Vlaamse innovatie monitor werken3.0

50
Uitkomsten Vlaamse Innovatie Monitor Gent, 21 juni 2012 Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE

Transcript of Vlaamse innovatie monitor werken3.0

Uitkomsten Vlaamse Innovatie Monitor

Gent, 21 juni 2012Prof.dr. Henk W. Volberda

Rotterdam School of Management, Erasmus University

Wetenschappelijk directeur INSCOPE

I: SOCIALE INNOVATIE &TECHNOLOGISCHE INNOVATIE

Kennis

(Diepte /

Breedte)

Organisatie

(Flexibel

Organiseren)

Management

(Dynamisch

Managen)

Arbeid

(Slimmer

Werken)

Concurrentiepositie

&

Productiviteit

Concurrentie

Niveau

Co-creatie door externe Netwerken en Kennisallianties

Mobiliseren van Institutionele Stakeholders

(Overheid, Sociale Partners)

Sociale

Innovatie

Vlaamse Innovatie Monitor

• Aantal respondenten: 1957

• Bij bepaalde kritieke constructen: 490

• De ‘gemiddelde’ respondent is 46 jaar oud en 11 jaar werkzaam bij zijn/haar huidige organisatie

Commerciële diensten (tertiaire

sector)44%

Industrie en bouw (secundaire

sector)30%

Niet-commerciële diensten

(quartaire sector)23%

Land- en tuinbouw (primaire sector)

3%

Verdeling van respondenten over sectoren

CEO, CFO, zaakvoerder, eigenaar, bedrijfsleider

42%Directielid19%

Verantwoordelijke

personeelszaken, HR manager

14%

Anders25%

Functie van respondent

Wat is Sociale Innovatie?

Bron: Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor 2006 - 2010

Sociale innovatie in Vlaanderen

Maar wat is nu precies de kracht van sociale innovatie: De Anti-infectives

case study van DSM

Vlaamse sociaal innovatieveorganisaties presteren beter….

26%

22%

21%

20%

20%

19%

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%

Winstgroei

Aantrekken nieuwe klanten

Rentabiliteit op eigen vermogen

Groei marktaandeel

Tevredenheid medewerkers

Omzetgroei

Prestaties sociaal innovatieve organisaties versus niet-sociaal innovatieve organisaties

Pre

stat

iem

aats

taf

Sociale innovatie & prestaties

… innoveren meer en investeren meer in ICT en iets meer in R&D

41%

27%

3%

1%

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45%

Innovativiteit

Productiviteit

ICT-investeringen

R&D-investeringen

Prestatie sociaal innovatieve organisaties versus niet-sociaal innovatieve organisaties

Sociale innovatie & innovatievermogen

Maar wat is nu precies de kracht van sociale innovatie?

Tertiaire sector is koploper

31%

24%

24%

20%

25%

48%

49%

47%

50%

50%

21%

27%

29%

30%

25%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Commerciële diensten (tertiaire sector)

Industrie en bouw (secundaire sector)

Land- en tuinbouw (primaire sector)

Niet-commerciële diensten (quartaire sector)

Grenswaarden

Sociale innovatie per sector

Sociaal innovatief Middenmoot Niet sociaal innovatief

Tertiaire sector is koploper en innoveert meer

31%

24%

24%

20%

25%

48%

49%

47%

50%

50%

21%

27%

29%

30%

25%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Commerciële …

Industrie en bouw …

Land- en tuinbouw …

Niet-commerciële …

Grenswaarden

Sociale innovatie per sector

0.5%

-0.1%

0.3%

-1.2%

1.0%

-0.9%

0.4%

-1.2%

4.4%

-0.3%

-1.7%

-9.4%

4.2%

-0.3%

-10.3%

-7.6%

-12.0% -10.0% -8.0% -6.0% -4.0% -2.0% 0.0% 2.0% 4.0% 6.0%

Commerciële diensten (tertiaire sector)

Industrie en bouw (secundaire sector)

Land- en tuinbouw (primaire sector)

Niet-commerciële diensten (quartaire sector)

Innovativiteit t.o.v. Vlaams gemiddelde

R&D-investeringen

ICT-investeringen

Radicale innovaties

Incrementele innovaties

I: SOCIALE INNOVATIE &TECHNOLOGISCHE INNOVATIE

II: CO-CREATIE

Kennis

(Diepte /

Breedte)

Organisatie

(Flexibel

Organiseren)

Management

(Dynamisch

Managen)

Arbeid

(Slimmer

Werken)

Concurrentiepositie

&

Productiviteit

Concurrentie

Niveau

Co-creatie door externe Netwerken en Kennisallianties

Mobiliseren van Institutionele Stakeholders

(Overheid, Sociale Partners)

