangstellenden te betrekken en om de wijk een nieuwe identiteit te geven, werd in september 2006 het 3-daagse flatfestival “De Metamorfosen van de Poptahof” georganiseerd; gesteund door Fonds 1818, de Gemeente Delft en een aantal sponsoren. De cul-turele invulling werd georganiseerd door o.a. De Nieuwe Amateur, Theatertaal, Filmhuis Lumen en de projectorganisatie Poptahof. Thema’s van het festival waren de bewoners en de geschiedenis van de Pop-tahof, de toekomstplannen van de nieuwe Poptahof en reflecties van kunstenaars op plannen en bewoners. www.poptahof.nl

Page 35: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

29

Conclusie Er is een duidelijk positief verband tussen de aanwezigheid van monumenten en de waarde van het vastgoed in de omgeving. Dat positieve verband kan aanleiding geven voor het investeren in monu-menten ook in de prioriteitswijken. Echter dat zijn vaak naoorlogse wijken met weinig of geen oud vast-goed, dus er bestaat weinig kans dat er gebouwen zijn, die middels het verkrijgen van de monumen-tenstatus en daarmee verbondene herstructurering en opwaardering, een wijk tot meer identiteit kun-nen verhelpen. Desondanks kunnen ook andere gebouwen zodanig verbouwd en geherstructureerd worden dat zij als iconen en daarmee waardemaker voor een wijk kunnen dienen. Het effect van het aantal van pleinen en parken op de woningwaarde kan niet of nauwelijks worden vastgesteld. De verdeling van pleinen en parken is relatief gelijkmatig tussen alle stedelijke wijken. Echter, bij de analyse is geen rekening gehouden met de kwaliteit van parken en pleinen. Omdat uit voorbeelden blijkt dat de kwaliteitsverbetering van pleinen een positief effect op stedelijke vernieuwing kan hebben, lijkt hier een aanknopingpunt voor de prioriteitswijken te zijn. Het zelfde geldt voor kunst in de openbare ruimte.

4.3 Cultuur en sociale ontwikkeling

Algemeen Voorgaand item betrof vooral de fysieke toestand van de wijk. Cultuur komt niet alleen tot uitdrukking via de gebouwde omgeving maar ook via activiteiten. Dat zijn de bovenste lagen in Figuur 8. Via de huisvesting van allerlei voorzieningen en culturele bedrijvigheid wordt cultuur in de wijken gebracht. We hebben al eerder gezien dat de werkgelegenheid in kunst en cultuur gelijk is aan 117 duizend perso-nen. Overigens moet nog eens worden herhaald dat veel kustenaars slecht in de registraties zitten en dat er veel kunstzinnige bedrijven te vinden zijn onder andere noemer. De ceramiek staat bijvoorbeeld onder de aardewerkindustrie, veel mode bij de textiel enzovoort. Hier wordt echter de bedrijfsindeling van het LISA gehanteerd. De feitelijke omvang van de sector kunst en cultuur zal vermoedelijk groter zijn. De volgende stap is een analyse van de culturele voorzieningen. Culturele voorzieningen zorgen voor educatie, vermaak, behoud en stimuleren het zelf beoefenen van kunst en cultuur. Het aanbod aan culturele voorzieningen is in kaart gebracht door een inventarisatie van de fysieke gebouwen en via de werkgelegenheid in de voorzieningen. Voorzieningen zijn diensten en de omvang daarvan wordt voor een belangrijk deel bepaald door het aantal mensen dat deze dienst aanbiedt. Daarom wordt in het navolgende aangegeven om hoeveel mensen dat gaat en waar dat aanbod is te vinden. Overigens hoeft het nog niet te betekenen dat gebrek aan aanbod ook leidt tot minder gebruik. Daarom is ook via de bewoners nagegaan wat de ruimtelijke spreiding in gebruik is. Spreiding aanbod culturele voorzieningen De grote ruimtelijke verschillen in werkgelegenheid in kunst en cultuur en daarmee ook in het aanbod van voorzieningen, komen goed naar voren in Figuur 13. Het aantal arbeidsplaatsen per 1000 inwo-ners is voor heel Nederland gelijk aan 7. De gele gemeenten liggen rond het gemiddelde. De oranje en rode gemeenten liggen (ver) boven het nationale gemiddelde. Daartoe behoren Amsterdam, Aalsmeer en de gemeenten in het Gooi. Dat is vooral dankzij de media. Verder is een aantal gemeenten met recreatieparken rood gekleurd. Kermis en recreatieparken zijn ook tot het cultureel vermaak gerekend. Tot de tweede categorie tussen 10 en 20 arbeidsplaatsen per 1000 inwoners behoren vooral provin-ciehoofdsteden en historische steden als Deventer en Delft.

Page 36: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

30

Figuur 13: kaart arbeidsplaatsenkunst en cultuur per 1000 inwoners per gemeente 2004

Ter informatie is van de zogenaamde G31 dezelfde grootheid weergegeven in Figuur 14. De hoogste score niet alleen absoluut maar ook relatief is te vinden in Amsterdam. Daar bevindt zich een groot aantal nationale instellingen, musea en er is veel kunstzinnig onderwijs. Het aantal werkenden in kunst en cultuur is daar het dubbele ten opzichte van de G31. Ook Arnhem met de hogeschool voor de kun-sten en de toneelschool scoort hoog. De hoge plaats van Leeuwarden zal een gevolg zijn van de vele Friese instellingen in die stad. Uit de figuur blijkt verder dat universiteitssteden hoog scoren. Provincie-hoofdsteden doen het ook nog redelijk, maar oude industriesteden als Tilburg, Almelo, Enschede, Zaanstad, Dordrecht en dergelijke scoren relatief laag. Verder valt op dat een welvarende gemeente als Amersfoort met een grote sector zakelijke diensten ook matig naar voren komt. Bovendien is op-merkelijk dat een fraaie stad als Dordrecht met een historische kern aan het water en veel monumen-ten zo laag in de rangorde staat. Al eerder werd gezegd dat de sector kunst en cultuur sterk is geconcentreerd. De bovenste regel van Tabel 8 betreft bijna 80% van alle 4 PC gebieden. Daar werkt slechts 19% van de sector kunst en cultuur. De onderste 2 regels betreffen wijken met meer dan 50 arbeidsplaatsen per 1000 inwoners. Over heel Nederland bezien gaat het slechts om ruim 100 van de 4000 gebieden, ofwel 2,5%. Daar is wel 40% van de werkgelegenheid te vinden. Een verdere analyse van de ruimtelijke spreiding van de sector kunst en cultuur bracht aan het licht dat een aantal wijken met veel cultuur opvallend genoeg vaak als aandachtswijk worden aangemerkt. Dit type gebieden is ondermeer te vinden onder de 100 overige aandachtswijken. Dat heeft twee oorza-ken. Het gaat vaak om oude wijken met een groot aandeel goedkoop vastgoed. Dat is aantrekkelijk voor kunstenaars, ateliers, galerieën en dergelijke. Oude wijken worden vaak het eerste “ontdekt” door kunstenaars. In de tweede plaats zijn er centrum wijken met kunst en cultuur maar ook met veel uit-gaansmogelijkheden.

