VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende...

34
PUBLICATIE VAN VNO-NCW, MKB-NEDERLAND EN AWVN NOTA ARBEIDSVOORWAARDEN 2013 Informatie voor cao-onderhandelaars

Transcript of VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende...

Page 1: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

PUBLICATIE VAN VNO-NCW, MKB-NEDERLAND EN AWVN

NOTAARBEIDSVOORWAARDEN

2013Informatie voor cao-onderhandelaars

VNO-NCWAdres Postbus 93002 2509 AA Den HaagTelefoon 070 349 03 49Ledennummer 070 349 03 66 (vraagbaak voor leden)Fax 070 349 03 00E-mail [email protected] www.vno-ncw.nl

MKB-NederlandAdres Postbus 93002 2509 AA Den HaagTelefoon 015 219 12 12Fax 015 219 14 14E-mail [email protected] www.mkb.nl

Werkgeversvereniging AWVNAdres Postbus 93050 2509 AB Den HaagTelefoon 070 850 86 05 (awvn-werkgeverslijn)Fax 070 850 86 01E-mail [email protected] www.awvn.nl

VN1213_nota arbeidsvoorwaarden2013.indd 2-3 23-11-12 12:01

Page 2: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Nota Arbeidsvoorwaarden 2013

Informatie voor cao-onderhandelaars

Page 3: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

VNO-NCW

VNO-NCW is de grootste centrale ondernemingsorganisatie van Nederland. Zij behartigt de

gemeenschappelijke belangen van 160 brancheverenigingen met hun ruim 115.000

aangesloten ondernemingen. De vijf bij VNO-NCW aangesloten regionale

werkgeversverenigingen en Jong Management vertegenwoordigen 10.000 persoonlijke leden.

VNO-NCW representeert 90% van de werkgelegenheid in de marktsector.

Postbus 93002, 2509 AA Den Haag

Telefoon: 070 – 349 03 49

Fax: 070 – 349 03 00

Antwoordnummer VNO-NCW: 070 – 349 03 66

(telefonische vraagbaak voor leden)

Internet : www.vno-ncw.nl

MKB-Nederland

Met ruim 150.000 bedrijven en instellingen uit 120 brancheorganisaties en 150 regionale en

lokale ondernemersverenigingen is de Koninklijke Vereniging MKB-Nederland dé centrale

werkgeversorganisatie voor het midden- en kleinbedrijf. MKB-Nederland bundelt de belangen

van ondernemers en ondernemersorganisaties in het mkb en (publieke) instellingen die zich

met ondernemerschap identificeren met als doel het ondernemerschap in al zijn facetten te

versterken.

Postbus 93002, 2509 AA Den Haag

Telefoon: 015 – 219 12 12

Fax: 015 – 219 14 14

Internet: www.mkb.nl

Werkgeversvereniging AWVN

AWVN behartigt de belangen van en adviseert werkgevers in de marktsector op

sociaal-economisch gebied. Namens 722 leden-ondernemingen en 62 bedrijfstakorganisaties

is AWVN betrokken bij de totstandkoming van 550 cao's in de industrie, commerciële

dienstverlening, handel en not-for-profitsector.

Postbus 93050, 2509 AV Den Haag

AWVN-werkgeverslijn: 070 – 850 86 05

E-mail: [email protected]

Fax: 070 – 850 86 01

Internet: www.awvn.nl

© VNO-NCW

MKB-Nederland

AWVN

December 2012

Hoewel bij de samenstelling van deze nota grote zorgvuldigheid is betracht, kunnen de

samenstellers geen aansprakelijkheid aanvaarden voor schade, van welke aard ook, die het

directe of indirecte gevolg is van handelingen en/of beslissingen die (mede) gebaseerd zijn op

de informatie in deze brochure.

Page 4: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

1

Page 5: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

2

Page 6: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

3

INHOUDSOPGAVE

Aandachtspunten inzet Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 .............................................. 5

Actualiteiten sociaal beleid en recht (in alfabetische volgorde)........................................... 13 AOW .................................................................................................................................... 13 Arbowet - Arbocatalogi ........................................................................................................ 13 Duurzame inzetbaarheid ....................................................................................................... 13 Internationaal sociaal ............................................................................................................ 15 Internationaal arbeidsrecht/arbeidsvoorwaarden .................................................................. 17 Inzagerecht RI&E ................................................................................................................. 17 Laaggeletterdheid ................................................................................................................. 18 Lenteakkoord en Deelakkoord begroting 2013 .................................................................... 18 Levensloopregeling .............................................................................................................. 19 Loonkosten en sociale lasten 2013 ....................................................................................... 20 Pensioenen ............................................................................................................................ 22 Regeerakkoord VVD/PvdA en (mogelijke) effecten vanaf 2014 ........................................ 23 Vitaliteitspakket 2013-2015 ................................................................................................. 24 Werkkostenregeling ............................................................................................................. 25 Werktijdverkorting en onwerkbaar weer .............................................................................. 25 Ziektewet .............................................................................................................................. 26

Bijlagen ................................................................................................................................ 27 Bijlage 1 – Expirerende cao's ............................................................................................... 27 Bijlage 2 – Publicaties Stichting van de Arbeid 2012 .......................................................... 31

Leeswijzer

In deze nota wordt in hoofdstuk 1, naast een korte schets van de actuele

sociaal-economische situatie, de inzet voor het Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 uiteengezet.

In hoofdstuk 2 worden de actualiteiten op het vlak van sociaal beleid en recht weergegeven

die van belang –kunnen– zijn voor het komend arbeidsvoorwaardenoverleg. In deze nota zijn

primair de wijzigingen opgenomen ten opzichte van vorig jaar.

In de bijlagen zijn opgenomen overzichten van expirerende cao's en de publicaties van de

Stichting van de Arbeid in 2012.

Page 7: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

4

Page 8: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

5

Aandachtspunten inzet Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013

Inleiding

Het komend cao-seizoen 2013 lijkt zich ongeveer onder hetzelfde gesternte te gaan afspelen

als het afgelopen cao-seizoen. Een kwakkelende conjunctuur, economische onzekerheden

gekoppeld aan de financiële crisis in Europa, een zich (her)oriënterende overlegpartner en een

pensioendossier dat nog onvoldoende gelinkt is aan het arbeidsvoorwaardenoverleg.

Daar komt dit jaar bij het feit dat de nieuwe regering de toon gaat zetten voor de middellange

termijn, maar uitwerking van de richting nog verder zal moeten blijken. Dit houdt ook in dat

Regeerakkoord en (mogelijke) consequenties vanaf 2014 betrokken moeten worden bij de

afweging van de looptijd van een in 2013 af te sluiten cao.

Tegen die achtergrond blijven thema’s als een verantwoord loonkostenbeleid, voldoende

flexibiliteit en aandacht voor inzetbaarheidsbeleid1 fier overeind staan. Op welke wijze dit

vorm en inhoud krijgt is door toenemende differentiatie en verschillen in uitgangspositie

tussen sectoren en ondernemingen steeds meer een proces dat zich decentraal moet

ontwikkelen.

Omgevingsfactoren: realisatie 2012 en prognose 2013

........perspectief op enig groeiherstel, meer jaren laag niveau economische groei

Uit de Macro Economische Verkenning van het Centraal Plan Bureau (CPB) komt naar

voren dat de economie zich iets gunstiger ontwikkelt dan in juni jl. nog geraamd werd. De

krimp voor dit jaar is bijgesteld van 0,75% naar 0,5% en de verwachte groei over 2013 is

0,75%. Overigens heeft het IMF deze recent op 0,4% geraamd. Een langer durende –zeer–

geringe economische groei lijkt het perspectief te zijn voor veel sectoren tegen de

achtergrond waarvan het arbeidsvoorwaardenoverleg de komende jaren plaatsvindt.

De contractloonstijging in de marktsector wordt door het CPB geraamd op 1,75% in 2012

en 2,25% in 2013. De raming voor de stijging van de consumptieprijzen ligt op 2%

volgend jaar. De zogenaamde afgeleide inflatie komt echter op 0,75% uit. Bij de afgeleide

inflatie wordt geabstraheerd van effecten van productgebonden belastingen, waaronder in

dit geval de BTW-stijging en stijging van accijnzen. Deze afgeleide inflatie is voor

ondernemingen relevant. De BTW verhoging komt in de portemonnee van de overheid. De

BTW-stijging per 1 oktober 2012 leent zich niet voor doorwenteling in de lonen.

De loonkosten per werknemer in de marktsector stijgen dit jaar met 3,25% en 2,75% in

2013. De stijging van de voor ondernemingen relevante reële arbeidskosten per werknemer

bedraagt resp. 3% dit jaar en 2% in 20132. De gemiddelde productiviteitstijging is in vooral

binnenlandse sectoren veelal te gering om aantasting van winstgevendheid te voorkomen.

In vergelijking met Duitsland heeft Nederland in de periode vanaf 2000 de loonkosten per

eenheid product met 25% laten oplopen. Dit geldt als gemiddelde voor de gehele

economie. In de industrie blijken de verschillen echter klein. De Nederlandse industrie

heeft een hoge kostenstijging weten op te vangen met productiviteitstijging. Dit geldt niet

voor andere sectoren. De kostenstijging in Nederland heeft zich voor een belangrijk deel

gemanifesteerd in de vorm van hogere pensioen- en zorgpremies. De beheersing van de

1 Zie bijlage 1 voor de verwoorde inzet voor 2012.

2 Het cijfer voor 2013 is nog ongerekend de gevolgen van de afspraak in het deelakkoord tussen VVD en PvdA

om de stijging van de zorgkosten in 2013 niet te compenseren.

Page 9: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

6

totale loonkostenontwikkeling is in toenemende mate afhankelijk geworden van de

ontwikkelingen bij pensioenen en zorg.

Evaluatie stand van zaken arbeidsvoorwaardenoverleg 2012 en afspraken met effect op 2013

………traag verloop cao-seizoen; pensioen onduidelijkheid en onzekere conjunctuur

belangrijke bottleneck

In het cao-seizoen 2012 stabiliseert de contractloonmutatie zich op circa 1,7 % ten opzichte

van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie

plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een gemiddelde stijging van 1,75% en

bedrijfstakcao’s van 1,4%, kleinere cao’s (tot 1.000 werknemers) 1,8% en grotere cao’s

(vanaf 5.000 werknemers) 1,3%.