Sociale

Innovatie

Openheid voor nieuwe ideeën

Openheid nieuwe, externe ideeën

Biedt toegang tot en ontvankelijkheid voor externe kennis

Heeft een positief effect op de snelheid, hoeveelheid en mate van nieuwheid van nieuwe producten en diensten

Tevens versterkt dit het effect van samenwerking met universiteiten op nieuwe producten en diensten

24%

15%

12%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

Radicale innovaties Incrementele innovaties

Bedrijfsprestaties

Ve

rsch

il ve

el e

n w

ein

g o

pe

nh

eid

(in

%)

Vooral de commerciële dienstensector staat open voor nieuwe ideeën

0.7%

-0.3%

-0.4%

-3.3%

-3.5% -3.0% -2.5% -2.0% -1.5% -1.0% -0.5% 0.0% 0.5% 1.0%

Commerciële diensten (tertiaire sector)

Industrie en bouw (secundaire sector)

Niet-commerciële diensten (quartaire sector)

Land- en tuinbouw (primaire sector)

Verschil t.o.v. Vlaams gemiddelde (in %)

Land- en tuinbouw (primaire sector)

Openheid voor nieuwe ideeën leidt, in combinatie met andere hefbomen, tot meer innovaties…

weinig

veel

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

weinig

veel

42%28%

52%

Openheid externe ideeën

Toename innovatiesucces (in %)

Investeringen andere hefbomen sociale innovatie

.. En betere bedrijfsprestaties

weinig

veel

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

weinig

veel

16%14%

29%

Openheid externe ideeën

Toename bedrijfsprestaties (in %)

Investeringen andere hefbomen sociale innovatie

Vooral in dynamische omgevingen wordt meer geïnvesteerd in sociale

innovatie..

laag

hoog

0%

5%

10%

15%

20%

25%

laag

hoog

5%

20% 20%

Dynamiek omgeving

Toename investeringen in sociale innovatie (in %)

Concurrentiedruk

.. En meer geïnnoveerd

laag

hoog

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

laag

hoog

9%

23% 27%

Dynamiek omgeving

Toename innovatiesucces (in %)

Concurrentiedruk

II: CO-CREATIE

III: FLEXIBEL ORGANISEREN

Kennis

(Diepte /

Breedte)

Organisatie

(Flexibel

Organiseren)

Management

(Dynamisch

Managen)

Arbeid

(Slimmer

Werken)

Concurrentiepositie

&

Productiviteit

Concurrentie

Niveau

Co-creatie door externe Netwerken en Kennisallianties

Mobiliseren van Institutionele Stakeholders

(Overheid, Sociale Partners)

Sociale

Innovatie

Flexibel organiseren

Hoge interne verandersnelheid (proactiviteit)

Het vermogen om sneller dan de concurrentie teanticiperen of te reageren op veranderingen in de externe omgeving. Bij een dergelijke hoge interne verandersnelheid kunnen bijvoorbeeldbedrijfsprocessen sneller aangepast worden

Structurele differentiatie

Het balanceren van innovatie en efficiency middels de organisatiestructuur.

Vrijheid voor medewerkers

Medewerkers worden aangemoedigd om zelfstandig eenbalans te vinden tussen activiteiten om gezamenlijkeorganisatorische doelen te bereiken en activiteiten om af testemmen met de externe omgeving

Flexibel organiseren: Hoge interne verandersnelheid is van vitaal belang

Hoge interne verandersnelheid

46%

Vrijheid voormedewerkers 30%

Structurele differentiatie

24%

100% = totale effect van flexibel

organiseren op bedrijfsresultaat

Grotere organisaties hebben vooral baat met meer vrijheid voor medewerkers en hoge interne verandersnelheid

12%

3%

-5%-6%

-4%

-2%

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

Structurele differentiatie

Hoge interne verandersnelheid

Vrijheid voor medewerkers

Ve

rsch

il gr

ote

re o

rgan

isat

ies

( >

25

0 f

te)

t.o

.v.

kle

ine

re o

rgan

isat

ies

(in

%)

23%

15%

50%

48%

28%

37%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

< 250

> 250

Relatieve bijdrage van onderdeel op bedrijfsresultaat (in %)

Aan

tal m

ed

ew

erk

ers

(in

fte

)

Structurele differentiatie Hoge interne verandersnelheid

Vrijheid voor medewerkers

Flexibel organiseren: tertiaire sector scoort over de gehele linie bovengemiddeld

4%

1%2%

-8%-8%

4%5%

-9%

12%

-1%

1%

0%

-10%

0%

10%

Land- en tuinbouw (primaire sector)