Page 37: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

31

Figuur 14: relatieve omvang sector kunst en cultuur van de G31 (2004)

0 5 10 15 20 25 30

Amsterdam

Arnhem

Leeuwarden

Utrecht

Groningen

Deventer

Delft

M aastricht

s-Gravenhage

Zwolle

Haarlem

s-Hertogenbosch

Lelystad

Hengelo

Leiden

Eindhoven

Rotterdam

Nijmegen

Alkmaar

Tilburg

Almelo

Emmen

Amersfoort

Breda

Heerlen

Enschede

Zaanstad

Venlo

Schiedam

Dordrecht

Helmond

G31

arbeidsplaatsen kunst en cultuur per 1000 inwoners

De 40 prioriteitswijken zijn vooral woongebieden. Tabel 8 geeft per type wijk de verdeling van de werk-gelegenheid. Het is zeer duidelijk dat er in de 40 prioriteitswijken maar bijzonder weinig voorzieningen zijn. Er werken 3 duizend personen. Vrijwel alle wijken vallen in de laagste klassen. Het aantal voor-zieningen per inwoner is in deze wijken veel lager dan elders. In de zogenaamde 100 overige wijken is het niveau vergelijkbaar met de rest van de stedelijk wijken.

Page 38: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

32

Tabel 8: aantal arbeidsplaatsen kunst en cultuur naar type wijk en omvang sector (2004) arbeidsplaatsen stedelijke wijken niet stedelijk totaalkunst en cultuur 140 aandachtswijken geen totaal aan- geenper 1000 40 priori- overige totaal aandachts dachts aandachtsinwoners teitswijken 100 wijken wijk wijk wijk

(dzd abp kunst en cultuur)0 tot 5 1,3 1,6 2,9 5,9 8,8 0,5 13,3 22,65 tot 10 0,4 1,2 1,6 3,0 4,6 0,0 6,9 11,510 tot 25 0,9 4,2 5,0 8,6 13,6 0,4 7,4 21,425 tot 50 0,0 4,0 4,0 7,4 11,4 0,0 3,7 15,150 tot 100 0,5 2,6 3,2 7,9 11,1 0,0 3,0 14,1100 en meer 0,0 9,2 9,2 9,2 18,4 0,0 14,1 32,5totaal 3,1 22,7 25,8 42,0 67,9 0,9 48,5 117,2

(in %)0 tot 5 42 7 11 14 13 52 28 195 tot 10 14 5 6 7 7 5 14 1010 tot 25 27 18 20 20 20 43 15 1825 tot 50 0 18 15 18 17 0 8 1350 tot 100 17 11 12 19 16 0 6 12100 en meer 0 40 35 22 27 0 29 28totaal 100 100 100 100 100 100 100 100 Voorzieningen en woningwaarde Er is ook gekeken in hoeverre de aanwezigheid van veel culturele voorzieningen en werkgelegenheid in voorzieningen van invloed is op de woningwaarde. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Figuur 15 maakt duidelijk dat de woningwaarde toeneemt als ook het voorzieningenniveau hoger is. Nu kan men zeggen dat hier sprake is van een indirect effect. Het kan immers ook een gevolg zijn van de aanwe-zigheid van monumenten. Een analyse met behulp van multi-variate technieken liet zien dat de aanwe-zigheid van veel culturele voorzieningen weldegelijk van invloed is op de woningwaarde. Dat betekent dat culturele voorzieningen ook een waardemakers zijn. Niet alleen monumenten maar ook culturele voorzieningen werken positief op het prijsniveau en maken vastgoed investeringen aantrekkelijker. Dat verklaart ook waarom wijken met meer voorzieningen zich sneller herstellen. In het volgende hoofdstuk komen we daar op terug. Figuur 15: woningwaarde en omvang werkgelegenheid in kunst en cultuur