Er zijn bijna 90 cao’s die over heel 2013 doorlopen. De contractloonmutatie in die cao’s

over 2013 bedraagt 1,6 %. In het 2013 seizoen (van oktober 2012 tot oktober 2013) moeten

voor 700 cao’s nieuwe afspraken worden gemaakt. In totaal gaat het hierbij om 3,9 miljoen

werknemers, ruim 60% van het aantal werknemers dat onder een cao valt.

Aandachtspunten voor 2013

………onverminderd van belang; laag groeitempo en blijvende onzekerheden bieden extra

uitdaging

Voor het speerpunt ‘loonkostenbeleid’ geldt voor de werkgeversorganisaties onverminderd

als uitgangspunt dat afspraken hierover dienen bij te dragen aan de versterking van de

(bedrijfs)economische positie en het concurrentievermogen. Naast loonkosten spelen

uiteraard ondernemerschap en innovatief vermogen een belangrijke rol in het

bewerkstelligen hiervan, naast de faciliterende overheidsrol (in termen van ondernemers-

en vestigingsklimaat).

Tegen de achtergrond van steeds meer differentiatie zowel sectoraal als tussen ondernemingen

is het vaststellen van een centrale contractlooninzet aan werkgeverszijde al langer niet meer

aan de orde. Contractloonmutaties moeten worden bezien in relatie tot:

andere decentraal gemaakte afspraken (zoals ten aanzien van flexibilisering en

beperking van verlofdagen, personeelsformatie, sociaal plan enzovoort), die loonkosten

besparend of productiviteitsverhogend uitwerken;

afspraken over pensioenen (zie ook hierna);

gevolgen van overheidsbeleid, zoals de werkgeversbijdrage Zorgverzekeringswet en de

WW-premie;

(ruimte voor) de incidentele loonontwikkeling die voor een belangrijk deel samenhangt

met de veranderingen in de samenstelling van het personeelsbestand;

de economische mogelijkheden en concurrentiepositie, hierbij speelt uiteraard een rol

dat er grote onzekerheden zijn en blijven (zowel qua economie als politiek) die het

komend (half) jaar van invloed zijn op overlegsituaties en uitkomsten.

Uiteindelijk gaat het voor elke sector of onderneming om een loonkostenontwikkeling te

realiseren die past bij de productiviteitsstijging, de decentrale –voor de onderneming relevante

‘afgeleide’– prijsstijging, de economische omstandigheden en concurrentiepositie. Dit ligt

per definitie gedifferentieerd.

Dit laat onverlet dat het voor veel sectoren evident zal zijn dat –in het kader van

(bedrijfs)economische omstandigheden en perspectieven en de stijging van

Page 10: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

7

werkgeverspremies – de contractloonmutatie en loonkostenontwikkeling zich duidelijk onder

de consumptieprijsstijging moeten begeven, met een neerwaartse bandbreedte.

Voor het speerpunt ‘flexibiliteit’ geldt dat het noodzakelijke en gewenste

aanpassingsvermogen en wendbaarheid van bedrijven meer dan ooit op de proef wordt

gesteld in een periode van laagconjunctuur en onzekerheden naar de toekomst toe. Het

beschikbaar hebben van externe flexibiliteit (op de arbeidsmarkt) is en blijft van cruciaal

belang. Zo dienen afspraken in cao’s die de inzet van uitzendarbeid beperken geschrapt te

worden (in lijn met de aanbeveling van de Stichting van de Arbeid (StvdA) medio dit jaar

over het tegengaan van verbodsbepalingen in cao’s ten aanzien van uitzendarbeid). Het

verder intern flexibiliseren van de arbeidsorganisatie is daarnaast een blijvende uitdaging.

Minder of ruimer geformuleerde (raam)afspraken in cao’s kunnen hier aan bijdragen (zie

in dat kader ook de recente aanbeveling van de StvdA over maatwerk en dispensatie in

cao’s). Hiermee ligt er een link met het speerpunt van brede-re-/ruimere inzetbaarheid.

Voor het speerpunt ‘inzetbaarheid’ geldt dat het –verder– optimaliseren hiervan bijdraagt

aan werknemers met adequate competenties die vitaal en gemotiveerd inzetbaar zijn en

derhalve bijdragen aan een productieve organisatie.

Uiteraard ligt het appelleren aan een eigen primaire verantwoordelijkheid hierbij van de

werknemer zelf, in het kader van loopbaanperspectief en duurzaam inzetbaar zijn, voor de

hand. Met het oog op het opschuiven van de pensioenleeftijd en het bewerkstelligen van

een level playing field (ook arbeidsvoorwaardelijk) tussen jongere en oudere werknemers

vragen de aanbevelingen uit de Beleidsagenda 2020 van de StvdA over inzetbaarheid en

participatie van oudere werknemers om verdere implementatie.

….over het pensioendossier

Met ingang van 2014 zal van een nieuwe pensioenregeling sprake zijn, waar de komende

periode op voorgesorteerd dient te worden en besluiten over genomen dienen te worden. Het is nog steeds het uitgangspunt dat het nieuwe FTK en de gewijzigde Pensioenwet per

1 januari 2014 van kracht zullen worden. Dat betekent dat pensioenregelingen per die

datum aan het nieuwe FTK aangepast zullen moeten zijn. Het arbeidsvoorwaardenseizoen

2012-2013 wordt dus voor alle onderhandelingstafels voor wat betreft de pensioenregeling

een jaar waarin véél moet gebeuren.

Gelet op de fors gestegen kosten in de afgelopen jaren in het van cruciaal belang dat de

arbeidsvoorwaarde pensioen nadrukkelijk(er) betrokken wordt, met name in termen van

loonkostenconsequenties, bij de onderwerpen die aan de arbeidsvoorwaardentafel spelen.

Referentiepunt bij het akkoord is de overgang naar het reële contract en die van de

premiestabilisatie. Sociale partners dienen daarbij de regie over de pensioenregeling en de

uitvoeringsovereenkomst (terug) te krijgen zodat een duidelijke zeggenschapsverhouding

ontstaat tussen bepalers en uitvoerders.

Ten aanzien van de pensioenpremie voor 2013 is het voor fondsen die in onderdekking zijn

toch mogelijk de premie te stabiliseren. Dit is het resultaat van de onderhandelingen over

het zogenaamde ‘septemberpakket’van de staatssecretaris van SZW. Voor fondsen die al

eerder van de beleidsregel van DNB (dat bij onderdekking ‘de premie moet bijdragen aan

herstel’) zijn afgeweken, bestaat de mogelijkheid dat in overleg met DNB nogmaals te

doen. Hiervoor is het noodzakelijk om al een jaar eerder dan wettelijk voorgeschreven (dus

per 1 januari 2013 in plaats van per 1 januari 2014) in de pensioenregeling uit te gaan van

een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar (of van een opbouwpercentage dat daarmee

gelijkwaardig is).

Page 11: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

8

…..over de overlegpartner

Versnippering en verdeeldheid binnen en tussen vakcentrales en afzonderlijke bonden

nopen tot de vraag en afweging aan werkgeverszijde met welke partij(en) een cao

afgesloten dient te worden die tot voldoende legitimiteit en draagvlak leidt, zowel onder

georganiseerden als ongeorganiseerden. Draagvlak onder alle werknemers vergroten kan

actief vanuit de werkgever/organisatie worden opgepakt onder meer via

informatieverstrekking voorafgaand en tijdens het cao-proces en bijvoorbeeld via

intranetraadpleging over voorstellen/uitkomsten.

Inzet vakcentrales FNV en CNV

Eind september heeft de FNV de arbeidsvoorwaardeninzet 2013 gepresenteerd. Onder de

noemer van ‘loonmatiging is nu contraproductief’ wordt een maximale looneis

geformuleerd van 2,5%, mede om werknemers/onderhandelingen in de collectieve sector

een steun in de rug te geven. Daarnaast wil de FNV kleine banen, met contractvormen als

nul-uren, oproep en dergelijke, terugdringen en daarvoor in de plaats ‘normale’

deeltijdbanen met dito contracten tot stand brengen. Verder, wederom, het streven om

jeugdloonschalen te vervangen door ervaringsschalen.

Het CNV heeft op de dag voor Prinsjesdag de inzet geformuleerd. Het CNV gaat niet uit

van een centraal gecoördineerde –maximale– looninzet, maar wil rond inflatieniveau

uitkomen, gelet op koopkrachteffecten. Verder als thema’s vitaliteit en inzetbaarheid

(vooral gericht op het realiseren van scans en dergelijke) en werkgelegenheidsafspraken

voor Wajongers en ouderen en Van Werk naar Werk (VWNW) trajecten.

Page 12: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

9

Bijlage 1

Terugblik: aandachtspunten arbeidsvoorwaardenbeleid 2012

Naast voortzetting van de speerpunten uit 2011 is het voor het arbeidsvoorwaardenseizoen

2012 de grootste uitdaging om (in lijn met het Pensioenakkoord van 4 juni 2010 en het

Uitwerkingsmemorandum van 10 juni 2011) de eerste noodzakelijke stappen te zetten om de

arbeidsvoorwaarde pensioen ‘toekomstbestendig’ te maken.

Met als uitgangspunt dat een statutaire meerderheid van de bij de FNV aangesloten bonden

heeft ingestemd met het Pensioenakkoord is het zaak de implementatie van het

Uitwerkingsmemorandum (inclusief de nadere verklaring van de Stichting van de Arbeid over

premiestabilisatie) nu voortvarend ter hand te nemen. Dit betekent in de eerste plaats, zoals

neergelegd in het Uitwerkingsmemorandum dat de pensioenrekenleeftijd in

pensioenregelingen per 1 januari 2012 op 66 jaar dient te worden gezet (en per 1 januari 2015

op 67 jaar).

Met als uitgangspunt premiestabilisatie (zoals verwoord in het Pensioenakkoord van 4 juni

2010) is in de nadere verklaring van de StvdA (d.d. 15 september 2011) aangegeven dat

pensioenpremies in samenhang met de pensioenregeling kunnen worden aangepast. Dit dient

echter het resultaat te zijn van het arbeidsvoorwaardenoverleg en expliciete besluitvorming en

integrale afweging binnen het arbeidsvoorwaardenoverleg dienen hieraan vooraf te gaan. De

gevolgen van premie aanpassing moeten worden afgewogen tegen onder meer de (financiële)

positie van de sector/onderneming en het effect op de andere arbeidsvoorwaarden.