Industrie en bouw (secundaire sector)

Commerciële diensten (tertiaire sector)

Niet-commerciële diensten (quartaire sector)

Ve

rsch

il t.

o.v

. V

laam

s ge

mid

de

lde

(in

%)

Onderdelen van flexibel organiseren per sector

Proactiviteit Contextuele ambidexteriteit Structurele differentiatieVrijheid voor medewerkers

III: FLEXIBEL ORGANISEREN

IV: SLIMMER WERKEN

Kennis

(Diepte /

Breedte)

Organisatie

(Flexibel

Organiseren)

Management

(Dynamisch

Managen)

Arbeid

(Slimmer

Werken)

Concurrentiepositie

&

Productiviteit

Concurrentie

Niveau

Co-creatie door externe Netwerken en Kennisallianties

Mobiliseren van Institutionele Stakeholders

(Overheid, Sociale Partners)

Sociale

Innovatie

Slimmer werken

Vertrouwen binnen organisaties

Stimuleert betrokkenheid van medewerkers;

Stimuleert kennisdeling en ontwikkeling van vaardigheden van medewerkers;

Vermindert transactiekosten binnen organisaties.

Cross-functionele interacties

Stimuleert kennisdeling tussen medewerkers van verschillende afdelingen, bijvoorbeeld via teams of task forces. Dit faciliteert generatie en nieuwe combinaties van kennis.

Slimmer werken: Kennisdeling tussen verschillende disciplines doet ertoe

Cross-functionele interactie

60%

Vertrouwen40%

100% = totale effect van slimmer werken

op bedrijfsresultaat

Cross-functionele interactie en vertrouwen leiden tot meer radicale en incrementele innovaties

weinig

veel

0%

10%

20%

30%

40%

weinig veel

24%

6%

35%

Vertrouwen

Toename radicale

innovaties (in %)

Cross-functionele interactie

Effect op radicale innovatie

weinig

veel

0%

5%

10%

15%

20%

25%

weinig veel

18%

8%

23%

Vertrouwen

Toename incrementele innovaties (in

%)

Cross-functionele interactie

Effect op incrementele innovatie

Slimmer werken: Land- en tuinbouw is positieve uitschieter op cross-functionele interactie

7%

-2%

0%

2%

-2%

-2%

2%

-1%

-3%

-2%

-1%

0%

1%

2%

3%

4%

5%

6%

7%

Land- en tuinbouw (primaire sector)

Industrie en bouw (secundaire sector)

Commerciële diensten (tertiaire sector)

Niet-commerciële diensten (quartaire sector)

Ve

rsch

il t.

o.v

. V

laam

s ge

mid

de

lde

(in

%)

Cross-functionele interactie Vertrouwen

IV: SLIMMER WERKEN

V: DYNAMISCH MANAGEN

Kennis

(Diepte /

Breedte)

Organisatie

(Flexibel

Organiseren)

Management

(Dynamisch

Managen)

Arbeid

(Slimmer

Werken)

Concurrentiepositie

&

Productiviteit

Concurrentie

Niveau

Co-creatie door externe Netwerken en Kennisallianties

Mobiliseren van Institutionele Stakeholders (Overheid, Sociale

Partners)

Sociale

Innovatie

Dynamisch managen

Snelheid van dynamische managementvaardigheden

Snelheid van managementvaardigheden om de resource base aan te passen. Bijvoorbeeld: operationele managementvaardigheden om volume en mix van activiteiten te beïnvloeden.

Informeel leiderschap

Het managementteam heeft vertrouwen in en draagt verantwoordelijk over aan medewerkers. Leden van het managementteam zijn meer “motivator” en “coach”

Variëteit van dynamische managementvaardigheden

Diversiteit aan managementvaardigheden om de resource base aan te passen. Bijvoorbeeld: Managementvaardigheden om de organisatiestructuur en besluitvormingsprocessen aan te passen.

Dynamisch managen: managementvaardigheden om de resource base snel aan te passen heeft hoogste bijdrage

Snelheid dynamische managementvaardigheden

43%

Variëteit dynamische managementvaardigheden

30%

Informeel leiderschap27%

100% = totale effect van dynamisch

managen op bedrijfsresultaat

Managementvaardigheden om de resource base snel aan te passen ook bepalend voor innovatiesucces

Snelheid dynamische

managementvaardighede

n45%Variëteit

dynamische managementvaardighede

n38%

Informeel leiderschap

17%

Relatieve effecten op radicale innovatie

Snelheid dynamische managementvaardighede

n37%

Variëteit dynamische managementvaardighede

n28%

Informeel leiderschap

35%

Relatieve effecten op incrementele innovatie

Dynamisch managen: tertiaire sector scoort over de gehele linie bovengemiddeld

-15%

4%

6%

-10%

-6%

3%

6%

-9%

0%

-2%

4%

-4%

-20%

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

Land- en tuinbouw (primaire sector)