100

120

140

160

180

200

220

240

0 tot 5 5 tot 10 10 tot 25 25 tot 50 50 en meer

cultureel voorzieningenniveau

won

ingw

aard

e

140 aandachtswijken stedelijke w ijken

Page 39: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

33

We zien in Figuur 15 dat de wijken met het laagste voorzieningenniveau ook verreweg de laagste wo-ningwaarde kennen. Juist de 40 prioriteitswijken zijn vrijwel allemaal in deze categorie te vinden. Het feit dat het om aandachtswijken gaat wordt daar nog eens versterkt door de afwezigheid van monu-menten en het lage niveau van de voorzieningen. Deelname aan kunst en cultuur Een andere manier om te kijken naar de spreiding van kunst en cultuur is via de deelname. Een laag aanbod hoeft nog niet te betekenen dat de deelname lager is. Er is maar één concertgebouw en dat staat in Amsterdam. Bezoekers van het concertgebouw zullen lang niet allemaal uit de wijk van het concertgebouw komen. Men is geneigd het tegendeel te zeggen. Dat neemt niet weg dat iedere voor-ziening een ruimtelijk bereik heeft. Bij het concertgebouw zal dat zeer groot zijn; bij andere voorzienin-gen is dat zeer beperkt. De aandachtswijken en met name de 40 prioriteitswijken kennen bijzonder weinig voorzieningen en dat kan doorwerken in het gebruik. Daarom is aan de hand van het AVO (= aanvullend voorzieningen onderzoek) gekeken naar het ge-bruik van voorzieningen en de beoefening van kunst en cultuur. Het AVO is een steekproef onder per-sonen van 6 jaar en ouder. Er wordt gevraagd naar het gebruik van voorzieningen. Wat kunst en cul-tuur betreft wordt geïnformeerd naar bezoek van kunst en cultuur en naar de eigen beoefening. De indeling in wijken zoals hier wordt gehanteerd is opgenomen in het AVO. Het is dan mogelijk uitspra-ken te doen over deze onderwerpen per type wijk. Het blijkt dan dat het bezoek aan allerlei voorzienin-gen van concertgebouw, via bioscoop tot pretpark elkaar niet veel ontloopt per type wijk. Persoonlijke voorkeuren en sociaal-culturele achtergronden zijn belangrijker om verschillen te verklaren. Er zijn echter wel verschillen in de beoefening van kunst en cultuur. Het resultaat staat in Tabel 9. Er is via het AVO onderscheid gemaakt in les in kunst en cultuur via een instelling en daarbuiten. Volgens het AVO gaat het om 1,3 miljoen mensen die les krijgen via een instelling en 1,5 miljoen mensen krijgen les buiten een instellen. Daarnaast zijn er nog eens 1,3 miljoen mensen lid van een culturele vereniging. Omdat veel mensen op meerdere vlakken cultureel actief zijn kunnen deze cijfers niet zo maar opge-teld worden. Als hiermee rekening wordt gehouden zijn er in totaal 2,1 miljoen mensen cultureel actief. Als ook nog eens de mensen worden meegerekend die cultureel actief zijn maar niet via een collectief (betaald) verband dan gaat het om niet minder dan 5,3 miljoen mensen. Tabel 9: deelname aan kunst en cultuur deelname stedelijke wijken niet stedelijk totaalaan kunst 140 aandachtswijken geen totaal aan- geenen cultuur 40 priori- overige totaal aandachts dachts AD

teitswijken 100 wijken wijk wijk wijk(dzd personen ouder dan 6 jaar)

les via instelling 40 113 153 372 525 17 778 1320les buiten instelling 49 132 181 454 635 23 882 1539lid culturele vereniging 36 100 136 368 504 24 788 1316betaalde activiteit 65 174 239 604 843 33 1231 2107cultureel actief 217 485 702 1622 2324 77 2895 5296totaal 616 1126 1742 4280 6022 183 7286 13490

(in %)les via instelling 6 10 9 9 9 9 11 10les buiten instelling 8 12 10 11 11 13 12 11lid culturele vereniging 6 9 8 9 8 13 11 10betaalde activiteit 11 15 14 14 14 18 17 16cultureel actief 35 43 40 38 39 42 40 39totaal 100 100 100 100 100 100 100 100bron: AVO

Page 40: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

34

De beoefening van kunst en cultuur is redelijk gelijkmatig verspreid met uitzondering van de 40 priori-teitswijken. Daar ligt het volgen van lessen aanzienlijk lager. Ook het lidmaatschap van culturele vere-nigingen of clubs is lager. Het gaat om verenigingen die actief zijn op het gebied van zang, dans, to-neel enzovoort. Als we deze activiteiten combineren dan zijn er zoals gezegd 2,1 miljoen mensen cul-tureel actief. Het aantal mensen dat niet in groepsverband actief is en dus niet deelneemt aan een betaalde activiteit, is nog veel groter. Er zijn zeer veel mensen die in eigen tijd schilderen, schrijven, zingen enzovoort. Volgens het AVO zijn dat 5,3 miljoen personen. Ook dit percentage is (veel) lager in de 40 prioriteitswijken. Het lage aanbod aan voorzieningen werkt blijkbaar wel door in de beoefening van kunst en cultuur. Conclusies Culturele voorzieningen zijn ruimtelijk zeer scheef verdeeld. Gebieden met een hoge historische waar-de kennen ook veel culturele voorzieningen. De aandachtswijken en met name de 40 prioriteitswijken hebben een bijzonder laag niveau. Op zich hoeft dat niet erg te zijn, maar de beoefening van kunst en cultuur is in deze wijken ook veel lager. Verder blijkt dat de woningwaarde lager is in wijken met weinig kunst en cultuur. Daardoor herstellen deze wijken zich langzamer dan gemiddeld.

4.4 Cultuur en economische ontwikkeling

Algemeen In een onderzoek dat door ABF Research samen met bureau de Stad bv voor het Ministerie van VROM en het Ministerie van EZ is uitgevoerd, is geprobeerd creatieve milieus vast te stellen. De titel van het onderzoek is “Kansen voor creatieve milieus”. Zoals de titel al zegt ging het er niet alleen om de huidige milieus in kaart te brengen maar ook plekken te zoeken voor mogelijke nieuwe milieus. Het genoemde onderzoek is een vervolg op een eerdere studie over de “Creatieve Industrie in Nederland”. Daarin wordt de omvang van de creatieve industrie vastgesteld en vindt een definitie plaats van de zogenaamde creatieve milieus. De creatieve industrie wordt gezien als alle zelfstandige bedrijvigheid die eenmalige producten maakt. Producten die steeds weer opnieuw uitgevonden moeten worden en dus een hoge mate van creativiteit vergen. In Figuur 5 is geprobeerd de creatieve industrie nader te definiëren. Naast de kunst en cultuur zijn dat bijvoorbeeld vormgeving via ontwerp en architectuur, advies, onderzoek, media en ICT. Dit is de kern van de creatieve industrie genoemd. De totale werkgelegenheid in deze sector was in 2004 gelijk aan 449 duizend arbeidsplaatsen, ofwel 6% van de totale werkgelegenheid. Daar komen nog eens 511 duizend arbeidsplaatsen bij van vormen van werkgelegenheid die direct gelieerd zijn aan deze sector. Dat kan gaan om bedrijven die betrokken zijn bij de organisatie, overdracht en toepassing van produc-ten van de creatieve industrie. De totale werkgelegenheid komt dan op 960 duizend arbeidsplaatsen. Dat is 13% van de totale werkgelegenheid. Figuur 16 geeft in het kort de karakteristieken van de creatieve milieus. Wijken die aan deze karakteris-tieken voldeden zijn creatieve milieus genoemd. De precieze operationalisering staat in de genoemde rapporten. Het resultaat was dat 461 van de ruim 4000 4 PC gebieden aangemerkt zijn als creatief milieu, ofwel 11% van alle milieus. Net als bij de sector kunst en cultuur zien we een aanmerkelijke concentratie van werkgelegenheid in de creatieve industrie. In deze gebieden zit 56% van de creatieve werkgelegenheid. Deze concentratie neemt overigens de laatste jaren verder toe.