Voor het speerpunt ‘loonkostenbeleid’ gelden voor werkgeversorganisaties, in het verlengde

van de inzet van 2011, als bijzondere aandachtspunten voor 2012, dat:

de ontwikkeling van de totale loon- c.q. arbeidskosten het referentiepunt is voor de

beoordeling van de –ontwikkeling van de– (bedrijfs)economische positie van sector of

onderneming (en vice versa) en dat in dat perspectief de ‘arbeidsvoorwaardenruimte’

bezien moet worden. De structurele productiviteitsontwikkeling dient hier tevens bij

betrokken te worden;

uitgaande van een integrale arbeidsvoorwaardenruimte dienen alle (arbeids)kosten

componenten hieronder te worden begrepen (dus naast loonmutatie ook de kosten van

scholing, verlof en in het bijzonder pensioen). Arbeidsvoorwaarden zijn derhalve wel

uitwisselbaar (binnen de ruimte) maar niet stapelbaar (‘on top of’);

vanuit werkgeversperspectief zijn primair (bedrijfs)economische ontwikkelingen

maatgevend voor de bepaling van de arbeidsvoorwaardenruimte, niet de inflatie en de

koopkracht. Deze gelden voor werkgevers immers –ook– als externe/niet beïnvloedbare

parameters. Meer algemeen geldt dat het willen repareren van consequenties van

kabinetsbeleid aan de cao-tafel uit den boze moet zijn;

het doorzetten van de trend van een verder oplopende structurele contractloonmutatie op

jaarbasis moet niet aan de orde zijn, zeker als deze niet in lijn is met (bedrijfs)

economische ontwikkelingen/vooruitzichten. Het automatisme van jaarlijkse loonrondes en

het verder opplussen van de arbeidsvoorwaarden/cao dient gelet op de huidige

omstandigheden/onzekerheden zeer kritisch bekeken/beoordeeld te worden;

in die zin blijft het een uitdaging naast of (gedeeltelijk) in plaats van structurele mutaties

‘mee ademende’/incidentele beloningsvormen te hanteren of structurele mutaties toe te

kennen als tijdens de looptijd van de cao of bij het expireren daarvan achteraf is gebleken

dat vanuit (bedrijfs)economisch perspectief een dergelijke mutatie verantwoord is;

Page 13: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

10

een structurele mutatie bijvoorbeeld niet (standaard) pensioendragend te maken, of bij

mutaties te differentiëren naar functies of leeftijdscategorieën (bijvoorbeeld in lijn met de

afspraak van sociale partners in het kader van de Beleidsagenda 2020 om niet te

rechtvaardigen beloningsverschillen tussen ouderen en jongeren aan te passen)

gelet op de onzekerheden kan een korte looptijd soelaas bieden, maar indien ‘mee

ademende’ afspraken kunnen worden gemaakt met bonden (met bijvoorbeeld als

uitgangspunt geen structurele mutaties op voorhand tijdens de looptijd) kan ook een

langere periode worden overeen gekomen.

Voor het speerpunt ‘flexibiliteit’ gelden voor werkgeversorganisaties, in het verlengde van de

inzet van 2011, als bijzondere aandachtspunten voor 2012, dat:

voor werkgevers is het van cruciaal dat de mogelijkheden voor flexibiliteit (onder meer via

uitzendkrachten, tijdelijke contracten en overeenkomsten van opdracht) volop benut

kunnen blijven worden. Bonden kiezen voor een inzet die gericht is op het terugdringen

van de externe flexibiliteit. Voor werkgevers kan (verdere) verruiming van de externe

flexibiliteit minder een issue worden als de interne flexibiliteit, onder meer door

andere/nieuwe cao-afspraken of het schrappen daarvan, vergroot kan worden;

implementatie van de uitzendrichtlijn eind 2011 de facto betekent dat beperkende of

belemmerende bepalingen in cao’s ten aanzien van de inhuur van uitzendkrachten

(bijvoorbeeld een maximumpercentage) in strijd met de richtlijn zijn;

waar nodig/mogelijk meer en/of gerichte faciliteiten (bijvoorbeeld

arbeidsvoorwaardelijk/scholing) beschikbaar stellen voor degenen met tijdelijke contracten

of uitzendkrachten die langdurig binnen de onderneming werkzaam zijn om de gewenste

externe flexibiliteit te (blijven) waarborgen.

Voor het speerpunt ‘inzetbaarheid’ gelden voor werkgeversorganisaties, in het verlengde van

de inzet van 2011, als bijzondere aandachtspunten voor 2012, dat:

er van uitgaande dat de uitwerking van het Pensioenakkoord constructief ter hand wordt

genomen gelden de aanbevelingen aan cao-partijen in het kader van duurzame

inzetbaarheid i.c. inzetbaarheid oudere werknemers (Stichting van de Arbeid -

Beleidsagenda 2020: investeren in participatie en inzetbaarheid). Het betreft hier de

aanbevelingen ten aanzien van de ‘kernthema’s’ scholing/employability,

vitaliteit/gezondheid/arbo, kosten/productiviteit en mobiliteit/re-integratie;

met betrekking tot inzetbaarheid is het van belang ook de mogelijkheden te bekijken voor

afspraken over de instroom van Wajongers in sectoren/ondernemingen.

Daarnaast blijven de volgende suggesties in het kader van het cao-proces actueel die bij de

inzet voor 2011 zijn meegegeven. In de eerste plaats levert het meerwaarde op als vanuit

werkgeversoptiek een analyse wordt gemaakt van zowel korte als (middel)lange termijn

ontwikkelingen en verwachtingen waar het gaat om de (bedrijfs)economische ontwikkeling

van de onderneming/sector. Verder is de (sectorale/regionale) arbeidsmarkt en de verwachte

ontwikkelingen daarop een issue (vergrijzing, vervangings- en wellicht uitbreidingsvraag en

vereiste competenties gelet op verwachte ontwikkelingen). Een dergelijke analyse biedt

houvast voor de inzet van werkgeverszijde ten opzichte van een voorstellenbrief van bonden.

Ditzelfde geldt voor een analyse/plan van aanpak ten aanzien van (inzetbaarheid) oudere

werknemers binnen de sector/onderneming. Bespreking hiervan met bonden biedt de kans tot

een gedeelde visie te komen (gedeeltelijk of op hoofdlijnen) en daarmee het (toekomstige)

Page 14: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

11

arbeidsvoorwaardenoverleg, en afspraken in dat kader, meer te enten op (verwachte)

ontwikkelingen in de sector/onderneming.

Page 15: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

12

Page 16: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

13

Actualiteiten sociaal beleid en recht (in alfabetische volgorde)

AOW

De AOW-leeftijd wordt vanaf 2013 geleidelijk verhoogd tot 66 jaar in 2017 en 67 jaar in

2021. Daarna wordt de AOW-ingangsdatum gekoppeld aan de stijging van de

levensverwachting. In detail ziet het verhogingsschema er als volgt uit:

Verhoging AOW-leeftijd in maanden:

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021

1 mnd. 2 mnd. 3 mnd. 6 mnd. 9 mnd. 12 mnd. 16 mnd. 20 mnd. 24 mnd.

Voor mensen die op 1 januari 2013 deel nemen aan een (reeds ingegane) VUT- of

prepensioenregeling en zich dus niet hebben kunnen voorbereiden op de

AOW-leeftijdsverhoging komt er een overbruggingsregeling. Deze geldt echter alleen voor

deelnemers met een inkomen van maximaal 150% van het WML en kent een partner- en

vermogenstoets (exclusief eigen woning en opgebouwd pensioenvermogen). Indien invoering

per 1 januari 2013 niet mocht lukken dan wordt de regeling later, maar met terugwerkende

kracht, ingevoerd.

Onderzocht wordt nog om de mogelijkheid van de huidige hoog/laag-faciliteit zo uit te

breiden, dat hij gebruikt kan worden om met behulp van een soort ‘overbruggingspensioen’

de gemiste AOW te compenseren. Dat is iets anders dan het naar voren halen van (eigen)

pensioengeld.

De in het kader van het Pensioenakkoord afgesproken structurele jaarlijkse (tot 2018) extra

stijging van de AOW-uitkering met 0,6% is nu definitief van de baan.

Arbowet - Arbocatalogi

In de Arbowet zijn de doelen opgenomen waaraan het arbobeleid van bedrijven moet voldoen.

Werkgevers en werknemers op brancheniveau spreken met elkaar af hoe die doelen kunnen

worden bereikt. De door hen gemaakte afspraken worden opgenomen in hun branche-

arbocatalogus. Vrijwillige certificatie kan daarbij aan de orde komen. Certificatie kan in de

praktijk gemakkelijk leiden tot een nieuw stelsel van normen (ISO- en NEN-normeringen)

waaraan bedrijven moeten voldoen. Daarbij moet worden bedacht dat de kosten van

certificatie aanzienlijk kunnen zijn.

Arbocatalogi hebben geen onbeperkte levensduur. Door het beschikbaar komen van nieuwe

technieken en manieren van werken kunnen de in de arbocatalogus gemaakte afspraken

verouderen. Het eens in de drie jaar checken van de gemaakte afspraken op actualiteitswaarde

voorkomt dat onnodig lang met verouderde werkwijzen wordt doorgegaan.

Duurzame inzetbaarheid

Het bevorderen van duurzame inzetbaarheid op cao- en organisatieniveau is inzet van de

Beleidsagenda 2020 van de Stichting van de Arbeid. Duurzame inzetbaarheid is het vermogen

Page 17: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

14

deel te nemen aan het arbeidsproces tot aan de (stijgende) pensioengerechtigde leeftijd. Het

bevorderen van de duurzame inzetbaarheid van werknemers is economisch noodzakelijk.

Langer doorwerken is van belang voor het behoud van onze concurrentiepositie en het

betaalbaar houden van de pensioenen, de AOW en de sociale zekerheid. Investeren in

duurzame inzetbaarheid werpt op termijn vruchten af, maar vergt nú actie.

Hoewel door de economische crisis het aantal werklozen de komende periode naar

verwachting nog zal toenemen, zal op middellange termijn de vraag naar arbeid weer

aantrekken terwijl de werkende beroepsbevolking vanaf 2020 krimpt en verder vergrijst. Deze

veranderingen op de arbeidsmarkt maken het noodzakelijk meer aandacht te besteden aan

investeringen in productiviteit en inzetbaarheid van werkenden. Hierdoor wordt de kwaliteit

en veerkracht van de beroepsbevolking vergroot en kan de gecombineerde uitdaging van

vergrijzing en globalisering worden opgevangen.