Industrie en bouw (secundaire sector)

Commerciële diensten (tertiaire sector)

Niet-commerciële diensten (quartaire sector)

Ve

rsch

il t.

o.v

. V

laam

s ge

mid

de

lde

(in

%)

Onderdelen van dynamisch managen per sector

Snelheid dynamische managementvaardigheden Variëteit dynamische managementvaardigheden Informeel leiderschap

managementvaardighedenvoornaamste hefboom van sociale

innovatie voor beterebedrijfsresultaten..

Dynamisch managen29%

Flexibel organiseren28%

Slimmer werken22%

Co-creatie21%

100% = totale effect van sociale

innovatie op bedrijfsresultaat

… en innovatiesucces

Dynamisch managen

33%

Flexibel organiseren

27%

Slimmer werken22%

Co-creatie18%

100% = totale effect van sociale

innovatie op innovatiesucces

Managementvaardigheden om snel en op verschillende manieren de resource base aan te kunnen passen en “coachend”/motiverend leiderschap zijn cruciaal.

Conclusie: Sociale Innovatie loont!(ook in Vlaanderen)

• Sociaal innovatieve organisaties in Vlaanderen innoveren meer, presteren beter en investeren meer in R&D en ICT.

Investeer meer in sociale innovatie in Vlaanderen

• Mate van sociale innovatie verschilt per sector.– Commerciële diensten (tertiaire sector) is sociaal innovatieve sector– Land- en tuinbouw (primaire sector) blijft vooral achter bij dynamisch managen en vrijheid voor

medewerkers, vertrouwen binnen organisaties en openheid voor nieuwe, externe ideeën– Industrie en bouw (secundaire sector) blijft achter met slimmer werken en informeel leiderschap – De niet commerciële diensten (quartaire sector) heeft een inhaalslag te maken op zo goed als onderdelen van sociale

innovatie

Inventariseer per sector de voornaamste verbetermogelijkheden om sociaal innovatiever te worden

Conclusie: Sociale Innovatie loont!(ook in Vlaanderen) (2)

• Snelheid is een belangrijk onderdeel binnen sociale innovatie om meer te innoveren en beter te presteren.– De hefbomen flexibel organiseren en dynamisch managen hebben relatief het sterkste effect op

innovatiesucces en bedrijfsresultaat.

– Hoge interne verandersnelheid is voornaamste onderdeel bij flexibel organiseren

– Managementvaardigheden om de resource base snel aan te passen is voornaamste onderdeel van dynamisch managen

Verhoog de interne verandersnelheid en snelheid van managementvaardigheden van organisaties

Conclusie: Sociale Innovatie loont!(ook in Vlaanderen) (3)

• Kennisdeling tussen verschillende afdelingen vergroot innovatiekracht en leidt tot betere bedrijfsprestaties

Creëer verbindingen tussen afdelingen (o.a. multidisciplinaire teams) om nieuwe kennis te genereren en nieuwe combinaties van kennis te faciliteren.

• Samenwerking met externe partijen stimuleert innovativiteit en bedrijfsprestaties.– Openheid voor nieuwe, externe ideeën gaat gepaard met meer radicale innovaties, meer incrementele innovaties en

betere bedrijfsprestaties.

Investeer in samenwerking met externe partijen (co-creatie) om de kennisbasis beter te benutten.

Investeer in flexibel organiseren, dynamisch managen, slimmer werken en co-creatie om meer te innoveren en beter te presteren

DANK VOOR UW AANDACHT

Prof.dr. Henk W. Volberda

Rotterdam School of Management, Erasmus University

Wetenschappelijk directeur INSCOPE

DANK VOOR UW AANDACHT

Prof.dr. Henk W. Volberda

Rotterdam School of Management, Erasmus University

Wetenschappelijk directeur INSCOPE

Achtergrondgegevens respondent

1% 2% 1%

31%

11%

39%

15%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

45%

Lager onderwijs Lager secundair onderwijs (min. 3

jaar)

Buitengewoon secundair onderwijs

(min. 6 jaar)

Hoger onderwijs buiten

universiteit, korte type (of professi

Hoger onderwijs buiten

universiteit, lange type (of academis

Universiteit (of academische

master universiteit)

Hoger secundair onderwijs (min. 6

jaar)

Aan

tal r

esp

on

de

ntn

(in

%)

Hoogst behaalde getuigschrift