Page 41: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

35

Figuur 16: 4 soorten creatieve milieus

creatieve werkplaats transactiemilieuopen en divers stedelijkmultifunctioneel interdisciplinaircomplementair open en tolerantinteractie van buiten multifunctioneelconnectivity uitwisseling

venture capital

experiment markt

broedplaats productiemilieuinterne interactie eenzijdige milieusgoegkoop en ruim kennisproductieverscheidenheid toeleverenstartersmilieu bedrijvenparktrial & error efficient

extr

aver

t in

trov

ert

Ruimtelijke spreiding creatieve milieus Tabel 10 laat de verdeling van het aantal creatieve wijken zien naar type wijk. Ongeveer 11% van alle gebieden is aangemerkt als creatief milieu. In stedelijke wijken is dat hoger en gelijk aan 25%. De 40 prioriteitswijken scoren op dit punt juist weer lager dan de overige stedelijke wijken. Met 14 van de 81 is dat gelijk aan 17%. Tabel 10:aantal wijken en werkgelegenheid naar type en naar soort creatief milieu creatief milieu stedelijke wijken niet stedelijk totaal

140 aandachtswijken geen totaal aan- geen40 priori- overige totaal aandachts dachts AD

teitswijken 100 wijken wijk wijk wijk(aantal 4PC gebieden)

geen creatief milieu 67 126 193 459 652 74 2829 3555

broedplaats 2 6 8 12 20 0 13 33creatieve werkplaats 5 13 18 60 78 2 48 128transactiemilieu 1 15 16 35 51 1 35 87produktiemilieu 6 15 21 48 69 7 137 213totaal creatieve milieus 14 49 63 155 218 10 233 461

totaal 81 175 256 614 870 84 3062 4016(dzd arbeidsplaatsen kern creatieve industrie)

geen creatief milieu 6 23 28 51 79 5 101 185

broedplaats 0 3 4 2 6 0 2 8creatieve werkplaats 2 9 11 34 45 1 19 64transactiemilieu 1 12 13 31 44 1 28 73produktiemilieu 5 11 16 34 50 2 67 119totaal creatieve milieus 9 35 43 102 145 4 115 264

totaal 14 57 72 153 224 9 217 449

Page 42: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

36

Bijna de helft van de creatieve wijken zijn productiemilieu genoemd. Daar staan doorgaans de grote instituten met veel werkgelegenheid. Dat is ook te zien in het onderste deel van de tabel. Het grootste deel van de creatieve werkgelegenheid is te vinden in de zogenaamde productie milieus. Er is een beperkt aantal broedplaatsen. Het gaat slechts om 33 wijken. Onder de 40 prioriteitswijken zijn er maar 2 te vinden. Aandachtswijken doen het over het algemeen redelijk als creatief milieu. Ge-middeld zelfs iets beter dan de overige stedelijke wijken. Maar de 40 door Minister Vogelaar geselec-teerde wijken scoren ook op dit punt slecht. Dat is te zien aan Figuur 17. Het aantal arbeidsplaatsen in de creatieve industrie ligt onder het Nederlandse gemiddelde en blijft ver achter bij het stedelijke ge-middelde. Gezien het niveau van het aantal bijzondere ruimtelijke identiteiten, de aanwezigheid van voorzienin-gen en nu ook creatieve milieus is de keuze voor de 40 prioriteitswijken nog zo slecht niet. Als men er van uit gaat dat het wijken zijn waar het nodige moet gebeuren dan is dat ook in cultureel opzicht het geval. Er is alle reden eens te kijken naar mogelijke kansen voor de creatieve industrie. Figuur 17: aantal arbeidsplaatsen in de kern van de creatieve industrie per 1000 inwoners naar type wijk

0 10 20 30 40 50

40prioriteitswijken

100 overigeaandachtswijken

aandachtswijken

overigestedelijke w ijken

stedelijke w ijken

overige w ijken

NL

arbeidsplaatsen kern creatieve industrie per 1000 inwoners

Kansen voor creatieve wijken In het rapport “Kansen voor creatieve milieus” is een analyse gemaakt van de achtergronden van het voorkomen van deze milieus. Er kwamen een aantal aspecten naar voren:

• Geschikt (betaalbaar) vastgoed • Aanwezigheid van culturele voorzieningen • Geschikt publiek (met name jongeren met een goede opleiding) • Ontmoetingsruimte • Nabijheid van opdrachtgevers met name in de zakelijke dienstverlening

Deze indicatoren zijn weer gebruikt voor het zoeken naar mogelijke nieuwe milieus. Dat zijn gebieden waar wel aan alle voorwaarden is voldaan maar waar de creatieve industrie niet tot ontwikkeling is gekomen. Op grond van deze analyse is de conclusie getrokken dat het aantal creatieve milieus in

Page 43: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

37

aandachtswijken in potentie aanzienlijk kan toenemen. In Tabel 11 is het aantal potentiële nieuwe milieus weergegeven naar soort wijk. Het schaalniveau is van de 4 PC gebieden, omdat de creatieve milieus op dit niveau gedefinieerd zijn. We zien dat met name in aandachtswijken er ruimte is voor meer creatieve milieus. Het aantal creatieve wijken zou kunnen verdubbelen. In de 40 prioriteitswijken waar het huidige aantal erg laag is zou er zelfs sprake kunnen zijn van een verdriedubbeling. Met na-me de aanwezigheid van goedkoop vastgoed en van een jong multicultureel publiek is een plus voor deze wijken. De verbetering van de culturele voorzieningen zou nog eens een versterking kunnen betekenen. Tabel 11: kansrijke nieuwe creatieve milieus soort milieu stedelijke wijken niet stedelijk totaal

140 aandachtswijken geen totaal aan- geen40 priori- overige totaal aandachts dachts AD

teitswijken 100 wijken wijk wijk wijk(aantal 4PC gebieden)

creatief milieu 14 49 63 155 218 10 233 461kansrijk nieuw milieu 27 46 73 65 138 3 36 177totaal 81 175 256 614 870 84 3062 4016