Met investeringen in gezondheid (vitaliteit), scholing (employability) en mobiliteit wordt

het vermogen vergroot nu en in de toekomst deel te nemen aan het arbeidsproces. Het is

primair een belang en verantwoordelijkheid van de werknemer aansluiting te houden bij de

arbeidsmarkt. Tegelijkertijd heeft de werkgever een belang bij beschikbaarheid van voldoende

goed opgeleide, fitte en gemotiveerde werknemers. Op het niveau van bedrijf of instelling kan

met maatwerk het werknemers- en werkgeversbelang het beste worden gediend.

Sociale partners en overheid hebben een ondersteunende rol. Sociale partners in de Stichting

van de Arbeid hebben op 9 juni 2011 in de ‘Beleidsagenda 2020’ afspraken gemaakt waarmee

zij de duurzame inzetbaarheid van werknemers en werkzoekenden willen bevorderen en de

arbeidsparticipatie van oudere werknemers willen verhogen. Destijds is afgesproken de

ontwikkelingen in cao’s te volgen en zo nodig nadere inspanningen door sociale partners

en/of overheid te overwegen. Om een completer beeld te krijgen is daarnaast onderzocht wat

er binnen bedrijven en instellingen daadwerkelijk gebeurt.

Met de beleidsagenda 2020 richt de Stichting van de Arbeid zich op een verbetering van de

arbeidsmarktpositie van oudere werknemers. De Stichting van de Arbeid streeft ernaar dat

arbeidsparticipatie van oudere werknemers in 2020 als een normaal gegeven dient te worden

beschouwd. Dat wil zeggen dat deze niet fundamenteel verschilt van de gemiddelde

arbeidsparticipatie van 55-minners. Het moet normaal worden om door te werken tot aan het

pensioen. Essentieel is dat de inzet op duurzame participatie niet begint bij 55 jaar, maar veel

eerder in de loopbaan van elke werknemer. De nadruk moet dus liggen op het investeren in

alle generaties in plaats van het in generieke zin ontzien van oudere werknemers, louter

vanwege het bereiken van een bepaalde leeftijd.

Monitoring en evaluatie

De Stichting geeft aan dat er jaarlijks – vanaf 2012 – een monitoring en evaluatie zal

plaatsvinden; dit is ook aan de Tweede Kamer toegezegd. Indien de afgesproken

Beleidsagenda onvoldoende blijkt om de doelstelling te realiseren, zal de Stichting tussentijds

afspraken maken over aanpassing of intensivering van de Beleidsagenda 2020.

Meer informatie over de monitor en evaluatie is te vinden op: www.stvda.nl.

Project: Manifest 100 werkgevers over duurzame inzetbaarheid

De communicatie-aanpak Duurzame Inzetbaarheid gaat verder dan het communiceren van

regelingen en beoogt het thema breed op de agenda van werkgevers te zetten (bewustwording

en aanzet tot investeren in duurzame inzetbaarheid). In samenwerking met 100

koploperbedrijven zijn 100 goede voorbeelden en 50 concrete tips verzameld waarmee andere

Page 18: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

15

werkgevers weer hun voordeel kunnen doen. Via radiospots, online- en print-advertenties

(werkgeverssites en sites van hun adviseurs en branches), via zoekmachinemarketing en PR

en publiciteit worden werkgevers geattendeerd op goede voorbeelden, tips, bijeenkomsten en

regelingen die te vinden zijn op www.duurzameinzetbaarheid.nl.

Project Elke dag beter gericht op het midden- en kleinbedrijf Het project Elke Dag Beter is een voortzetting van het project excelleren.nu.

Beide activiteiten richten zich op het midden-en klein bedrijf en zijn vooral gericht om het

mkb op een praktische wijze te ondersteunen bij Duurzame inzetbaarheid.

Voor meert informatie zie http://elkedagbeter.nu.

Internationaal sociaal

Arbeidsmigratie

Nederland zal door de toenemende vergrijzing en ontgroening van de beroepsbevolking steeds

meer buitenlandse werknemers nodig hebben op alle niveaus. In het hoge segment

kennismigranten en in het midden en lage segment arbeidsmigranten. Hieronder een overzicht

van de maatregelen die genomen zijn danwel in de maak zijn:

nog steeds blijft de arbeidsmarkt voor Roemeense en Bulgaarse werknemers dicht.

Openstelling is pas op 1 januari 2014 aan de orde, als de maximale wachttermijn van

zeven jaar is verstreken;

het tewerkstellingsvergunningbeleid wordt verder aangescherpt. Nog meer dan voorheen,

moet eerst de vraag beantwoord zijn of in Nederland of Europa personeel beschikbaar is.

Er komt een abstractere toets op prioriteitgenietend aanbod. Het UWV kan voortaan

volstaan met het onderzoeken of er voldoende werkzoekenden op de arbeidsmarkt

aanwezig zijn, in plaats van beschikbaar, die aan de functie-eisen voldoen. Als dit zo is

wordt de aanvraag afgewezen;

in sommige gevallen geldt echter een soepelere toelating. Vanaf 1 juli 2013 start een

proef om voor grote bedrijven (met een jaaromzet van minstens € 50 miljoen en orders

van meer dan € 5 miljoen) soepelere toelatingsregels voor buitenlandse werknemers te

realiseren. De versoepeling geldt voor werkzaamheden waarbij geen sprake is van

verdringing van Nederlandse werknemers, bijvoorbeeld voor werknemers die bestelde

goederen komen controleren of geïnstrueerd worden hoe zij om moeten gaan met de

machines die ze in Nederland hebben gekocht;

een tewerkstellingsvergunning wordt slechts voor één jaar afgegeven. Daarna moet

bezien worden of deze verlengd kan worden. Ook dan geldt weer de arbeidsmarkttoets.

een arbeidsmigrant kan nu na drie jaar legaal verblijf een verblijfsvergunning krijgen,

waarna hij vrij is om voor elke werkgever te werken. Dit wordt vijf jaar;

de boetes bij illegale tewerkstelling gaan omhoog van € 8.000 naar € 12.000 per illegale

werknemer en er komen nieuwe maatregelen bij herhaling. Een opgelegde dwangsom kan

verbeurd worden verklaard en het bedrijf kan zelfs stilgelegd worden.

Veel van de hiervoor genoemde maatregelen zijn onlangs in werking getreden of zullen in de

loop van 2013 in werking treden door middel van wijziging van de Vreemdelingenwet en

Vreemdelingencirculaire, de wet Arbeid Vreemdelingen en de daarop gebaseerde besluiten.

Page 19: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

16

Modern Migratiebeleid

De invoering van het Modern Migratiebeleid is weer uitgesteld en zal niet op 1 januari 2013

ingaan. Wel valt te verwachten dat de wet zal worden ingevoerd op 1 april 2013 of 1 juli

2013.

Registratie niet ingezetenen De Registratie Niet Ingezetenen (RNI) registreert personen die niet in Nederland wonen, maar

die wel een relatie hebben met meerdere Nederlandse overheidsinstellingen. De overheid

ontwikkelt momenteel de RNI. Deze vormt straks samen met de gemeentelijke

basisadministratie persoonsgegevens (GBA) de Basisregistratie Personen (BrP). De RNI

treedt op 1 februari 2013 in werking.

Personen die korter dan vier maanden in Nederland verblijven, zijn niet-ingezetenen en zijn

dan ook niet ingeschreven in de GBA. Deze niet-ingezetenen kunnen wel verbanden hebben

met meerdere Nederlandse overheidsinstellingen. Bijvoorbeeld personen die tijdelijk in

Nederland werken of personen die in het buitenland een Nederlands pensioen genieten. In de

RNI vindt straks op een centrale plek de opslag en vastlegging van gegevens van deze niet-

ingezetenen plaats. De RNI en de GBA vormen straks samen de Basisregistratie Personen

(BrP). De BrP bevat dan persoonsgegeven van zowel ingezetenen als niet-ingezetenen. Van

niet-ingezetenen worden minder gegevens bijgehouden. Er komen 18 loketgemeenten voor de

RNI. Hiervan zijn er 16 dezelfde als waar nu de Belastingdienst sofinummers toekent aan

niet-ingezetenen. Een niet-ingezetene met een relatie met de Nederlandse overheid kan op

verschillende manieren geregistreerd worden:

een niet-ingezetene kan zich inschrijven bij een RNI-loket. Wanneer is vastgesteld dat de

persoon niet voor inschrijving als ingezetene in de GBA in aanmerking komt, zal hij in de

RNI worden opgenomen;

een overheidsinstantie als de Belastingdienst of de Sociale Verzekeringsbank (SVB) die

met een persoon een relatie onderhoudt, kan deze persoon in de RNI laten inschrijven;

wanneer een persoon zich uitschrijft uit de GBA wordt hij als niet-ingezetene

ingeschreven;

bij de introductie van de RNI komen personen die geregistreerd staan bij de

Belastingdienst en die een sofinummer hebben als niet-ingezetene in de RNI.

Woonlandbeginsel

Voor personen die recht hebben op een Nederlandse uitkering maar woonachtig zijn buiten de

Europese Unie, wordt de uitkering aangepast aan het kostenniveau van dat land. Dit

zogenaamde woonlandbeginsel is voor nieuwe gevallen in werking getreden op 1 juli 2012 en

voor lopende uitkeringen op 1 januari 2013.

Dit woonlandbeginsel gaat gelden voor de volksverzekeringen Algemene Nabestaandenwet

(ANW), wet op de Kinderbijslag (AKW), een onderdeel van de wet Werk en Inkomen naar

Arbeidsvermogen (WIA) en de wet op het Kindgebonden Budget (WKB).

Het geldt voor landen buiten de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte

(Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) en Zwitserland.

Ook is een wetsvoorstel aanhangig dat voorziet in wijziging van de AKW. In de AKW staat

de mogelijkheid om bij verdrag af te wijken van het exportverbod. Deze uitzondering voor

verdragslanden wordt geschrapt. In dit wetsvoorstel wordt de AKW verder zo gewijzigd dat

het exportverbod in de AKW ziet op de situatie dat het kind buiten Nederland woont. Indien

de verzekerde in het buitenland woont, maar het kind in Nederland woont, dan ontvangt de

verzekerde ten behoeve van dit kind wél kinderbijslag. Het wetsvoorstel voorziet tevens in

overgangsrecht om de gevolgen te regelen voor uitkeringsgerechtigden die reeds in een

verdragsland wonen en hun kinderbijslag verliezen na aanpassing van een verdrag. Ook regelt

Page 20: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

17

het wetsvoorstel overgangsrecht voor de situatie dat Nederland overgaat tot opzegging van

een verdrag of de voorlopige toepassing van een verdrag beëindigt. Het overgangsrecht ziet

dan op alle uitkeringen die op grond van één of meerdere verdragen worden geëxporteerd.

Internationaal arbeidsrecht/arbeidsvoorwaarden

WAGA

Wanneer buitenlandse bedrijven met hun eigen (buitenlandse) werknemers diensten komen

verrichten in Nederland, moeten zij de kernbepalingen uit de van toepassing zijnde en

algemeen verbindend verklaarde cao naleven. Dit is onlangs bevestigd door de rechter in een

zaak van FNV Eemshaven tegen buitenlandse bedrijven die in de Eemshaven werkzaam

waren. Het is dan echter wel van belang dat in de van toepassing zijnde Nederlandse cao’s

duidelijk is gemaakt welke minimumarbeidsvoorwaarden in acht moeten worden genomen.

Dit vloeit voort uit de Europese Detacheringsrichtlijn en de wet Arbeidsvoorwaarden

Grensoverschrijdende Arbeid (WAGA).

Aan de cao tafel moeten dus duidelijke afspraken worden gemaakt over de

arbeidsvoorwaarden in (algemeen verbindend verklaarde) cao’s die van toepassing zijn op

werknemers die vanuit andere EU-lidstaten in Nederland worden gedetacheerd. Op dit

moment is dit nog slechts voor een drietal cao’s voldoende duidelijk. Op de site van het

ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid staan de volgende algemeen verbindend

verklaarde cao’s vermeld.

1. The Collective Employment Agreement for Temporary Empolyees 2009-2014 (cao voor

Uitzendkrachten 2009-2014), AVV 14th July 2011 -30th March 2012, ABU website,

2. The Collective Labour Agreement of the Dutch insurance industry, Office staff, short

Waga version, 1 June 2007- 30 November 2009 (cao voor het Verzekeringsbedrijf

Binnendienst 1 juni 2007- 30 november 2009), AVV 17 October 2007 - 21 October 2009.

3. Collective agreements In the Metalworking and Electrical Engineering Industry

(Metalektro) 2011/2013

- For Senior Staff in the Metalektro 2011/2013

- Concerning Labour Market Policy and Vocational Training in the Metalektro (A+O)

2012/2013.

Bedrijfstakken die willen voorkomen dat er oneerlijke concurrentie door buitenlandse

dienstverleners plaatsvindt op grond van arbeidsvoorwaarden wordt geadviseerd

de eigen cao tegen het licht te houden op duidelijkheid/kenbaarheid van kernbepalingen en

werkingssfeer ten aanzien van buitenlandse werkgevers. Waar verduidelijking of aanpassing

van de cao nodig is, wordt geadviseerd het overleg met vakbonden hierover te organiseren.

Vervolgens is het van belang deze kernbepalingen uit de cao in het Engels aan te

leveren aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zodat deze op hun website

kunnen worden opgenomen.

Inzagerecht RI&E

Werknemers hebben het wettelijk recht van inzage in de risico-inventarisatie- en evaluatie.

Werknemers kunnen dan zelf beoordelen welke risico's zij op de werkvloer in hun werk

lopen. De verplichte deskundige bijstand bij het toetsen van de ri&e door de werkgever voor

Page 21: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

18

bedrijven met ten hoogste 25 werknemers wordt onder voorwaarden afgeschaft. Hierdoor

wordt een vermindering van de administratieve lastendruk bereikt.

De regeling heeft verder tot doel de naleving van de ri&e plicht te verbeteren.

Laaggeletterdheid

Door de Stichting van de Arbeid en Stichting Lezen & Schrijven is er een nieuwe

informatievoorziening gekomen: www.taalwerkt.nl een webservicepunt ten behoeve van

werkgevers en werknemers over de aanpak van laaggeletterdheid.

Taalwerkt.nl is bestemd voor werkgevers die informatie zoeken over (de aanpak van)

laaggeletterdheid en voor werknemers die moeite hebben met lezen en schrijven of die

collega’s kennen die daar moeite mee hebben. Naast werkgevers en werknemers kunnen ook

brancheorganisaties, vakbonden, medezeggenschapsorganen en Opleidings- en

Ontwikkelingsfondsen op de website terecht om de benodigde informatie te vinden. Het

aanpakken en verminderen van laaggeletterdheid op de werkvloer levert voordeel op voor

werknemer én werkgever.

Het kunnen lezen van instructies en veiligheidsvoorschriften bijvoorbeeld is van essentieel

belang voor de veiligheid op de werkvloer. Een gebrekkige beheersing van lezen, schrijven,

rekenen en digitale vaardigheden is een probleem. Lees- en schrijfvaardigheden dragen bij

aan de persoonlijke ontwikkeling en aan verhoging van duurzame participatie van deze groep,

zowel op de arbeidsmarkt als in de maatschappij.

UWV en Wajong

Het UWV heeft een website gemaakt met alle mogelijke informatie over wajongeren. De

website is te vinden onder www.wajongwerkt.nl.

Wajongwerkt.nl is bedoeld voor werkgevers, Wajongers, ouders en verzorgers, scholen en

instellingen, en arbeidsdeskundigen. Het hoofddoel van de site is het tot stand brengen van

een bemiddeling tussen werkgevers en Wajongers. De afgelopen periode heeft het UWV

10.000 jongeren met een arbeidsbeperking in beeld gebracht. Doel is om de komende jaren

deze jongeren te bemiddelen naar een werkplek.

Lenteakkoord en Deelakkoord begroting 2013

In het ‘Deelakkoord begroting 2013’, dat VVD en PvdA op 1 oktober 2012 bekendmaakten

(kortweg Herfstakkoord), zijn enkele wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het Lente

akkoord van VVD, CDA, D’66, GL en CU met betrekking tot de begroting 2013.

De belangrijkste wijzigingen in het Herfstakkoord zijn:

terugdraaien van de forensentaks (€ 1,6 miljard);

schrappen langstudeerboete (€ 260 miljoen);

bonussen voor arbeidsdeelname (€ 150 miljoen);

schrappen eigen bijdrage GGZ en liggeld (€ 145 miljoen).

Om dit te kunnen financieren hebben VVD en PvdA het volgende afgesproken:

verhoging assurantiebelasting naar 21% (€ 940 miljoen);

Page 22: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

19

schrappen van de compensatie voor werkgevers (in de vorm van verlaging van de

WAO-premie voor werkgevers) van de gestegen zorgkosten (€ 649 miljoen):

geen vitaliteitssparen (€ 580 miljoen);

geld voor duurzaamheid niet ingezet (€ 155 miljoen);

snellere verhoging AOW-leeftijd (naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021).

Om loonmatiging in de marktsector te bevorderen, zal onder meer de tabelcorrectiefactor in

de belastingen in 2013 niet toegepast worden, waardoor een loonstijging wordt belast tegen

een hoger marginaal tarief. Verder zullen hogere inkomens (inclusief bonussen) in 2013 extra

belast worden met een werkgeversheffing (eenmalige crisisheffing). De werkgeversheffing op

excessieve vertrekbonussen wordt verhoogd van 30 naar 75%.

Naast de aanpassingen zullen de overige maatregelen uit het Lente-akkoord per

1 januari 2013 ingaan (zoals de beperking van de hypotheekrenteaftrek en de verhoging van

de btw die 1 oktober 2012 al is ingegaan).

Per saldo stijgen hiermee de werkgeverslasten in 2013 met € 560 miljoen, tegenover een

lastendaling van € 229 miljoen voor burgers.

Ruwweg een kwart van de verhoging van de assurantiebelasting (circa € 200) komt voor

rekening van werkgevers. De kosten zijn niet evenredig over het bedrijfsleven verdeeld.

De verhoging komt met name aan in kapitaalintensieve sectoren die vaak verplicht meer

verzekeringen hebben in verband met een relatief verhoogde kans op schade, zoals de bouw,

tuinbouw, glastuinbouw, scheepsbouw, binnenvaart en de logistieke sector.

Het Herfstakkoord leidt tot een verslechtering van de gemiddelde koopkracht

met 0,25 procentpunt. Met Prinsjesdag werd nog uitgegaan van een gemiddeld

koopkrachtverlies van 0,75%, na het Herfstakkoord zou dat uitkomen op een afname van 1%.

Werknemers met een reiskostenvergoeding gaan er gemiddeld 1,5% op vooruit ten opzichte

van de oorspronkelijke plannen. Dat komt door het schrappen van de forensentaks.

Levensloopregeling Met de introductie van de vitaliteitsspaarregeling, is ook voorzien in een overgangsregeling

levensloop. Deze overgangsregeling blijft van kracht nu niet tot invoering van

vitaliteitssparen wordt overgegaan.

De overgangsregeling houdt in dat werknemers die op 21 december 2011 een aanspraak

ingevolge levensloopregeling hadden met een waarde van € 3.000 of meer, onder de

bestaande voorwaarden kunnen blijven doorsparen in de regeling. Sinds 2012 wordt er geen

levensloopverlofkorting meer opgebouwd. De reeds opgebouwde rechten kunnen bij opname

van het tegoed verzilverd worden. Omdat de mogelijkheid tot doorstorten van het

levenslooptegoed naar vitaliteitssparen niet langer bestaat, komen de aanspraken van minder

dan € 3.000 vrij te vallen op 1 januari 2013. Bij de belastingheffing over deze vrijgevallen

aanspraken worden de in het verleden opgebouwde rechten op levensloopverlofkorting in

aanmerking genomen.

Bij amendement is recent bepaald dat het overgangsrecht eindigt per 1 januari 2022.

Page 23: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

20

Loonkosten en sociale lasten 2013

Beeld op basis van MEV 2013

De cijfers van het CPB in de Macro Economische Verkenning (september 2012) laten zien dat

de arbeidskosten in de marktsector in 2013 naar verwachting toenemen met 2,75%. Het

grootste deel van de stijging hangt samen met de contractloonstijging die CPB raamt op

2,25% (zie figuur 1).