(in %)aandeel nieuwe milieus 33 26 29 11 16 4 1 4 Waarde van wijken en creatieve milieus Bij de monumenten en culturele voorzieningen kwam al naar voren dat er sprake is van waarde ont-wikkeling als gevolg van investeringen in deze onderwerpen. De aanwezigheid van een creatief milieu voegt daar nog iets aan toe. Deels gaat het om dezelfde processen. De wijk wordt “ontdekt” en wordt een domein van de creatieve sector. Uit Figuur 18 blijkt dat creatieve milieus een hoge vastgoedwaar-de kennen. Dat geldt voor alle onderscheiden soort wijken. Het benutten van de kansen voor de crea-tieve industrie schept niet alleen werkgelegenheid maar ook waarde en daarmee kansen voor nieuwe investeringen. Figuur 18: waarde van woningen naar creatief milieu en type wijk (2004)

50 75 100 125 150 175 200 225 250 275 300

40 prioriteitswijken

100 overigeaandachtswijken

aandachtswijken

overige stedelijkewijken

stedelijke w ijken

overige w ijken

NL

gemiddelde woningwaardegeen creatief milieu

creatief milieu

Page 44: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

38

Herstel van wijken Deze analyses maken het aannemelijk dat wijken met veel kunst en cultuur en een omvangrijke crea-tieve industrie zich beter herstellen, maar dat moet ook nog blijken. Dat komt door de nieuwe activitei-ten en door de hogere vastgoedwaarden waardoor nieuwe investeringen gemakkelijker van de grond komen. Om dat te laten zien moet de ontwikkeling van het aantal aandachtswijken in de tijd worden bekeken. Het aantal aandachtswijken is vastgesteld met behulp van een aantal indicatoren. Dat is voor het eerst gedaan met gegevens uit 1998 [3] en weer herhaald met gegevens uit 2002 [6]. Zodra alle gegevens over 2006 bekend zijn, dan is een volgende meting mogelijk. De twee metingen in 1998 en 2002 lieten zien dat het aantal aandachtswijken ongeveer gelijk is gebleven. Het zijn echter niet dezelfde wijken. Uitgedrukt in 4 PC gebieden ging het in beide metingen om ongeveer 340 gebieden. Sinds 1998 zijn er ongeveer 40 4 PC gebieden bijgekomen en 40 4 PC gebieden verdwenen als aandachtswijk. Het is nu interessant te zien welke wijken niet meer als aandachtswijk worden aangemerkt en welke er juist zijn bijgekomen. In Figuur 19 zijn de kenmerken van deze wijken in 1998 weergegeven. Er zijn 3 grootheden uitgezet. In de eerste plaats het aantal arbeidsplaatsen in kunst en cultuur per 1000 inwoners. Dat is ook gedaan voor het aantal arbeidsplaatsen in de kern van de creatieve industrie en de gehele creatieve industrie. De figuur laat zien dat wijken die als aandachtswijken zijn verdwenen het (bijzonder) goed doen op de genoemde indicatoren. Omgekeerd hadden de wijken die na 1998 er zijn bijgekomen als aandachts-wijk juist een relatief laag niveau. Figuur 19: omvang kunst en cultuur en creatieve industrie in1998 in relatie tot mutaties wijken

0

10

20

30

40

5060

70

80

90

100

kunst en cultuur kern creatieveindustrie

creatieve industrie

arbe

idsp

laat

sen

per 1

000

inw

oner

s in

199

8

aandachtsw ijk gew orden gelijk geen aandachtsw ijk meer

Conclusies De creatieve industrie is een waardemaker. Wijken met een omvangrijke creatieve industrie herstellen zich sneller. Dat geldt voor de kunst en cultuur en ook voor de creatieve industrie. Ongeveer 11% van de wijken kan worden bestempeld als creatief milieu. In de stedelijke wijken is dat niet minder dan 25% maar in de 40 prioriteitswijken ligt dat juist veel lager. De potenties voor een creatief milieu zijn daar juist hoog. Gegeven de potenties zou een verdriedubbeling mogelijk moeten zijn.

Page 45: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

39

4.5 Culturele planologie

Het laatste thema is de culturele planologie. Binnen de context van de stedelijke vernieuwing is immers de inbreng van ontwerpers, onderzoekers en opdrachtgevers noodzakelijk om te verkennen wat de toekomstmogelijkheden zijn van archeologische vondsten, monumenten, de publieke ruimte, culturele voorzieningen en dergelijke. Bovendien mag bij het vormgeven aan culturele voorzieningen gevraagd worden naar een kwalitatief goede vormgeving en een uitstekende inpassing in het functioneren van de ruimten van de stad. Daarbij is culturele inbreng in de planvorming essentieel. Lokale overheden moeten optimaal gebruik maken van de creativiteit en professionele (ontwerp)-deskundigheid in hun steden, door het verlenen van opdrachten. Voorgaande analyse hebben laten zien dat cultuur in allerlei opzichten een waardemaker is. Dat betekent dat uitgaven voor cultuur bij gebiedsontwikkeling niet direct opgevat moeten worden als een kostenpost, die uiteindelijk geschrapt moet worden, maar als een investering om de opbrengst te verbeteren. Waar en op welke wijze dat het beste kan, moet nog wel worden ontwikkeld. Om dat te verwezenlijken is het nodig:

• een opgave te formuleren ten aanzien van de ontwikkeling van cultuur in aandachtswijken; • inzicht te bieden in de relatie tussen investeren in cultuur en de ontwikkeling van het gebied; • een proces te formuleren dat kansen biedt voor het versterken van het culturele klimaat.

De eerste twee onderwerpen komen zeer globaal in dit rapport aan de orde. Op lokaal niveau zal dat preciezer en interactiever moeten plaats vinden. Dit ontstaat niet vanzelf. Vaak zijn er extra activiteiten nodig, die niet binnen de taken passen, waar de verschillende partijen ‘op afgerekend worden’. Deze activiteiten omvatten bij voorbeeld:

• Evenementen om de culturele betekenis van specifieke gebieden onder de aandacht te bren-gen.

• Onderzoek naar de hedendaagse ‘volkscultuur’. Deze kan een voedingsbodem zijn voor een specifieke aanpak van bepaalde stedelijke gebieden.

• Ontwerpend onderzoek om de potenties van te transformeren stedelijk gebied te verkennen. Het betreft vooral onderzoek waarin architecten, stedenbouwers en landschapsarchitecten samenwerken met bij voorbeeld economisch geografen en/of stadssociologen.

• Het organiseren van prijsvragen, workshops en dergelijke om jong talent aan te boren c.q. om culturele diversiteit te organiseren.

• Het evalueren van ‘best practices’ en het verspreiden van de resultaten. • Het ontwikkelen van interactieve besluitvormingsmethoden met nieuwe vormen van opdracht-

geverschap, die een kans bieden aan de diverse deelsectoren binnen de cultuur. Conclusies Culturele planologie kan men zien als de verbindende schakel. Het is het proces waarbinnen de ont-wikkeling van ruimtelijke identiteit, culturele voorzieningen en creatieve milieus een plaats moeten hebben. Het ontwikkelen van culturele dragers zou binnen de stedelijke vernieuwing het doel moeten zijn. Wat dat betekent komt in het volgende hoofdstuk aan de orde.

Page 46: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

40

Electron / Breda

Het leegstaande bedrijfsgebouw Electron in Via Breda, een groot gebied nabij het station van Breda, heeft sinds 2005 een nieuwe bestemming. In het kader van de culturele visie voor Via Breda heeft de Gemeente Breda het gebouw aange-kocht en ter beschikking gesteld aan de professi-onele kunsten, om de buurt een nieuwe culturele impuls te geven. Electron is getransformeerd tot een broedplaats voor creativiteit voor het beel-dende kunstveld, met een oppervlakte van ca. 3000m2. Het biedt ruimte voor ontmoetingen, werk en tentoonstellingen.

www.electronbreda.nl

Page 47: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

41

5 Opgave Cultuurimpuls

Ambities algemeen In het laatste hoofdstuk worden de ambities geformuleerd. De analyse laat zien dat er volop kansen zijn voor een betekenisvolle Cultuurimpuls in de stedelijke vernieuwing. Het is zaak dat te benoemen. Het onderzoek richt zich op de meest kwetsbare wijken met weinig culturele voorzieningen. Dat zijn de 40 wijken van de nieuwe Minister van WWI (prioriteitswijken). Deze wijken hebben op talloze terreinen achterstanden. Het is vaak eerst zaak de wijk op orde te brengen, te weten schoon, heel en veilig. Dan volgen vaak fysieke investeringen via de herstructure-ring van woningen en woonomgeving. Alle activiteiten zijn gericht op het tot stand brengen van een gezonde wijk. Relatief zijn dat bijzonder dure ingrepen. De totale investeringen zijn in de eerder ge-noemde studie berekend en lopen in de miljarden [7]. Een gezonde wijk is nog geen gewilde wijk. Met name in het stedelijke gebied is een gewilde wijk meer dan een prettige omgeving en voldoende voor-zieningen. Voor een duurzame exploitatie van de wijk zou ook geïnvesteerd moeten worden in de aspecten van de wijk die er voor zorgen dat de wijk gewild is. Op dat vlak speelt kunst en cultuur een voorname rol. De analyses laten zien dat kunst en cultuur waardemakers zijn en dus sterk bijdragen aan de gewildheid. Investeren in kunst en cultuur is relatief goedkoop en genereert op termijn waarde. Uitgangspunten Investeren in achterstandswijken is extra duur omdat de waarde van het vastgoed relatief laag is. Kunst en cultuur genereren waarde en zorgen zodoende voor een sneller herstel van de wijk. Op grond van deze kennis is een aantal uitgangspunten geformuleerd. Deze houden in dat de 40 prioriteitswijken ten minste op peil gebracht moeten worden en dat aantoonbare kansen benut worden. De ambitie kent dus de volgende uitgangspunten:

• Het voorzieningenniveau wordt in de 40 prioriteitswijken op peil gebracht tot een niveau van vergelijkbare stedelijke wijken. Op dit vlak ligt er vooral een taak voor de overheid.

• De kwaliteit van het vastgoed is een zaak van de eigenaren. Uitgangspunt is dat het aantal beeld bepalende gebouwen op peil gebracht moet worden. Op dit vlak ligt een taak voor vast-goed eigenaren, met name corporaties.

• De zorg voor de omgeving ligt bij de overheid. In de bestaande budgetten is daarvoor ruimte gereserveerd. Dat betekent dat ook de zorg voor de pleinen en parken bij de overheid ligt. Het creëren van een aantal beeld bepalende pleinen en parken en voldoende kunst in de openba-re ruimte is daar een onderdeel van.

• Kansen voor de creatieve industrie moeten voor zover mogelijk worden benut. • Cultuur dient een integraal onderdeel van de besluitvorming te zijn.

Page 48: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

42

Een en ander moet er toe bijdragen dat gezonde wijken ook gewilde wijken worden en dat duurzame exploitatie van de wijk mogelijk wordt. Er kan zodoende een aanzienlijke bijdrage worden geleverd aan het duurzame herstel van deze wijken. Samengevat worden 4 impulsen voorgesteld:

1. Wijken identiteit verschaffen door Iconen in de Wijk. Dat kan door nieuwe monumenten of investeringen in andere beeldbepalende panden, herstructurering van pleinen en parken en door kunst in de openbare ruimte. De omvang van de impuls is bepaald door te kijken naar het aantal iconen in de wijk in vergelijkbare wijken.

2. De sociale ontwikkeling van wijken bevorderen door het voorzieningenniveau aanzienlijk te verbeteren via Cultuurhuizen. Dat kan gaan om de uitbreiding van brede scholen, kunst-opleidingen, het bieden van faciliteiten voor amateurs en dergelijke. De impuls richt zich op de fysieke kant van de culturele voorzieningen. De omvang van de impuls is ook hier afgeleid van het voorzieningenniveau van vergelijkbare stedelijke wijken.

3. Vorming van Creatieve Wijken door ruimte te maken voor de creatieve economie op plaatsen waar potenties zijn. Dat kan door transformatie van industrieel erfgoed of openbare gebouwen en daarmee plaats te maken voor de creatieve industrie. De omvang van de impuls wordt be-perkt door de potenties voor creatieve wijken. Deze potenties moeten wel maximaal worden benut.