Figuur 1: Loonkostenstijging 2010-2013

Bron: AWVN-bewerking van MEV 2013 d.d. 18 september 2012 (CPB)

Ramingen van het CPB voor 2013 komen neer op het volgende (zie laatste staaf):

De totale loonkostenstijging voor werkgevers bestaat uit de geraamde contractloonstijging

(2,25%), incidentele loonontwikkeling (0,25%, betreft met name extra periodieken en

bonussen) en de toename sociale lasten voor werkgevers (bijna nul volgens het CPB). Bij

elkaar opgeteld, komt het CPB uit op (afgerond in kwarten) 2,75%.

Elders in de Macro-economische Verkenning voor 2013 meldt het CPB3 dat als percentage

van het brutoloon de kosten stijgen van 27,8% naar 28%. De premies wettelijke sociale

verzekering stijgen van 13,2% naar 13,5% (hiervan maakt de verhoging werkgeversgedeelte

ZVW deel uit). De pensioenpremies ziet het CPB zakken van 11,7% naar 11,6%.

Alles overziende lijkt het realistischer als het CPB in bovenstaande figuur een stijging van

sociale lasten werkgevers van tenminste 0,25% had geraamd.

Deelakkoord begroting 2013

In het ‘Deelakkoord begroting 2013’, dat VVD en PvdA op 1 oktober zijn overeengekomen,

staan enkele wijzigingen die leiden tot een lastenverzwaring voor werkgevers in 2013.

VVD en PvdA verspijkeren voor ruim € 2,3 miljard aan het Lenteakkoord. Per saldo stijgen

de werkgeverslasten in 2013 volgens Rutte en Samson met € 560 miljoen, tegenover een

lastendaling van € 229 miljoen voor huishoudens.

3 http://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-macro-economische-verkenning-2013.pdf,

blz.82/83.

Page 24: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

21

Door deze nieuwe maatregelen uit het Deelakkoord is het nog plausibeler om uit te gaan van

een lastenverzwaring voor werkgevers van 0,25% in 2013.

Contractloonstijging

Werkgeversorganisaties zetten tegelijkertijd vraagtekens bij de collectieve loonstijging van

2,25% op jaarbasis die het CPB raamt voor 2013 in de marktsector. Op basis van bijna 100

cao’s die over heel 2013 doorlopen (en waarvoor de contractloonstijging in 2013 dus vastligt)

voor 1,25 miljoen werknemers wordt eerder uitgekomen op een loonstijging in de buurt van

1,75%. Zonder overheids- en zorgcao’s ligt de gemiddelde loonstijging nog steeds onder de

2% (op jaarbasis).

Belasting en premietarieven

In tabel 1 staan de verwachte belasting- en premietarieven voor 2013 (en het jaar 2012 ter

vergelijking).

Tabel 1: Belasting en premietarieven 2013 (en 2012)

2013 2012

Tarieven loon- en inkomstenheffing (%)

AOW-premie 1e en 2e schijf (niet voor 65-plussers) 17,90 17,90

ANW-premie 1e en 2e schijf 0,60 1,10

AWBZ-premie 1e en 2e schijf 12,65 12,15

Belastingtarief 1e schijf 5,85 1,95

Belastingtarief 2e schijf 10,85 10,80

Belastingtarief 3e schijf 42 42

Belastingtarief 4e schijf 52 52

Overige tarieven (%)

AOF-basispremie werkgever 4,654 5,05

AOK gedifferentieerde premie werkgever 0 0

WHK premie uwv werkgever 0,55 0,55

WW-gemiddelde wachtgeldpremie werkgever 3,15 2,75

WW-marginale AWF-premie werkgever 1,70 4,55

WW-marginale AWF-premie werknemer 0 0

Inkomensafhankelijke ZVW-premie 7,75 7,10

Schijven en kortingen loon- en inkomstenheffing (€)

Lengte 1e belastingschijf 19.645 18.945

Lengte 2e belastingschijf (geboren op/na 1-1-1946) 13.718 14.918

lengte 2e schijf (geboren voor 1-1-1946) 13.910 15.110

Lengte 3e belastingschijf (geboren op/na 1-1-1946) 22.628 22.628

lengte 3e schijf (geboren voor 1-1-1946) 22.436 22.436

Algemene heffingskorting 2.001 2.033

Algemene heffingskorting 65-plus 1.034 934

Arbeidskorting 1.723 1.611

Alleenstaande ouderkorting 947 947

Combinatiekorting 0 0

Aanvullende combinatiekorting 1.024 1.024

4 Staatscourant 2012, nr. 22995, 12 november 2012.

Page 25: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

22

2013 2012

Inkomensafhankelijke aanvullende combinatiekorting 1.109 1.109

Ouderenkorting 1.032 762

Ouderenkorting boven inkomensgrens 150 0

Alleenstaande ouderenkorting 429 429

Aanvullende ouderenkorting 0 0

Overige inkomensgrenzen en nominale zorgpremie

(€)

Franchise AWF 0 17.229

Maximum premie-inkomensgrens wnvz 50.853 50.064

Maximum premie-inkomensgrens ZVW 50.853 50.064

Nominale zorgpremie per volwassene* 1.288 1.253

Standaardpremie ZVW t.b.v. zorgtoeslag 1.528 1.426 *Exclusief de gemiddelde no-claimteruggave en de gemiddelde eigen betalingen

Bron: CPB (MEV2013, blz. 80)

Pensioenen

Door de val van het eerste kabinet Rutte is er op het pensioendossier vertraging te ontstaan.

Het is daarom zeer de vraag of de eerdere datum van invoering van het nieuwe

pensioencontract van 1 januari 2014 gehaald gaat worden.

Voor het zo ver is, moet eerst de ‘invaarpilot’ nog worden afgerond (een soort

‘droogzwemoefening’ voor een beperkt aantal fondsen, die samen met het ministerie van

Sociale Zaken en Werkgelegenheid de overgang naar het nieuwe reële contract simuleren).

Het resultaat hiervan zou een set van richtlijnen moeten zijn, die fondsen in de praktijk zo

veel mogelijk zouden moeten vrijwaren van juridische risico’s.

Een ander onderdeel van het nieuwe pensioencontract dat nog steeds ‘work in progress’ is, is

de uitwerking van de disconteringsvoet en de kostendekkende premie in het nieuwe reële

contract. Hiermee moet nog worden begonnen en volgens de planning van het ministerie zal

het wel tegen zomerreces 2013 lopen, voor er meer duidelijkheid kan worden geboden.

Als resultaat van dit alles is het te verwachten dat de benodigde wetsvoorstellen pas in het

najaar van 2013 naar de Kamer zullen worden gestuurd. Los van de vraag of de parlementaire

behandeling dan vóór het eind van het jaar kan worden afgerond, laat dit in ieder geval

onvoldoende tijd voor ondernemingen en branches om de eigen regeling per 1 januari 2014

aangepast te hebben.

Dit betekent dat 1 januari 2015 als feitelijke ingangsdatum voor het nieuwe pensioencontract

langzamerhand wel héél waarschijnlijk wordt.

Inperking Witteveenkader

In het Regeerakkoord van PvdA en VVD is afgesproken de fiscale ruimte voor

arbeidspensioen in 2025 verder te beperken.

Na de verhoging van de pensioenrichtleeftijd van 65 naar 67 jaar én de verlaging van het

maximum opbouwpercentage voor middelloonregelingen met 0,1% naar 2,15%, volgt op

1 januari 2015 een verdere verlaging van het opbouwpercentage met 0,4% naar 1,75% (en

waarschijnlijk naar 1,5% van eindloonregelingen). Daarnaast vervalt de fiscale faciliteit (de

‘omkeerregel’) volledig voor pensioenen opgebouwd over een inkomen hoger dan

Page 26: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

23

100.000 euro. Deze beperkingen zijn dermate fors, dat er vrijwel geen pensioenregeling zal

zijn, die er niet door geraakt wordt. Op dit moment is nog niet goed te voorspellen, welke van

de mogelijke alternatieven in de praktijk het meest gekozen zal gaan worden.

Regeerakkoord VVD/PvdA en (mogelijke) effecten vanaf 2014

Ten aanzien onderstaande arbeidsmarktmaatregelen (ontslagrecht, ww, flexibele arbeid en

quotum) wil het kabinet komen tot een ‘sociale agenda’ met de Stichting van de Arbeid.

Daarbij kunnen alternatieven op tafel komen, die echter financieel hetzelfde moeten

opleveren.

Ontslagrecht

Er komt een nieuw ontslagsysteem met één ontslagroute: het UWV geeft bij voorgenomen

opzegging binnen vier weken een advies. De ontbinding van arbeidsovereenkomsten door

de kantonrechter vervalt. De huidige opzegtermijnen blijven gehandhaafd. De preventieve

toets vervalt als in de cao is voorzien in een qua inhoud en snelheid vergelijkbare

procedure.

De regels die gelden voor ontslag blijven inhoudelijk hetzelfde. Wel mag bij CAO worden

afgeweken van het afspiegelingsbeginsel.

De werkgever moet een ‘transitiebudget’ betalen van een kwart maandsalaris per

dienstjaar (met een maximum van vier maanden), tenzij het ontslag wordt ingegeven

wegens de slechte financiële positie van het bedrijf. Dat geldt voor alle contracten van

langer dan een jaar.

De werknemer kan het ontslag laten toetsen bij de rechter, waarbij het UWV-advies zwaar

weegt. Als de rechter het ontslag onterecht acht, kan hij een schadevergoeding opleggen

van maximaal een half maandsalaris per dienstjaar, tot maximaal 75.000 euro.

WW

- De plannen om de eerste zes maanden WW bij de werkgever te verhalen (1 miljard euro)

vinden geen doorgang. Daarvoor in de plaats komt de WW premieverhoging van 1,3

miljard euro.

- De duur van de WW wordt verkort naar maximaal 24 maanden, waarvan de laatste 12

maanden op minimumloonniveau. Bestaande opbouw wordt gerespecteerd. Werklozen

moeten eerder alle beschikbare werk aanvaarden (de definitie van passende arbeid wordt

aangescherpt). 55-Plussers die ontslagen worden krijgen tien jaar recht op een ongetoetste

minimumuitkering zonder partner- of vermogenstoets, maar met sollicitatieplicht.