4. Cultuur vast onderdeel maken van plan en besluitvorming via Culturele Planologie. Dat kan via nieuwe vormen van opdrachtgeverschap, voorbeeldprojecten, studies naar de relatie tus-sen cultuur en stedelijke vernieuwing en dergelijke. De omvang van de impuls wordt bepaald door de omvang van de ruimtelijke investeringen.

Het onderzoek laat zien hoe de 40 prioriteitswijken ten minste op hetzelfde niveau van andere stedelij-ke wijken gebracht kunnen worden, voorzover de mogelijkheden van bevolking, omgeving en de uit-voerbaarheid dat toelaten. De vier onderdelen worden nog eens toegelicht. 1) Cultuurimpuls ruimtelijke identiteit: Iconen in de Wijk Monumenten zijn waardemakers. Het benoemen en herkennen van waardevolle gebouwen is nu voor-al een zaak van deskundigen. De herkenning van wat waardevol is, kan ook met een groter publiek plaatsvinden. Dat geeft meer variatie in criteria en een breder scala aan mogelijke monumenten. Bo-vendien groeit het besef over wat waardevol is en waarom. Nieuwe monumenten vervullen zodoende meervoudige doelen. De Cultuurimpuls ruimtelijke identiteit is gebaseerd op het niveau van iconen en monumenten. Het aantal monumenten is in de 40 prioriteitswijken te verwaarlozen. Maar deze wijken bevatten wel ande-re waardevolle potentiële iconen uit de moderne geschiedenis. Niet minder dan 80% van alle woningen en ander vastgoed is na de Tweede Wereldoorlog gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog zijn ieder decennium ongeveer 1 miljoen woningen gebouwd. De eerste miljoen woningen zijn inmiddels 50 jaar en ouder. Daarin ligt veel van de kennis, kunde, ervaringen en ideeën van naoorlogse generaties be-sloten. Het is daarom goed dat een plaats te geven in het collectieve geheugen. Er is een zoektocht nodig, gevolgd door een herontwerp van beeldbepalende gebouwen. Als we 0,5% van de voorraad aanhouden, hetgeen gemiddeld is voor niet historische wijken, dan gaat het om ruim 1700 gebouwen in de 40 prioriteitswijken. Als deze iconen niet te vinden zijn dan zullen ze gebouwd moeten worden. Er zijn in Nederland 8200 pleinen en parken en daarvan bevinden zich 2600 in stedelijke wijken. Bijna 1000 van deze openbare ruimtes zijn in aandachtswijken te vinden en daarvan is bijna eenderde weer te vinden in de 40 prioriteitswijken. Met name het deel dat aangelegd is in de jaren 50 en 60 is aan herstructurering toe en is deels architectonisch zeer waardevol. Er is vanuit gegaan dat deze pleinen in de aandachtswijken via herstructurering aangepakt kunnen worden. Kunst in de openbare ruimte sluit daarbij aan. Daarvoor is een zelfde aantal aangehouden als voor de pleinen en parken.

Page 49: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

43

2) Cultuurimpuls voorzieningen: Cultuurhuizen Er zijn 117 duizend arbeidsplaatsen in kunst en cultuur en daarvan 68 duizend in stedelijke gebieden. Een deel te weten 26 duizend is te vinden in de aandachtswijken en daarvan slechts 3 duizend in de 40 prioriteitswijken. De ambitie van de Cultuurimpuls is ruimte te maken voor deze voorzieningen. Dat kan bijvoorbeeld door de herstructurering van openbare gebouwen. Met name de meest kwetsbare 40 prioriteitswijken scoren heel slecht op het niveau van de voorzieningen. Om de wijken naar een niveau te brengen welke leidt tot een vergelijkbaar niveau ten opzichte van andere stedelijke wijken en tot een substantiële waardevermeerdering, zijn 5 duizend extra arbeidsplaatsen nodig in kunst en cultuur. Verreweg het grootste deel zou moeten landen in de 40 prioriteitswijken. De Cultuurimpuls voorziet in het letterlijk plaats maken voor deze voorzieningen. 3) Cultuurimpuls economie: Creatieve wijken De creatieve industrie biedt grote kansen voor stedelijke vernieuwing. Omgekeerd is dat ook het geval. Er zijn 461 4 PC gebieden aangemerkt als creatief milieu, daarvan 155 in stedelijk gebied en 63 in aandachtswijken. In de kern van de creatieve industrie waren in 2004 449 duizend arbeidsplaatsen. In de aandachtswijken ging het om 72 duizend arbeidsplaatsen. Ook op dit vlak is de score binnen de 40 prioriteitswijken laag. Daar zijn 14 duizend creatieve arbeidsplaatsen te vinden. Er is een aanzienlijk aantal potentiële creatieve milieus bepaald op grond van soort publiek, vastgoed, prijzen, aanwezig-heid zakelijke diensten, ontmoetingsmogelijkheden en culturele voorzieningen. Het aantal creatieve milieus in stedelijk gebied en ook in aandachtswijken kan op grond daarvan worden verdubbeld. Maxi-male benutting zou moeten leiden tot 8 duizend extra arbeidsplaatsen in de aandachtswijken, met een gering deel in de prioriteitswijken. De bijdrage van de overheid bestaat uit het ruimte scheppen voor de creatieve industrie. 4) Cultuurimpuls planvorming: Culturele Planologie Voorgaande betekent uiteraard niet dat de aandachtswijken op dezelfde wijze behandeld moeten wor-den. Integendeel. De impulsen werken op diverse lagen van de stedelijke wijken en de uitwerking zal per laag verschillend zijn. Culturele planvorming moet er voor zorgen dat de cultuur een vaste plaats krijgt in het plan proces [15]. Dat kan door voorbeeldprojecten en experimenten, maar het kan ook door projecten te entameren waarin cultuur de voornaamste leidraad is. De kosten voor deze projecten zijn opgenomen in de hiervoor genoemde items. De extra kosten om cultuur een vaste plaats in de plan-vorming te geven zijn bepaald op basis van de verwachte investeringen in woningen. Effecten cultuurimpuls Voorgaande activiteiten zijn er niet op gericht alle achterstandswijken gelijk te trekken, maar wel deze op niveau te brengen. De impulsen werken op diverse lagen in de aandachtswijken en zullen dus ver-schillend uitwerken. In de ene wijk zal vooral de architectuur een impuls krijgen; in de andere wijk gaat het om de kunst en in de derde om de activiteiten. Voorop staat dat deze wijken een sprong kunnen maken. De analyses laten zien dat een sprong in de vastgoedwaarde een aannemelijk gevolg is. De analyses laten ook zien dat een dergelijke sprong ook andere investeringen met zich mee brengt. Wij-ken die er cultureel beter voor staan herstellen zich sneller. Het effect van culturele activiteiten op het sociale functioneren is moeilijker aantoonbaar. Het verdient aanbeveling dit aspect nader onder de loep te nemen. De effecten van het benutten van kansen voor de creatieve industrie zijn daarentegen evident. De creatieve sector zorgt zowel voor een toename van de vastgoedprijzen als voor een toe-name van de lokale werkgelegenheid. Het aantal creatieve milieus kan sterk toenemen, maar lang niet overal. De omstandigheden moeten wel geschikt zijn [18]. Kosten Cultuurimpuls Er is een schatting van de kosten gemaakt. Deze betreft alleen de fysieke component van de investe-ringen in cultuur. Het gaat om de totale investeringskosten en de verdeling van de kosten over rijk,

Page 50: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

44

gemeenten, corporaties en de particuliere sector. Tabel 12 geeft een overzicht van de kosten voor het Rijk bij de geformuleerde ambitievariant. Het linker deel omvat de totale kosten. In het rechter deel zijn de kosten berekend per jaar over een periode van 4 jaar. Tabel 12: Overzicht Rijksbijdrage Cultuurimpuls totaal en per jaar, 2008-2012 ambitie variant cultuurimpuls 40 overige totaal 40 overige totaal

prioriteits- aandachts aandachts prioriteits- aandachts aandachtswijken wijken wijken wijken wijken wijken

(mjn totaal) (mjn per jaar)Iconen in de wijk 85 110 195 21 28 49

nieuwe monumenten 51 35 86 13 9 21pleinen en parken 34 75 109 9 19 27kunst in openbare ruimte 14 30 44 3 8 11

Cultuurhuizenculturele voorzieningen 43 9 52 11 2 13

Creatieve wijkencreatieve industrie 10 146 156 3 36 39

Culturele planologiestudie, experimenten e.d 20 25 45 5 6 11

Totaal 171 295 466 43 74 117

Het Patronaat / Heerlen Het Patronaat is een rijksmonument dat in het kader van de kwaliteitsverbetering van het GMS-Gebied in Heerlen een nieuwe functie heeft ge-kregen. Nadat het voormalige gemeenschapshuis de laatste decennia leeg heeft gestaan is het sinds maart 2007 een regionaal podium voor de ama-teurkunst. Het beschikt over een zaal met 224 zitplaatsen, een foyer en een theatercafé voor kleinere optredens en twee vlakke zalen. De herontwikkeling is gerealiseerd met steun van de Europese Unie, het Ministerie van VROM, de provincie Limburg en de gemeente Heerlen. Voor de programmering van het Patronaat is een klank-bordgroep in het leven geroepen. Doel van het Patronaat is te dienen als broedplaats voor cultu-rele activiteiten en cultuur educatie, economische motor en sociale ontmoetingsplaats voor de wijk. www.patronaat.eu

Page 51: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

45

Literatuurlijst

[1] Nota Stedelijke Vernieuwing (1997), Ministerie van VROM, Den Haag [2] Kwaliteit van stedelijke vernieuwingswijken (2002), Anton Oskamp, ABF Research,

Delft [3] De kosten in beeld, de kosten verdeeld (2002), Ministerie van VROM, Aedes, VNG,

Neprom, Den Haag [4] Ruimtelijke concentratie van achterstanden en problemen, inventarisatie (2003), Jan

Brouwer, Judith Willems, ABF Research, Delft [5] Ruimtelijke concentratie van achterstanden en problemen, Actualisatie en analyse

achtergronden (2004), Jan Brouwer, Judith Willems, ABF Research, Delft [6] Behoefteraming Stedelijke Vernieuwing, periode 2010-2019, omgevingsscenario’s

(2006), ABF Research, Delft [7] Behoefteraming Stedelijke Vernieuwing, periode 2010-2019, beleidsvarianten (2006),

ABF Research, Delft [8] Kentallen voor de ISV 3 periode (2006), Vincent Thunnissen, Jan Scheele, Ton Seij-

kens, Philippe Sprenger, RIGO, Amsterdam [9] Stedelijke Vernieuwing: kosten en baten (2006), Rob de Wildt e.a, RIGO, Cebeon,

SEO, Amsterdam [10] Toekomst van de stedelijke vernieuwing (2006), Frank van Wijk, Rob de Wildt, RIGO,

Amsterdam [11] Voortgang Actieprogramma herstructurering en inzet corporatiemiddelen (2003), Mi-

nisterie van VROM, den Haag [12] Denkboek cultuur en stedelijke vernieuwing (2003), Ministerie van OCW, Den Haag

Page 52: VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten - Cultuurimpuls … · 2019. 10. 14. · zing van de 56 wijken. Een verdere focus en sturing van middelen ontstaat door de aanwijzing van

CU

LTUU

RIM

PU

LS S

TED

ELIJKE

VE

RN

IEU

WIN

G

46

[13] Onderzoek naar de restauratieachterstand van Rijksmonumenten (2006), PRC Bouw-

centrum, Delft [14] Herbestemming industrieel erfgoed in Nederland (2000); Peter Nijhof en Ed Schulte,

Zeist [15] Boost; impuls voor publiek opdrachtgeverschap (2006), Architectuur Lokaal, Amster-

dam [16] Voorbereiding inspiratiemiddagen over de cultuurimpuls ISV (2007), De Lijn, Amster-

dam [17] De creatieve industrie in Nederland (2005), Rik Lukey, ABF Research, Delft [18] Kansen voor de creatieve industrie (2005), Rik Lukey, ABF Research, Delft [19] Nota Ruimte (2004), Ministerie van VROM, Den Haag [20] Het Mauritshuis Manifest; vitale coalities versterken; een cultuur politieke agenda voor

2007-2010 (2007), Den Haag