Flexibele arbeidsrelaties

- Er zijn op dit moment geen concrete plannen om de flexibele arbeidscontracten te

beperken. Het kabinet wil wel samen met sociale partners kijken naar de bescherming van

mensen met flexcontracten, waarbij onder meer zal worden gekeken naar de ketenregeling

(opeenvolgende tijdelijke contracten) en naar concurrentiebedingen in tijdelijke

contracten.

Quotum arbeidsgehandicapten voor (middel-)grote bedrijven

- Er komt een quotum voor het in dienst hebben van arbeidsgehandicapten. Dat quotum

wordt geleidelijk opgebouwd en over zes jaar moet ieder bedrijf met 25 of meer

werknemers heeft, 5% arbeidsgehandicapten in dienst hebben. Voor iedere

Page 27: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

24

arbeidsgehandicapte die het bedrijf minder in dienst heeft, komt er een boete van 5.000

euro.

Vitaliteitspakket 2013-2015

Ten opzichte van het Vitaliteitspakket, zoals gepresenteerd op 30 september 2011, als

uitvloeisel van het Pensioenakkoord, heeft twee keer een wijziging plaatsgevonden. In het

Lenteakkoord van 26 april 2012 zijn de beoogde werkbonussen voor werkgevers en

werknemers geschrapt, alsmede de mobiliteitsbonus voor werkgevers voor het in dienst

hebben van werknemers van 55 jaar en ouder. In het Deelakkoord 2013 van VVD en PvdA

d.d. 1 oktober 2012 is een inkomensafhankelijke werkbonus voor werknemers afgesproken en

vervalt de vitaliteitsspaarregeling.

De (door)werkbonus geldt voor werknemers (voltijd en deeltijd) vanaf 61 jaar tot 65 jaar.

Werknemers die doorwerken tot 65.5 jaar kunnen zo gemiddeld anderhalf jaar eerder met

pensioen zonder er financieel op achteruit te gaan. Deze doorwerkbonus geldt voor

werknemers met een inkomen vanaf 90% WML, wordt maximaal 100% tot 120% WML en

loopt daarna af tot 175% WML. Mocht invoering per 1 januari 2013 op praktische bezwaren

stuiten, dan wordt de bonus in 2014 met terugwerkende kracht alsnog ter beschikking gesteld.

Het budgettaire beeld voor de periode 2013-2015 ziet er nu als volgt uit: 2013 2014 2015

Doorwerken:

Werkbonus (in

mln. Euro)

150 150 300

Mobiliteit:

Mobiliteitsbonus

uitkeringsgerechtig

den en

arbeidsgehandicapt

en

693 694 665

Loopbaanfaciliteiten:

Overgangsregeling

levensloop*

Intersectorale

scholing en

VWNW

Verlagen

scholingsdrempel

Totaal 355 355 355

Page 28: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

25

Werkkostenregeling

Met ingang van 2011 is de werkkostenregeling ingevoerd. Tot 1 januari 2014 kan de oude

regeling worden toegepast. De werkkostenregeling geeft een nieuw fiscaal kader voor

vergoedingen en verstrekkingen van de werkgever aan de medewerker. Er komt een

forfaitaire ruimte van 1,5% van de fiscale loonsom voor bepaalde vergoedingen en

verstrekkingen, zoals personeelsfeesten, fietsenregeling en de fiscaal gunstige behandeling

van de vakbondscontributie. De huidige fiscale voorwaarden van deze forfaitposten komen te

vervallen. Als meer wordt vergoed/verstrekt dan 1,5%, moet de werkgever een eindheffing

betalen van 80%. Naast de forfaitaire ruimte bestaan er voor de grote kostensoorten gerichte

vrijstellingen. Ook komen er binnen de forfaitaire ruimte posten waarvoor onder voorwaarden

een nihilwaardering geldt. Denk daarbij aan de op de werkplek ter beschikking gestelde

personeelsvoorzieningen, zoals het gebruik van vaste computer op kantoor, maar ook de

mobiele telefoon voor zover deze meer dan 10% zakelijk wordt gebruikt. Voor verstrekte

maaltijden geldt een forfaitaire waardering. Afhankelijk van de resterende ruimte binnen het

forfait kunnen posten worden overgeheveld naar de forfaitaire ruimte. De thuiswerkplek

wordt voor de werkkostenregeling niet als een werkplek gezien.

Voor zover in de cao/arbeidsvoorwaardenregeling een cafetariaregeling is opgenomen,

waarbij medewerkers bruto loon of dagen kunnen uitruilen voor bepaalde vrije vergoedingen

of verstrekkingen, moet de regeling kritisch tegen het licht worden gehouden. Voor de meeste

doelen gaat onder de werkkostenregeling gelden dat deze ten laste komen van het forfait.

Ongewijzigde voortzetting van de cafetariaregeling kan leiden tot hogere werkgeverslasten als

het forfait onvoldoende ruimte biedt.

Werktijdverkorting en onwerkbaar weer

Als wegens bijzondere omstandigheden niet kan worden gewerkt, is dit iets wat in beginsel

voor rekening van de werkgever komt. De wet bepaalt namelijk dat in een dergelijk geval de

werknemer recht houdt op loon. Dit recht op loon kan bij cao worden uitgesloten of beperkt.

Als de werknemer uitsluitend als gevolg van onwerkbaar weer niet kan werken en er geen

recht (meer) bestaat op loonbetaling kan de werknemer voor een WW-uitkering met een

aantal bijzondere kenmerken in aanmerking komen. Voor deze onwerkbaar weeruitkering

hoeft de werknemer bijvoorbeeld niet aan de referte-eis te voldoen en heeft hij geen

sollicitatieplicht. Als de werknemer niet uitsluitend als gevolg van onwerkbaar weer niet kan

werken en de loonbetalingsverplichting is uitgesloten, dan kan hij voor een gewone

WW-uitkering in aanmerking komen.

Is er sprake van bijzondere omstandigheden en heeft de werkgever de

loonbetalingsverplichting niet uitgesloten, dan kan hij bij het ministerie van Sociale Zaken en

Werkgelegenheid een vergunning voor werktijdverkorting aanvragen. Bij werktijdverkorting

kan ook een WW-uitkering worden aangevraagd. In regelgeving op grond van het BBA is

bepaald dat bij onwerkbaar weer geen vergunning voor werktijdverkorting hoeft te worden

aangevraagd. Op dit moment bestaan er dus twee regelingen waarbij ingeval van

buitengewone niet economische omstandigheden een WW-uitkering kan worden verstrekt.

Het kabinet vindt het onwenselijk dat deze regelingen, ieder met hun eigen voorwaarden naast

elkaar blijven bestaan.

Het wetsvoorstel vereenvoudiging regeling en UWV regelt daarom dat in de WW wordt

opgenomen dat als een werknemer tijdelijk niet of minder kan werken hij alleen recht heeft op

Page 29: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

26

een bijzondere WW-uitkering als de werkgever op grond van het BBA toestemming heeft om

de werktijd te verkorten. Op grond van het BBA zal worden geregeld dat in geval van

winterse omstandigheden (sneeuw of vorst) een werkgever de arbeidstijd kan verkorten na

een periode van vier weken waarin tenminste 20% van de arbeidscapaciteit per week niet kan

worden benut. Voor de periode van vier weken worden weken in de periode november tot en

met maart samengeteld.

In andere gevallen van (niet economische) calamiteiten mag de werkgever de werktijd

verkorten als tenminste twee weken 20% van de arbeidscapaciteit per week niet kan worden

benut. Voorwaarde is wel dat het moet gaan om omstandigheden die volgens het ministerie

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet tot het normale ondernemersrisico behoren.

In beide situaties geldt de werktijdverkorting hooguit voor zes werken. Deze periode kan drie

keer worden verlengd. Als de verwachting is dat de calamiteit langer dan 26 weken zal duren,

dan mag de werkgever de werktijd niet verkorten. Als de calamiteitenregeling wordt

toegepast, dan wordt het recht op WW telkens voor zes weken verleend. Hierdoor kan het

UWV tussentijds controleren of aan de voorwaarden wordt voldaan. De werknemer hoeft, net

als nu bij de onwerkbaar weer regeling, niet aan de referte-eis te voldoen om voor WW in

aanmerking te komen. De WW is niet van invloed op een later recht op WW en tijdens de

uitkeringsperiode geldt voor de werknemer geen sollicitatieplicht.

Bij geconstateerde fraude vervalt de mogelijkheid tot werktijdverkorting met terugwerkende

kracht. Dit betekent dat de werkgever alle betaalde WW-uitkering moet terugbetalen.

Daarnaast kunnen er sancties worden opgelegd omdat de werkgever niet aan zijn

informatieplicht heeft voldaan.

Deze regeling voor onwerkbaar weer wordt ingevoerd per 1 juli 2013 om te voorkomen dat

deze halverwege het winterseizoen in zou gaan.

Ziektewet

Op 1 januari 2013 treedt de nieuwe Ziektewet in werking. De werknemersprikkels

(arbeidsverledeneis) zijn uitgesteld tot 2014. De werkgeversprikkels traden in het originele

wetsvoorstel al pas per 1 januari 2014 in. Voor werkgevers is echter van belang dat de in 2014

ingaande premiedifferentiatie van toepassing is op vangnetters in 2012 en 2013. Voor

individuele werkgevers is het daarom van groter belang om de re-integratie waar mogelijk te

optimaliseren. Verder wordt werkgevers aangeraden rekening te houden met die

premiedifferentiatie en reeds nu te administreren welke werknemers ziek uit dienst gaan. Voor

bedrijven met tot tien keer de gemiddelde loonsom worden de lasten over de hele sector

omgeslagen. Grotere werkgevers (vanaf 100 keer de gemiddelde loonsom) dragen de lasten

rechtstreeks via individuele premiedifferentiatie. Werkgevers met tussen de tien en 100 keer

de gemiddelde loonsom krijgen te maken met een mix van individuele premiedifferentiatie en

sectorpremies. Verder is onderdeel van de wet de mogelijkheid om convenanten met het

UWV te sluiten (zoals door de uitzendbranche). Dit gaat per 2013 in.

Page 30: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

27

Bijlagen

Bijlage 1 – Expirerende cao's

Tabel: Expiratiedata 2013-seizoen v.a. 1.000 werknemers

Cao-naam werknemers Expiratiedatum

ECT 2.214 01-10-12

Zorgverzekeraars 10.000 01-10-12

Vaste Medewerkers van Uitzendondernemingen 20.910 01-10-12

Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf 63.871 01-10-12

Albert Heijn - Logistics 3.425 15-10-12

Rockwool 1.150 01-12-12

Sociale Werkvoorziening 100.000 01-12-12

Poppodia en -Festivals, Nederlandse 1.000 01-01-13

Sabic Innovative Plastics 1000 01-01-13

CEVA 1.100 01-01-13

Gasunie, Nederlandse 1.108 01-01-13

Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen CBR, Stichting 1.185 01-01-13

Unirobe Meeùs Groep 1.322 01-01-13

Mortel- en Morteltransportondernemingen 1.428 01-01-13

Bos en Natuur 1.538 01-01-13

CRV Holding 1.897 01-01-13

Kadaster 2.158 01-01-13

Reclassering 2.206 01-01-13

Ambulancezorg 2.250 01-01-13

Onderzoekinstellingen 2.300 01-01-13

Evenementen- en Horecabeveiliging (VBE) 2.359 01-01-13

Podia, Nederlandse 2.418 01-01-13

Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 2.459 01-01-13

Fokus Exploitatie, Stichting 2.500 01-01-13

Heineken Nederlands Beheer 2.821 01-01-13

Orsima 2.860 01-01-13

Selektvracht 3.000 01-01-13

Dagbladjournalisten 3.250 01-01-13

DHL Express Nederland 3.600 01-01-13

Océ 3.732 01-01-13

Railinfrastructuur 3.902 01-01-13

Dagbladuitgeverijbedrijf 4.000 01-01-13

Uitvaartverzorging 4.162 01-01-13

GVB 4.166 01-01-13

Holland Casino 4.750 01-01-13

Afbouw 5.375 01-01-13

Drankindustrie en de Groothandel in Dranken 5.648 01-01-13

Arriva Groningen 6.000 01-01-13

Timmerindustrie 6.219 01-01-13

Omroeppersoneel 6.434 01-01-13

Page 31: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

28

Cao-naam werknemers Expiratiedatum

Banden- en Wielenbranche 6.801 01-01-13

ING Verzekeren/ ING Investment Management 7.060 01-01-13

KPN Corporate Market 9.000 01-01-13

Verzekeringsbedrijf - Binnendienst 13.680 01-01-13

Philips 13.969 01-01-13

Postbezorgers 17.000 01-01-13

Huisartsenzorg 19.334 01-01-13

Woondiensten 28.773 01-01-13

ICK 31.635 01-01-13

Technische Groothandel 34.500 01-01-13

Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) 75.661 01-01-13

Bouwnijverheid 103.180 01-01-13

Gemeenten 177.000 01-01-13

La Place 5.100 01-02-13

V&D 5.221 01-02-13

NS 14.800 01-02-13

Natuursteenbedrijf 1.165 01-03-13

Shell Nederland Raffinaderij en Shell Nederland Chemie 2.200 01-03-13

ProRail 4.000 01-03-13

Architectenbureaus 8.521 01-03-13

Hoveniersbedrijf in Nederland 9.794 01-03-13

Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf in Nederland 16.558 01-03-13

Defensie 69.000 01-03-13

AVEBE, Coöperatie 1.000 01-04-13

Apollo Vredestein 1.027 01-04-13

Mn Services 1.050 01-04-13

Teijin Aramid 1.250 01-04-13

Philip Morris Holland 1.440 01-04-13

RDW 1.500 01-04-13

Albert Heijn - Winkelmanagement 1.600 01-04-13

Handelsvaart tot 9000 GT 1.706 01-04-13

Schiphol Nederland 2.200 01-04-13

Arcadis 2.350 01-04-13

Waterbouw 2.577 01-04-13

DLO, Stichting 3.000 01-04-13

Slijterijen 3.075 01-04-13

DHL Logistics Nederland 3.700 01-04-13

Graanbe- en verwerkende Bedrijven 4.300 01-04-13

Besloten Busvervoer 5.358 01-04-13

Vleessector 5.749 01-04-13

Betonproductenindustrie 7.639 01-04-13

Tata Steel Sociale Eenheid IJmuiden 9.753 01-04-13

Contractcateringbranche 13.379 01-04-13

Slagersbedrijf 13.939 01-04-13

Universitair Medische Centra (UMC) 66.000 01-04-13

Levensmiddelenbedrijf 120.114 01-04-13

Grootwinkelbedrijven in Levensmiddelen (VGL) 140.000 01-04-13

Page 32: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

29

Cao-naam werknemers Expiratiedatum

Mediq 1.000 01-05-13

Volker Wessels Telecom 1.240 01-05-13

Unilever Nederland 2.488 01-05-13

Metaal en Techniek - Isolatiebedrijf 3.005 01-05-13

Pluimveeverwerkende Industrie 3.039 01-05-13

Metaal en Techniek - Carrosseriebedrijf 13.009 01-05-13

Netwerkbedrijven 14.300 01-05-13

PLb 14.800 01-05-13

Jeugdzorg 27.811 01-05-13

Bakkersbedrijf 28.755 01-05-13

Metaal en Techniek - Technisch Installatiebedrijf 102.729 01-05-13

Metaal en Techniek - Metaalbewerkingsbedrijf 112.765 01-05-13

Movares 1.250 01-06-13

Bijenkorf Warenhuizen 1.835 01-06-13

Verf- en Drukinktindustrie, Bereide 2.900 01-06-13

Groothandel in Horecaproducten 3.926 01-06-13

Afval & Milieu 5.887 01-06-13

KPN, Koninklijke 12.000 01-06-13

Papierindustrie 1.100 01-07-13

OWASE-Bedrijven 1.219 01-07-13

Adviesorganisaties voor Onderwijs en Jeugd 1.500 01-07-13

Baksteenindustrie, Nederlandse 1.500 01-07-13

Schoentechniek 1.600 01-07-13

FNV-Organisaties 1.700 01-07-13

Rijksmusea, Verzelfstandigde 2.000 01-07-13

TNT Express 2.300 01-07-13

Bedrijfsverzorgingsdiensten 2.914 01-07-13

Gemaksvoedingindustrie 2.973 01-07-13

FloraHolland 4.200 01-07-13

Textielverzorging 6.564 01-07-13

Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 16.919 01-07-13

Recreatie 23.617 01-07-13

Metalektro Hoger Personeel 38.840 01-07-13

Metalektro 113.904 01-07-13

Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen 5.805 01-08-13

OMO 6.700 01-08-13

Grafimedia 21.799 01-08-13

PGGM 1.148 01-09-13

Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg, Kraam- en

Jeugdgezondheidszorg

426.000 01-09-13

Rabo Vastgoedgroep 1.100 01-10-13

Please 3.000 01-10-13

IKEA 5.500 01-10-13

Page 33: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

30

Cao-naam werknemers Expiratiedatum

Detailhandel in Verf en Behang 1.332 01-11-13

BoerenBond en Welkoop 2.000 01-11-13

Detailhandel in Tabaksartikelen 2.556 01-11-13

Detailhandel in Dierenspeciaalzaken, Aquariumspeciaalzaken en

Hengelsportspeciaalzaken

2.674 01-11-13

Reisbranche 15.086 01-11-13

Tankstations en Wasbedrijven 17.200 01-11-13

Page 34: VN1213 nota arbeidsvoorwaarden2013€¦ · van 2011. Begin 2012 was er nog sprake van een oplopende trend, daarna heeft stabilisatie plaatsgevonden. Ondernemingscao’s kennen een

Arbeidsvoorwaardenoverleg 2013 VNO-NCW / MKB-Nederland / AWVN

31

Bijlage 2 – Publicaties Stichting van de Arbeid 2012

Aanbeveling, Advies, Nota

Verhoging tarief deskundigenoordeel UWV , 7 november 2012

Verzoek aan VNG om inzicht te verschaffen in het taalaanbod van gemeenten voor de aanpak

van laaggeletterdheid, 19 oktober 2012

Stichting van de Arbeid reageert in brief aan EU-commissarissen Barnier en Andor op het

Witboek Pensioenen en op de in dat kader voorgenomen herziening van de IORP-richtlijn,

6 september 2012

Wetsvoorstel Wet vereenvoudiging regelingen UWV, 27 augustus 2012

Wetsvoorstel Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters,

27 augustus 2012

Dispensatie in de cao, een transparante procedure, 12 juli 2012

Evaluatie bijzondere WTV en deeltijd-WW, 26 juni 2012

Hoofdlijnennota herziening financieel toetsingskader, 20 juni 2012

Wetsvoorstel verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, 13 juni 2012

Dispensatie in de cao, 11 juni 2012

Aanvullende informatie subsidieaanvraag vervolg project arbocatalogi, 8 juni 2012

Brief over Wetsvoorstel Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters,

23 mei 2012

De Europese kaderovereenkomst inzake inclusieve arbeidsmarkten, 16 mei 2012

De visie van de Stichting van de Arbeid op payrolling, mede in het licht van de gevolgen voor

werknemers als het gaat om ontslag, 11 mei 2012

Commentaar van de Stichting van de Arbeid op het voorstel van wet Wijziging Wet

aanpassing arbeidsduur ten einde flexibel werken te bevorderen, 18 april 2012

Bijdrage van de Nederlandse sociale partners aan het Nationaal Hervormingsprogramma en

de Nationaal Sociale Rapportage in het kader van de EU-2020-strategie, 18 april 2012

Reactie Stichting van de Arbeid naar aanleiding van antwoorden van de minister van SZW op

Kamervragen over de gevolgen van het verschuiven van de ingangsdatum van het AOW-

pensioen (brieven van de Tweede Kamer d.d. 3 april 2012), 11 april 2012

Code en Monitoringscommissie, 11 april 2012

Nadere invulling voorstel voor vervolg project arbocatalogi, 19 maart 2012

Reactie op Wetsontwerp versterking Bestuur pensioenfondsen, 12 maart 2012

Verzoek om voor pensioenfondsen te komen tot een specifieke regeling gericht op het

beperken van het aantal bestuurs- en/of toezichtfuncties, 12 maart 2012

Heroverweging van cao-bepalingen met betrekking tot beperkingen van en verbodsbepalingen

op de inzet van uitzendkrachten, 2 februari 2012

Brief naar aanleiding van Motie Braakhuis/Omtzigt inzake uniformering pensioengevend

loon; Wetsontwerp uniformering loonbegrip (20 131, nr. 24), 19 januari 2012

Convenanten

Convenant EVC, 14 juni 2012

Brochures & overige publicaties

--

(Te downloaden via www.stichtingvandearbeid.nl).